De gebeurtenissen te Oss in het brandpunt
Vr aag en Afin bod
VVV
Hartjes
Financieel Overzicht.
NOTITIE-BOEKJE.
parlement
der belangstelling.
Woensdags en Zaterdags.
De minister is verlangend
antwoord te geven.
Alléén tweede handsch goederen.
35 cent per vijf regels uitsluitend a contant.
(DINSDAGS EN VRIJDAGS INZENDEN).
VAN MIJNHARDT,
UIT HUN
Dagboek en reis-journaal van
een Hollandsche koopmans
vrouw op het einde der 18de
eeuw. i
n.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 24 JUNI 1939.
Gistermiddag is de discussie over het ver
slag der Kamercommissie over het beleid
van minister Goseling met betrekking tot
de zaak-Oss tot het antwoord van den be
windsman toegekomen, die a.s. Dinsdag op
de scherpe critiek van vele kanten zal rea-
geeren. Hoe dit zal gebeuren, valt natuur
lijk niet te zeggen; zal hij zjjn standpunt
handhaven of zal hij erkennen fouten te
hebben begaan? De Kamer zou dit gaarne
zien en de meerderheid zou dan het verbin
den van politieke gevolgen aan het aan
vaarden der conclusie van de commissie-
Schouten niet noodzakelijk achten.
De heer Joekes (v.d.), Bierema (lib.) en
Albarda (s.d.) waren van oordeel, dat daar
in de minister zelf te beslissen heeft; de heer
de Geer had dit den vorigen dag ook ge
zegd, maar daaraan de opmerking vastge
knoopt, dat de minister, van zijn staatsrech
telijk standpunt bekeken, niet behoeft af te
treden. Daarover dachten de heeren Rost
van Tonningen (n.s.b.), van Houten (c.d.u.)
en Kersten (s.g.) echter einders. Die eischten
niet alleen het aftreden van minister Gose
ling, maar eveneens het ontslag van den
procureur-generaal in den Bosch, die
zooals de heer van Houten het uitdrukte
de „kwade genius" van den minister van
Justitie is geweest. Had den vorigen dag
mr. van der Goes van Naters (s.d.) ontslag
of overplaatsing van den p.g. verlangd, mr.
Joekes was eveneens van oordeel, dat deze
hooge magistraat niet langer kon worden
gehandhaafd; de heer Albarda achtte een
ernstige correctie toch wel het minste, dat
tegen den p.g. ondernomen kon worden.
Mevr. Mackay-Katz (c.h.), die een buiten
gewoon knappe en boeiende rede heeft ge
houden (welke aan het slot een krachtig
„bravo!" van den heer Wijnkoop ontlokte)
toonde door in allerlei details te treden, aan,
welk een eigenaardig optreden dezen p.g.
kenmerkt. Zij schetste den druk, welke hij
uitoefende om bepaalde vervolgingen stop
te zetten, hoe hij er in slaagde de officieren
der marechaussee in een bijeenkomst te
overdonderen, waartoe de districtscomman
dant, de eenige die van alles op de hoogte
was, niet was uitgenoodigd. Zij vertelde,
hoe die officieren dossiers voor hun neus
kregen, welke haar dagen gekost hadden
om door te werken, doch waarvoor die hee
ren slechts een paar uren hadden gehad. En
die dossiers hadden hun licht moeten ver
schaffen over het door den p.g. en den mi
nister beweerde wanbeleid van de Oss-sche
brigade, dat de marechaussees met over
plaatsing zouden bekoopen. Mevr. Mackay
wond er geen doekjes om en gaf ronduit te
kennen dat de p.g. zijn opsporingsambtena
ren had „geterroriseerd"; '.aarnaast stelde
zij het te krasse en eenzijdige optreden van
den minister. Had mr. Goseling nooit eens
bedacht, dat deze p.g. door zijn snelle car
rière over het paard getild kon zijn?
Aanvankelijk was het juridisch betoog
van deze vroegere Amsterdamsche advocate,
die mr. Goseling daar als confrère heeft ge
kend, tamelijk droog, toen zij uiteenzette,
dat de minister niet de bevoegdheid had
om den marechaussees te Oss de opsporings
bevoegdheid tijdelijk te ontnemen; hierin
dus stond zij tegenover het ambtenarenge
recht. Maar hoe meer zij vorderde in de za
ken zelve, die de affaire-Oss uitmaken, hoe
meer zij „er in" kwam. Zij rafelde ze als het
ware uiteen, om aan te toonen, dat de mare
chaussees niet, zooals de minister aanneemt,
de rechtszekerheid hebben aangetast, maar
dat de bewindsman door zijn optreden die
rechtszekerheid niet heeft bevorderd en het
gezag niet krachtig gehandhaafd.
De minister interrumpeerde haar herhaal
delijk, maar onmiddellijk had zij een slag
vaardige repliek gereed. Met de grootste be
langstelling en menigmaal in diepe stilte,
■v olgden de leden dit dueL Zij wees er den
minister op, dat achteraf is gebleken, dat ei
geen onwaarheid in het proces-verbaal van
een der marechaussees had gestaan, zooals
bij de interpellatie-Drop is beweerd. Wel
nam de minister dit in zijn nota terug,
„maar, aldus mevr. Mackay, die zoogenaam
de onwaarheid heeft den minister toch maar
bij zijn beslissing tot overplaatsing be
ïnvloed".
Evenmin in de zaak van de geestelijken
was bewezen, dat ontactvol was opgetreden.
Nota bene, dezelfde marechaussee, die in de
zedenzaak tegen een fabrieksdirecteur, niet
minder dan 200 vrouwen en meisjes hoorde,
op een wijze die is geprezen, stelde het on
derzoek in. En deze man was een goed
katholiek; is het dan aan te nemen, dat hij
onjuist zou zijn opgetreden? En evenmin
hebben de marechaussees ruchtbaarheid aan
dit geval gegeven. Onder de jongens bij de
werkverschaffing is er openlijk over ge
praat. Wie de rechtszekerheid in gevaar
heeft gebracht, dat was in elk geval niet de
marechaussee, maar wel de procureur-
generaal! En mevr. Mackay betreurde het
zeer, dat de vrienden van den minister door
dezen ambtenaar te dekken, den minister
schade toebrengen. Ook stond zij stil bij de
psychologische gevolgen van het schorsen
van de opsporingsbevoegdheid. De Oss-sche
brigade in de eerste plaats voelde dit als
een straf, maar hoe zal de geestesgesteld
heid zijn geweest van de brigade, die daar
na in die stad is gekomen; zou zij niet, uit
vrees voor een schrobbeering, de handen
thuis gehouden h°bbei. in gevallen waar zij
tevoren actief zou zijn geweest? En wat zal
de invloed van dien maatregel op de opspo
ringsambtenaren in het algemeen in ons
land zijn geweest? Door zijn kras en eenzij
dig optreden heeft de minister het gezag
niet gehandhaafd. Onjuist was het ook van
hem geweest om den ministerraad te men
gen in het niet-hooren van ambtenaren door
de commissie. Wanneer de minister alle ge
vraagde stukken had overgelegd, zou de
commissie hebben kunnen vaststellen dat
niets verbergen behoefde te worden. De
minister had voordat hij een maatregel nam
den p.g. moeten vragen of met de chefs van
de marechaussee en met dezen zelf was ge
sproken. Op grond van al deze en nog andere
grieven, was mevr. MackayKatz tot haar
conclusie gekomen, dat zij met volle over
tuiging vóór de conclusie zou stemmen; zij
hoopte alleen neg dat de minister erkennen
zou eer. fout te hebben begaan.
Toen deze afgevaardigde haar bank had
opgezocht kwamen verschillende leden
naar haar toe, om haar de hand te druk
ken en haar erkentelijkheid te betuigen
voor haar kranige rede!
Wij hebben juist hierom er veel aandacht
aan geschonken omdat er ook dingen in
werden gezegd, die anderen vóór haar nog
niet hadden gezegd. Zooals men wel be
grijpen zal, is de zaak zelf na zoovele spre
kers, die van een en hetzelfde standpunt
redeneeren, vrijwel doodgepraat. Er zijn
natuurlijk nog nuances. Mr. Rost van Ton
ningen (n.s.b.) zeide de zaak te zullen be
kijken van nationaal-socialistisch stand
punt, hetgeen hij dan ook deed; dit bracht
derhalve mede, dat de zakelijkheid van zijn
betoog verloren ging en dat de Kamer en
haar commissie te hooren kregen, dat be
wust de zaak getraineerd was, omdat de
politieke partijen daar belang bij hadden;
men wilde niet voor de Statenverkiezingen
met het rapport komen en men durft geen
enquête voor te stellen. De commissie had
al lang haar taak rioeten neerleggen, toen
zij niet alle gegevens kreeg waar zij om
vroeg. Zoo luidde ook het oordeel van den
heer van Houten (c.d.u.) Hij vond van
groot belang de vraag (die niet is beant
woord) of in de zaak van de geestelijken
het Nederlandsche recht zijn beloop had
gehad. Was dit voor dezen afgevaardigde
nog een vraag, voor ds. Kersten (s.g.) was
het al een uitgemaakte zaak, dat het ka-
nonnieke recht overheerscht had.
De heer van Houten zeide verder nog,
dat het bij het aannemen van de conclusie
niet kon blijven; als de minister niet be
reid was heen te gaan, moest de Kamer
zijn begrooting verwerpen of een motie
aannemen. Als hij zijn stem dus vóór de
conclusie uitbracht beteekende dit voor
den heer van Houten, dat de minister moest
aftreden.
De heer Albarda (s.d.) tenslotte betreurde
de houding van de katholieken in deze
zaak. Hij kon hun solidariteitsgevoel begrij
pen; zij haden echter moeten inzien dat er
ook een critiek van respectabel karakter is,
en een bijdrage leveren voor een gemeen
schappelijke uitspraak. Het is te betreuren,
aldus de leider der socialisten, dat die af
wijking ook in de commissie is doorgegaan.
De behandeling van een zeker Amster-
damsch rapport heeft van een vergelijkbare
zaak een ander beeld te zien gegeven.
De minister had het steeds over de hand
having van de rechtszekerheid, maar hand
having van de rechtszekerheid beteekent
niet dat onschuldigen ongemoeid worden,
maar ook dat schuldigen worden vervolgd!
En daaromtrent bestaat ongerustheid in den
lande. Waarom moet het gezag alleen krach
tig zijn tegenover de marechaussee en niet
tegenover den procureur-generaal?
Nadat ir. Albarda den heer Rost van Ton
ningen onder het oog had gehouden dat hij,
als nationaal-socialist, allerminst geroepen
was om als kampioen voor recht en eerbaar
heid op te komen, gezien de practijken in
concentratiekampen, enz., in arbeidsdienst-
kampen van jongens en meisjes in zeker
land en andere misbruiken in bepaalde
kringen (die het neerknallen van eenige
lieden op 30 Juni 1934 ten gevolge hadden)»
kwam hij tot zijn slotsom. Hij zou voor de
conclusie stemmen, tenzij de minister de
onjuistheid daarvan had aangetoond. Wan
neer de minister nieuwe feiten naar voren
zou brengen, zou het wenschelijk kunnen
zijn, deze rustig te bezien en dus behield de
heer Albarda zich voor in dat geval schor
sing der beraadslaging te vragen. Z.i. hangt
het geheel van het antwoord van den minis
ter af, of er aanleiding is gevolgen aan het
aannemen van de conclusie te verbinden.
Maar dit wilde de heer Albarda alvast wel
zeggen: een achtens .-aardig man vernedert
zich niet, wanneer hij een fout erkent. En
dan hodpte hij tenslotte nog, dat de procu
reur-generaal de kracht van den minister
zou gevoelen!
Tegen half zeven ging de Kamer naar
huis en kon minister Goseling zich gaan
prepareeren voor zijn rede. Hij maakte er
wel even een begin aan, waarin hij zijn
waardeering erover uitsprak, dat de Kamer
een zakelijken toon had gevoerd en ver
klaarde te hebben verlangd naar dit oogen-
blik. Doch zooveel geduld had hij nog wel,
om te verzoeken, a.s. Dinsdag zijn rede te
mogen voortzetten!
Te koop: keurige jongensfiets (10-12
jaar) met torpedonaaf, 10.
KERKELAAN 16, Bergen.
Afbraak te koop. Prima best werk
en timmerhout, hekpalen, antennepa-
len, dakpannen, ramen en deuren.
Afbraakhandel H. DE tUIJTER, bij
het Oudorperdijkje, Alkmaar.
Lange, echt leeren jas, gr. maat als
nieuw 25.00, Heerenrijwiel dubb.
remmen Burgers E.N.R. 12 00, Salon-
pathefoonkast met 50 platen 20.00.
KERKELAAN 13 H, Heiloo.
Gevraagd 8 m.m. filmtoestel liefst
met projector. Brieven onder letter
V 986 bureau van dit blad.
Gevraagd ter overname: een donzen
slcicipzcik
C. G. VAN KEEKEN, Bakkum (N.-H.)
Te koop gevraagd een 1 pers. ledikant.
Adres TOUSSAINTSTRAAT 15.
Te koop: koperen ketel, doofpot en
theestoof en strandwagen.
KONINGSTRAAT 8, Alkmaar.
Weckketel met glazen te koop ge
vraagd.
F. STOFFER, Noordervaart 102.
Te koop D. K. W. R.T., prima banden.
PLEVIER, Oterleek.
Z. g. a. n. Thermometers vanaf 15 ct.
Koortsmeters goedgek. 60 cent.
De Hygiënische Artikelen-winkel
„HYGIENA", Achterstraat 45.
Billijk te koop: z. g. a. n. Aquariums,
afm. 100 x 50 x 40 en 60 x 30 x 30,
40 x 28 x 28 en 90 x 25 x 25.
TIENENWAL 48.
Klapstoelen voor alle doeleinden ge
schikt 98 cent. Prima Mangel 10.
Groote tuinbank 4.50, Ledikanten in
alle soorten enz. J. L. SOSTMAN,
Ridderstraat 10, Alkmaar.
Te koop diverse onderdeelen Boby-
schudder en Ransomes hooihark en
maaimachinemessen.
H. C. STOUTJESDIJK, Voordam 5,
Alkmaar.
Te koop z. g. a. n. autoped, prima
damesrijwiel.
BURGERS, Hoeverkade 4.
Gebruikte Grasmaaimachine te koop.
H. C. STOUTJESDIJK, Voordam 5,
Alkmaar.
Aangeboden: Landschapsversiering
(Rijngezicht) op doek in olieverf 1.80
M. hoogte, per Meter 2.50 voor
serre, plaats, enz. bij
S. J. MOLENAAR, Hofplein 39.
Te koop moderne v. Delft Kinder
wagen wit met sierkussen. Te bevr.
STATIONSWEG 12a.
Te koop: een modern eikenhouten
Orgel, z. g. a. n. gekost hebbende
600 nu 150; tevens een prima
Duitsche piano 150 met garantie.
A. J. Overdijk, Breedstr. 49, Alkmaar.
Pracht Heerenrijwielen 17.50
16.00, Damesrijwielen 17.50
16.0015.00, Jongei.sfiets 12.50,
Meisjesfiets 12.50. Nierop's rijwiel
handel, Heerenstr.
Telef. 3827.
Te koop: mooi Damesrijwiel met
nieuwe banden en Torpedoremnaaf
12, Grasmachine prima in orde 5.
LIJTWEG 21, Bergen.
Bij apothekers en drogisten,
koker 12 st 50 cL - doosje 6 st 50 el
Afwisselend koersverloop ter beurze.
Gunstige factoren voor het Ameri
kaanse he bedrijfsleven. Nieuwe in
jecties door regeeringsuitgaven.
Betere resultaten der Amerikaansche
spoorwegen. Verdere buitenwer-
kingstelling van valuta-clausules.
Het Philips-concern toont zich con
junctuur,,proef". Onzekere voor
uitzichten voor de petroleumindustrie.
.Na de apathische stemming, die de fond-
senmarkt een tijd lang had beheerscht, is m
het begin der afgeloopen week een onmis
kenbare verbetering ingetreden. Men was
geneigd, deze in verband te brengen met
gunstiger opvattingen betreffende de poli
tieke ontwikkeling, in de eerste plaats wel
met een vermindering van de vrees voor
ernstige complicaties in het Verre Oosten.
Zonder den invloed van dergelijke politieke
factoren op de beursstemming te willen on
derschatten, meenen wij, den oorsprong van
het koersherstel in de laatste week toch op
ander gebied te moeten zoeken. Immers,
reeds vóór de Europeesche beurzen eenige
neiging tot verbetering vertoonden, trad op
de fondsenmarkt te New-York een krach
tige koersstijging in en deze vormde het uit
gangspunt voor het koersherstel elders.
Veel meer dan in de laatste maanden het
geval was geweest, houdt men in beurskrin-
gen thans weer het oog gericht op de econo
mische ontwikkeling in de Ver. Staten, die
van zoo'n grooten invloed is op den gang
van zaken in de geheele wereld. Het waren
dan ook voornamelijk de gunstiger berich
ten uit het Amerikaansche bedrijfsleven, die
verantwoordelijk waren voor de meer opti
mistische stemming op de Europeesche
fondsenmarkten.
De verwachting, dat het uitgaven-pro
gramma der regeering tenslotte tot een ver
ruiming der werkgelegenheid op velerlei
gebied zou leiden, begint zich te verwezen
lijken. Het indexcijfer der industrieele be
drijvigheid is reeds tot 89.8 gestegen, wat
het hoogste punt is sedert 4 Febr., terwijl
anders om dezen tijd van het jaar seizoens
invloeden tot een inkrimping van de pro
ductie leiden. De verbetering was het grootst
in de bouwvakken en de daarmede verwan
te bedrijfstakken, die in de eerste plaats
profiteeren van de door de regeering ver
strekte opdrachten voor openbare werken,
den regeeringssteun voor den bouw van wo
ningen enz.
Het einde van de door de regeering op dit
gebied en op andere terreinen te verleenen
steun is nog lang niet in zicht. Het Huis
van Afgevaardigden heeft dezer dagen een
ontwerp aangenomen, waarbij 1735 mil-
lioen zal worden aangewend voor onder
steuning en voor werkverruiming. Het
grootste deel hiervan, n.L 1)4 milliard, zal
ten goede komen aan de Works Progress
Administration. Voor het op 1 Juli a.s. be
ginnende begrootingsjaar worden verdere
uitgaven-plannen der New Deal in het voor
uitzicht gesteld; aan de regeering wordt het
voornemen toegeschreven, er alles op te zet
ten, om dit uitgavenprogramma nog in de
huidige Congreszitting te doen aannemen,
teneinde den grondslag te leggen voor de
conjunctuurverbetering, die haar met het
oog op de komende Presidentsverkiezingen
zoo welkom zou zijn. Bij de nieuwe plannen
zou het volgens sommige berichten om een
bedrag van totaal 2 milliard, volgens an
dere zelfs om 4 milliard gaan; een nieuwe
„injectie" van dezen omvang zou noodzake
lijkerwijze de werkgelegenheid in verschil-
1787, October. (De dagboekschrijfster was
toen 20 jaar.) Waar deze Octobermaand mij
in het jaar 1785 zoo diep ongelukkig maakte
(door den dood van haar vader), daar brengt
dezelfde maand mij twee jaar later een
zoeten troost in mijn verdriet. Hieruit, ik
ben er zeker van, zal een der gelukkigste
perioden van mijn leven voortkomen. Ik
heb kennis gemaakt met mademoiselle L.
Haar uitstekende hoedanigheden, haar talen
ten deden mij haar opmerken. Ik houd van
haar met de innigste teederheid. Alles aan
haar belooft mij een hartelijke, trouwe
vriendin, wier hand de tranen zal drogen,
die de pijnlijke herinneringen laten vloeien,
en menigen doorn uitrukken langs mijn
levenspad.
Dit jaar kwam de Prins van Oranje terug
in de Provincie en werd in eere hersteld.
Er was bij die gelegenheid een algemeene
illuminatie. Ik heb er met eenige jongelui
alles van gezien; Maar omdat wij vreesden
voor beleedigingen, hadden wij de voorzorg
genomen ons te vermommen als matrozen
en als „Suivantes Angloises' (Engelsche
kamermeisjes?) en zoo gingen wij overal
binnen zonder moeilijkheden te onder
vinden.
Bij den terugkeer van den Prins werd hij
geëscorteerd door Pruisische 0 e"
p n Eenige duizenden van deze soldaten
verbleven verscheiden maanden in Hol
land. De bevolking moest hen onderhouden.
Hun verblijf hier ging gepaard met plunde
ring, knevelarijen en de afschuwelijkste
uitspattingen.
1790, 12 December. Ik voel mij - waarlijk
zeer droevig. Ik heb zoo juist een lief hondje
verloren, dat ik van vriendenhand had ge
kregen. Dit goede, kleine dier was mijn on
afscheidelijke metgezel en fleurde dikwijls
mijn eenzaamheid op. Dat hij mooi was, was
de minste van zijn deugden. Hij was goed
en trouw. Ik zal lang om hem treuren.
1793, Februari. De Franscher staan voor
onze grenzen. De opwinding is algemeen.
1795, Februari. In dezen tijd zijn de Fran-
schen van alle kanten in onze provincies
binnengekomen, zoo ook in onze stad Rot
terdam. Een ongemeen strenge winter had
hun over alle wateren bruggen en wegen
gemaakt van ijs, en aan dit noodlot dankén
zijn hun succès. Wij dragen dus ook de
driekleurige cocarde en de vrijheidsboom is
geplant. Gelukkig gebeurt dit alles (zoo
heel anders dan met die Pruisische soldaten)
zonder dat iemand wordt lastig gevallen
Hier volgen in het Fransche dagboek ver
trouwelijke ontboezemingen over Anna Ma-
ria's huwelijk met een Rotterdamschen
koopmanszoon van goeden huize, over de
geboorte van een dochter, van een zoon
hoe haar vriendinnen moeder worden, het
sterven van vrienden en familieleden, enz.
1800, December. Deze maand heerschte
overal in Holland een besmettelijke ziekte,
de griep genaamd. De meeste menschen
werden er door aangetast. Verscheidenen
kwamen er niet van bovenop.
1802, 27 Maart. Dit was een zeer belang
rijke tijd voor de menschheid. Na zooveel
oorlog met al die slachtoffers is eindelijk
voor goed de vrede geteekend. Moge deze
dag de dageraad zijn voor het geluk en den
voorspoed van het menschdom.
2 Juni. In de groote steden van Hollani
is de algemeene vrede door feestverlichting
gevierd. In Rotterdam schitterden vooral het
Stadhuis en de Beurs, die versierd was met
schilderingen, Neptunus, Mercurius en de
attributen van den handel voorstellende,
't Was zeer smaakvol. Maar in Den Haag
waren de feesten het luisterrijkst van al
Naast het dagboek, dat de voornaamste
levensgebeurtenissen in korte aanteekenin
gen vasthoudt, heeft de schrijfster een jour
naal bijgehouden van haar reis-herinnerin-
gen. Ik vertaal er enkele fragmenten uit:
„Rotterdam, 5 Augustus 1799. (Naar Ant
werpen en Brussel). Wij vertrokken 's mor
gens om 5 uur van huis en te half zes van
de douanen te Catendregt, met den post
wagen op weg naar Antwerpen. Wij kwamen
eenige kleine plaatsen door en staken vóór
de Willemstad het wijde water over. Het
weer was ons lang niet gunstig. Door aan
houdenden regen en tegenwind duurde de
overtocht anderhalf uur, erg lang en onaan
genaam. Teen wij eindelijk, na allerlei tegen
spoeden, aan wal stapten, waren wij zoo
nat als eenden.
De Willemstad is een vesting, nu door een
klein Fransch garnizoen bezet, 't Scheen er
mij overigens somber en verlaten. Wij ble
ven er niet langer dan noodig was om
versche paarden in te spannen. Daarna sta
ken wij nog tweemaal breed water over
vóór onze aankomst te Bergen op Zoom,
ook een vesting, omringd van moerassen, en,
hoewel grooter dan de eerste, leek 't er mij
toch niet vroolijker te zijn. Vervolgens
gingen wij met den postwagen de hei door,
langs het dorp Capel, en dan verder den
straatweg over tot we 's avonds over achten
meer dood dan levend van vermoeidheid af
stapten in het hotel St. Antoine te Antwer
pen na dus vijftien uur lang onderweg
te zijn geweest.
8 Augustus werd besteed aan het poseeren
voor een uitnemend kunstschilder, dien wij
ontmoet hadden en die nu onze portretten
schildert. Verder hebben wij wat rond ge
wandeld en na het eten een rijtoer door de
stad gemaakt. Er zijn verscheiden openbare
gebouwen. Omdat op last van de Fransche
bezetting de kathedraal en verschillende
ar.dere kerken gesloten zijn, heb ik ze niet
kunnen zien, waar wij overigens voor
't oogenblik niet veel aan missen. Alle
meesterwerken, zoowel van schilder- als van
beeldhouwkunst, zijn immers weggehaald
en naar Frankrijk vervoerd.
Men vertelt ons overal, dat Antwerpen
onherkenbaar is: van levendig, vroolijk en
druk bevolkt, is de stad somber en verlaten
geworden. Ook alle kloosters, op twee na,
zijn leeg gehaald. En bij 't aanschouwen van
de ruïnes van de mooiste gebouwen, die 't
de bezetting, die meer nog als verwoester
dan als overwinnaar optreedt, behaagt te
vernielen, voelt men zich door schaamte be
vangen. Openbare vermakelijkheden zijn er
niet meer. De mannen loopen naar de
staminets, bij ons herbergen genoemd; de
vrouwen uit het volk, in haar meedoogen-
looze babbelzucht, gaan naar haar buur
vrouwen om haar talent te oefenen, de
dames, als overal elders, vinden een mach
tige afleiding in de kaarten.
Augustus 1799. In Brussel bezocht het
reisgezelschap onder meer „het Hof', ,,'t Is
een prachtig gebouw, maar totaal ont
luisterd en waaruit de Fransche overheer-
schers alle meubilair hebben weggehaald,
onder het motto van de broederschap. Men
ziet er slechts nog de droeve overblijfselen
van vroegere weelde. Tot de lambrizeeringen
en schoorsteenmantels toe zijn niet ge
spaard. Op dit oogenblik liggen alle ver
trekken en de kapel vol van schilderijen,
die de bezetters in de kloosters en kerken
gestolen hebben, en hier op elkaar gesta
peld. Alleen de kostbaarste zijn meteen naar
Frankrijk vervoerd. Ook uit de bibliotheek
zijn de voornaamste boekwerken wegge
haald. De rest en enkele aardbollen zijn
aan het Brusselsche publiek overgelaten.
Met een bedrukt hart om al die vernie
lingen, haastten wij ons om weg te ko
men en wierpen in 't voorbijgaan nog een
blik in de kapel, die vroeger van een vol
komen schoonheid was en nu nog maar een
hoop opgestapeld afval vertoonde
12 Augustus Terugkeerende van de
wallen, waar wij een prachtig uitzicht had
den over de schoone buitenplaatsen en de
valleien, kwamen wij een menigte menschen
uit het volk tegen, die een begrafenis^ ver
gezelde. Wij hoorden, dat aan vijf misdadi
gers de doodstraf voltrokken was. Ik had
lust om dat verschrikkelijke toestel te zien,
waardoor zij het leven verloren hadden en
dat sedert zoo langen tijd het schoonste land
van groote droefheid heeft vervuld en heel
Europa van angst. Met een geknepen hart
ontwaarde ik die Guillotine, maar ik durfde
haar nauwelijks te bekijken. En toen mijn
verbeelding zich begon in te denken in de
wanhoop en de tranen, die zij aan zoovele
families gekost heeft, aan de slachtoffers
die zij geoogst heeft, wilde ik maar zoo
gauw mogelijk weer weg van dit werktuig
van dood en verderf.
Na een kleine wandeling, om van deze
verschrikking te bekomen gingen wij naar
de Park-opera waar wij de opvoering
van de zangspelen Centécus, Vénus pélérine
en Santeuil bijwoonden. Na afloop wandel
den wij, in het mooie maanlicht, over de
kermis, die gevierd wordt met illumunatie,
vuurwerk en dansen
Hoewel men ons hier verzekerde dat ook
Brussel sedert den intocht van de Fran-
schen niet te herkennen was van het vroe
gere „Klein Parijs", vond ik 't er nog
levendig en vroolijk. Ge ziet er de mooiste
winkels, de uitgezochtste élégance en alle
mogelijke publieke vermakelijkheden,
oneindig aangenamer dan in Antwerpen".
Nadruk verboden.