STOPPEN
De Fransche revolutie van 1789.
Het directoire besluit der Fransche revolutie.
2
DERDE BLAD
Criais-publicatie.
PRIJZEN DER BACONVARKENS.
Verhooging met drie en vijf cents.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale
maakt bekend, dat de prijzen voor de met
ingang van Maandag 10 Juli 1939 aan haar
te leveren varkens, welke bestemd zijn
voor fcaconbereiding tot nadere aankon
diging als volgt zijn vastgesteld-
Prijs per kg. geslacht gewicht in centen:
Van Van Van Van Van Boven
beneden 50 54 58 75 81 85
Kwaliteit 50 tot tot tot tot tot kg.
kg. 53 57 74 80 85
kg kg kg kg kg
IA naar 66 70 72 70 64 60
IB IIA kwali- 64 68 70 68 62 58
IC IIB UIA teit 62 66 68 66 60 56
IICIIIB max. 60 64 66 64 58 54
IIIC 56 58 62 64 62 56 52
CC cent 56 60 62 60 54 50
Onder geslacht gewicht wordt verstaan
het koude gewicht na slachting (d.i. 1 et
warme gewicht verminderd met 2
De leveringsvoorwaarden, zojals zij het
laatst zijn vermeld in de publicatie, d.d.
24 April 1937 zijn ongewijzigd gebleven.
's-Gravenhage, 8 Juli 1939.
GARANTIEPRIJS GOEDGEKEURDE
POOTAARDAPPELEN.
De Nederlandsche Groenten- en Fruit-
centrale maakt bekend, dat zij voor goed
gekeurde pootaardappelen, geteeld op een
tuinbouwteeltvergunning, niet zijnde een
teeltvergunning uitsluitend voor plant
aardappelen, een minimumprijs wenscht
te garandeeren tot een nader door haar te
stellen datum.
De verdere voorwaarden om hiervoor
in aanmerking te komen zullen te zijner
tijd aan de veilingen bekend gemaakt
worden, alwaar alsdan tevens de opgave
dient te geschieden.
's-Gravenhage, 8 Juli 1939.
A. S. V. „VICTRÏX".
Victrix hield gister haar elfden competi
tie-wedstrijd, welke bestond uit een re-
cordrit, die voor de A- en B-klasse 45 en
voor de C-klasse en junioren 27 K.M. groot
was.
De opkomst der renners was schitterend
en ook waren vele supporters meegekomen.
Zij hebben een zeer sportieven strijd kun
nen aanschouwen.
Hoe meer het naar het einde der compe
titie komt, hoe grooter wordt de spanning.
Schipper en Alles volgen op elkaar met
een miniem verschil in de A-klasse, terwij)
in de B-klasse evenens een felle strijd om
de leiding gaande is.
De rit van de A-klasse heeft Jaap Schip
per als eerste kunnen beëindigen. Reeds
spoedig had hij een voorsprong van 30 se
conden weten te veroveren, welken voor
sprong hij geleidelijk opvoerde'tot 2 minu
ten.
Ravensteijn in de B-klasse deed het
eveneens goed. Ook hij wist met een goe
den voorsprong als eerste te eindigen.
In de C-klasse hadden Wante en Pol een
succesvolle uitlooppoging gedaan, doch het
pechduiveltje bezorgde Wante een lekken
band. wat hem naar de vierde plaats deed
afzakken.
Bij de junioren hebben Constant en Smit
elkaar om de leiding feilen strijd geleverd.
Met 7 sec. voorsprong eindigde Smit als
eerste. Alles bijeen was het voor Victrix
weer een zeer goede ochtend, waarbij de
renners elkaar op sportieve wijze kamp
gegeven hebben. Nog een wedstrijd en de
competitie is beëindigd. Gezien de plaatsing
in de totaal-klassementen belooft het zeer
spannend te worden en de mogelijkheid tot
verrassingen is dan ook lang niet uitgeslo
ten.
De gedetailleerde uitslagen zijn:
A-klasse 45 K.M.: 1 Jaap Schipper, 2 J.
Alles, 3 W. Visser, 4 Jan Ottenbros, 5 H.
Blok, 6 W. de Zeeuw.
B-klasse 45 K.M.: 1 Jan Ravensteijn, 2
C. Koning, 3 R. Hiemstra, 4 J. Mulder, 5
C. Kusch.
C-klasse 27 K.M.: 1 J. Pol, 2 Joop Hen-
nink, 3 P. Egbergen, 4 H. Peereboom.
Junioren 27 K.M.: 1 H. Smit, 2 C. Con
stant, 3 K. Ooi.jevaar. 4 J. Wentink, 5 C.
Stroombergen, 6 J. Wante. 7 Jan Hènnink.
Bridge.
HET INTERNATIONALE TOURNOOI
IN DEN HAAG.
Zweden en Frankrijk de over
winnaars. Nederland op de vierde
plaats in den heerenwedstrijd.
De dames nummer drie.
Gisteravond om zeven uur was het
groote internationale bridge-tournooi, dat
een week heeft geduurd, geëindigd en
konden de dames en heeren zich opmaken
om het diner en de prijsuitreiking in hotel
de Witte Brug mee te maken. Natuurlijk
was er bridge-vreugde en bridge-teleur-
stelling bij de deelnemende landenteams.
Sommigen hadden mooie overwinnin
gen behaald, anderen hadden juist in de
laatste ronden zeer ongelukkig gespeeld.
Het tournooi der heerenviertallen is
gewonnen door het team van Zweden,
is veel moeilijker dan hard rijden. Stoppen
duurt „hoe langer hoe langer" naarmate
uw snelheid stijgt. Maar wie van tijdig
stoppen een gewoonte maakt, houdt 't
verreweg 't langst vol
dat acht landen versloeg en slechts tegen
Nederland en Duitschland verloor.
Joego-Slavië had eveneens acht over-
winningspunten, doch kwam op de tweede
plaats, doordat Zweden een plus-totaal
had van 89 m.p. en Joego-Slavië één van
63 m. p.
Drie en vier werden Duitschland en
Nederland, die beide 7 victoriepunten
hadden, doch een plus-totaal aan match-
punten van resp. 84 en 77.
Dan volgen weer twee landen met een
gelijk aantal overwinningen, n.1. Honga
rije en Engeland, resp. 5 en 6 met 65 en
48 m.p.
Zevende werd België met 5 overwin
ningen, achtste Noorwegen met 3 over
winningen, terwijl Denemarken en Fin
land (elk 2 overw.), de negende en tiende
plaats bezetten en ten slotte Italië de rij
sloot met 1 overwinning.
De Zweden en Joego-Slaven hebben
inderdaad uitstekend gespeeld en de eerste
en tweede plaats met eere veroverd. Het
tempo van deze ploegen, vooral van
Joego-Slavië was vreeselijk traag. Een
enkele maal werd na het uitspelen van de
eerste kaart een klein kwartier nagedacht.
Dat is toch heusch te erg en verschillende
tegenstanders konden er ook niet tegen.
Men kan het langzame spelen ook over
drijven. Tegen de Zweden moesten de
Slaviërs met 26 m.p. het onderspit delven,
tegen Denemarken verloren zij slechts
met scorepunten.
Nederland had Zondagmiddag nog een
mooie kans. Tegen België werd met 5 m.p.
gewonnen, wat, gevoegd bij de 26 m.p.-
overwinning uit de eerste ronde, een
totaal gaf van 31 m.p. Maar in de laatste
ontmoeting tegen Hongarije werd niet
sterk gespeeld, 10 m.p. werden verloren,
wat het totaal op 19 m.p. verlies bracht.
Had Nederland met 10 m.p. gewonnen in
plaats van verloren, dan had het de eerste
plaats bezet.
Duitschland heeft door goed spel voor
een verrassing gezorgd. Men had het
Duitsche team aanvankelijk niet zoo hoog
getaxeerd. Hongarije en Engeland kwa
men iets lager aan dan men gedacht had.
De Engelschen hebben niet gelukkig ge
speeld en de Hongaren zijn niet zoo sterk
als in vorige tournooien. België is in de
tweede helft iets afgezakt. Het behaalde
flinke overwinningen met 39, 26, 31 en 41
m.p. en verloor wedstrijden met 4, 10, 13
en 9 m.p. Noorwegen, Denemarken, Fin
land en Italië waren wel de iets zwakkere
deelnemers. Vooral Italië had weinig suc
ces en toch zagen wij van de vertegen
woordigers veel mooie spellen.
Het gevolgde wedstrijdsysteem zal
natuurlijk wel weer in alle toonaarden
worden besproken. Veel voldoening heeft
in 't algemeen ook dit systeem niet gege
ven en dat inderdaad de twee sterkste
teams bovenaan zijn gekomen, is door
dezen wedstrijd nog lang niet bewezen.
Wanneer zal men eindelijk voor 'een
dergelijk tournooi eens tot een systeem
komen, dat algeheele voldoening geeft!
Het Nederlandsche dames-team heeft
de vele Hollandsche supporters in de
laatste ronde wel een teleurstelling be
zorgd. Het moest tegen Frankrijk nog 20
spellen spelen en had reeds 'n voorsprong
van 31 m.p. Een kleine overwinning of
zelfs een kleine nederlaag op deze laatste
spellen zou Nederland op de eerste plaats
hebben gebracht. Doch de dames verloren
op de 20 spellen 48 m.p., wat Frankrijk de
derde zegepraal bracht en daarmee de
eerste plaats met 3 overwinningspunten
en een positief overschot van 46 matchp.
Een uitstekende prestatie van de uitste
kende Fransche dames, die een prettig,
sympathiek en ook zeer goed spel speel
den.
Engeland, Nederland en Denemarken
behaalden elk één overwinning, resp. op:
Denemarken, Engeland en Nederland. De
volgorde werd bepaald door de matchp.
Engeland werd tweede met 7 m.p.
Nederland derde met 15 m.p. en Dene
marken vierde met 24 m.p.
De zenuwen speelden bij de Holland
sche dames op de laatste zitting wel een
groote rol. En dat men na een week inge
spannen wedstrijd-brige op 't laatst wel
eens een inzinking heeft, is wel te be
grijpen.
Het bridge-spel wordt in een groot
aantal landen door dames en heeren zeer
serieus beoefend. Vooral in het wedstrijd
spel krijgt men overal veel routine. Maar
dat steeds de geluksfactor een zeer be
langrijke rol bij het spel zal blijven spelen,
is ook nu weer duidelijk gebleken. Dit
neemt echter niet weg, dat goed en over
dacht bieden, spelen en tegenspelen toch
de fundamenten blijven voor succes.
Turnen.
GYMNASTIEKVFREENIGING
„TURNLUST".
De adspiranten van Gymnastiekvereeni-
ging „Turnlust" maakten gisteren hun jaar-
lijksche uitstapje naar Wijk aan Zee, dat
wederom zeer in den smaak is gevallen.
Om half negen werd op de Paardenmarkt
verzameld en vandaar met de vlaggen der
Vereeniging voorop gemarcheerd naar het
station. Van Beverwijk werd gewandeld
naar Wijk aan Zee, waar in café de Boer de
eerste verfrissching werd gebruikt, waarna
het strand werd opgezocht.
Er was natuurlijk voor voldoende spel
materiaal gezorgd, zoodat de dag omvloog
en de kinderen en geleiders vermoeid maar
zeer voldaan naar Wijk aan Zee terugkeer
den, waar de laatste versnaperingen werden
genuttigd.
De bus bracht het gezelschap weer naar
het station Beverwijk en om kwart voor 6
waren allen wederom in Alkmaar.
Van het station wandelde de stoet met
vlaggen en tamboers en pijpers aan het hoofd
naar de Paardenmarkt, waar de kinderen
weer aan hun ouders werden afgeleverd.
Het weer had zich goed gehouden, de
stemming was uitstekend geweest en de
adspirantjes van Turnlust hadden een
prachtigen dag gehad, zoodat dit uitstapje
een mooie propaganda voor Turnlust is ge
worden.
Inderdaad, dat einde kwam spoediger dan
hij en zijn aanhangers hadden verwachht.
Zij hebben, als zoo vele tyrannen na en
voor hen, niet begrepen, dat zij kans liepen
te worden verdelgd door dezelfde geesten,
die zij hadden opgeroepen. Het waren ook
Robespierre en de zijnen, al waren deze
hoofdleiders niet op den voorgrond getre
den, geweest, die op 31 Mei 1793 het ge
peupel van Parijs en het minderwaardig
deel van de garde onder den voormaligen
tuchthuisboef Henriot te hulp hadden ge
roepen om de Girondijnen angst aan te
jagen en te bestrijden, en die op gelijke
wijze den 2 Juni d.a.v. de Conventie door de
Jacobijnen deden bezetten om de overwin
ning te behalen. Reeds dadelijk, toen na den
val der Girondijnen het Comité voor alge
meen welzijn zijn despotische werkzaamheid
begon, paste men kunstgrepen toe. Men
riep alweer het minste gedeelte des volks te
hulp om de revolutionnaire rechtbank te
dwingen bloedige vonnissen te wijzen tegen
lieden, aan wie men niet anders ten laste
kon leggen, dan dat zij trouw hadden ge
diend meesters, die toevalligerwijze tot de
aristocraten behoorden. Dit stelsel van
schrik en angst, door de Bergpartij op
waarlijk geniale wijze ontwikkeld, kon niet
plotseling na den val van Danton worden
stopgezet. Men had vroeger de Marseillanen
te hulp geroepen, eigenlijk uitschot van deze
havenstad, teneinde een mogelijken aanval
der royalisten te bedwingen, maar ze waren
in de hoofdstad blijven hangen, en zij
vormden motoren voor ongetemde krachten
der clubs, die men nu vergeefs zocht te
bedwingen. Het Parijs gedurende de enkele
maanden, dat Robespierre de alleenheer
schappij voerde, is het bloedigst denkbare
Parijs. Omdat de revolutionaire rechtbank
niet voldoende snel kon werken, wilde zij
ook maar den schijn van rechtspraak be
houden, werd zij in vier deelen gesplitst, die
ieder onafhankelijk werkten; vier kamers,
die erin slaagden om bijkans eiken dag 60 a
70 personen, allen te Parijs, naar de guillo
tine te zenden. En wat er buiten Parijs ge
schiedde, was niet minder erg, niet minder
bloedig. De ministeriën waren geheel ver
dwenen; het Comité voor algemeen welzijn
beheerschte den toestand. Dat had voor
Robespiere zekere voordeelen, maar het had
het nadeel, dat zoodra de heerschappij in dit
comité hem ontglipte, hij in de door hem
zelf machteioos gemaakte Conventie geen
steun meer kon vinden. Immers, ieder lid der
Conventie kon door dit Comité in staat van
beschuldiging worden gesteld, en velen
waren er daarom op uit om zoo weinig als
slechts mogelijk was de aandacht van dit
Comité op zich te vestigen. Dat verklaart,
dat uit een betrekkelijk ondergeschikte twist,
die twee aanhangers van Robespierre in het
Comité scheidde, de val van dezen tyran
voortkwam. Er ontstond daardoor strijd in
den boezem van het Comité; er vormde zich
een partij tegen hem. Hij trachtte nu de
medewerking te winnen van de voorstanders
van den godsdienst, ontzag zich zelfs niet bij
een feest als hoogepriester op te treden,
waardoor hij naar beide zijden slechts af
keer en verachting won.
Toen St. Just voor enkele weken op reis
moest om het leger te bezoeken, verscheen
Robespierre, uit angst overstemd te worden,
niet in het Comité-
Zijn tegenstanders benutten dezen tijd en
richtten zelfs uit de aanzienlijke burgerij
vrijwilligers op, teneinde het gewapend ge
peupel metterdaad te weerstaan. Toen St.
Just terugkwam, was men van weerszijden
gereed tot den strijd, die er een zou zijn op
leven en dood. Robespierre opende dien op
den 8sten Thermidor (26 Juli) 1794; maar
zijn tegenstanders veroorzaakten bij zijn
redevoering reeds zooveel rumoer, dat hij
half geslagen de tribune verliet.
In de zitting van den 9en Thermidor werd
het voorstel gedaan om Robespierre en zyn
directe medestanders in staat van beschuldi
ging te stellen; vergeefs trachtten de Jaco
bijnen, die hy met zich had gebracht, de
Conventie met hun vuisten te overtuigen,
het voorstel werd aangenomen; de drie
mannen van het schrikbewind werden ge
vangen genomen en voor de revolutionaire
rechtbank terechtgesteld. Wel bevrydden
hen de Jacobijnen op den weg naar de ge-
vangenis, en ontkwamen zij naar het Stad
huis, maar zij maakten van den hen toege
meten tyd geen nutig gebruik. Hun tegen
standers, onder wie Barras een eerste rol
speelde, riepen de garde te hulp; het ge
peupel werd uiteengejaagd; het Stadhuis
bestormd. Robespierre deed een vergeefsche
poging om zich voor het hoofd te schieten,
hij verbrijzelde slechts zijn kin. Gelijk Dan
ton voor hem, werd hy op het plein dat thans
de Place de la Concorde is, terecht gesteld
met degenen, die hem het naast hadden
gestaan.
Vanaf dat oogenblik wordt de Fransche
revolutie in milder banen geleid. Niet in elk
opzicht in glorierijke. De Conventie haastte
zich om een nieuwe staatsregeling te ont
werpen, waarin voor het eerst het twee-
Kamerstelsel ingang vond. Maar voordat zij
met haar arbeid gereed was, had zij meer
dan een aanval te doorstaan van de over
gebleven aanhangers van het schrikbewind,
die den toestand van 1793 wilden herstellen.
Aan de heerschappij van het Parijsche ge
peupel werd in het begin van 1795 een einde
gemaakt, de stad werd in 12 districten ver
deeld. De destijds uitgestooten Girondijnen
werden weer in de Conventie toegelaten.
Men wilde nu echter van gematigde zijde
degenen vatten, die Robespierre's val hadden
veroorzaakt, maar behoord hadden tot het
Comité van algemeen welzijn, dat zooveel
schrikkelijks op zijn geweten had. Daar
mede tastte men echter ook lieden als Car-
not en andere zeer bekwame leden der
Conventie aan. Nog eens kwam het Parijsche
gemeen in opstand, maar Barras nam, in
overleg met Generaal Pichegru afdoende
maatregelen, die hen ontwapenden. Op 20
Mei werd de aanval hervat; tengevolge van
de telaat genomen maatregelen forceerde
het gepeupel de deuren van het vergader
gebouw, drong de vergaderzaal binnen, be
dreigde den president en schoot zelfs een
afgevaardigde, die dezen te hulp kwam,
neer. Maar de garde kwam haar ontzetten
en zij kon haar wetgevenden arbeid ver
volgen. Zy stelde nu een Raad der ouden
van 250 en een Raad van 500 in, die het wet
gevend gezag zouden vormen, terwijl het
uitvoerend gezag bij een Directoire van vijf
leden kwam te berusten. De Conventie ech
ter bevond zich tegenover steeds toenemende
stroomingen van gematigden huize, en ten
einde een terugkeer tot de monarchie te
voorkomen, gaf zij hare zgn. bijlagen uit,
waarin voorgeschreven werd, dat de nieuwe
lichamen voor het grootste deel uit de leden
der Conventie moesten bestaan. Deze voor
schriften werden nog eens, op 4 en 5 Oc-
tober 1795 oorzaak van een nieuwen op
stand, die door den toenmaligen Generaal
Bonaparte afdoende onderdrukt werd. De
Conventie had toen zij uiteenging de sym
pathie van de gematigden en de aanzien
lijken, die het hoofd weer opstaken, zoo
zeer verloren, dat zij Frankrijk reeds aan
merkelijk deed voortschrijden in de rich
ting van terugkeer naar het oude gezag.
En dit, terwijl van buiten elke bedreiging
practisch had opgehouden. Niet alleen had
Pruisen zich teruggetrokken, maar tegen
Oostenrijk was het initiatief geheel in han
den van de Franschen gekomen. Onder lei
ding van Pichegru trokken de Fransche
legers in den winter van 1794 de Oosten-
rijksche Nederlanden binnen; zij verover
den al spoedig Holland, waar zij de Bataaf-
zusterrepubliek instelden. En ook aan
f linker Rijnoever behaalden de revolu.
p treneraals het eene succes na het
*ndere Dit was het geluk van het innerlijk
tf» Directoire, waarin Barras van den
ne af een hoofdrol heeft gespeeld. Ten-
aanvang dreigend staatsbankroet te ont-
t •rf werden de vrijwel waardelooze assig.
komen, sp0edig in dit lot deelende
'rteten vervangenZoozeer verwekte het
SirectoÏe de^ alg'emeenen afkeer, dat de
overgebleven revolutionaire groep onder
feiding van Babeuf, gesteund door roya-
lieten er aan kon denken een aanslag te
flemen. Ten einde hen te voorkomen,
trad het Directoire handelend op; het be-
dTende zich van de medewerking van de
aienuc en Bonaparte; had de
eerste^elukkig in Duitschland gestreden, de
laatste dreef de Oostenrijkers in Italië voor
zich Uit en stichtte de Cisalpynsche Repu
bliek. Dank zij Bonaparte's medewerking,
waarbij hy zelf op den achtergrond bleef,
werd het Directoire gered al ontkwam
Carnot, die zich met zyn royalistische mede-
dhecteur Barthelemy had verbonden. Het
Directoire zette de zaken op den ouden voet
voort, onderdrukte met behulp van het
leger de drukpers, de vryheid van woord en
geschrift, en ging tot duizenden arrestaties
over al werd de terreur van de guillotine
niet 'hersteld. Het is een wankel droevig
bestaan geweest, dat het Directoire geduren-
de vier jaren heeft weten voort te sleepen,
weinig geëigend om het einde te vormen
van het in vele opzichten toch grootsche
schouwspel, dat de revolutie vertoonde.
Bonaparte had de expeditie naar Egypte
georganiseerd. Zij beoogde Engeland, dat
sedert 1793 den strijd tegen Frankrijk krach
tig had voortgezet, indirect te treffen. Van
uit Syrië zou via Perzië het Voor-Indische
Rijk van Engeland worden aangetast. Bona
parte bracht met de groote voortvarendheid,
hem eigen, een uitstekend uitgerust leger
bijeen; de waakzaamheid der Engelsche
vloot wist men te verschalken en na Malta
genomen te hebben landde Bonaparte in
Egypte. Hij behaalde overwinning op over
winning, maar zijn veldtocht, schoon tot het
Noorden van Syrië uitgestrekt, scheen tot
mislukking gedoemd. Tegelijkertijd werd de
toestand in Europa nijpend, want Rusland
had een nieuwe coalitie op de been gebracht,
en slechts met groote moeite slaagde Mas-
sena erin om de Zwitsersche grenzen te
verdedigen. Toen dan ook Napoleon onver
wacht in het Zuiden landde, werd hij alge
meen als de bevrijder begroet. Nauwelijks
in Parijs aangekomen, werd hy het midden
punt van alle politieke intriges, en hij
wachtte niet lang om zijn slag te slaan.
Dank zij het hem toegedane leger, ging hij
er op 9 November 1799, den 18 Brumaire,
toe over om de beide wetgevende lichamen
te ontbinden, de hem niet toegedane leden
van het Directoire gevangen te nemen en
zich zoo alle macht toe te eigenen. Al
spoedig was de nieuwe constitutie gereed,
waarbij het uitvoerend gezag aan drie Con
suls werd toevertrouwd, van wie Bonaparte
zoozeer op den voorgrond trad, dat zijn
beide mede-Consuls, onder wie de zoo eer
zuchtige Sieyes, bijkans in de schaduw ver
dwenen. Van 1800 tot 1802 is Bonaparte
eerrste Consul geweest; daarna waagde hij
dan stouten stap en riep als het ware zich
zelf tot Keizer van Frankrijk uit. Zij die,
gelijk ten deele ook zijn eerste echtgenoote,
in hem den man zagen, die de Bourbons in
hun macht wilde herstellen, kwamen be
drogen uit. Frankrijk, dat reeds onder het
Directoire weer de leiding in de handen
der aanzienlijken had gebracht, werd door
hem opnieuw een monarchale Staat. De
eigenlijke revolutie eindigde op den dag, dat
met Robespierre het bewind van de schrik
een einde kwam; het Directoire diende tot
overgangstijdperk naar de voor Frankrijk
zoo glorievolle dagen van Consultaat en
Keizerrijk. Glorievolle dagen, die de Fran
sche legers lot overval in Europa zouden
brengen, maar die door het Fransche volk
duur, met veel bloed, met opoffering van
veel welvaart, zouden worden betaald.
De Fransche revolutie, al heeft zy haar
eigen karaater, wortelend in de omstandig
heden, waai uit zy voortkwam, bevat op
menige bladzijde de lessen, die gelden voor
de geschiedenis van het heden zoowel als
voor die van de toekomst!
MODERNE MACHINES VOOR
UW DRUKWERK!
DRUKKERIJ N.V. HERMS. COSTER ZN.
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320.
Land en volk van Atjeh, vroeger en nu,
door J. Jongejans. Uitgave Hollandia
Drukkerij N. V. te Baarn.
Indië, ons eigen rijk der duizend eilan
den, daar ver in het Oosten is, zegt men
vaak, in het moederland nog te weinig be
kend. En voornamelijk geldt dit voor het
Atjehsche gebied, voor dat gedeelte van
onze verre bezittingen, dat ons de grootste
inspanning en de z\yaarste offers heeft ge
kost. Het is daarom, dat een boek van een
volkomen terzake kundige, van een man
als de heer Jongejans, die oud-resident van
Atjeh en Onderhoorigheden is geweest, een
welkome uitgave is. Er blijkt al dadelijk uit,
dat inderdaad dit Atjeh voor het moeder
land wel een zorgenkindje moest zijn door
een geheel van andere landstreken ver
schillende mentaliteit der bewoners. De
Atjeher is niet onderdanig, hij is zich zijn
waardigheid bewust en maakt daardoor vaak
den indruk van een zekere brutaliteit. Hij
heeft een sterk gevoel van onafhankelijk
heid en ook dat is ongetwijfeld een der
oorzaken geweest, dat dit gewest slechts
door krachtig miltair optreden veroverd
kon worden. Nu, na jaren van inspanning,
zijn de verzethaarden uitgeroeid, de tegen
werking der bevolking is gebroken en,
dank zij een verstandig koloniaal beheer,
begint er op Atjeh een tijd van wederop
bouw waarbij de bevolking ervan wordt
doordrongen, dat de overheerschers in
werkelijkheid de voor dit land gewenschte
leiders zijn aan wier maatregelen, niet het
minst op economisch en hygiënisch gebied,
land en volk een zeer grooten vooruitgang
danken.
De heer Oudejans beschrijft Atjeh's ge
schiedenis, hij neemt ons mee op een tocht
door de meest interessante gedeelten, hij
geeft een uitvoerige en interessante be
schouwing van het gezinsleven van den in
lander, hij bekijkt het gewest economisch
vertelt van het onderwijs, het bestuur en
de geestelijkheid, behandelt diverse Atjeh-
figuren en Atjehmoorden en besluit met
een lofrede op het leger waarbij hij uitvoe
rig nagaat wat dit voor Atjeh geweest is.
Op boeiende wijze beschrijft hij het werk
der diverse expedities en het verhaal van
den beruchten Teukoe Oemar. Vele beken
de militairen, Van Daalen, Van Heutsz
Colijn, Christoffel en anderen, worden in
dit werk besproken. Dr. H. Colijn schreef
voor dit boek een voorwoord en de heer
Jongejans heeft het geïllustreerd met vele
fraaie foto's van land en volk met een ge
kleurde kaart van Atjeh en onderhoorig
heden.
Zr. G. Schoehuys te Schiedam schreef
een boek over kraamverpleging, dat bij de
ja. Joh. de Heer en Zn. te Rotterdam is
verschenen.
Zij behandelt daarin op overzichtelijke
wyze de behandeling van kraamvrouwen
voor, tijdens en na de bevalling en geeft
daarbij tal van practische wenken aan haar
die met die behandeling belast zyn De
baby zelf wordt natuurlijk niet vergeten
en het boek eindigt met een populaire be
schouwing van de anatomie. Vele aantee-
keningen en foto's verduidelijken den tekst
o.a. teekeningen van alle instrumenten en
benoodigdheden, die voor en na eën beval
ling gebruikt worden.
Gevangen Majesteit is de titel van een
boek van Evan John, dat door Alice
Schrijver in het Hollandsche vertaald is en
door de N. V. Leopo'd's Uitgeversmaat
schappij te 's-Gravenhage is uitgegeven.
Het boek is gewijd aan de nagedachtenis
van James Stewart, eerste heerscher van
dien naam in Schotland, wapenbroeder vsn
Henry den Vijfden, een zeer opmerkelijke
figuur in de oude Schotsche geschiedeniSi
een man, die zeldzame gaven van geest en
hart bezat en die als de meeste zijner
voorgangers en van hen die na hem kwa-
men in den strijd tegen oproerlingen is
gesneuveld. James I werd gekroond in 1424
en vermoord in 1437. Tusschen deze Jaren
speelt zich de geschiedenis af waarvan dit
fraai uitgegeven werk de bijzonderheden
vertelt. Er komen tal van persoonlijkheden
in voor, van wie, behalve de naam, niets el
bijna niets meer bekend is en waarvan an
deren een vrij groote plaats innemen in de
kronieken uit hun tijd, die evenwel vTU
schaars zijn. In hoofdzaak moeten hun drijf"
veeren en karakters op gissingen blijven be'
rusten. Waar zij zelf aan het woord zijn
heeft de schrijver he' Latijn, Fransch of
Middeleeuwsch Engelsch in een moderner
omgangstaal overgebracht.
Met dit al is de geschiedenis van Jarnes
een historische roman van bijzondere betee*
kenis geworden, niet alleen doordat daarin
tal van historische gebeurtenissen zijn ver
werkt, maar ook -mdat dit boek een z°°
^uiver mogelijk beeld geeft van de toestan*
den in de vijftiende eeuw, die in Schotland-
zooals trouwens overal elders in dien tijd.
van weinige beschaving van het volk getui
gen. Het is een historische roman geworden
«1 den trant van de groote werken van
Walter Scott, waarin zoowel de macht van
het Engelsche hof als de eenvoud der l»»*
ely ke kasteelen wordt beschreven. Waar in
dit boek het leven der Schotten in de la
middeleeuwen wordt uitgebeeld, is het 'e
begrijpen, dat het in Engeland grooten °P'
gang gemaakt heeft.