Verkiezingsvergaderingen te Alkmaar
Vrijzinnig-Democraten
weigeren debat.
Vier sprekers voor de
Liberale Staatspartij.
x
1
TV'EEDE BLAD
Het is opmerkelijk dat niet minder dan
vier politieke partijen hun propaganda-
bijeenkomst voor de Raadsverkiezing op
één en denzelfden avond hebben gehou
den.
Immers, het is begrijpelijk, dat elke
groep hoofdzakelijk haar eigen geestver
wanten zal trekken en zoo ontneemt men
elkaar de gelegenheid eigen beginselen
ook eens uiteen te zetten voor kiezers, die
wellicht voor een samengaan met een
andere partij wel iets zouden gevoelen.
Bedenkt men daarbij, dat gisteravond
alle bioscooptheaters hun nieuwe pro
gramma's draaiden en dat het een Vrijdag
was, die algemeen als een ongeluksdag
beschouwd wordt, dan durven wij geens
zins voorspellen, dat de politieke propa
ganda die gisteravond in vier zalen in
onze stad gemaakt is, voor de Raadsver
kiezing van eenige beteekenis is geweest.
Voor de door de vrijz.-democrateu
gisteravond in 't Gulden Vlies gehou
den verkiezingsvergadering was de be
langstelling niet overtalrijk: de zaal
was matig bezet. Zij, die gekomen waren
om te genieten van debat ingevolge de
aankondiging „Debat vrij", zijn teleur
gesteld, want door een uitzonderlijke
opvatting hierover is het niet tot een
debat gekomen. Of de vrijz.-dem. hier
mee een goede beurt hebben gemaakt,
betwijfelen we sterk.
De heer C. A. de Ruiter sprak namens't
bestuur der Alkmaarsche afdeeling van den
vrijz.-dem. bond een woord van welkom,
waarin hij memoreerde den vooruitgang in
stemmen van dezen bond bij de laatste ver
kiezingen.
De heer A. Eriks.
een der candidaten voor a.s. Woensdag,
kreeg hierna het woord naar hij opmerk
te voor de eerste maal voor het houden
van een uitgesproken politieke redevoering.
Hieruit vloeide voort, dat hij zich b.v. meer
in het bijzonder met de toekomst zou bezig
houden, omdat hij geen politiek verleden
heeft.
Komende tot zijn rede, constateerde spr.,
dat er in onzen tijd veel problemen be
staan: werkloosheid, achteruitgang aller-
wege, toeneming criminaliteit, verarming,
machtswellust, bewapeningswedloop, steeds
zwaarder drukkende armoede, enz.
Ons gevoel en ons verstand zeggen, dat
dit alles anders moet en kan, omdat alles,
wat door menschen is misvormd, verbeterd
kan worden. De idealen liggen hier voor het
grijpen. Spr. wees hierbij op de rede van
de koningin van eenigen tijd geleden, welke
de gedachte opriep aan eenig herstel. Er
werd een juiste diagnose in gesteld van de
ziekte van den tegenwoordigen tijd. Het
„draagt elkanders lasten" in deze rede moet
zijn toepassing vinden ook in den gemeente
raad.
Een groote beweging is naar spr.'s mee
ning op komst, met misschien oude, ma ir
in elk geval vernieuwde waarden.
In een gedicht van hemzelf maakte spr.
duidelijk, wat hij bedoelde: eerlijkheid,
recht, inzicht in de nooden van anderen en
menschenliefde. Bevordering hiervan is de
schoonste taak die men zich kan stellen. En
hierom had spr. zich candidaat laten stellen
voor den gemeenteraad voor de vrijz.-dem.,
die z.i. de groep vormen, die in de beharti
ging van genoemde zaken nimmer achter
wege bleven.
De vrijz.-democratie erkent invloed van
ale goede krachten der maatschappij, gees
telijke zoowel als stoffelijke, maar zij wil
niet één ervan najagen ten kosten van een
andere tegenstrijdigheid van belangen,
waarvan gelijkschakeling niet mogelijk is,
bestaat overal. Daarom moet gestreefd wor
den naar een wereld van redelijkheid en
aat wil nu de vrijz.-democratie, met inscha
keling van alle krachten in de maatschappij.
Inderdaad kan niet steeds het evenwicht
bewaard blijven, integendeel, het wordt ge
regeld weer verstoord als gevolg van het
feit dat de wereld leeft. Men mag hierin
geen aanleiding zien om niet mee te wer
ken: nieuwe strijd is steeds weer noodig;
de rust is de dood.
Eén vast beginsel heeft de vrijz.-democra
tie: het leven zelf, dat zoo goed en zoo
schoon mogelijk zij. Daarom wil zij het volk
zijn kracht doen begrijpen en vergrooten.
Men beseffe daarom de onwaardigheid van
het suggereeren van een minderwaardig
heidscomplex. Men bedenke, dat het in ons
land in vele opzichten beter is dan in andere
landen, ons land is groot in datgene waar
in een klein volk groot kan zijn. Maar wij
gaan berg-af en daarom moeten we samen
werken om weer naar boven te gaan.
Ook in de gemeentepolitiek is daaraan te
werken. Men sture dus aan op evenwicht in
de financiën, zonder opoffering van geeste
lijke belangen. Het middenstands- en het
agrarisch vraagstuk dienen onder oogen te
worden gezien. Misschien kan men de oor
zaken van de crisis niet wegnemen, maar
wèl moet men ervoor waken de lasten er
van de op de schouders te laden van enkelen
Vooral tot den middenstand wilde sor. zeg
gen: organiseert u, maakt u sterk. Wie niet
zelf de hand aan den ploeg slaat, zal ook
niet kunnen oogsten.
Tenslotte wijdde spr. nog eenige woorden
aan het lager onderwijs. Hij had vastgesteld,
dat er onder de raadsleden onzer stad mis
noegdheid was ontstaan over een paar door
hem geschreven artikelen. Spr. meende, dat
die artikelen noodig waren en in de toekomst
zal hij nog meer schrijven en spreken over
het openbaar onderwijs, indien men den toe
stand daarvan niet wil verbeteren.
De tweede spreker
was de heer A. S iets ma, aanvoerder van
de lqst der vrijz.-democraten, aie erop wees,
aat ny nu reeas 16 jaar (de eerste 12 jaar
met mej. Carels) in aen gemeenteraad heelt
mogen werken voor ae idealen der vryz.-
democraten, samenwerkende met anaere
partijen, maar nochtans eigen standpunt
handhavende. Spr. wees op de totstandko
ming van het raaio-aistribuiiebedrijl, betere
bestrating, parkeerplaatsen, enz. enz., aan
alle welke maatregelen de v.d. medewerk
ten in het belang van onze stad. Veel is er
gegroeid in de gemeente, meermalen ten
koste van groote bedragen, maar daarover
had spr. geen spijt.
Jammer genoeg moet er thans veel achter
wege blyven wegens den toestand der ge
meentelijke financiën, die zóó slecht is ge
worden, dat Den Haag met Argusoogen
toeziet op de handelingen van den raad.
Spr. wees erop, dat die ongunstige finan-
cieele toestand voor een deel een gevolg is
van wettelijke maatregelen, waardoor de
inkomsten der gemeente daalden en de uit
gaven stegen. Spr. illustreerde een en ander
met een rij tot in vele duizenden loopende
bedragen.
Daarnaast liepen de marktgelden belang
rijk terug, evenals de bruggelden, de op
brengst der vermakelijkheidsbelasting en
van de personeeie belasting; de winst uit
het electriciteitsbedrijf verminderde even
eens met ettelijke duizenden, evenals die
uit het gasbedrijf, alles te zamen rond
276.000.
De uitgaven der gemeente stegen met
sprongen, zooals spr. met cijfers aantoonde.
Voor 1939 vroeg Alkmaar weer extra-
steun van het Ryk in verband hiermede
er. nog is er een tekort van ver over de
200.000.
De nieuwe raad zal voor groote moeilijk
heden komen te staan, omdat de gemeente
haar reserves moet opteren zooals dit in
alle gemeenten moet. Als men niet tot af
braak wil overgaan, kan men niet meer be
zuinigen op de uitgaven en daarom is het
verkeerd van een partij wier naam spr.
niet wilde noemen nog te durven bewe
ren, dat het roer krachtig moet worden om
gegooid naar de richting van nog méér be
zuiniging.
Spr. was overtuigd, dat in Alkmaars raad
de uiterste soberheid reeds wordt betracht.
De plannen der regeering om uit den nood
te geraken hadden spr.'s instemming niet en
hij haalde aan een uitspraak van mr. Oud
(burgemeester van Rotterdam), dat het
probleem moet worden opgelost door Rijk en
gemeenten te zamen. Wij, vrijz.-dem. van
Alkmaar, zei spr., zijn daartoe bereid.
De onderwijspolitiek heeft in Alkmaar ge
leid tot groote afbraak en naar spr.'s mee
ning zal alles moeten worden gedaan om
tot wederopbouw te komen in het belang
van het kind. Spr. deed in verband hiermee
een beroep op de ouders om hun kinderen
te sturen naar de openbaTe school.
Voor armen en verdrukten (werkloozen
inbegrepen) moet zooveel mogelijk worden
gedaan en al heeft de gemeenteraad niet
speciale vrouwenbelangen te behartigen,
toch hoopte spr., dat in de komende viet
jaar in onzer aadszaal weer de stem van een
vrouw zal worden gehoord.
De vrijz.-dem. zullen blijven voortgaan
met het najagen van hun idealen en zullen
cck voortgaan op den weg tot samenwer
king met anderen, hoewel zij niet zullen
nalaten te wijzen op onjuistheden bij andere
partijen, als h.i. het belang der gemeen
schap daarmee gediend kan worden. Krach
tig zal stelling worden genomen tegen ver
keerde verhoudingen en tegen onrecht; ge
streefd zal worden naar behartiging van de
sociale taak der gemeente: het verbeteren
van de materieele levensvoorwaarden en in
verband daarmee verhooging van het zede
lijk en geestelijk welzijn der bevolking.
Spr. meende, dat de vrijz.-dem. op dit
heele terrein hun sporen hebben verdiend
hij wees hierbij o.a. op hetgeen ook in de
landsregeering door hen is gedaan.
Kunnen, door de noodzaak gedwongen,
niet alle voornemens worden uitgevoerd en
moet misschien iets worden teruggenomen,
dan beteekent dit niet een terugnemen van
de idealen. Integendeel zal het blijk kunnen
geven van een geest voor werkelijkheid en
den zin voor samenwerking om te verkrij
gen en te behouden wat in den tegenwoor
digen tijd nog mogelijk is.
Tot slot van zijn betoog las spr. eenige
der meest belangrijke programpunten van
den vrijz.-dem. bond voor. Om het uitvoe
ren ervan mogelijk te maken, vroeg spr.
den steun van allen.
Oud-minister mr. Slingenberg.
trad als derde spreker achter den lessenaar.
Hij wilde meer in het algemeen een voor
lichting geven voor de beginselen der
vrijz.-dem. in gemeenteraden, Prov. Staten
en landsregeeriqg.
Ook in de raadspolitiek is 't de vraag welke
beginselen men heeft en hoe men ze in prac-
tijk kan brengen. Spr. wilde hierbij, °P
grond van een besluit der vergadering van
het bondsbestuur, zich onthouden van af
brekende critiek op andere partijen hier
bij buiten beschouwing latende het verkie
zingsblaadje „Vrijheid, Arbeid, Brood", dat
hem hier ter hand was gesteld en welks ar
tikelen hij minderwaardig noemde.
Zonder aarzeling meende spr. te mogen
adviseeren tot behoud der democratie, hoe
men daarop ook afgeeft in de totalitaire
staten.
Vooral ons parlementaire stelsel heeft ze
genrijk gewerkt ten aanzien van de geeste
lijke vrijheid en den vooruitgang op sociaal
en maatschappelijk terrein. Spr. wees hier
bij op de woning- en arbeidstoestanden van
weleer.
Als dit geen ijdele klank is, had men
dan niet beter gedaan om mej. Carels in
plaats van no. 3 op no. 2 te plaatsen? Dan
zou de kans op vervulling van dien wensch
heel wat grooter zijn geweest. Verslagg.
Dat democratische stelsel, dat gebleken
is een onmisbare voorwaarde te zijn voor
vooruitgang op velerlei terrein, willen wij
niet missen; wij willen alleen zorgen, dat
onze groote vrijheden niet ontaarden ir on
gebondenheid.
Spr. ontkende, dat de democratie aanlei
ding zou geven tot slapheid in het bestuur
het tegendeel is waar: als zij goed wordt
begrepen, behooren rijk en gemeente en
provincie rechtvaardig en zoo noodig krach
tig op te treden, niet tegen de vrijheid zel
ve, maar tegen de gevallen, waarin deze
overgaat in ongebondenheid. Dit is mede
een groot belang voor den minst draag
krachtige.
Wij zijn dus, zei spr., tegen eiken vorm
van dictatuur, maar ook zijn wy tegen het
voeren van den klassenstrijd. Wij willen
tempering van dezen strijd, wy wenschen
dat ieder Nederlander de gelegenheid krygi
zich een positie te verwerven naar zijn aan
leg. Saamhoorigheidsgevoel en zin voor sa
menwerking zijn daartoe eerste vereischte.
Prettige staaltjes daarvan gaf spr. door te
wijzen op wat werkgevers en werknemers
in de jaren 19301938 deden om te komen
tot loonende bedrijven. In het heele econo
mische leven is samenwerking noodig tus-
schen alle bevolkingsgroepen.
Spr. trok te velde tegen een artikel in bo
vengenoemd blaadje der soc.-dem., waarin
den vrijz.-democraten onwaarachtigheid en
dubbelzinnigheid wordt verweten. Spr. had
minachting voor den schrijver ervan en
stelde vast, dat de vrijz.-democraten nog al
tijd vóór premievrij staatspensioen zijn,
maar dat zy zich volkomen bewust zijn van
de onmogelijkheid van invoering in dezen
tijd. Spr. ging hierop uitvoerig in. Hy merk
te op, dat de soc -dem. m de oppositie heel
sterk zijn in het critiseeren, maar komen
zy in de meerderheid (zooals in de gemeen
tebesturen van Amsterdam en Rotterdam),
dan maken zij niet ongedaan wat zij te vo
ren zoo sterk afkeurden.
Dat de lyn der vrijz.-democratie als juist
wordt gezien, bewijst de vooruitgang in
stemmen op de vertegenwoordigers van den
vryz.-dem. bond by de Statenverkiezingen
van onlangs en nu deze dagen weer bij de
raadsverkiezingen. Ons heeft men nog nooit
kunnen verwijten, dat wij wanbeheer heb
ben gevoerd.
Spr. gaf aan hoe hij als minister van so
ciale zaken had gestaan tegenover de werk-
loosheidsuitkeeringen en hoe hij het uitvoe
ren van allerlei werken had gepropageerd,
met als gevolg, dat, als thans de regeering
nieuwe bruggen e.d. kan openen, men heeft
te bedenken, dat het hier werken betreft,
die in de periode 19331937 werden voor
bereid of ter hand genomen.
Verder liet spr. verschillende wetten de
revue passeeren, waarin samenwerking tus-
schen werkgever en werknemer eerste voor
waarde is alle welke wetten tot stand
kwamen met medewerking van de vrijz.-
democraten en in vele gevallen op hun ini
tiatief. De vermindering van het aantal
werkstakingen is daar al mede het gevolg
van.
Na te hebben betoogd, dat de vrijz.-dem.
zijn tegen verdeeldheid en splitsing op ve
lerlei terrein (ook godsdienstig, moreel en
sociaal), zei spr., dat juist zij het waren, die
altijd streefden naar de grootst mogelijke
eenheid, naar het dragen van elkanders las
ten en naar het tegengaan van sectevorming.
Hebben zij, die in 1937 het kabinet vorm
den, wel gehandeld naar het koninklijke
woord over het draagt elkanders lasten?
Tenslotte besprak spr. nog den interna
tionalen toestand, waarin de theorie van
„levensruimte" het recht van den sterkste
op den voorgrond stelt. Ieder land is ver
plicht het vraagstuk zijner weermacht on
der oogen te zien. Wij vrijz.-dem. meenen,
dat ook Nederland zal moeten meedoen aan
verdediging van den nationalen grond, het
standpunt van nationale ontwapening ver
latende.
Spr. besloot met nog den nadruk te leg
gen op den zin der vrijz.-dem. voor recht
en rechtvaardigheid op alle terrein des le
vens en in de samenleving en wekte op tot
steun aan de lijst-Sietsma op a.s. Woens
dag.
Bij de sluiting onderstreepte de heer d e
Ruiter deze woorden, maar in den afloop
van het debat-vraagstuk vonden verschil
lende personen in de zaal aanleiding om te
roepen: „Nee, nu niet meer!"
Een geweigerd debat.
Als de eenige voor het voeren van debat
gaf zich op de heer T. B o n s e m a. Bij het.
betreden van het tooneel werd hem door den
voorzitter medegedeeld, dat hy zich moest
bepalen tot hetgeen de sprekers naar voren
hadden gebracht een eisch waarin de
heer B. natuurlyk toestemde. Niet echter
kon hy zich vereenigen met de mededeeling
van den heer Sietsma, dat voor het debat
slechts vyf minuten zou worden toegestaan.
De heer B. toch had plan om, waar mr. Slin
genberg had gezegd geen critiek te vreezen
en er zelfs wel prys op te stellen, op de re
devoeringen in te gaan en daaraan vast te
knoopen een beschouwing over de houding
der vryz.-democratie in den gemeenteraad
gedurende de laatste zittingsperiode.
Zijn protest baatte hem niet, ofschoon hy
er nog aan toevoegde niet te zullen spre
ken over wat hij zelf in den raad deed of
over wat hij thans op zijn program heeft
zulks na een opmerking van den heer
Sietsma dat men toch niet mocht verwach
ten dat de v.d. in een door hen belegde ver
gadering een pleidooi voor andere partyen
zouden toelaten; de heer S. beriep zich hier
bij op de aankondiging van den heer B., dat
hy in zijn vergadering op a.s. Maandag
avond geen debat toestaat aan de T.B.N.,
de communisten en de R.S.A.P.
Terecht voerde de heer Bonsema hierte
gen aan, dat de v.d. geen beperking van de
bat hadden aangekondigd en hadden gepu
bliceerd: Debat vrij. En dan stond het toe
staan van 5 minuten gelijk met een weige
ring, zoodat spr. het best meende te doen
van het woord af te zien.
Vanuit de zaal begon men zich met de
discussie te bemoeien. Eén der aanwezigen
gaf den wenk om, gezien het ..Debat vrij",
den heer B. toe te staan te spreken, maar
de bepaling van den tijdsduur aan den voor
zitter over te laten.
Over en weer werd nog wat gesproken op
steeds luider toon, totdat de heer S. het ad
vies der vergadering vroeg of debat nog kon
worden toegestaan.
De heer B. wachtte het antwoord niet af
en vroeg of hij zou mogen debatteeren en
toen daarop afwijzend werd geantwoord-
verliet hij het podium.
De afdeeling Alkmaar van de Liberale
Staatspartij hield gisteravond in hotel
„Proot" een propagandavergadering waarin
de lijstaanvoerder mr. de Groot en de heer
Stoutjesdijk, benevens de candidate, mevr.
M. van SonsbeekBaning en de voorzitter
van de Vereeniging voor Liberale Ge
meenteraadsleden de heer C. G. Roos het
woord voerden. Gezin het feit, dat gelijk
tijdig drie andere partijen verkiezingsver
gaderingen hadden uitgeschreven, kon deze
goed bezocht worden genoemd. Plaatsruim
te noopte ons slechts de kern van het ge
sprokene weer te geven.
Mr. Langeveld, de voorzitter, verheugde
zich over de opkomst, die hij, gezien het
mooie weer, waardeerde.
Tot groote verheugenis stemt het, dat
overal winst is voor de liberale gedachte.
Democratie wordt misbruikt, de Liberalen
hebben steeds de democratie opgevat als
een afvaardiging van verantwoordelijke
mannen, die zich steeds tegen een zwee-
vende balans verzetten en het algemeen be
lang voorstaan.
Spr. oordeelde, dat men de zaak van de
kleine zelfstandigen niet achter mag stel
len, omdat wij steeds een kern van de
maatschappij vormen. De Liberale komen
niet voor een speciale groep op, maar voor
het algemeen belang.
Spr. oordeelde, dat het moeilijk is in
Alkmaar raadslid te zijn. Middenstand
en landbouw hebben in Alkmaar een taak.
Spr. wekte daarom op lid van de afdeeling
te worden en te stemmen op de Liberale
cancidaten.
Constructief gemeentebeleid.
Het Liberale lid van Ged. Staten van
Zuidholland, de heer C. G. Roos, behandel
de hierop het onderwerp „Constructief ge
meentebelang" en stelde voorop, dat hij
wel eenig advies wilde geven, doch naar
het oordeel van Thorbecke zich wilde hou
den aan het begrip, dat de plaatselijke
politiek plaatselijk behandeld moet wor
den.
Meer uitvoerig betoogde spr. dat de Li
berale politiek opbouwend moet zijn. Met
den voorzitter noemde spr. de erfpachts
kwestie te Amsterdam een psychieke kwes
tie. Dit geldt ook voor de zaak-Oss en de
zaak minister de Wilde.
Spr. waarschuwde er tegen om derge
lijke zaken als kleinigheden te beschou
wen.
In ons publieke bestek neemt de ge
meente nog een belangrijke plaats in en
daarom moet politieke belangstelling, wil
len wij ons zelf zijn en blijven, worden
aangekweekt.
Van de grootste beteekenis is daarom,
dat de burgerij aandacht schenkt aan de
verhandelingen in den raad. Het hart van
de burgerij klopt in den gemeenteraad en
daarom willen de Liberalen, iat het centrale
gezag, de gemeentelijke autonomie, zoo
weinig mogelijk aantast.
Ten onrechte beweert de S. D. A. P. in
het plaatselijke manifest, dat de S. D. A. P.
in de verdediging van de gemeentelijke
autonomie vooraan staat.
De Liberale willen de geestelijke vrijheid
handhaven en zijn dus ook voor de vrije
meeningsuiting en de critiek, al leidt dit
tot het exces van te veel partijen.
De gemeentelijke autonomie is ontzettend
gehavend. De Liberale blijven het als een
geschenk van Thorbecke handhaven.
Spr. oordeelde, dat, hoewel de Soc.
Dem. luide opkomen voor de gemeentelijke
autonomie, toch door hun zwak financieel
belpid oorzaak zijn, dat de regeering Colijn
de autonomie aantastte. Noodzakelijk is,
dat hoogere instanties toezien op het tge-
meentebeleid. Geschiedde dit niet, dan zou
het Rijk al lang failliet zijn geraakt. De
methode waarop de regeering buiten den wil
om maatregelen neemt, bestrijdt spr. omdat
daardoor de rechtszekerheid kwijt raakt, al
is het volkomen juist, dat gemeenten die
uit 's Rijks kas moeten worden bijgepast,
de controle hebben van de regeering.
De Soc. Dem. besturen wel met royale
hand, zij willen de goede dingen met de
openbare middelen verbeteren. Dit is niet
zoo sociaal geschiedt in geen geval met
liefde.
Liefde moet de politiek ook hebben,
maar als men persoonlijk wat doet gevoelt
men beter waar de grenzen zyn.
De gemeente heeft niets van zich zelf.
Als men bestuurder is, moet men de gul
den die men wel wil geven, eerst uit den zak
van een ander halen en daarom moet de
gemeentelijke autonomie in stand worden
gehouden door met de bronnen waarover
men beschikt rond te komen. De eer
ste gulden die men van anderen vraagt be
teekent, dat men zijn autonomie prijs heeft
gegeven. Wie betaalt wil meespreken.
Als wy boven onzen stand leven moeten
wij omlaag, om de autonomie te handhaven
en dan kan men nog, in den työ dien wij be
leven, de autonomie kwijt geraken.
Spr. raadde ieder het Liberale gemeente-
programma als een uitstekend werk te le
zen.
In de gemeenten behoort het te gaan als
in de gezinnen van de particulieren.
Wie minder heeft, moet nu eenmaal
minder uitgeven en als men bestuurder is
van een arme gemeente, is het werk moei
lijker, doch moet men dikwijls neen kunnen
zeggen.
Wie ons progTam kent en de liberale po
litiek en zyn historie kent, weet, dat de
liberaal het financieele niet alles vindt, maar
het financieel evenwicht moet worden na
gestreefd.
Dit kan men ook niet ontgaan met de
ontwijkende praatjes van Colijn heden in de
Kamer. De vraag is of er liberaal of socia
listisch moet worden geregeerd. Ten aan
zien van het staatkundig financieel beheer
is er geen andere keuze.
De liberale politiek wordt gedeeld door
alle voorzichtige menschen in Nederland,
die men in alle groepen heeft, evenals men
ook de socialisten in alle groepen heeft. Het
socialisme gaat zoo ver, dat het pas goed
kan worden als de overheid alles tot zich
heeft genomen. De liberalen willen de over
heid zoo beperkt mogelyk, al erkent ook
spr., dat thans de overheid meer ter hand
moet nemen als haar lief is. De liberalen
willen, dat iedere groep eigen verantwoor
delijkheid zoo ver mogelijk draagt en het
persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef zoo
ver mogelyk wordt aangewakkerd.
Het andere leidt tot een totalitair bewind.
Gevaarlijk noemde spr. het. dat de geheele
R.K. Party doordrongen is van de socialis
tische politiek, terwijl b.v. een man als Dr.
v. d. Tempel, als soc.-dem. zich als een
liberaal econoom doet kennen.
Ook voor zelfbestuur komt de liberaal op,
beoogende, dat de gemeenten zooveel mo
gelijk moeten medewerken bij de uitvoering
van 's rijks taak, omdat de liberalen niet
gelooven in centralisatie en van oordeel
zijn, dat in de eene gemeente anders moet
worden opgetreden dan in de andere.
Een liberale grief tegen de regeering is
dat de wetgever de gemeenten door een on
voorzichtige wetgeving, met tal van dingen
heeft belast, zonder de betaling er van te
regelen.
Alle welvaart moet komen uit het be
drijfsleven en daarom moet men het be
drijfsleven vrij laten en de uitgaven dekken
uit inkomen en vermogen.
Voorts betoogde spr., dat de overheid wat
het zaken doen betreft, zich moet beperken
tot het noodzakelijke.
Daardoor voorkomt men excessen als thans
Amsterdam betreft. Naar spr.'s vaste over
tuiging mag de liberaal het openbaar onder
wijs niet los laten, anders wordt alles sec-
tarisch.
In het belang van onze nationale saam-
hoorigheid moet de openbare school, die in
den grondslag christelijk en verdraagzaam is,
zijn plaats herwinnen. Ook waarschuwde
spr tegen het voortdurende opportunisme en
zich voortdurend te bezinnen op de liberale
beginselen.
Het algemeen welzijn kan bevorderd wor
den door verdraagzaamheid. Wij moeten tot
samenwerking bereid zijn, mits die niet gaat
in socialistische richting, want dat wordt de
ondergang van ons volksbestaan. (Applaus).
Rede van mevrouw van Sonsbeek.
„Stemt liberaal" is spr. advies aan vrou
wen die haar vragen hoe ze stemmen moe
ten. Dat dit gevraagd wordt betreurt zij,
omdat daardoor meestal een tekort aan ver
antwoordelijkheidsgevoel spreekt.
Vaak zegt de vrouw met een zekere trotsch
„ik doe niet aan politiek". Vaak is politiek
een scherm, dat gezet wordt voor veel
eigenbelang en een groepsbelang, maar juist
daarom mag men hen die daarvoor de poli
tiek gebruiken geen vrij spel laten. De poli
tiek beheerscht ons geheele leven en ons
geheele bestaan, dringt door in onze huis
houding van het oogenblik af, dat wij onze
melk koopen en onze boter met de hooge
regeeringstoeslagen en onze dure groenten,
dank zij een gereglementeerde vernietiging
van het teveel tot wy 's avonds ons avond
blad hebben gelezen met de beangstigende
berichten. Daarmede mogen de vrouwen
niet met een vaag gehoor afrekenen. Zy
hebben den plicht daarvoor belangstelling te
toonen en haar stem te laten hooren, die
niet altijd afbrekend behoeft te zyn, omdat
daarmee nooit wat bereikt wordt. De critiek
moet opbouwend en waardeerend zyn, waar
dit mogelyk is. De vrouw behoort haar stem
plicht naar behooren te vervullen. Pas als
de vrijheid verloren is, waardeert men dat
kostelijke goed.
Een politieke overtuiging mag en kan
nooit zijn de waan van een dag. Het moet
zijn een levenshouding, gegroeid in den loop
der jaren, die men bereid is te verdedigen
en die een houvast geeft in de wisselende
stemmingen van dezen tijd. Oprecht moeten
wij trachten de dingen die niet goed zijn te
verbeteren. Daarin kan de vrouw een groote
rol spelen. De maatschappij verlangt naar
goeden wil, maar bereidheid tot samenwer
king, naar waardeering van anderen naast
een weloverlegd ingenomen eigen stand
punt. De liberale staatspartij met haar er
kenning van de persoonlijkheid en de daar
aan onafscheidelijk verbonden persoonlijke
verantwoordelijkheid, geeft hieraan richting
en uiting.
Rede van den heer Stoutjesdijk.
De heer Stoutjesdijk constateerde, dat de
Alkmaarsche middenstand in moeilijke om
standigheden verkeert, doordat, door de
slechte internationale verhoudingen, de
vroeger welvarende omgeving noodlijdend
is geworden.
Spr. belichtte meer utvoerig de op den
middenstand drukkende lasten en de moor
dende concurrentie, die de middenstand van
de groote bedrijven ondervindt.
Spr. citeerde het door de S.DA.P. uitge
geven boekje „De winkelbel gaat over",
waarin ook de nooden van den midden
stand worden belicht. Hierdoor zou men ver
wachten, dat de S.D.A.P. ook voor den mid
denstand zou opkomen, doch het tegendeel
is waar, aangezien zij overal, ook in Alk
maar, coöperatieve winkels enz. oprichten,
waardoor het bestaan van de kleine zaken-
menschen wordt bedreigd.
Niets komt er van de beloften door de
partijen bij de verkiezingen gedaan. De mid
denstand is uitgesloten van de groenten-,
de visch- en de brandstoffendustributie.
De regeering schreef ons, dat by de groen-
tenindustrie zooveel mogelyk de groenten-
handel moest worden ingeschakeld. Alk
maar stelde daarvoor drie gesteunden aan,
waarbij één als bedrijfsleider optreedt en
die drie krijgen een paar gulden boven hun
steun.
Daartegen kan de middenstand niet con-
curreeren, omdat die aan de helpers een be
hoorlijk loon zou moeten geven. Het gevolg
is, dat de middenstand wordt uitgeschakeld
en groenienhanöelaren naar maatschappe
lijk hulpbetoon moeten worden gesteund.
a
i-
ft
ie
MO
H
4e
ft-
M
F-
g«-
ing
ét
feie
ge
taste
MKt
d.)
9
4