STOPPEN De Fransche revolutie van 1789. Het directoire besluit der Fransche revolutie. 2 DERDE BLAD Criais-publicatie. PRIJZEN DER BACONVARKENS. Verhooging met drie en vijf cents. De Nederlandsche Veehouderijcentrale maakt bekend, dat de prijzen voor de met ingang van Maandag 10 Juli 1939 aan haar te leveren varkens, welke bestemd zijn voor fcaconbereiding tot nadere aankon diging als volgt zijn vastgesteld- Prijs per kg. geslacht gewicht in centen: Van Van Van Van Van Boven beneden 50 54 58 75 81 85 Kwaliteit 50 tot tot tot tot tot kg. kg. 53 57 74 80 85 kg kg kg kg kg IA naar 66 70 72 70 64 60 IB IIA kwali- 64 68 70 68 62 58 IC IIB UIA teit 62 66 68 66 60 56 IICIIIB max. 60 64 66 64 58 54 IIIC 56 58 62 64 62 56 52 CC cent 56 60 62 60 54 50 Onder geslacht gewicht wordt verstaan het koude gewicht na slachting (d.i. 1 et warme gewicht verminderd met 2 De leveringsvoorwaarden, zojals zij het laatst zijn vermeld in de publicatie, d.d. 24 April 1937 zijn ongewijzigd gebleven. 's-Gravenhage, 8 Juli 1939. GARANTIEPRIJS GOEDGEKEURDE POOTAARDAPPELEN. De Nederlandsche Groenten- en Fruit- centrale maakt bekend, dat zij voor goed gekeurde pootaardappelen, geteeld op een tuinbouwteeltvergunning, niet zijnde een teeltvergunning uitsluitend voor plant aardappelen, een minimumprijs wenscht te garandeeren tot een nader door haar te stellen datum. De verdere voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen zullen te zijner tijd aan de veilingen bekend gemaakt worden, alwaar alsdan tevens de opgave dient te geschieden. 's-Gravenhage, 8 Juli 1939. A. S. V. „VICTRÏX". Victrix hield gister haar elfden competi tie-wedstrijd, welke bestond uit een re- cordrit, die voor de A- en B-klasse 45 en voor de C-klasse en junioren 27 K.M. groot was. De opkomst der renners was schitterend en ook waren vele supporters meegekomen. Zij hebben een zeer sportieven strijd kun nen aanschouwen. Hoe meer het naar het einde der compe titie komt, hoe grooter wordt de spanning. Schipper en Alles volgen op elkaar met een miniem verschil in de A-klasse, terwij) in de B-klasse evenens een felle strijd om de leiding gaande is. De rit van de A-klasse heeft Jaap Schip per als eerste kunnen beëindigen. Reeds spoedig had hij een voorsprong van 30 se conden weten te veroveren, welken voor sprong hij geleidelijk opvoerde'tot 2 minu ten. Ravensteijn in de B-klasse deed het eveneens goed. Ook hij wist met een goe den voorsprong als eerste te eindigen. In de C-klasse hadden Wante en Pol een succesvolle uitlooppoging gedaan, doch het pechduiveltje bezorgde Wante een lekken band. wat hem naar de vierde plaats deed afzakken. Bij de junioren hebben Constant en Smit elkaar om de leiding feilen strijd geleverd. Met 7 sec. voorsprong eindigde Smit als eerste. Alles bijeen was het voor Victrix weer een zeer goede ochtend, waarbij de renners elkaar op sportieve wijze kamp gegeven hebben. Nog een wedstrijd en de competitie is beëindigd. Gezien de plaatsing in de totaal-klassementen belooft het zeer spannend te worden en de mogelijkheid tot verrassingen is dan ook lang niet uitgeslo ten. De gedetailleerde uitslagen zijn: A-klasse 45 K.M.: 1 Jaap Schipper, 2 J. Alles, 3 W. Visser, 4 Jan Ottenbros, 5 H. Blok, 6 W. de Zeeuw. B-klasse 45 K.M.: 1 Jan Ravensteijn, 2 C. Koning, 3 R. Hiemstra, 4 J. Mulder, 5 C. Kusch. C-klasse 27 K.M.: 1 J. Pol, 2 Joop Hen- nink, 3 P. Egbergen, 4 H. Peereboom. Junioren 27 K.M.: 1 H. Smit, 2 C. Con stant, 3 K. Ooi.jevaar. 4 J. Wentink, 5 C. Stroombergen, 6 J. Wante. 7 Jan Hènnink. Bridge. HET INTERNATIONALE TOURNOOI IN DEN HAAG. Zweden en Frankrijk de over winnaars. Nederland op de vierde plaats in den heerenwedstrijd. De dames nummer drie. Gisteravond om zeven uur was het groote internationale bridge-tournooi, dat een week heeft geduurd, geëindigd en konden de dames en heeren zich opmaken om het diner en de prijsuitreiking in hotel de Witte Brug mee te maken. Natuurlijk was er bridge-vreugde en bridge-teleur- stelling bij de deelnemende landenteams. Sommigen hadden mooie overwinnin gen behaald, anderen hadden juist in de laatste ronden zeer ongelukkig gespeeld. Het tournooi der heerenviertallen is gewonnen door het team van Zweden, is veel moeilijker dan hard rijden. Stoppen duurt „hoe langer hoe langer" naarmate uw snelheid stijgt. Maar wie van tijdig stoppen een gewoonte maakt, houdt 't verreweg 't langst vol dat acht landen versloeg en slechts tegen Nederland en Duitschland verloor. Joego-Slavië had eveneens acht over- winningspunten, doch kwam op de tweede plaats, doordat Zweden een plus-totaal had van 89 m.p. en Joego-Slavië één van 63 m. p. Drie en vier werden Duitschland en Nederland, die beide 7 victoriepunten hadden, doch een plus-totaal aan match- punten van resp. 84 en 77. Dan volgen weer twee landen met een gelijk aantal overwinningen, n.1. Honga rije en Engeland, resp. 5 en 6 met 65 en 48 m.p. Zevende werd België met 5 overwin ningen, achtste Noorwegen met 3 over winningen, terwijl Denemarken en Fin land (elk 2 overw.), de negende en tiende plaats bezetten en ten slotte Italië de rij sloot met 1 overwinning. De Zweden en Joego-Slaven hebben inderdaad uitstekend gespeeld en de eerste en tweede plaats met eere veroverd. Het tempo van deze ploegen, vooral van Joego-Slavië was vreeselijk traag. Een enkele maal werd na het uitspelen van de eerste kaart een klein kwartier nagedacht. Dat is toch heusch te erg en verschillende tegenstanders konden er ook niet tegen. Men kan het langzame spelen ook over drijven. Tegen de Zweden moesten de Slaviërs met 26 m.p. het onderspit delven, tegen Denemarken verloren zij slechts met scorepunten. Nederland had Zondagmiddag nog een mooie kans. Tegen België werd met 5 m.p. gewonnen, wat, gevoegd bij de 26 m.p.- overwinning uit de eerste ronde, een totaal gaf van 31 m.p. Maar in de laatste ontmoeting tegen Hongarije werd niet sterk gespeeld, 10 m.p. werden verloren, wat het totaal op 19 m.p. verlies bracht. Had Nederland met 10 m.p. gewonnen in plaats van verloren, dan had het de eerste plaats bezet. Duitschland heeft door goed spel voor een verrassing gezorgd. Men had het Duitsche team aanvankelijk niet zoo hoog getaxeerd. Hongarije en Engeland kwa men iets lager aan dan men gedacht had. De Engelschen hebben niet gelukkig ge speeld en de Hongaren zijn niet zoo sterk als in vorige tournooien. België is in de tweede helft iets afgezakt. Het behaalde flinke overwinningen met 39, 26, 31 en 41 m.p. en verloor wedstrijden met 4, 10, 13 en 9 m.p. Noorwegen, Denemarken, Fin land en Italië waren wel de iets zwakkere deelnemers. Vooral Italië had weinig suc ces en toch zagen wij van de vertegen woordigers veel mooie spellen. Het gevolgde wedstrijdsysteem zal natuurlijk wel weer in alle toonaarden worden besproken. Veel voldoening heeft in 't algemeen ook dit systeem niet gege ven en dat inderdaad de twee sterkste teams bovenaan zijn gekomen, is door dezen wedstrijd nog lang niet bewezen. Wanneer zal men eindelijk voor 'een dergelijk tournooi eens tot een systeem komen, dat algeheele voldoening geeft! Het Nederlandsche dames-team heeft de vele Hollandsche supporters in de laatste ronde wel een teleurstelling be zorgd. Het moest tegen Frankrijk nog 20 spellen spelen en had reeds 'n voorsprong van 31 m.p. Een kleine overwinning of zelfs een kleine nederlaag op deze laatste spellen zou Nederland op de eerste plaats hebben gebracht. Doch de dames verloren op de 20 spellen 48 m.p., wat Frankrijk de derde zegepraal bracht en daarmee de eerste plaats met 3 overwinningspunten en een positief overschot van 46 matchp. Een uitstekende prestatie van de uitste kende Fransche dames, die een prettig, sympathiek en ook zeer goed spel speel den. Engeland, Nederland en Denemarken behaalden elk één overwinning, resp. op: Denemarken, Engeland en Nederland. De volgorde werd bepaald door de matchp. Engeland werd tweede met 7 m.p. Nederland derde met 15 m.p. en Dene marken vierde met 24 m.p. De zenuwen speelden bij de Holland sche dames op de laatste zitting wel een groote rol. En dat men na een week inge spannen wedstrijd-brige op 't laatst wel eens een inzinking heeft, is wel te be grijpen. Het bridge-spel wordt in een groot aantal landen door dames en heeren zeer serieus beoefend. Vooral in het wedstrijd spel krijgt men overal veel routine. Maar dat steeds de geluksfactor een zeer be langrijke rol bij het spel zal blijven spelen, is ook nu weer duidelijk gebleken. Dit neemt echter niet weg, dat goed en over dacht bieden, spelen en tegenspelen toch de fundamenten blijven voor succes. Turnen. GYMNASTIEKVFREENIGING „TURNLUST". De adspiranten van Gymnastiekvereeni- ging „Turnlust" maakten gisteren hun jaar- lijksche uitstapje naar Wijk aan Zee, dat wederom zeer in den smaak is gevallen. Om half negen werd op de Paardenmarkt verzameld en vandaar met de vlaggen der Vereeniging voorop gemarcheerd naar het station. Van Beverwijk werd gewandeld naar Wijk aan Zee, waar in café de Boer de eerste verfrissching werd gebruikt, waarna het strand werd opgezocht. Er was natuurlijk voor voldoende spel materiaal gezorgd, zoodat de dag omvloog en de kinderen en geleiders vermoeid maar zeer voldaan naar Wijk aan Zee terugkeer den, waar de laatste versnaperingen werden genuttigd. De bus bracht het gezelschap weer naar het station Beverwijk en om kwart voor 6 waren allen wederom in Alkmaar. Van het station wandelde de stoet met vlaggen en tamboers en pijpers aan het hoofd naar de Paardenmarkt, waar de kinderen weer aan hun ouders werden afgeleverd. Het weer had zich goed gehouden, de stemming was uitstekend geweest en de adspirantjes van Turnlust hadden een prachtigen dag gehad, zoodat dit uitstapje een mooie propaganda voor Turnlust is ge worden. Inderdaad, dat einde kwam spoediger dan hij en zijn aanhangers hadden verwachht. Zij hebben, als zoo vele tyrannen na en voor hen, niet begrepen, dat zij kans liepen te worden verdelgd door dezelfde geesten, die zij hadden opgeroepen. Het waren ook Robespierre en de zijnen, al waren deze hoofdleiders niet op den voorgrond getre den, geweest, die op 31 Mei 1793 het ge peupel van Parijs en het minderwaardig deel van de garde onder den voormaligen tuchthuisboef Henriot te hulp hadden ge roepen om de Girondijnen angst aan te jagen en te bestrijden, en die op gelijke wijze den 2 Juni d.a.v. de Conventie door de Jacobijnen deden bezetten om de overwin ning te behalen. Reeds dadelijk, toen na den val der Girondijnen het Comité voor alge meen welzijn zijn despotische werkzaamheid begon, paste men kunstgrepen toe. Men riep alweer het minste gedeelte des volks te hulp om de revolutionnaire rechtbank te dwingen bloedige vonnissen te wijzen tegen lieden, aan wie men niet anders ten laste kon leggen, dan dat zij trouw hadden ge diend meesters, die toevalligerwijze tot de aristocraten behoorden. Dit stelsel van schrik en angst, door de Bergpartij op waarlijk geniale wijze ontwikkeld, kon niet plotseling na den val van Danton worden stopgezet. Men had vroeger de Marseillanen te hulp geroepen, eigenlijk uitschot van deze havenstad, teneinde een mogelijken aanval der royalisten te bedwingen, maar ze waren in de hoofdstad blijven hangen, en zij vormden motoren voor ongetemde krachten der clubs, die men nu vergeefs zocht te bedwingen. Het Parijs gedurende de enkele maanden, dat Robespierre de alleenheer schappij voerde, is het bloedigst denkbare Parijs. Omdat de revolutionaire rechtbank niet voldoende snel kon werken, wilde zij ook maar den schijn van rechtspraak be houden, werd zij in vier deelen gesplitst, die ieder onafhankelijk werkten; vier kamers, die erin slaagden om bijkans eiken dag 60 a 70 personen, allen te Parijs, naar de guillo tine te zenden. En wat er buiten Parijs ge schiedde, was niet minder erg, niet minder bloedig. De ministeriën waren geheel ver dwenen; het Comité voor algemeen welzijn beheerschte den toestand. Dat had voor Robespiere zekere voordeelen, maar het had het nadeel, dat zoodra de heerschappij in dit comité hem ontglipte, hij in de door hem zelf machteioos gemaakte Conventie geen steun meer kon vinden. Immers, ieder lid der Conventie kon door dit Comité in staat van beschuldiging worden gesteld, en velen waren er daarom op uit om zoo weinig als slechts mogelijk was de aandacht van dit Comité op zich te vestigen. Dat verklaart, dat uit een betrekkelijk ondergeschikte twist, die twee aanhangers van Robespierre in het Comité scheidde, de val van dezen tyran voortkwam. Er ontstond daardoor strijd in den boezem van het Comité; er vormde zich een partij tegen hem. Hij trachtte nu de medewerking te winnen van de voorstanders van den godsdienst, ontzag zich zelfs niet bij een feest als hoogepriester op te treden, waardoor hij naar beide zijden slechts af keer en verachting won. Toen St. Just voor enkele weken op reis moest om het leger te bezoeken, verscheen Robespierre, uit angst overstemd te worden, niet in het Comité- Zijn tegenstanders benutten dezen tijd en richtten zelfs uit de aanzienlijke burgerij vrijwilligers op, teneinde het gewapend ge peupel metterdaad te weerstaan. Toen St. Just terugkwam, was men van weerszijden gereed tot den strijd, die er een zou zijn op leven en dood. Robespierre opende dien op den 8sten Thermidor (26 Juli) 1794; maar zijn tegenstanders veroorzaakten bij zijn redevoering reeds zooveel rumoer, dat hij half geslagen de tribune verliet. In de zitting van den 9en Thermidor werd het voorstel gedaan om Robespierre en zyn directe medestanders in staat van beschuldi ging te stellen; vergeefs trachtten de Jaco bijnen, die hy met zich had gebracht, de Conventie met hun vuisten te overtuigen, het voorstel werd aangenomen; de drie mannen van het schrikbewind werden ge vangen genomen en voor de revolutionaire rechtbank terechtgesteld. Wel bevrydden hen de Jacobijnen op den weg naar de ge- vangenis, en ontkwamen zij naar het Stad huis, maar zij maakten van den hen toege meten tyd geen nutig gebruik. Hun tegen standers, onder wie Barras een eerste rol speelde, riepen de garde te hulp; het ge peupel werd uiteengejaagd; het Stadhuis bestormd. Robespierre deed een vergeefsche poging om zich voor het hoofd te schieten, hij verbrijzelde slechts zijn kin. Gelijk Dan ton voor hem, werd hy op het plein dat thans de Place de la Concorde is, terecht gesteld met degenen, die hem het naast hadden gestaan. Vanaf dat oogenblik wordt de Fransche revolutie in milder banen geleid. Niet in elk opzicht in glorierijke. De Conventie haastte zich om een nieuwe staatsregeling te ont werpen, waarin voor het eerst het twee- Kamerstelsel ingang vond. Maar voordat zij met haar arbeid gereed was, had zij meer dan een aanval te doorstaan van de over gebleven aanhangers van het schrikbewind, die den toestand van 1793 wilden herstellen. Aan de heerschappij van het Parijsche ge peupel werd in het begin van 1795 een einde gemaakt, de stad werd in 12 districten ver deeld. De destijds uitgestooten Girondijnen werden weer in de Conventie toegelaten. Men wilde nu echter van gematigde zijde degenen vatten, die Robespierre's val hadden veroorzaakt, maar behoord hadden tot het Comité van algemeen welzijn, dat zooveel schrikkelijks op zijn geweten had. Daar mede tastte men echter ook lieden als Car- not en andere zeer bekwame leden der Conventie aan. Nog eens kwam het Parijsche gemeen in opstand, maar Barras nam, in overleg met Generaal Pichegru afdoende maatregelen, die hen ontwapenden. Op 20 Mei werd de aanval hervat; tengevolge van de telaat genomen maatregelen forceerde het gepeupel de deuren van het vergader gebouw, drong de vergaderzaal binnen, be dreigde den president en schoot zelfs een afgevaardigde, die dezen te hulp kwam, neer. Maar de garde kwam haar ontzetten en zij kon haar wetgevenden arbeid ver volgen. Zy stelde nu een Raad der ouden van 250 en een Raad van 500 in, die het wet gevend gezag zouden vormen, terwijl het uitvoerend gezag bij een Directoire van vijf leden kwam te berusten. De Conventie ech ter bevond zich tegenover steeds toenemende stroomingen van gematigden huize, en ten einde een terugkeer tot de monarchie te voorkomen, gaf zij hare zgn. bijlagen uit, waarin voorgeschreven werd, dat de nieuwe lichamen voor het grootste deel uit de leden der Conventie moesten bestaan. Deze voor schriften werden nog eens, op 4 en 5 Oc- tober 1795 oorzaak van een nieuwen op stand, die door den toenmaligen Generaal Bonaparte afdoende onderdrukt werd. De Conventie had toen zij uiteenging de sym pathie van de gematigden en de aanzien lijken, die het hoofd weer opstaken, zoo zeer verloren, dat zij Frankrijk reeds aan merkelijk deed voortschrijden in de rich ting van terugkeer naar het oude gezag. En dit, terwijl van buiten elke bedreiging practisch had opgehouden. Niet alleen had Pruisen zich teruggetrokken, maar tegen Oostenrijk was het initiatief geheel in han den van de Franschen gekomen. Onder lei ding van Pichegru trokken de Fransche legers in den winter van 1794 de Oosten- rijksche Nederlanden binnen; zij verover den al spoedig Holland, waar zij de Bataaf- zusterrepubliek instelden. En ook aan f linker Rijnoever behaalden de revolu. p treneraals het eene succes na het *ndere Dit was het geluk van het innerlijk tf» Directoire, waarin Barras van den ne af een hoofdrol heeft gespeeld. Ten- aanvang dreigend staatsbankroet te ont- t •rf werden de vrijwel waardelooze assig. komen, sp0edig in dit lot deelende 'rteten vervangenZoozeer verwekte het SirectoÏe de^ alg'emeenen afkeer, dat de overgebleven revolutionaire groep onder feiding van Babeuf, gesteund door roya- lieten er aan kon denken een aanslag te flemen. Ten einde hen te voorkomen, trad het Directoire handelend op; het be- dTende zich van de medewerking van de aienuc en Bonaparte; had de eerste^elukkig in Duitschland gestreden, de laatste dreef de Oostenrijkers in Italië voor zich Uit en stichtte de Cisalpynsche Repu bliek. Dank zij Bonaparte's medewerking, waarbij hy zelf op den achtergrond bleef, werd het Directoire gered al ontkwam Carnot, die zich met zyn royalistische mede- dhecteur Barthelemy had verbonden. Het Directoire zette de zaken op den ouden voet voort, onderdrukte met behulp van het leger de drukpers, de vryheid van woord en geschrift, en ging tot duizenden arrestaties over al werd de terreur van de guillotine niet 'hersteld. Het is een wankel droevig bestaan geweest, dat het Directoire geduren- de vier jaren heeft weten voort te sleepen, weinig geëigend om het einde te vormen van het in vele opzichten toch grootsche schouwspel, dat de revolutie vertoonde. Bonaparte had de expeditie naar Egypte georganiseerd. Zij beoogde Engeland, dat sedert 1793 den strijd tegen Frankrijk krach tig had voortgezet, indirect te treffen. Van uit Syrië zou via Perzië het Voor-Indische Rijk van Engeland worden aangetast. Bona parte bracht met de groote voortvarendheid, hem eigen, een uitstekend uitgerust leger bijeen; de waakzaamheid der Engelsche vloot wist men te verschalken en na Malta genomen te hebben landde Bonaparte in Egypte. Hij behaalde overwinning op over winning, maar zijn veldtocht, schoon tot het Noorden van Syrië uitgestrekt, scheen tot mislukking gedoemd. Tegelijkertijd werd de toestand in Europa nijpend, want Rusland had een nieuwe coalitie op de been gebracht, en slechts met groote moeite slaagde Mas- sena erin om de Zwitsersche grenzen te verdedigen. Toen dan ook Napoleon onver wacht in het Zuiden landde, werd hij alge meen als de bevrijder begroet. Nauwelijks in Parijs aangekomen, werd hy het midden punt van alle politieke intriges, en hij wachtte niet lang om zijn slag te slaan. Dank zij het hem toegedane leger, ging hij er op 9 November 1799, den 18 Brumaire, toe over om de beide wetgevende lichamen te ontbinden, de hem niet toegedane leden van het Directoire gevangen te nemen en zich zoo alle macht toe te eigenen. Al spoedig was de nieuwe constitutie gereed, waarbij het uitvoerend gezag aan drie Con suls werd toevertrouwd, van wie Bonaparte zoozeer op den voorgrond trad, dat zijn beide mede-Consuls, onder wie de zoo eer zuchtige Sieyes, bijkans in de schaduw ver dwenen. Van 1800 tot 1802 is Bonaparte eerrste Consul geweest; daarna waagde hij dan stouten stap en riep als het ware zich zelf tot Keizer van Frankrijk uit. Zij die, gelijk ten deele ook zijn eerste echtgenoote, in hem den man zagen, die de Bourbons in hun macht wilde herstellen, kwamen be drogen uit. Frankrijk, dat reeds onder het Directoire weer de leiding in de handen der aanzienlijken had gebracht, werd door hem opnieuw een monarchale Staat. De eigenlijke revolutie eindigde op den dag, dat met Robespierre het bewind van de schrik een einde kwam; het Directoire diende tot overgangstijdperk naar de voor Frankrijk zoo glorievolle dagen van Consultaat en Keizerrijk. Glorievolle dagen, die de Fran sche legers lot overval in Europa zouden brengen, maar die door het Fransche volk duur, met veel bloed, met opoffering van veel welvaart, zouden worden betaald. De Fransche revolutie, al heeft zy haar eigen karaater, wortelend in de omstandig heden, waai uit zy voortkwam, bevat op menige bladzijde de lessen, die gelden voor de geschiedenis van het heden zoowel als voor die van de toekomst! MODERNE MACHINES VOOR UW DRUKWERK! DRUKKERIJ N.V. HERMS. COSTER ZN. ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320. Land en volk van Atjeh, vroeger en nu, door J. Jongejans. Uitgave Hollandia Drukkerij N. V. te Baarn. Indië, ons eigen rijk der duizend eilan den, daar ver in het Oosten is, zegt men vaak, in het moederland nog te weinig be kend. En voornamelijk geldt dit voor het Atjehsche gebied, voor dat gedeelte van onze verre bezittingen, dat ons de grootste inspanning en de z\yaarste offers heeft ge kost. Het is daarom, dat een boek van een volkomen terzake kundige, van een man als de heer Jongejans, die oud-resident van Atjeh en Onderhoorigheden is geweest, een welkome uitgave is. Er blijkt al dadelijk uit, dat inderdaad dit Atjeh voor het moeder land wel een zorgenkindje moest zijn door een geheel van andere landstreken ver schillende mentaliteit der bewoners. De Atjeher is niet onderdanig, hij is zich zijn waardigheid bewust en maakt daardoor vaak den indruk van een zekere brutaliteit. Hij heeft een sterk gevoel van onafhankelijk heid en ook dat is ongetwijfeld een der oorzaken geweest, dat dit gewest slechts door krachtig miltair optreden veroverd kon worden. Nu, na jaren van inspanning, zijn de verzethaarden uitgeroeid, de tegen werking der bevolking is gebroken en, dank zij een verstandig koloniaal beheer, begint er op Atjeh een tijd van wederop bouw waarbij de bevolking ervan wordt doordrongen, dat de overheerschers in werkelijkheid de voor dit land gewenschte leiders zijn aan wier maatregelen, niet het minst op economisch en hygiënisch gebied, land en volk een zeer grooten vooruitgang danken. De heer Oudejans beschrijft Atjeh's ge schiedenis, hij neemt ons mee op een tocht door de meest interessante gedeelten, hij geeft een uitvoerige en interessante be schouwing van het gezinsleven van den in lander, hij bekijkt het gewest economisch vertelt van het onderwijs, het bestuur en de geestelijkheid, behandelt diverse Atjeh- figuren en Atjehmoorden en besluit met een lofrede op het leger waarbij hij uitvoe rig nagaat wat dit voor Atjeh geweest is. Op boeiende wijze beschrijft hij het werk der diverse expedities en het verhaal van den beruchten Teukoe Oemar. Vele beken de militairen, Van Daalen, Van Heutsz Colijn, Christoffel en anderen, worden in dit werk besproken. Dr. H. Colijn schreef voor dit boek een voorwoord en de heer Jongejans heeft het geïllustreerd met vele fraaie foto's van land en volk met een ge kleurde kaart van Atjeh en onderhoorig heden. Zr. G. Schoehuys te Schiedam schreef een boek over kraamverpleging, dat bij de ja. Joh. de Heer en Zn. te Rotterdam is verschenen. Zij behandelt daarin op overzichtelijke wyze de behandeling van kraamvrouwen voor, tijdens en na de bevalling en geeft daarbij tal van practische wenken aan haar die met die behandeling belast zyn De baby zelf wordt natuurlijk niet vergeten en het boek eindigt met een populaire be schouwing van de anatomie. Vele aantee- keningen en foto's verduidelijken den tekst o.a. teekeningen van alle instrumenten en benoodigdheden, die voor en na eën beval ling gebruikt worden. Gevangen Majesteit is de titel van een boek van Evan John, dat door Alice Schrijver in het Hollandsche vertaald is en door de N. V. Leopo'd's Uitgeversmaat schappij te 's-Gravenhage is uitgegeven. Het boek is gewijd aan de nagedachtenis van James Stewart, eerste heerscher van dien naam in Schotland, wapenbroeder vsn Henry den Vijfden, een zeer opmerkelijke figuur in de oude Schotsche geschiedeniSi een man, die zeldzame gaven van geest en hart bezat en die als de meeste zijner voorgangers en van hen die na hem kwa- men in den strijd tegen oproerlingen is gesneuveld. James I werd gekroond in 1424 en vermoord in 1437. Tusschen deze Jaren speelt zich de geschiedenis af waarvan dit fraai uitgegeven werk de bijzonderheden vertelt. Er komen tal van persoonlijkheden in voor, van wie, behalve de naam, niets el bijna niets meer bekend is en waarvan an deren een vrij groote plaats innemen in de kronieken uit hun tijd, die evenwel vTU schaars zijn. In hoofdzaak moeten hun drijf" veeren en karakters op gissingen blijven be' rusten. Waar zij zelf aan het woord zijn heeft de schrijver he' Latijn, Fransch of Middeleeuwsch Engelsch in een moderner omgangstaal overgebracht. Met dit al is de geschiedenis van Jarnes een historische roman van bijzondere betee* kenis geworden, niet alleen doordat daarin tal van historische gebeurtenissen zijn ver werkt, maar ook -mdat dit boek een z°° ^uiver mogelijk beeld geeft van de toestan* den in de vijftiende eeuw, die in Schotland- zooals trouwens overal elders in dien tijd. van weinige beschaving van het volk getui gen. Het is een historische roman geworden «1 den trant van de groote werken van Walter Scott, waarin zoowel de macht van het Engelsche hof als de eenvoud der l»»* ely ke kasteelen wordt beschreven. Waar in dit boek het leven der Schotten in de la middeleeuwen wordt uitgebeeld, is het 'e begrijpen, dat het in Engeland grooten °P' gang gemaakt heeft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 10