STARS DOUBLÉS EN Cinetone-studio hervat haar werkzaamheden j- ONZE BIOSCOPEN, -j II li II II Vriendschap en haat tusschen sterren en hun dubbelgangers. CONCURRENTIEVREES. Wethouder Boekman draait de eerste meters film van „De spooktrein". Twee-jarenplan van Filmex. Fransche Cineasten aan het woord. Julien Duvivier, Henri Jeanson en Harcel Achard over de film. VIERDE BLAD. Al is het wellicht hoogstens 5 pCt. van alle doublés, die er in slaagt in de film wereld zelf iets te bereiken, dat neemt niet weg, dat menige film-aspirante al oneindig gelukkig is, wanneer zij het tot een baantje als plaatsvervangster heeft gebracht. De technische voorbe reidingen van een filmopname maken het nu eenmaal noodzakelijk, dat men voor het instellen der camera's en het berekenen der lichteffecten de beschik king heeft over personen, die niet alleen wat hun figuur en hun verschijning be treft, overeenkomst met de betreffende sterren vertoonen, maar die bovendien een zoo groot mogelijke gelijkenis too- nen wat gezicht en gebaar betreft. RH Gary Cooper Nu ligt het voor de hand, dat een film ster het niet zoo heel prettig vindt, wanneer hij of zij bemerkt dat de doublé er volmaakt in slaagt alle details der poses te imiteeren en dikwijls bovendien nog vaak onmisken bare talenten tentoonspreidt. Zooals in ieder beroep, wordt natuurlijk ook in de filmwe reld de concurrentie voortdurend gevreesd, in het bijzonder in een tijd, waarin afwisse ling verlangd wordt en waarin men vlug warm loopt voor nieuw-ontdekte sterren, terwijl de oude even snel vergeten worden. De filmster heeft het recht zijn doublé te zoeken, maar waar er in de meeste geval len slechts weinig beschikbaar zijn, moet hij natuurlijk die kiezen, welke hem of haar wordt aangeboden. Betreft het een doublé, die weinig eerzuchtig is en al volkomen te vreden is met het baantje zelf, dan gebeurt het dikwijls, dat „Zijne Majesteit de Ster" zich over hem of haar ontfermt en de zon der genade en gunst over de doublé laat schijnen. Een vrouwelijke ster vertroetelt in dergelijke gevallen haar doublé met pre sentjes en kleeren, een mannelijke met siga ren en vrije consumpties in een der Holly- wood-bars. Inderdaad komt het voor dat zich een hechte vriendschap ontwikkelt tus schen ster en doublé, tusschen den artist en zijn tweede ik. Veelvuldiger echter komt het tot geschil len, wanneer de doublé er op zeker oogen- blik niet meer tevreden mee is de schaduw van de ster te zijn en zelf naar filmroem haakt, daarbij doorgaans wat de vrouwen betreft blijk geeft over evenveel charme en bevalligheid te beschikken. Een zeldzame vriendschap ontstond er tusschen Myrna Loy en haar doublé Shirley Hughes. Shirley, een bekoorlijk maar be scheiden meisje, dat heel veel op Myrna lijkt maar nooit kunstzinnige aspiraties koes terde, werd mettertijd de vertrouwelinge van Myrna Loy, wier doublé zij nu al jaren lang is. Op zekeren dag leerde Myrna ook den broer van Shirley, Bob, kennen en werd verliefd op hem. Het kwam tot een verloving maar evenzeer weer tot een breuk zonder dat dit afbreuk deed aan de samen werking tusschen Myrna en haar doublé. Toen de filmster later trouwde met Arthur Hornblow, was Shirley een der getuigen. En dergelijke vriendschappen komen meer voor, zooals bijvoorbeeld tusschen Alice Mariene Dietricb Zoo lang in de Amerikaansche filmwereld het „stardom" bestaat, zoolang bestaan ook de noodzake lijke dubbelgangers en dubbel gangsters, de „doublés", die te ge legener tijd de sterren voor de camera vervangen. Dat het niet altijd evengoed botert tusschen star en doublé, behoeft waarschijn lijk wel geen nader betoog. Faye en har doublé *Ethel Merman. Deze vrouw, die weliswaar ouder was dan de filmster, maar toch heel veel op haar gelijkt, was zangeres. Zij onderwees Alice ook in de zangkunst en zij deed meer zij gaf haar zelfs tooneellessen, waarbij bleek, dat Ethel Merman als actrice eigenlijk belang rijker was dan de filmster. Nochtans maak te zij daarvan geen misbruik en zij dacht er niet aan Alice concurrentie aan te doen! De trouw van deze vrouw werd beloond; zij werd privé-secretaresse van de filmster en neemt thans in haar woning een belangrijke plaats is. Zoo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen, ook.... al is het in den regel an ders! Vrees voor concurrentie. In doorsnee behandelen de filmster ren hun doublés min of meer uit de hoogte. Zij laten zich niet tot privé- gesprekken verleiden en beschouwen de doublé hoogstens als een technische hulpkracht, met wie men niet al te in tiem moet worden. Zoo heeft bijvoorbeedl Marlène Dietrich zich tegenover haar doublés, die elkander .regelmatig afgewisseld hebben, doorgaans vrij wantrouwend getoond, daarbij haar dubbelgangsterss uitermate koel behandeld. Het wekte volkomen den indruk alsof zij in iedere doublé een concurrente vreesde. Dat hier geenszins sprake kan zijn van „sociale tegenstellingen" bewijst het feit, dat Mar lène met haar manicure en kapster als vriendin omgaat. Zij nam deze jongedame mee toen ze voor haar filmwerk naar Lon den vertrok en ook tijdens haar particu liere reis naar Parijs was Nellie Manley, voor wie zij de mooiste dingen kocht, haar metgezellin en vriendin. Toen Marlène met het meisje naar Hol lywood terugkeerde, gaf zij Nellie als hu welijksgeschenk zelfs een auto. Maar ove rigens.... de doublés hebben niet veel met Marlène Dietrich op Ook Greta Garbo is tegenover haar dou blés bijzonder terughoudend trouwens, men is feitelijk niet anders van haar gewend maar wel heel opvallend sinds zij ver nam, dat men een dier voormalige uitverko renen als reserve achter de schermen hield, ten einde die, voor het geval Greta eens in Zweden mocht blijven en niet naar Holly wood zou terugkeeren, als opvolgster van deze ster voor het voetlicht te brengen! Greta Garbo Joan Crawford moet vrij kort geleden eens eigenhandig een doublé uit het atelier hebben verwijderd, toen zij hoorde dat deze jongedame bij den regisseur van de „Craw- ford-film" een engagement er „doorge haald" had. Ginger Rogers, de vrouwelijke helft van het wereldberoemde danspaar, bracht op zekeren dag een nichtje, Phillis Fraser naar Hollywood en bezorgde haar een baantje als doublé. Spoedig daarop be merkte zij dat de kleine Phillis ijverig dans en tooneellessen nam om haar nichtje zoo gauw mogelijk concurrentie te kunnen aan doen. Toen was zij al weer doublé gewéést. De voorbeelden van strijd en naijver in dit opzicht zijn legio. Toch kan een doublé soms nuttige dien sten bewijzen. Dit bleek bijvoorbeeld bij het overlijden van Jean Harlow, die het aard- sche tranendal verliet, terwijl ze midden in een film bezig was. Daar het niet aanging, de opnamen, die reeds gemaakt waren, te vernietigen, liet men de doublé, die sprekend op haar geleek, de film voltooien. Jalouzie en naijver waren hierbij niet meer moge lijk. Intusschen zijn de mannen niet veel beter, fflary Cooper had nog niet zoo lang geleden een ingrijpend meeningsverschil met een doublé, omdat deze plaatsvervanger in het geheim proefopnamen van zijn spel had laten maken om zich vervolgens aan te bie den voor een rol die Cooper had geweigerd Ronald Colman nam het zijn doublé ere kwalijk toen die zich verloofde met een meisje voor wie hij zelf een groote gene genheid koesterde. Maar dat was dus weer een andere kwestie.... Er is een reeks gevallen bekend waarin In de Cinetone-Studio aan de Duiven- drechtschekade te Amsterdam heerschte Maandag veel drukte en bedrijvigheid na geruimen tijd van stilte. De vlaggen staken uit en een groot bord kondigde reeds aan den buitenkant aan, wat hier van de rede was. Filmex is n.1. begon nen met de opnamen voor de verfil ming van „De Spooktrein", de eerste van een reeks films, welke deze onder neming achtereenvolgens hoopt te ver vaardigen en waarmede de Cinetone- Studio's voorloopig twee jaar aan het werk gehouden kunnen worden. Na de incidenteele verfilming van „Pyg- malion", „Vadertje Langbeen" en „Morgen gaat 't beter" door dezelfde Filmex-Cineto- ne-combinatie, is het een verheugend ver schijnsel, dat de ondernemers en ook de Ne- derlandsche filmexploitanten voldoende ver trouwen zoowel in de zakelijke mogelijk heden als in de artistieke prestaties der Ne- derlandsche filmindustrie hebben om een dergelijke twee-jaren-plan op touw te zet ten. Dat was ook de korte inhoud van de korte rede, waarmede de Amsterdamsche wethou der voor de kunstzaken, dr. E. Boekman, de werkzaamheden inluidde, want begrijpelij kerwijs heeft men vanmorgen deze belang rijke gebeurtenis een officieel tintje willen geven. Twee jarenplan. Behalve dr. Boekman waren in de Studio aanwezig de Amsterdamsche hoofdcommis saris van politie, de heer H. J. Versteeg, de inspecteur der Ned. Spoorwegen, ir. B. C. M. Boot, en de perschef der N.S., de heer D. Schiferli, de directeur van den Nederland- schen bioscoopbond, de heer A. de Hoop, en verschillende leden van het hoofdbestuur, alsmede vele acteurs, actrices en andere ge- noodigden, die werden welkom geheeten door den directeur van Cinetone, mr. H. B. F. Peters, die het woord gaf aan wethouder Boekman. Deze wees er op, dat er veel strijd was geweest voor en tegen het begrip „2- jaren-plan", maar dat het feit, dat de film industrie een tweejarenplan had durven ontwerpen in elk geval was toe te juichen. Ten eerste omdat velen gedurende twee jaar werk in de studio zouden vinden; ten tweede omdat de Nederlandsche filmmen- schen gelegenheid kregen weer twee jaar meer ervaring op te doen. De wethouder eindigde met het uitspreken van den wensch, dat de onderneming veel succes zou mogen hebben opdat de Nederlandsche film kunst ten volle een waardige plaats zal in nemen in het Nederlandsche kunstleven. De eerste opname. Hiermede was het officieele gedeelte ten einde. Te midden van den in een filmstudio gebruikelijke chaos in werkelijkheid ech ter slechts het dooreen krioelen van men schen, die nauwkeurig georganiseerd en streng geordend hun precies omschreven taak verrichten prijkte het interieur van een spoorwegwagon, waarvan de voorste coupé aan één zijde geheel open was. Hier nam in het felle licht der schijnwerpers Sara Heyblom plaats, naast de kooi met haar lievelingspapagaai, die mede op reis moest, terwijl in den anderen hoek Louis Borel, als de ongemanierde medereiziger, dikke rook wolken uit zijn pijp in de richting van dame en papegaai blies. De gebruikelijke voorbereidingen van in stelling meten, lampen probeeren, micro foon beproeven, stilte en proefdraaien. Dan komt nog even snel de kapper met het poederdons en loeit de sirene voor de werkelijke opname. Deze is toevallig ook de eerste opname van het draaiboek, waar de film mee opent, zoodat de „klap" komt met de beeldaanduiding „Spooktrein, beeld 1, instelling 1, geluid 1". Op verzoek schakelt wethouder Boekman de camera in en Sara Heyblom spreekt de eerste woorden van de film, die tegelijk met het beeld op de cellu- loid-strook worden vastgelegd. De opnamen zijn begonnen en allen, die er niet mee noodig hebben, zoeken uit de hitte der lampen de koelte van de cantine op, na in een der nevenstudio's het won derlijk geheimzinnige bouwsel bekeken te hebben, waarin zich een deel van de film zal afspelen, namelijk de vervallen wacht kamer van het verlaten station, dat volko men in de spookachtige atmosfeer van „De Spooktrein" past. Het is altijd interessant, mannen van het vak te hooren praten over hun vak, waar ze in thuis zijn, en dat de sfeer van hun denken en werken vormt, aldus de Parijsche correspondent van het Hbld. In het bijzonder is dat het geval als dat vak de film is, de jongste der kunsten, die nog in het stadium van groei en ontwikkeling is. Zoo hebben wij met veel genoegen ge luisterd naar drie „cineasten", zooals we hier zeggen, die in een door „L'Accueil Francais" georganiseerde bijeenkomst van Fransche en buitenlandsche journalisten wat zijn komen vertellen van wat ze vinden en denken. Het waren er drie van beteekenis. Julien Duvivier, die zijn sporen allang verdiend heeft en wiens „Toute la ville danse" („De onsterfelijke Wals") in Hollywood opge nomen, bezig is een reis om de wereld te maken. Henri Jeanson, die de Fransche dialogen schrijft en onder meer „Hötel du Nord" gemaakt heeft en Marcel Achard, begonnen als tooneelschrijver, die met één slag beroemd geworden is door zijn: „Voulez-vous jouer avec möa?" Julien Duvivier begon en trok een parallel tusschen de Amerikaansche en de Fransche productie. Van de 450 films die Amerika maakt zijn er misschien 25 goed, van de 150 die Frankrijk produceert een stuk of zes, zeven, maar die wettigen dan ook heel den arbeid aan de productie besteed. Het groote verschil is dat Holly wood technisch bewonderenswaardig in gericht is, terwijl Frankrijk slechts over enkele onvoldoende, vieze en stoffige stu dio's beschikt. Maar daartegenover staat dat in Amerika de groote ondernemingen volstrekt de baas zijn en dat de cineast niet dan met de grootste moeite en slechts zeer gedeeltelijk zijn bedoelingen kan ver wezenlijken. Daarom is Duvivier zelf weer naar Frankrijk teruggekomen, waar hij oneindig vrijer is. Voor de Fransche films is ook in Amerika groote belangstelling, maar ze kunnen er nagenoeg uitsluitend in de kleine zaaltjes vertoond worden, omdat de groote gemonopoliseerd zijn door de groote ondernemingen. Het ideaal zou zijn dat men het Ameri kaansche systeem, waarbij de eigenlijke makers van de film slechts radertjes zyn in een groote machine, en het Fransche, waar individualisme en persoonlijk inzicht van den maker overheerschen, eenigszins kon combineeren. Met beide stelsels ech ter zyn en worden, in het aangegeven per centage, uitstekende resultaten verkregen. Henri Jeanson, die geen blad voor zijn mond pleegt te nemen, pakte vooral uit tegen de censuur, die hij overal even dom en bekrompen acht. Het groote ver schil tusschen de Amerikaansche en de Fransche censuur is dat men aan den overkant van den oceaan erg bang is voor een blooten schouder, terwijl men hier vooral de politiek laat gelden. Zoo krijgt het optreden van doublés het wantrouwen er. de haat van bekende filmspelers aanwak kerde. Te begrijpen is dit soms wel, te ver ontschuldigen echter niet. men in Frankrijk de film over den Nazi spion, die in Amerika en Engeland zoo veel opgang heeft gemaakt, niet te zien uit politieke overwegingen. „Le Carnet de bal" („Het Balboekje") dreigde hier ver boden te worden omdat er een burge meester in voorkomt die zichzelf trouwt, hetgeen als een hoon op de gemeentelijke overheid werd beschouwd. Ze ontkwam aan het lot alleen doordat ze juist op dat oogenblik den grooten prijs in Venetië kreeg Jeanson kwam verder op tegen het na tionalisme in de Fransche filmwereld, en haalde voorbeelden aan van films door vreemdelingen en met vreemd kapitaal in Frankrijk verwezenlijkt die de meeste „100 Fransche" film met stukken sloe gen. Van de aanstaande vereeniging van Gaumont met Pathé, onder de opperlei- ding van den heer Rénier, van het Agence Havas, verwachtte hij in dit opzicht de grootste rampen. Hij gaf ook als zijn mee ning dat de film zich pas behoorlijk heeft kunnen ontwikkelen nadat ze sprekend geworden is, hoezeer men daartegen aan vankelijk ook is opgekomen en beschouwt samengaan van beeld, muziek en het ge sproken woord als noodzakelijk om de cinema tot een volmaakte kunstuiting te maken. 6 Marcel Achard is eigenlijk toeval lig tot de flim gekomen. Een industrieel was zóó vol bewondering voor zyn too neelstuk „Jean de la Lune" dat hij dit per se verfilmd wilde zien, en dat werk aan den schrijver zelf opdroeg, ofschoon die op dit punt niet de minste ervaring had. Het werd, tegen Achards verwachting in een groot succes, en hij is daarna doorge gaan. 6 De schrijver-cineast, die beide kim sten blijft beoefenen, wees op het groote veischil tusschen tooneelstuk en film dat on te°Sf mafkleen stuk «eheel anders °P zetten als het op het witte scherm moet komen De dialoog is van een veel grootere beteekenis, omdat geen geleide- lyke psychologische ontwikkeling moge lijk is. Het publiek verwacht dat de per sonen op het doek spreken zooals het ze'f doet, en omdat de tekst veel korter is slaan de woorden veel meer in dan in een tooneelstuk. Een ander verschil is dat men een tooneelstuk kan schrijven en dan Ha vertolkers zoeken, terwijl' £eT voïr film eerst de artisten kiest, en dan de rol ten schrijft voor elk van hen persoonlhk Het is niet anders mogelijk. soom«k. Het trof ons, toen de drie mannen ant woordden op vele vragen die hun gesteld werden, hoe goed ze zich rekeSchan geven van al wat ze willen en hoe d7ep Ze in dit speciale vak, met zijn geheel eteen Oorspronke- lyke ideeën en een volkomen vrXTd' om haar groote waarde geeft. De^specTftet® Fransche eigenschap van co n-u met onvolmaakte middelen een gS S" sultaat bereiken, komt hierbij wl^ schu" terend naar voren. En het k to kL dat degenen die weten wat 'ze waard en zich thans naar wensch kunnen uiten op hun hoede zyn voor een stelsel dat h!!' naar het Amerikaan**. voorRS" een verstoot,ng van de macht der knotten JONGENSS1AÜ. "'^1 Victoria-tli Was het de dreigende regen, Was h (ter' omstandigheid, dat vele tijdelijke de naar een goede film in een goed th n gezocht hadden, of was het omdat r** gensstad hier reeds met groot succes toond was en dat zoo velen propagand^f1"' voor een bezoek aan deze film war*„ n worden? aren 6e. Het is niet precies te zeggen wat de zaak was, dat het gisteravond in het trr* toria-Theater zoo bijzonder druk maar de voornaamste reden zal Wei W3s' weest zijn, dat hier opnieuw de fiim Tge* gensstad werd gedraaid. °n- Deze film heeft voor velen een m- bekoring en men leeft van ganscher h?? mee met den goeden pater Flanagan heeft leeren beseffen, dat zoovele mkri digers van oorsprong verwaarloosde i gens waren om wie niemand zich beko merde en die, als ze gepakt werden in verbeteringsgesticht werden opg'eslok waar ze als volleerde boeven weer •.n' kwamen. GCr Ult' Pater Flanagan kent duizenden van d' jongens, die zonder goed toezicht den ve keerden weg zulten opgaan en hij besli i zich het lot van die jongens aan te trek ken. Hij begint in het klein, weet steed meer geld af te bedelen van goede vrie? den, die zijn onderneming willen steune en dan verrijst het groote gebouw Jongen? stad, waar de jongens, onder toezicht va den pater, hun eigen bestuurders kiezen hun eigen rechtbank, die bij kleine Ve? grijpen moet recht spreken. Hoe heerlijk k het teven in deze vrije stichting, waar elk jongen het vak beoefent, dat hij zelf Ujt6 kiest en welk een groote beroering brengt daar het jeugdige boefje, dat uit den mis dadigerskring wordt weggenomen en naar Jongensstad wordt overgebracht, dat hii min of meer als een bewaarschool voor zoete jongens beschouwt. Men moet de filmcapaciteiten van Mickey Rooney ken nen om te beseffen wat hy als boefje kan presteeren. Een zeer romantische geschiedenis speelt zich daarbij af in en om Jongens stad en pater Flanagan Spencer Tracy krijgt moeilijke dagen, waarbij zelfs de geheele stichting gevaar loopt te moeten verdwijnen. Maar ten slotte komt alles natuurlijk terecht en breekt het moment aan. dat de recalcitrante jongen als een der beste en meest beminde van de stichting tot burgemeester van de jongens wordt gekozen. Een film met een prachtige strek- king, een film, die naast menig kostelijk humoristisch moment oogenblikken van groote ontroering brengt. Het is niet te verwonderen, dat men deze prachtfilm nog eenmaal wenscht te presenteeren en wie ervan genieten wil, mag niet ver zuimen deze week een bezoek aan het Victoria-theater te brengen. Vooraf gaan een uitgebreide serie nieuws uit binnen- en buitenland, een al- leraardigste teekenfilm en prachtige op namen uit Japan. DE STUDENT RAZUMOV. (SAMENZWEERDERS). Bioscoop-theater Harmonie. In gespannen aandacht hebben de toe schouwers gisteravond in de Harmonie de eerste vertooning bijgewoond van het hoofdnummer: De Student Razumov, een bijzonder boeiende en zeer sterk gespeelde Fransche film. De geschiedenis begint op 31 December als een minister-president van een onge noemd rijk door een onbekende wordt doodgeschoten Terzelfder tijd wordt op de Universiteit aan den student Razumov een eerste prijs uitgereikt. Deze is daar heel gelukkig mee, want nu is een goede toe komst voor hem verzekerd. Het noodlot kan echter wel heel zonder ling in het leven van een mensch ingrijpen, Want als Razumov thuiskomt, vindt hij °P zyn kamer een oud-kameraad, Haldin Se' naamd. Al spoedig bekent deze hem, da' hij het is, die den minister vermoord heeft. Razumov wil hem de deur uitzetten, doch het vertrouwen dat Haldin in hem stelt ontwapent hem, het medelijden overwint® Haldin blijft. Razumov gaat een bekende van Haldin opzoeken, die hem moet helpen vluchten. Bjj zijn terugkeer ziet Razumov de politie voor zijn huis en hy begrijpt, da hy zichzelf in een zeer moeilijk parket heef gebracht. Eén kan hem misschien redd® en dat is één der ministers, zijn vader. D®ze helpt hem, maar ontbiedt tevens direct den politiechef. En deze slimme speurder doe Razumov zijn vriend verraden. Halm wordt gevat en gedood. Bitter berouw kwe Razumov. Maar de tegenslag neemt voo hem nog geen einde. De politie dwingt hem spionagediensten te verrichten bij de vn® den van Haldin, vrienden die in Razu®( een held zien, die zich voor hun zaak h opgeofferd. Hy komt bij de revolutionna'' ren terecht, leert Haldin's zuster kenn en de leider Lespara wil nu ook van J diensten gebruik maken. In uiterste hoop bekent Razumov aan Lespara anderen, dat hy Haldin verraden heeft wordt hij vrijgelaten, maar één der sa zweerders, die dit niet goedkeuren volgt Razumov en schiet hem dood. dank je", zijn de laatste woorden van door het noodlot achtervolgde. Van de vertolkers, die deze sterke kranig hebben gespeeld, noemen Pierre Fresnay, die voor de titelrol a zonder geschikt bleek. Michel Sin»?" f Lespara, Jacques Copeau als de P°n0;r (een opmerkelijke creatie). ^'eITy0igt als de politieman, die Razumov vele anderen mogen bijzonder t _njel'e voor hun treffende uitbeeldingen- ^tef Parolo, vervulde de rol van Haldin s .n> uitstekend. Een film, die men met v teresse zal volgen. paar Het voorprogramma bracht eepr0filti| mooie journaals (Paramount en ,g jen* een interessante sport-opname yan 0n- sport in Florida en een teekenfilm ^ar zen vriend Popeye, die het ditma wy meenen zooder spinazie wist

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 16