STARS
DOUBLÉS
EN
Cinetone-studio hervat haar werkzaamheden
j- ONZE BIOSCOPEN, -j
II
li
II
II
Vriendschap en
haat tusschen
sterren en hun
dubbelgangers.
CONCURRENTIEVREES.
Wethouder Boekman draait de eerste
meters film van „De spooktrein".
Twee-jarenplan van
Filmex.
Fransche Cineasten aan
het woord.
Julien Duvivier, Henri Jeanson en
Harcel Achard over de film.
VIERDE BLAD.
Al is het wellicht hoogstens 5 pCt. van
alle doublés, die er in slaagt in de film
wereld zelf iets te bereiken, dat neemt
niet weg, dat menige film-aspirante al
oneindig gelukkig is, wanneer zij het
tot een baantje als plaatsvervangster
heeft gebracht. De technische voorbe
reidingen van een filmopname maken
het nu eenmaal noodzakelijk, dat men
voor het instellen der camera's en het
berekenen der lichteffecten de beschik
king heeft over personen, die niet alleen
wat hun figuur en hun verschijning be
treft, overeenkomst met de betreffende
sterren vertoonen, maar die bovendien
een zoo groot mogelijke gelijkenis too-
nen wat gezicht en gebaar betreft.
RH
Gary Cooper
Nu ligt het voor de hand, dat een film
ster het niet zoo heel prettig vindt, wanneer
hij of zij bemerkt dat de doublé er volmaakt
in slaagt alle details der poses te imiteeren
en dikwijls bovendien nog vaak onmisken
bare talenten tentoonspreidt. Zooals in ieder
beroep, wordt natuurlijk ook in de filmwe
reld de concurrentie voortdurend gevreesd,
in het bijzonder in een tijd, waarin afwisse
ling verlangd wordt en waarin men vlug
warm loopt voor nieuw-ontdekte sterren,
terwijl de oude even snel vergeten worden.
De filmster heeft het recht zijn doublé te
zoeken, maar waar er in de meeste geval
len slechts weinig beschikbaar zijn, moet
hij natuurlijk die kiezen, welke hem of haar
wordt aangeboden. Betreft het een doublé,
die weinig eerzuchtig is en al volkomen te
vreden is met het baantje zelf, dan gebeurt
het dikwijls, dat „Zijne Majesteit de Ster"
zich over hem of haar ontfermt en de zon
der genade en gunst over de doublé laat
schijnen. Een vrouwelijke ster vertroetelt
in dergelijke gevallen haar doublé met pre
sentjes en kleeren, een mannelijke met siga
ren en vrije consumpties in een der Holly-
wood-bars. Inderdaad komt het voor dat
zich een hechte vriendschap ontwikkelt tus
schen ster en doublé, tusschen den artist en
zijn tweede ik.
Veelvuldiger echter komt het tot geschil
len, wanneer de doublé er op zeker oogen-
blik niet meer tevreden mee is de schaduw
van de ster te zijn en zelf naar filmroem
haakt, daarbij doorgaans wat de vrouwen
betreft blijk geeft over evenveel charme
en bevalligheid te beschikken.
Een zeldzame vriendschap ontstond er
tusschen Myrna Loy en haar doublé Shirley
Hughes. Shirley, een bekoorlijk maar be
scheiden meisje, dat heel veel op Myrna
lijkt maar nooit kunstzinnige aspiraties koes
terde, werd mettertijd de vertrouwelinge
van Myrna Loy, wier doublé zij nu al jaren
lang is. Op zekeren dag leerde Myrna ook
den broer van Shirley, Bob, kennen en
werd verliefd op hem. Het kwam tot een
verloving maar evenzeer weer tot een breuk
zonder dat dit afbreuk deed aan de samen
werking tusschen Myrna en haar doublé.
Toen de filmster later trouwde met Arthur
Hornblow, was Shirley een der getuigen.
En dergelijke vriendschappen komen meer
voor, zooals bijvoorbeeld tusschen Alice
Mariene Dietricb
Zoo lang in de Amerikaansche
filmwereld het „stardom" bestaat,
zoolang bestaan ook de noodzake
lijke dubbelgangers en dubbel
gangsters, de „doublés", die te ge
legener tijd de sterren voor de
camera vervangen. Dat het niet
altijd evengoed botert tusschen
star en doublé, behoeft waarschijn
lijk wel geen nader betoog.
Faye en har doublé *Ethel Merman. Deze
vrouw, die weliswaar ouder was dan de
filmster, maar toch heel veel op haar gelijkt,
was zangeres. Zij onderwees Alice ook in
de zangkunst en zij deed meer zij gaf
haar zelfs tooneellessen, waarbij bleek, dat
Ethel Merman als actrice eigenlijk belang
rijker was dan de filmster. Nochtans maak
te zij daarvan geen misbruik en zij dacht er
niet aan Alice concurrentie aan te doen! De
trouw van deze vrouw werd beloond; zij werd
privé-secretaresse van de filmster en neemt
thans in haar woning een belangrijke plaats
is. Zoo zijn er nog tal van voorbeelden te
noemen, ook.... al is het in den regel an
ders!
Vrees voor concurrentie.
In doorsnee behandelen de filmster
ren hun doublés min of meer uit de
hoogte. Zij laten zich niet tot privé-
gesprekken verleiden en beschouwen
de doublé hoogstens als een technische
hulpkracht, met wie men niet al te in
tiem moet worden.
Zoo heeft bijvoorbeedl Marlène Dietrich
zich tegenover haar doublés, die elkander
.regelmatig afgewisseld hebben, doorgaans
vrij wantrouwend getoond, daarbij haar
dubbelgangsterss uitermate koel behandeld.
Het wekte volkomen den indruk alsof zij in
iedere doublé een concurrente vreesde. Dat
hier geenszins sprake kan zijn van „sociale
tegenstellingen" bewijst het feit, dat Mar
lène met haar manicure en kapster als
vriendin omgaat. Zij nam deze jongedame
mee toen ze voor haar filmwerk naar Lon
den vertrok en ook tijdens haar particu
liere reis naar Parijs was Nellie Manley,
voor wie zij de mooiste dingen kocht, haar
metgezellin en vriendin.
Toen Marlène met het meisje naar Hol
lywood terugkeerde, gaf zij Nellie als hu
welijksgeschenk zelfs een auto. Maar ove
rigens.... de doublés hebben niet veel met
Marlène Dietrich op
Ook Greta Garbo is tegenover haar dou
blés bijzonder terughoudend trouwens,
men is feitelijk niet anders van haar gewend
maar wel heel opvallend sinds zij ver
nam, dat men een dier voormalige uitverko
renen als reserve achter de schermen hield,
ten einde die, voor het geval Greta eens in
Zweden mocht blijven en niet naar Holly
wood zou terugkeeren, als opvolgster van
deze ster voor het voetlicht te brengen!
Greta Garbo
Joan Crawford moet vrij kort geleden
eens eigenhandig een doublé uit het atelier
hebben verwijderd, toen zij hoorde dat deze
jongedame bij den regisseur van de „Craw-
ford-film" een engagement er „doorge
haald" had. Ginger Rogers, de vrouwelijke
helft van het wereldberoemde danspaar,
bracht op zekeren dag een nichtje, Phillis
Fraser naar Hollywood en bezorgde haar
een baantje als doublé. Spoedig daarop be
merkte zij dat de kleine Phillis ijverig dans
en tooneellessen nam om haar nichtje zoo
gauw mogelijk concurrentie te kunnen aan
doen. Toen was zij al weer doublé gewéést.
De voorbeelden van strijd en naijver in dit
opzicht zijn legio.
Toch kan een doublé soms nuttige dien
sten bewijzen. Dit bleek bijvoorbeeld bij het
overlijden van Jean Harlow, die het aard-
sche tranendal verliet, terwijl ze midden in
een film bezig was. Daar het niet aanging,
de opnamen, die reeds gemaakt waren, te
vernietigen, liet men de doublé, die sprekend
op haar geleek, de film voltooien. Jalouzie
en naijver waren hierbij niet meer moge
lijk.
Intusschen zijn de mannen niet veel beter,
fflary Cooper had nog niet zoo lang geleden
een ingrijpend meeningsverschil met een
doublé, omdat deze plaatsvervanger in het
geheim proefopnamen van zijn spel had
laten maken om zich vervolgens aan te bie
den voor een rol die Cooper had geweigerd
Ronald Colman nam het zijn doublé ere
kwalijk toen die zich verloofde met een
meisje voor wie hij zelf een groote gene
genheid koesterde. Maar dat was dus weer
een andere kwestie....
Er is een reeks gevallen bekend waarin
In de Cinetone-Studio aan de Duiven-
drechtschekade te Amsterdam heerschte
Maandag veel drukte en bedrijvigheid
na geruimen tijd van stilte. De vlaggen
staken uit en een groot bord kondigde
reeds aan den buitenkant aan, wat hier
van de rede was. Filmex is n.1. begon
nen met de opnamen voor de verfil
ming van „De Spooktrein", de eerste
van een reeks films, welke deze onder
neming achtereenvolgens hoopt te ver
vaardigen en waarmede de Cinetone-
Studio's voorloopig twee jaar aan het
werk gehouden kunnen worden.
Na de incidenteele verfilming van „Pyg-
malion", „Vadertje Langbeen" en „Morgen
gaat 't beter" door dezelfde Filmex-Cineto-
ne-combinatie, is het een verheugend ver
schijnsel, dat de ondernemers en ook de Ne-
derlandsche filmexploitanten voldoende ver
trouwen zoowel in de zakelijke mogelijk
heden als in de artistieke prestaties der Ne-
derlandsche filmindustrie hebben om een
dergelijke twee-jaren-plan op touw te zet
ten.
Dat was ook de korte inhoud van de korte
rede, waarmede de Amsterdamsche wethou
der voor de kunstzaken, dr. E. Boekman, de
werkzaamheden inluidde, want begrijpelij
kerwijs heeft men vanmorgen deze belang
rijke gebeurtenis een officieel tintje willen
geven.
Twee jarenplan.
Behalve dr. Boekman waren in de Studio
aanwezig de Amsterdamsche hoofdcommis
saris van politie, de heer H. J. Versteeg, de
inspecteur der Ned. Spoorwegen, ir. B. C.
M. Boot, en de perschef der N.S., de heer D.
Schiferli, de directeur van den Nederland-
schen bioscoopbond, de heer A. de Hoop, en
verschillende leden van het hoofdbestuur,
alsmede vele acteurs, actrices en andere ge-
noodigden, die werden welkom geheeten
door den directeur van Cinetone, mr. H. B.
F. Peters, die het woord gaf aan wethouder
Boekman. Deze wees er op, dat er veel strijd
was geweest voor en tegen het begrip „2-
jaren-plan", maar dat het feit, dat de film
industrie een tweejarenplan had durven
ontwerpen in elk geval was toe te juichen.
Ten eerste omdat velen gedurende twee
jaar werk in de studio zouden vinden; ten
tweede omdat de Nederlandsche filmmen-
schen gelegenheid kregen weer twee jaar
meer ervaring op te doen. De wethouder
eindigde met het uitspreken van den
wensch, dat de onderneming veel succes zou
mogen hebben opdat de Nederlandsche film
kunst ten volle een waardige plaats zal in
nemen in het Nederlandsche kunstleven.
De eerste opname.
Hiermede was het officieele gedeelte ten
einde. Te midden van den in een filmstudio
gebruikelijke chaos in werkelijkheid ech
ter slechts het dooreen krioelen van men
schen, die nauwkeurig georganiseerd en
streng geordend hun precies omschreven
taak verrichten prijkte het interieur van
een spoorwegwagon, waarvan de voorste
coupé aan één zijde geheel open was. Hier
nam in het felle licht der schijnwerpers
Sara Heyblom plaats, naast de kooi met haar
lievelingspapagaai, die mede op reis moest,
terwijl in den anderen hoek Louis Borel, als
de ongemanierde medereiziger, dikke rook
wolken uit zijn pijp in de richting van dame
en papegaai blies.
De gebruikelijke voorbereidingen van in
stelling meten, lampen probeeren, micro
foon beproeven, stilte en proefdraaien.
Dan komt nog even snel de kapper met
het poederdons en loeit de sirene voor de
werkelijke opname. Deze is toevallig ook de
eerste opname van het draaiboek, waar de
film mee opent, zoodat de „klap" komt met
de beeldaanduiding „Spooktrein, beeld 1,
instelling 1, geluid 1". Op verzoek schakelt
wethouder Boekman de camera in en Sara
Heyblom spreekt de eerste woorden van de
film, die tegelijk met het beeld op de cellu-
loid-strook worden vastgelegd.
De opnamen zijn begonnen en allen, die
er niet mee noodig hebben, zoeken uit de
hitte der lampen de koelte van de cantine
op, na in een der nevenstudio's het won
derlijk geheimzinnige bouwsel bekeken te
hebben, waarin zich een deel van de film
zal afspelen, namelijk de vervallen wacht
kamer van het verlaten station, dat volko
men in de spookachtige atmosfeer van „De
Spooktrein" past.
Het is altijd interessant, mannen van het
vak te hooren praten over hun vak,
waar ze in thuis zijn, en dat de sfeer van
hun denken en werken vormt, aldus de
Parijsche correspondent van het Hbld. In
het bijzonder is dat het geval als dat vak
de film is, de jongste der kunsten, die nog
in het stadium van groei en ontwikkeling
is. Zoo hebben wij met veel genoegen ge
luisterd naar drie „cineasten", zooals we
hier zeggen, die in een door „L'Accueil
Francais" georganiseerde bijeenkomst van
Fransche en buitenlandsche journalisten
wat zijn komen vertellen van wat ze
vinden en denken.
Het waren er drie van beteekenis. Julien
Duvivier, die zijn sporen allang verdiend
heeft en wiens „Toute la ville danse" („De
onsterfelijke Wals") in Hollywood opge
nomen, bezig is een reis om de wereld te
maken. Henri Jeanson, die de Fransche
dialogen schrijft en onder meer „Hötel du
Nord" gemaakt heeft en Marcel Achard,
begonnen als tooneelschrijver, die met
één slag beroemd geworden is door zijn:
„Voulez-vous jouer avec möa?"
Julien Duvivier begon en trok
een parallel tusschen de Amerikaansche en
de Fransche productie. Van de 450 films
die Amerika maakt zijn er misschien 25
goed, van de 150 die Frankrijk produceert
een stuk of zes, zeven, maar die wettigen
dan ook heel den arbeid aan de productie
besteed. Het groote verschil is dat Holly
wood technisch bewonderenswaardig in
gericht is, terwijl Frankrijk slechts over
enkele onvoldoende, vieze en stoffige stu
dio's beschikt. Maar daartegenover staat
dat in Amerika de groote ondernemingen
volstrekt de baas zijn en dat de cineast
niet dan met de grootste moeite en slechts
zeer gedeeltelijk zijn bedoelingen kan ver
wezenlijken. Daarom is Duvivier zelf weer
naar Frankrijk teruggekomen, waar hij
oneindig vrijer is. Voor de Fransche films
is ook in Amerika groote belangstelling,
maar ze kunnen er nagenoeg uitsluitend in
de kleine zaaltjes vertoond worden, omdat
de groote gemonopoliseerd zijn door de
groote ondernemingen.
Het ideaal zou zijn dat men het Ameri
kaansche systeem, waarbij de eigenlijke
makers van de film slechts radertjes zyn
in een groote machine, en het Fransche,
waar individualisme en persoonlijk inzicht
van den maker overheerschen, eenigszins
kon combineeren. Met beide stelsels ech
ter zyn en worden, in het aangegeven per
centage, uitstekende resultaten verkregen.
Henri Jeanson, die geen blad voor
zijn mond pleegt te nemen, pakte vooral
uit tegen de censuur, die hij overal even
dom en bekrompen acht. Het groote ver
schil tusschen de Amerikaansche en de
Fransche censuur is dat men aan den
overkant van den oceaan erg bang is voor
een blooten schouder, terwijl men hier
vooral de politiek laat gelden. Zoo krijgt
het optreden van doublés het wantrouwen
er. de haat van bekende filmspelers aanwak
kerde. Te begrijpen is dit soms wel, te ver
ontschuldigen echter niet.
men in Frankrijk de film over den Nazi
spion, die in Amerika en Engeland zoo
veel opgang heeft gemaakt, niet te zien
uit politieke overwegingen. „Le Carnet de
bal" („Het Balboekje") dreigde hier ver
boden te worden omdat er een burge
meester in voorkomt die zichzelf trouwt,
hetgeen als een hoon op de gemeentelijke
overheid werd beschouwd. Ze ontkwam
aan het lot alleen doordat ze juist op dat
oogenblik den grooten prijs in Venetië
kreeg
Jeanson kwam verder op tegen het na
tionalisme in de Fransche filmwereld, en
haalde voorbeelden aan van films door
vreemdelingen en met vreemd kapitaal in
Frankrijk verwezenlijkt die de meeste
„100 Fransche" film met stukken sloe
gen. Van de aanstaande vereeniging van
Gaumont met Pathé, onder de opperlei-
ding van den heer Rénier, van het Agence
Havas, verwachtte hij in dit opzicht de
grootste rampen. Hij gaf ook als zijn mee
ning dat de film zich pas behoorlijk heeft
kunnen ontwikkelen nadat ze sprekend
geworden is, hoezeer men daartegen aan
vankelijk ook is opgekomen en beschouwt
samengaan van beeld, muziek en het ge
sproken woord als noodzakelijk om de
cinema tot een volmaakte kunstuiting te
maken. 6
Marcel Achard is eigenlijk toeval
lig tot de flim gekomen. Een industrieel
was zóó vol bewondering voor zyn too
neelstuk „Jean de la Lune" dat hij dit per
se verfilmd wilde zien, en dat werk aan
den schrijver zelf opdroeg, ofschoon die
op dit punt niet de minste ervaring had.
Het werd, tegen Achards verwachting in
een groot succes, en hij is daarna doorge
gaan. 6
De schrijver-cineast, die beide kim
sten blijft beoefenen, wees op het groote
veischil tusschen tooneelstuk en film dat
on te°Sf mafkleen stuk «eheel anders
°P zetten als het op het witte scherm
moet komen De dialoog is van een veel
grootere beteekenis, omdat geen geleide-
lyke psychologische ontwikkeling moge
lijk is. Het publiek verwacht dat de per
sonen op het doek spreken zooals het ze'f
doet, en omdat de tekst veel korter is
slaan de woorden veel meer in dan in een
tooneelstuk. Een ander verschil is dat men
een tooneelstuk kan schrijven en dan Ha
vertolkers zoeken, terwijl' £eT voïr
film eerst de artisten kiest, en dan de rol
ten schrijft voor elk van hen persoonlhk
Het is niet anders mogelijk. soom«k.
Het trof ons, toen de drie mannen ant
woordden op vele vragen die hun gesteld
werden, hoe goed ze zich rekeSchan
geven van al wat ze willen en hoe d7ep Ze
in dit speciale vak, met zijn geheel eteen
Oorspronke-
lyke ideeën en een volkomen vrXTd' om
haar groote waarde geeft. De^specTftet®
Fransche eigenschap van co n-u
met onvolmaakte middelen een gS S"
sultaat bereiken, komt hierbij wl^ schu"
terend naar voren. En het k to kL
dat degenen die weten wat 'ze waard
en zich thans naar wensch kunnen uiten
op hun hoede zyn voor een stelsel dat h!!'
naar het Amerikaan**. voorRS"
een verstoot,ng van de macht der
knotten
JONGENSS1AÜ. "'^1
Victoria-tli
Was het de dreigende regen, Was h (ter'
omstandigheid, dat vele tijdelijke de
naar een goede film in een goed th n
gezocht hadden, of was het omdat r**
gensstad hier reeds met groot succes
toond was en dat zoo velen propagand^f1"'
voor een bezoek aan deze film war*„ n
worden? aren 6e.
Het is niet precies te zeggen wat de
zaak was, dat het gisteravond in het trr*
toria-Theater zoo bijzonder druk
maar de voornaamste reden zal Wei W3s'
weest zijn, dat hier opnieuw de fiim Tge*
gensstad werd gedraaid. °n-
Deze film heeft voor velen een m-
bekoring en men leeft van ganscher h??
mee met den goeden pater Flanagan
heeft leeren beseffen, dat zoovele mkri
digers van oorsprong verwaarloosde i
gens waren om wie niemand zich beko
merde en die, als ze gepakt werden in
verbeteringsgesticht werden opg'eslok
waar ze als volleerde boeven weer •.n'
kwamen. GCr Ult'
Pater Flanagan kent duizenden van d'
jongens, die zonder goed toezicht den ve
keerden weg zulten opgaan en hij besli i
zich het lot van die jongens aan te trek
ken. Hij begint in het klein, weet steed
meer geld af te bedelen van goede vrie?
den, die zijn onderneming willen steune
en dan verrijst het groote gebouw Jongen?
stad, waar de jongens, onder toezicht va
den pater, hun eigen bestuurders kiezen
hun eigen rechtbank, die bij kleine Ve?
grijpen moet recht spreken. Hoe heerlijk k
het teven in deze vrije stichting, waar elk
jongen het vak beoefent, dat hij zelf Ujt6
kiest en welk een groote beroering brengt
daar het jeugdige boefje, dat uit den mis
dadigerskring wordt weggenomen en naar
Jongensstad wordt overgebracht, dat hii
min of meer als een bewaarschool voor
zoete jongens beschouwt. Men moet de
filmcapaciteiten van Mickey Rooney ken
nen om te beseffen wat hy als boefje kan
presteeren.
Een zeer romantische geschiedenis
speelt zich daarbij af in en om Jongens
stad en pater Flanagan Spencer Tracy
krijgt moeilijke dagen, waarbij zelfs de
geheele stichting gevaar loopt te moeten
verdwijnen. Maar ten slotte komt alles
natuurlijk terecht en breekt het moment
aan. dat de recalcitrante jongen als een der
beste en meest beminde van de stichting
tot burgemeester van de jongens wordt
gekozen. Een film met een prachtige strek-
king, een film, die naast menig kostelijk
humoristisch moment oogenblikken van
groote ontroering brengt. Het is niet te
verwonderen, dat men deze prachtfilm
nog eenmaal wenscht te presenteeren en
wie ervan genieten wil, mag niet ver
zuimen deze week een bezoek aan het
Victoria-theater te brengen.
Vooraf gaan een uitgebreide serie
nieuws uit binnen- en buitenland, een al-
leraardigste teekenfilm en prachtige op
namen uit Japan.
DE STUDENT RAZUMOV.
(SAMENZWEERDERS).
Bioscoop-theater Harmonie.
In gespannen aandacht hebben de toe
schouwers gisteravond in de Harmonie de
eerste vertooning bijgewoond van het
hoofdnummer: De Student Razumov, een
bijzonder boeiende en zeer sterk gespeelde
Fransche film.
De geschiedenis begint op 31 December
als een minister-president van een onge
noemd rijk door een onbekende wordt
doodgeschoten Terzelfder tijd wordt op de
Universiteit aan den student Razumov een
eerste prijs uitgereikt. Deze is daar heel
gelukkig mee, want nu is een goede toe
komst voor hem verzekerd.
Het noodlot kan echter wel heel zonder
ling in het leven van een mensch ingrijpen,
Want als Razumov thuiskomt, vindt hij °P
zyn kamer een oud-kameraad, Haldin Se'
naamd. Al spoedig bekent deze hem, da'
hij het is, die den minister vermoord heeft.
Razumov wil hem de deur uitzetten, doch
het vertrouwen dat Haldin in hem stelt
ontwapent hem, het medelijden overwint®
Haldin blijft. Razumov gaat een bekende
van Haldin opzoeken, die hem moet helpen
vluchten. Bjj zijn terugkeer ziet Razumov
de politie voor zijn huis en hy begrijpt, da
hy zichzelf in een zeer moeilijk parket heef
gebracht. Eén kan hem misschien redd®
en dat is één der ministers, zijn vader. D®ze
helpt hem, maar ontbiedt tevens direct den
politiechef. En deze slimme speurder doe
Razumov zijn vriend verraden. Halm
wordt gevat en gedood. Bitter berouw kwe
Razumov. Maar de tegenslag neemt voo
hem nog geen einde. De politie dwingt hem
spionagediensten te verrichten bij de vn®
den van Haldin, vrienden die in Razu®(
een held zien, die zich voor hun zaak h
opgeofferd. Hy komt bij de revolutionna''
ren terecht, leert Haldin's zuster kenn
en de leider Lespara wil nu ook van J
diensten gebruik maken. In uiterste
hoop bekent Razumov aan Lespara
anderen, dat hy Haldin verraden heeft
wordt hij vrijgelaten, maar één der sa
zweerders, die dit niet goedkeuren
volgt Razumov en schiet hem dood.
dank je", zijn de laatste woorden van
door het noodlot achtervolgde.
Van de vertolkers, die deze sterke
kranig hebben gespeeld, noemen
Pierre Fresnay, die voor de titelrol a
zonder geschikt bleek. Michel Sin»?" f
Lespara, Jacques Copeau als de P°n0;r
(een opmerkelijke creatie). ^'eITy0igt
als de politieman, die Razumov
vele anderen mogen bijzonder t _njel'e
voor hun treffende uitbeeldingen- ^tef
Parolo, vervulde de rol van Haldin s .n>
uitstekend. Een film, die men met v
teresse zal volgen. paar
Het voorprogramma bracht eepr0filti|
mooie journaals (Paramount en ,g jen*
een interessante sport-opname yan 0n-
sport in Florida en een teekenfilm ^ar
zen vriend Popeye, die het ditma
wy meenen zooder spinazie wist