Engeland zal niet in de blokkade berusten. Verklaring van Chamberlain in het Lagerhuis. Britsche versterking in Tientsin. Duitschland kent slechts één doel. Alles heroveren Halifax over de gebeurte nissen in Tientsin. De concessie wordt niet gebruikt tegen Japan. S*4 Officieele Adler-agent: W. TASCHE, Kennemerstraatweg 179, Alkmaar. Tel.4382 Nieuwe dreigementen van Japan. Buitenlandsche schepen moeten Swatau verlaten. De algemeen© toestand. Uit het protectoraat. Een herdenking. De onderhandelingen te Moskou. Vandaag geen vorderingen gemaakt. Duitschland beantwoordt uitwijzing van consul. Verzoekt Britschen consul-generaal uit Weenen terug te roepen. Derde ambtsperiode van Roosevelt? ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 JUNI JU139. Minister Chamberlain heeft gister middag op een vraag van Anthony Eden in het Lagerhuis, verklaard, dat de En- gelsche regeering niet van zins is te be rusten in de blokkade der Britsche concessie te Tientsin, en dat dit de Ja pansche regeering met nadruk is duide lijk gemaakt. De achtste dag van de blokkade der Brit sche concessie is zonder incidenten van be- teekenis verloopen en geëindigd met een vreugdevolle gebeurtenis voor de Engel- schen aldaar, te weten de aankomst van een compagnie infanterie ter versterking van het reeds aanwezige garnizoen. Hiermee is thans meer dan de helft van alle Engelsche troepen in N. China (tezamen een bataljon) in Tientsin geconcentreerd. De nieuwe troepen kwamen gedeeltelijk uit Peking, gedeeltelijk uit Sjanhai-kwan. Zij werden met bijzondere vreugde verwel komd, daar in de concessie geruchten de ronde doen dat de Japanners van plan zou den zijn met geweld tegen de concessie op te treden. Ook verder werd gister de paraatheid der concessie versterkt. De autoriteiten hebben de heele politiemacht opgeroepen om dienst te doen in de versterkte straatpatrouilles en bij de eveneens verscherpte bewaking der concessiegrenzen. Hoewel er, zooals hierboven reeds ver meld, geen ernstige incidenten voorvielen, moesten vele Engelschen zich weer aan een langdurig onderzoek onderwerpen. Voorts wordt het bericht der Japanners, dat de Chineesche groenteverkoopers op een bij eenkomst besloten hebben de concessie te boycotten, hier opgevat als de verbloemde aankondiging van te verwachten nieuwe maatregelen. Men zal zich herinneven, dat eenige dagen geleden twee groenten «erkoopers bij wijze van „voorbeeld" aan de grens van de con cessie door de Japanners werden neerge schoten. Deze en dergelijke maatregelen en voorts het optreden der Japanners tegenover de Engelschen en de last van de voedsel- schaarschte leiden tot een toenemende ont stemming onder de Britsche kolonie. De Britsche consul-generaal heeft nieuwe stappen gedaan met betrekking tot de voort durende gevangenhouding van den Zater dag gearresteerden Engelschman Smith. Hij heeft den Japanschen consul-generaal me degedeeld, dat, tenzij Smith gister werd uit- geleverd, de zaak niet langer als een plaat selijke aangelegenheid beschouwd zou wor den. Smith zou overigens door de Japanners goed behandeld worden. In de voedselsituatie is geen verbetering gekomen. Chamberlain: Engeland zal niet berusten. Dit blijkt ook uii de gistermiddag door minister Chamberlain in antwoord op vra gen in het Lagerhuis afgelegde verklarin gen. Hy zeide, dat de afsluiting van de Britsch Fransche nederzetting onverzwakt wordt gehandhaafd. Er zijn weliswaar voldoende hoeveelheden meel en rijst in de nederzet ting, doch de aanvoer van aan bederf onder hevige levensmiddelen blijft ver beneden normaal. Het schijnt, dat er geen verbod op het binnenvoeren van levensmiddelen be staat, doch de Japansche autoriteiten ver langen, dat alle aangevoerde transporten van groenten e.d. aan de versperringen worden doorzocht, hetgeen een aanzienlijk verlies van tijd beteekent. De Japansche minister van buitenlandsche zaken, zoo zei Chamberlain, heeft beloofd, dat een onderzoek zal worden ingesteld naar de verschillende gevallen van smade lijke bejegening en mishandeling, welke te *ïjner kennis werden gebracht. In het verdere vervolg van zijn uit eenzetting zeide de premier dat de hou ding van de Japansche regeering ten aanzien van het voornaamste punt van het conflict niet duidelijk is. Men weet nog niet of over de zaak te Tokio dan wel te Tientsin onderhandeld kan wor den. De regeering verwacht echter he den hieromtrent meer te hooren. Op de vraag van het lid van Labour Henderson, of dit beteekende dat de Japansche regeering nog steeds geen duidelijk omschreven grieven heeft ge uit jegens Engeland en, indien dit zoo is, dit niet lastig is voor de onderhande lingen, zeide Chamberlain dat dit inder daad het geval is, doch de regeering hoopt, dat de Japansche regeering haar grieven zal formuleeren. Hij legde hier na de hierboven reeds vermelde ver klaring af, dat de Britsche ambassadeur te Tokio de Japansche regeering volko men duidelijk heeft gemaakt, dat Enge land niet van zins is in deze blokkade te berusten. Eén luitenant en één soldaat als blokkadebrekers. De blokkadebrekers van gisteren blijken volstrekt niet bestaan te hebben uit een heel detachement troepen, maar één luitenant en één soldaat, beiden a- pend. Zil casseerden in een vracht v. - -» de internationale brug en keerden terug met een voorraad ver che groenten voldoende voor enkele dagen. Zjj hebber, girter opnieuw voorraden gehaald uit het gebied dat onder Japan sche controle staat en konden ook dit keer ongehinderd terugkeeren met een transport vleesch voor de heele week. De voorziening van de Fransche concessie ondervindt geen moeilijkheden en wordt door militaire vrachtauto's onderhouden. Na alle andere bij de Japanners inge diende protesten, heeft blijkens een verkla ring van minister Huil thens ook de Ameri- kaansche kamer van koophandel te Tientsin bij monde van den consul-generaal der Ver. Staten geprotesteerd. Zij heeft te kennen ge geven, dat de blokkade in belangrijke gebie den „practisch den Amerikaanschen handel zal vernietigen" en étet de toestand gespan nen is en onmiddellijk optreden noodig maakt wil men rampzalige gevolgen vermij den. De eerste stafofficier van het Britsche garnizoen te Tientsin heeft door bemidde ling van den Japanschen consul-generaal een onderhoud doen aanvragen met den eersten stafofficier van het Japansche gar nizoen te Tientsin. De consul-generaal heeft er echter op gewezen, dat een onderhoud geen nut zou hebben, als het in de bedoe ling lag de punten te bespreken, die de Brit sche consul-generaal in het begin van de week in zijn onderhoud met den Japanschen consul-generaal te berde heeft gebracht. De Japansche militaire en diplomatieke leiders te Tientsin hebben voor het eerst sedert op 14 Juni de blokkade begon, verga derd. Er werd besloten dat de Japanners hun houding niet zullen wijzigen, zoolang Engeland niet zijn geheele politiek van sleunverleening aan Tsjang-kai-sjek veran dert en met Janan samenwerkt bij de vesti ging van een nieuwe orde in Oost-Azië en de handhaving van den vrede in Noord-China. Rijksminister Göbbels heeft gisteravond bij gelegenheid van de zonnewendeviering een rede uitgesproken, waarin hij o.m. ver klaarde: „Wij kennen slechts één doel: alles heroveren, wat ons in de geschiedenis heeft toebehoord. Ieder vredesprogram, dat daar mede geen rekening houdt, behelst slechts holle phrases. Het is een gewaagde politiek. Wie niets waagt wint niets. Wij willen, dat het Duitsche volk deel heeft aan de rijk sommen en de Engelschen hebben daarmede niets te maken. Wij hebben een groote mo gendheid gemaakt van een machteloos volk. Thans maakt men geen geschiedenis meer zonder Duitschland, maar met Duitschland. Men wil dat niet begrijpen in Parijs, noch in Londen, noch in Warschau. Ironisch oefende spr. critiek uit op de Engelsche politiek, waaraan hij toevoegde: Engeland zou goed doen, wanneer het de kwestie Dantzig zoo spoedig mogelijk liet oplossen. Vervolgens verklaarde hij, dat de berichten over Duitsche troepenbewegingen in Slowakije onjuist zijn. Dat alles laat ons koud. Wij hebben een zeer goeden vriend in Europa. Wij zijn de sterksten ter wereld. Wij weten wat wij willen en wij willen wat wij weten. Wij zijn vastbesloten. De Führer leidt ons sinds zes jaar van overwinning naar overwinning. Wij en het Duitsche volk zijn onoverwinnelijk. Gisteravond is Halifax de eeregast geweest aan een diner, waar Churchill als tafelpresident zijn gast uitnoodigde, een uiteenzetting te geven over den toestand in het Verre Oosten. Halifax zeide o.a. niet te willen gelooven, dat de regeering te Tokio welbewust de ge heele positie en politiek van Engeland zou willen tarten. Eerder geloofde hij, dat de toestand zich ontwikkeld had uit een misverstand, dat wellicht het gevolg was van een verschil van opvatting. Ons werd verzocht, aldus de minister, handelingen te verrichten, die wij, op grond van het toen in ons bezit zijnde bewijsmateriaal, meenden niet te kunnen verrichten. Als zij zich in soortgelijke om standigheden zou hebben bevonden, zou de Japansche regeering wellicht zich in staat geacht hebben, te handelen, zooals zij wenschte dat wij zouden handelen en daar om kon zij wellicht niet inzien, waarom wij weigerden en schreef zij onze weigering toe aan den wensch, haar belangen te schaden. Ik behoef nauwelijks te zeggen, zoo vervolgde Halifax, dat, wat ook het al- gemeene Britsche oordeel over de ge beurtenissen in China geweest moge zijn, het nooit in onze bedoeling heeft gelegen, toe te staan, dat de concessie te Tientsin gebruikt wordt als een basis voor activiteit, welke schadelijk is voor de Japansche militaire belangen en als de Japanneezen ertoe gebracht kunnen worden, dit in te zien, en bewijzen zou den willen geven ter staving van hun herhaalde verklaringen, dat zij niet de vernietiging van de Britsche belangen in het Verre Oosten beoogen, dan heb ik hoop, dat de zaak geregeld zou kun nen worden. De onderhandelingen met Rusland. Halifax vervolgde: Wij voeren thans on derhandelingen met de Sovjetregeering. Wij gelooven, dat de Sovjetregeering dezelfde belangen heeft en dezelfde doeleinden na streeft als wij, en, zooals niet zelden voor komt, doen zich bij het zoeken naar de juiste formule moeilijkheden voor, doch in de overtuiging, dat wij naar hetzelfde stre ven, kunnen wij erin slagen, het wantrou wen weg te nemen, en ik ben vol vertrou wen, dat wij erin zullen slagen, tot een ac- coord te komen. Wij zijn verder gegaan, dan velen juist geacht zouden hebben, in het streven, tot overeenstemming te geraken. Ik geloof, dat, zoo wij tot nu toe nog niet geslaagd zijn, wij met recht kunnen zeggen, dat het niet onze schuld is. Wij hebben herhaaldelijk gepoogd, ande ren ertoe te brengen, zich aan te sluiten bij constructieve toenaderingspogingen op den grondslag van wederzij dsche pogingen, de fundamenten van den vrede te versterken. SW Evenals er voor een ruzie meer dan een noodig is, vrees ik dat er meer dan een noo dig is voor vriendschap en als iedere poging tot verbetering der betrekkingen wordt uit gelegd als zwakheid en als uitgangspunt wordt genomen voor een nieuwen en bitte ren aanval, is het nauwelijks te verwonde ren, dat velen tot de slotsom gekomen zijn, dat het eenige argument, dat zij, die geweld gebruiken, begrijpen, het argument is, dat die anderen niet minder gereed zouden zijn om uit zelfverdediging geweld te gebruiken. Doch ik geloof, dat deze geheele techniek, zoo zij gebruikt zou worden, zal falen en dat daarom het Britsche volk thans het punt heeft bereikt, waar drie onmisbare elemen ten eener consequente buitenlandsche poli tiek aanwezig zijn en deze zijn naar mijn meening: ten eerste, meer dan ooit in de laatste jaren staat het land aaneengesloten en hoeveel dat in binnen- en buitenland be teekent, kan naar mijn meening niemand beter zeggen dan de minister van buiten landsche zaken, ten tweede geloof ik, dat het land het er voor zichzelf geheel over eens is, wat het groote doel is, waarop zijn politiek gericht dient te zijn en ten derde weet het, dat het sterk is en sterker wordt. Boven alles, zoo besloot Halifax, kan ik er niet aan twijfelen, daf het Britsche volk trouw zal blijven aan zijn eigen vrijheids geest. Het zal aldus de zaak der vrijheid in de geheele wereld dienen. De Japansche marine-autoriteiten heb ben tot de commandanten der buiten landsche oorlogsschepen te Swatau een ultimatum gericht gericht, waarin zij aankondigen, dat de buitenlandsche bodems de haven van Swatau heden te 15 uur plaatselijken tijd moeten hebben verlaten Daarna zullen de Japanneezfen de veiligheid der vreemdelingen aan land niet kunnen garandeeren. Op het oogenblik bevinden zich in de haven de Britsche torpedobootjager „Thanet" en de Amerikaansche torpedo bootjager „Pillsbury", doch niets wijst er nog op, dat zij aan het Japansche ulti matum zullen voldoen. De Britsche marine-autoriteiten deelen mede, dat de „Thanet" te Swatau zou blijven ter bescherming van de belangen van Britsche onderdanen. Naar verluidt blijft ook de „Pillsbury" te Swatau. Inmiddels zullen de Engelsche vrouwen en kinderen en ook onderdanen van andere landen, die de stad wenschen te verlaten, worden geëvacueerd door een Engelsch en een Noorsch schip, die in den middag zullen vertrekken, daar hevige gevechten verwacht worden als gevolg van Chineesche tegen aanvallen. Het Japansche ultimatum heeft betrekking op alle buitenlandsche schepen, oók oorlogs-. bodems. De Britsche torpedobootjager „Scout", die buiten de haven van Swatau ligt, is gereed om zich zoo noodig bij de „Thanet" te voegen. Volgens berichten uit betrouwbare bron vertrekt de Amerikaansche kanonneerboot „Asheville" morgen naar Swatau. Rusland en hel Verre Oosten. Naar aanleiding van de door sommige Duitsche bladen gepubliceerde berichten, als zou de Russische regeering bij de onder handelingen met Engeland en Frankrijk staan op een garantie voor de Russische grenzen in het Verre Oosten, hetgeen een beletsel zou zyn voor het tot stand komen van een accoord, is het Russische persbureau Tass gemachtigd te verklaren, dat dit be richt beslist van allen grond ontbloot en niet meer dan een verzinsel is. Eenzelfde mededeeling komt uit Londen; ook daar wordt in officieele kringen ver klaard, dat de te geven waarborgen uitslui tend op Europa betrekking hebben. Inmiddels komt er ondanks alle bewerin gen van Duitsche zijde, waar men met veel genoegen den tragen tred der Russisch Engelsche onderhandelingen waarnam, toch eenig schot in deze besprekingen en Reuter meent zelfs te mogen zeggen, dat men in Londen en Parijs de vorderingen thans zeer gunstig beoordeelt. Het jongste Russische memorandum wordt op het oogenblik bestu deerd en de standpunten der beide partijen zijn elkaar, naar men gelooft, reeds goed deels genaderd. Men is van oordeel, dat, als zich geen onvoorziene ontwikkelingen voordoen, er alle kans is, dat in de volgende conferentie tusschen de Britsche en Fran sche ambassadeurs de voornaamste geschil punten uit den weg geruimd zullen worden. Hierboven spraken we reeds terloops over het leedvermaak, dat Berlijn heeft met den tragen gang der besprekingen te Moskou, en men noemt er Molotof een realist. Het Duitsche nieuwsbureau deelt mee, dat in de Duitsche pers nog nooit beweerd is, dat Rus land garanties wenschte in het Verre Oos ten. „Moskou en Londen dementeeren iets wat nooit gezegd is om daardoor de ware feiten te doen vergeten. Het is duidelijk, dat de Moskousche onderhandelingen op het doode punt zijn gekomen". In Fransche diplomatieke kringen blijft men de grootste stilzwijgendheid in acht nemen. Gisteravond nam men een zeker op timisme waar. Te Moskou zegt men, dat, waar het ver drag van zulk een groote beteekenis is, elk punt een gedetailleerd onderzoek vereischt en dat het daarom zoo lang duurt voor er overeenstemming bereikt wordt. Inmiddels doet te Berlijn het gerucht de ronde, dat op het oogenblik een particuliere Duitsche handelscommissie te Moskou zou zijn om daarover een uitbreiding van de DuitschRussische uitwisseling van goede ren te spreken. Vooral zou het hier gaan om een uitbreiding van den olie-, vet- en hout export naar Duitschland. Maar ook over vergrooting van den ijzeruitvoer zou gespro ken worden. Als tegenprestatie zou Duitsch land industrieproducten en halffabrikaten leveren. In Duitsche economische kringen spreekt men in dit verband van een crediet ter grootte van 800 a 900 millioen mark. u De pauselijke nuntius te Warschau, mgr Cortosi, heeft een onderhoud van een uur gehad met den kardinaal-staatssecretaris Maglione. Later voerde hij langdurige be sprekingen met andere prelaten in het secretariaat van het Vaticaan. Vernomen is, dat de Paus hem heden wederom in parti culiere audiëntie zou ontvangen. In Vaticaankringen wordt verklaard, dat de Paus zich bijzonder interesseert voor het rapport, dat de nuntius kardinaal Maglione heeft voorgelegd en waarin hij verslag doet van zijn jongste besprekingen met den Pool- schen minister van buitenlandsche zaken, kolonel Beek. Intusschen breidt de Paus zijn vredes- activiteit uit. Hij ontving den Noorschen ge zant by het Italiaansche hof, Irgens, met wien hij ruim drie kwartier heeft gesproken. Gisteren ontving hy den Belgischen ambas sadeur bij het Quirirjal. Deze besprekingen met diplomaten, die niet bij het Vaticaan zijn geaccrediteerd, worden belangrijk geacht. Intusschen is hieromtrent verder niets bekend geworden, behalve dat de Paus dezen diplomaten ver zocht had te bezoeken. Men gelooft daarom, dat hun audiënties in verband staan met hun vredespogingen. Wij zyn goede vrienden van Engeland, al dus heeft Khalid al Hoed, de vertegenwoor diger van Saoedisch-Arabië verklaard in een interview naar aanleiding van de Italiaan sche berichten, volgens welke het bezoek, dat hij te Berchtesgaden aan Hitier heeft gebracht, verband zou houden met een ulti matum, dat emir Faisal, de zoon van koning Ibn Saoed, tot Engeland zou hebben ge richt. Na met stelligheid ontkend te hebben, dat hij onderhandelingen van welken aard ook had gevoerd, verklaarde Khalid dat zijn be zoek aan Hitier zuiver diende tot beant woording van het bezoek, dat Goebbels ver leden jaar aan het hof van Ibn Saoed heeft gebracht. Hij deelde mede, dat hij om ge zondheidsredenen te Berlijn vertoefde en voegde hieraan toe, dat hij, alvorens zich naar Berlijn te begeven, te Londen en Parijs had vertoefd. De Wilhelmstrasse spreekt thans de Ita liaansche persberichten over een Arabisch ultimatum, eveneens tegen en van welinge lichte zijde worden zy als onzin bestempeld. Zij zijn niettemin door de Duitsche pers op een in het oog loopende plaats afgedrukt. De Tsjechen hebben gister te Praag de terechtstelling herdacht van 26 edelen, die in 1621 door de Habsbur- gers werden geëxecuteerd na den ne derlaag van den Witten Berg toen vier hoofden tentoongesteld werden op de kanteelen van de brug van Karei IV. Reeds vroeg in den morgen verdrong de menigte zich voor het raadhuis, rond het zwarte kruis, dat in de straatsteenen is aangebracht en dat de plek aangeeft, waar de executie geschiedde. Het zwarte kruis en het grafteeken voor den onbekenden soldaat werden met bloemen overdekt. De politie had veel moeite om het verkeer op het plein gaande te houden Een aanwezige zette het volkslied in, doch werd onder broken door een politieman. Op dat oogen blik verscheen een groep met een enormen bloemenkrans met een rood lint voorzien van het hakenkruis. De Tsjechen weken achteruit en de Duitschers legden stilzwij gend hun krans neer. Toen zij weggingen, kwamen de Tsjechen terug en weldra was de bloemkrans onder andere bloemen ver dwenen. Ten aanzien van het bezoek, dat de Britsche en Fransche ambassadeurs, teza men met Strang heden aan Molotof heb ben gebracht, wordt een communiqué ge publiceerd, waarin wordt medegedeeld, dat den Russischen volkscommissaris voor buitenlandsche zaken „nieuwe" Engelsch- Fransche voorstellen werden overhandigd, welke een herhaling vormden van de vo rige voorstellen van Groot Britanië en Frankrijk. Hieraan wordt toegevoegd: in kringen van het volkscommissariaat van buiten landsche zaken merkt men op, dat de „nieuwe" Engelsch-Fransche voorstellen geenerlei vooruitgang toonen vergeleken met de vorige voorstellen. De Duitsche regeering heeft zich genood zaakt gezien de Britsche regeering te ver zoeken den Britschen consul-generaal te Weenen terug te roepen, aangezien in een strafproces is gebleken, dat het Britsche consulaat-generaal te Weenen betrokken was bij een verboden berichtendienst. Geen toelichting van Berlijn. Naar aanleiding van het Duitsche ver zoek, dat de Britsche consul-generaal te Weenen zal worden teruggeroepen verneemt de diplomatieke medewerker van Reuter, dat geen poging is gedaan de tegen den consul ingebrachte beschuldigingen met bewijzen te staven. In officieele kringen te Londen beschouwt men het Duitsche ver zoek dan ook volkomen ongerechtvaardigd. Minister-president Chamberlain heeft gister in het Lagerhuis medegedeeld, dat hoewel de Duitsche regeering niet toegaf, dat het consulaat-generaal te Liverpool in verbinding stond met spionnen toch maat regelen waren genomen om den consul Reinhardt terug te roepen. De democratische senator voor New Jersey, Sathers, heeft tegenover de pers verklaard, dat hy zich uitsprak ten gunste van een derde ambtsperiode voor president Roosevelt. „Twee en dertig stemmen der democratische gedelegeerden van New Jersey zullen voor Roosevelt zijn, tijdens de democratische conventie van 1940". Dit is de eerste maal, dat een senator openlijk partij trekt voor een derde ambts periode voor Roosevelt. Sathers voegde aan zyn verklaringen toe: „Roosevelt is de eenige democraat, dien Laquardia, de pro- gressit, zal steunen tegen Dewey, of iede- ren anderen reactionnair republikein". Tot dusverre heeft Roosevelt geweigerd aan te duiden, of hij een derde mandaat zou aanvaarden, hoewel een campagne te ziinen gunste in politieke kringen reeds krachtig aangevat is. Vijf dood en bij een auto-ongeval. - Op den nieuwen weg tusschen Haiffa en Bagdad heeft zich een auto-ongeval voor gedaan, waarbij vijf Britsche militairen, twee officieren en drie minderen, om het leven zijn gekomen. Felle brand in de Chineezenwijk van New York. - In de dichtbevolkte oude Chineezenwijk van New York is een brand uitgebroken, waaraan tot nu toe twee hul zen te offer zijn gevallen, terwijl de brand nog voortwoedt. Uit de geheele stad is de brandweer toegesneld. Tot nu toe werden zeven lyken geborgen, talrijke brandweerlieden werden ernstig gewond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9