Charles Boyer Peggy Carroll. hrp Frances Hercer iri „The Castles" C =1 Voorbereidingen voor „Boefje". ONZE BIOSCOPEN. DERDE BLAD Reeds tijdens zijn studietijd aan het Conservatoire de Paris was Charles boyer een der meest op den voorgrond tredende onder de jongere too- neelspelers, om slechts luttele jaren daarna de poulairste tooneel- en filmspeler van Frankrijk te worden. Bovendien leerde hij binnen een half jaar zoo goed Engelsch dat men hem belangrijke rollen kon toevertrou wen in Amerikaansche films met sterren als Ruth Chatterton, Jean Harlow en Claudette Colbert. Als zoon van een welgesteld handelaar in landbouwwerktui gen te Figeac in Zuid- West Frankrijk, werd Charles Boyer geboren op 28 Augustus 1899. Het was een uiterst beweeglijk ventje en toen hij nog maar drie jaar oud was, bracht zijn moeder, die thuis niet goed weg met hem wist, den kleinen Charles naar een parochieschool. Een paar dagen later kwam hij thuis voor het weekend en tot verbazing van zijn ouders, wist hij de heele lijdensge schiedenis uit den Bijbel te vertellen. Ver ontwaardigd dat men zoo'n jong kind dergelijke lange verhalen van buiten liet leeren, sprak zijn moeder de Moeder Overste hierover aan en kwam tot de ontdekking dat niemand hem het verhaal had geleerd hij had het een ouderen jongen een paar maal hooren lezen en het op die manier onthouden. Dit merkwaardige geheugen is van groote waarde gebleken voor zijn car rière als acteur. Op het eerste schoolfeest waaraan nij deelnam hij was toen 7 jaar droeg hij zoo goed voor, dat hij sindsdien op alle schoolfeesten iets ten beste gaf. Zijn vader, die veel pleizier had in de acteertalenten van zijn zoon, gaf hem gelegenheid op zolder tooneei te spelen. Daar schreef de kleine Charles zijn stuk ken en haalde zijn makkers over er aan deel te nemen. De wereldoorlog brak uit toen hij 14 was zijn vader was inmiddels overleden en nadat het meerendeel van zijn leeraren naar het front ging, bekwaamde Charles zich verder door zelfstudie en knoopte relaties aan met een groep Ser vische vluchtelingen, die zich te Figeac gevestigd hadden. Hij onderwees hen in de Fransche taal. In de stad was tevens een militair hospitaal en de autoriteiten be sloten een aantal voorstellingen te geven ten bate van dit instituut. Boyer, hoewel nog erg jong, nam de leiding hiervan op zich en was tegelijk tooneeldirecteur, decorateur, regisseur en acteur bij deze opvoeringen. Op zijn zestiende jaar ging hij voor een paar weken naar Parijs, waar hij Lucien Guitry in het stuk „Samson" zag. Hij was zoo enthousiast over dezen grooten acteur, dat hij 10 avonden achtereen naar hem ging kijken en besloot tooneelspeler te worden. Zijn moeder was echter heelemaal niet ingenomen met de ambities van haar eenigen zoon en stond er op dat hij zijn studies voortzette. Inmiddels was 'n aan tal filmers in een nabijgelegen plaatsje aangekomen voor buitenopna men voor de film „Travail." Boyer had spoedig kennis aangeknoopt met Raphael Duflos, een der hoofdrolspelers, die den jongen eenige lessen gaf en, verbaasd over zijn natuur lijken aanleg, Madame Boyer wist te be wegen haar zoon acteur te laten worden. Kort daarop begaf Boyer zich naar Pa rijs, waar hij zich liet inschrijven aan de Sorbonne. Maar de droge, dorre colleges konden hem op den duur niet bekoren en hij ging naar Duflos, die er leeraar was aan de tooneelschool. Het resultaat van dit bezoek was dat Boyer in 1919 als leer ling van Duflos bij het Conservatorium ingeschreven werd. Het jaar daarop maakte hij zijn tooneel- debuut; een oudere student was ziek ge worden en Boyer trad in zijn plaats op in het stuk „Les Jardins de Murcie", dat in het Théatre des Champs Elysées werd opgevoerd. Hij had de rol in twee dagen geleerd en slechts 1 maal gerepeteerd, maar volbracht zijn taak zoo goed, dat de bekende theater-directeur Firmin Gémier hem eenige dagen later een rol aanbood in zijn „Grande Pastorale", dat in het Cirque d'Hiver gespeeld werd. Zijn spel vond een gunstig onthaal bij de critici en daarop gaf Gémier hem hoofdrollen in een reeks belangrijke stuk ken. Al dien tijd bleef hij trouw de lessen aan de tooneelschool volgen en de Parij- sche pers begroette hem als de toekom stige st r var. het Fransche tooneei. Na voltooiing van zijn dudies bleef hij regelmatig optreden en speelde kort daar op'de hoofdrol in het speciaal voor hem geschreven stuk „L'insoumise", dat later onder den titel „Faxil" te Hollywood ver filmd werd met Charles Farrell in de hoofdrol. „L'insoumise" bleek een groot succes en Boyer werd vereerd door Parijs' vrouwelijk schoon, dat hem overlaadde met geschenken en brieven Het stuk werd een heel seizoen achtereen opge voerd. Vervolgens trad hij met succes op in de stukken „L'Homme Enchainé" in het Théatrt Femina, „Le Bien Aiméé". „La Marche au Destin", „L'Homme a 1'Hispa- no", „Paname", „Le Plaisir'„L'Homme d'un Soir", „Simili', „Le Secret" en Irene Dunne en Charles Boyer in „Love affair". „Melo". Niet lang daarna ging hij op tournee door Egypte, Turkije er. Roemenië met Mary Bell als tegenspeelster. De eerste sprek» nde film. Na zijn terugkomst maakte hij zijn eerste sprekende film. Hij was geen on bekende in de filmwereld, daar hij in 1920 reeds in een kleine rol in de film „L'Hom me du Large" gespeeld had. Tusschen zijn verschillende tooneelengagementen door, speelde hij in de films „Chantelouve", „L'Esclave", „Le Grillon du Foyer" en de hoofdrol in „Le Capitaine Francasse", maar de zwijgende film gaf hem weinig gelegenheid zijn acteertalenten te ont plooien. Toen de sprekende film haar intrede deed in de Fransche studio's, kwam er plotseling een groote vraag naar goede acteurs en Boyer was een der eersten die reflecteerde. Hij kreeg de hoofdrol in „La Barcarolle d'Amour", een der eerste Fransch sprekende films. M. G. M. liet hem daarop naar Holly wood komen om de hoofdrol te spelen in de Fransche versie van „The Big House", Alhoewel hij bij zijn komt in Hollywood geen woord Engelsch kende, sprak hij het, nadat hij zich er direct toe gezet had de taal machtig te worden, binnen een half jaar zoo goed dat Paramount hem een rol aanbood naast Ruth Chatterton en Ralph Bellamy in de film „The Magnificent Lie." Na afloop van zijn contract keerde Boyer terug naar Frankrijk. Erich Pom mer, de bekende UFA productieleider, noodigde hem uit naar Berlijn om Emil Jannings te vervangen in de Fransche filmversies van „Tumult" en van „Tem pest" met Anna Sten. MGM maakte daarop gebruik van haar optie en in December 1931 begaf hij zich ten tweeden male naar Hollywood. Dit maal trad hij afwisselend in Fransche en Engelsch- films op; hij maakie verschei dene Fransche versies voor MGM, was Jean Harlow's tegenspeler in „The Red Headed Woman" en speelde naast Clau dette Colbert en Clive Brook in „The Man From Yesterday". Tijdens de opnamen van „Tumult" had hij Pommer beloofd terug te komen naar Berlijn. Na afloop van zijn Amerikaansch contract kwam hij die belofte na en nam Hans Albers' rol waar in de Fransche versie van „F.P.I." Vervolgens speelde hij met Lilian Harvey in de Fransche en En- gelsche versies van de film „Het Congres Danst". Ten slotte keerde hij naar Frankrijk te rug, vertolkte er de titelrol in de film „L'Epervieren wendde zich tevens weer tot zijn jeugdliefde, het tooneei om in „Le Bonheur" andermaal te bewijzen dat hij een van Frankrijk's grootste moderne tooneelspelers was. Fox engageerde hem voor de film „La Bataille", waarna hij in 2 groote films achter elkaar te zien was: in Frits Lang's „Liliom" en in Litvak's „Mayerling" met Danielle Darrieux. Inmiddels had hij meer aai een jaar achtereen in zijn geboorteland vertoefd en hij werd usteloos. Fox Film riep hem naar Hollywood voor het vervullen /an de hoofdrol in de Engelsche zcowel als de Fiansche versie van „Caravan". Terwijl hy in de Californische filmstad ronddoolde, wachtend tot met de opnamen van „Caravan" begonnen kon worden, maakte Boyer kennis met Pat Paterson, een jonge Engelsche actrice bij dezelfde maatschappy. De lieveling van het Fran sche publiek, die tot nu toe steeds onver schillig was gebleven voor vrouwelijke bewondering, gaf zich spoedig aan Cupido gewonnen. Nog geen drie weken na hun eerste ontmoeting waren zij reeds naar Yuma, Arizona, gevlogen om daar meteen te kunnen trouwen. Deze gebeurtenis brak ontelbare harten in Frankrijk. Boyer is muzikaal. Hij is een zeer be gaafd violist en een crack tennisspeler en skiër. Mijlpalen in zijn filmcarière zijn: „Garden of Allah", „History is Made at Night", „Conquest", „Private Worlds", „Break of Hearts", „Shanghai", „Lilliom", ..Mayerling", „Tovarich" en „Algiers". Zijn nieuwste film, voor RKO Radio, is „Love Affair" met Irene Dunne als tegen speelster. Terstond na zijn terugkeer uit Amerika heeft Detlef Sierck, de regisseur van „Boef je" met Leo Meyer den productieleider, de verdere rolbezetting van „Boefje" geregeld. Reeds waren Annie van Ees, Piet Bron en Guus Brox geëngageerd, reep. voor de rollen van Boefje, Boefje's vader en Ketje Puck. Thans zijn contracten afgesloten met Albert van Dalsum (die in „Boefje" als filmacteur zal debuteeren), Ennie Heymans Snijders en Piet Kohier. Had „Boefje" reeds een vader, thans heeft hij met Ennie HeymansSnijder en Piet Kohier ook een moeder en een grootvader gekregen. Tenslotte is nog Jaap van der Poll aan gezocht voor het schrijven van de dialoog. Een bizonder mooie foto van Frances Mercer, de jeugdige RKO Radio filmster. In dit eenvoudige toi let, dat speciaal voor haar werd ontworpen door Edward Steven- son, treedt zij op in een scène van „The Castles" met Fred Astaire en Ginger Rogers als Mr. and Mrs. Castle, een be roemd danspaar van 25 jaar geleden. Frances Mercer stelt een prima donna uit 1910 voor en merk waardig is, dat zoowel de haardracht als de snit en het karakter van de kleeding uit dien tijd weer geheel modern aandoen. „The Castles", die geregis seerd wordt door Hen- ry Potter, nadert haar voltooiing en zal eind Februari haar wereldpremière be leven. mim „Niets ter wereld is zoo rijk aan ontspanning, geeft zoo veel vreugd en is tegelijk zoo gezond als schaatsenrijden", zegt Peggy Carroll, die een volleerde kunstrijdster is en zich hierdoor fit houdt voor haar beroep aks danseres. Peggy Carroll speelt een rol in de nieuwe RKO film „The Castles" met Fred Astaire en Ginger Rogers. DE ONSTERFELIJKE WALS. Victoria Theater. Weenen in den tijd van ongeveer 1850, de oude, echt gezellige en gemoedelijke keizerstad, met de Wiener Madel, de Wein- stuben en de aapjeskoetsiers. En in,die stad een jonge man, die op een Bank is geplaatst en in zijn rekening-courant-boek noten tee kent inplaats van cijfers, zoodat de direc teur hem onmiddellijk ontslaat. Zijn meis je, een knappe bakkersdochter, blijft hem trouw en de jonge man zoekt onder zijn eenvoudige vrienden naar musici, die met hem een orkest willen vormen. Zij spelen composities van den directeur, den jongen, onbekenden Strauss, die zich aan walsen gewaagd heeft en hij speelt ze met zijn makkers in de Wierer Café's, waar op een mooien zomeravond een klein ge zelschap een kijkje komt nemen. Er is een zanger bij van de opera en er is een be koorlijke jonge vrouw, die met belangstel ling naar de muziek luistert en last geeft den componist voor haar feest uit te noodi - gen. Zij is de beroemde prima donna van de Keizerlijke opera, een vrouw met een prachtige stem, maar, een intrigante en de jonge Strauss, die op haar feest ten huize van graaf Hohenfriedt verschijnt, wordt door haaf charme bedwelmd. Zij zingt daar een van zijn composities en choqueert de deftige Weeners door de walsmelodie, maar het rhytme laat hen niet los en het einde is een geestdriftig applaus waarna de pri ma donna den jongen componist meeneemt naar een zijvertrek, waar hij een oogenblik deze ljekoorlijke vrouw in .de armen houdt om even later tot de ontdekking te komen, dat hij voor haar niet meer is dan een arme musicus en dat zij alleen maar een avon tuurtje verlangd heeft. Dan keert hij be rouwvol naar zijn vrouwtje Luise Rainer terug, maar de gedachte aan de knappe zangeres laat hem niet meer los en zij in spireert hem tot scheppen van de bekende Wiener Walsen. Hij wordt beroemd, zijn muziek klinkt overal en dan breekt de re volutie uit. Het volk zingt zijn marschlied en aan het hoofd van een optocht van re- volutionnairen dringt de jonge Strauss het paleis van graaf Hohenfriedt binnen, waar hij een officier vindt, dien hij een knip voor den neus geeft en hem een zure vent noemt Het uur der wrake is geslagen want de revolutie is mislukt en in de algemeene verwarring worden Strauss en de zangeres op een kar met gevangenen geladen, maar onder weg weet hij haar te bevrijden. Zij vluchten in een huurkoetsje en een heerlijk type van een koetsier rijdt hen den ge- heelen nacht in het Wienerwald rond. Zij vallen samen in slaap en den volgenden morgen als de dauw nog op het gras ligt genieten zij van den aanbrekenden dag en componeeren onbewust een der heerlijke melodieën, waarbij zelfs de koetsier met zijn mondharmonica voor de nog ontbre kende fragmenten zorgt. Op het toppunt van zijn roem dirigeert Strauss in de opera en hij zal dien avond met de zangeres naar Boedapest gaan, als zijn tenger vrouwtje hem opzoekt en hem verzekert, dat zij zich graag wil opofferen als hij meent, dat de zangeres in zijn mu ziekleven onontbeerlijk voor hem is ge worden. Het is de zangeres zelf, die aan de verhouding een eind maakt door alleen op de raderboot te stappen en terwijl hij haar nastaart aan den oever van den Donau hoort hij in gedachten de melodie van de onster felijke wals An der schonen blauwen Donau, die hem wereldberoemd zal maken. Hij keert tot zijp vrouw terug en het einde van de film is een bezoek van het oude echtpaar Strauss aan den bejaarden keizer Frans Jozef, die hem vraagt of hij zich nog kan herinneren, dat hij hem vijftig jaar ge leden een zure vent heeft genoemd. Strauss stamelt zijn verontschuldigingen, maar de keizer geeft hem gelijk. Ik was vaak een zure vent, zegt hij en hij voert hem naar het paleisraam waar beiden neerzien op een geweldige menigte, die bij de aanschouwing van Strauss in jubel uitbarst en in massa zang zijn beste compositie laat hooren. Een prachtfilm van den regisseur Julien Divivier, een film vol schitterende toonee- len, vol van den luister van het oude Weenen met zijn paleizen en weelde en tevens een prachtfilm door de vaak humoristische en toch roerende scènes waarin het menschelijk lief en leed op zoo treffende wijze tot uiting komt. Fernand Gravey Gravat is hier de voornaamste speler en hij geeft een ro mantische Straussfiguur, die in deze wonder mooie film een schitterende rol speelt. Vooraf twee alleraardigste eenacters, waarin ook de bekende jeugdgroep met het negerjochie en Alfafa weer optreedt, een mooie film van Sint Helena en veel actueel nieuws uit binnen- en buitenland. JALOEZIE. Bioscoop-Theater Harmonie. De Fransche film gaat voort met ver overingen te maken. Thans is het de film Jaloezie, die de aandacht vraagt en wel in het Theater Harmonie. Dit uitnemend geregisseerde filmwerk is vervaardigd naar de bekende novelle /an Leo Tolstoi: de Kreutzer-Sonate. Men wordt niet alleen getroffen door de prachtige opna men, maar ook door het schitterende spel van een aantal vooraanstaande Pafijsche artisten, zooals Gaby Morley, Jean Yon- nel en Pierre Renoir. Dimitri is een zeer bekend type in de uitgaande wereld van het St. Petersburg van voor den oorlog. Als zijn schuld- eischers het hem te bont maken, is hij ge noodzaakt bij zijn vriend Borowsky te gaan inwonen. Hy ontsteelt hem de liefde van zijn vrouw Son,c. en waanzinnig over het verlies van zijn geluk, doodt Bo- rowski zich zelf. Dimitri komt tot inkeer en vijf jaar later ziet men hem terug na een periode van groot en kalm geluk. Maar dan wordt zijn huwelijksgeluk op dezelfde wijze verstoord, als hij het van een ander gedaan heeft. Door toedoen van zijn schoonzuster Katia, komt zijn vrouw Helene in kennis met den beroemden vio list Gouratschewsky. Deze vat een groote bewondering op voor de zeer muzikale Helen- en als hij haar vraagt om hem in de Kreutzer-Sonate op een liefdadigheids feest te begeleiden, sluipt een geweldige jaloezie het hart van Dimitri binnen. Hij maakt nu zelf alle folteringen door, die ook Borowsky moet geleden hebben. Een noodlottig misverstand do-d, dan de rest. Wegens poging tot moord wordt hij tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Maar de liefde van de altijd trouw ge bleven Hélène triomfeert. Zij zal met haar zoontje op Dimitri wachten om dan een nieuw leven te beginnen. Treffend heeft Jean Yonnel de rol van Dimitri uitgebeeld, uitmuntend ter zijde gestaan door Gaby Morley, die haar repu tatie alle eer aandeed. Pierre Renoir als Borowski, Edmonde Guy als Sonia en Erwin als de violist sloten zich prachtig bij de hoofdfiguren aan en zoo werd een geheel verkregen, dat elke filmliefhebber met veel genoegen en spanning zal zien. Het voorprogramma bracht eerst een paar zeer actueele interessante journaals vervolgens een bijzonder aardige teeken film van Betty Boop en haar hondje en tot slot een fraaie muzikale film van een der vele uitstekende Amerikaansche bands. Een programma, dat uw belangstelling ten volle waard is. I tJLm j 'suil'* pi SCHEMERLICHT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12