Verkiezingsvergaderingen te Alkmaar Vrijzinnig-Democraten weigeren debat. Vier sprekers voor de Liberale Staatspartij. x 1 TV'EEDE BLAD Het is opmerkelijk dat niet minder dan vier politieke partijen hun propaganda- bijeenkomst voor de Raadsverkiezing op één en denzelfden avond hebben gehou den. Immers, het is begrijpelijk, dat elke groep hoofdzakelijk haar eigen geestver wanten zal trekken en zoo ontneemt men elkaar de gelegenheid eigen beginselen ook eens uiteen te zetten voor kiezers, die wellicht voor een samengaan met een andere partij wel iets zouden gevoelen. Bedenkt men daarbij, dat gisteravond alle bioscooptheaters hun nieuwe pro gramma's draaiden en dat het een Vrijdag was, die algemeen als een ongeluksdag beschouwd wordt, dan durven wij geens zins voorspellen, dat de politieke propa ganda die gisteravond in vier zalen in onze stad gemaakt is, voor de Raadsver kiezing van eenige beteekenis is geweest. Voor de door de vrijz.-democrateu gisteravond in 't Gulden Vlies gehou den verkiezingsvergadering was de be langstelling niet overtalrijk: de zaal was matig bezet. Zij, die gekomen waren om te genieten van debat ingevolge de aankondiging „Debat vrij", zijn teleur gesteld, want door een uitzonderlijke opvatting hierover is het niet tot een debat gekomen. Of de vrijz.-dem. hier mee een goede beurt hebben gemaakt, betwijfelen we sterk. De heer C. A. de Ruiter sprak namens't bestuur der Alkmaarsche afdeeling van den vrijz.-dem. bond een woord van welkom, waarin hij memoreerde den vooruitgang in stemmen van dezen bond bij de laatste ver kiezingen. De heer A. Eriks. een der candidaten voor a.s. Woensdag, kreeg hierna het woord naar hij opmerk te voor de eerste maal voor het houden van een uitgesproken politieke redevoering. Hieruit vloeide voort, dat hij zich b.v. meer in het bijzonder met de toekomst zou bezig houden, omdat hij geen politiek verleden heeft. Komende tot zijn rede, constateerde spr., dat er in onzen tijd veel problemen be staan: werkloosheid, achteruitgang aller- wege, toeneming criminaliteit, verarming, machtswellust, bewapeningswedloop, steeds zwaarder drukkende armoede, enz. Ons gevoel en ons verstand zeggen, dat dit alles anders moet en kan, omdat alles, wat door menschen is misvormd, verbeterd kan worden. De idealen liggen hier voor het grijpen. Spr. wees hierbij op de rede van de koningin van eenigen tijd geleden, welke de gedachte opriep aan eenig herstel. Er werd een juiste diagnose in gesteld van de ziekte van den tegenwoordigen tijd. Het „draagt elkanders lasten" in deze rede moet zijn toepassing vinden ook in den gemeente raad. Een groote beweging is naar spr.'s mee ning op komst, met misschien oude, ma ir in elk geval vernieuwde waarden. In een gedicht van hemzelf maakte spr. duidelijk, wat hij bedoelde: eerlijkheid, recht, inzicht in de nooden van anderen en menschenliefde. Bevordering hiervan is de schoonste taak die men zich kan stellen. En hierom had spr. zich candidaat laten stellen voor den gemeenteraad voor de vrijz.-dem., die z.i. de groep vormen, die in de beharti ging van genoemde zaken nimmer achter wege bleven. De vrijz.-democratie erkent invloed van ale goede krachten der maatschappij, gees telijke zoowel als stoffelijke, maar zij wil niet één ervan najagen ten kosten van een andere tegenstrijdigheid van belangen, waarvan gelijkschakeling niet mogelijk is, bestaat overal. Daarom moet gestreefd wor den naar een wereld van redelijkheid en aat wil nu de vrijz.-democratie, met inscha keling van alle krachten in de maatschappij. Inderdaad kan niet steeds het evenwicht bewaard blijven, integendeel, het wordt ge regeld weer verstoord als gevolg van het feit dat de wereld leeft. Men mag hierin geen aanleiding zien om niet mee te wer ken: nieuwe strijd is steeds weer noodig; de rust is de dood. Eén vast beginsel heeft de vrijz.-democra tie: het leven zelf, dat zoo goed en zoo schoon mogelijk zij. Daarom wil zij het volk zijn kracht doen begrijpen en vergrooten. Men beseffe daarom de onwaardigheid van het suggereeren van een minderwaardig heidscomplex. Men bedenke, dat het in ons land in vele opzichten beter is dan in andere landen, ons land is groot in datgene waar in een klein volk groot kan zijn. Maar wij gaan berg-af en daarom moeten we samen werken om weer naar boven te gaan. Ook in de gemeentepolitiek is daaraan te werken. Men sture dus aan op evenwicht in de financiën, zonder opoffering van geeste lijke belangen. Het middenstands- en het agrarisch vraagstuk dienen onder oogen te worden gezien. Misschien kan men de oor zaken van de crisis niet wegnemen, maar wèl moet men ervoor waken de lasten er van de op de schouders te laden van enkelen Vooral tot den middenstand wilde sor. zeg gen: organiseert u, maakt u sterk. Wie niet zelf de hand aan den ploeg slaat, zal ook niet kunnen oogsten. Tenslotte wijdde spr. nog eenige woorden aan het lager onderwijs. Hij had vastgesteld, dat er onder de raadsleden onzer stad mis noegdheid was ontstaan over een paar door hem geschreven artikelen. Spr. meende, dat die artikelen noodig waren en in de toekomst zal hij nog meer schrijven en spreken over het openbaar onderwijs, indien men den toe stand daarvan niet wil verbeteren. De tweede spreker was de heer A. S iets ma, aanvoerder van de lqst der vrijz.-democraten, aie erop wees, aat ny nu reeas 16 jaar (de eerste 12 jaar met mej. Carels) in aen gemeenteraad heelt mogen werken voor ae idealen der vryz.- democraten, samenwerkende met anaere partijen, maar nochtans eigen standpunt handhavende. Spr. wees op de totstandko ming van het raaio-aistribuiiebedrijl, betere bestrating, parkeerplaatsen, enz. enz., aan alle welke maatregelen de v.d. medewerk ten in het belang van onze stad. Veel is er gegroeid in de gemeente, meermalen ten koste van groote bedragen, maar daarover had spr. geen spijt. Jammer genoeg moet er thans veel achter wege blyven wegens den toestand der ge meentelijke financiën, die zóó slecht is ge worden, dat Den Haag met Argusoogen toeziet op de handelingen van den raad. Spr. wees erop, dat die ongunstige finan- cieele toestand voor een deel een gevolg is van wettelijke maatregelen, waardoor de inkomsten der gemeente daalden en de uit gaven stegen. Spr. illustreerde een en ander met een rij tot in vele duizenden loopende bedragen. Daarnaast liepen de marktgelden belang rijk terug, evenals de bruggelden, de op brengst der vermakelijkheidsbelasting en van de personeeie belasting; de winst uit het electriciteitsbedrijf verminderde even eens met ettelijke duizenden, evenals die uit het gasbedrijf, alles te zamen rond 276.000. De uitgaven der gemeente stegen met sprongen, zooals spr. met cijfers aantoonde. Voor 1939 vroeg Alkmaar weer extra- steun van het Ryk in verband hiermede er. nog is er een tekort van ver over de 200.000. De nieuwe raad zal voor groote moeilijk heden komen te staan, omdat de gemeente haar reserves moet opteren zooals dit in alle gemeenten moet. Als men niet tot af braak wil overgaan, kan men niet meer be zuinigen op de uitgaven en daarom is het verkeerd van een partij wier naam spr. niet wilde noemen nog te durven bewe ren, dat het roer krachtig moet worden om gegooid naar de richting van nog méér be zuiniging. Spr. was overtuigd, dat in Alkmaars raad de uiterste soberheid reeds wordt betracht. De plannen der regeering om uit den nood te geraken hadden spr.'s instemming niet en hij haalde aan een uitspraak van mr. Oud (burgemeester van Rotterdam), dat het probleem moet worden opgelost door Rijk en gemeenten te zamen. Wij, vrijz.-dem. van Alkmaar, zei spr., zijn daartoe bereid. De onderwijspolitiek heeft in Alkmaar ge leid tot groote afbraak en naar spr.'s mee ning zal alles moeten worden gedaan om tot wederopbouw te komen in het belang van het kind. Spr. deed in verband hiermee een beroep op de ouders om hun kinderen te sturen naar de openbaTe school. Voor armen en verdrukten (werkloozen inbegrepen) moet zooveel mogelijk worden gedaan en al heeft de gemeenteraad niet speciale vrouwenbelangen te behartigen, toch hoopte spr., dat in de komende viet jaar in onzer aadszaal weer de stem van een vrouw zal worden gehoord. De vrijz.-dem. zullen blijven voortgaan met het najagen van hun idealen en zullen cck voortgaan op den weg tot samenwer king met anderen, hoewel zij niet zullen nalaten te wijzen op onjuistheden bij andere partijen, als h.i. het belang der gemeen schap daarmee gediend kan worden. Krach tig zal stelling worden genomen tegen ver keerde verhoudingen en tegen onrecht; ge streefd zal worden naar behartiging van de sociale taak der gemeente: het verbeteren van de materieele levensvoorwaarden en in verband daarmee verhooging van het zede lijk en geestelijk welzijn der bevolking. Spr. meende, dat de vrijz.-dem. op dit heele terrein hun sporen hebben verdiend hij wees hierbij o.a. op hetgeen ook in de landsregeering door hen is gedaan. Kunnen, door de noodzaak gedwongen, niet alle voornemens worden uitgevoerd en moet misschien iets worden teruggenomen, dan beteekent dit niet een terugnemen van de idealen. Integendeel zal het blijk kunnen geven van een geest voor werkelijkheid en den zin voor samenwerking om te verkrij gen en te behouden wat in den tegenwoor digen tijd nog mogelijk is. Tot slot van zijn betoog las spr. eenige der meest belangrijke programpunten van den vrijz.-dem. bond voor. Om het uitvoe ren ervan mogelijk te maken, vroeg spr. den steun van allen. Oud-minister mr. Slingenberg. trad als derde spreker achter den lessenaar. Hij wilde meer in het algemeen een voor lichting geven voor de beginselen der vrijz.-dem. in gemeenteraden, Prov. Staten en landsregeeriqg. Ook in de raadspolitiek is 't de vraag welke beginselen men heeft en hoe men ze in prac- tijk kan brengen. Spr. wilde hierbij, °P grond van een besluit der vergadering van het bondsbestuur, zich onthouden van af brekende critiek op andere partijen hier bij buiten beschouwing latende het verkie zingsblaadje „Vrijheid, Arbeid, Brood", dat hem hier ter hand was gesteld en welks ar tikelen hij minderwaardig noemde. Zonder aarzeling meende spr. te mogen adviseeren tot behoud der democratie, hoe men daarop ook afgeeft in de totalitaire staten. Vooral ons parlementaire stelsel heeft ze genrijk gewerkt ten aanzien van de geeste lijke vrijheid en den vooruitgang op sociaal en maatschappelijk terrein. Spr. wees hier bij op de woning- en arbeidstoestanden van weleer. Als dit geen ijdele klank is, had men dan niet beter gedaan om mej. Carels in plaats van no. 3 op no. 2 te plaatsen? Dan zou de kans op vervulling van dien wensch heel wat grooter zijn geweest. Verslagg. Dat democratische stelsel, dat gebleken is een onmisbare voorwaarde te zijn voor vooruitgang op velerlei terrein, willen wij niet missen; wij willen alleen zorgen, dat onze groote vrijheden niet ontaarden ir on gebondenheid. Spr. ontkende, dat de democratie aanlei ding zou geven tot slapheid in het bestuur het tegendeel is waar: als zij goed wordt begrepen, behooren rijk en gemeente en provincie rechtvaardig en zoo noodig krach tig op te treden, niet tegen de vrijheid zel ve, maar tegen de gevallen, waarin deze overgaat in ongebondenheid. Dit is mede een groot belang voor den minst draag krachtige. Wij zijn dus, zei spr., tegen eiken vorm van dictatuur, maar ook zijn wy tegen het voeren van den klassenstrijd. Wij willen tempering van dezen strijd, wy wenschen dat ieder Nederlander de gelegenheid krygi zich een positie te verwerven naar zijn aan leg. Saamhoorigheidsgevoel en zin voor sa menwerking zijn daartoe eerste vereischte. Prettige staaltjes daarvan gaf spr. door te wijzen op wat werkgevers en werknemers in de jaren 19301938 deden om te komen tot loonende bedrijven. In het heele econo mische leven is samenwerking noodig tus- schen alle bevolkingsgroepen. Spr. trok te velde tegen een artikel in bo vengenoemd blaadje der soc.-dem., waarin den vrijz.-democraten onwaarachtigheid en dubbelzinnigheid wordt verweten. Spr. had minachting voor den schrijver ervan en stelde vast, dat de vrijz.-democraten nog al tijd vóór premievrij staatspensioen zijn, maar dat zy zich volkomen bewust zijn van de onmogelijkheid van invoering in dezen tijd. Spr. ging hierop uitvoerig in. Hy merk te op, dat de soc -dem. m de oppositie heel sterk zijn in het critiseeren, maar komen zy in de meerderheid (zooals in de gemeen tebesturen van Amsterdam en Rotterdam), dan maken zij niet ongedaan wat zij te vo ren zoo sterk afkeurden. Dat de lyn der vrijz.-democratie als juist wordt gezien, bewijst de vooruitgang in stemmen op de vertegenwoordigers van den vryz.-dem. bond by de Statenverkiezingen van onlangs en nu deze dagen weer bij de raadsverkiezingen. Ons heeft men nog nooit kunnen verwijten, dat wij wanbeheer heb ben gevoerd. Spr. gaf aan hoe hij als minister van so ciale zaken had gestaan tegenover de werk- loosheidsuitkeeringen en hoe hij het uitvoe ren van allerlei werken had gepropageerd, met als gevolg, dat, als thans de regeering nieuwe bruggen e.d. kan openen, men heeft te bedenken, dat het hier werken betreft, die in de periode 19331937 werden voor bereid of ter hand genomen. Verder liet spr. verschillende wetten de revue passeeren, waarin samenwerking tus- schen werkgever en werknemer eerste voor waarde is alle welke wetten tot stand kwamen met medewerking van de vrijz.- democraten en in vele gevallen op hun ini tiatief. De vermindering van het aantal werkstakingen is daar al mede het gevolg van. Na te hebben betoogd, dat de vrijz.-dem. zijn tegen verdeeldheid en splitsing op ve lerlei terrein (ook godsdienstig, moreel en sociaal), zei spr., dat juist zij het waren, die altijd streefden naar de grootst mogelijke eenheid, naar het dragen van elkanders las ten en naar het tegengaan van sectevorming. Hebben zij, die in 1937 het kabinet vorm den, wel gehandeld naar het koninklijke woord over het draagt elkanders lasten? Tenslotte besprak spr. nog den interna tionalen toestand, waarin de theorie van „levensruimte" het recht van den sterkste op den voorgrond stelt. Ieder land is ver plicht het vraagstuk zijner weermacht on der oogen te zien. Wij vrijz.-dem. meenen, dat ook Nederland zal moeten meedoen aan verdediging van den nationalen grond, het standpunt van nationale ontwapening ver latende. Spr. besloot met nog den nadruk te leg gen op den zin der vrijz.-dem. voor recht en rechtvaardigheid op alle terrein des le vens en in de samenleving en wekte op tot steun aan de lijst-Sietsma op a.s. Woens dag. Bij de sluiting onderstreepte de heer d e Ruiter deze woorden, maar in den afloop van het debat-vraagstuk vonden verschil lende personen in de zaal aanleiding om te roepen: „Nee, nu niet meer!" Een geweigerd debat. Als de eenige voor het voeren van debat gaf zich op de heer T. B o n s e m a. Bij het. betreden van het tooneel werd hem door den voorzitter medegedeeld, dat hy zich moest bepalen tot hetgeen de sprekers naar voren hadden gebracht een eisch waarin de heer B. natuurlyk toestemde. Niet echter kon hy zich vereenigen met de mededeeling van den heer Sietsma, dat voor het debat slechts vyf minuten zou worden toegestaan. De heer B. toch had plan om, waar mr. Slin genberg had gezegd geen critiek te vreezen en er zelfs wel prys op te stellen, op de re devoeringen in te gaan en daaraan vast te knoopen een beschouwing over de houding der vryz.-democratie in den gemeenteraad gedurende de laatste zittingsperiode. Zijn protest baatte hem niet, ofschoon hy er nog aan toevoegde niet te zullen spre ken over wat hij zelf in den raad deed of over wat hij thans op zijn program heeft zulks na een opmerking van den heer Sietsma dat men toch niet mocht verwach ten dat de v.d. in een door hen belegde ver gadering een pleidooi voor andere partyen zouden toelaten; de heer S. beriep zich hier bij op de aankondiging van den heer B., dat hy in zijn vergadering op a.s. Maandag avond geen debat toestaat aan de T.B.N., de communisten en de R.S.A.P. Terecht voerde de heer Bonsema hierte gen aan, dat de v.d. geen beperking van de bat hadden aangekondigd en hadden gepu bliceerd: Debat vrij. En dan stond het toe staan van 5 minuten gelijk met een weige ring, zoodat spr. het best meende te doen van het woord af te zien. Vanuit de zaal begon men zich met de discussie te bemoeien. Eén der aanwezigen gaf den wenk om, gezien het ..Debat vrij", den heer B. toe te staan te spreken, maar de bepaling van den tijdsduur aan den voor zitter over te laten. Over en weer werd nog wat gesproken op steeds luider toon, totdat de heer S. het ad vies der vergadering vroeg of debat nog kon worden toegestaan. De heer B. wachtte het antwoord niet af en vroeg of hij zou mogen debatteeren en toen daarop afwijzend werd geantwoord- verliet hij het podium. De afdeeling Alkmaar van de Liberale Staatspartij hield gisteravond in hotel „Proot" een propagandavergadering waarin de lijstaanvoerder mr. de Groot en de heer Stoutjesdijk, benevens de candidate, mevr. M. van SonsbeekBaning en de voorzitter van de Vereeniging voor Liberale Ge meenteraadsleden de heer C. G. Roos het woord voerden. Gezin het feit, dat gelijk tijdig drie andere partijen verkiezingsver gaderingen hadden uitgeschreven, kon deze goed bezocht worden genoemd. Plaatsruim te noopte ons slechts de kern van het ge sprokene weer te geven. Mr. Langeveld, de voorzitter, verheugde zich over de opkomst, die hij, gezien het mooie weer, waardeerde. Tot groote verheugenis stemt het, dat overal winst is voor de liberale gedachte. Democratie wordt misbruikt, de Liberalen hebben steeds de democratie opgevat als een afvaardiging van verantwoordelijke mannen, die zich steeds tegen een zwee- vende balans verzetten en het algemeen be lang voorstaan. Spr. oordeelde, dat men de zaak van de kleine zelfstandigen niet achter mag stel len, omdat wij steeds een kern van de maatschappij vormen. De Liberale komen niet voor een speciale groep op, maar voor het algemeen belang. Spr. oordeelde, dat het moeilijk is in Alkmaar raadslid te zijn. Middenstand en landbouw hebben in Alkmaar een taak. Spr. wekte daarom op lid van de afdeeling te worden en te stemmen op de Liberale cancidaten. Constructief gemeentebeleid. Het Liberale lid van Ged. Staten van Zuidholland, de heer C. G. Roos, behandel de hierop het onderwerp „Constructief ge meentebelang" en stelde voorop, dat hij wel eenig advies wilde geven, doch naar het oordeel van Thorbecke zich wilde hou den aan het begrip, dat de plaatselijke politiek plaatselijk behandeld moet wor den. Meer uitvoerig betoogde spr. dat de Li berale politiek opbouwend moet zijn. Met den voorzitter noemde spr. de erfpachts kwestie te Amsterdam een psychieke kwes tie. Dit geldt ook voor de zaak-Oss en de zaak minister de Wilde. Spr. waarschuwde er tegen om derge lijke zaken als kleinigheden te beschou wen. In ons publieke bestek neemt de ge meente nog een belangrijke plaats in en daarom moet politieke belangstelling, wil len wij ons zelf zijn en blijven, worden aangekweekt. Van de grootste beteekenis is daarom, dat de burgerij aandacht schenkt aan de verhandelingen in den raad. Het hart van de burgerij klopt in den gemeenteraad en daarom willen de Liberalen, iat het centrale gezag, de gemeentelijke autonomie, zoo weinig mogelijk aantast. Ten onrechte beweert de S. D. A. P. in het plaatselijke manifest, dat de S. D. A. P. in de verdediging van de gemeentelijke autonomie vooraan staat. De Liberale willen de geestelijke vrijheid handhaven en zijn dus ook voor de vrije meeningsuiting en de critiek, al leidt dit tot het exces van te veel partijen. De gemeentelijke autonomie is ontzettend gehavend. De Liberale blijven het als een geschenk van Thorbecke handhaven. Spr. oordeelde, dat, hoewel de Soc. Dem. luide opkomen voor de gemeentelijke autonomie, toch door hun zwak financieel belpid oorzaak zijn, dat de regeering Colijn de autonomie aantastte. Noodzakelijk is, dat hoogere instanties toezien op het tge- meentebeleid. Geschiedde dit niet, dan zou het Rijk al lang failliet zijn geraakt. De methode waarop de regeering buiten den wil om maatregelen neemt, bestrijdt spr. omdat daardoor de rechtszekerheid kwijt raakt, al is het volkomen juist, dat gemeenten die uit 's Rijks kas moeten worden bijgepast, de controle hebben van de regeering. De Soc. Dem. besturen wel met royale hand, zij willen de goede dingen met de openbare middelen verbeteren. Dit is niet zoo sociaal geschiedt in geen geval met liefde. Liefde moet de politiek ook hebben, maar als men persoonlijk wat doet gevoelt men beter waar de grenzen zyn. De gemeente heeft niets van zich zelf. Als men bestuurder is, moet men de gul den die men wel wil geven, eerst uit den zak van een ander halen en daarom moet de gemeentelijke autonomie in stand worden gehouden door met de bronnen waarover men beschikt rond te komen. De eer ste gulden die men van anderen vraagt be teekent, dat men zijn autonomie prijs heeft gegeven. Wie betaalt wil meespreken. Als wy boven onzen stand leven moeten wij omlaag, om de autonomie te handhaven en dan kan men nog, in den työ dien wij be leven, de autonomie kwijt geraken. Spr. raadde ieder het Liberale gemeente- programma als een uitstekend werk te le zen. In de gemeenten behoort het te gaan als in de gezinnen van de particulieren. Wie minder heeft, moet nu eenmaal minder uitgeven en als men bestuurder is van een arme gemeente, is het werk moei lijker, doch moet men dikwijls neen kunnen zeggen. Wie ons progTam kent en de liberale po litiek en zyn historie kent, weet, dat de liberaal het financieele niet alles vindt, maar het financieel evenwicht moet worden na gestreefd. Dit kan men ook niet ontgaan met de ontwijkende praatjes van Colijn heden in de Kamer. De vraag is of er liberaal of socia listisch moet worden geregeerd. Ten aan zien van het staatkundig financieel beheer is er geen andere keuze. De liberale politiek wordt gedeeld door alle voorzichtige menschen in Nederland, die men in alle groepen heeft, evenals men ook de socialisten in alle groepen heeft. Het socialisme gaat zoo ver, dat het pas goed kan worden als de overheid alles tot zich heeft genomen. De liberalen willen de over heid zoo beperkt mogelyk, al erkent ook spr., dat thans de overheid meer ter hand moet nemen als haar lief is. De liberalen willen, dat iedere groep eigen verantwoor delijkheid zoo ver mogelijk draagt en het persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef zoo ver mogelyk wordt aangewakkerd. Het andere leidt tot een totalitair bewind. Gevaarlijk noemde spr. het. dat de geheele R.K. Party doordrongen is van de socialis tische politiek, terwijl b.v. een man als Dr. v. d. Tempel, als soc.-dem. zich als een liberaal econoom doet kennen. Ook voor zelfbestuur komt de liberaal op, beoogende, dat de gemeenten zooveel mo gelijk moeten medewerken bij de uitvoering van 's rijks taak, omdat de liberalen niet gelooven in centralisatie en van oordeel zijn, dat in de eene gemeente anders moet worden opgetreden dan in de andere. Een liberale grief tegen de regeering is dat de wetgever de gemeenten door een on voorzichtige wetgeving, met tal van dingen heeft belast, zonder de betaling er van te regelen. Alle welvaart moet komen uit het be drijfsleven en daarom moet men het be drijfsleven vrij laten en de uitgaven dekken uit inkomen en vermogen. Voorts betoogde spr., dat de overheid wat het zaken doen betreft, zich moet beperken tot het noodzakelijke. Daardoor voorkomt men excessen als thans Amsterdam betreft. Naar spr.'s vaste over tuiging mag de liberaal het openbaar onder wijs niet los laten, anders wordt alles sec- tarisch. In het belang van onze nationale saam- hoorigheid moet de openbare school, die in den grondslag christelijk en verdraagzaam is, zijn plaats herwinnen. Ook waarschuwde spr tegen het voortdurende opportunisme en zich voortdurend te bezinnen op de liberale beginselen. Het algemeen welzijn kan bevorderd wor den door verdraagzaamheid. Wij moeten tot samenwerking bereid zijn, mits die niet gaat in socialistische richting, want dat wordt de ondergang van ons volksbestaan. (Applaus). Rede van mevrouw van Sonsbeek. „Stemt liberaal" is spr. advies aan vrou wen die haar vragen hoe ze stemmen moe ten. Dat dit gevraagd wordt betreurt zij, omdat daardoor meestal een tekort aan ver antwoordelijkheidsgevoel spreekt. Vaak zegt de vrouw met een zekere trotsch „ik doe niet aan politiek". Vaak is politiek een scherm, dat gezet wordt voor veel eigenbelang en een groepsbelang, maar juist daarom mag men hen die daarvoor de poli tiek gebruiken geen vrij spel laten. De poli tiek beheerscht ons geheele leven en ons geheele bestaan, dringt door in onze huis houding van het oogenblik af, dat wij onze melk koopen en onze boter met de hooge regeeringstoeslagen en onze dure groenten, dank zij een gereglementeerde vernietiging van het teveel tot wy 's avonds ons avond blad hebben gelezen met de beangstigende berichten. Daarmede mogen de vrouwen niet met een vaag gehoor afrekenen. Zy hebben den plicht daarvoor belangstelling te toonen en haar stem te laten hooren, die niet altijd afbrekend behoeft te zyn, omdat daarmee nooit wat bereikt wordt. De critiek moet opbouwend en waardeerend zyn, waar dit mogelyk is. De vrouw behoort haar stem plicht naar behooren te vervullen. Pas als de vrijheid verloren is, waardeert men dat kostelijke goed. Een politieke overtuiging mag en kan nooit zijn de waan van een dag. Het moet zijn een levenshouding, gegroeid in den loop der jaren, die men bereid is te verdedigen en die een houvast geeft in de wisselende stemmingen van dezen tijd. Oprecht moeten wij trachten de dingen die niet goed zijn te verbeteren. Daarin kan de vrouw een groote rol spelen. De maatschappij verlangt naar goeden wil, maar bereidheid tot samenwer king, naar waardeering van anderen naast een weloverlegd ingenomen eigen stand punt. De liberale staatspartij met haar er kenning van de persoonlijkheid en de daar aan onafscheidelijk verbonden persoonlijke verantwoordelijkheid, geeft hieraan richting en uiting. Rede van den heer Stoutjesdijk. De heer Stoutjesdijk constateerde, dat de Alkmaarsche middenstand in moeilijke om standigheden verkeert, doordat, door de slechte internationale verhoudingen, de vroeger welvarende omgeving noodlijdend is geworden. Spr. belichtte meer utvoerig de op den middenstand drukkende lasten en de moor dende concurrentie, die de middenstand van de groote bedrijven ondervindt. Spr. citeerde het door de S.DA.P. uitge geven boekje „De winkelbel gaat over", waarin ook de nooden van den midden stand worden belicht. Hierdoor zou men ver wachten, dat de S.D.A.P. ook voor den mid denstand zou opkomen, doch het tegendeel is waar, aangezien zij overal, ook in Alk maar, coöperatieve winkels enz. oprichten, waardoor het bestaan van de kleine zaken- menschen wordt bedreigd. Niets komt er van de beloften door de partijen bij de verkiezingen gedaan. De mid denstand is uitgesloten van de groenten-, de visch- en de brandstoffendustributie. De regeering schreef ons, dat by de groen- tenindustrie zooveel mogelyk de groenten- handel moest worden ingeschakeld. Alk maar stelde daarvoor drie gesteunden aan, waarbij één als bedrijfsleider optreedt en die drie krijgen een paar gulden boven hun steun. Daartegen kan de middenstand niet con- curreeren, omdat die aan de helpers een be hoorlijk loon zou moeten geven. Het gevolg is, dat de middenstand wordt uitgeschakeld en groenienhanöelaren naar maatschappe lijk hulpbetoon moeten worden gesteund. a i- ft ie MO H 4e ft- M F- g«- ing ét feie ge taste MKt d.) 9 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 7