De moeilijkheden tusschen Duitschers
en Tsjechen.
NOTITIE-BOEKJE.
Twee veelzeggende redevoeringen.
Ds. Niemö'ler blijft zichzelf
trouw.
M. J. BRUSSE:
UIT HUN
Dagboek en reis-journaal van
een Hollandsche koopmans
vrouw op het einde der 18de
eeuw.
Een overtocht van Rotterdam
naar Londen.
Duitschland niet geïsoleerd.
Vo.gens Stefani.
Rome's strategische positie.
Japan en de Sovjet-Unie.
De Nitsji Nitsji vreest een
ernstige crisis.
Veiling van „ontaarde"
kunst.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 1 JULI 1939.
DERDE BLAD
Henlein heeft op een betooging te Praag
een rede gehouden, waarin hij, volgens
Havas, o.a. zeide: „Wij beschouwen den hul
digen staat van zaken als definitief en zul
len er nooit in toestemmen, dat de levens
ruimte van het Tsjechische volk dient om de
belangen van het Duitsche volk te bedrei
gen of de imperialistische belangen van
eenige andere mogendheid te bevorderen.
Wij zullen al het mogelijke doen om tot een
goede verstandhouding te komen, doch zul
len dat, wat wij pas gewonnen hebben,
krachtig verdedigen. Het Tsjechische volk
moet inzien, dat in den huidigen toestand
niets kan worden veranderd en dat het zijn
gereserveerde houding tegenover het Duit
sche volk moet laten varen. Wij zullen
trachten het Tsjechische volk te begrijpen
en het noodige geduld hebben, want wij
v/eten, dat het niet ineens zijn illusies kan
laten varen, doch ons geduld zal niet eeuwig
zijn en als de orde in dit land ooit verstoord
wordt, zullen wij haar zelf herstellen.
Tot de Duitsche bewoners van Bohemen
zei Henlein tenslotte: „Gij zijt niet langer
'n minderheid, gij zijt de vertegenwoordigers
van het Rijk en de partij en als iemand u
kwaad zou willen doen, zouden wij krach
tig tusschenbeide komen".
Bij Henlein's bezoek op het stadhuis van
Praag heeft burgemeester Klapka een rede
gehouden, waarin hij zeide: „Gij zijt hier
gekomen om op te heffen wat ons scheidt en
om een goede verstandhouding tusschen
Tsjechen en Duitschers voor te bereiden. Ik
verzoek u met mij samen te werken, ten
einde een politieke amnestie voor de Tsje
chen te verkrijgen. Het zal niet mogelijk
zijn, een goed verstandhouding tusschen ons
te bereiken, indien gij zich tusschen ons
stelt. Help mij om Tsjechen en Duitschers
ervan te overtuigen, dat er in ons land recht
en rechtvaardigheid heerschen".
Veel commentaar op deze redevoeringen
i6 overbodig. Zij stellen duidelijk de span
ning in het licht, die er in Bohemen en Mo-
ravië heerscht tusschen de Tsjechische be
volking en de Duitsche overheerschers.
Voorts kan men Henlein's rede lezen als een
bedreiging, welke misschien maar al te
spoedig door een krachtig optreden tegen
de Tsjechen gevolgd zal worden.
Geestelijk verzet.
Verleden week, zoo meldt een correspon
dent van de Times uit Praag, werd in een
marionettentheater een kort tooneelstukje
gespeeld, genaamd „Archimedes en de Ro-
meinsche soldaat". Het tooneel stelde Sira-
cuse voor, spoedig na de bezetting door de
Romeinen. De soldaat is bij Archimedes
gekomen om hem te vragen gemeene zaak
te maken met Rome en te helpen bij den
opbouw van de Romeinsche militaire ma
chine. De soldaat pocht op zijn keizerlijken
leider en op het steeds grooter wordende
rijk van het Romeinsche volk. Hoewel Ar
chimedes een groote belooning wordt aan
geboden, weigert hij Rome te heipen en de
soldaat snelt met zijn sabel op hem toe. Dan
gaan de lichten uit in het theater en een
stem, die den omroeper van den zender
Praag moet voorstellen, kondigt aan: „Naar
uit officieele bron wordt vernomen, heeft
Archimedes tijdens de bezetting het leven
verloren". Het publiek rijst op en zingt in
de duisternis het Tsjechische volkslied:
„Waar is mijn tehuis?"
De rol, welke zinnebeeldige voorstellin
gen in het moderne Tsjechische leven spe
len, moet niet worden onderschat. Zelfs in
de donkerste oogenblikken hebben de Tsje
chen manieren gevonden om hun gevoelens
door volkskunst tot uiting te brengen. Het
leggen van bloemen voor de monumenten
van nationale helden, de geestdrift bij het
tengehoore brengen van nationale muziek
en de neiging om bij alle mogelijke gelegen
heden te demonstreeren zijn bewijzen van
kracht. Een natie, die haar leger heeft ver
loren, zoekt nieuwe wapenen en nieuwe ma
nieren om zich te verdedigen.
Verbittering en besluiteloosheid.
oe Duitschers zijn in verwarring gebracht
door de tactiek der Tsjechen, welke zij in
het geheel niet verwachtten. Zoowel in mi
litaire als in burgerlijke kringen vindt men
bij de Duitschers een stemming van verbit
tering en besluiteloosheid. Zij hadden in
Maart meer tegenstand verwacht. De bezet
ting was voor hen een anti-climax. De over
winning werd van haar glans beroofd, toen
de gemotoriseerde colonnes Praag binnen
trokken, slechts opgehouden door trams en
door menschen, die naar huis gingen om te
lunchen. Daardoor zijn de Duitschers ge
neigd een minachtende houding tegenover
de Tsjechen aan te nemen; door hun passi-
viteitstactiek hebben de Tsjechen zich bloot
gesteld aan een behandeling, welke hun na-
tionalen trots kwetst. De Duitschers hebben
deze passiviteit uitgelegd als een teeken,
dat de Tsjechen na een korte periode van
herstel, volgend op de schokken van Sep
tember en Maart, zich zullen onderwerpen.
De boeren, aldus redeneeren de Duitschers,
zullen de hooge prijzen leeren waardeeren,
welke zy dit jaar voor hun productie zul
len ontvangen en de arbeiders zullen werk
in Duitschland verkiezen boven werkloos
heid in Tsjecho-Slowakije. Volgens de Duit
schers is de bestaande onrust een gevolg van
de Britsche politiek.
De Duitsche politiek tegenover de Tsje
chen sedert het accoord van München kan
moeilijk anders worden beschouwd dan ais
een aaneenschakeling van politieke blun
ders. Duitschland was slecht ingelicht over
Tsjecho-Slowakije. De inlichtingen van de
Sudeten-Duitschers waren onbetrouwbaar
en tendentieus. Er was echter niet veel ken
nis van de locale omstandigheden voor noo-
dig om te begrijpen, dat de onderteekenin:?
van het accoord van München te Praag voor
een zekeren tijd een stemming van ontgoo
cheling ten aanzien van de traditioneels
buitenlandsche politiek zou wekken en men
had deze stemming zeer wel kunnen gebrui
ken om vriendschap voor Duitschland te
wekken. De grensafbakening en de verha
len van Tsjechische vluchtelingen uit het
Sudetenland over vergeldingsmaatregelen
vernietigden de basis, waarop een toenade
ring mogelijk zou zijn geweest.
Het optreden der Sudeten-
Duitschers.
Sedert de bezetting van Praag zijn dc
Duitsch-Tsjechische betrekkingen voorna
melijk zoo gespannen geweest door het op
treden van Sudeten-Duitschers. Wat betee-
kent cultureele autonomie, als in steden,
waar de Duitschers slechts een kleine min
derheid vormen, de Tsjechen worden ge
dwongen om de monumenten van hun na
tionale helden te verwijderen en als de
straten, die naar hun staatslieden waren ge
noemd, worden verdoopt ter eere van de
politieke leiders van het tegenwoordige
Duitschland en van de vooroorlogsche dub
belmonarchie? Uit het gedrag van Duitsche
minderheden in Tsjechische steden blijkt,
dat de regeering te Berlijn meer bezorgd is
om den Sudeten-Duitschers de gelegenheid
te geven te voldoen aan hun beperkte,
wraakzuchtige en plaatselijke verlangen;
dan om goede betrekkingen met de Tsje
chen aan te kweeken. Verbittering en desil
lusie nemen toe bij het zien van de aanmoe
diging, welke de altijd zoo onbeduidende
fascistische elementen van Duitsche zijde
ontvangen. Het is veel beteekenend, dat een
artikel van dr. Blaschek, een vooraanstaand
lid van het bureau van den Rijksprotector,
ae woorden bevatte: „Wij zijn overtuigd, dat
de meerderheid van het Tsjechische volk
bereid is om oprecht met ons samen te wer
ken en dat die meerderheid de mannen zal
vinden om haar te leiden. Wij zullen er geen
bezwaar tegen hebben, als het hierbij om ge
heel nieuwe mannen gaat".
De Tsjechische fascisten steken synagogen
in brand en plegen bomaanslagen. Zij wor
den in het geheel niet gesteund door het
Tsjechische volk, niet alleen omdat dit te
gen gewelddadige actie is, maar ook omdat
de eerste zorg van de Tsjechen thans is, zich
te verdedigen tegen de Duitschers. De re
geering strijdt voor de nationale rechten en
haar voorbeeld heeft demoralisatie voorko
men. Rechten en vrijheden verdwijnen ech
ter snel. Het decreet van den Protector be
treffende Joodsche eigendommen en het van
kracht verklaren van de Nationale Verde-
digingswet ten gunste van het Duitsche Ryk
hebben niet alleen de geheele Tsjechische
industrie onder Duitsche controle gebracht,
maar ook de bevoegdheid van de Duitsche
rechtbanken in Tsjechië uitgebreid. De Ge
stapo heeft het recht om hier op dezelfde
wijze op te treden als in ieder ander deel
van het Duitsche Rijk. De directe en indi
recte censuur wordt voortdurend uitgebreid
en de laatste Praagsche grap is, dat Engel-
sche vertalingen van den Bijbel zijn verbo
den, omdat zy het woord Eden bevatten.
Zelfs als Duitschland zijn politiek radi
caal zou wijzigen, is het zeer twijfelachtig,
of het de betrekkingen met de Tsjechen zou
kunnen verbeteren. Overigens behoeft de
aanwezigheid van een vijandig volk binnen
de grenzen van het Duitsche rijk geen ern
stig probleem te zijn. Het gevaar voor sabo
tage kan worden verminderd en wordt ook
verminderd door het binnendringen van
Duitsche technici in de Tsjechische industrie
en door het overbrengen van Tsjechische
arbeiders naar Duitschland, waar zij streng
gescheiden worden gehouden van andere
arbeiders. Een georganiseerde revolutie is
feitelijk onmogelijk. Verspreiding van onte
vredenheid in het oude rijk kan worden
belet door een strenge grenscontrole en
door het voortdurend wijzigen van de gar
nizoenen.
Het voornaamste gevaar van een onrustig
en ontevreden Tsjechië is voor Duitschland
de uitwerking, welke een en ander heeft op
landen, die wilen zien wat Duitsche „pro
tectie" beteekent en hoe deze groote natie
met koloniale eischen een vreemd volk be
handelt.
„Ds. Martin Niemöller heeft formeel ge
protesteerd tegen de beschikking van den
rijkskerkeraad, waarbij hij op de lyst van
predikanten in niet-actieven dienst ge
plaatst is".
Met dit korte bericht is aan optimistische
verwachtingen den bodem ingeslagen. Men
had n.1. gehoopt, dat ds. Niemöller, die nu
practisch uit zijn ambt van voorganger der
evangelische gemeente Berlijn—Dahlem is
ontzet, vrijgelaten zou worden.
Ds. Niemöller heeft het reeds, zoolang
hij in het concentratiekamp Oraniënburg-
Sachsenhausen gevangen zit, in eigen hand
gehad of hy weer in. vrijheid gesteld kon
worden of niet. De geheime staatspolitie,
wier gevangene hy is, nadat de justitie hem
op vrije voeten had gesteld, volhardt in haar
eisch, dat ds. Niemöller zal belooven, in
geen enkelen vorm meer een actieve rol te
spelen in den Duitschen kerkstrijd. Totnutoe
had de leider van het Belijdenisfront dit ge
weigerd. Door het besluit van het consistorie
van Brandenburg echter zou hij, indien hij
zijn vrijheid van beweging terugkreeg, in
dien zin niets meer kunnen ondernemen,
zelfs wanneer hij zulks wilde, want ver
gaderingen, waarin hy als spreker zou kun
nen optreden, mogen niet gehouden worden,
terwijl tijdschriften, waarin hij zijn ziens
wijze zou kunnen verdedigen, alle zonder
uitzondering hebben opgehouden te ver
schijnen. Zoo beschouwd zou er voor de
Geheime Staatspolitie geen redelijke grond
meer bestaan om ds. Niemöller nog langer
opgesloten te houden. Nu Niemöller zich
verzet, kan men hem moeilijk toch vrij
laten, want de kwestie is voor het Derde
Rijk langzamerhand een kwestie van pres
tige geworden. Overal, in Duitschland zelf
en misschien nog meer daar buiten, is er op
de scherpste wijze geprotesteerd, toen de
Gestapo Niemöller in „beschermingsarrest"
nam, nadat deze tot besluit van een achter
gesloten deuren gevoerd proces veroordeeld
was tot de eervolste straf, welke het Duit
sche wetboek van strafrecht kent, de ves
tingstraf namelijk, die hy overigens nooit
heeft ondergaan, omdat het langdurige voor
arrest in mindering werd gebracht! Vooral
op deze buitenlandsche orotesten heb
ben de hoogsten in den lande met Hitier
aan 't hoofd, meermalen in officieele rede
voeringen krachtig repliek geleverd. Het is
bekend, hoe zorgvuldig het Derde Rijk ook
maar eiken schijn van prestige koestert.
Hl.
11 Maart 1798. Wij gingen aan boord van
de „Juffrouw Elisabeth", kapitein J. J.
Zwart, met bestemming naar Londen. Wij
vertrokken omstreeks twee uur naar Rotter
dam en lieten tegen vijf uur het anker val
len voor Maassluis, waarbij wij den tijd
verdreven met ons middagmaal, zoodat het
ons niet heel lang was voorgekomen.
12 Maart. Qui compte sans son hóte,
compte deux fois, zegt het spreekwoord.
Zoo is het ons vergaan. Tegenwind nood
zaakt ons op de reede te blijven en het
slechte weer houdt ons opgesloten in ons
kleine verblijf, waar wij 't overigens zoo
goed hebben als mogelijk is op een schip
van deze grootte. Wij hebben den nacht vry
dragelijk doorgebracht, al hebben we ge
slapen op een zak boekweitdoppen, wat al
weer bewijst, dat een mensch zich aan alle
levensomstandigheden kan aanpassen.
18 Maart. Na deze week op de reede van
Maassluis al maar storm te hebben door
staan en heel wat ongerief verduurd, beslo
ten wij nog maar eerst weer vóór we ein
delijk naar Londen zouden kunnen opvaren
een tocht naar huis te maken, om wat uit
te blazen en mijn Moeder en mijn lieve kin
deren aan het hart te drukken. Wij kwamen
er te zeven uur onverwachts aan en uitgeput
van vermoeidheid als wij waren, deden wij
een goed avondmaal alle eer aan en waren
dol blij tijdig naar bed te kunnen gaan.
24 Maart. Hoewel we van plan geweest'
waren den volgenden dag weer naar Maas
sluis aan boord terug te keeren, hield het
stormweer ons tot vandaag thuis. Nu scheen
de gelegenheid ons gunstiger en inderdaad,
het weer was volkomen veranderd, zoodat
ik, in plaats van verbolgen dreigende ele
menten, een kalme rivier vond, waar de
vloten van schepen verzilverd schenen in
den mooien maneschijn. Ik trof er op de
reede onder meer een convooi van dertien
vaartuigen, gereed om de zeilen te hijschen.
De kapitein, die erg blij was ons terug ie
zien, hoopte morgenochtend bij het krieken
van den dag te kunnen vertrekken. En met
deze verwachting sliepen wij in.
25 Maart. De wind, die weer pal tegen ge
draaid is, houdt ons ook vandaag vast op de
reede. Omdat 't weer overigens heel mooi
was, maakten wij na het eten een tochtje
naar Den Briel, wat mij een heel proper
stadje toeschijnt met wèl onderhouden ves
tingwerken. Doch erg vereenzaamd.
26 Maart. Het anker wordt gelicht, de
zeilen worden geheschen onder kreten van
blijde verluchting. Een nog maar half gun
stige wind doet ze bolstaan. Moge onze reis
gelukkig en voorspoedig zijn!
27 Maart. Gistermiddag tegen twee uur
kwamen wij buitengaats. De wind was meer
en meer aangewakkerd. Ik wist geen beter
middel tegen de gevreesde kwaal dan om
verlichting in mijn kooi te zoeken. Inderdaad
voelde ik mij daar minder bezocht. Vandaag
ben ik alleen maar erg vermoeid en bijster
licht in 't hoofd. Het mooie weer verlokt
mij echter aan dek te gaan en dat machtige
schouwspel te genieten van rondom niets
dan horizon, die zich in het oppervlak van de
wateren verliest. Wij onderscheiden maar
één schip, dat koers schijnt te zetten naar
het land dat wij verlaten hebben, en waar
het liefste, dat ik op de wereld heb, woont.
Och kon dit vreemde vaartuig hen, die stel
lig ongerust zijn over ons lot, maar tevreden
stellen. IJdele wensch, het bericht alleen
van een vlugge aankomst kan hun harte
lijke bezorgdheid wegnemen.
28 Maart. Een lichte bries in de zeilen. En
het schip loopt zoo zoetjes, dat ik de pen
kan gebruiken, temeer omdat ik volko
men hersteld ben. Tegen 9 uur in den mor
gen beginnen wij de Engelsche kust te ont
dekken. Nu is het ongeveer 11 uur en wij
zien duidelijk het visschersdorp Alobro.
Maar tegenwind en tij hebben den kapitein
genoodzaakt het anker uit te brengen, en
wij zetten de reis pas na het middagmaal
weer voort. Wij zijn nu nog even ver
van Londen verwijderd als van Rotterdam.
(Na op 11 Maart aan boord te zijn gegaan!
M. J. B.) Als de Noördewind ons wilde
voortdrijven, waren wy mogelijk morgen
te Gravesand. Maar ik durf het niet te
hopen.
29 Maart. Opnieuw pal tegenwind, zoodat
we maar langzaam vorderen. Wij varen
voortdurend langs de kust en overal in het
Kanaal zien we om ons heen een menigte
schepen.
30 Maart, 11 uur 's morgens. Vannacht zijn
we voor Shereness geankerd, in de ver
De diplomatieke redacteur van Stefani
schrijft: het is thans het geschikte oogen-
blik om enkele verkeerde en onjuiste
denkbeelden recht te zetten. Duitschland
is niet geïsoleerd. Het is door een militair
bondgenootschap zeer nauw met Italië en
met vriendschapsbanden met Japan, Hon
garije en Spanje verbonden. Verder
onderhoudt het betrekkingen tot samen
werking met Zuid-Slavië en heeft het
nietaanvalsverdragen afgesloten met De
nemarken en de Oostzeestaten. Bovendien
onderhoudt het betrekkingen van goede
nabuurschap met Zwitserland, België en
Nederland. Het is dus onjuist te zeggen,
dat het binnenlandsche Duitsche regiem
in het buitenland voortdurend angst ver
oorzaakt en goede internationale betrek
kingen verhindert.
Wel tracht Duitschland zich door autar
kie te isoleeren, waartoe het in navolging
van Italië is overgegaan tegenover het
Britsche boycot-systeem. Duitschland zou
zich niet over overbevolking mogen be
klagen, daar België en Nederland een nog
dichter bevolking hebben en bewijzen, dat
overbevolking verholpen kan worden door
productief werk. Daarbij verliest men uit
het oog, dat België met een bevolking van
8 millioen, koloniën bezit met bijna tien
millioen inwoners en enorme bronnen van
mineralen en landbouwproducten, en dat
Nederland met zijn bevolking van 8 mil
lioen uit zijn zeer rijke „koloniale impe
rium jaarlijks milliarden gouds trekt.
Over het vliegveld Littoria draaft ge
moedelijk een kleine, blauwe vogel, de
Arado, die ons uit de lucht de strategische
positie van Rome zal laten zien. Onmerk
baar maakt zij zich los van den grond.
Eerst even gevlogen over de Campagna,
waar de fabrieksschoorsteenen potlooden
schijnen.
Blond slingert de Tiber zich door de
vlakte. Dan over het Middeleeuwsche Rietri
en de proefvelden voor de wetenschappe
lijke graancultuur naar de Apennijnen,
met hun arme dorpen, hun vele schapen,
hun kale toppen, hun beboschte flanken.
Hier zijn de adelaarsnesten van vliegtuigen,
die van hieruit het geheele landschap be-
herschen. Terug over de Campagna: daar
ligt Rome, genesteld tusschen de heuvelen,
een ontzaglijk museum van oude en mo
derne huizen. Om de stad ligt de uitge
strekte Campagna, verderop de zee. Een
vliegtuig, van een vliegtuigmoederschip
losgelaten, bereikt Rome in enkele minu
ten. Maar van de heuvels af loeren lucht-
afweerbatterijen, dag en nacht, en in de
Campagna zijn deze te vinden. Ook de wa
tervliegtuigen bij het Heilige Eiland zijn
waakzaam.
Van Rome uit strekt zich een tong nieu
we werken uit naar de zee. Dat is de E 42,
de wereldtentoonstelling 1942. Wat verder
op ziet men de werken voor het nieuwe
station Termini, dat een capaciteit krijgt
van 200.000 reizigers per dag en dat op 1
Juli 1940 klaar zal zijn.
Rome lijkt, van ze uit gezien, een stad,
die gemakkelijk te treffen is. Maar zij is
De Gestapo zit, om het populair uit te
drukken, met ds. Niemöller wel eenigs-
zins in zijn maag en zou den gevangene
eigenlijk gaarne kwijt willen zijn. Ook
in nationaal-socialistische kringen, waar
men klaarblijkelijk niet verwacht had,
dat deze zaak zoo'n vaart loopen zou,
voelt men het als ten wantoestand, dat
een man, die als voormalig duikboot-
commandant en bevelvoerend officier in
den strijd der vrijcorpsen tegen het bols
jewisme in Duitschland een bijzonder
eervollen staat van dienst heeft, als een
landverrrader jaren lang in een concen
tratiekamp zit. In kringen, waar men
zulke dingen kan weten, wordt verteld,
dat de commandant van het concentra
tiekamp Oraniënburg reeds sinds jaar en
dag zijn wekelijksch rapport over ds.
Niemöller besluit met de steriotiepe aan-
wachting vandaag Gravesand te bereiken.
Maar toen 't dag werd, verdween deze
hoop. 't Was mistig en bladstil, zcodat we
moesten blijven liggen. Maar tegen 9 uur
stak de wind uit 't westen op en nu vorde
ren wij snel, zoodat wij vandaag misschien
nog 't einde van de scheepsreis zullen be
reiken. Ik wilde dat 't minder nevelig was.
Maar aan een der oevers van den stroom,
die hier nog zeer breed is, zie ik toch een
heuvelachtig landschap, dat aan mijn ver
heerlijkte oogen, die eenige dagen niets dan
water en lucht gezien hebben, een mooi
tapijt van groen te genieten geeft en hoo
rnen, reeds heelemaal in blad, wat mij
tevens bewijst, dat er een verschil in klimaat
met Holland moet bestaan.
31 Maart. Wij arriveerden gisterenmorgen
omstreeks elf uur voor Gravesand. Er kwa
men onmiddellijk een Engelsche officier met
eenige matrozen, die ons met de bagage
overbrachten op het koninklijk fregat, dat
daar op wacht lag. Zij onderzochten er gron
dig de koffers, waarna wij de haven werden
binnengeloodst.
't Was ongeveer 4 uur toen we in Grave
sand aan wal stapten, waar we verplicht
werden ons aanstonds naar den officier voor
de passencontróle te begeven, wien wij
allerlei particuliere inlichtingen moesten
verschaffen en waar we onze handteeke-
ningen moesten zetten. Daarop mochten wij
vrij de stad in. Omdat het passenkantoor
gevestigd is in de beste herberg, gaven wij
er de voorkeur aan daar te blijven en wij
waren heelemaal niet boos toen men ons er
een goed diner opdiende. De stad bleek
vooral erg onzindelijk te zijn, maar daar
buiten, in de omstreken, heb ik wel de mooi
ste wandeling van myn leven gemaakt. Een
prachtig heuvelland met de liefelijkste ver
enorm groot en niet te verwoesten. Dui
zenden tonnen explosieve stoffen vernieti
gen slechts enkele lange straten. De Sint
Pieter ligt goed zichtbaar, er is echter
moedwil voor noodig om Michel Angelo's
koepe te treffen. Een oorlogsschip, dat
Rome beschieten wil, moet zich op 10 K.M.
afstand wagen van de Italiaansche kust.
Maar de kustbatteryen bestrijken de zee
tot 30 K.M. buiten de kustEn heel
dichtbij ligt Gaete, een vlootbasis van
groote beteekenis, en wat noordelijker Ci-
vitavecchia, géén vlootbasis, maar een
kleine haven, waar duikbooten voor anker
liggen.
De Nitsji Nitsji schrijft, dat de Japansche
regeering overweegt geweld te gebruiken
om de Japansche petroleumbelangen in het
Noorden van het eiland Sachalin en de
rechten yan de Japansche visschers in den
Noordelijken Stillen Oceaan te doen eer
biedigen. Het blad voegt eraan toe, dat een
geweldige bedreiging van de Sovjets van
deze belangen te constateeren valt, welke
doet voorzien, dat Japan verplicht zal zyn
zijn toevlucht te nemen tot geweld. Volgens
het blad bestudeert de regeering tegelijker
tijd maatregelen om de veiligheid van het
land te verzekeren.
De Japansche petroleummaatschappyen
op het gedeelte van Noord-Sachalin, dat on
der Sovjet-Russische souvereiniteit staat,
zouden door een ernstige crisis bedreigd
worden. Zij zouden o.a. vrijwel geen perso
neel kunnen krijgen, omdat de Sovjet-auto
riteiten den employé's een visum weigeren.
De Nitsji Nitsji meent, dat de terugroeping
van Smetanin, den Sovjet-Russischen zaak
gelastigde te Tokio, den toestand slechts
zal verergeren.
Onder groote internationale belangstel
ling is te Luzern een veiling gehouden van
125 kunstwerken, meerendeels impressio
nistische en expressionistische, die door
Duitsche musea als zijnde producten van
„ontaarde" kunst verworpen zyn. Tot de
werken waarvoor in het bijzonder belang
stelling werd getoond, behoorde een zelf
portret van Van Gogh, dat voor 175.000
Zwitsersche francs werd verkocht.
De Nationale Revue opent de Texel-
lijn. - Heden wordt het binnenlandsche
luchtnet der K.L.M. in zyn vollen omvang
hersteld. De populaire zomerlyn, de dienst
AmsterdamTexel, is n.L heropend.
Een geheele revue-gezelschap is vandaag
door de K.L.M. naar Texel vervoerd. De
nationale revue „Lach iederen dag" treedt
n.1. eenige malen op het eiland op. Het ge
heele gezelschap van ongeveer 30 personen
wordt met de groote F, 36, de „Adelaar",
naar Texel gebracht.
Militaire tentoonstelling „Het Leger".
- In tegenwoordigheid van vele militaire en
civiele autoriteiten heeft de minister van
defensie, dr. J. J. C. van Dijk, hedenmorgen
te Den Haag de tentoonstelling „Het leger"
geopend.
merking die in andere gevallen steeds
oogenblikkelijk ontslag uit het kamp
ten gevolge heeft „Zou voor invrij-
heidsstelling in aanmerking kunnen
komen".
Tenslotte een zienswijze, welke in bui
tenlandsche kringen te Berlijn bestaat: Men
herinnert eraan, dat Hitier in het begin van
zijn régime door verschillende maatregelen
men denke slechts aan het concordaat
er in korten tijd in geslaagd is, de sympathie
en het vertrouwen der katholieken te win
nen, die in het algemeen vijandig tegenover
zijn beweging stonden. Zou het niet mogelijk
zijn, zoo redeneert men, dat Hitier in dezen
moeilijken tijd het protestantsche deel van
het Duitsche volk, dat hij door zijn kerk
politiek ontegenzeggelijk voor 'n groot deel
van zich verwijderd heeft, terug tracht te
winnen door een clementer houding tegen
over Niemöller en dat het besluit van het
consistorie van Brandenburg in overleg met
de regeering van het Derde Rijk genomen
werd?
gezichten zoowel over het Engelsche Ka
naal, bezaaid met zeilen, als over de
landouwen in het eerste groen, waar wy, na
dezen ruwen winter, zoo begeerig naar ver
langden.
1 ApriL Nadat wy omstreeks zes uur onze
paspoorten teruggekregen hadden, moesten
wij nog zóóvele formaliteiten ondergaan, dat
wij eerst tegen den middag gereed waren
om naar Londen te vertrekken. Wij namen
de diligence, wat ons een gemakkelijker
wijze van reizen toescheen dan met de zoo
genaamde mailcoaches, waar niet alleen ver
scheiden menschen ingestuwd worden maar
ook nog velen bovenop zitten. Na een over
weldigend schoonen tocht arriveerden wij
tegen zes uur 's avonds te Londen. (Dit
„oversteken" van Rotterdam naar Londen,
dat wij moderne menschen gewend zijn in
één nacht slapende te doen, als wy er niet
de voorkeur aan geven in enkele uren te vlie
gen, nam in die dagen dus nog de allures
aan van een wereldreis van drie volle
weken met hoeveel zorgen, angsten en
ongerief? M. J. B.) Wij namen onzen intrek
bij Mr. Paas, graveur, no. 53 High Holborn,
dien wij bereid vonden ons een goede zit
kamer aan de straat, een slaapkamer en een
toiletkamer af te staan. Daar ik zeer ver
heugd zal zijn de tweede te gaan innemen,
leg ik de pen neer tot morgen. Wy vonden
't veiliger bij particulieren, die ons om hun
voegzaamheid en goede manieren waren
aanbevolen, onzen intrek te nemen in deze
wereldstad vol verdachte elementen, dan in
een dier verwarrend groote herbergen, die
men hotels noemt
Nadruk verboden.