dagblad voor alkmaar en omstreken. Engeland duldt geen enkele agressie. Kabinet-Colijn afgetreden. „Duitschland isoleert zich zelf". Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maarden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330. No. 152 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 30 Juni 1939 Hoofdredacteur: 1'j. N. ADEMA. 141e Jaargang Halitax spreekt. In een redevoering, uitgesproken in Chatham House tijdens het jaarlijksche diner van het instituut voor internationale aangelegen heden, heeft de Britsche minister van buitenlandsche zaken, lord Halifax, een volledige recapitulatie gegeven van de Engelsche politiek. Hij wees daarbij de beschuldiging, dat Engeland een omsingelingspolitiek voert ten opzichte van Duitschland, op de stelligste wijze van de hand en betoogde, dat niet Engeland schuld is aan Duitschlands isolement, maar dat Duitschland zichzelf isoleert. Hij verklaarde verder met grooten nadruk, dat Engeland vast besloten is alle garanties tegen agressie ten volle na te komen, maar eindigde met een dringend beroep op Duitschland om zijn houding te wijzigen en door daden te toonen, dat het bereid is een politiek van samenwerking te voeren. In dat geval zou er volgens Halifax geen vraagstuk zijn, dat Engeland niet bereid zou zijn te bespreken, waarbij hij in duidelijke termen ook het vraag stuk der koloniën vermeldde. Het Britsche volk eendrachtig. Blokkade te Tientsin verscherpt. Opdracht tot vorming van een nieuwe regeering. Bulgarije door noodweer geteisterd. Honderdzestig dooden te betreuren. De algemeene toestand. Er is iets gaande in Dantzig U ALKMAARSCH COURANT. Na gewezen te hebben op de korte lings gesloten overeenkomsten tot on derlinge verdediging met Polen en Turkije, en den ge waarborgden bij stand voor Griekenland en Roemenië, werd de hoop uitgesproken, dat de on derhandelingen met Rusland binnen zeer korten tijd tot een goed einde zou den worden gebracht. Wij hebben verplichtingen op ons ge nomen, zoo zei Halifax, en bereiden ons er op voor nog meer verplichtingen te aanvaarden, met volledig begrip voor hare consequenties. Wij weten, dat wan neer het internationale recht en de orde behouden willen worden, wij bereid moeten zijn te vechten voor hun ver dediging. Wij hebben een vloot, die niet getart kan worden, onze luchtmacht ondergaat nog een uitbreiding, die alle verwachtingen van en kele maanden geleden te boven is gegaan en heeft thans niets te vreezen van welke andere ook. Ongetwijfeld is ons leger klem, in vergelijking met de legers van sommige andere landen, maar gelijk dat reeds een keer gebeurd is, roepen wij cok hier een machtig wapen in het leven voor de ver dediging van onze eigen vrijheid en de vrij heid van andere volkeren. Achter onze geheele militaire krachts inspanning staat het Britsche volk een- drachtiger dan ooit te voren en met heel zijn rijkdom en zijn industrieele hulpbronnen. Niets van deze ontzag lijke krachtsontplooiing zal in werking gesteld worden tenzij ter verdediging tegen agressie. Geen slag zal worden geslagen, geen schot afgevuurd. Van de waarheid hiervan is een ieder in dit land overtuigd. Persoonlijk geloof ik, dat de meeste menschen in de andere landen in werkelijkheid dit ook aan nemen, ondanks de propaganda, die het tegenovergestelde in hun "oren toetert. Wat voorts thans volledig en algemeen aanvaard wordt in dit land, maar wat wel licht nog niet even goed elders begrepen wordt, is, dat bij een nieuw geval van agressie, wij vast besloten zijn terstcnd onze geheele kracht te gebruiken, om onze verbintenissen tot het bieden van weerstand aan agressie na te komen. Wij lezen kwaadwillige verdraaiingen van onze daden en beweegredenen in het grievende bewustzijn, dat zij valsch zijn en wetende, dat degenen, die ze opstellen, het ook weten. Deze dingen gaan niet onopge merkt voorbij en evenmin de provocatieve beleedigingen van onze landgenooten verder in den vreemde. Ik kan terstond zeggen, dat Groot-Britan- nië niet bereid is te wijken, hetzij voor laster hetzij voor geweld. Iedere beleedi- ging, die ons volk wordt aangedaan, iedere ruwe uittarting, welke gericht wordt to: wat wij hoog houden en vastbesloten zijn te verdedigen, vereenigt ons slechts, vergroot '•nze vastberadenheid en versterkt onzen trouw jegens die anderen, die onze gevoe lens en ons streven deelen. In een tijd, waarin onze doelstellingen Lord Halifax. voortdurend verkeerd worden voorgesteld, is het wellicht goed ze wederom onomwon den uiteen te zetten. Ons eerste besluit is de agressie te stuiten. Met geen ander oog merk hebben wij ons aangesloten bij andere naties, dan om het hoofd te bieden aan het gemeenschappelijke gevaar. Wij allen weten en de wereld weet, dat deze regelingen geen ander dan een defensief doel hebben. Zij zijn echter aan de kaak gesteld als hadden zij ten doel de isolatie of omsingeling van Duitschland en Italië en alsof zij ertoe be stemd waren deze landen te verhinderen de levensruimte te verwerven, die noodig is voor hun nationaal bestaan. Er wordt ons gezegd, dat onze motieven zijn het isoleeren van Duitschland binnen een ring van vijandelijke staten teneinde zijn natuurlijke uitgangen te versperren en het bestaan zelf van die groote natie af te snoeren en te smoren. Wat zijn de feiten? Zij zijn eenvoudig en ieder kent ze. Duitschland isoleert zich zelf en doet dit met groot succes en volledig. Het isoleert zichzelf econo misch van andere landen door zijn poli tiek van autarkie. Het isoleert zichzelf politiek door een gedrag, dat voortdu rend ongerustheid veroorzaakt voor andere naties en het isoleert zich cul tureel door zijn rassenpolitiek. Wan neer men zichzelf opzettelijk isoleert van anderen door eigen daden, kan men niemand anders dan zichzelf verant woordelijk stellen en zoolang deze isolatie voortgaat, moeten de onvermij delijke consequenties daarvan sterker en duidelijker worden. De fout ligt niet bij ons. Het hangt van Duitschland en van Duitschland alleen af of dit proces van isolatie voortgaat of niet. Want het kan iederen dag beëindigd wor den door een politiek van samenwerking. Levensruimte. Vervolgens sprekende over „levens ruimte", zeide Halifax: „Ieder ontwikkelde gemeenschap staat tegenover het vitale pro bleem der levensruimte, maar het probleem wordt niet eenvoudig opgelost door de ver werving van meer land. Het kan alleen wor den opgelost door een wijze ordening van zaken van een land naar binnen en door aanpassing en verbetering van zyn betrek kingen met andere landen naar buiten. Naties breiden haar rijkdom uit en ver- hoogen haar levensstandaard door vertrou wen te verwerven van haar naburen en daarmede de uitwisseling van goederen onder elkaar te vergemakkelijken. Juist het tegenovergestelde zal waarschijnlijk het ge volg zijn van een actie door een natie, die het onafhankelijk bestaan van haar kleinere, zwakkere naburen onderdrukt. Wanneer het begrip levensruimte in dien zin moet worden toegepast, verwerpen wij het en moeten wij weerstand bieden aan zijn toe passing. Opmerkelijk is, dat deze eisch naar levensruimte naar voren gebracht wordt op een oogenblik, waarop Duitschland een land voor immigratie is geworden, dat arbeiders in groote getalen invoert uit Tsjecho-Slo- wakije, Nederland en Italië, om tegemoet te komen aan de behoefte van zijn industrie en landbouw. Hoe kan Duitschland dan be weren overbevolkt te zijn? België, Nederland en in mindere mate onze eigen eilanden hebben reeds bewezen, dat wat overbevolking genoemd wordt, voorkomen kan worden door productief werk. De uitgestrekte ruimte en natuurlijke hulpbronnen van het Britsche rijk en de Vereenigde Staten konden deze landen niet behoeden tegen een algemeene malaise ge durende de groote crisis van 1929 tot 1932. Duitschland kan niet meer dan eenig ander land hopen zijn economische problemen in isolatie op te lossen. Ongetwijfeld is het op het oogenblik onmogelijk den dag te voor spellen, waarop alle handel overal geheel vrjj zal zijn, maar het is wel mogelijk rege lingen te treffen om aan alle naties gelegen heid te geven voor een ruimer economisch leven met alles, wat opgesloten ligt in het woord levensruimte. Wanneer de wereld georganiseerd zou zijn langs dergelijke richtlijnen, zouden Duitschland noch Italië behoeven te vreezen voor hun eigen veilig heid. Maar een dergelijke maatschappij van volken kan niet worden opgebouwd op ge weld, in een wereld die leeft in angst voor geweld, en die haar beste krachten moet besteden om zich voor te bereiden tot weer stand tegen geweld. Wanneer de leer van het geweld eenmaal zou worden verlaten, zoodst de vrees voor oorlog zou verdwijnen, zouden alle openstaande kwesties gemakke lijker op te lossen zijn. De volken zouden dan in staat zijn met een werkelijk kans op succes zoowel politieke grieven als econo mische moeilijkheden, hetzij op internatio naal of op koloniaal gebied, te bespreken. Tenzij echter alle landen werkelijk een regeling wenschen, zouden bespre kingen meer kwaad dan goed doen. Het is bovendien onmogelijk te onderhan delen met een regeering, welken verant woordelijke woordvoerders een bevriend land brandmerken als een staat van die ven en afpersers en zich dagelijks te buiten gaan aan monsterachtige laster over de Britsche politiek in alle deelen der wereld. Wanneer echter die geest, die duidelijk onvereenigbaar is met iederen wensch tot een vreedzame regeling, mocht wijken voor iets anders, zou de Britsche regeering bereid zijn samen met an deren haar uiterste best te doen, ten einde den huidigen staat van politieke en economische onzekerheid te beëindi gen. Onze eerstvolgende taak zou zijn een we deropbouw van de internationale orde op een breeder en hechter grondslag. Dit is een te veel omvattend onderwerp voor mij om nu op in te gaan. Wij moeten ons afvragen in hoeverre de mislukking van den Volken bond te wijten is geweest aan tekortkomin gen van het Volkenbondshandvest zelf of dat het de afwezigheid was van sommige der grootste landen in ieder stadium van zjjn historie, welke zoowel zijn moreele ge zag als zijn kracht hebben verzwakt. Het is echter niet voldoende maatregelen te beramen tot voorkoming van het gebruik maken van geweld ten behoeve van een verandering van den status quo, tenzij er ook een machinerie is voor het tot stand brengen van vreedzame wijzigingen. Heden, nu de Europeesche volkeren, hun gemeen schappelijke cultuur vergetend, zich tot de tanden wapenen, is het belangrijker dan ooit ons de essen tieele eenheid te herinne ren van onze Europeesche beschaving. In een korte peroratie zeide Halifax ten slotte, dat de Britsche politiek berust op twee grondslagen te weten de vastberaden heid om weerstand te bieden aan geweld en de erkenning van het verlangen der wereld om voort te gaan met het constructieve werk aan den opbouw van den vrede. Wanneer wij eenmaal de overtuiging zouden kunnen krijgen, dat de bedoelin gen der anderen dezelfde zijn als de onze en dat wij allen werkelijk vreed zame oplossingen zouden wenschen, dan zeg ik beslist, dat wij de problemen zouden kunnen bespreken, die thans de wereld verontrusten. In zoo'n nieuwe atmosfeer zouden wij de koloniale pro blemen kunnen bestudeeren, de proble- Volgens de laatste berichten heb ben de Japansche militaire autori teiten te Tientsin besloten de blok kade van de Britsche en Fransche concessies van Zaterdag of Zondag af te verscherpen, aldus een Domei- bericht. De tijd gedurende welken het verkeer naar en van de concessie wordt toegestaan, zal verder wor den verkort. De rest van den tijd zullen de barricades gesloten blij ven. De Japansche militaire autoritei ten te Tientsin blijken geen groote verwachtingen te koesteren van de aanstaande Britsch-Japansche on- dei handelingen en zijn, naar ver luidt, vast besloien de blokkade te verscherpen tenzij en totdat Enge land zijn houding ten opzichte van de „nieuwe orde in Oost-Azië" dras tisch zal herzien. men der grondstoffen, der handelsbar rières, het probleem der levensruimte, de beperking der bewapeningen en ieder ander vraagstuk, dat het leven van alle Europeesche burgers raakt. Dat is echter niet de toestand, waarin wij ons thans bevinden. De bedreiging met militair geweld brandschat de wereld en onze onmiddellijke taak is weerstand te bieden aan agressie. Wanneer wij willen slagen in het wegnemen van misverstand en in het bereiken van een regeling, die de wereld kan vertrouwen, dan moet dat zijn op een zekerder basis, dan die van monde linge beloften. Er is gezegd, dat daden en niet woorden noodig zijn. Dat is ook onze opvatting. Er m-oet geven en nemen zijn in practischen vorm aan beide kanten, want er kan geen hechte koop gesloten worden wanneer de een iets tastbaars geeft in ruil voor louter verzekeringen. Laat ons er dus van overtuigd zijn, dat de vraag, of wij al dan niet voor onszelve en anderen de dingen zullen mogen bewaren, die ons dierbaar zijn, in laatste instantie af hankelijk is van onszelve, van de kracht van de persoonlijke overtuiging van elk onzer en van het besluit die te handhaven. 's-Gravenhage, 30 JunL De regeeringspersdienst meldt: De heeren ministers hebben bij schrij ven van den voorzitter van den minis terraad van 29 Juni aan H.M. de konin gin ontheffing uit hun ambt verzocht. Hare Majesteit heeft dit verzoek in overweging genomen en den heeren mi nisters verzocht zich voorloopig met de behandeling, en de afdoening zoo mo gelijk, van de loopende zaken te blijven belasten. Hedenmorgen heeft H.M. dr. H. Co- lijn, minister van Staat, ontvangen en hem opdracht verleend tot vorming van een kabinet. Dr. Colijn heeft verzocht die opdracht in beraad te mogen houden. Gisternacht is het district Sevlievo in het noorden van Bulgarije door nood weer geteisterd. Hierdoor zijn 160 per sonen omgekomen, meest vrouwen en kinderen. Ongeveer vier honderd hui zen zijn vernield en ruim vijfhonderd overstroomd. De materieele schade wordt op eenige millioenen leva be raamd. De menschen werden gedurende den nacht verrast door een overstrooming. De storm had de rivier Rossitz opgezweept tot een watermassa van 10 meter hoogte. Het water sleurde alles wat op zijn weg kwam, bruggen, huizen, vee en gewas mee. Ook uit andere deelen der lands worden over stroomingen gemeld. De autoriteiten ne men maatregelen om de getroffen bevol king te helpen. Zie verder Buitenland pag. 1 3e blad. Er is inderdaad iets gaande in Dantzig, ook al valt het moeilijk, om nauwkeurige gegevens te krijgen uit de Vrije Stad. Mo gen wij de geruchten gelooven, die overal in het buitenland de ronde doen, dan zou Dantzig op het oogenblik zeer versterkt worden en nog wel op een handige manier: de politiemacht zou uitgebreid worden met elementen uit Duitschland! Gezaghebbende kringen te Berlijn erken nen, dat de autoriteiten te Dantzig hebben besloten, in overeensteming met het Dant- zigsch-Poolsch accoord het kader der politie aan te vullen, maar dat zal echter niet stij gen boven het overeengekomen peil. Even wel, de nieuwe recruten zouden uitsluitend uit de Vrijé Stad zelf afkomstig zijn. De Dantziger Vorposten schrijft naar aan leiding van bovenstaande: Men kan van Dantzig niet eischen onverschillig te blijven, wanneer van Poolschen kant oorlogsdreige- menten tegen deze onbeschermde stad wor den uitgesproken. Dantzig brengt niets voort op militair gebied, dat vergeleken zou kun nen worden met de militaire mobilisatie en de militarisatie van het dageljjksche leven, welke in Polen 'n permanente staat van za ken zijn geworden. Dat beteekent niet, dat de organen der Dantzigsche politie niet in staat zouden zijn de bevolking van Dantzig het gevoel van haar veiligheid te verzeke ren en haar te waarborgen, dat zij in vol komen gerustheid kan arbeiden". De Dantziger Vorposten ontkent voorts de sensationeele berichten, welke de laatste dagen zijn verschenen in de Fransche, Brit sche en Poolsche pers. Het blad spreekt tegen dat een „Putsch" wordt voorbereid, dat verdachte auto-transporten van Oost- Pruisen aar Dantzig komen, dat een ponton brug over de Nogat wordt gebouwd, enz. In Dantzig geschied niets wat onwettig is. Of dat laatste werkelijk waar is? Het moet ernstig betwijfeld worden, want de jongste berichten wijzen er op, dat we lang niet gerust kunnen zyn over de gebeurte nissen aan de Oostzee. Zoo d9en langs niet- officieelen weg uit Dantzig ontvangen be richten denken, dat daar zeker iets gaande is en dat in ieder geval de toestand verer gerd is. Zoo zouden voortdurend munitie en manschappen in Dantzig aankomen en bij voorbeeld gisteravond nog zestig kanonnen aan land zyn gebracht. Verder schijnen in den afgeloopen nacht de Poolsche militaire autoriteiten tegenmaatregelen te hebben ge nomen. Zij hebben n.1. op eenige plaatsen in den weg van Gdynia naar Dantzig ver sperringen tegen pantserwagens opgericht, pm een plotselingen overval te voorkomen. De „Dantziger Vorposten" noemt deze voorzorgsmaatregelen „kinderlijke demon straties, bestemd om de door de oorlogscam pagne der Poolsche pers opgewekte angst der Poolsche bevolking te kalmeeren". Om trent het vrijwilligerskorps verklaart dit blad, dat het onjuist is te beweren, dat er zich „Duitsche soldaten" te Dantzig bevin den, terwijl het met betrekking tot den bouw van een pontonbrug over de Nogat slechts herhaalt: „Wy hebben niets te ver bergen voor de openbare meening, want er geschiedt niets, wat onwettig is". Op het raadhuis te Dantzig heeft gouw leider Forster gistermiddag een langdurig onderhoud met zijn medewerkers gevoerd. In de stad ziet men een ongewoon groot aantal S.S. lieden met armbanden waarop de woorden „Danziger Heimwehr". De on langs gebouwde kazernes en barakken lig gen vol met jongelieden, afkomstig uit Oost- Pruisen. Nieuwe barakken zijn in aanbouw. Het gerucht loopt, dat de artillerie in de stad is aangekomen. Men ziet, dat de berichten zelf nog al vaag zyn, maar dat zij toch voldoende in houd hebben, om te getuigen van den ernst van den toestand. Onwillekeurig brengt zij in herinnering de woorden van Hitier, die lang geleden al beweerde, dat ondanks alles Dantzig toch tot het Derde Rijk terug zou keeren. Moeten die woorden thans in daden wor den omgezet? Maar meteen mogen wy er dan aan herinneren, dat Polen niet dulden kan, dat Dantzig weer Duitsch wordt. Hoe moet dat dan? Is het dan toch waar, dat wy een kritieken tijd tegemoet gaan en dat de spanning reeds in Juli haar hoogte punt zal bereiken?..».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1