DIERENLEVEN IN DEN HOUT SPORT EN WEDSTRIJDEN. De TourdeFrancegaat beginnen! Volledige Nederlandsche ploeg aan den start. Ook Alkmaar heeft zijn Artis, al zijn er dan geen olifanten en tijgers. Oranje-team heeft geen kans. - i ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 8 JULI 1939. Wielrennen. DERDE BLAD Men zegt wel eens, dat Mei de mooiste maand is omdat het jonge, ontluikende groen dan zijn zachtste kleur heeft. Maar ai is het grastapijt van de uitgestrekte weilan den dan ook geel- en wit doorspikkeld van boterbloemen en madelieven, al hebben boomen en struiken zich dan in een kleedje van teer groen gehuld, hier en daar steken de knoestige armen van zoo'n ouden bosch bewoner daar nog wel eens onbeschermd uit en eerst in Juni en Juli, als het blad zich gespreid en vergroot heeft, is onze Hout met zijn tallooze boomen en struiken een weelde van levend groen geworden. Men treft er de wondere kleurschakeerin- gen aan van groen met wit en geel, van bruin in allerlei tinten, van wit als bloesems en als geurende bloemen aan de jasmijn struiken, of van het vlammend geel van de brem. Daar zijn in onzen wondermooien Hout stille plekjes, zooals ter zijde van den Mu- ziektuin waar het grastapijt met de fraaie bloembedden aan alle kanten omsloten is door prachtige oude boomen, wilgen en beu ken, eiken en kastanjes. Die zitten in dezen tijd van onder tot boven in het blad en al de schakeeringen van groen en bruin, van bladeren aan opg.-and hout of aan de neer buigende takken van den treurwilg, het is een weelde van kleui, een prachtige com binatie van alles wat de zomer aan natuur schoon kan brengen. Maar niet daarom alleen wordt onze Hout zoo druk bezocht, niet alleen als wandel plaats heeft dit zeei fraaie park zijn won dere bekoring voor stad- en streekgenooten. Het is ook omdat hier de dierenwereld in allerlei interessante exemplaren vertegen woordigd is. Alkmaar is te klein om er een Artis op na te houden. Voor leeuwen en tijgers heeft onze berooide gemeente geen kostgeld be schikbaar, maar wat in een stadspark als dit onmisbaar is, dat is hier in ruime mate aanwezig. Waar vindt men ver in den omtrek een Hertenkamp als de onze, een prachtig ruim grasveld, waar de bokken en reeën, naar hartelust kunnen draven, waar de gan zen waggelend naar het water stappen en pauwen pronkend hun waaiervormige staar ten spreiden? Hier bij het voederhuis is het in deze weken een va et vient van allerlei vier- en tweepootige Houtbewoners. Hier grazen de herten in kleine kudden en als er ergens ver weg een kinderhandje door de tralies steekt, draven slanke pootjes over het gras veld en kijken groote gazellenoogen naar hét lekkers, da* in hun vochtige snoeten wordt geduwd, toeterbloemen, die in den Hout metershoog staan en hertenlof, dat een der allergrootste tractaties is. Dan dwalen de dieren zoekend langs het groote op staande hek en de altijd in beweging zijnde korte staartjes gcan naar links en naar rechts alsof zij de maat van een vlugge melodie slaan. kamp voor hun gezin te reserveeren. Daar mogen zich geen andere dieren vertoonen en zoodra er aan den horizon ook maar een onschuldig eendje opduikt, draaft Ma met stijve pooten, als een geboren snelwande- laarster naar de plek des gevaars en jaagt met vooruitgestoken bek den onwelkomen bezoeker uit de gevaarlijke zóne. Geen pauw, geen kalkoen, waagt zich op het ganzengebied en als de hertjes in hun on schuld wat al te dicht de vier donsvogeltjes naderen, komt Pa-gans in hetzelfde tempo als zijn echtgenoote aangesneld en neemt een zoo dreigende houding aan, dat zelfs de bokken een veiligen omweg maken. Soms zijn Pa en Ma tegelijk op stap, de een naar den waterkant waar hij een groepje kopjeduikelende eendjes van den oever afhoudt, de ander achter een kalkoen aan en dan liggen de ganzenkindertjes on beschermd voor ieder, die er een in zijn zak zou willen steken. Een bewijs, dat ouderliefde en strategie in de dierenwereld niet altijd samengaan. HARTJES van MIJNHARDT bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijnen, rheumatlsche pijnen, periodieke pijnen, migraine, spierpijn, spit, kou en griep Bij apothekers en drogisten, kokei 12 st 50 ct doosje 6 st 50 ct 't Lijkt wel wat ontmoedigend, wan neer wij dit artikeltje aanvangen met de opmerking, dat de Nederlandsche ploeg, die Maandag a.s. zal starten in den Tour de France, geen schijn van een Helaas, een onheil heeft deze hertjes kort geleden getroffen, omdat thans de vrij groote zekerheid bestaat, dat de pluim graaf dit jaar n: voor baker behoeft te spelen. De kraamkamer in het voederhuis is tot dusver nog niet gebruikt en zij zal ook niet noodig blijken. Eenige maanden gele den hebben enkele individuen, wier namen helaas onbekend zijn gebleven, een grooten hond over het hek gegooid en deze is on middellijk een jacht op de herten begon nen. Zelfs de bokken met hun groote drei gende geweien zijn voor dezen hond op den loop gegaan en het is een ge-ren en gedraaf geworden waarbij weliswaar de achtervol ger er niet in geslaagd is een der vlugge kampbewoners te pakken, maar waarbij verschillende jonge hertenmoeders zich zoo overspannen hebben, dat de kans op de komst van een hertenooievaar al heel klein is geworden. Nog maar enkele weken gele den heeft een groote herdershond opnieuw de dieren opgejaagd en daar B. en W. ver boden hebben deze honden te schieten en het opvangen daarvan zooveel tijd vordert, dat er inmiddels groote verwarring in de dierenwereld is ontstaan, is het duidelijk, dat stacfgenooten, die hun gevaarlijke hon den niet aan een riem of ketting houden in Den Hout tot de zeer ongewenschte be zoekers worden gerekend. Wij zullen dit jaar dus het alleraardigste gezicht missen van de miniatuurhertjes, die aan moeders zij door het gras huppelen, maar gelukkig heeft Alkmaar een heele collectie herten en het kamp zal voldoende bevolkt kunnen blijven. Wie wel vader en moeder geworden zijn, dat zijn de Magelhanganzen, waarvan de vader een plechtige witte verschijning is en de moeder zich stemming in een donkerder costuumpje van bruine en donkere veeren beeft gestoken. Het ouderpaar is in het gelukkige bezit van vier wollen balletjes, die inmiddels tot kleine donzige vogeltjes uitgegroeid zijn, en hun verblijfplaats hebben aan den kant van den hertenkamp bij de vogelkooien en bet bruggetje terzijde van het voederhuis. Het gelukkige bezit van vier vogelsprui- ten, brengt ook nog wat anders dan blijd schap met zich mee, want zoowel Pa-gans als Ma-gans hebben een zeer zware ouder lijke taak te vervullen. Zij leven namelijk in de dwaze veron derstelling, dat alles wat zich in den Her tenkamp ophoudt het er op toelegt hun jongen te stelen en in den voortdurenden vrees voor kidnappers, hebben zij besloten ongeveer een kwart deel van den Herten Eenden en ganzen kunnen zich vrij be wegen in de rest van den Hertenkamp, op de eilandjes met hun vogelhuisjes verborgen in een weelde van groen, waar eendjes van allerlei grootte, kleur en soort op hun kop staan en met hun roode pootjes spartelen om het evenwicht te bewaren en waar het grasveld druk bevolkt is met kalkoenen families, met vette ganzen de eenige die in deze stad het Kerstfeest met gerustheid tegemoet kunnen zien met rotganzen, rietganzen,brandganzen, wilde-, Canadee- schg- en Japansche knobbelganzen. Dat alles leeft, ondanks het verschil van natio naliteit, vredig en rustig bijeen en ver draagt elkander zonder vrees voor agressie of omsingelingspolitiek of het zou de agres sie van de Magelhans-ganzen moeten zijn of de omsingeling door een keten van mannen die wel eens in den Hertenkamp verschijnen om er een van de dieren op te vangen. Zoo moeten b.v. de zwanen wel eens van Den Hout naar de singelgrachten worden overgebracht, maar tamme zwanen zijn geen bloeddorstige beesten, de mannen van Den 'Hout weten er wel mee om te springen en onze gemeentelijke pluimgraaf met onder eiken arm een zwaan, is in Den Hout geen zeldzame verschijning. Dan zijn de wilde zwanen heel wat on gemakkelijker bewoners van ons fraaie stadspark. Zij hebben hun afgesloten ge bied naast het eilandje waar de Ripping- bank staat en zij dulden daarin alleen meerkoeten, wilde eendjes, pijlstaartjes en over het algemeen zee-eendjes en zeedie ren. Zoo nu en dan drukt een water hoentje of een tam eendje onder het brug getje wel eens zijn snavel tegen het gaas om bij buurman binnen te kijken, maar het mag van geluk spreken, dat het gaas nog al sterk is, want buurman en buurvrouw zou den korte metten met hem maken als zij hem te pakken konden krijgen. Een zee-zwaan of wilde-zwaan heeft niet den rosen snavel met 't kleine driehoekige vlekje, dat de zwanen aan den anderen kant hebben. Papa zee-zwaan heeft een kanariegelen snavel, waarvan de onderste helft als het ware met rijwiellak is bestre ken. Mama is minder opzichtig, maar doet in gevaarlijkheid niet voor haar echt genoot onder. De wilde zwaan slaat, bijt en krabt de combinatie doet bijna aan de kwaliteiten van een stofzuiger denken en Papa heeft een vlucht van niet minder dan 2>/$ meter. Gelukkig heeft de pluimgraaf, de heer De Vries, deze dieren een beetje gekortwiekt zoodat zij niet van hun eilandje kunnen komen om bijvoorbeeld den strijd met de familie Magelhan-gans aan te binden. De zee-zwaan was een presentje van een onzer inwoners, die het dier op de zoute golven met veel moeite had gevangen en het in zijn tuintje niet langer hebben kon, wat geen verwondering behoeft te baren. Toen kwam de zwaan in Den Hout en nadat hij daar eenigen tijd als onbestorven weduwnaar getreurd had, ontdekte men in den omtrek een vrouwtje, dat gekocht of gekregen werd en waarmee men den wil den baas op een goeden morgen verblijd heeft. Misschien kende het tweetal elkaar nog vanuit de Noordzee of ergens anders vandaan. In allen gevalle hieven de wilde Houtbewoners een voor deze dieren karak teristiek trompetgeschal aan, zij omsingel den elkaar van blijdschap met de lange nekken en zij vielen figuurlijk gespro ken natuurlijk elkaar in de armen. Nu kunnen zij samen over den goeden ouden tijd redeneeren en hoe zij het eens zijn is op Pinksterdag gebleken toen de pluim graaf op het eilandje nieuw leven ontdekte in den vorm van twee donzige zwaantjes, de eerste, die hier in gevangenschap wer den geboren, maar die helaas op jeugdigen leeftijd weer aan Den Hout door den dood zijn ontnomen. Dan zijn er de prachtige kooien met goud-, met diamant-, n^et zilver- en bosch- fazanten en de namen duiden er reeds op welk een kostbare vedertooi ze hebben. Ook hier zijn in tegenstelling met de menschenwereld, de mannetjes veel kostbaarder uitgedost dan de vrouwtjes en het aardige is, dat men in vrijwel alle kooi en thans de jonge vogeltjes stemmig ge kleed naast de oude ziet stappen. Men kent de groote vogelkooi onder een weede van bloeiende jasmijnstruiken, de kooi waarin parkietjes en allerlei andere vogeltjes, verschillend gebekt en verschil lend geteekend, in bonte mengeling door een vliegen en in een boom met allerlei kleine vogelhuisjes zijn gehuisvest en ook de kanarie- en sijsjeskooi, waarin het meest merkwaardige de muisjes zijn, die bij de komst van een voorbijganger vliegensvlug achter de beschutting van boomschors ver dwijnen. Men kent ook de kleine waschbeertjes, of misschien kent men ze niet, want ze zijn niet uithuizig en vertoonen zich voorname lijk in de avonduen als het stil in Den Hout is geworden. Erg sympathiek zien ze er niet uit, er zit een stille dreiging van klauwen en bijten in hun glinsterende oog jes, maar zoo nu en dan klemmen zij zich wel eens aan het rasterwerk en laten zich gewillig een nootje in den bek stoppen. De natuur heeft haar gaven wonderlijk gedistribueerd want het beest, dat in den regel rustig op de kooi van de waschbeertjes zit, en zijn staart als een lastig verlengstuk naar beneden laat bengelen, de fraaie pauw, heeft een geluid waarbij de meest valsche kermistoeter nog melodieus kan genoemd worden. Naast eenige trotsche haantjes stappen in het Hertenkamp meerdere pau wen rond. Zij verwaardigen zich een enke len keer om met hun gekroonde blauw groene kopjes statig naar het rasterwerk te wandelen, maar een pauw is nu eenmaal een pronkerige vogel, die men niet van dichtbij maar van een afstand moet bekijken. Voor namelijk de zeldzame witte pauw is de glorie van de Hertenkamp. Het is of er een bruidje in het wit met langen sleep over het gras loopt, maar zoo nu en dan toont dat bruidje haar dierlijke eigenschappen door plotseling stil te staan, haar sleep omhoog te steken, hem waaiervormig uit te spreiden en een prachtigen kring van witte veeren te vertoonen. Veel belangstelling is er altijd voor het duivenhuis, waa' de witte Hagenaars in breede zwermen op en aanvliegen om zoo nu en dan eens op den grond te strijken als een der dagelijksche bezoekers wat brood kruimpjes bij de hand heeft. Hier mist men den heer De Rie, den grooten vogelliefheb ber, die hier dagelijks zijn gevederde vriend jes kwam opzoeken en wiens komst voor de geheele kolonie eiken dag weer een feest was. Een opvolger is er voor hem nog niet gevonden, althans niet een, die zich in dezelfde mate in het vertrouwen dezer die ren mag verheugen. In de onderafdeelingen van de duivenkooi wordt een collectie bont mantels gepresenteerd door kleine manne quins. Men ziet er bontjasjes van bruin en zwart, van donkerbruin en van pluimig wit en de marmotjes en jonge konijntjes, die dat alles demonstreeren leveren er ware veldslagen met een partij brutale musschen die overal in het traliewerk nog wel een gaatje vinden om mee te komen eten. Een schildpad, de filosoof onder dat kleine ge dierte, zit onbeweeglijk op een steen. Hij is waarschijnlijk de oudste en daarom de wijste en bekijkt al dat bedrijvige met een begrijpenden blik uit zijn half geloken oogjes. En dan is er ten slotte en laten wij die vooral niet vergeten de apenkooi, de jongste aanwinst van onzen stedelijken dierentuin, waar de belangstelling van jong en oud altijd het grootst is. Apen zijn wei nig verdraagzame dieren en een zwart exemplaar dat een onzer stadgenooten nog eens op de kermis gekocht en tijdelijk gehuisvest heeft is afgescheiden van zijn mede-oerwoudbewoners omdat men op vechtpartijen in onzen vredigen Hout niet bijzonder gesteld is. Een klein zwart handje, dat zoo nu en dan eens buiten de tralies steekt om een nootje, een schijfje komkommer of een stukje tomaat in ontvangst te nemen, be wijst wel, dat hü den mensch, althans den mede-deelzamen mensch, niet vijandig is. Het blyft te betreuren, dat sommige be zoekers zich niet ontzien deze dieren ge vaarlijke dingen in handen te geven, waar van zakspiegeltjes, die onmiddellijk in den bek worden gestoken en tot gruis worden gekauwd wel de meest afkeurenswaardige zijn. De groote apenkooi is als het ware een speeltuin, waarin boomen, schommels, rek stokken volop gelegenheid geven voor het beoefenen van de acrobatiek en het publiek ziet hier dagelijks kunststukjes, die geen enkele keurturner zal kunnen namaken. Zoo nu en dan als er veel publiek is en er veel papieren zakjes opengaan - komt er nog een behaarde acrobaat uit een ge heimzinnig klapdeurtje te voorschijn en de bewoners van de groote- kooi hangen ge woonlijk met één poot aan het traliewerk en steken een anderen naar buiten in de hoop, dat er iets lekkers zal gepresenteerd wor den. Men heeft zich dezer dagen bij ons be klaagd, dat een jong aapje, een allerliefst miniatuur-exemplaar en daardoor de lieve ling van het publiek, door de kooibewoners niet behandeld werd op een wijze, die aan eenige kleuterzorg in de apenwereld doet denken. Het diertje werd herhaaldelijk mishan deld, zelfs bloedig verwond tot groote ver ontwaardiging van de omstanders en het gevolg daarvan is geweest, dat zoowel zoon lief als Papa en Mama op het oogenblik ge- interneerd zijn. De beroemde, of beter ge zegd beruchte apenliefde is hier de oorzaak van een huiselijk drama geworden. Papa een der grootste apen uit de kooi had voortdurend oneenigheid met Mama en hoe kans heeft. Maar tenslotte weten de Hollandsche renners zelf heel goed, dat een "zege in dezen monsterrit voor geen van hen is weggelegd. Zy zullen starten in de hoop, dat ongeveer de helft van hen de finish zal bereiken en zij zullen heel tevreden zijn, als twee van hen bij de vijftien besten geklasseerd kunnen worden. Een volledig team van Nederlandsche renners in den Tour! Dat is nog niet eerder gebeurd en het zou waarschijnlijk ook dit jaar nog niet gebeurd zijn, als niet de Italiaansche en Duitsche renners een start verbod hadden gekregen. Dat niet-starten der Italianen mag als een verlies beschouwd worden, omdat de Italiaansche ploeg het gerust kan opnemen tegen de Franschen en de Belgen. Dat Duitschland niet vertegen woordigd is, beteekent heel weinig, omdat de Duitsche wegrenners over 't algemeen veel zwakker zijn dan die uit Frankrijk en België. Echter, hoe dan ook, voor ons is het 't voornaamste, dat Nederland met een com plete ploeg verschijnt, dat dus ons land eindelijk volwaardig gekeurd is, om deel te nemen aan den grootsten rondrit ter wereld. En om nu maar met de deur in huis te vallen, ons land zal vertegenwoordigd zijn door Anton en Albert van Schendel, Helle- mons, de Korver, Lambrichts, Dominicus, Gommers en Sijen. Men zal dus een Schulte en een van Nek, zelfs een Middelkamp mis sen. Wat eerstgenoemde betreft, Schulte is geen etapperijder. Hij zou ongetwijfeld de eerste dagen van zich doen spreken, maar binnen een week tot de rij der uitvallers behooren. Wat van Nqk betreft, hij behoort inderdaad in de ploeg, maar er waren fi- nancieele moeilijkheden: van Nek wenschte een hoogere gage dan de anderen en terecht heeft de on-officieele leider en organisator van de Nederlandsche ploeg, de bekende wielersportjournalist Joris van den Bergh dat geweigerd. De Nederlanders rijden samen, moeten hun kansen samen verdedi gen en het zou dus al zeer onverstandig geweest zijn en zeer nadeelig voor het moreel der renners bovendien, wanneer men reeds een uitverkorene had genomen nog voor de wedstrijd begon; een uitverkorene dari met een hoogere gage. Wanneer men het lijstje der Hollandsche deelnemers bekijkt, dan ziet men, dat slechts de eerste drie renners den Tour al eens hebben volbracht.. Anton van Schendel reed hem reeds driemaal! Dominicus weet ook wat de Tour beteekent; helaas werd hij het vorig jaar zeer ten onrechte in de Pyre neeën plotseling uit den strijd genomen, nadat hij in de voorgaande dagen bewonde renswaardig knechtenwerk had verricht. De overige renners zijn nieuwelingen in den Tour, maar men mag op grond van andere prestaties aannemen, dat het etappenrijders zijn. Joris van den Bergh heeft met groote zorg deze renners gekozen. Hij heeft zich niet laten verleiden door klinkende namen; hij heeft getracht een ploeg te vormen, die sterk zou kunnen zijn als eenheid en hij heeft dus allereerst gezocht naar renners met karakter voor kameraadschap. Wij ge- looven, dat hij daarin zeer wel geslaagd is. En voor de Hollandsche renners is het van groot belang, dat Joris zelf mee gaat: zoo'n leider, die geen ongenaakbare leider is, maar die een kameraad is van de jongens, is geld waard. Zoo'n renner verhoogt het moreel van de ploeg. wel dit waarschijnlijk niet over de opvoe ding van de kinderen ging, wreekte Ma haar booze buien op het onschuldige apen- jong, dat zoo gebeten werd, dat het hoog tijd was, dat de voogdijraad in den vorm van de plantsoendirectie en de kinderzorg in den vorm van den pluimgraaf tusschen beiden kwamen. Nu zit het apenjong eenzaam en verlaten achter een ruit en kijkt met zijn kleine droevige oogjes naar de mooie speelplaats, waar hij vooreerst niet meer mag verschij nen. Er zijn niet alleen in de menschen wereld familiedrama's waarvan onschuldige kinderen allereerst het slachtoffer worden. Wie thans een wandeling door den Hout maakt, wie het zware opgaand geboomte in zijn honderden kleurschakeeringen aan schouwt en het dierenleven in zijn primi tiefsten vorm gadeslaat, wie ziet hoe keurig dat alles verzorgd is en met hoeveel liefde en voortdurende zorg onze kleine stedelijke Artis in stand wordt gehouden, die krijgt respect voor onzen plantsoendienst, voor den directeur en zijn mannen vooral den pluimgraaf die ons, voor het weinige geld, dat de gemeente hiervoor beschikbaar kan stellen 'n attractie bieden, welke een der mooiste en best verzorgde uit den lande mag heeten. De route. Meer zullen we op het oogenblik van de Nederlandsche deelnemers niet zeggen, ook al, omdat er zoo weinig voorspeld kan worg den. Slechts nog dit: in onze ploeg zitten klimmers, temporijders en een sprinter, zoo dat Nederland overal een woordje een heel klein woordje. mee kan spreken. Wat nu de wedstrijd zelf betreft, de komende Tour is aanzienlijk ingekort, hy duurt nu drie weken (vroeger vier) en telt thans 18 etappes en in totaal drie rustdagen. De verdeeling is, zooals we in de Sport- Echo lezen, als volgt: afstand le rit 10 Juli Parys-Caen 215 km. 2e rit 11 Caen-Rennes 183 km. 3e rit 12 Rennes-Brest 244 km. 4e rit 13 Brest-Lorient 174 km. 5e rit 14 Lorient-Nantes 207 km. 6e rit 15 Nantes-Royan 251 km. 16 Rust te Royan 7e rit 17 Royan-Bordeaux 198 km. 8e rit 18 Bordeaux-Pau 279 km. 9e rit 19 Pau-Toulouse 311 km. 20 Rust te Toulouse 10e rit 21 Toulouse-Montpellier 246 km. 11e rit 22 Montpellier-Marseille 212 km. 12e rit 23 Marseille-Monaco 278 km. 13e rit 24 Monaco-Sospel-Monaco 101 km. 14e rit 25 Monaco-Digne 175 km. 15e rit 26 Digne-Briangon 219 km. 16e rit 27 Briangon-Annecy 294 km. 28 Rust te Annecy 17e rit 29 Annecy-Dyon 285 km. 18e rit 30 Dijon-Parijs 349 km. Van deze etappes zijn er niet minder dan vijf, waarvan een gedeelte tegen het hor- loge moet worden gereden met afzonderlijk vertrek en wel: In de 2e etappe van Caen naar Vire. In de 8e etappe van Salies de Bearn naar Pau. In de 10e etappe van Narbonne n. Béziers. In de 16e etappe van Bonneval n. Bourg Saint Maurice. In de 17e etappe van Dole naar Dyon. Behalve deze etappes, welke door de tijd ritten in tweeën of drieën zy'n gesplitst, zijn ook nog enkele andere etappes gedeeld, en wel: De zesde etappe: Nantes-La Rochelle en La Rochelle-Royan. De 12e etappe: Marseille-St. Raphaël en St. Raphaël-Monaco. De 18e etappe: Dijon-Troyes en Troyee- Parijs. Mocht het tempo in een of anderen rit on voldoende zijn, dan heeft de organisatie het recht de volgende etappe geheel of gedeel telijk in groepen te doen verrijden. In dat geval gaan de Belgische B.-ploeg en de Fransche regionale ploegen een half uur eerder weg dan de nationale ploegen. Dan worden geen vergoedingen in tijd gegeven. Een dergelijke maatregel kan ook worden genomen, indien er verstandhouding blijkt te bestaan tusschen bepaalde ploegen. Zwaarder of niet? Hier en daar heeft de meening post gevat, dat de Tour aanzienlijk gemakkelijker is ge worden door het terugbrengen van den af stand en het verminderen van het aantal etappes van 23 of 24 op 18. We gelooven echter niet, aldus het N. W. U.-orgaan, dat zulks bepaald het geval is, daar heeft de wijziging van het reglement wel zorg voor gedragen. Het systeem der tijdsvergoedingen is na melijk grondig veranderd en daardoor zal het niet meer mogelijk zijn, dat een renner door enkele inspanningen in de bergen zoo veel tijd wint, dat hem de eindzege nauwe lijks kan ontgaan. Het voordeel voor de klimmers wordt nu aanzienlijk verminderd, omdat daartegenover de 5 tijdritten staan, waarin de „rouleurs" hun lusten kunnen botvieren. Uit dien hoofde meenen we, dat de strijd spannender, hardnekkiger en dus zwaarder kan worden dan bijv. in het afge- loopen jaar. De tijdsvergoedingen zijn aldus te be halen: De sprinters krijgen in niet minder dan 18 etappes kans op een tijdsvergoeding en wel van een halve minuut, welke vergoe ding een volle minuut kan worden indien de winnaar met ten minste 30 sec. voor sprong op zijn naaste concurrenten binnen komt. De „rouleurs" hebben hun kans in de vijf tijdritten. De winnaar van eiken tijdrit krjjgt een volle minuut vergoeding. De klimmers kunnen zich tienmaal onder scheiden, met dien verstande, dat de 10 cols in 2 groepen zyn onderverdeeld. Op den Izoard, den Tourmalet en den Iseran moet de voorsprong van den eerst aankomende ten minste één minuut op nummer twee bedra gen om één minuut vergoeding te krijgen, terwijl deze voorsprong op de 7 andere cols ten minste 30 sec. moet zijn. Het karakter van dezen Tour kan niet wei nig worden beinvloed door een nieuwe com petitie, welke is ingesteld en eigenlijk een Tour in den Tour is. Dat is de strijd om den Pernod-prijs, welke een speciaal klassement voor klimmers, treinloopers en sprinters in stelt. Voor deze drie categorieën worden, zooals bij de tijdsvergoedingen, punten toe gekend en wie de meeste punten behalen, krijgen daarvoor extra prijzen uitgekeerd, welke onafhankelijk zijn van de andere prij zen en premies. Het is dus heelemaal niet uitgesloten, dat de winnaar van den Tour wiens klasseering uitsluitend op Üjd is ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9