Engeland zal niet in de blokkade
berusten.
Verklaring van Chamberlain in het
Lagerhuis.
Britsche versterking in
Tientsin.
Duitschland kent slechts
één doel.
Alles heroveren
Halifax over de gebeurte
nissen in Tientsin.
De concessie wordt niet gebruikt
tegen Japan.
S*4
Officieele Adler-agent:
W. TASCHE, Kennemerstraatweg 179, Alkmaar. Tel.4382
Nieuwe dreigementen
van Japan.
Buitenlandsche schepen moeten
Swatau verlaten.
De algemeen© toestand.
Uit het protectoraat.
Een herdenking.
De onderhandelingen te
Moskou.
Vandaag geen vorderingen
gemaakt.
Duitschland beantwoordt
uitwijzing van consul.
Verzoekt Britschen consul-generaal
uit Weenen terug te roepen.
Derde ambtsperiode van
Roosevelt?
ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 JUNI JU139.
Minister Chamberlain heeft gister
middag op een vraag van Anthony Eden
in het Lagerhuis, verklaard, dat de En-
gelsche regeering niet van zins is te be
rusten in de blokkade der Britsche
concessie te Tientsin, en dat dit de Ja
pansche regeering met nadruk is duide
lijk gemaakt.
De achtste dag van de blokkade der Brit
sche concessie is zonder incidenten van be-
teekenis verloopen en geëindigd met een
vreugdevolle gebeurtenis voor de Engel-
schen aldaar, te weten de aankomst van een
compagnie infanterie ter versterking van
het reeds aanwezige garnizoen.
Hiermee is thans meer dan de helft van
alle Engelsche troepen in N. China (tezamen
een bataljon) in Tientsin geconcentreerd.
De nieuwe troepen kwamen gedeeltelijk
uit Peking, gedeeltelijk uit Sjanhai-kwan.
Zij werden met bijzondere vreugde verwel
komd, daar in de concessie geruchten de
ronde doen dat de Japanners van plan zou
den zijn met geweld tegen de concessie op te
treden.
Ook verder werd gister de paraatheid der
concessie versterkt. De autoriteiten hebben
de heele politiemacht opgeroepen om dienst
te doen in de versterkte straatpatrouilles en
bij de eveneens verscherpte bewaking der
concessiegrenzen.
Hoewel er, zooals hierboven reeds ver
meld, geen ernstige incidenten voorvielen,
moesten vele Engelschen zich weer aan een
langdurig onderzoek onderwerpen. Voorts
wordt het bericht der Japanners, dat de
Chineesche groenteverkoopers op een bij
eenkomst besloten hebben de concessie te
boycotten, hier opgevat als de verbloemde
aankondiging van te verwachten nieuwe
maatregelen.
Men zal zich herinneven, dat eenige dagen
geleden twee groenten «erkoopers bij wijze
van „voorbeeld" aan de grens van de con
cessie door de Japanners werden neerge
schoten.
Deze en dergelijke maatregelen en voorts
het optreden der Japanners tegenover de
Engelschen en de last van de voedsel-
schaarschte leiden tot een toenemende ont
stemming onder de Britsche kolonie.
De Britsche consul-generaal heeft nieuwe
stappen gedaan met betrekking tot de voort
durende gevangenhouding van den Zater
dag gearresteerden Engelschman Smith. Hij
heeft den Japanschen consul-generaal me
degedeeld, dat, tenzij Smith gister werd uit-
geleverd, de zaak niet langer als een plaat
selijke aangelegenheid beschouwd zou wor
den.
Smith zou overigens door de Japanners
goed behandeld worden.
In de voedselsituatie is geen verbetering
gekomen.
Chamberlain: Engeland zal niet
berusten.
Dit blijkt ook uii de gistermiddag door
minister Chamberlain in antwoord op vra
gen in het Lagerhuis afgelegde verklarin
gen.
Hy zeide, dat de afsluiting van de Britsch
Fransche nederzetting onverzwakt wordt
gehandhaafd. Er zijn weliswaar voldoende
hoeveelheden meel en rijst in de nederzet
ting, doch de aanvoer van aan bederf onder
hevige levensmiddelen blijft ver beneden
normaal. Het schijnt, dat er geen verbod op
het binnenvoeren van levensmiddelen be
staat, doch de Japansche autoriteiten ver
langen, dat alle aangevoerde transporten
van groenten e.d. aan de versperringen
worden doorzocht, hetgeen een aanzienlijk
verlies van tijd beteekent.
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken, zoo zei Chamberlain, heeft beloofd,
dat een onderzoek zal worden ingesteld
naar de verschillende gevallen van smade
lijke bejegening en mishandeling, welke te
*ïjner kennis werden gebracht.
In het verdere vervolg van zijn uit
eenzetting zeide de premier dat de hou
ding van de Japansche regeering ten
aanzien van het voornaamste punt van
het conflict niet duidelijk is. Men weet
nog niet of over de zaak te Tokio dan
wel te Tientsin onderhandeld kan wor
den. De regeering verwacht echter he
den hieromtrent meer te hooren.
Op de vraag van het lid van Labour
Henderson, of dit beteekende dat de
Japansche regeering nog steeds geen
duidelijk omschreven grieven heeft ge
uit jegens Engeland en, indien dit zoo
is, dit niet lastig is voor de onderhande
lingen, zeide Chamberlain dat dit inder
daad het geval is, doch de regeering
hoopt, dat de Japansche regeering haar
grieven zal formuleeren. Hij legde hier
na de hierboven reeds vermelde ver
klaring af, dat de Britsche ambassadeur
te Tokio de Japansche regeering volko
men duidelijk heeft gemaakt, dat Enge
land niet van zins is in deze blokkade te
berusten.
Eén luitenant en één soldaat als
blokkadebrekers.
De blokkadebrekers van gisteren blijken
volstrekt niet bestaan te hebben uit een
heel detachement troepen, maar één
luitenant en één soldaat, beiden a-
pend. Zil casseerden in een vracht v. - -» de
internationale brug en keerden terug met
een voorraad ver che groenten voldoende
voor enkele dagen.
Zjj hebber, girter opnieuw voorraden
gehaald uit het gebied dat onder Japan
sche controle staat en konden ook dit
keer ongehinderd terugkeeren met een
transport vleesch voor de heele week.
De voorziening van de Fransche concessie
ondervindt geen moeilijkheden en wordt
door militaire vrachtauto's onderhouden.
Na alle andere bij de Japanners inge
diende protesten, heeft blijkens een verkla
ring van minister Huil thens ook de Ameri-
kaansche kamer van koophandel te Tientsin
bij monde van den consul-generaal der Ver.
Staten geprotesteerd. Zij heeft te kennen ge
geven, dat de blokkade in belangrijke gebie
den „practisch den Amerikaanschen handel
zal vernietigen" en étet de toestand gespan
nen is en onmiddellijk optreden noodig
maakt wil men rampzalige gevolgen vermij
den.
De eerste stafofficier van het Britsche
garnizoen te Tientsin heeft door bemidde
ling van den Japanschen consul-generaal
een onderhoud doen aanvragen met den
eersten stafofficier van het Japansche gar
nizoen te Tientsin. De consul-generaal heeft
er echter op gewezen, dat een onderhoud
geen nut zou hebben, als het in de bedoe
ling lag de punten te bespreken, die de Brit
sche consul-generaal in het begin van de
week in zijn onderhoud met den Japanschen
consul-generaal te berde heeft gebracht.
De Japansche militaire en diplomatieke
leiders te Tientsin hebben voor het eerst
sedert op 14 Juni de blokkade begon, verga
derd. Er werd besloten dat de Japanners
hun houding niet zullen wijzigen, zoolang
Engeland niet zijn geheele politiek van
sleunverleening aan Tsjang-kai-sjek veran
dert en met Janan samenwerkt bij de vesti
ging van een nieuwe orde in Oost-Azië en de
handhaving van den vrede in Noord-China.
Rijksminister Göbbels heeft gisteravond
bij gelegenheid van de zonnewendeviering
een rede uitgesproken, waarin hij o.m. ver
klaarde: „Wij kennen slechts één doel: alles
heroveren, wat ons in de geschiedenis heeft
toebehoord. Ieder vredesprogram, dat daar
mede geen rekening houdt, behelst slechts
holle phrases. Het is een gewaagde politiek.
Wie niets waagt wint niets. Wij willen, dat
het Duitsche volk deel heeft aan de rijk
sommen en de Engelschen hebben daarmede
niets te maken. Wij hebben een groote mo
gendheid gemaakt van een machteloos volk.
Thans maakt men geen geschiedenis meer
zonder Duitschland, maar met Duitschland.
Men wil dat niet begrijpen in Parijs, noch in
Londen, noch in Warschau.
Ironisch oefende spr. critiek uit op de
Engelsche politiek, waaraan hij toevoegde:
Engeland zou goed doen, wanneer het de
kwestie Dantzig zoo spoedig mogelijk liet
oplossen. Vervolgens verklaarde hij, dat de
berichten over Duitsche troepenbewegingen
in Slowakije onjuist zijn. Dat alles laat ons
koud. Wij hebben een zeer goeden vriend
in Europa. Wij zijn de sterksten ter wereld.
Wij weten wat wij willen en wij willen wat
wij weten. Wij zijn vastbesloten. De Führer
leidt ons sinds zes jaar van overwinning
naar overwinning. Wij en het Duitsche volk
zijn onoverwinnelijk.
Gisteravond is Halifax de eeregast
geweest aan een diner, waar Churchill
als tafelpresident zijn gast uitnoodigde,
een uiteenzetting te geven over den
toestand in het Verre Oosten. Halifax
zeide o.a. niet te willen gelooven, dat
de regeering te Tokio welbewust de ge
heele positie en politiek van Engeland
zou willen tarten.
Eerder geloofde hij, dat de toestand zich
ontwikkeld had uit een misverstand, dat
wellicht het gevolg was van een verschil
van opvatting. Ons werd verzocht, aldus de
minister, handelingen te verrichten, die wij,
op grond van het toen in ons bezit zijnde
bewijsmateriaal, meenden niet te kunnen
verrichten. Als zij zich in soortgelijke om
standigheden zou hebben bevonden, zou de
Japansche regeering wellicht zich in staat
geacht hebben, te handelen, zooals zij
wenschte dat wij zouden handelen en daar
om kon zij wellicht niet inzien, waarom wij
weigerden en schreef zij onze weigering toe
aan den wensch, haar belangen te schaden.
Ik behoef nauwelijks te zeggen, zoo
vervolgde Halifax, dat, wat ook het al-
gemeene Britsche oordeel over de ge
beurtenissen in China geweest moge
zijn, het nooit in onze bedoeling heeft
gelegen, toe te staan, dat de concessie
te Tientsin gebruikt wordt als een basis
voor activiteit, welke schadelijk is voor
de Japansche militaire belangen en als
de Japanneezen ertoe gebracht kunnen
worden, dit in te zien, en bewijzen zou
den willen geven ter staving van hun
herhaalde verklaringen, dat zij niet de
vernietiging van de Britsche belangen
in het Verre Oosten beoogen, dan heb
ik hoop, dat de zaak geregeld zou kun
nen worden.
De onderhandelingen met Rusland.
Halifax vervolgde: Wij voeren thans on
derhandelingen met de Sovjetregeering. Wij
gelooven, dat de Sovjetregeering dezelfde
belangen heeft en dezelfde doeleinden na
streeft als wij, en, zooals niet zelden voor
komt, doen zich bij het zoeken naar de
juiste formule moeilijkheden voor, doch in
de overtuiging, dat wij naar hetzelfde stre
ven, kunnen wij erin slagen, het wantrou
wen weg te nemen, en ik ben vol vertrou
wen, dat wij erin zullen slagen, tot een ac-
coord te komen.
Wij zijn verder gegaan, dan velen juist
geacht zouden hebben, in het streven, tot
overeenstemming te geraken. Ik geloof, dat,
zoo wij tot nu toe nog niet geslaagd zijn,
wij met recht kunnen zeggen, dat het niet
onze schuld is.
Wij hebben herhaaldelijk gepoogd, ande
ren ertoe te brengen, zich aan te sluiten bij
constructieve toenaderingspogingen op den
grondslag van wederzij dsche pogingen, de
fundamenten van den vrede te versterken.
SW
Evenals er voor een ruzie meer dan een
noodig is, vrees ik dat er meer dan een noo
dig is voor vriendschap en als iedere poging
tot verbetering der betrekkingen wordt uit
gelegd als zwakheid en als uitgangspunt
wordt genomen voor een nieuwen en bitte
ren aanval, is het nauwelijks te verwonde
ren, dat velen tot de slotsom gekomen zijn,
dat het eenige argument, dat zij, die geweld
gebruiken, begrijpen, het argument is, dat
die anderen niet minder gereed zouden zijn
om uit zelfverdediging geweld te gebruiken.
Doch ik geloof, dat deze geheele techniek,
zoo zij gebruikt zou worden, zal falen en dat
daarom het Britsche volk thans het punt
heeft bereikt, waar drie onmisbare elemen
ten eener consequente buitenlandsche poli
tiek aanwezig zijn en deze zijn naar mijn
meening: ten eerste, meer dan ooit in de
laatste jaren staat het land aaneengesloten
en hoeveel dat in binnen- en buitenland be
teekent, kan naar mijn meening niemand
beter zeggen dan de minister van buiten
landsche zaken, ten tweede geloof ik, dat
het land het er voor zichzelf geheel over
eens is, wat het groote doel is, waarop zijn
politiek gericht dient te zijn en ten derde
weet het, dat het sterk is en sterker wordt.
Boven alles, zoo besloot Halifax, kan ik er
niet aan twijfelen, daf het Britsche volk
trouw zal blijven aan zijn eigen vrijheids
geest. Het zal aldus de zaak der vrijheid in
de geheele wereld dienen.
De Japansche marine-autoriteiten heb
ben tot de commandanten der buiten
landsche oorlogsschepen te Swatau een
ultimatum gericht gericht, waarin zij
aankondigen, dat de buitenlandsche
bodems de haven van Swatau heden te
15 uur plaatselijken tijd moeten hebben
verlaten Daarna zullen de Japanneezfen
de veiligheid der vreemdelingen aan
land niet kunnen garandeeren.
Op het oogenblik bevinden zich in de
haven de Britsche torpedobootjager
„Thanet" en de Amerikaansche torpedo
bootjager „Pillsbury", doch niets wijst er
nog op, dat zij aan het Japansche ulti
matum zullen voldoen.
De Britsche marine-autoriteiten deelen
mede, dat de „Thanet" te Swatau zou
blijven ter bescherming van de belangen
van Britsche onderdanen.
Naar verluidt blijft ook de „Pillsbury" te
Swatau.
Inmiddels zullen de Engelsche vrouwen
en kinderen en ook onderdanen van andere
landen, die de stad wenschen te verlaten,
worden geëvacueerd door een Engelsch en
een Noorsch schip, die in den middag zullen
vertrekken, daar hevige gevechten verwacht
worden als gevolg van Chineesche tegen
aanvallen.
Het Japansche ultimatum heeft betrekking
op alle buitenlandsche schepen, oók oorlogs-.
bodems. De Britsche torpedobootjager
„Scout", die buiten de haven van Swatau
ligt, is gereed om zich zoo noodig bij de
„Thanet" te voegen.
Volgens berichten uit betrouwbare bron
vertrekt de Amerikaansche kanonneerboot
„Asheville" morgen naar Swatau.
Rusland en hel Verre
Oosten.
Naar aanleiding van de door sommige
Duitsche bladen gepubliceerde berichten, als
zou de Russische regeering bij de onder
handelingen met Engeland en Frankrijk
staan op een garantie voor de Russische
grenzen in het Verre Oosten, hetgeen een
beletsel zou zyn voor het tot stand komen
van een accoord, is het Russische persbureau
Tass gemachtigd te verklaren, dat dit be
richt beslist van allen grond ontbloot en niet
meer dan een verzinsel is.
Eenzelfde mededeeling komt uit Londen;
ook daar wordt in officieele kringen ver
klaard, dat de te geven waarborgen uitslui
tend op Europa betrekking hebben.
Inmiddels komt er ondanks alle bewerin
gen van Duitsche zijde, waar men met veel
genoegen den tragen tred der Russisch
Engelsche onderhandelingen waarnam, toch
eenig schot in deze besprekingen en Reuter
meent zelfs te mogen zeggen, dat men in
Londen en Parijs de vorderingen thans zeer
gunstig beoordeelt. Het jongste Russische
memorandum wordt op het oogenblik bestu
deerd en de standpunten der beide partijen
zijn elkaar, naar men gelooft, reeds goed
deels genaderd. Men is van oordeel, dat,
als zich geen onvoorziene ontwikkelingen
voordoen, er alle kans is, dat in de volgende
conferentie tusschen de Britsche en Fran
sche ambassadeurs de voornaamste geschil
punten uit den weg geruimd zullen worden.
Hierboven spraken we reeds terloops over
het leedvermaak, dat Berlijn heeft met den
tragen gang der besprekingen te Moskou, en
men noemt er Molotof een realist. Het
Duitsche nieuwsbureau deelt mee, dat in de
Duitsche pers nog nooit beweerd is, dat Rus
land garanties wenschte in het Verre Oos
ten. „Moskou en Londen dementeeren iets
wat nooit gezegd is om daardoor de ware
feiten te doen vergeten. Het is duidelijk, dat
de Moskousche onderhandelingen op het
doode punt zijn gekomen".
In Fransche diplomatieke kringen blijft
men de grootste stilzwijgendheid in acht
nemen. Gisteravond nam men een zeker op
timisme waar.
Te Moskou zegt men, dat, waar het ver
drag van zulk een groote beteekenis is, elk
punt een gedetailleerd onderzoek vereischt
en dat het daarom zoo lang duurt voor er
overeenstemming bereikt wordt.
Inmiddels doet te Berlijn het gerucht de
ronde, dat op het oogenblik een particuliere
Duitsche handelscommissie te Moskou zou
zijn om daarover een uitbreiding van de
DuitschRussische uitwisseling van goede
ren te spreken. Vooral zou het hier gaan om
een uitbreiding van den olie-, vet- en hout
export naar Duitschland. Maar ook over
vergrooting van den ijzeruitvoer zou gespro
ken worden. Als tegenprestatie zou Duitsch
land industrieproducten en halffabrikaten
leveren. In Duitsche economische kringen
spreekt men in dit verband van een crediet
ter grootte van 800 a 900 millioen mark.
u
De pauselijke nuntius te Warschau, mgr
Cortosi, heeft een onderhoud van een uur
gehad met den kardinaal-staatssecretaris
Maglione. Later voerde hij langdurige be
sprekingen met andere prelaten in het
secretariaat van het Vaticaan. Vernomen is,
dat de Paus hem heden wederom in parti
culiere audiëntie zou ontvangen.
In Vaticaankringen wordt verklaard, dat
de Paus zich bijzonder interesseert voor het
rapport, dat de nuntius kardinaal Maglione
heeft voorgelegd en waarin hij verslag doet
van zijn jongste besprekingen met den Pool-
schen minister van buitenlandsche zaken,
kolonel Beek.
Intusschen breidt de Paus zijn vredes-
activiteit uit. Hij ontving den Noorschen ge
zant by het Italiaansche hof, Irgens, met
wien hij ruim drie kwartier heeft gesproken.
Gisteren ontving hy den Belgischen ambas
sadeur bij het Quirirjal.
Deze besprekingen met diplomaten, die
niet bij het Vaticaan zijn geaccrediteerd,
worden belangrijk geacht. Intusschen is
hieromtrent verder niets bekend geworden,
behalve dat de Paus dezen diplomaten ver
zocht had te bezoeken. Men gelooft daarom,
dat hun audiënties in verband staan met
hun vredespogingen.
Wij zyn goede vrienden van Engeland, al
dus heeft Khalid al Hoed, de vertegenwoor
diger van Saoedisch-Arabië verklaard in een
interview naar aanleiding van de Italiaan
sche berichten, volgens welke het bezoek,
dat hij te Berchtesgaden aan Hitier heeft
gebracht, verband zou houden met een ulti
matum, dat emir Faisal, de zoon van koning
Ibn Saoed, tot Engeland zou hebben ge
richt.
Na met stelligheid ontkend te hebben, dat
hij onderhandelingen van welken aard ook
had gevoerd, verklaarde Khalid dat zijn be
zoek aan Hitier zuiver diende tot beant
woording van het bezoek, dat Goebbels ver
leden jaar aan het hof van Ibn Saoed heeft
gebracht. Hij deelde mede, dat hij om ge
zondheidsredenen te Berlijn vertoefde en
voegde hieraan toe, dat hij, alvorens zich
naar Berlijn te begeven, te Londen en Parijs
had vertoefd.
De Wilhelmstrasse spreekt thans de Ita
liaansche persberichten over een Arabisch
ultimatum, eveneens tegen en van welinge
lichte zijde worden zy als onzin bestempeld.
Zij zijn niettemin door de Duitsche pers op
een in het oog loopende plaats afgedrukt.
De Tsjechen hebben gister te Praag
de terechtstelling herdacht van 26
edelen, die in 1621 door de Habsbur-
gers werden geëxecuteerd na den ne
derlaag van den Witten Berg toen vier
hoofden tentoongesteld werden op de
kanteelen van de brug van Karei IV.
Reeds vroeg in den morgen verdrong de
menigte zich voor het raadhuis, rond het
zwarte kruis, dat in de straatsteenen is
aangebracht en dat de plek aangeeft, waar
de executie geschiedde. Het zwarte kruis
en het grafteeken voor den onbekenden
soldaat werden met bloemen overdekt. De
politie had veel moeite om het verkeer op
het plein gaande te houden Een aanwezige
zette het volkslied in, doch werd onder
broken door een politieman. Op dat oogen
blik verscheen een groep met een enormen
bloemenkrans met een rood lint voorzien
van het hakenkruis. De Tsjechen weken
achteruit en de Duitschers legden stilzwij
gend hun krans neer. Toen zij weggingen,
kwamen de Tsjechen terug en weldra was
de bloemkrans onder andere bloemen ver
dwenen.
Ten aanzien van het bezoek, dat de
Britsche en Fransche ambassadeurs, teza
men met Strang heden aan Molotof heb
ben gebracht, wordt een communiqué ge
publiceerd, waarin wordt medegedeeld,
dat den Russischen volkscommissaris voor
buitenlandsche zaken „nieuwe" Engelsch-
Fransche voorstellen werden overhandigd,
welke een herhaling vormden van de vo
rige voorstellen van Groot Britanië en
Frankrijk.
Hieraan wordt toegevoegd: in kringen
van het volkscommissariaat van buiten
landsche zaken merkt men op, dat de
„nieuwe" Engelsch-Fransche voorstellen
geenerlei vooruitgang toonen vergeleken
met de vorige voorstellen.
De Duitsche regeering heeft zich genood
zaakt gezien de Britsche regeering te ver
zoeken den Britschen consul-generaal te
Weenen terug te roepen, aangezien in een
strafproces is gebleken, dat het Britsche
consulaat-generaal te Weenen betrokken
was bij een verboden berichtendienst.
Geen toelichting van Berlijn.
Naar aanleiding van het Duitsche ver
zoek, dat de Britsche consul-generaal te
Weenen zal worden teruggeroepen verneemt
de diplomatieke medewerker van Reuter,
dat geen poging is gedaan de tegen den
consul ingebrachte beschuldigingen met
bewijzen te staven. In officieele kringen te
Londen beschouwt men het Duitsche ver
zoek dan ook volkomen ongerechtvaardigd.
Minister-president Chamberlain heeft
gister in het Lagerhuis medegedeeld, dat
hoewel de Duitsche regeering niet toegaf,
dat het consulaat-generaal te Liverpool in
verbinding stond met spionnen toch maat
regelen waren genomen om den consul
Reinhardt terug te roepen.
De democratische senator voor New
Jersey, Sathers, heeft tegenover de pers
verklaard, dat hy zich uitsprak ten gunste
van een derde ambtsperiode voor president
Roosevelt. „Twee en dertig stemmen der
democratische gedelegeerden van New
Jersey zullen voor Roosevelt zijn, tijdens
de democratische conventie van 1940".
Dit is de eerste maal, dat een senator
openlijk partij trekt voor een derde ambts
periode voor Roosevelt. Sathers voegde
aan zyn verklaringen toe: „Roosevelt is de
eenige democraat, dien Laquardia, de pro-
gressit, zal steunen tegen Dewey, of iede-
ren anderen reactionnair republikein".
Tot dusverre heeft Roosevelt geweigerd
aan te duiden, of hij een derde mandaat
zou aanvaarden, hoewel een campagne te
ziinen gunste in politieke kringen reeds
krachtig aangevat is.
Vijf dood en bij een auto-ongeval. - Op
den nieuwen weg tusschen Haiffa en
Bagdad heeft zich een auto-ongeval voor
gedaan, waarbij vijf Britsche militairen,
twee officieren en drie minderen, om het
leven zijn gekomen.
Felle brand in de Chineezenwijk van
New York. - In de dichtbevolkte oude
Chineezenwijk van New York is een brand
uitgebroken, waaraan tot nu toe twee hul
zen te offer zijn gevallen, terwijl de brand
nog voortwoedt. Uit de geheele stad is de
brandweer toegesneld.
Tot nu toe werden zeven lyken geborgen,
talrijke brandweerlieden werden ernstig
gewond.