DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE RAADSVERKIEZINGEN. No. 145 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 22 Juni 1939 141e Jaargang Dp Katholieken en de Vrijz.-Democraten hebben elk twee zetels veroverd, en de heer Bonsema heeft er een voor de Onafhankelijken in beslag genomen. De Liberalen, de Christ.-hist., de R. S. A. P. en vooral de S. D, A. P. hebben het gelag moeten betalen. De raad is óm. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranco door bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: 1'j. N. ADEMA. Men kent de oude gravure, waarop men een slagveld ziet, bezaaid met lijken van paarden en menschen in een chaos van achtergelaten kanonnen en kapot geschoten vrachtwagens. „Na den slag", staat er onder. Nu is ook in Alkmaar de groote strijd gestreden en al zijn er in den waren zin des woords dan ook geen dooden gevallen,' toch ziet men overal nog de stille getuigen van den onbloedigen politieken veldslag, borden vol aanplakbiljetten in schreeuwende kleu ren en vuilnisbakken vol verscheurde ver kiezingspamfletten. Alle politieke groepen heben elkaar in woord en geschrift op de felste wijze bestreden, zij hebben in verkie zingscourantjes, op voddige biljetjes en zelfs op huis aan huis verspreide vloeiblaad- jes eigen daden en eigen beginselen als de beste ter wereld gepïezen en die van de an dere partijen te kijk gesteld als de meest verderfelijke waardoor men stad en bevol king binnen den kortst ïnogelijkgn tijd -naar den afgrond zou voSren. 1 9 Zij hebben eikaars candidaten op een rijtje te kijk gezet en-den vplke gptoond wat een belachelijke stumperds toch eigenlijk alle raadsleden behalve die van de eigen partij zijn. De heeren, die vier.jaar lang qi den Raad zoo gezellig bijeenkomen, die bij princi- pieele vraagstukken wel van meening ver schillen, maar toch altijd van onderlinge waardeering voor elkanders beginselen ge tuigen, de heeren die na iangdurige verga deringen broederlijk vereend een borrel gaan drinken, hebben in de laatste weken plotseling ontdekt, dat zij toch eigenlijk vo gels van geheel verschillende politieke plui mage zijn. Zij hebben zich verdiept in de lectuur van lang vergeten raadsverslagen en zij hebben er alles uit verzameld wat den volke kan overtuigen hoeveel Alkmaar in de afgeloopen vier jaar eigenlijk aan hun tact, aan hun beleid en aan hun inzicht heeft te danken en hoe hopeloos verkeerd het alles zou zijn gegaan als zij niet in den Raad hadden gezeten. Zij hebben elkaar__ plotseling met geheel andere oogen bekeken en zijn tot de con clusie gekomen, dat het tijd werd om de burgerij eens een ernstige waarschuwing te geven. Zij hebben met ware politieke vreug de rond geploeterd in een Bonsema-bad, dat zoo hoopeloos fout is gegaan, zij hebben raadsleden ontdekt, die maar lukraak stem men omdat de neuzen toch al geteld waren, zij hebben elkaar verweten, dat men de stad aan de Provincie wilde verkoopen, zij hebben op bezuinigers gewezen, die in werkelijkheid groote fantasten zouden zijn en zij hebben met politieke wellust over de onderlinge verdeeldheid in verschillende partijen ge sproken. Er zijn weer schemerlampjes, kinderfiets jes en ping-pong-spelletjes op het tooneel gesleept en men heeft zich zelfs niet ontzien om in het openbaar de namen na te pluizen van stadgenooten, d»e den treurigen moed hadden gehad om diverse candidatenlijsten te teekenen. Dat alles zijn de_onmiskenbare teekenen van een verkiezingsstrijd en het teekent even onmiskenbaar het karakter der partij politiek. En wie dat in deze verkiezingsdagen eens goed tot zich laat doordringen, begrijpt wel waarom er in steeds meer gemeenten be langstelling komt voor groepen van candi daten, die niet rood, niet zwart en niet blauw zijn, maar die de stedelijke vraagstukken, van welken kant zij ook komen, alleen en uitsluitend met het oog op het stadsbelang willen bekijken. De katholieken hebben dezen verkiezings strijd rustig kunnen afwachten omdat zij van eigen kracht volkomen overtuigd wa ren. Er was ditmaal geen katholiek democra tische partij meer, die een politiek kluifje al was het dan ofik maar een heel mager kluifje in de wacht zou kunnen slee pen. En er was zelfs geen n.s.b.-lijst. die het gevaar met zich bracht, dat hier en daar een katholiek den euvelen moed zou hebben naar den gezamenlijken vijand over te loo- pen. De katholieken, dat zijn de mannen van de groote gezinnen en hoe talrijker die ge zinnen zijn, des te grooter zal in de toe komst ook de politieke winst kunnen worden. Zij hebben in de afgeloopen vier jaar geen beeld van verdeeldheid gegeven en als zij het onderling niet altijd eens zijn geweest, dan hebben zij met een kleine uitzonde ring daarvan in den Raad weinig of niets laten blijken. Die eendracht naar buiten demonstreert een zekere kracht en het js niet verwonderlijk, dat zij ditmaal op ver meerdering van een of meer zetels hadden gerekend. Zij hebben er thans twee meer gekregen, wat in deze partij natuurlijk groote voldoe ning gewekt heeft. Heelemaal verdiend hebben zij deze zetels eigenlijk niet. Het percentage, dat zij, vergeleken bij de vorige raadsverkiezing, vooruit gingen geeft eigen lijk niet eens recht op de winst van één zetel en zeker niet, als men daarbij ook rekening houdt met het feit, dat er in 1935 nog een lijst van de kath. dem. partij was. -Zij danken hun zetelwinst dan ook hoofd zakelijk aan het feit, dat zij de grootste partij zijn, wat bij de zetelverdeeling waarbij met gemiddelden wordt gerekend altijd een voorsprong geeft en bovendien aan de omstandigheid, dat de s.d.a.p. door groote onderlinge verdeeldheid uiteen was gevallen. Had deze partij haar volgelingen bij elkaar kunnen houden, dan zou de raads- zetel welke het laatst moest worden toege wezen voor de s.d.a.p. en niet voor de r.k. geweest zijn. j De sociaal-democraten zijn onderling aan het krakeelen gegaan. Zij hebben elkaar van corruptie en van allerlei andere minder fraaie dingen beschuldigd, zij hebben zelfs de groote broers uit het hoofdbestuur als vrederechtere naar de afdeeling ontboden en de grootmachtigen der partij hebben wellicht op partijdige en in allen gevalle onverstandige adviezen hier en daar een raadslid geroyeerd en van zijn zetel verval len verklaard. Het gevolg daarvan is ge weest, dat figuren, die volgens de onge schreven politieke wetten hun zetel hadden moeten afstaan „ijskoud", zooals men dat in Alkmaar zegt, zijn blijven zitten. Dit alles is oorzaak geweest, dat party ge- nooten, die in 1935 eendrachtig onder het roode vaandel ten strijde trokken, elkaar thans op de felste wijze bekampten en waar er bij de vorige raadsverkiezing slechts één groote partij was, daar waren er nu drie, die tesamen verbrokkelden, wat eendrach tig een vooruitgaande groep had kunnen zijn. - Zij heeft thans twee van haar zes zetels verloren. Wanneer de aanhangers van de Troelstra- beweging en de getrouwen van den heer Bonsema de roode gelederen niet hadden verlaten, dan zou de s.d.a.p. misschien haar zetelaantal hebben behouden. Een stemmen winst van eenige beteekenis zou zij ook dan niet gehad hebben en er is bij deze partij een voo. haar bedenkelijken achteruitgang te constateeren, waarbij niet alleen factoren van persoonlijken aard maar ook het poli tiek verleden van de laatste vier jaren wel een belangrijke rol zal hebben gespeeld. De Liberale Staatsparty, die de oude Vrij heidsbond heeft vervangen, miste ditmaal voor het eerst sinds een onoverzienbaar aantal jaren den naam van den heer Govers als lijstaanvoerder. Hij was niet de man, die in den Raad zijn politieke inzich ten in van kracht getuigende redevoeringen tot uiting wist te brengen, maar hy was een populaire figuur, die altijd zeker was van een breede schare, die hem op het gestoelte der eere zou houden. Hij was in den Raad de ietwat patriarchale verschijning die zich in zeer sterke mate voor bijzondere gemeen tebelangen interesseerde. Hij was de groote vraag of zij die in zijn politieke voetsporen zijn getreden dezelfde populariteit zouden genieten en daarnaast is in de afgeloopen zittingsperiode zoo menigmaal tot uiting ge komen, dat de liberale fractie, opgebouwd l uit mannen van verschillenden stand en ge heel verschillende mentaliteit, niet altyd den indruk van een zoo eendrachtige groep heeft gegeven als dat voor hun politieke propa ganda wel gewenscht was. Vergeleken met de onlangs hier gehouden Statenverkiezing is de liberale groep wel sterk vooruitgegaan, maar zij heeft er waar schijnlijk van geprofiteerd, dat de n.s.b. by deze raadsverkiezing niet met een eigen lijst kwam en dat verscheidene aanhangers van die party, die thans een andere moesten kiezen, hun stemmen aan de liberalen heb ben gegeven. Vergeleken bij de raadsver kiezingen van 1935 hebben de liberale hee ren een kleinen, maar toch bedenkelijken achteruitgang te boeken. Het resultaat daarvan is geweest, dat zij een van hun drie zetels hebben verloren, zoodat de heer Lakeman, die dezen zetel voor een opvolger bezet hield, zijn plaats niet aan een ander behoeft af te staan, maar er evenmin zelf op rjiag blijven zitten. - De vrijzinnig-demócraten hebben het in 1935 slechts tot één raadszetel kunnen bren gen en dé algemeene verwachting was, dat deze partij, die zoo 6terk tot de democra tische middengroep spreekt, thans met twee, misschien wel met drie candidaten, in den Raad zou verschijnen. De heer Sietsma zou, in 1935 naar toen verluidde slechts tijdelijk beschikbaar zijn omdat hij als Statenlid den Raad zou verlaten en zyn zetel dus aan zijn opvolger zou overdragen. De vrouw die men in de politiek van deze groep een gelijkwaardige plaats wilde geven was toen op de can- didatenlijst van nummero twee naar num- mero drie verschoven en het practisch ge volg daarvan was, dat mej. Carels, die zich altijd een hoogst belangstellend en echt vrouwelijk raadslid had getoond, geen kans kreeg 'nog langer edelachtbaar te blyven. De heer Sietsma is niet heengegaan en zelfs mr. Prins, die K%m zou opvolgen heeft daardoor even weinig kans op een raads zetel gehad als dat met mej. Carels het ge val was. Ook nu heeft men in verkiezingsvergade ringen weer op de liefde der vrijzinnig- democraten overigens een vrij platoni sche liefde voor de politieke vrouw ge wezen, maar naast deze theorie was de practyk wederom deze, dat men die vrouw weer op de derde plaats had gesteld. Daarbij kwam, dat zy moest wijken voor een man, die in den Raad nog een ongeken de is en die voor zoover men hem wél kent door zijn afbrekende en altijd verdachtmakende critiek in een gratis ad vertentieblaadje dat thans duidelijk van vrijzinnig-democratischen huize is geble ken by vrijwel alle raadsleden en by een groot deel der bevolking een allesbehalve populaire figuur is. Maar ziet, de vrijzinnig-democraten hier ter stede, heben geen uitzondering gemaakt op het algemeen verschijnsel, dat de v.d.-ers in den lande algemeen vooruit zijn gegaan en bij een andere keuze van candidaten zou hun stemmen tal waarschijnlijk nog grooter zijn geweest. Dit blijkt het beste bij de vergelijking van de nu op deze party uitgebrachte cijfers met die van de onlangs gehouden Statenverkie zing, toen men meer de partij stemde en persoonlijke voorkeur of afkeer van de can didaten een veel kleinere rol speelde dan by de raadsverkiezing. Bij de stemming voor de Prov. Staten vergeleken is het stemmen- tal een bedenkelijk percentage achteruit ge gaan en het opmerkelijke bij deze party is, dat mej. Carels als nummero drie van de lyst met 189 stemmen een veel hooger cijfer behaalde dan nummero twee, de heer Eriks, die er slechts 91 heeft gekregen. Evenwel, er is bij deze partij overal een sterke politieke vloed geconstateerd en de heer Sietsma zal daardoor in den Raad uit zijn isolement verlost worden en met twee geestverwanten in de zaal der vroedschap terugkeeren. 9 De christelijk-historischen hebben evenals de liberalen in deze vierjarige periode hun grooten man verloren. De heer Vogelaar, de kalme, bezadigde figuur, de financieele spe cialiteit van den Raad, naar wiens deskun dig oordeel steeds met zoo groote belang stelling werd geluisterd, is door den dood aan deze groep ontvallen. Voor hen, die achterbleven was hetzelfde van toepassing wat wy bij de bespreking van de liberalen hebben gezegd. Het zou de gToote vraag zijn of deze candidaten naar buiten dezelfde verkiezingskracht konden demonstreeren als dat in 1935 het geval was, temeer omdat juist deze politieke groep bij verschillende ver kiezingen ih onze gemeente verrassende en vaak onverklaarbare stemmencijfers heeft gegeven. Zij heeft thans één van haar beide zetels moeten afstaan en de heer Grondsma is daardoor de laatste der christelyk-histori- sche Mohikanen geworden. Al slaan zy geen slecht figuur ten opzichte van de in dit jaar gehoüden Statenverkiezing, vergeleken met de raadsverkiezing van 1935 zijn de christ.- historischen een belangrijk percentage ach teruit gegaan en het verlies van den heer Vogelaar zal daaraan niet vreemd geweest zijn. De anti-revolutionnair, de man, die nooit verschil van meening in zijn fractie had omdat hij alleen deze geheele fractie verte genwoordigde, had natuurlijk kans om weer opnieuw in den Raad te verschijnen omdat hij vrij zeker van de stemmen van zijn geest verwanten heeft kunnen zijn. De groep is, politiek gesproken, niet sterk en het is vaak de groote vraag of zy den kiesdeeler we) zal halen, maar dank zij ons kiessstelsel keert de heer Hoijtink altijd triomfantelijk in den Raad terug en dank zij zijn politieke mentaliteit, neemt hij daar, klein maar dapper, steeds weer de allures aan van den grooten bezuiniger, die de stad van den financieelen ondergang had kunnen redden als men maar bijtijds naar hem had geluisterd en naar zijn inzichten had ge handeld. Helaas heeft de Raad daarbij me nigmaal moeten constateeren, dat theorie en practyk twee geheel verschillende dingen zijn en dat alles wat op papier staat niet altijd geschikt is om daadwerkelijk in toe passing te worden gebracht. De heer Hoijtink zal zijn oude plaatsje opnieuw bezetten. Al slaat het stemmental van zijn partij dan ook geen schitterend figur tegenover de Statenverkiezing, hy is, wat de vorige raadsverkiezing betreft, met een behoorlijk percentage vooruit gegaan en zal dus tevreden kunnen wezen. De R.S.A.P. zou bij deze verkiezing een bijna, hopeloozen strijd hebben te voeren. De heer Appel, die hoe men ook over zijn opvattingen denke moge toch altijd een min of meer populaire figuur was en bovepal ,een man, die herhaaldelijk getuigd heeft, dat hij aan de gemeentelijke vraag stukken zijn tijd en zijn aandacht besteed had, is na enkele politieke reuzezwaaien voor,go^d uit de raadszaal verdwenen. Ook hij was een der velen uit deze zittings periode, die het vertrouwen zijner kiezers had verloren en langen tijd „ijskoud" den zetel, der edelachtbaarheid bleef bezetten. De plaatsvervanger van den heer Appel moge nog zoo zijn best gedaan hebben de eindelijk leeg gekomen zetel op waardige wijze te bezetten, het was de groote vraag of deze politieke figuur op de revolution- nair getinte arbeiders een zoo grooten in vloed zou hebben, dat zijn onberekenbare geestverwanten thans in breede scharen achter het politieke vaandel zouden mar- cheeren. De stemmencyfers hebben bewezen, dat er, tgn ppzichte van de Statenverkiezing wel een kleine vooruitgang geweest is, maar dat er in vergelijking met de vorige raads verkiezing een zoo bedenkelijke achteruit gang. is, dat de eenige zetel, welke deze politieke groep tot dusver bezet had, weer voor haar verloren is gegaan. De Troelstra-beweging, in Alkmaar een bastaardje, dat uit politiek gekra keel en dus onder zeer ongunstige om standigheden is geboren, heeft in onze ge meente bij de Statenverkiezing reeds ge toond, dat het zich nooit tot den gezonden boy zal ontwikkelen, die zyn geestelijke vaders nog eens tot vreugde zal strekken. Het eenige, wat deze groep hier kon doen en wat zij nu ook inderdaad weer gedaan heeft was het aftappen van sociaal demo cratisch bloed en het daardoor verzwakken van de groote groep, die thans de conse quenties van haar politiek verleden heeft te trekken. Zij heeft thans nog niet de helft van het stemmencijfer behaald, dat zij on langs bij de Statenverkiezing had gekregen. Ook de communisten, die, hoewel bewust van hun politieke onmacht om een raadzetel te veroveren, met nieuwen moed in het strijdperk waren getreden, hebben opnieuw moeten constateeren, dat hun politieke kracht hier ter stede nog ontoereikend is om een succesvollen strijd te kunnen voe ren, -al vertoont hun stemmental dan ook geen bedenkelijken achteruitgang. En dan was er ditmaal en voor het •eerst' in Alkmaar de party der onafhan kelijken, de partij dus van mannen, die beu waren van het bewandelen der politieke kronkelwegen en die daarom verkondigd hebben, dat zij, afgescheiden van elk poli tiek inzicht, alle gemeentelijke vraagstuk ken uitsluitend uit het oogpunt van het stadsbelang zouden bekijken. Aan een dergelijke groep, zooals men die ook in Bergen en Schagen kent, was hier inderdaad behoefte en wanneer zy gevormd was uit ingezetenen zonder eenig politiek verleden, was het te verwachten, dat zy een groot aantal stemmen zou behalen. Maar het is wonderlijk genoeg in Alkmaar altyd moeilijk gebleken om een groep burgers te vinden, die bereid en in staat waren om een dergelijke groep te vormen. En wat zich nu als onafhankelijk presenteerde, was een kleine combinatie van stadgenooten, die men in vrijwel alle ver kiezingsvergaderingen het cachet van ge royeerde of pas bedankt hebbende sociaal democraten heeft gegeven. Men heeft in den breede betoogd, dat de voorman van deze groep niet allereerst in den Raad wilde om dat hij er zoo'n behoefte aan had nu eens dat deel van de burgerij te vertegenwoor digen dat beu van de politiek was gewor den, maar dat hij een zetel wenschte om eerherstel van geleden onrecht te krijgen of vroegeren partijgenooten te toonen, dat hy de hulp van de groote broers nietnoodig had om in den Raad te kunnen verschijnen. 9 Het was moeilijk te voorspellen of de can didaten van deze groep al of niet succes zouden hebben, want al kon men hun neu traliteit door hun politiek verleden en door hun vermeende bedoelingen zeer critisch bekijken, toch was het onderdaad te ver wachten, dat zij vele stemmen zouden krij gen van kiezers, die er met genoegen aan zouden medewerken hun vroegere partij een zoo groot mogelijk echec te bezorgen. Men zou den man, die verantwoordelijk werd geacht voor het royeeren uit de s.d. a.p. van dezen lijstaanvoerder niet beter kun nen treffen dan door zijn grooten tegen stander uit het verleden niet in het knekel huis der politiek gestorvenen te laten ver dwijnen, maar hem opnieuw in den Raad te brengen. En daarby kwam, dat de man, die aan den kop dezer lijst stond, een wethouder was, die in zijn politiek verleden menige onvoor zichtige daad kan hebben begaan, maar die daarnaast getoond heeft, dat hij de bedrij ven, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd tot in alle onderdeelen kende en dat hy zooals zelfs zijn tegenstandersmoesten ge tuigen met een gezond stel hersens en met groote welsprekendheid en slagvaar digheid, de hem toevertrouwde belangen over het algemeen op uitstekende wijze heeft behartigd. Of hy er al dan niet in zou slagen, on danks zijn isolement, zooveel medestanders te vinden, dat hij opnieuw in den Raad zou kunnen terugkeeren, was een Vraag naar welker beantwoording men bij deze ver kiezing met de grootste belangstelling heeft uitgekeken. De stembus heeft gesproken en zij heeft zelfs een zeer duidelijke taal laten hooren. De heer Bonsema heeft niet alleen den kiesdeeler van 768 stemmen behaald, zoo dat hij tot de direct gekozenen behoorde, maar hy heeft dat aantal zelfs nog met een kleine 200 stemmen overschreden. Hij heeft meer stemmen op zich vereenigd dan menige lijstaanvoerder van een bekende politieke groep en hij kan dus in alle opzichten te vreden zyn. Hij heeft op zijn eentje hard aan zijn her verkiezing moeten werken, maar hij heeft ongetwijfeld den steun gehad van vele stad genooten, die hem in het verleden nog nim mer gestemd hebben, maar die thans even voldaan over zijn herkiezing zyn als hij dat zelf zal kunnen wezen. Wij zullen thans nog eenige vergelijkende cijfers geven. Het aantal kiezers voor den gemeente raad was thans 18365 en precies gelijk aan het aantal' kiezers, dat kort geleden heeft deel genomen aan de Statenverkiezing. Wij kunnen, wat de vergelijking van deze beide stemmingen betreft, de thans cn toen uitgebrachte cijfers zonder meer naast elkaar plaatsen en men zal daarbij consta teeren, dat er hier en daar belangrijke ver schillen zijn Men mag dit verwonderlijk achten, om dat de Statenverkiezing nog maar enkele maanden geleden werd gehouden, men be denke, dat bij een raadsverkiezing in ster kere mate naar de candidaten wordt ge keken en dat vele kiezers thans door hun stem wilden demonstreeren of zij over het afgeloopen vierjarig tijdvak over de hou ding van diverse groepen al dan niet tevre den zijn gebleken. Gem. Prov. Raad 1939 Staten 1939 R.K. Staatspartij 5517 5420 S.D.A.P. 3030 3608 Lib. Staatsparty 1728 1163 Chr. Hist. Unie 1048 987 Anti Rev. 923 696 R.S.A.P. 559 505 Vrijz. Dem. Bond 1893 2124 Troelstra B. N. 133 297 Communisten 336 363 Onafhankelijken 964 N.S.B. 686 Christ. Dem. Unie 189 St. Geref. Party 20 Men ziet hieruit, dat slechts de R.K. Staatspartij, de Liberale Staatsparty, de Christ. Hist. Unie en de R.S.A.P. eenigen vooruitgang vertoonen, wat geenszins ver hinderen kon, dat de laatste drie partijen bij de raadsverkiezingen thans een zetel hebben verloren. Vergelijken wy nu deze raadsverkiezing met die van 1935, een vergelijking die veel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1