Rugpijn
Een hartelijk weerzien in Engeland.
Jaarvergadering Ned. Juristenvereeniging.
De vorsten terug in
Buckinghampaleis.
E«n blij welkom te Southampton
en Londen, zonder militaire
veiligheidsmaatregelen.
De houding der Vereenigde
Staten.
Beslissende oogenblik nadert...
het Kremlin nog niet
voldaan.
Molotow overhandigt het Russische
antwoord.
Stad en Omgeving
Belangrijke prae-adviezen.
Een giftmenger?
r\c cpn ANOERE RHEUMATISCHE stoornis k**
Of EEN ANDfeKt waarvan de dokteiyu zeggen
zsz, zuAWt p~o«'
J\
DERDE BLAD
A1.KMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 23 JUNI 1939.
Om 3 uur 20 gistermiddag hebben de
koning en de koningin, terug van hun
reis naar Canada en de Vereenigde Sta
ten, te Southampton waar tien duizen
den ter begroeting waren saamge-
stroomd, voet aan wal gezet.
Hunne Majesteiten waren in gezel
schap van de beide prinsesjes Elisabeth
en Margareth Rose die aan boord van
den flottieljeleider „Kempenfeit" van
Portsmouth uit gistermorgen de „Em-
press of Britain" tegemoet waren geva
ren.
Na een oponthoud van 25 minuten te
Southampton zijn de vorstelijke perso
nen naar Londen doorgereisd, waar zij
om 17 uur 24 (Britschen zomertijd)
arriveerden.
Zoowel de koning als de koningin zagen
er buitengewoon goed uit. De koning was
gekleed in admiraalsuniform, de koningin
droeg een blauw costuum.
Te Southampton wachtten tienduizenden
belangstellenden, uit alle omliggende steden
en dorpen herwaarts gekomen, om het vor
stenpaar te begroeten. De straten van
Southampton waren voor de gelegenheid
rijk met groen versierd. Op vele punten
waren eerepoorten opgericht Dé schepen in
de haven waren gepavoiseerd. Op de kade,
waar de souvereinen aan land zouden gaan,
was een weelde van bloemen samen
gebracht.
De begroeting, welke het vorstenpaar te
Southampton te beurt viel, was zeer geest
driftig en allerhartelijkst. De menigte zong
het volkslied en jubelde met eindeloos ge
juich haar vreugde uit over het weerzien.
Koningin Mary, de hertog en de hertogin
van Gloucester, de hertog en de hertogin
van Kent, de princes Royal en de graaf van
Harewood waren per specialen trein naar
Southampton gekomen, om den koning en
de koningin, bij hun aankomst op te wach
ten. Het weerzien der koninklijke familie,
na zoo lange afwezigheid, was ontroerend
van hartelijkheid.
Het had in de bedoeling gelegen, dat ook
de Britsche vloot aan de begroeting zou
deelnemen. Het plan was nL, dat de „Em-
press of Britain" ter hoogte van de Solent
door een haag van oorlogsschepen van de
thuisvloot zou varen. Een dichte mist, welke
hier boven de wateren hing, was oorzaak,
dat men van dit gedeelte van het feest-
program moest afzien. De gezagvoerder van
de „Empress of Britain" was sinds Woens
dagavond op de brug geweest, er stond een
hooge zee, terwijl het zicht gedurende het
laatste traject werd bemoeilijkt door zwaren
regen, gevolgd door mist.
De ontvangst te Londen.
Zooals gemeld, duurde het oponthoud der
Britsche souvereinen te Southampton amper
25 minuten. Daarna werd de reis voortgezet
naar Londen, waar de koninklijke familie
om 17 uur 24 aankwam.
Grootsch en geestdriftig, blij en hartelijk
vooral was ook in de rijkshoofdstad de ont
vangst. Een ontelbare menigte was aan het
station en langs de 'raten; van daar naar
het Buekingham Palace stond bijna heel
Londen in de rijen, om het vorstenpaar het
welkom toe te juichen.
Op het perron van Waterloo station waren
ter begroeting aanwezig minister-president
Chamberlain, lord Halifax, de andere leden
van het kabinet en vele vertegenwoordigers
van het corps diplomatique, o.a. de'Ameri-
kaansche gezant, Ker.nedy.
Na de begroeting door deze autoriteiten
namen de vorstelijke personen plaats in een
viertal landauers en werd in langzaam
tempo naar Buekingham Palace gereden, te
midden van een aldoor juichende menigte.
Voorop ging 's konings lijfgarde, doch
overigens was er van militaire bewaking
niets te zien en ook langs den weg stonden
geen troepen opgesteld.
Buiten het parlementsgebouw hadden
honderden peers en lagerhuisleden zich op
gesteld, om den vorst en de vorstin hun
groet te brengen. Even te voren had het hoo-
gerhuis, evenals reeds het lagerhuis deed,
met algemeene stemmen een welkomst
boodschap voor het terugkeerend konings
paar gevoteerd.
Bij den koning en de koningin in den
eersten landauer zaten ook de beide prinses
jes. Londen was een en ad geestdrift bij dit
weerzien. Het was te zien aan de stralende
gezichten der compacte menschen-massa
langs de wegen, het was te hooren aan het
gejubel, uiting van oprechte blijheid, dat
zich voortplantte langs heel het parcours,
van het station naar het paleis. Londen
heeft zijn vorsten verwelkomd op zijn
eigen hartelijke, democratische wijze.
Bij het koninklijk paleis was een ontzag
lijke menigte saamgestroomd, om van den
terugkeer van het vorstenpaar getuige te
zijn en nog lang, nadat de koninklijke fami
lie zich in het paleis had teruggetrokken,
bleef het volk zingen en juichen, in de hoop
dat hunne majesteiten op het balcon zouden
verschijnen.
Een hooggeplaatste persoonlijkheid
uit de omgeving van het Witte Huis
heeft officieus verklaard, dat de be
trekkelijk gematigde toon der offi-
cieele protesten van de -Amerikaan
sche regeering en pogingen, die in
het werk gesteld zijn om een vreed
zame oplossing te zoeken van het con
flict te Tientsin niet uitgelegd moeten
worden als uitsluiting van krachtiger
maatregelen om de Amerikaansche
rechten te doen eerbiedigen ingeval
Japan zou volharden in zijn agres
sieve houding.
Men is hier inderdaad eens in erken
ning, dat wanneer de Japanneezen thans
hun streven richten op de Britsche en
Fransche concessies en de Vereenigde Sta
ten schijnen te willen sparen, dit komt
omdat Tokio rekent op de onmogelijk
heid, waarin Groot-Britannië en Frank
rijk zich bevinden om hun strijdkrachten
ter zee aan Europoa te onttrekken. Bijna
alle dagbladen erkennen, dat wanneer de
poging tot Panaziatische overheersching
door Japan en talrijke bladen wijzen in
dit verband er op, dat de Japanneezen
duidelijk te kennen hebben gegeven, dat
zij de leer van de „open deur" niet meer
zouden eerbiedigen tot staan gebracht
wil worden, een samenwerking van de
Vereenigde Staten onmisbaar is. In de
omgeving van het staatsdepartement ver
gelijkt men de Japansche methode met
die, welke door Duitschland toegepast
wordt en die er in bestaat de tegenstan
ders te verdeelen en etappegewijs de
eischen te verhoogen, daarbij rekenende
op den weerzin, dien de Westersche demo-
eratieëh hebben om alles in het werk te
stellen tot verdediging van naar den schijn
weinig gewichtige belangen.
De meeste bladen en talrijke politieke
persoonlijkheden echter wijzen er op, dat
het oogenblik nadert, waarop het in Azië
zoowel als Europa noodig zal worden te
kiezen tusschen een algeheele abdicatie of
een vastberaden tegenstand. Hoewel de
regeering der Vereenigde Staten voor het
oogenblik voorzichtig blijft optreden uit
vrees om ten aanzien van Groot-Britannië
en Frankrijk aan de spits te komen staan
en uit vrees Japan te drijven tot een on
middellijke felle actie, streven de diplo
matieke kringen er naar de Japansche
illusies ten opzichte van de afwezigheid
van Amerikaansche belangstelling op te
heffen.
Het practische probleem der middelen,
die zouden kunnen worden toegepast om
doel tref f enden invloed uit te oefenen op
Japan, wordt bestudeerd door bevoegde
kringen en in de pers besproken.
Terwijl de openbare meening weigert
een oorlog onder de oogen te zien, schijnt
zij bereid goedkeuring te hechten aan
methoden van economischen druk, zooals
boycot, schorsing van den handel met
Japan, en zelfs blokkade. De vooringe
nomenheid tegen een samenwerking der
Vereenigde Staten met de Europeesche
democratieën in Europa is veel minder
levendig, wanneer het om het Verre Oosten
gaat en de geheele orenbare meening
schijnt bereid een zeer krachtige houding
van den kant der regeering der Vereenig
de Staten goed te keuren.
Gistermiddag te vijf uur hebben de
ambassadeurs van Frankrijk en Enge
land te Moskou, Nagguar en Seeds,
alsmede Strang, zich naar het Kremlin
begeven, waar Molotow hun het offi-
cieele antwoord van de Sovjet-Unie op
de nieuwe Fransch-Britsche voorstellen
heeft overhandigd. De bespreking duur
de ongeveer een half uur. De secretaris
van Seeds, Robert, is gisterochtend per
vliegtuig naar Londen vertrokken om
het Foreign Office rapport uit te bren
gen. Molotow zou, volgess Reuter, heb
ben verklaard, dat de Britsch-Fransche
voorstellen nog steeds onaanvaardbaar
zijn voor de Sovjet-regeering. Dat door
het Kremlin nog meer wordt verlangd,
was gisterochtend vroeg reeds onthuld.
In niet-officieele kringen te Moskou ge
looft men, dat de Sovjet-regeering staat op
hechte garanties voor de Oostzeestaten en
dat de nieuwe Britsch-Fransche formule in
dit opzicht niet ver genoeg ging. Dit betee-
kent geen afbreken der onderhandelingen,
doch het besprokene wordt thans ter kennis
gebracht van Londen en Parijs en waar
schijnlijk zullen geen nieuwe besprekingen
met Molotow worden gevoerd, alvorens
nieuwe instructies zijn ontvangen.
Te Londen is nog geen officieele bevesti
ging ontvangen van het bericht uit Moskou,
dat Molotow de jongste Britsche voorstellen
heeft verworpen en eers zal thans bericht
van Seeds moeten worden afgewacht, al
vorens de Britsche regeer in g een nieuw
initiatief kan nemen. In diplomatieke krin
gen heeft men, naar de diplomatieke mede
werker van Reuter verneemt, den indruk,
dat de houding der Sovjet-Unie doet ver
moeden, dat hierachter een diepere oorzaak
schuilt dan alleen de kwestie der formule,
doch het is nog te vroeg om zich een oordeel
te vormen over wat hiervan de verklaring
kan zijn.
VERFRAAI UW BIBLIOTHEEK.
Onze binderij maakt Uw
oude boeken als nieuwl
BINDERIJ N.V. HER.MS. COSIER ZOON.
De deelnemers aan de jaarvergadering van
de Ned. Juristenvereeniging, die Vrijdag en
Zaterdag te Alkmaar bijeenkomen, werden
op den vooravond in de sociëteit „De Unie"
door den president van de Arrondisse
mentsrechtbank, mr. A. M. Ledeboer, tevens
voorzitter van de regelingscommissie, ver
welkomd.
Officieele ontvangst ten stadhuize,
Om half 10 werden de talrijke deelnemers
door het gemeentebestuur officieel ten stad
huize ontvangen.
De burgemeester, jhr. mr. F. H. van Kin
schot, verzekerde, het op hoogen prijs te
stellen, dat Alkmaar was uitgekozen voor
het houden van deze belangrijke, jaarlijk-
sche bijeenkomst. Spr. achtte het juist ge
zien van de vereeniging om op den voor
avond van het belangrijke congres het be
stuur der gemeente de gelegenheid te geven,
voor een officieele ontvangst ten stad
huize.
In een interessante beschouwing over de
geschiedenis der rechtspraak in Alkmaar,
waarbij de burgemeester herinnerde aan het
privilege van den Roomsch Koning Graaf
Willem II in 1254 aan Alkmaar geschon
ken, en waarbij spr. deed uitkomen, dat tot
1890 in de raadszaal van het oude stadhuis
de rechtspraak werd uitgeoefend, zette spr.
uiteen, hoe de scheiding van stadhuis en
rechtspleging door plaatsgebrek accuut was
geworden en hoe tenslotte in 1893 een
nieuw rechtsgebouw in Alkmaar in gebruik
werd genomen.
Spr. was overtuigd, dat vooral het rechts-
punt: „Is het wenschelijk, de aansprakelijk
heid van de ambtenaar, wegens onrechtma
tige daad tegenover derden, en tegenover
het publiekrechtelijk lichaam, waarbij hij
in dienst is, nader te regelen", de bizon-
dere aandacht trekt van de gemeentebestu
ren.
Spr. eindigde met den wensch, dat de be
raadslagingen zullen bijdragen om den
goeden naam van de Ned. Juristenvereeni
ging noog te houden.
De voorzitter van de Ned. Juristenver
eeniging, mr. Fockema Andreae, dankte
voor de hartelijke ontvangst. De groote op
komst, aldus spr., was wel het bewijs, dat
de juristen graag naar Alkmaar komen.
Persoonlijk deed spr. dat in het bizonder,
omdat hij hier zijn rechterlijke loopbaan
was begonnen en zich er steeds over ver
heugt, da. de stad binnen de vroegere wal
len nog zooveel schoons uit de middel
eeuwen heeft bewaard.
Na het gebruik van ververschingen, werd
het stadhuis bezichtigd, waarna men zich tot
een gezellig samenzijn in de Sociëteit „De
Unie" vereenigde.
Vergadering in het Gerechtsgebouw.
De voorzitter, mr. A. D. H. Fockema
Andreae, vice-president van het Gerechts
hof te Arnhem sprak bij de opening der
vergadering over de toepassing van de
pachtwet en gaf in breede trekken de
rechtspraak bij pachtzaken aan.
De ochtendzitting.
De voorzitter, mr. A. D. H. Fockema An
dreae, vice-president van het gerechtshof te
Arnhem, tevens voorzitter van de pacht-
kamer van dat gerechtshof, het college, dat
in hoogste instantie recht doet in pacht
zaken, heeft na de opening een korte be-
In de Parijsche pers is veel sprake van
een rentenier, gewezen hotelhouder in een
voorstad, Sainte-Martine genaamd, die in
1926 zijn eerste vrouw met arsenicum uit
den weg zou hebben geruimd om een an
dere te kunnen huwen en deze al weer een
tijd geleden met strychnine moet vergiftigd
hebben ten einde een nieuwen echt te kun
nen sluiten, ditmaal met een jeugdige
dienstbode, die enkele weken geleden moe
der van hem werd. Het parket had zich met
alle waarborgen omringd alvorens hem in
staat van beschuldiging te stellen, maar
alle bezwarenden getuigenissen ten spijt
ontkent de man hardnekkig. Een apothe
kersbediende verschafte hem destijds arse
nicum, zoogenaamd om veldmuizen te ver
delgen, maar kon hem jaren later niet de
toen onder een ander voorwendsel ge
vraagde strychnine leveren. In de resten
beider vrouwen werden sporen van de eene
en de andere stof gevonden, ofschoon de
geneesheeren, die de patiënten behandelden,
verzekerden geen geneesmiddelen voorge
schreven te hebben, die ze bevatten. Die
vrouwen zelf moeten Sainte Martine be
schuldigd hebben evenals de derde, maar
deze heeft die aantijgingen herroepen.
De getuigenissen van de buren over den
man, die zich zeer schijnheilig moet hebben
voorgedaan, zijn slecht.
Aardverschuiving tengevolge van wolk
breuken. - Door de wolkbreuken, die de
laatste dagen boven Bohemen losgebarsten
zijn, is het tot een aardverschuiving geko
men op de helling van den Hasenburg-berg
bij Laun in Noordwestbohemen. De grond
is opgeschoven in golvingen tot drie meter
hoogte en is vol scheuren. Het dorp Klapei,
dat aan den voet van den berg ligt, verkeert
in groot gevaar.
Ook boven de gemeente Lutschki bij
Kremnitz is een zware wolkbreuk losge
barsten. Het door het dal stroomende water
steeg tot een hoogte van zes tot zeven
meter en sleurde vijf van de zeven bruggen,
waarvan er drie van beton waren, mee. Tal
rijke woonhuizen en bedrijfsgebouwen stort
ten in.
Twee Duitschers veroordeeld. - Te Lodz
zijn twee leden der Duitsche minderheid
veroordeeld tot zes maanden gevangenis
straf, omdat zij in het openbaar zich belee-
digend uitgelaten hadden over het Poolsche
leger en de Poolsche natie.
schouwing over de toepassing van de pacht
wet gehouden. Hij heeft daarbij geconclu
deerd, dat nog moeilijke beslissingen wach
ten, èn ten aanzien van de afbakening van
de grenzen van competentie tusschen den
gewonen burgerlijken rechter en den bij-
zonderen pachtrechter, èn ten aanzien van
zuiver gemeenrechtelijke kwesties in pacht
zaken, èn ten aanzien van niet juridische
kwesties. Voor de laatste is de medewerking
van de niet-juridische leden der pachtka-
mers, wier medewerking zeer wordt gewaar
deerd, van groot belang.
Na zijn beschouwing over de pachtwet
heette de voorzitter speciaal welkom de
burgemeester mr. v. Kinschot, prof. Dievoet
en mr. Jacobs, vertegenwoordigers van
België, en mr. Benschot, vertegenwoordiger
van de Nederlandsch-Indische vereeniging.
PRAEADVTES VAN PROFESSOR
Mr. P. W. KAMPHUISEN.
Door prof. mr. P. W. Kamphuisen werd
praeadvies uitgebracht over de volgende
vraagstukken:
„Is het wenschelijk de aansprakelijk
heid van den ambtenaar wegens on
rechtmatige daad tegenover derden en
tegenover het publiekrechtelijk lichaam
waarbij hij in dienst is, nader te rege
len?
Zoo ja, welke richtlijnen moeten daarvoor
worden aanvaard?
Spreker ging de aansprakelijkheid na van
den materieelen dader tegenover den bena
deelde en ging uitvoerig de gevallen na
waarin, afwijkend van den algemeenen
regel, de corporatie wel, de dader niet tot
schadevergoeding verplicht is, namelijk bij
aansprakelijkheid zonder schuld, bij ambte
lijk bevel en bij uitdrukkelijke wetsbepa
ling. Hij behandelde verder de aansprake
lijkheid van den materieelen dader tegen
over de corporatie en de aansprakelijkheid
van de corporatie tegenover den materieelen
dader. Hij achtte, behoudens een enkel punt
den huidigen toestand bevredigend en kwam
tot de volgende conclusies:
1. De regeling van de aansprakelijkheid
van den materieelen dader in geval van on
rechtmatige overheidsdaad is, civiel recht
en ambtenarenrecht tezamen genomen,
technische niet fraai, doch materieel niet
onbevredigend.
2. Het ware te wenschen, dat de civiele
rechter de leer aanvaardde, dat de dader in
privé niet aansprakelijk is, indien deze aan
nemelijk kan maken, dat hij te goeder trouw
gemeend heeft zijn plicht te doen.
3. Wetswijziging ter bereikking van het
sub 2 omschreven resultaat is niet aan te
raden.
Tweede adviseur over dit onderwerp was
mr. F. M. Westerouwen van Meeteren. Deze
ging uitvoerig in op de aansprakelijkheid
van den ambtenaar tegenover derden en de
aansprakelijkheid van den ambtenaar
tegenover het publiekrechtelijk lichaam,
sprekers wees daarbij op de wenschelijk-
heid der intrekking van sommige bestaande
wetsbepalingen, die incidenteel zich over
den schadevergoedingsplicht van het pu
bliekrechtelijk lichaam uitspreken zonder
dat de aard der materie de instandhouding
eener speciale uitzonderingsbepaling noodig
maakt.
De opvattingen van beide praeadviseurs
zijn door mn van Over in meer beknopten
vorm toegelicht in het Nederlandsch Juris
tenblad. De kern van deze beschouwing is,
dat de belangrijkste vraag van deze zeer
uitvoerige praeadviezen is of de ambtenaar
op stuk van zaken de schade door zijn fout
aan derden toegebracht dient te vergoeden.
Men is het er over eens, dat hij daartoe niet
in alle omstandigheden verplicht behoort te
zijn omdat in dat geval zijn risico veel te
groot zou worden. Daarbij komt de vraag
tegenover wie de ambtenaren aansprakelijk
zullen zijn, onmiddellijk tegenover den be
nadeelde, of middellijk, d.i. tegenover de
overheid in welker dienst zijn zijn, en die op
haar beurt gehouden is jegens den bena
deelde. Een derde zal het liefst de overheid
aanspreken, maar er kunnen andere geval
len zijn dat men liever den ambtenaar of
beiden zal aanspreken. Want men is vaak
niet zeker wie er aansprakelijk is en de
Staat is een taaie tegenstander. Beide advi
seurs willen den ambtenaar slechts in be
perkte mate voor zijn fouten aansprakelijk
stellen. Prof. Kamphuisen wil de directs
aansprakelijkheid van den ambtenaar
jegens den benadeelde welke ons recht thans
kent, behouden. Mr. van Meeteren wil daar
aan een einde maken door middel van een
nieuwe artikel 1403 bis, zoodat tegenover
den derde alleen de overheid aansprakelijk
wordt en nimmer jegens haar de ambtenaar
beperkt gehouden zal zijn. Prof. Kamp
huisen beschrijft het geldende recht zooals
dit z.i. door den H.R. is gevormd. Hij on
derzoekt de gevallen waarin de overheid wel,
maar de ambtenaar niet aansprakelijk is en
omgekeerd en noemt de laatste gevallen
frequent.
Wil het systeem sluiten, dan moeten voor
den vergoedingsplicht van den ambtenaar
jegens den benadeelde juist dezelfde voor
waarden gesteld worden als voor zijn ge
houdenheid tegenover de overheid, wat
thans niet het geval is. Thans is de toestand
zoo, dat wanneer de ambtenaar de onrecht
matige daad te goeder trouw beging en zijn
fout verschoonbaar was, er geen verbinte
nis ontstaat t.o. de overheid maar wel een
jegens den benadeelde.
Uiteindelijk behoort hier slechts de over
heid den ambtenaar de schade toch moeten
ambtenaar veroordeeld wordt, zal de over-
hed den ambtenaar de schade toch moeten
vergoeden. De conclusie is, dat het systeem
goed is mits met de verbetering, dat bij een
fout te goeder trouw, de ambtenaar ook
vrijuit gaat als de derde tegen hem proce
deert en de rechtspraak zal daartoe moeten
overgaan zonder een gevaarlijke wetswijzi-
st;c,7w Kan l.ld.n to.
vpeeaeiUKe PU" ,napl®M® d werken. geschiedt
werking. Olt l. °0 veHI«. van energiek
rugpijn, pijn Ie Je |>®eo? „en voeten, blazen
2SV."0e «gVn.'ïheumetf.ch. pijn en dufheid.
Vo<Tekom der'8e,Ukev.rechljn»el«ne H^«e
flacon Posten*. RugoU" N,er*" JI'.'ÏJl .Jrgoed
duizenden menschen getalgen. vePSChijnsel van
rugpijn nibw rnu^
Olt modern, wetentchzppeliik mldd*L
krijgseer I" drie verpekkingee f
ging. Dit alles houdt in, dat het vaak zal
voorkomen, dat derden de schade moeten
dragen van ambtenaarsfouten, ook al was
de ambtenaar volkomen solvent en al zou
zoowel hij alsook de rechtspersoon wier be
langen hij waarneemt wèl gehouden geweest
zijn indien deze geen overheidslichaam ware
geweest. Het is de vraag of dit gewenscht
is. De vrees bestaat, dat wanneer dit stelsel
aanvaard werd, er zich gevallen zouden
voordoen waarin de onrechtvaardigheid om
den benadeelde de schade te laten dragen,
duidelijk aan den dag zou treden.
Mr. van Meeteren wil den ambtenaar die
een vergeeflijke fout heeft gemaakt en dus
niet tot vergoeding gehouden behoeft te
zijn, prncipieel buiten schot van den bena
deelde latenen zijn eventueelen vergoe
dingsplicht regelen als een zaak, welke
slechts de overheid en hem aangaat, dus als
een vraag van ambtenarenrecht. Hij toonde
aan, dat de directe actie jegens den ambte
naar den benadeelde weinig voordeel brengt,
daarbij in aanmerking nemende, dat de be
nadeelde „veeleer slechts gebaat zal kunnen
zijn door een wettelijke regeling, die de ver
werkelijking van zijn schade aanspraken on
afhankelijk maakt van hem niet regardee-
rende discussies omtrent de vraag, wie uit
eindelijk den vergoed in gslast zal hebben te
dragen." Het is uiterst bezwaarlijk een
regeling te vinden waardoor de ambtenaar
wegens vergeeflijke fouten jegens den be-
nadelede vrijuit zal gaan. Men mag den
rechter niet in een pijnlijk dilemna bren
gen, waaruit hij zich veelal zal redden door
persoonlijke schuld te ontkennen in geval
len waarin volledige vergoeding hoogst on
billijk zou zijn, maar veroordeeling tot een
beperkte schadeloosstelling wel degelijk op
haar plaats was. Het nieuwe artikel 1403
bis, dat mr. van Meeteren wenscht, stelt
den ambtenaar buiten gehoudenheid jegens
den benadeelde, uitgezonderd in geval van
kwade trouw, terwijl het voor den vergoe
dingsplicht jegens de overheid verwijst naar
bijzondere wetten en reglementen. Aan de
regeling in bijzondere wetten en reglemen
ten heeft mr. van Meeteren groote aandacht
besteed. Hier wordt de groote vraag behan
deld wanneer de ambtenaar wel en wanneer
hij niet de uiteindelijke schade, die door
zijn fout is aangerilht moet dragen. Bij de
voorgestelde regeling is dan het uitgaans-
punt, dat de ambtenaar niet voor al zijn
fouten aansprakelijk mag zijn. Wetten en
reglementen hebben een en ander al ge
regeld, maar dit is tamelijk chaotisch en de
praeadviseur wil dan ook een en ander
ordenen in de ambtenarenwet. Hij wil bij
de regeling over het inhouden van vergoe
ding op bezoldigingen en pensioenen een
aanvullende bepaling over aansprakelijk
heid ook op het privé vermogen van den
ambtenaar en formuleert daarvoor een
nieuw art. 115 bis bestaande uit 5 leden.
Daarin wordt vastgesteld, dat de ambtenaar
kan worden verplicht tot geheele of gedeel
telijke vergoeding. Hij moet in de gelegen
heid worden gesteld om Zich te verantwoor
den. Volledige vergoeding kan worden op
gelegd bij kwade trouw en in andere geval
len wordt rekening gehouden met den aard
der dienstbetrekking, den ernst der tekort
komingen en de omstandigheden waaronder
deze zijn begaan. Geen verplichting moet
er zyn bij ambtelijk bevel, ook al was het
een onbevoegd bevel, mits de ambtenaar het
kon beschouwen als bevoegd gegeven en de
nakoming binnen den kring zijner onderge
schiktheid was gelegen. Zoo bereikt men,
dat de eindbeslissing omtrent den vergoe
dingsplicht berust bij den ambtenarenrech
ter, die zijn meening op een wetsbepaling
kan gronden, welke de regeling dezer mate
rie aan algemeenen maatregel van bestuur
en verordenng door lagere publiekrechtelijke
organen onttrekt. Ook andere bepalingen
van de ambtenarenwet dienen te worden
gewijzgd of aangevuld teneinde het beroep
op het ambtenarengerecht nader te regelen
en het overheidslichaam een executorialen
titel te verschaffen. Dit gerecht kan een
bevelschrift afgeven, waartegen verzet
openstaat bij de arrondissementsrechtbank,
dat echter niet gericht kan zijn tegen de
wettigheid van het besluit. De voorstellen
van beide praeadviseurs geven een tot op
groote hoogte bevredigende oplossing.
De discussie.
Aan de discussie werd allereerst deelge
nomen door prof. mr. Hoetink, die van oor
deel was dat de 4e uitzondering van prof.
Kamphuisen niet slaat op het geval, dat de
overheid niet aansprakelijk is.
Spr. vroeg voor welke groep van uitzon
deringsgevallen zijn 4e voorgestelde uitzon
dering geldt.
Spr. achtte het ondenkbaar, dat de dader
aansprakelijk is, terwijl de overheid niet
aansprakelijk is.
Spr. vereenigde zich met de zienswijze
van den 2en prae-adviseur.
Mr. J. Kruseman, oud-president van het
Gerechtshof te Amsterdam, constateerde,
dat beide prae-adviezen hun belang
rijke beteekenis zullen behouden en
schaarde zich aan de zijde van den len
prae-adviseur, die de ambtenaar inzake de
verantwoordelijkheid niet wil loslaten.
Uitvoerig zette spr. zjjn standpunt uiteen.
In een proces zal moeilijk te bewijzen zijn
of een ambtenaar te kwader trouw handel
de. De vraag moet zijn of hij redelijker
wijze mocht denken, dat hij mocht handelen
als hij deed en alleen dan mag hij vrij uit
gaan.
Mr. P. H. Smits, rechter te Amsterdam,
ontwikkelde eenige bedenkingen tegen de
prae-adviezen en vroeg hoe het staat met de
indirecte aansprakelijk van een ambtenaar.
Ten 2de ontwikkelde spr, nog bezwaren