Ontwerp Kinderbijslagverzekering aangenomen. De Eerste Kamer houdt opruiming onder groote onderwerpen. De coördinatie van het goederenvervoer. Kabinetscrisis lijkt onvermijdelijk. Belangwekkend commentaar van De Tijd. Graanmaalderij te Panningen afgebrand. Schade loopt in de duizenden. Stemmen bij volmacht door militairen. Geen leemte in de wet. Mondeling overleg met den minister van waterstaat. Succes voor minister Romme. Het vluchtelingenkamp in Drente. Motorrijder door trein gegrepen. Duo-passagier ongedeerd. IJselmeer-visschers in nood. Bunschoten wil herziening der steunregeling. PARLEMENT Mei slechts twee wijzigingen. Verdedigings-voorbereiding. TWEEDE BLAD Het lijkt wel haast onvermijdelijk, dat Nederland deze maand toe is aan een openlijke kabinetscrisis, aldus lezen we in 't Rott. Nwsbl. Uit alles wat tot nu toe bekend is geworden van de ver borgen kabinetscrisis heeft men den in druk gekregen, dat voornamelijk de R.K. ministers niet langer accoord gaan met 't werkprogram van den kabinetsforma teur dr. Colijn en een hoofdartikel in het Amsterdamsche blad De Tijd (r.k.) van gisteravond vestigt nu de verwach»- ting, dat een kabinetscrisis onvermijde lijk is. Het blad memoreert de mededeeling van dr. Colijn in de Tweede Kamer dat hij niet bereid is een politiek van voortdurend re- geeren met tekorten op den gewonen dienst te voeren en met zijn verantwoordelijkheid te dekken, en dat, indien niet alle ministers het eens worden over de noodzakelijkheid van het bereiken van een budgetair even wicht en de daartoe noodige middelen wil len toepassen, een kabinetscrisis onvermij- lijk wordt. De Tijd schrijft dan: „Hoe begeerenswaardig in het alge meen een dergelijk evenwicht ook moge zijn, onder bepaalde omstandigheden kan het terwille van het stoffelijk en geestelijk welzijn van de thans levende generatie gebiedend noodzakelijk zijn een deel van de abnormaal hooge lasten af te wentelen op de komende geslach ten, en te berusten in tijde 1 ij - ke budgetaire tekorten. Dit behoeft nog geen luchthartige finan- cieele politiek te heeten, integendeel, want het lijkt ons luchthartiger de verantwoorde lijkheid te aanvaarden voor een financieele politiek die den mensch aan het budget op offert, dan voor een financieele politiek, die het belang van het budgetaire evenwicht ondergeschikt maakt aan de meest directe stoffelijke en geestelijke belangen van den mensch". De Limburger Koerier (r.k.) schrijft, dat de Roomsch-Katholieken niet afwijzend zou den behoeven te staan tegen de vcrming van een nieuw kabinet op zéér breede basis, waarin ook de S.D.A.P. vertegenwoordigd zou zijn. Door onbekende oorzaak is gistermiddag brand uitgebroken in de opslagplaats, annex graanmaalderij, van den Landbouwbond te Panningen (L.) Aangewakkerd door een stevigen wind, verspreidde het vuur zich sneL Een groote voorraad granen, meel, olieën en vetten viel het vuur ten prooi. In verband met het groote gevaar, dat de omliggende panden liepen, werdj, de Venlo- sche brandweer gealarmeerd, die na een half uur ter plaatse was. Wegens gebrex aan water kon deze evenwel weinig uitrich ten. Niettemin bleef de brand beperkt tot het pand van den Landbouwbond, dat ge heel verwoest werd. De schade, welke in de duizenden loopt, wordt door verzekering gedekt. Op de vragen van den heer van Sleen (s.d.a.p.) betreffende het stemmen bij vol macht door militairen bij de in 1939 te hou den gemeenteraadsverkiezingen hebben de ministers van binnenlandsche zaken en van defensie als volgt geantwoord: De wet, houdende voorschriften be treffende het stemmen bij volmacht door militairen bij de in 1939 te houden gemeenteraadsverkiezingen, heeft ten doel om de in die wet vervatte facilitei ten te verleenen uitsluitend aan mili tairen, die op den dag der stemming niet aanwezig zijn in de gemeente, op welker kiezerslijst zij voorkomen. Ten aanzien van kiesgerechtigde militairen die op den dag der stemming w 1 in even- bedoelde gemeente aanwezig zijn, bestaat aan de mogelijkheid om bij volmacht te stemmen geen behoefte. Deze militairen kunnen tenzij de bezwaren van den dienst zich daartegen verzetten in hun vrijen tijd dan wel na bekomen uitzonde ringsverlof aan de stemming deelnemen. Een en ander is geregeld in de militaire reglementen en voorschriften. Van een leemte in de wet van 16 Mei 1939 kan mitsdien bezwaarlijk worden gesproken. Aan den positie-commandant te Hoek van Holland is opgedragen, de kiesgerechtigde militairen, die in Rotterdam hun stemplicht moeten vervullen, voor rijksrekening heen en terug te doen vervoeren. Na kennisneming van de memorie van ontwoord inzake het desbetreffende wetsontwerp heeft de commissie van rapporteurs omtrent eenige punten op 26 Mei 1939 met den minister van wa terstaat mondeling overleg gevoerd. Opgemerkt werd, dat reeds het enkele feit, dat de minister voorstelt, de regeling van het goederenvervoer in de bezuinigings- wet in te voegen, het bedrijfsleven tegen over dit voorstel wantrouwig heeft ge maakt. 's Ministers uitdrukkelijke verkla ring in de memorie van antwoord, dat deze omstandigheid voor de uitwerking van de op grond der machtiging te treffen coördi natieregeling volstrekt niet van richting- gevenden aard is, heeft dit wantrouwen niet kunnen wegnemen. Men herhaalde daarom den in het voorloopig verslag weergegeven aan drang om dit wetsontwerp om te zetten in een machtigingswet, welke geheel los staat van de bezuinigingswet, ten einde aldus den bodem in te slaan aan de op vatting, dat de coördinatie dient om het spoorwegtekort weg te werken. De minister antwoordde, dat dit ontwerp los staat van het bezuinigingsstreven van 1935, los ook van het spoorwegtekort. Nu evenwel gebleken is, dat de vorm, waarin het wetsontwerp gegoten is, bij het be drijfsleven tegenstand oproept, verklaarde de minister geen bezwaar te hebben, aan het verzoek van een aanjal leden der com missie te voldoen. Voorts zeide de minister, dat, indien dit ontwerp binnenkort wordt aanvaard, hij zijnerzijds met spoed een ontwerp-algemee- nen maatregel van bestuur zal gereed maken en gaarne wil toezeggen dit ontwerp (be halve ook de commissie van advies en bij stond voor het verkeersfonds) ook voor te leggen aan een commissie ad hoe, waarin alle vervoerbelangen vertegenwoordigd zijn. De particuliere vervoerbedrijven zul len volop in de gelegenheid zijn zich in en door de bedrijfscommissie en voor de vergunningencommissie te doen hooren over het verleenen, wijzigen en intrek ken van vergunningen. De minister was bereid om wettelijk vast te leggen, dat de bedrijfscommissie in de Er is gisteren aan beide zijden van het Binnenhof belangrijk en veel werk ver richt; het „veel" komt dan in het bijzonder aan de Eerste Kamer toe. De Tweede Kamer nam met groote meerderheid, en met slechts twee wijzigingen het ontwerp- kinderbijslagverzekering aan, namelijk met 66 tegen 22 stemmen; de Senaat bracht de wetsontwerpen die betrekking hebben op de defensievoorbereiding (of op een oorlogstoestand, net zooais men wil!), het ontwerp: autovervoer personen en het voorstel betreffende het centrale vluchte lingenkamp bij Westerbork (in Drente) in veiligheid. In de Tweede Kamer sneuvelen amendementen. Vrijwel alle pogingen om aan den mi nister bij de behandeling van de artikelen van het ontwerp-kinderbijslagverzekering concessies te ontfutselen hebben gefaald, hoe zeer het er ook op leek, dat prof. Romme zich wel eenige wijzigingen, zou moeten laten welgevallen. Het heeft een enkele maal niet veel gescheeld, maar bij de bedreiging is het gebleven. Zoodat de minister van sociale zaken een niet onbe langrijk politiek succes heeft behaald met de aanneming van dit wetsontwerp, dat niet alleen een zaak van bijzonder per soonlijke belangstelling betrof, maar ook een hartewensch van zijn partij vertegen woordigde. En deze heeft den bewinds man bij de stemmingen dan ook trouw bijgestaan, nog dien eigen middag met één nieuwe stem versterkt, die van den heer Th. M. F. Schaepman, die den heer van der Putt heeft opgevolgd; in den aanvang der vergadering werd de heer Schaepman namelijk geïnstalleerd. Heelemaal nieuw is hij overigens in deze Kamer niet; tot twee maal toe had hij gedurende bijna de geheele zittingsperiode deel aan haar werkzaamheden, invallend voor den als minister opgetreden dr. Deckers. De anti-rev. en de chr.-hist. fracties bleken bij de stemming over diverse amen dementen en ook bij de eindstemming ver deeld te zijn, maar het grootste deel stond toch den minister ter zijde. Zoo was het ook bij de sociaal-democraten; ook onder hen deden zich van tijd tot tijd afwijkingen bij de stemming voor. Het ligt voor de hand, dat die afwijkingen niet van grooten invloed zijn geweest, anders zou de zaak voor minister Romme er minder gunstig hebben voorgestaan. Bij de algemeene be schouwingen is het overigens niet altijd gemakkelijk te bepalen of een bepaalde meening op grooten steun in een of andere fractie kan rekenen. De bovengeschetste gang van zaken zal niet alleen den mi gelegenheid zal worden gesteld over het verleenen, wijzigen en intrekken van ver gunningen te worden gehoord. De wensch werd uitgesproken, dat bui ten twijfel kome te staan, dat het vervoeren zonder vergunning over particulier terrein vrij is. Daartoe zou men aan II, artikel 4, lid 2, willen toevoegen: en voor zoover dat vervoer niet plaats heeft over particulier terrein. Men meende, dat daarvoor te meer reden is, omdat in scheepvaartkringen de vrees bestaat, dat ce kroon door middel van een vergunningstelsel voor het lossen en laden, ook op den particulieren wal, gebruik zal mokes om het z.g. Rijnvaartlek te sluiten. De minister antwoordde, dat het vervoer, zoolang dit door of voor rekening van den vervoerder geschiedt van de eerste laad- tot de laatste losplaats als een eenheid moet worden gezien en behandeld. Soortgelijk beginsel ligt opgesloten in artikel 7 der wet op de evenredige vrachtverdeeling. Wil men een vergunnigstelsel, dan moet men ook een sluitend stelsel aanvaarden. Zou men het laden en lossen op particulier terrein door of voor rekening van den vervoerder vrij laten, dan zou men het mogelijk maken, dat de voorwaarden, waaronder de ver gunningen worden verleend, bij voorbeeld de tarieven, feitelijk worden ontdoken. Uit de commissie werd de vraag gesteld, of de minister bereid is het ontwerp aan te vullen met een bepaling, ingevolge welke hij, die sedert 1 Januari 1938 goederen pleegt te vervoeren langs een openbaren land- of waterweg in de uitoefening van eenig bedrijf, hetzij krachtens een overeen komst, strekkende tot het vervoer van goe deren, hetzij als eigen vervoer, een voor- loopige vergunning krijgt tot het vervoer van goederen in den omvang en naar de mate, waarin hij thans goederen vervoert. De minister was aanvankelijk van mee ning, dat een de verwezenlijking van dit dijkbeeld bezwaren kleven, maar zegde niettemin toe te zullen overwegen den datum van 1 Januari 1938 als criterium bij het ver leenen der vergunning in de wet op te nemen. De minister antwoordde op een andere vraag dat bij de coördinatie van het vervoer bepalingen omtrent de loonen alleen dan moeten worden vastgesteld als het vervoers- belang zoodanige regeling eischt en dit is volgens den minister hier niet het geval. De mogelijkheid wil de minister echter open laten. nister, maar ook verscheidene leden zijn medegevallen, al is er langdurig met woor den gestreden. De wijzigingen. Het begon al dadelyk met het amen dement van dr. Vos (lib.) er toe strekken de om, bij de uitvoering van de wet, de bedrijfsraden (welke z.i. te weinig erva ren zijn en onvoldoende outillage bezitten) uit te schakelen. Daarnaast stond een amendement van den heer Smeenk (a.r.), dat, met het oog op de kosten, de uitvoe ring van de kinderbijslagverzekering wil de combineeren met die van de Ziektewet en totdat laatstgenoemde wet gewijzigd zou zijn aan de bedrijfsraden nog niet een uitgebreidere taak wilde geven. Bij de stemming legde het amendement-Vos het met 49 tegen 39 stemmen af; het was vrij wel links tegen rechts, waarvan mevr. MackayKatz en de heer Weitkamp af vielen. Het amendement-Smeenk werd met 63 tegen 25 stemmen aangenomen; de katholieken alleen waren tegen, van wie echter de heeren Schaepman, Stumpel, Kortenhofst en Suring vóórstemden. Van belang was in het antwoord van minister Romme de mededeeling, dat hij het artikel betreffende het verleenen van een machtiging aan een bedrijfsraad om een kindertoeslagfonds op te richten, wil de aanvullen met een bepaling, volgens welke die machtiging slechts kan worden verleend n a advies van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties. Later is deze wijziging aangebracht. En dat was dus de tweede, welke het ont werp tijdens het debat heeft ondergaan. Alhoewel geen der vele andere amende menten de reis heeft gehaald, moeten we toch nog even vermelden wat er mee werd bedoeld. Dr. Vos wenschte een loongrens vast te stellen, waarboven geen kinderbijslag zou worden gegeven en deze grens te trekken bij 3000. Evenals over de voorafgaande amendementen is hierover langdurig van gedachten gewisseld, met dit resultaat dat het met 47 tegen 43 stemmen werd ver worpen. Bij de liberalen, voegden zich de communisten, de soc.-dem., de n.s.b., de v.d., de staatk.-geref. en de anti-rev. van der Zaal, van Dijken, Wagenaar en de chr.-hist. mevr. MackayKatz en Weit kamp. Een amendement-Vos om den bijslag niet bij het derde, maar bij het vierde kind te laten beginnen ging met veel grooter meerderheid eraan, nl. met 66 tegen 22 stemmen; ook een negental so ciaal-democraten steunden dit en enkele anti's en chr.-hist. benevens de staatk.- geref. Een ander amendement van den Amsterdamschen dokter bracht het niet tot de stemming, daar de voorsteller het ten gunste van een amendement-Smeenk betreffende dezelfde materie introk, en wel het in het ontwerp neergelegde verbod van premieverhaal. De heer Smeenk wilde de zaak geheel openlaten en afwachten hoe het bedrijfsleven erop zou reageeren, maar de minister durfde dat niet aan, om dat het z.i. eerst zaak is dat de kinderbij slag ingeburgerd raakt en omdat men in het geheel niet zeggen kan of en hoe -de premie in het loon zat ,Worden verdiscon teerd. Met 63 tegen 28 stemmen werd het amendement-Smeenk verworpen. Voorts moeten we nog het lot vermelden van een amendement-Drees om de bijslag niet te binden aan het loon, maar om er een eenheidsbijslag van 0.15 per kind van te maken. Doch ook hier wilde de minister niet aan en de meerderheid van de Kamer evenmin; met 57 tegen 32 stemmen verloor de heer Drees het pleit en zelfs bij een Aan de overzijde van het Binnenhof heeft men opruiming gehouden onder de groote onderwerpen, waartoe we in de eerste plaats moeten rekenen de nieuwe wettelijke regeling van de Binnenvaart, waaraan een omvangrijk voorbereidend werk vooraf is gegaan. Zonder discussie en z. h. s. ging dit erdoor; trouwens ook in de Tweede Kamer was er slechts een kort debat over dit door een commissie bekeken ontwerp. Een naturalisatie-ontwerp zou ons geen aanleiding tot vermelding hebben gegeven, ware het niet dat onder de te naturaliseeren personen zich de heer Alexich, de voormalige Oostennjksche ge zant bevond, en dat dit feit de n.s.b. dwars zat, die er een politiek karakter aan toe kende en den minister verweet, dat hij dispensatie gaf van wettelijke vereisch- ten. Minister Goseling antwoordde hierop, dat deze vroegere Oostenrijker geen va derland meer heeft; al was het niet onaf gebroken, maar dan toch lang genoeg in ons land heeft gewoond, Nederlnadsch spreekt en zich hier thuis gevoelt. Men moet een ruim standpunt tegenover een geval als dit innemen, zooals in Engeland pleegt te geschieden en niet gaan peute ren. Toen mr. van Vessem, die het stand punt der n.s.b. had verdedigd, in zijn re pliek over Schuschnigg ging praten (wat de voorzitter niet toeliet) zeide de minis ter dat de naturalisatie van dezen staats man niet aan de orde was, zoodat hij er •niet op zou ingaan. Mr. van Vessem had intusschen al geïnterrumpeerd: „Dat komt nog"! Met aanteekening dat zijn fractie tegen was, werd het naturalisatie-ontwerp aan genomen. Met het gemutileerde wetje be treffende de uitbreiding van de artillerie inrichtingen (de Tweede Kamer kapte er het al in aanbouwzijnde administratie gebouw in den Haag af) maakte de Kamer weinig oms*ig. Op een vraag van mr. van Vessem tweetal van zijn partijgenooten, nl. dr. van den Tempel en dr. Brugmans. Een soort gelijk amendement van den heer Wouden berg (dat echter 0.25 als eenheidsbijslag stelde) werd onvoldoende ondersteund en werd dus niet verder behandeld. En zoo kwam ten slotte de eindstem ming, waarbij we als tegenstemmers no teerden de liberalen en vryz.-democraten, de n.s.b., de staatk.-geref., de soc.-dem.: Faber, v. d. Waerden, H. Vos en van Braambeek; de chr.-hist.: mevr. Mackay Katz en Weitkamp en de anti-rev.: Wage naar en van Dijken. Vanmiddag zijn eerst een aantal kleine wetsontwerpen behandeld en daarna was het rapport der Kamercommissie aan gaande de zaak-Oss aan de beurt. (n.s.b.) antwoordde minister van Dijk, dat de liquidatie van hetgeen gebouwd is, wel zal meevallen, maar dat de onderhande lingen nog gaande zijn; z. h. s. werd het wetje aangenomen. En toen kregen we de ontwerpen be treffende de verdedigingsvoorbereiding en een oorlogstoestand in ons land. We som men ze nog even op: algemeene vorde- ringswet; medewerking verdedigingsvoor bereiding; bodemproductie wet; distribu- tiewet; prijsopdrijvings- en hamsterwet; zeeschepenvorderingswet; wetbehoud scheepsruimten; zee- en luchtvaartverze- keringswet. Slechts twee sprekers vonden het noodig er iets over te zeggen, de heeren van Voorst tot Voorst (r.k.) en von Bönning- hausen (n.s.b.) Eerstgenoemde meende dat de departementen van defensie en econo mische zaken den opslag van granen be- hooren te dragen en niet de importeurs; de n.s.b.-afgevaardigde critiseerde het or deningsbeleid van de regeering en ver klaarde dat zijn partij weinig geneigd was, aan een regeering, waarin zij geen ver trouwen heeft, zoo groote volmachten te geven. Minister Steenberghe antwoordde den heer van Voorst dat hij nog onderhandelt met het bedrijfsleven en nog niets kon zeg gen; op de meeste opmerkingen van den heer von Bönninghausen weigerde de mi nister in te gaan dat had hij al zoo dik wijls gedaan en zijn critiek op het beleid der regeering ten aanzien van de banken liet hem koud! Met de stemmen van de n.s.b. tegen de verdedigingsvoorbereiding en bodempro- ductiewet (aanteekening) gingen de ont werpen onder den hamer door. Autovervoer personen. Vry wat langer is er gesproken over het wetsontwerp betreffende het vervoer van personen met motorrijtuigen. De heer ter Haar (c.h.) betoogde dat ons land met betrekking tot het autoverkeer nog niet verzadigd is en gaf uiting aan zijn vrees, Op den onbewaakten spoorweeoveroL de Baardwijkschestraat te 's-Hertoeervif 'u is gisteravond een doodelijk ongeluk beurd. ge" De achttienjarige motorrijder van w voirt uit Drunen reed omstreeks kwart acht op den overweg, toen de trein om 20.10 uur van den Bosch naar Waalw-' u was vertrokken, naderde. Hoewel het zicht ter plaats goed is zag de jongen d trein blijkbaar te laat aankomen. Het mot rijwiel werd gegrepen, terwijl de beriidir tegen den grond werd geworpen en op al- gedood. De duorijder, zekere Sinkelg uit Baardwijk, wist tijdig van het voertuig te springen en bleef ongedeerd. De nood der IJselmeer-visschers, welk de laatste jaren, na de afsluiting der Zui derzee, steeds grooter vormen heeft aange- nomen, is thans zoo hoog gestegen, dat het gemeentebestuur van Bunschoten zich ge- dwongen heeft gevoeld, het volgende tele gram tot den minister van waterstaat te richten: De raad der gemeente Bunschoten, gelet op de zeer slechte uitkomsten van de vis- scherij op het IJselmeer, gedurende h°t reeds verstreken gedeelte van het seizoen- overwegende, dat als gevolg hiervan een gedeelte der visschers en vischventers moe ten worden gesteund door de kerkelijke in stellingen van weldadigheid; overtuigd, dat zulks niet de bedoeling der getroffen steun regeling kan zijn; verzoekt Uwe Excellentie dringen te bevorderen, dat de steunrege ling voor visschers en vischventers in dien zin wordt herzien, dat voor genoemde be volkingsgroepen een redelijk bestaan ge waarborgd wordt". Ook de visscherijvereeniging „De Een dracht" heeft een telegram van gelijke strekking tot den betrokken minister ge richt. De toestand in de IJselmeer-visscherij is thans van dien aard, dat het geen zeld zaamheid is, dat botters een besomming maken van nog geen 30 per week, waar van dan het onderhoud der boot, benevens het personeel, bestaande uit twee knechts, voldaan moet worden. Onder de visschers heerschte groote wanhoop. De kerkelijke instellingen doen wat zij kunnen, maar ook hun krachten zijn vrijwel uitgeput. dat de voorgestelde regeling verstarrend zou werken. Al was hij ook niet enthou siast en kon hij het niet doen met volle overtuiging, de heer ter Haar zou zijn stem aan het ontwerp niet onthouden. Dat zou de heer van de Bilt (s.d.) ook niet, die talrijke groote en kleine bezwaren had en bang was dat vergunningen voor busver voer slechts schoorvoetend zouden worden" afgegeven; het ging hem vooral om de arbeiders die in Limburg per autobus naar hun arbeid in de mijnen plachten te gaan. Hij wilde in de adviescommisie niet alleen ondernemers zien, maar ook de arbeiders. Anderzijds had hij toch ook een woord van lof over voor het feit, dat de minister de arbeidsvoorwaarden van autobusonder nemingen moet goedkeuren. De heer von Bönninghausen (n.s.b.) betreurde het dat de regeering in dit wetsontwerp geen op lossing van het vervoersvraagstuk in zijn geheel had aangeboden. Minister van Buuren zeide in zijn ant woord, het wetsontwerp slechts een con sequentie van vroeger gedane stappen te achten. Voor verstarring vreesde hij niet; hij zag toeneming van het aantal auto's in het verschiet. Voorts stelde hij in het licht dat het ontwerp het vervoer niet op een zijdige wijze wil dienen. Vergelijkingen met het buitenland gaan moeilijk op, om dat men daar niet met zooveel waterwegen als in ons land te doen heeft; daarginds kunnen dus allicht meer auto's naar ver houding zijn. De minister wilde tenslotte de samenstelling van de vervoerscommis- ise nog wel eens overwegen. Ook dit wets ontwerp werd z. h. s. goedgekeurd, met alweer de n.s.b. tegen. Centraal vluchtelingenkamp. Over het centrale vluchtelingenkamp was wel een stemming noodig, aangezien de heeren Kranenburg (v.d.), Vorrink (s.d.) en Vessem (n.s.b. laatstgenoemde uiteraard op geheel andere gronden een centraal kamp niet vereischt vonden. Had de heer Kranenburg ook nog 't bezwaar dat zoovele personen van uiteenloopenden leeftijd, ontwikkeling, enz. in één kamp werden ondergebracht en dat een onder scheid tusschen legale en illegale vluch telingen werd gemaakt, de heer Vorrink kon niet toegeven, dat het aantal hier te lande aanwezige vluchtelingen (20 a 25.000), van wie er 10 pet. in een kamp opgenomen zouden moeten worden, de inrichting van één kamp zouden wettigen- De heer van Vessem keurde de gekozen oplossing in elk geval af, omdat we hier al veel te veel menschen opgenomen hebben. Verder behoeven we er niet op in gaan; de n.s.b. wil kolonisatie o.a. in »e Guyana's, Suriname inbegrepen. De heer de Bruyn (r.k.) steunde B* standpunt van de regeering. Minister va Boeyen deelde in zijn antwoord mede, 1na hij er voor zou zorgen dat het onderschep tusschen de legalen en illegalen zoo spoe dig mogelijk zou verdwijnen. Hij nanO" haafde zijn meening dat het centrale kamp noodig is, te meer, waar weer meer vluc - telingen ons land zijn binnengekome Daarvandaan uit kan ook beter de emi gratie centraal worden voorbereid. Na korte replieken werd het wetson werp met 26 tegen 14 stemmen aange nomen. De tegenstemmers waren de f. d. v.d. en de n.s.b. r De Eerste Kamer was gereed met ha agenda, zoodat ze weer een poosje na huis kon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6