DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De verklaring van Chamberlain
in het Lagerhuis.
Het land in dreigend oorlogsgevaar.
No. 200
Vrijdag 25 Augustus 1939
141e Jaargang
LONDEN, 24 Aug. (Havas.) In de zitting van het Lagerhuis
heeft minister-president Chamberlain verklaard
Het land bevindt zich in dreigend oorlogsgevaar en nieuwe
draconische maatregelen zijn noodig om het hoofd te bieden
aan den ernst van den toestand".
Wat Chamberlain betoogde.
Afkondiging van
voormobilisatie.
Nederlands onzijdigheid
onbeperkt.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maa. ten bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groofe
contracten rabat. Groofe letters naar olaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Minister-president Chamberlain zeide, dat
de aankondiging van het Russisch-Duitsche
niet-aanvalsverdrag kwam als een onaan
gename verrassing voor de Britsche regee-
II!jfa eraan te hebben herinnerd, dat hij op
31 Juli had gezegd, dat het noodzakelijk
was nauwkeurig acht te slaan op den toe
stand te Dantzig en had vastgesteld, dat hij
niet geloofde, dat er een vraagstuk was, dat
niet door vreedzame besprekingen zou kun
nen worden opgelost, voegde hij hieraan
toe: „Het spijt me te moeten zeggen, dat
sindsdien geen teekenen van een dergelijke
actie zijn gemerkt. Integendeel, de interna
tionale toestand is tot vandaag steeds erger
geworden en wij staan tegenover
een dreigend oorlogsgevaar".
N» te hebben gewezen op de besprekin
gen tusschen Polen en Dantzig inzake de
Poplsche douane-inspecteurs zeide Cham
berlain:
„Dit was geen zaak van groot belang.
Grooter moeilijkheden lijn in het verle
den geregeld in minder gespannen ver
houdingen. De besprekingen zijn een
week geleden begonnen, doch terwijl
doe besprekingen gevoerd werden,
opende de Duitsche pers een heftige
campagne tegen de Poolsche regeering
en verklaarde, dat Dantzig tot het rijk
terug moest keeren".
Chamberlain zeide vervolgens: „De
eerste plicht van de regeering was te
verklaren, dat de Britsche verplichtin
gen inzake Polen onaangetast bleven.
Ik wensch met kracht iedere veron
derstelling, dat onze defensieve maatre
gelen een daad van bedreiging vormen
van de hand te wijzen. Niets wat wij
gedaan hebben of hebben voorgesteld
bedreigt de rechtmatige belangen van
Duitschland.
Het is geen bedreiging vrienden te
helpen zich tegen geweld te verdedi
gen. Chamberlain zeide verder: „Wij
hopen nog steeds dat gezond verstand
'ïïn weg zal vinden uit demoeilijkheden".
Hij voegde hieraan toe, dat hij de ver
klaringen van de ministers en anderen
w de verschillende deelen van het
Britsche gemeenebest hoogelijk op prijs
stelt.
Niet Engeland beslist over vrede
of oorlog.
In het vervolg van zijn rede zeide
Chamberlain: „De uitslag van vrede of
°°rlog ligt niet in onze hand. Indien
alle pogingen een vreedzame oplossing
ymden en God weet, dat ik mijn
heb gedaan (luide toejuichin-
«en) mislukken en wij gedwongen zijn
*en strijd aan te binden, welke gestre-
en zal moeten worden met lijden en
ellende
voor de geheele mencchheid en
z"-- het einde niemand kan voor-
n' dan zullen wij niet strijden voor
1 P°"^eke toekomst van een verafge-
len 3at een vreemd land. We zul-
bes'Sri?^en Voor ket beboud van deze
tevp1 6n' waarvan de vernieling
vernieling insluit van iedere
v=y,,eid van ^de en veiligheid
van alle volken der wereld.
woorrnlr ,ruUW' dat zi-> die de verant-
aan ft d dra§en' zullen denken
dat wi' ot van de millioenen menschen,
){en J_J ^Hen handelen zooals wij den-
(Li,id= een aaneengesloten natie,
toejuichingen.)
get tVat Chamberlain betoogde.
ÏÏft Sbeft6" r0ezige Lagerhul3
luide toe, toen hij de
na hij om 14 pm aer zuung
a^twoordinp uur op' teneinde ter be-
üit te sprekprTT ^tlee zijn redevoering
zeide hii J1 den loop van zÜn verkla-
er weinio toen bet huis op reces
J"1- dat vele ^6n, "den zijn, die verwacht-
et Huis wepr u6 zouden verloopen voor
Verwachtinspn 0^fenkwam. Helaas zijn deze
Seering zicL 8®k°men en heeft de re-
erPlicht gevoeld het parle-
Chamberlain
ment bijeen te roepen, teneinde de nieuwe
en drastische stappen te nemen, die ver-
èischt worden door den ernst van den toe
stand.
Na eraan herinnerd te hebben, dat bij op
31 Juli gewezen had op de noodzakelijkheid
om een waakzaam oog te houden op den
toestand in Dantzig en verklaard had, niet
te gelooven dat er eenige kwestie bestond,
welke niet door vreedzame besprekingen
kon worden opgelost, ging Chamberlain
als volgt verder:
Het spijt me te zeggen, dat sindsdien er
geen teekenen zijn gekomen voor een der
gelijke wijze van optreden. Integendeel, de
internationale toestand is voortdurend
slechter geworden totdat Wij heden staan
tegenover een onmiddellijk dreigend oor
logsgevaar.
Er kwamen soortgelijke beweringen als ver
leden jaar werden uitgesproken ten aanzien
van de in Tsjecho-Slowakije wonende Sude-
ten-Duitschers (toejuichingen). Geen on
derwerp is er zoodanig op berekend kwade
gevoelens in eenig land te wekken als ver
klaringen betreffende slechte behandeling
van menschen van eigen ras in een ander
land.
Wij zijn het erover eens, met het oog op
deze campagne, dat verklaringen, zooals
die zijn afgelegd door Poolsche staatslieden
groote kalmte en zelfbeheersching toonen.
De Poolsche leiders zijn, terwijl zij stand
vastig bleven in hun vastbeslotenheid om
weerstand te bieden aan een aanval op hun
onafhankelijkheid, niet provoceerend ge
weest en nog bereid met de Duitsche regee
ring te spreken, wanneer zij de zekerheid
kunnen krijgen, dat die besprekingen ge
voerd zullen worden zonder bedreigingen
met geweld en met eenig vertrouwen, dat,
wanneer een overeenkomst bereikt zou
worden, de bepalingen daarvan daarna zou
den worden geëerbiedigd naar den letter
zoowel als naar den geest.
Militaire voorbereidingen zijn getroffen
in Duitschland op zoodanige schaal dat dat
land thans in een toestand van volledige
gereedheid voor den oorlog is. In het begin
van deze week kregen wij bericht dat Duit
sche troepen begonnen op te rukken naar
de Poolsche grens. Het werd toen duidelijk
dat een crisis van de eerste grobtte nader
de en het Britsche gouvernement besloot
dat de tijd gekomen was, waarop zij de
goedkeuring moest vragen van het parle
ment voor verdere defensiemaatregelen.
Het Duitsch-Russische pact.
Chamberlain ging vervolgens over tot
bespreking van het Duitsch-Russische
pact. Ik doe geen poging, zoo zeide hij,
om voor het Lagerhuis te verhelen, dat
de desbetreffende aankondiging voor de
regeering is gekomen als een verras
sing een verrassing van zeer onaan-
genamen aard. Ofschoon er geruchten
de ronde hadden gedaan over een op
handen zijnde verandering in de Rus
sisch-Duitsche betrekkingen, was toch
geen enkele aanwijzing van die wijzi
ging ter kennis gebracht, noch van ons,
noch van de Fransche regeering door de
Russische regeering.
Chamberlain verwees in dit verband naar
zijn verklaringen betreffende de Britsch en
Fransche militaire missies, afgelegd op 31
Juli. Hij herinnerde voorts aan de verkla
ring van Molotof, volgens welke er geen on
overkomelijke moeilijkheden zouden schij
nen te zijn in het vinden van politieke over
eenkomsten, wanneer een militaire over
eenkomst afgesloten werd. De besprekingen
tusschen de missies waren in feite loopende
en waren gevoerd op den grondslag van
onderling vertrouwen, toen deze bom ge
worpen werd. Thans is het op zijn minst
hoogelijk verontrustend te vernemen, dat
deze besprekingen gevoerd werden op die
basis van vértrouwen én dat de Sovjet in
het geheim bezig was te onderhandelen over
een pact met Duitschland voor een doel, dat
oppervlakkig gezien onvereenigbaar was
met de doelstellingen van zijn buitenland-
sche politiek, zooals wij die hadden begre
pen. (Algemeene toejuichingen.)
Ik heb niet het voornemen eenigerlei de
finitief oordeel uit te spreken over dit inci
dent, zoo ging Chamberlain voort.
Hij vroeg vervolgens zich af wat de uit
werking ervan kon zijn op den toestand en
op de Engelsch-Fransche politiek. In Ber
lijn zoo zeide hij, is de aankondiging met
uiterst cynisme verwelkomd als een groote
diplomatieke overwinning, welke het ge
vaar van een oorlog uit den weg ruimde,
aangezien wij en Frankrijk hoogst waar
schijnlijk niet langer onze verplichtingen
jegens Polen gestand zouden doen. Wij had
den de overtuiging, dat het onze eerste
plicht was om al dergelijke gevaarlijke
illusies weg te nemen, (Luide toejuichin
gen.)
Het Lagerhuis zal zich herinneren,
dat over de garantie was gesproken
met Rusland en dat deze in geen geval
afhankelijk gesteld werd van 't totstand
komen van 'n dergelijke overeenkomst.
Kunnen wij thans, zoo vroeg Chamber
lain, met eere terugkomen op een der
gelijke verplichting, welke wij zoo
vaak en zoo duidelijk herhaald hebben?
Onze eerste daad was derhalve een ver
klaring uit te geven, dat onze verplich
tingen aan Polen en andere landen on
aangetast blijven staan.
Men moet in gedachten houden, dat
Duitschland een onmetelijk leger reeds on
der de wapenen heeft en dat militaire
voorbereidingen van allerlei aard in dat
land met grooten spoed zijn en worden ge
nomen op groote schaal. De maatregelen,
die wij tot dusverre genomen hebben zijn
van voorbehoedenden defensieven aard.
Deze maatregelen sluiten geen daad van
bedreiging in zich. Niets wat wij gedaan of
ons voorstellen te doen, bedreigt de gewet
tigde belangen van Duitschland. Het is geen
daad van bedreiging om voorbereidingen
te treffen, teneinde hulp te verleenen aan
vrienden, die zichzelf verdedigen tegen ge
weld. (Luide toejuichingen).
Het bankdisconto is verhoogd tot vier
procent en men zal erkennen, dat dit een
normale beschermende maatregel is, welke
is genomen met het doel om onze hulpbron
nen te verdedigen in een tijdperk van on
zekerheid. In dit verband kunnen de bur
gers in het algemeen een bijdrage leveren.
Henderson ging naar Hitier.
Met het oog op de houding van Berlijn,
was de regeering ervan overtuigd, dat het
op dit oogenblik haar plicht was geen en
kelen uitweg te laten voor misverstanden
en opdat er geen twijfel zou kunnen bestaan
in den geest van de Duitsche regeering,
werd den Britschen ambassadeur in Berlijn
instructie gegeven een onderhoud aan te
vragen met den Duitschen kanselier en hem
een boodschap van mij te overhandigen uit
naam van de Britsche regeering.
Het doel van mijn mededeeling aan
den Duitschen kanselier was, opnieuw
ons standpunt uiteen te zetten en het
volstrekt zeker te maken; dat er geen
misverstand bestond. De regeering was
van meening, dat dit temeer noodzake
lijk was met betrekking tot de berichten
ten aanzien van de militaire bewegingen,
welke in Duitschland plaatsvinden en
in verband met het toen ontworpen
Duitsch-Russische verdrag. Ik maakte
het derhalve duidelijk, gelijk ook ge
daan was in het tevoren uitgegeven
communiqué, dat wanneer het geval
zich zou voordoen, de Britsche regeering
vastbesloten en bereid was om zonder
verwül ieder te harer beschikking staand
geweld te gebruiken. (Toejuichingen.)
Bij talrijke gelegenheden heb ik uit
drukking gegeven aan mijn overtuiging, dat
een oorlog tusschen onze beide landen de
grootste ramp zou zijn. Indachtig aan dit
feit stelde ik den Duitschen kanselier ervan
in kennis, dat er naar onze opvatting niets
was in de kwesties welke zich voordoen
tusschen Polen en Duitschland, wat niet zou
kunnen behooren te worden opgelost, zon
der dat gebruik gemaakt werd van geweld,
wanneer slechts een toestand van vertrou
wen tot stand gebracht zou worden. Wy
hebben uitdrukking verleend aan onze be
reidheid om bij te staan tot het m het leven
roepen van toestanden waarin dergelyke
onderhandelingen gevoerd kunnen worden
De huidige staat van spanning wekt
groote moeilijkheden. Ik heb uitdrukkmg
gegeven aan de meening, dat wanneer er
een wapenstilstand gesloten kon worden
ten aanzien van alle ophitsing, geschikte toe
standen zouden kunnen worden gevestigd
voor rechtstreeksche onderhandelingen tus
schen Duitschland en Polen.
Het antwoord van den kanselier be
helsde wat neerkomt op een nieuwe
verklaring van de Duitsche stelling,
volgens welke Oost-Europa een sfeer
vormt waarin Duitschland de vrye hand
behoort te hebben en dat wanneer wij
of eenig ander land, dat minder recht
streeks belang daar heeft, mochten wil
len intervenieeren, de schuld voor een
daaropvolgend conflict bij ons zou lig
gen.
Een misvatting ten opzichte van de
Britsche positie.
Deze stelling, aldus Chamberlain, vormt
een volkomen misvatting ten opzichte van
de Britsche positie. Wy eischen geen spe
ciale positie op in Oost-Europa, noch vragen
wy, dat Duitschland een nationaal belang
zal opofferen, maar wy kunnen het er niet
mee eens zijn, dat nationale belangen alleen
beveiligd kunnen worden door het vergie
ten van bloed of het vernielen van andere
staten. In zijn antwoord verwees de Duit
sche kanselier wederom naar den toestand
in Dantzig en den corridor en naar zijn aan
bod, vroeger in dit jaar gedaan, om deze
kwestie door onderhandelingen te regelen.
Met het oog op den delicaten aard van den
toestand zeide Chamberlain, dat hij zich
moest onthouden van verder commentaar
op de mededeelingen, die zoojuist tusschen
de beide regeeringen uitgewisseld zijn. De
ramp is nog niet over ons gekomen en nog
moeten wy hopen, dat rede en verstand
een weg mogen vinden om zichzelve weer
te doen gelden. De uitspraak, die wij kort
geleden hebben gedaan en wat ik vandaag
gezegd heb, weerspiegelt, daar ben ik zeker
van, de opvatting van de Fransche regeering
waarmee wij 't gebruikelijke nauwe contact
hebben gehandhaafd by de voortzetting van
onze welgevestigde hartelijke betrekkin
gen. Uiteraard keerden onze gedachten zich
r.aar de dominions en ik stel op hoogen
prijs, de uitspraken van de ministers in an
dere deelen van het Britsche gemeenebest.
(Toejuichingen.)
Ik ben er zeker van, dat het Lagerhuis
de waardeering deelt, waarmede de regee
ring kennis heeft genomen van den oproep
tot vrede, die gisteren is uitgesproken door
koning Leopold van België aan het einde
van de Osloconferentie (algemeene toejui
chingen). Het is duidelijk uit hetgeen ik ge
zegd heb, dat de Engelsche regeering de
hoop deelt waaraan die oproep uitdrukking
heeft gegeven en ik vertrouw vurig dat
daaraan effect zal worden gegeven.
Vervolgens herinnerde Chamberlain aan
de redevoering van Halifax van 29 Juni,
welke hy onderschreef. Wij willen een in
ternationale orde zien gevestigd op den
grondslag van internationale orde en ver
trouwen en wy kunnen een dergelijke orde
niet opbouwen, tenzij in overeenstemming
met zekere beginselen die van essentieel
belang zijn voor de vestiging van vertrou
wen het inachtnemen van internationale
eenmaal aanvaarde .verplichtingen en het
afstand doen. van geweld voor de regeling
van geschillen.
Wij hebben ontzaggelijke verantwoorde
lijkheden op ons genomen, omdat die begin
selen in gevaar schenen te verkeeren. Wan
neer ondanks al onze pogingen om een
vreedzame oplossing te vinden en. God weet,
dat ik mijn beste krachten daaraan gege
ven heb (luide toejuichingen) wij ons ge
dwongen zien een worsteling te aanvaar
den, die noodzakelijk gepaard moet gaan
met leed en ellende voor de geheele
menschheid, en waarvan niemand het einde
kan voorspellen, zullen wij niet strijden
voor de politieke toekomst van een verafge
legen stad in een vreemd land, maar voor
het behoud van die beginselen, waarover
ik heb gesproken en welker vernietiging
een vernieling met zich mede zou brengen
uitgaande boven iedere mogelijkheid van
vrede en veiligheid voor de volkeren der
aarde.
De vraag oorlog of vrede.
De vraag: oorlog of vrede?, ligt niet bij
ons, aldus Chamberlain tenslotte, en ik ver
trouw, dat degenen, bij wie de verantwoor
delijkheid ligt, zullen denken aan de mil
lioenen menschelyke wezens, wier lot af
hankelijk is van hun optreden. Wat ons be
treft, wij hebben een eensgezind land ach
ter ons en op dit kritieke tijdstip geloof ik,
dat wij in dit Lagerhuis den wil hebben om
schouder aan schouder te staan en dat wij
dezen middag de wereld zullen toonen, dat
wij willen handelen zooals we denken, na
melijk als een eensgezinde natie.
De rede toegejuicht.
Algemeene toejuichingen weerklonken
toen de eerste minister aan het einde van
zijn rede weer ging zitten. Het was toen
15.25 uur. Chamberlain had ongeveer een
half uur gesproken. Zijn stem had krach
tig geklonken en gedurende het grootste
deel van zijn rede sprak hy.op zakelijken
toon. Tegen het einde echter, nam zijn stem
in omvang toe en klonk vuriger dan in rede
voeringen van Chamberlain gebruikelijk is.
De regeeringspersdienst meldde
gisteravond te 6 uur:
De ontwikkeling van den inter
nationalen toestand heeft de regee
ring tot het inzicht gebracht, dat
hoewel ons land geenszins is bloot
gesteld aan eenige bedreiging van
welke zijde ook het niet is uitge
sloten, dat in de naaste toekomst
ter handhaving der neutraliteit tot
mobilisatie der zee- en landmacht
moet worden overgegaan. In ver
band hiermede heeft de regeering
besloten tot eenige maatregelen
(zoogenaamde voormobilisatie),
welke de strekking hebben de lege
ring en verpleging van hen, die
eventueel by mobilisatie zullen
worden opgeroepen, voor te be
reiden.
's-Gravenhage, 25 Aug. De
regeeringspersdienst deelt mede:
Hier en daar zyn ih de buiten-
landsche pers meeningsuitingen op
genomen, die twijfel zouden kun
nen doen ontstaan ten aanzien van
den onwrikbaren wil van Neder
land om in voorkomend geval
's lands onzijdigheid, met name ook
in de lucht, naar alle zijden welke
dan ook, te handhaven.
Voor zulken twijfel bestaat niet
de allergeringste grond.
Met alle te zijnen dienste staande
middelen zal Nederland zyn onzij
digheid in een gewapend conflict,
mocht het uitbreken, ook en met
name in de lucht, onbeperkt en
tegenover iedereen handhaven.
Andere sprekers aan het woord.
Na Chamberlain voerde Greenwood het
woord. Hij zeide, dat de door den premier
afgelegde verklaring van den uitersten
ernst was. De oorlogswolken pakken zich
sam^n en Europa en de wereld liggen in
hun schaduw. Spr. was het er mee eens, dat
een ieder hoopte, dat zelfs nu nog die wol
ken uiteengedreven zouden mogen worden
en de schaduwen zouden worden wegge
vaagd.
Temidden van algemeene toejuichingen
verklaarde Greenwood, vervolgens na af
keuring te hebben uitgesproken over de on
juiste politiek van het verleden, dat hy niet
voornemens was in dezen crisistijd oude
koeien uit de sloot te halen. Het Lagerhuis
is, naar spr. uit de woorden van Chamber
lain begrepen heeft, bijeengekomen, opdat
de wereld zou weten zonder eenige twijfel
achtigheid, welke de opvattingen zijn van
dit democratische Lagerhuis, welks beginse
len en welks bestaan zelve bedreigd worden
door den opmarsch van het totalitarisme.
Het vredesfront waarop de meesten
onzer hadden gehoopt, aldus spr., is ten
zeerste benadeeld door het hedenmor
gen ontvangen nieuws, maar Groot-
Britannië en Frankrijk, die hun bond
genootschap en nauwe vriendschap
handhaven, hebben ook andere vrien
den.
Na verwezen te hebben naar de verplich
tingen jegens Polen welke, zooals Cham
berlain in herinnering had gebracht, zijn
aangegaan vóór de besprekingen met Rus
land, zeide Greenwood: in dien zin verkee
ren wij derhalve niet in een slechter positie
dan anders het geval zou zijn geweest. Ter
wijl deze overweging een schrale troost zou
kunnen vormen, behoorde toch tenminste
het feit, dat wij op dat tijdstip die verplich
tingen hadden aanvaard zonder te weten of
er een mogelijkheid bestond op hulp van
Rusland ons te versterken om thans onzen
verplichtingen gestand te doen.
De houding van Labour.
Greenwood zette vervolgens de houding
uiteen van de Labouroppositie ten aanzien
van den geheelen toestand. Hij las de ver
klaring van gisteravond van den nationa-
len raad van Labour voor en zeide: Deze
nieuwe bevestiging van de vastgestelde po
litiek van Labour heeft nooit een voorwerp
van aarzelingen gevormd.
Sprekende namens de millioenen aan
hangers van Labour in Engeland, ver
klaarde Greenwood: Wy nemen geen
enkele syllabe of komma weg van wel
ke onzer verklaringen ook. Wij onder-