DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Verklaring van Chamberlain in het Lagerhuis. „Geen wijziging in Engelands politiek in China." Forster over de kwestie-Darttzig. Dinsdag 25 Juli 1939 141e Jaargang Hei accoord ie Tokio Einde der anti-Britsche agitatie ZZZerJienisin'kwam de Brit- „Engeland hitst Polen op, niet toe te geven". De algemeene toestand. Beëediging van de nieuwe ministers. Verklaring van Tsjiang Kai-sjek. Franco reorganiseert het leger. De beteekenis van de Llano's ontslag. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maa, den bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, iranco door bet geheele Rijk f 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 173 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KKAK. PRIJS PER GEWONE ADVERLENTIENs Van 15 regels 1 25. elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat Groote letters ->aar nla*fsrii!««fe. Brieven tranco aan de N V Boek- en Handelsdruk kerij v h. hKRMS COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060 Telel 3320. redactie 3330. Hoofdredacteur: ij. N. ADFMA. In het Lagerhuis heeft Chamber lain den tekst medegedeeld van de overeenkomst, die te Tokio tot stand is gekomen tusschen Arita en Crai- gie. Deze tekst luidt als volgt: „De Britsche regeering erkent ten volle den huidigen toestand in Chi na, waar vijandelijkheden op groote schaal aan den gang zijn. Zij neemt er nota van, dat zoo lang die staat van zaken voortduurt de Japansche strijdkrachten in Chi na bijzondere behoeften hebben ten aanzien van het behoud der eigen veiligheid en der handha- ving van de openbare orde in de on der haar controle 6taande gebie den, en dat zij al die oorzaken of daden dienen te onderdrukken of uit den weg te ruimen, welke hen zullen belemmeren of hun vijand ten goede zullen komen. De Brit sche regeering heeft niet het voor nemen eenigerlei daden of maat regelen te begunstigen, welke na- deelig zouden kunnen zijn voor het bereiken van bovengenoemde dceleinden door de Japansche troe pen en zij zal gebruik maken van deze gelegenheid om haar politiek in dit opzicht te bevestigen door het aan de Britsche autoriteiten en de Britsche onderdanen in China duidelijk te maken, dat zij zich moeten onthouden van dergelijke daden en maatregelen." Over de onderhandelingen die tot dit ac coord geleid hebben, zei de premier: Alvo- ens zou werden begonnen met de onder- and ingen over een regeling van den toe- zin m ^'en^n' 8af de Japansche regee- S uitdrukking'aan de opvatting, dat. wan- hj.6j vorderingen gemaakt wilden worden tiffir,6 opbe"®8 v- misverstanden en de ves- sontg IT* ^^r6 betrekkingen, het van es- kemf !lang was' dat de achtergrond er- Tisnt Werd' waartegen men den toestand in DitSm m°eSt Zi8n" niets verv°lgde Chamberlain, had sche n ,staan met de politiek der Brit- feiteliitge1nng ?egens China, doch was een heden L ™estie' Er waren vijandelijk- 8chaal Het t" ga"g China op groote ziemnpJaPansche leger moest voor de hanHii re voor eigen veiligheid en bezette ÏS Van de 0Penbare orde in de tot het nf n 611 was derhalve verplicht ZorS te rti-"1511 Van maatregelen om er voor bracht 3g?n' dat geen nadeel werd toege- Teneind. f' afgelegenheden, sprekinppn weg te effenen voor be- mpt a f bijgevolg tot overeenstem- het acconrH6 pansclle regeering over de in 0ord neergelegde formule VraagdofhhH HVerV°lgenS geStC,de s, 01 hij de verzekering wilde n' dat er niets overeen geko- daCeZrdenbUdek0mende()n- kunn gen' dat nadeel sche 6n ,t0Cbrengen aan de Chinee- ®root-Britann!ë 06 ve,lto 'tannie om credieten te gcerten<!n de Chineesche re- antwoorfn>r WClk doel dan ook' woordde Chanberlain bevesti- besPrekinVrgdK daaraan toC' dat de WaatseiiiUePn frkt bl«ven tot Op de Problemen te Tientsin. labouj-op g ^an Arthur Henderson, van 6 een de J2?' °,f de.cf cessies niet in de Japansch penning zullen vormen uveremiteit ten aanzien van deelen van China, die thans on con trole staan van de Japansche gewapende macht, antwoordde Chamberlain ontken nend. Op de vraag van Greenwood, of er eenige wyziging, welke ook, is gebracht in de Brit sche politiek jegens China, antwoordde Chamberlain: „neen". Op vragen betreffende den huidigen toe stand in Tientsin verklaarde de premier, dat de algemeene toestand in Tientsin onge wijzigd is. Er zijn geen incidenten gemeld. De melktoevoer is vrij bevredigend. De le veringen zjjn voldoende, maar blijven on derworpen aan vertragingen bij de versper ringen. Chineesch zilver te Tientsin niet opgeëischt. Op de vraag, of hij de verzeke ring wilde geven, dat de Chineesche zilverreserve in Tientsin, die ge raamd wordt op een waarde van 2 millioen Pond Sterling, niet zou worden uitgeleverd aan de Ja pansche autoriteiten, antwoordde Butler namens de regeering dat de Japansche regeering nooit tegen over de Britsche regeering eenigerlei voorstellen heeft gefor muleerd betreffende de beschik king over deze zilverreserve. Lord Halifax heeft in het Hoogerhuis een verklaring afgelegd, gelijkluidend aan die van Chamberlain in het Lagerhuis. Hij voegde hieraan toe, dat in het verloop der besprekingen, ambassadeur Craigie te ken nen gegeven had. dat de Britsche regeering er op stond te verklaren, dat naar haar op vatting niets in de formule de positie en verplichtingen van derde mogendheden raakte. Dit punt werd door de beide par tijen als van zelfsprekend beschouwd. Ver der heeft de ambassadeur de Japansche re geering gewezen op het groote belang van een wenk aan de Japansche pers om zich te matigen bij het formuleeren van overdreven verwijten en eischen, welke slechts nadee- lig kunnen zijn voor het resultaat der on derhandelingen over de plaatselijke pro blemen, die thans op het punt staan aan te vangen.' Bovendien heeft hij krachtige pro testen ingediend tegen de anti-Britsche agitatie. Verwacht kan worden, dat als re sultaat van de overeenkomst deze agitatie zal ophouden. Temeer daar de Japansche premier intusschen, naar gemeld wordt, heeft verzekerd, dat de Japansche regeering, nu zy haar politiek bepaald had, de agitatie, welke niet in overeenstemming daarmede was, kon in t.oom houden. Tweeërlei inzicht. In tegenstelling tot Chamberlain's ver klaring, dat de Engelsche politiek onge wijzigd is, staat de reactie van het Japan sche blad „Asahi", waarin tal van feitelijke eischen worden geformuleerd. De „Asahi" verklaart, naar Havas meldt, dat het accoord tusschen Arita en Craigie een aanzienlijke wijziging van de Britsche politiek in China vormt. Engeland, aldus het blad, erkent namelijk den feitelijken toe stand in China en verplicht zich niets te doen, dat Tsjiang Kai sjek voordeelen kan verschaffen en de Japansche belangen be- nadeelen. Echter, zoo voegt het blad er aan toe, de feiten moeten aantoonen, of Enge land werkelijk vastbesloten is van politiek te veranderen De „Asahi" somt dan een aantal voorwaarden op die Engeland moet vervullen, o.a. samenwerken met het nieuwe centrale bewind, dat in China zal worden ingesteld, het terugroepen van zijn ambas sadeur in Cbina, de reorganisatie toestaan van de internationale concessies in Sjanghai en Koelaiigsoe, samenwerken met de Japan ners om de blokkade der Chineesche kusten in stand te houden enz. In Britsche kringen te Tokio echter verklaart men. dat de over eenkomst tusschen Arita en Craigie geen wijziging brengt in de Brit sche politiek Jegens Tsjiang Kai- sjec. De berichten en commentaren welke van capitulatie of wijken spreken, worden bier zuivere pro paganda genoemd. In werkelijkheid, aldus deze En gelsche kringen, heeft Engeland er slechts in toegestemd de houding van neutraliteit te bevestigen, die het sedert het uitbreken der vijan delijkheden steeds heeft aangeno men. Ook Craigie heeft een derge lijke verklaring afgelegd. Luchtgevecht boven Tsjoengking. - Gisteren is het boven de Chineesche hoofd stad Tsjoengking tot een luchtgevecht ge komen toen Japansche vliegtuigen de stad bombardeeren. Chineesche vliegtuigen ste gen op en bonden den strijd aan. Tengevolge van den luchtaanval is op eenige plaatsen brand ontstaan. Drie bommen zijn binnen 20 meter afstand van het kantoor van Reuter neergekomen, doch geraakten niet tot ont ploffing. De Dantzigsche Gouwleider Forster publiceert in den „Völkischer Beo- bachter" een artikel, waarin men te Berlijn een definitieve verklaring van Duitsche zijde ten aanzien van den internationale toestand, speciaal met betrekking tot Dantzig, ziet, aldus meldt het D. N. B. Forster zegt o.m., dat „de buitenland- sche pers zich op de laaghartigste wijze van leugens bedient en dat de bewering, dat in Dantzig een chaos heerscht, in ieder opzicht onjuist is. In Dantzig heerscht we liswaar groote vastberadenheid, maar overigens zijn er orde en rust. Om de jonge republiek Polen tegen ieder politiek recht in, voordeelen te verschaffen, heeft men", aldus Forster, „in strijd met bet gezonde verstand, een klein deel uit het Duitsche „volkslichaam" gesneden en dit veroor deeld tot een „zelfstandigheid", die dat nimmer is geweest". Forster betoogt ver volgens, dat Dantzig wenscht terug te kee- ren tot het rijk en dat de Duitschers van hun kant in elk geval „zoo rechtvaardig zouden zijn het goed te keuren, dat een stad met een zuiver Engelsche bevolking weer tot Engeland zou terugkeeren". „Het getuigt van een onverantwoorde lijkheid zonder weerga, als men, vooral van Engeland uit. Polen tracht op te hitsen onder geen omstandigheden toe te geven. Men is dus te Londen blijkbaar eerder be reid honderdduizend menschen naar het slagveld te voeren dan vierhonderdduizend Duitschers hun natuurlijk recht te geven. De Polen, „aldus Forster, hebben met de afwijzing van Hitiers aanbod" bij voorbaat bewezen, dat zij Dantzig ten slotte willen bezitten. Wat ons in dergelyke critieke tijden innerlijk rust geeft, is de heilige overtuiging, dat het Groot Duitsche rijk, als ons moederland, achter ons staat en ons onverwijld te hulp zou komen. Niemand kan ons kwalijk nemen ,dat wy bovendien in Dantzig met onze bescheiden krachten én middelen de voorwaarden scheppen voor het afslaan van een „Pool- schen overval'. Een der vele in het bui tenland verspreide leugens zegt, dat Duit sche militairen naar Dantzig zijn gekomen. De geheele wereld en vooral onze Poolsche buren, moeten weten, dat er in Dantzig mannen genoeg zijn, bereid en moedig om, zoo noodig, hun vaderland tot den laatsten druppel blced te verdedigen. Onze Poolsche buur mag er kennis van nemen, dat de laatste weken voorzorgsmaatergelen zijn genomen, waardoor een overrompelende aanval op het Duitsche Dantzig .kansloos is geworden. De eenige oplossing. Voor den aandachtigen toeschouwer ge beuren er tegenwoordig veel interessante dingen. Ze zijn heel vaak weinig bemoedi gend, maar daarom niet minder belangwek kend. Ze geven een volledig beeld van de chaotische toestanden, die er in dezen tijd in de samenleving der volken bestaan. Ze doen eens te meer beseffen, dat de menschen aan een werkelijke samenleving nog niet toe zijn. En zoolang er nog ideolo gieën bestaan, die het eigen ras en het eigen volk hooger schatten dan andere ras sen en andere volken, zal die ook niet mo gelijk blijken. De waan van eigen superioriteit vernie tigt de basis, waarop een ordelijke samen leving kan worden opgebouwd. Deze im mers heeft als conditio sine qua non: het respecteeren van de belangen van een an deren staat en het op juiste waarde schat ten van zijn behoeften. En een juiste waardeering is van een staat, die eigen belangen te allen tijde laat prevaleeren zeker niet te verwachten. In zoo'n geval zijn de verschijnselen „Drang zum Osten" en het streven naar „Lebensraum" onver mijdelijk. Uit een dergelijke mentaliteit is het vernietigen van Abessinië en Tsjecho- Slowakije volledig te verklaren. Er bestaat hier maar één geldende overweging: het eigen belang, dat niets ontziet. Deze mentaliteit, het idee fixe, dat een bepaald volk méér waard zou zijn dan een ander, gerechtigd eigen belangen te laten vóórgaan, uitverkoren om leiding- en rich tinggevend in de wereld te zijn, is het, die elke poging om te komen tot een overbrug ging van de geschillen, economisch, maar vooral ook idelogisch, zal doen mislukken. Hoe zou het ooit mogelijk zijn een duur zame samenwerking tot stand te brengen tusschen twee landen, waarvan het eene de menschen van een ander ras, geloof of politieke overtuiging vervolgt, terwijl het andere deze onverdraagzaamheid met ont zetting aanschouwt? Hoe zou het kunnen bestaan, dat een volk met een autarkische ..oorlogs-economie" normale handelsbetrek kingen onderhoudt met een volk, dat niets liever wenscht dan een geordende uitwis seling van producten.? Hoe kan een volk. dat opgevoed wordt in één bepaalde denk wijze. ooit waardeering hebben voor een overtuiging, die elke eerlijke meening wenscht te eerbiedigen? Tijdelijk is wellicht een samengaan mo gelijk. op den duur zal de kloof niet te overbruggen blijken. Het „gentlemen's agreement" tusschen Engeland en Italië heeft reeds langs zijn on- deugelijkheid gedemonstreerd. HetBritsch- Italiaansch accoord bestaat uitsluitend nog op papier. Van een toenadering tusschen de twee landen is minder dan ooit sprake. De pacificatie van München, waarvan eens werd verklaard „it's allright this time", de Britsch-Duitsche en Fransch-Duitsche ver klaringen, die een vreedzaam overleg in zake politieke problemen zouden moeten waarborgen.... ze zijn alle volkomen waardeloos gebleken. Als middel om be paalde Duitsche wenschen op een normale wijze te bespreken en voor diverse ver langens een redelijke bevrediging tot stand te brengen, kwamen ze eenvoudig niet in aanmerking. De dynamische landen, die het ideaal van het „gevaarlijk leven" in practijk brach ten, 'hadden n.1. een veel effectiever oplos sing, een veel doeltreffender „argument": het 'zwaard, de dreiging met militair ge weld, wanneer hun wenschen niet werden ingewilligd. Deze werkwijze nu moet in- haerent zijn aan de wereldbeschouwing, die, naar Mussolini's getuigenis, een eeuwi gen vrede een „ramp voor de beschaving" acht. Deze methode moet op den duur een catastrofe veroorzaken, omdat er grenzen zijn, die niet kunnen worden overschreden zonder dat een gewapend conflict ontstaat. Het is daarom, dat Engeland en Frank rijk zich tegen dit gevaarlijke middel ver zetten. Zij weten niets beters te doen, dan tegenover een machtig oorlogs-apparaat een nog machtiger te stellen, hetgeen ze, door de gunstige grondstoffen- en finan- cieele positie in vergelijking met de „as", wonderwel gelukt. Maar een oplossing geeft dit tegen elkaar opbieden niet. Het is voor de nor male economische verhoudingen fataal en ruïneert de financleele positie van vrijwel ieder land. Men krijgt den indruk, dat het de democratische landen erom te doen is, een zoodanigen militairen voorsprong te krijgen, dat de landen, die tot nu toe elke poging om te komen tot betere verhou dingen onmogelijk hebben gemaakt, wel gedwongen worden tot redelijk overleg. Een dergelijk plan lijkt wel voor verwe zenlijking vatbaar, maar heeft het risico, dat als wanhoopsuiting een oorlog niet tot de onmogelijkheden behoort, En dat niet alleen: zou bij een gedwongen overleg een duurzame samenwerking tot stand kunnen komen? De kans daarop lijkt niet bizonder groot bij landen, die alleen gewend zijn om te schuiven en niet om geschoven te w o r d e n, ook niet in de goede richting. De eenige werkelijke oplossing ligt dan ook in bin- nenlandsch -politieke verschuivingen, die terugvoeren tot een democratischen staats vorm. Met democratische landen is alleen redelijk overleg mogelijk. Vanmorgen tien uur" begaf de koningin zich van den Ruigen- hoek naar het paleis Noordeinde, waar te elf uur de beëediging plaats had van de nieuwe minis ters. Reeds omstreeks half elf kwam dr. Colijn ten paleize aan. Klaarblijkelijk was hij aanwezig, ten einde de nieuwe ministers aan H. M. de koningin voor te stellen. De heeren mr. J. A. de Visser, C. van den Bussche, C. W. Boden- hausen, jhr. ir. O. C, A. van Lidth de Jeude, prof. dr. B. J. O. Schrieke en dr. ir. M. H. Damme kwamen vervolgens ten paleize aan. Prof. ir. I. P. de Vooys zag men niet binnengaan. Wij hebben een zeer duidelijk parool, dat een naam heeft: Adolf Hitier. Het is ons onwrikbaar geloof, dat Hitier ook deze 400.000 van het rijk gescheiden volksge- nooten naar het moederland zal terug brengen en daarmede opnieuw een onrecht van het verdrag van Versailles uit de wereld zal helpen". Maarschalk Tsjiang Kai-sjek heeft gisteren een verklaring afgelegd, waarin hij zeide, dat hy ervan overtuigd is, dat hoe groot ook het verlangen van Engeland is op vreedzame wijze het geschil inzake Tientsin te regelen, het toch alleen concessies zal dóen, welke de belangen van China niet hinderen en welke niet in strijd zijn met de be palingen van het negen-mogendheden- verdrag. Hij voegde hieraan toe, dat iedere over eenkomst tusschen Japan en Engeland, welke China betreft en welke tot stand komt zonder dat de Chineesche regeering hierin is gekend en zonder dat zij hieraan haar toestemming heeft verleend, zonder waarde is en niet in werking kan treden. Franco heeft gisteren een decreet onder teekend, waarbij het leger wordt gereorga niseerd. Acht legercorpsen 24 divisies zijn gevormd. Zy zullen hun garnizoenen hebben in de hoofdsteden der provincies Madrid, Sevilla, Valencia, Barcelona,, Sara- gossa, Burgos, Valladolid en Coruna. De strijdkracht in Marokko zullen het negende en tiende legercorps vormen. Het nieuwe decreet heeft geen betrekking op de Balearen en de Canarische eilanden. De bevelvoerende generaal van ieder le gercorps zal tegelijkertijd militair bevel hebber zijn van het desbetreffend district. De militaire gouverneurs van Madrid, Barcelona, Sevilla, Cadiz, Cartagena en le Ferrol zouden bij een bijzonder decreet worden benoemd. Queipo de Llano houdt op het oogenblik verblijf in Burgos. Hij heeft zijn intrek ge nomen in een hotel. Over de gebeurtenissen in Spanje schrijft de Fransche „Epoque", dat het feit, dat Queipo de Llano in ongenade is gevallen, bewijst, dat Franco, die tot dusver scheen te weifelen tusschen het leger en de pha- lanx, zich aan de zijde der laatste schaart. Frankryk mag zich hierover niet verheu gen. Het zijn de asmogendheden, die zege vieren. Doch, aldus de Epoque, generaal Franco volgt den verkeeren weg. Hy zou verkeerd doen, zich af te wenden van een belangrijk deel van zijn eigen land. Het is inderdaad twijfelachtig, of de maatregelen, die hy op het oogenblik neemt, de discipline in Spanje kunnen herstellen. Volgens de „Excelsior" is het in ongenade vallen van de generaals Quipo de Llano en Yugue, die zoo nauw met het werk van Franco verbonden zijn, een binnenlandsch- politieke aangelegenheid, die de Fransche vriendschap niet kan waardeeren. Het zou evenwel geen nut hebben, zich de gevaren te verhelen, die voor Frankrijk zouden schuilen in de opening van een nieuw tijd perk van stuiptrekkingen in Spanje, waar het in alle opzichten wensehelijk zou zy'n dat een regime der verzoening tot stand komt. dat los staat ven alle buitenlandsche invloeden. Zie verder Buitenland pag. 3, Ze blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1