DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Rondetafel-conferentie
heden te Tokio begonnen.
Overeenstemming over de algemeene
kwesties bereikt.
Queipo de Llano naar
Frankrijk
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maa. Jen bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het gebeele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Gissingen omtrent
den inhoud.
Japansche eischen inzake
Tientsin.
PRIJS PER GEWONE ADVER TEN TIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, tfroofe
contracten rabat. Groote letters naar olaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Maandag 24 Juli 1939
ioofdredacteur: 1'j. N. ADEMA.
141e Jaargang
Generaal Yague te Madrid
gearresteerd.
Kirig Hall over zijn brieven
naar Duitschland.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT
No. 172
Het memorandum inzake de over
eenstemming over de algemeene
kwesties, welke den achtergrond
vormen van de geschillen over
Tientsin is Zaterdagavond onder
teekend door minister Arita en am
bassadeur Craigie.
De EngelschJapansche ronde
tatelconlerentie is nu hedenochtend
om negen uur begonnen in de
ambtswoning van den onderminis
ter van buitenlandsche zaken, waar
de afzonderlijke vraagstukken zul
len worden besproken.
De voornaamste onderhandelaren zullen
zijn Stomatsoe Katoh, gezant met een spe
ciale missie ten aanzien van China, Hikozo
Tanaka, consul te Tientsin, als vertegen
woordiger van de Japanscne autoriteiten
ter plaatse en de Britsche ambassadeur
Craigie en majoor C. A. Herbert, consul van
Groot Bitannië te Tientsin.
De eerste zitting der rondetafelconferentie
zal ook worden bijgewoond door generaal-
majoor Akira Moeto, kolonel Saboera Kawa-
moera, overste Kimihide Ohta en majoor
Seichi Ohta als vertegenwoordigers der Ja
pansche militaire autoriteiten te plaatse en
generaal-majoor F. S. G. Piggott, militair
attaché bij de Britsche ambassade te Tokio.
Indien noodig zal ook minister Arita deze
eerste zitting der rondetafelconferentie bij
wonen, waar Japan concrete eischen zal
voorleggen met betrekking tot de afwikke
ling van het geschil te Tientsin.
Een verklaring over de overeenkomst ten
aanzien van de algemeene vraagstukken,
welke den achtergrond vormen van het ge
schil over Tientsin zal gelijktijdig worden
afgelegd te Tokio en te Londen.
Diplomatieke Engelsche kringen te Lon
en vermoeden, dat Chamberlain vanaf
Maandag in staat zal zijn over de opening
er DritschJapansche onderhandelingen
„en ^"klaring in het Lagerhuis af te leggen,
lerdoor treedt een zeker optimisme aan
8 en men verheelt niet dat men
8 e 00P heeft binnenkort in Tokio een
gemeenschappelijke verklaring gepubli-
5 e "en> waarin de grondslagen voor
er andeling worden vastgesteld, welke
t. ™°Selijk zal maken een aanvang
aken met de officieele besprekingen.
Communiqué te Tokio.
Crüfnf6 kJfeankomst van Zaterdagavond van
bureau 60 a heeft het inlichtingen-
bnitm!i Van het Japansche ministerie van
geven an e zaken een verklaring uitge-
eenstem™aarm.geZegd wordt: -Er is over"
de de =1 mg stand gekomen betreffen-
grond tgemeene kwesties, die den achter-
sin. Fer,rmen Van. den toestand in Tient-
Maandae Wi-}?™8 dienaangaande zal
den worde jd in Tokio en in Lon-
worden uitgegeven".
Wat is reeds overeengekomen?
v°lgendp3,r6 "^sahi Sjimboen" zou het
6 21jn overeengekomen:
feiteUjLB"ts^e re8eering erkent de
den. China bestaande toestan-
zoo-
lang dem Britanr>ië erkent, dat
Japansrhe 0fstanden blijven bestaan de
cifieke aa S rydkrachten in China spe-
veiligheid nspraken hebben voor haar
pn en de handhaving van vrede
en rust.
2akeliikhpid ntannië erkent de nood-
v°°r de Ch' V°°r "*apan nadeelige en
m°geliik te me®zen gunstige daden on-
4 De R maken-
houden van^ai?6 j6geering zal zich ont-
Welke de vniif den en maatregelen,
o°emde Jam°n/unging van hovenge-
den weg e Plannen zouden in
deeling doen e" 5al duidelijk mede-
Dtitsche autorit "t politiek aan de
China en er vo 6 en onderdanen in
g6lÜks den toe«T Z°Igen dat deze ins-
n toestaand erkennen.
Volgens de Japansche bladen zijn van Ja
pansche zijde de volgende eischen inzake
Tientsin gesteld:
ten eerste: Uitlevering van de vier moor
denaars;
ten tweede: Vervolging van de onge-
wenschte elementen, welke zich in de
nederzetting ophouden en handhaving
van orde en rust;
ten derde: Opsporen van de anti-Japan-
sche elementen in de concessie;
ten vierde: Afzetten van de Chineesche
ambteharen, die Japan ongunstig gezind
zijn;
ten vijfde: Uitleveren van het zilver, dat
by de Chineesche banken in de neder
zetting is gedeponeerd;
ten zesde: Medewerking van Engeland
voor de circulatie van bankbiljetten van
de Federale Bank;
ten zevende: Het recht van toezicht op de
Chineesche banken en wisselmakers
door de Japanneezen.
Men dient er rekening mee te houden, dat
bovenstaand bericht uit Japansche bron is.
Een Engelsche verklaring is nog niet gepu
bliceerd.
Havas meldt o.m. dat Japan formeel ver
zekerd zou hebben de Britsche belangen in
China te zullen erkennen. Britsche kringen
gelooven, dat thans de weg geopend is naar
een erkenning de facto van de nieuwe regee
ringen welke in China zijn ingevoerd, met
name van de nieuwe centrale regeering die
binnenkort onder leiding van Wang Tsjing
Wei wordt opgericht.
Verklaring van Hiranoema.
De eerste minister, Hiranoema, heeft te
genover vertegenwoordigers van de pers
verklaard: „de EngelschJapansche confe
rentie is de crisis doorgekomen met een re
geling der algemeene kwesties, die den
achtergrond vormen van den toestand in
Tientsin. Het fundamenteele beginsel, dat
uitgewerkt is als resultaat van deze rege
ling, is toepasselijk op geheel China en niet
beperkt tot Tientsin. Dit punt moet duide
lijk zyn voor Engeland. De Britsche rechten
en belangen zouden erkend kunnen wor
den, wanneer Engeland slechts de betrek
kingen erkennen wil van wederzijdschen
steun en onderlinge afhankelijkheid tus-
schen Japan, Mandsjoekwo en China."
Hiranoema zeide voorts te denken, dat
Engeland het regime van Tsjangkaisjek niet
zou bijstaan door toekenning van vredieten
of anderzins. Wanneer het dat toch deed,
zou zijn optreden beschouwd worden als
vijandig jegens Japan. „Wanneer Engeland
zich er van onthoudt credieten toe te ken
nen aan het regime van Tsjangkaisjek
zou dat regime beroofd worden van de mid
delen tot financiering van den aankoop van
munitie door middel van handelaars, die be
reid zijn tot leveren. De fundamenteele re
geling tusschen Japan en Engeland zal niet
alleen een groote schok blijken te zijn voor
de Tsjoengkmgregeering, maar zal tevens
dienen als een gunstige factor in het afwik
kelen van het Chineesche incident".
Sprekende over de anti-Britsche agi
tatie in Japan, zeide de premier, dat de
regeering voornemens is die campagne
te controleeren „welke tegen haar po
litiek ingaat nu de EngelschJapansche
conferentie dergelijke vorderingen
heeft gemaakt".
Hiranoema voegde hieraan toe, dat de
Japansche re|eering reeds een funda
menteele politiek geformuleerd heeft
jegens den Europeeschen toestand en
die daarom zou blijven voeren, onaf
hankelijk van de resultaten der onder
handelingen te Tokio.
Geen wijziging in Japansch houding
in N. China.
Domei meldt uit Tientsin, dat de overeen
komst, welke tot stand is gekomen over de
algemeene aangelegenheden, welke den
achtergrond vormen van het geschil over
Tientsin geen wijziging zal brengen in de
krachtige houding en de politiek van de Ja
pansche militaire autoriteiten in Noord-
China, die gelooven, dat het voorbarig is
de onderhavige overeenkomst te beschou
wen als een volledige regeling der kwes
ties.
Deze opvatting wordt verkondigd in een
bericht uit Peking aan de bladen. De Japan
sche militaire autoriteiten ter plaatse zijn
de volgende opvattingen toegedaan:
1. Z« zullen kalm den voortgang af
wachten er a.s. BritschJapansche ron
de tafelconferentie en den toestand
onder oogen zien zelfs in geval van een
mislukking der conferentie van Tokio:
2. Zü „verwachten veel van de con
ferentie van Tokio met betrekking tot
de Britsche samenwerking met Japan
ten aanzien van de vestiging van de
„nieuwe orde" in Oost-Azië", doch toch
kan niemand garandeeren, dat de con
ferentie van Tokio dienaangaande niet
met een mislukking zal eindigen, gezien
het feit, dat Groot Britannië nog steeds
geen juist begrip heeft van den tegen-
woordigen toestand ten aanzien van de
oeconomische en financieele vraagstuk
ken".
3. De geschillen over Tientsin zullen
niet volledig zyn geregeld aleer Groot-
Britannië de tusschen de Britsche- en
Japansche autoriteiten te bereiken
overeenkomst door middel van de te
Tokio ie houden conferentie werkelijk
zal toepassen door een volledige erken
ning van den tegenwoordigen toestand
ter ontwikkeling van China in verband
met de vestiging van de z.g. nieuwe
orde".
Generaal Queipo de Llano heeft
Zaterdagmiddag Burgos verlaten in
de richting van de Fransche grens.
In officieele kringen verklaart men
echter, dat hij te Hendaye noch te
Roncevau over de grens gekomen is.
Verder verneemt men, dat gene
raal Yague Donderdagavond te Ma
drid is gearresteerd. Talrijke officie
ren en onder-officieren, die reeds met
verlof waren gegaan, zijn sedert eeni-
gen tijd teruggeroepen. De regeering
heeft dezen maatregel blijkbaar ge
nomen ter voorkoming van onrust.
De minister van binnenlandsche za
ken heeft een decreet geteekend,
waarbij het houden van openbare
bijeenkomsten zonder voorafgaande
vergunning verboden wordt.
De Llano
Het ontslag van de Llano.
Het plotselinge ontslag van generaal
Queipo de Llano is een duidelijke illustra
tie van de interne crisis, die reeds ver
scheidene weken broedde. Op 18 Juli, den
verjaardag van het uitbreken van den op
stand. heeft de generaal een rede gehou
den, die als een uiting van rebellie be
schouwd werd. Volgens de „A.B.C." te
Sevilla zeide hij onder meer: „De militai
ren moeten de macht in handen hebben
en de nieuwe politieke hofkliek moet van
het bewind verjaagd worden. Zij, die ge
streden hebben, moeten de macht in han
den hebben, en niet zij, die anderen heb
ben zien strijden". En verder had de ge
neraal gezegd, dat hij het kruis van San
Fernando, dat hij niet gekregen heeft, wel
verdiend had. Spanje bevond zich thans
onder een regime van onrechtvaardigheid.
Als Spanje nu brood had, was dat te dan
ken aan de maatregelen voor den ver
bouw van graan, die hij in Andalusie had
genomen, terwijl anderen deze belangrij
ke aangelegenheid volkomen verwaar
loosd hadden.
Het antwoord op deze rede bleef niet
uit. Het Staatsblad van 21 Juli publiceerde
een decreet, geteekend door Franco,
waarbij de Llano van zijn militair com
mando ontheven werd en „ter beschik
king van een ander ministerie gesteld."
Deze beslissing werd niet in den minister
raad, maar door Franco alleen genomen.
Het is een publiek geheim in Spanje,
dat de Queipo de Llano aan het hoofd
stond van een militaire coalitie, die de
laatste maanden hevig gekant bleek tegen
de samenstelling der civiele regeering en
in het bijzonder tegen Serano Suner. Men
weet, dat verscheidene generaals het met
de Llano eens waren, doch het is niet be
kend, of de beweging reeds het karakter
van een samenzwering had aangenomen.
Commander Stephen King Hall heeft iets
verteld over zijn beroemden brievenstroom
naar Duitschland. „Ik moet nogmaals krach
tig tegenspreken", zoo begon hij, „dat ik be
taald word door het Foreign Office of eenig
ander departement, of dat mijn publicatie
door de regeering gesubsidieerd wordt. De
„Angriff" zegt, dat ik mij niet zooveel moei
te behoef te geven die brieven naar Duitsch
land te sturen, want dat zij in de Duitsche
bladen worden weergegeven. De „Angriff"
zegt echter niet, dat die weergaven slechts
uittreksels der brieven zijn, geheel los van
het verband".
„Vele voorbeelden van misvorming van
mijn teksten zou ik kunnen aanhalen".
Op buitengewoon scherpe wijze behandelt
de Giornale D'Italia in een vier kolommen
beslaan artikel de brieven van King Hall,
waartegen het blad fel van leer trekt. Voor
al wordt daarbij aandacht gewijd aan het
geen King Hall over Italië schrijft, dat als
Stephen King Hall
„laaghartige laster" wordt betiteld. Daar
tegenover wijst het blad op de „strijd-
waarde en den heldenmoed" van het Ita-
liaansche volk. Engeland echter heeft
zijn grootste overwinning bevochten op
weerlooze bevolkingen. King Hall dient den
vrede niet met zijn brieven. Wanneer men
de eer der volkeren aantast, kan men nau
welijks een vriendelijke tegemoetkomend
heid verwachten", aldus verklaart de Gior
nale.
Zie verder Buitenland pag. 2, 3e blad.
Engelands Oost-Azia-
iische politiek.
Over de voorbereidende besprekingen
te Tokio is neg te weinig bekend om er
een definitief oordeel over te vellen. De
gegevens, die tot nu toe ter beschikking
zijn, munten niet uit in objectiviteit. Ze
zijn uitsluitend afkomstig uit Japansche
bron. In dit verband schrijft de diploma
tieke correspondent van de Engelsche
„Observer" dan ook: „De berichten uit
uitsluitend Japansche bronnen, volgens
welke een overeenstemming bereikt was
te Tokio betreffende de basis van de
voorgenomen conferentie, werd vergezeld
van tendentieus Japansch commentaar,
dat suggereerde, maar niet verklaarde,
dat de overeenstemming tot stanl was ge
komen op de Japansche voorwaarden.
Ofschoon nog geen bericht is ontvangen
van den Britschen ambassadeur, ligt het
voor de hand, dat de overeenstemming
alleen tot stand is kunnen komen conform
de instructies op grond waarvan de
Britsche ambassadeur onderhandelde.
De correspondent herinnert er dan aan,
dat nog slechts Maandag j.1. Chamberlain
ia het Lagerhuis gezegd heeft, dat Enge
land niet zou en niet kon overgaan tot
een wijziging van zijn buitenlandsche
politiek op eischen van een andere mo
gendheid.
Zeker is het, dat Craigie met Arita tot
een voorloopig accoord is gekomen be
treffende de „kwesties, die den achter
grond vormen van het conflict inzake
Tientsin." Wat men hieronder precies
verstaat is de vraag, waarom alles draait.
De Japansche bladen, rekenen naar
alle waarschijnlijkheid naar zich toe en
stellen den toestand voor Japan gunstiger
voor dan hij in werkelijkheid is. Toch
schijnt het dat Engeland het met Japan
op een accoordje tracht te gooien, daar
het een conflict in het Verre Oosten niat
meent te kunnen riskeeren. In hoeverre
China hiervan het slachtoffer zal worden,
moet worden afgewacht. De verklaring,
die Chamberlain waarschijnlijk vandaag
in het Lagerhuis zal afleggen geeft wel
licht de gewenschte opheldering.
Wanneer het werkelijk zoo zou zijn,
dat de Engelsche houding in Oost-Azië in
de toekomst meer „begrip" om de ka
rakteristieke Japansche terminologie te
gebruiken voor de „nieuwe orde" zal
toonen; wanneer werkelijk de Engelsche
steun 'aan de Chineesche (nationale
munt, de dollar, uitblijft, is dat een te
genslag voor Tsjaing Kai Sjek, die met
zooveel energie het Chineesche volk leidt
in zijn strijd tegen een imperialistischen
vijand.
Onbegrijpelijk is het da.i ook niet, aat
men in Tjoengking teleurgesteld is. De
Chineesche nationale regeering heeft
haar ambassadeur in Londen instructie
gegeven om volledige bijzonderheden te
vragen van de gemelde overeenkomst en
te doen weten, dat de houdir.^ der Chi
neesche regeering er een zal zijn van ver
zet tegen iedere regeling, die in strijd is
met het beginsel van het negonmogend-
hedenverdrag en de resoluties van den
Volkenbond.
In Chineesche officieele en niet-officiee-
le kringen had men geloofd, dat Engeland
nooit een compromis met Japan zou aan
gaan.
Nu kunnen natuurlijk bij de regeling
van de kwestie-Tientsin, nog tal van
moeilijkheden aan den dag treden, die het
thans gesloten accoord den nek kunnen
breken. Het is voor China werkelijk te
hopen. Het kan natuurlijk ook eel goed
mogelijk zijn, dat de Engelsche verkla-
ri ig aantoont, dat Groot-Britannië niet
van plan is de door Japan zoo zeer ge
wenschte „nieuwe orde" zoo te steunen
als de Japansche bladen het voorstellen.
Fngeland zal wellicht beseffen wat een
„nieuwe orde" in wezen te beteekenen
heeft: een oppermachtig Japan in het
Verre Oosten met eenige marionetten-
regeeringen in Mandsjoerije en China, die
uitsluitend dienen te zorgen voor de rust
in het nieuwe wingewest. Engeland weet
toch wat die ontroerende wil tot „samen
werking" van Japan met China betee-
kent. Niet alleen voor China zelf, maar
e^k voor de Engelsche positie in Oost-
Ar.15. Zou Engeland inderdaad zijn steun
aan het werkelijke China onthouden op
grond van een goedkoope Japansche be
lofte, dat bij de „nieuwe orde" ook voor
Engeland een plaatsje onder de Chinee
sche zon gereserveerd zal worden? En
ten slotte: zou Groöt-Britannië, dat in
Europa met hardnekkige vastberadenheid
een anti-agressiefront tracht te vormen,
in Oost-Azië tegen den agressor een
tegemoetkomende houding aannemen?
We kunnen op deze laatste vraag helaas
niet zonder meer antwoorden, dat een
dergelijke houding absoluut uitgesloten
ir. Het verleden geeft te veel krasse
voorbeelden van baatzuchtige politiek om
in d?ze niet voorzichtig te zijn. Oos
tenrijk, Spanje, Tsjecho-Slowakije be
wijzen het.
Maar Engelands eigen belangen? Voor
een bedreiging hiervan is het altijd
zeer gevoelig geweest. De garantie aan
Roemenië was niet voor nie4 zoo spoedig
tot stand gebrachtZou een te.remoet-
komen aan de Japansche imperialistische
eLchen op den duur niet fataal blijken te
zijn voor de Engelsche handelsbelangen?
Waarschijnlijk wel.
Het is deze overweging, die Engeland
er wellicht van weerhoudt, zich te vast
aan Japans politiek te binden. Het is dit
feit, dat aan het Chineesche volk nieuwen
moed kan geven in zijn strijd,