DIERENLEVEN IN DEN HOUT
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
De TourdeFrancegaat beginnen!
Volledige Nederlandsche ploeg
aan den start.
Ook Alkmaar heeft zijn Artis, al zijn
er dan geen olifanten en tijgers.
Oranje-team heeft
geen kans.
- i
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 8 JULI 1939.
Wielrennen.
DERDE BLAD
Men zegt wel eens, dat Mei de mooiste
maand is omdat het jonge, ontluikende
groen dan zijn zachtste kleur heeft. Maar ai
is het grastapijt van de uitgestrekte weilan
den dan ook geel- en wit doorspikkeld van
boterbloemen en madelieven, al hebben
boomen en struiken zich dan in een kleedje
van teer groen gehuld, hier en daar steken
de knoestige armen van zoo'n ouden bosch
bewoner daar nog wel eens onbeschermd
uit en eerst in Juni en Juli, als het blad
zich gespreid en vergroot heeft, is onze
Hout met zijn tallooze boomen en struiken
een weelde van levend groen geworden.
Men treft er de wondere kleurschakeerin-
gen aan van groen met wit en geel, van
bruin in allerlei tinten, van wit als bloesems
en als geurende bloemen aan de jasmijn
struiken, of van het vlammend geel van de
brem.
Daar zijn in onzen wondermooien Hout
stille plekjes, zooals ter zijde van den Mu-
ziektuin waar het grastapijt met de fraaie
bloembedden aan alle kanten omsloten is
door prachtige oude boomen, wilgen en beu
ken, eiken en kastanjes. Die zitten in dezen
tijd van onder tot boven in het blad en al
de schakeeringen van groen en bruin, van
bladeren aan opg.-and hout of aan de neer
buigende takken van den treurwilg, het is
een weelde van kleui, een prachtige com
binatie van alles wat de zomer aan natuur
schoon kan brengen.
Maar niet daarom alleen wordt onze Hout
zoo druk bezocht, niet alleen als wandel
plaats heeft dit zeei fraaie park zijn won
dere bekoring voor stad- en streekgenooten.
Het is ook omdat hier de dierenwereld in
allerlei interessante exemplaren vertegen
woordigd is.
Alkmaar is te klein om er een Artis op
na te houden. Voor leeuwen en tijgers heeft
onze berooide gemeente geen kostgeld be
schikbaar, maar wat in een stadspark als dit
onmisbaar is, dat is hier in ruime mate
aanwezig.
Waar vindt men ver in den omtrek
een Hertenkamp als de onze, een prachtig
ruim grasveld, waar de bokken en reeën,
naar hartelust kunnen draven, waar de gan
zen waggelend naar het water stappen en
pauwen pronkend hun waaiervormige staar
ten spreiden?
Hier bij het voederhuis is het in deze
weken een va et vient van allerlei vier- en
tweepootige Houtbewoners. Hier grazen de
herten in kleine kudden en als er ergens
ver weg een kinderhandje door de tralies
steekt, draven slanke pootjes over het gras
veld en kijken groote gazellenoogen naar
hét lekkers, da* in hun vochtige snoeten
wordt geduwd, toeterbloemen, die in den
Hout metershoog staan en hertenlof, dat een
der allergrootste tractaties is. Dan dwalen
de dieren zoekend langs het groote op
staande hek en de altijd in beweging zijnde
korte staartjes gcan naar links en naar
rechts alsof zij de maat van een vlugge
melodie slaan.
kamp voor hun gezin te reserveeren. Daar
mogen zich geen andere dieren vertoonen
en zoodra er aan den horizon ook maar een
onschuldig eendje opduikt, draaft Ma met
stijve pooten, als een geboren snelwande-
laarster naar de plek des gevaars en jaagt
met vooruitgestoken bek den onwelkomen
bezoeker uit de gevaarlijke zóne. Geen
pauw, geen kalkoen, waagt zich op het
ganzengebied en als de hertjes in hun on
schuld wat al te dicht de vier donsvogeltjes
naderen, komt Pa-gans in hetzelfde tempo
als zijn echtgenoote aangesneld en neemt
een zoo dreigende houding aan, dat zelfs de
bokken een veiligen omweg maken.
Soms zijn Pa en Ma tegelijk op stap, de
een naar den waterkant waar hij een
groepje kopjeduikelende eendjes van den
oever afhoudt, de ander achter een kalkoen
aan en dan liggen de ganzenkindertjes on
beschermd voor ieder, die er een in zijn
zak zou willen steken.
Een bewijs, dat ouderliefde en strategie
in de dierenwereld niet altijd samengaan.
HARTJES van MIJNHARDT
bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijnen,
rheumatlsche pijnen, periodieke pijnen,
migraine, spierpijn, spit, kou en griep
Bij apothekers en drogisten,
kokei 12 st 50 ct doosje 6 st 50 ct
't Lijkt wel wat ontmoedigend, wan
neer wij dit artikeltje aanvangen met
de opmerking, dat de Nederlandsche
ploeg, die Maandag a.s. zal starten in den
Tour de France, geen schijn van een
Helaas, een onheil heeft deze hertjes kort
geleden getroffen, omdat thans de vrij
groote zekerheid bestaat, dat de pluim
graaf dit jaar n: voor baker behoeft te
spelen.
De kraamkamer in het voederhuis is tot
dusver nog niet gebruikt en zij zal ook
niet noodig blijken. Eenige maanden gele
den hebben enkele individuen, wier namen
helaas onbekend zijn gebleven, een grooten
hond over het hek gegooid en deze is on
middellijk een jacht op de herten begon
nen. Zelfs de bokken met hun groote drei
gende geweien zijn voor dezen hond op den
loop gegaan en het is een ge-ren en gedraaf
geworden waarbij weliswaar de achtervol
ger er niet in geslaagd is een der vlugge
kampbewoners te pakken, maar waarbij
verschillende jonge hertenmoeders zich zoo
overspannen hebben, dat de kans op de
komst van een hertenooievaar al heel klein
is geworden. Nog maar enkele weken gele
den heeft een groote herdershond opnieuw
de dieren opgejaagd en daar B. en W. ver
boden hebben deze honden te schieten en
het opvangen daarvan zooveel tijd vordert,
dat er inmiddels groote verwarring in de
dierenwereld is ontstaan, is het duidelijk,
dat stacfgenooten, die hun gevaarlijke hon
den niet aan een riem of ketting houden
in Den Hout tot de zeer ongewenschte be
zoekers worden gerekend.
Wij zullen dit jaar dus het alleraardigste
gezicht missen van de miniatuurhertjes, die
aan moeders zij door het gras huppelen,
maar gelukkig heeft Alkmaar een heele
collectie herten en het kamp zal voldoende
bevolkt kunnen blijven.
Wie wel vader en moeder geworden zijn,
dat zijn de Magelhanganzen, waarvan de
vader een plechtige witte verschijning is en
de moeder zich stemming in een donkerder
costuumpje van bruine en donkere veeren
beeft gestoken.
Het ouderpaar is in het gelukkige bezit
van vier wollen balletjes, die inmiddels tot
kleine donzige vogeltjes uitgegroeid zijn,
en hun verblijfplaats hebben aan den kant
van den hertenkamp bij de vogelkooien en
bet bruggetje terzijde van het voederhuis.
Het gelukkige bezit van vier vogelsprui-
ten, brengt ook nog wat anders dan blijd
schap met zich mee, want zoowel Pa-gans
als Ma-gans hebben een zeer zware ouder
lijke taak te vervullen.
Zij leven namelijk in de dwaze veron
derstelling, dat alles wat zich in den Her
tenkamp ophoudt het er op toelegt hun
jongen te stelen en in den voortdurenden
vrees voor kidnappers, hebben zij besloten
ongeveer een kwart deel van den Herten
Eenden en ganzen kunnen zich vrij be
wegen in de rest van den Hertenkamp, op de
eilandjes met hun vogelhuisjes verborgen
in een weelde van groen, waar eendjes van
allerlei grootte, kleur en soort op hun kop
staan en met hun roode pootjes spartelen
om het evenwicht te bewaren en waar het
grasveld druk bevolkt is met kalkoenen
families, met vette ganzen de eenige die
in deze stad het Kerstfeest met gerustheid
tegemoet kunnen zien met rotganzen,
rietganzen,brandganzen, wilde-, Canadee-
schg- en Japansche knobbelganzen. Dat
alles leeft, ondanks het verschil van natio
naliteit, vredig en rustig bijeen en ver
draagt elkander zonder vrees voor agressie
of omsingelingspolitiek of het zou de agres
sie van de Magelhans-ganzen moeten zijn
of de omsingeling door een keten van
mannen die wel eens in den Hertenkamp
verschijnen om er een van de dieren op te
vangen.
Zoo moeten b.v. de zwanen wel eens van
Den Hout naar de singelgrachten worden
overgebracht, maar tamme zwanen zijn
geen bloeddorstige beesten, de mannen van
Den 'Hout weten er wel mee om te
springen en onze gemeentelijke pluimgraaf
met onder eiken arm een zwaan, is in Den
Hout geen zeldzame verschijning.
Dan zijn de wilde zwanen heel wat on
gemakkelijker bewoners van ons fraaie
stadspark. Zij hebben hun afgesloten ge
bied naast het eilandje waar de Ripping-
bank staat en zij dulden daarin alleen
meerkoeten, wilde eendjes, pijlstaartjes en
over het algemeen zee-eendjes en zeedie
ren. Zoo nu en dan drukt een water
hoentje of een tam eendje onder het brug
getje wel eens zijn snavel tegen het gaas
om bij buurman binnen te kijken, maar het
mag van geluk spreken, dat het gaas nog al
sterk is, want buurman en buurvrouw zou
den korte metten met hem maken als zij
hem te pakken konden krijgen.
Een zee-zwaan of wilde-zwaan heeft niet
den rosen snavel met 't kleine driehoekige
vlekje, dat de zwanen aan den anderen
kant hebben. Papa zee-zwaan heeft een
kanariegelen snavel, waarvan de onderste
helft als het ware met rijwiellak is bestre
ken. Mama is minder opzichtig, maar
doet in gevaarlijkheid niet voor haar echt
genoot onder.
De wilde zwaan slaat, bijt en krabt de
combinatie doet bijna aan de kwaliteiten
van een stofzuiger denken en Papa heeft
een vlucht van niet minder dan 2>/$ meter.
Gelukkig heeft de pluimgraaf, de heer De
Vries, deze dieren een beetje gekortwiekt
zoodat zij niet van hun eilandje kunnen
komen om bijvoorbeeld den strijd met de
familie Magelhan-gans aan te binden. De
zee-zwaan was een presentje van een onzer
inwoners, die het dier op de zoute golven
met veel moeite had gevangen en het in
zijn tuintje niet langer hebben kon, wat
geen verwondering behoeft te baren.
Toen kwam de zwaan in Den Hout en
nadat hij daar eenigen tijd als onbestorven
weduwnaar getreurd had, ontdekte men in
den omtrek een vrouwtje, dat gekocht of
gekregen werd en waarmee men den wil
den baas op een goeden morgen verblijd
heeft. Misschien kende het tweetal elkaar
nog vanuit de Noordzee of ergens anders
vandaan. In allen gevalle hieven de wilde
Houtbewoners een voor deze dieren karak
teristiek trompetgeschal aan, zij omsingel
den elkaar van blijdschap met de lange
nekken en zij vielen figuurlijk gespro
ken natuurlijk elkaar in de armen. Nu
kunnen zij samen over den goeden ouden
tijd redeneeren en hoe zij het eens zijn
is op Pinksterdag gebleken toen de pluim
graaf op het eilandje nieuw leven ontdekte
in den vorm van twee donzige zwaantjes,
de eerste, die hier in gevangenschap wer
den geboren, maar die helaas op jeugdigen
leeftijd weer aan Den Hout door den dood
zijn ontnomen.
Dan zijn er de prachtige kooien met
goud-, met diamant-, n^et zilver- en bosch-
fazanten en de namen duiden er reeds op
welk een kostbare vedertooi ze hebben.
Ook hier zijn in tegenstelling met de
menschenwereld, de mannetjes veel
kostbaarder uitgedost dan de vrouwtjes en
het aardige is, dat men in vrijwel alle kooi
en thans de jonge vogeltjes stemmig ge
kleed naast de oude ziet stappen.
Men kent de groote vogelkooi onder een
weede van bloeiende jasmijnstruiken, de
kooi waarin parkietjes en allerlei andere
vogeltjes, verschillend gebekt en verschil
lend geteekend, in bonte mengeling door
een vliegen en in een boom met allerlei
kleine vogelhuisjes zijn gehuisvest en ook
de kanarie- en sijsjeskooi, waarin het meest
merkwaardige de muisjes zijn, die bij de
komst van een voorbijganger vliegensvlug
achter de beschutting van boomschors ver
dwijnen.
Men kent ook de kleine waschbeertjes,
of misschien kent men ze niet, want ze zijn
niet uithuizig en vertoonen zich voorname
lijk in de avonduen als het stil in Den
Hout is geworden. Erg sympathiek zien ze
er niet uit, er zit een stille dreiging van
klauwen en bijten in hun glinsterende oog
jes, maar zoo nu en dan klemmen zij zich
wel eens aan het rasterwerk en laten zich
gewillig een nootje in den bek stoppen.
De natuur heeft haar gaven wonderlijk
gedistribueerd want het beest, dat in den
regel rustig op de kooi van de waschbeertjes
zit, en zijn staart als een lastig verlengstuk
naar beneden laat bengelen, de fraaie pauw,
heeft een geluid waarbij de meest valsche
kermistoeter nog melodieus kan genoemd
worden. Naast eenige trotsche haantjes
stappen in het Hertenkamp meerdere pau
wen rond. Zij verwaardigen zich een enke
len keer om met hun gekroonde blauw
groene kopjes statig naar het rasterwerk te
wandelen, maar een pauw is nu eenmaal een
pronkerige vogel, die men niet van dichtbij
maar van een afstand moet bekijken. Voor
namelijk de zeldzame witte pauw is de
glorie van de Hertenkamp. Het is of er een
bruidje in het wit met langen sleep over het
gras loopt, maar zoo nu en dan toont dat
bruidje haar dierlijke eigenschappen door
plotseling stil te staan, haar sleep omhoog te
steken, hem waaiervormig uit te spreiden
en een prachtigen kring van witte veeren te
vertoonen.
Veel belangstelling is er altijd voor het
duivenhuis, waa' de witte Hagenaars in
breede zwermen op en aanvliegen om zoo
nu en dan eens op den grond te strijken als
een der dagelijksche bezoekers wat brood
kruimpjes bij de hand heeft. Hier mist men
den heer De Rie, den grooten vogelliefheb
ber, die hier dagelijks zijn gevederde vriend
jes kwam opzoeken en wiens komst voor de
geheele kolonie eiken dag weer een feest
was. Een opvolger is er voor hem nog niet
gevonden, althans niet een, die zich in
dezelfde mate in het vertrouwen dezer die
ren mag verheugen. In de onderafdeelingen
van de duivenkooi wordt een collectie bont
mantels gepresenteerd door kleine manne
quins. Men ziet er bontjasjes van bruin en
zwart, van donkerbruin en van pluimig wit
en de marmotjes en jonge konijntjes, die
dat alles demonstreeren leveren er ware
veldslagen met een partij brutale musschen
die overal in het traliewerk nog wel een
gaatje vinden om mee te komen eten. Een
schildpad, de filosoof onder dat kleine ge
dierte, zit onbeweeglijk op een steen. Hij is
waarschijnlijk de oudste en daarom de
wijste en bekijkt al dat bedrijvige met een
begrijpenden blik uit zijn half geloken
oogjes.
En dan is er ten slotte en laten wij die
vooral niet vergeten de apenkooi, de
jongste aanwinst van onzen stedelijken
dierentuin, waar de belangstelling van jong
en oud altijd het grootst is. Apen zijn wei
nig verdraagzame dieren en een zwart
exemplaar dat een onzer stadgenooten
nog eens op de kermis gekocht en tijdelijk
gehuisvest heeft is afgescheiden van zijn
mede-oerwoudbewoners omdat men op
vechtpartijen in onzen vredigen Hout niet
bijzonder gesteld is.
Een klein zwart handje, dat zoo nu en
dan eens buiten de tralies steekt om een
nootje, een schijfje komkommer of een
stukje tomaat in ontvangst te nemen, be
wijst wel, dat hü den mensch, althans den
mede-deelzamen mensch, niet vijandig is.
Het blyft te betreuren, dat sommige be
zoekers zich niet ontzien deze dieren ge
vaarlijke dingen in handen te geven, waar
van zakspiegeltjes, die onmiddellijk in den
bek worden gestoken en tot gruis worden
gekauwd wel de meest afkeurenswaardige
zijn.
De groote apenkooi is als het ware een
speeltuin, waarin boomen, schommels, rek
stokken volop gelegenheid geven voor het
beoefenen van de acrobatiek en het publiek
ziet hier dagelijks kunststukjes, die geen
enkele keurturner zal kunnen namaken.
Zoo nu en dan als er veel publiek is
en er veel papieren zakjes opengaan - komt
er nog een behaarde acrobaat uit een ge
heimzinnig klapdeurtje te voorschijn en de
bewoners van de groote- kooi hangen ge
woonlijk met één poot aan het traliewerk en
steken een anderen naar buiten in de hoop,
dat er iets lekkers zal gepresenteerd wor
den.
Men heeft zich dezer dagen bij ons be
klaagd, dat een jong aapje, een allerliefst
miniatuur-exemplaar en daardoor de lieve
ling van het publiek, door de kooibewoners
niet behandeld werd op een wijze, die aan
eenige kleuterzorg in de apenwereld doet
denken.
Het diertje werd herhaaldelijk mishan
deld, zelfs bloedig verwond tot groote ver
ontwaardiging van de omstanders en het
gevolg daarvan is geweest, dat zoowel zoon
lief als Papa en Mama op het oogenblik ge-
interneerd zijn. De beroemde, of beter ge
zegd beruchte apenliefde is hier de oorzaak
van een huiselijk drama geworden. Papa
een der grootste apen uit de kooi had
voortdurend oneenigheid met Mama en hoe
kans heeft. Maar tenslotte weten de
Hollandsche renners zelf heel goed, dat
een "zege in dezen monsterrit voor geen
van hen is weggelegd. Zy zullen starten
in de hoop, dat ongeveer de helft van
hen de finish zal bereiken en zij zullen
heel tevreden zijn, als twee van hen bij
de vijftien besten geklasseerd kunnen
worden.
Een volledig team van Nederlandsche
renners in den Tour! Dat is nog niet eerder
gebeurd en het zou waarschijnlijk ook dit
jaar nog niet gebeurd zijn, als niet de
Italiaansche en Duitsche renners een start
verbod hadden gekregen. Dat niet-starten
der Italianen mag als een verlies beschouwd
worden, omdat de Italiaansche ploeg het
gerust kan opnemen tegen de Franschen en
de Belgen. Dat Duitschland niet vertegen
woordigd is, beteekent heel weinig, omdat
de Duitsche wegrenners over 't algemeen
veel zwakker zijn dan die uit Frankrijk en
België.
Echter, hoe dan ook, voor ons is het 't
voornaamste, dat Nederland met een com
plete ploeg verschijnt, dat dus ons land
eindelijk volwaardig gekeurd is, om deel te
nemen aan den grootsten rondrit ter wereld.
En om nu maar met de deur in huis te
vallen, ons land zal vertegenwoordigd zijn
door Anton en Albert van Schendel, Helle-
mons, de Korver, Lambrichts, Dominicus,
Gommers en Sijen. Men zal dus een Schulte
en een van Nek, zelfs een Middelkamp mis
sen. Wat eerstgenoemde betreft, Schulte is
geen etapperijder. Hij zou ongetwijfeld de
eerste dagen van zich doen spreken, maar
binnen een week tot de rij der uitvallers
behooren. Wat van Nqk betreft, hij behoort
inderdaad in de ploeg, maar er waren fi-
nancieele moeilijkheden: van Nek wenschte
een hoogere gage dan de anderen en terecht
heeft de on-officieele leider en organisator
van de Nederlandsche ploeg, de bekende
wielersportjournalist Joris van den Bergh
dat geweigerd. De Nederlanders rijden
samen, moeten hun kansen samen verdedi
gen en het zou dus al zeer onverstandig
geweest zijn en zeer nadeelig voor het
moreel der renners bovendien, wanneer men
reeds een uitverkorene had genomen nog
voor de wedstrijd begon; een uitverkorene
dari met een hoogere gage.
Wanneer men het lijstje der Hollandsche
deelnemers bekijkt, dan ziet men, dat slechts
de eerste drie renners den Tour al eens
hebben volbracht.. Anton van Schendel reed
hem reeds driemaal! Dominicus weet ook
wat de Tour beteekent; helaas werd hij het
vorig jaar zeer ten onrechte in de Pyre
neeën plotseling uit den strijd genomen,
nadat hij in de voorgaande dagen bewonde
renswaardig knechtenwerk had verricht. De
overige renners zijn nieuwelingen in den
Tour, maar men mag op grond van andere
prestaties aannemen, dat het etappenrijders
zijn.
Joris van den Bergh heeft met groote zorg
deze renners gekozen. Hij heeft zich niet
laten verleiden door klinkende namen; hij
heeft getracht een ploeg te vormen, die
sterk zou kunnen zijn als eenheid en hij
heeft dus allereerst gezocht naar renners
met karakter voor kameraadschap. Wij ge-
looven, dat hij daarin zeer wel geslaagd is.
En voor de Hollandsche renners is het van
groot belang, dat Joris zelf mee gaat: zoo'n
leider, die geen ongenaakbare leider is, maar
die een kameraad is van de jongens, is geld
waard. Zoo'n renner verhoogt het moreel
van de ploeg.
wel dit waarschijnlijk niet over de opvoe
ding van de kinderen ging, wreekte Ma
haar booze buien op het onschuldige apen-
jong, dat zoo gebeten werd, dat het hoog
tijd was, dat de voogdijraad in den vorm
van de plantsoendirectie en de kinderzorg
in den vorm van den pluimgraaf tusschen
beiden kwamen.
Nu zit het apenjong eenzaam en verlaten
achter een ruit en kijkt met zijn kleine
droevige oogjes naar de mooie speelplaats,
waar hij vooreerst niet meer mag verschij
nen. Er zijn niet alleen in de menschen
wereld familiedrama's waarvan onschuldige
kinderen allereerst het slachtoffer worden.
Wie thans een wandeling door den Hout
maakt, wie het zware opgaand geboomte in
zijn honderden kleurschakeeringen aan
schouwt en het dierenleven in zijn primi
tiefsten vorm gadeslaat, wie ziet hoe keurig
dat alles verzorgd is en met hoeveel liefde
en voortdurende zorg onze kleine stedelijke
Artis in stand wordt gehouden, die krijgt
respect voor onzen plantsoendienst, voor den
directeur en zijn mannen vooral den
pluimgraaf die ons, voor het weinige
geld, dat de gemeente hiervoor beschikbaar
kan stellen 'n attractie bieden, welke een
der mooiste en best verzorgde uit den lande
mag heeten.
De route.
Meer zullen we op het oogenblik van de
Nederlandsche deelnemers niet zeggen, ook
al, omdat er zoo weinig voorspeld kan worg
den. Slechts nog dit: in onze ploeg zitten
klimmers, temporijders en een sprinter, zoo
dat Nederland overal een woordje een
heel klein woordje. mee kan spreken.
Wat nu de wedstrijd zelf betreft, de
komende Tour is aanzienlijk ingekort, hy
duurt nu drie weken (vroeger vier) en telt
thans 18 etappes en in totaal drie rustdagen.
De verdeeling
is, zooals we in
de Sport-
Echo lezen, als volgt:
afstand
le rit
10 Juli Parys-Caen
215
km.
2e rit
11
Caen-Rennes
183
km.
3e rit
12
Rennes-Brest
244
km.
4e rit
13
Brest-Lorient
174
km.
5e rit
14
Lorient-Nantes
207
km.
6e rit
15
Nantes-Royan
251
km.
16
Rust te Royan
7e rit
17
Royan-Bordeaux
198
km.
8e rit
18
Bordeaux-Pau
279
km.
9e rit
19
Pau-Toulouse
311
km.
20
Rust te Toulouse
10e rit
21
Toulouse-Montpellier
246
km.
11e rit
22
Montpellier-Marseille
212
km.
12e rit
23
Marseille-Monaco
278
km.
13e rit
24
Monaco-Sospel-Monaco
101
km.
14e rit
25
Monaco-Digne
175
km.
15e rit
26
Digne-Briangon
219
km.
16e rit
27
Briangon-Annecy
294
km.
28
Rust te Annecy
17e rit
29
Annecy-Dyon
285
km.
18e rit
30
Dijon-Parijs
349
km.
Van
deze etappes zijn er niet minder
dan
vijf, waarvan een gedeelte tegen het
hor-
loge moet worden gereden met afzonderlijk
vertrek en wel:
In de 2e etappe van Caen naar Vire.
In de 8e etappe van Salies de Bearn naar
Pau.
In de 10e etappe van Narbonne n. Béziers.
In de 16e etappe van Bonneval n. Bourg
Saint Maurice.
In de 17e etappe van Dole naar Dyon.
Behalve deze etappes, welke door de tijd
ritten in tweeën of drieën zy'n gesplitst, zijn
ook nog enkele andere etappes gedeeld, en
wel:
De zesde etappe: Nantes-La Rochelle en
La Rochelle-Royan.
De 12e etappe: Marseille-St. Raphaël en
St. Raphaël-Monaco.
De 18e etappe: Dijon-Troyes en Troyee-
Parijs.
Mocht het tempo in een of anderen rit on
voldoende zijn, dan heeft de organisatie het
recht de volgende etappe geheel of gedeel
telijk in groepen te doen verrijden. In dat
geval gaan de Belgische B.-ploeg en de
Fransche regionale ploegen een half uur
eerder weg dan de nationale ploegen. Dan
worden geen vergoedingen in tijd gegeven.
Een dergelijke maatregel kan ook worden
genomen, indien er verstandhouding blijkt
te bestaan tusschen bepaalde ploegen.
Zwaarder of niet?
Hier en daar heeft de meening post gevat,
dat de Tour aanzienlijk gemakkelijker is ge
worden door het terugbrengen van den af
stand en het verminderen van het aantal
etappes van 23 of 24 op 18. We gelooven
echter niet, aldus het N. W. U.-orgaan, dat
zulks bepaald het geval is, daar heeft de
wijziging van het reglement wel zorg voor
gedragen.
Het systeem der tijdsvergoedingen is na
melijk grondig veranderd en daardoor zal
het niet meer mogelijk zijn, dat een renner
door enkele inspanningen in de bergen zoo
veel tijd wint, dat hem de eindzege nauwe
lijks kan ontgaan. Het voordeel voor de
klimmers wordt nu aanzienlijk verminderd,
omdat daartegenover de 5 tijdritten staan,
waarin de „rouleurs" hun lusten kunnen
botvieren. Uit dien hoofde meenen we, dat
de strijd spannender, hardnekkiger en dus
zwaarder kan worden dan bijv. in het afge-
loopen jaar.
De tijdsvergoedingen zijn aldus te be
halen:
De sprinters krijgen in niet minder dan
18 etappes kans op een tijdsvergoeding en
wel van een halve minuut, welke vergoe
ding een volle minuut kan worden indien
de winnaar met ten minste 30 sec. voor
sprong op zijn naaste concurrenten binnen
komt.
De „rouleurs" hebben hun kans in de vijf
tijdritten. De winnaar van eiken tijdrit krjjgt
een volle minuut vergoeding.
De klimmers kunnen zich tienmaal onder
scheiden, met dien verstande, dat de 10 cols
in 2 groepen zyn onderverdeeld. Op den
Izoard, den Tourmalet en den Iseran moet
de voorsprong van den eerst aankomende ten
minste één minuut op nummer twee bedra
gen om één minuut vergoeding te krijgen,
terwijl deze voorsprong op de 7 andere cols
ten minste 30 sec. moet zijn.
Het karakter van dezen Tour kan niet wei
nig worden beinvloed door een nieuwe com
petitie, welke is ingesteld en eigenlijk een
Tour in den Tour is. Dat is de strijd om den
Pernod-prijs, welke een speciaal klassement
voor klimmers, treinloopers en sprinters in
stelt. Voor deze drie categorieën worden,
zooals bij de tijdsvergoedingen, punten toe
gekend en wie de meeste punten behalen,
krijgen daarvoor extra prijzen uitgekeerd,
welke onafhankelijk zijn van de andere prij
zen en premies. Het is dus heelemaal niet
uitgesloten, dat de winnaar van den Tour
wiens klasseering uitsluitend op Üjd is ge-