DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Slachtoffers van den strijd ter zee.
Onze mijnenveger „Van Ewijck" door
Nederlandsche mijn vernield.
Dertig opvarenden het slachtoffer van hun
plicht geworden.
De strijd ter zee wordt meedoogenloos
gevoerd.
De oorlog in Oost en West.
Mijnenveger „Willem van Ewijck" op een
mijn geloopen.
No. 213
Zaterdag 9 September 1939
141e Jaargang
De strijd tegen de duikbooten.
Pö algemeene toestand.
Er
Duitsche troepen trekken
Warschau binnen.
De ontruiming van het
Rijnland.
Klachten over den toestand
der Siegfriedlinie.
Engelsch schip vergaan.
De Duitsche oorlogsmarine ontkent
schuld aan torpedeering
Athenia.
De „News Chronicle" over
potentieele vredes
voorwaarden.
30 dooden en 15 licht gewonden.
De toedracht van de ramp.
Groote verslagenheid in
Den Helder.
ALKMAARSGHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maa *en bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door bet gebeete Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, tfroofe
contracten rabat. Groote letters •'aar olaatsmlmfe.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HKRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9.
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Ons land heeft als eerste der neutrale landen zyn tol aan den oorlog door
een zwaar offer moeten betalen. De Nederlandsche mijnenlegger Van
Ewjjck is gistermiddag by West-Terschelling op een myn geloopen en na
een hevige ontploffing binnen één minuut gezonken, waarbjj dertig van de
een-en-vyftig opvarenden den dood hebben gevonden.
Vanuit alle wereldstreken komen de berichten van getorpedeerde schepen
binnen.
Dnitsche onderzeeërs zyn blijkbaar in de voornaamste wereldzeeën aanwezig.
Engeland kondigt de spoedige heerschappij ter zee aan nu Duitsche koop
vaarders overal in neutrale havens vluchten en de schepen der democrati
sche landen weldra een veiligen overtocht wordt verzekerd.
Alle neutrale schepen is verzocht zich onder Britsche controle te stellen om
moeilijkheden te voorkomen.
Op vele fronten wordt de strijd voortgezet.
Het binnenrukken der Duitsche troepen in Warschau wordt door de Polen
tegengesproken.
De admiraliteit heeft reeds bekend ge
maakt, dat het niet altijd wenschelijk zal
rijn berichten te publiceeren over vernie
tiging van vijandelijke duikbooten. De re-
den hiervan is gedeeltelijk, dat wanneer
de 'vyand wist, dat de duikboot, die tot taak
heeft om in een zeker gebied te opereeren,
W haken is gebracht, hy uiteraard stap
pen zou nemen om hem te vervangen. Het
is onvermijdelijk, dat aanvankelijk verlie
ten voorkomen in den strijd tegen een vij
and, die klaarblijkelijk plannen had tot den
onbeperkten duikbootoorlog al eenigen tijd
voor de oorlog uitbrak, terwijl een aantal
duikbooten verdeeld is over een zeer uitge
strekt gebied ter zee. Het effect van de
duikbootcampagne zal echter snel minder
worden, zoodra het convooisysteem inge
voerd is en de Duitsche duikbooten, die op
net oogenblik in volle zee zijn door hun
voorraden heen raken.
Het Britsche'ministerie voor voorlich
ting deelt nog mede:
- Het is thans duidelijk, dat Duitschland
een onbeperkten duikboot-oorlog voert te
gen de koopvaardij even hevig als dien,
welken Duitschland inzette in 1917, en dat
den Duitschen duikbootcommandanten be
velen gegeven zijn om koopvaardijschepen
tot zinken te brengen, zoodra zij in zicht
komen en zonder te waarschuwen.
Dit is een rechtstreeksche overtreding van
de regels van den duikbootoorlog, welke
onvoorwaardelijk door Duitschland waren
aanvaard, in 1935 voor altijd en afgezien van
het optreden van welke andere mogend
heid ook.
Het is ook volkomen duidelijk, dat de
Duitsche duikbooten op hun plaatsen lagen
op de handelsroutes over den Oceaan, in
het bezit van dit bevel, verscheidene dagen
voor de oolog uitbrak.
Dit bevestigt de verklaring van den
eersten minister, dat de Duitschers vastbe
sloten waren om oorlog te voeren en dat,
ofschoon een rechtvaardige regeling zonder
oorlog mogelijk was „Hitier zulks niet
wenschte".
ter 7 mornent allereerst de strijd
ee, die onze aandacht trekt en dan dient
melrf groot leedwezen te worden ver-
zeer kleine, neutrale Nederland een
ten brengen0**61 3311 oorlog heeft moe"
«c£iiHa.?nveger "Van Ewijck" is bij Ter-
op een r bet afdrijven van het schip
het mr.r.^1 onze eigen mijnen geloopen en
land te«rl UlgI dat bestenid was om ons
dertig l" ingers te vrijwaren, heeft
nimum van *ejSeil schePelingen in een mi-
uiterst mn - ljd slachtoffers van hun
doen vallen1 6n gevaarlijken plicht
schip züi T eerste Nederlandsche
ten offer vaif3t 3an de tijdsomstandigheden
schip, dat w enook njet het eenige marine-
Waar'onder71J m Zee^n en kustgebieden,
hietiginp rireeers en mijnenvelden met ver
bliezen. eigen' m dezen oorlog zullen
van vermfstp1914 tot.1918 een groote lijst
een lange .n vemielde schepen geweest,
oefeninE var,Si, Van mannen, die bij de uit
vallen. Un P^cht en hun beroep zijn
M
uit dat a^es varen onze sche-
e vrachtvaart 1 zoowel de passagiers- als
Nederland Vo°rtgezet.
-v»llVa.
Nederland
van in gr0otpS neutraal en hoeveel vertrou
wen ree(js °gendheden in verloop van
ch altijd nop fes? den' wy koesteren
UUS de hr\r\*s J.i.
0ch altijd nop f onden, wy koesteren
erklaringen ru,e hoop, dat de wederzijdsche
ook ter 7pp men ons bezit zal eerbiedi-
vihden. °P royale wijze toepassing
democbraï"ISCht( getwijfeld de zee
toegangen naa 6 aten kunnen de nau-
n °oeaan l 6I? van Duitschland naar
"•oen afzienbarpp°fcireffend afsluiten, dat
aarder ziCh m ljd geen Duitsche koop-
°P zee zal wagen.
Reeds nu wordt verkondigd, dat de
Duitsche onderzeeërs, die blijkbaar nog in
grooten getale ver van huis strijden, door
gebrek aan voorraden weldra tot werkloos
heid veroordeeld zullen zijn.
Engeland heeft een contróledienst op
schepen en ladingen ingesteld en alle neu
trale vaartuigen wordt aangeraden zich
daaraan vrijwillig te onderwerpen.
Dan zou binnen afzienbaren tijd, voorna
melijk voor de neutralen, een veilige
vrachtvaart verzekerd zijn.
Tenzijstraks de Novemberstormen de
mijnen weer van hun ankers losrukken en
deze moordende projectielen, waarvan nie
mand weet waar zij zich kunnen bevinden,
de lijst der verbrijzelde schepen op onrust
barende wijze doet stijgen.
Intusschen wordt de strijd in West en
Oost met kracht voortgezet.
Frankrijk meldt op voorzichtige wijze
eenigen vooruitgang. De druk op de Sieg-
friedlinie wordt van dag tot dag grooter,
Duitsche troepen worden met spoed naar
de bedreigde plaatsen gebracht, de bevol
king wordt weggevoerd en de ziekenhuizen
in Aken en omgeving zijn ontruimd, zoodat
men van Duitsche zijde op alle gebeurtenis
sen voorbereid blijkt.
In Polen rukken de Duitsche strijdkrach
ten steeds verder het vijandelijke gebied in.
Het is op het oogenblik, dat wy dit schrij
ven nog niet duidelijk of Warschau al dan
niet gevallen is. Berlijn meldde gisteravond
reeds het binnendringen der Duitsche troe
pen, maar de Poolsche autoriteiten ontken
nen hardnekkig, dat de hoofdstad reeds
verloren zou zijn.
Integendeel, de bezettingstroepen zijn
aangespoord de stad met de grootste hard
nekkigheid tot den laatsten man te verde
digen.
Helaas moet verondersteld worden, dat
alle dapperheid en zelfopoffering hier wel
tevergeefs zullen zijn.
De gebeurtenissen der laatste dagen heb
ben wel bewezen, dat Polen in militair op
zicht niet sterk genoeg is om den opmarsch
van den overmachtigen en modern toege-
rusten vyand te kunnen stuiten.
Het oppercommando der Duitsche
weermacht deelde mede:
De Duitsche pantsertroepen zijn gis
termiddag om 15.15 uur in Warschau
binnengedrongen.
(Polen spreekt dit tegen. Red. Alkm. Crt.)
De Basler Nachrichten verneemt uit Ber
lijn, dat in Duitschland niets wordt gepubli
ceerd over de operaties aan het Westelijk
front. De ontruiming van het Rijngebied
wordt door de burgerbevolking voortgezet.
Het Britsche ministerie van voorlichting
meldt, dat berichten binnenkomen over aan
merkingen door Duitsche soldaten die in de
Siegfriedlinie gelegerd zyn. De klachten
zouden hierop neerkomen:
1. De onderaardsche ruimten liggen vol
met munitie.
2. Hoewel de troepen de linie nog pas
sinds enkele dagen betrokken hebben, is de
ventilatie er zoo slecht, dat er een bedorven
lucht in de onderaardsche ruimten hangt.
3. De beschermde verblijfplaatsen zijn
nog niet bewoonbaar en in sommige geval
len is alleen de fundeering klaar.
4. Er is een tekort aan voedseL
„Statendam" heeft bemanning
overgenomen.
Het Nederlandsche mailschip „Staten
dam" heeft draadloos medegedeeld, dat het
de geheele bemanning van het 5000 ton me
tende Britsche schip „Winkleigh" aan boord
heeft genomen. De Statendam" deelde niet
mede, wat er met dé „Winkleigh" gebeurd
was. Het Engelsche schip was op weg van
Londen naar Jamaica.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Het opperbevel der oorlogmarine stelt
met betrekking tot de in Engeland en de
Ver. Staten nog steeds door de radio en de
pers verspreide berichten, dat een Duitsche
duikboot het stoomschip Athenia zonder
waarschuwing door een torpedoboot zou
hebben tot zinken gebracht, met nadruk
vast:
1. De Duitsche vloot en wel iedere af
zonderlijke eenheid, heeft het bevel zich bij
den oorlog ter zee in ieder geval te houden
aan de internationale verplichtingen.
2. In het gebied, waar de stoomboot
Athenia is gezonken, hebben zich geen Duit
sche zeestrijdkrachten opgehouden die op
eenigerlei wijze in verhand kunnen worden
gebracht met het verlies van het stoomschip
Athenia.
4. De poging, ondanks officiëele Duitsche
weerlegging voortdurend en herhaald de
Duitsche vloot te belasten met den onder
gang van het stoomschip Athenia, vormt
derhalve een typisch product van ophit-
singsgruwel.
„News Chronicle" schrijft in een hoofd
artikel .„Engeland en Frankrijk, die ge
dwongen waren een oorlog in te gaan, zijn
gebonden door hun eed van trouw. Zij zijn
onherroepelijk besloten geen einde te maken
aan de vijandelijkheden voor de definitie
ve verplettering van het Hitlerisme
Het blad ziet de vredesvoorwaarden als
volgt:
1. Instelling van een fatsoenlijke Duitsche
regeering.
2. Herstel der onafhankelijkheid van
Ts j echo-Slowakye.
3. Het afzien door Duitschland van alle
agressieve bedoelingen.
4. Ontwapening.
De Parijsche correspondent van het blad
schrijft, dat er niet de minste kans is, dat
de kinderlijke vredesvoorspiegeling door de
nationaal-socialisten hier eenig effect sor
teert. Frankrijk gaat niet voor mets een
oorlog in. Wanneer eenmaal het besluit ge
nomen is de strijdkrachten naar het front
te zenden, zal Frankrijk marcheeren tot de
verplettering van het regiem van Hitier en
de wegneming van de Duitsche bedreiging
tegen Europa".
De regeeringspersdienst meldt, dat gistermiddag een ernstig ongeluk plaats
vond bij de Noordvaarder (West-Terschelling), alwaar de Nederlandsche mij
nenveger H.M.s. „Willem van Ewijck" op een mijn geloopen en binnen enkele
minuten is gezonken.
De Koninklijke Marine betreurt het verlies van dertig van de een-en-
vijftig opvarenden, die bij het vervullen van hun plicht den dood vonden.
Binnen enkele seconden na de ontploffing waren drie barkassen ter plaatse,
en vliegtuigen werden uitgezonden om naar drenkelingen te zoeken.
Er is een nauwkeurig onderzoek ingesteld naar de omstandigheden waaron
der het ongeluk plaats had.
De mijnenveger „Willem van
Ewijck", was Donderdagmiddag in
gezelschap van de mijnenvegers
Jan van Gelder, Abraham van der
Hulst, Pieter Florisz en den mijnen-
legger Nautilus uit Nieuwediep ver
trokken voor het leggen van mij
nenvelden rond de zeegaten van de
Waddeneilanden. Het schip is gis
termiddag tusschen tien minuten
en kwart over twaalf vijftig meter
uit de kust van Terschelling op een
mijn geloopen en in de lucht ge
vlogen.
In vereeniging met de andere mynenleg-
gers was de Willem van Ewyck bezig daar
een mijnenveld te leggen. Voor de juiste
ligging van het veld moest in verband met
den stroom hier en daar een mijn worden
opgeruimd.
Dit geschiedde met behulp van een mi-
trailleuse vanaf de mijnenvegers. Toen
eenige manschappen van de Willem van
Ewijck bij de mitrailleuse op het achterdek
gereed stonden om een der mijnen te ver
nietigen, dreef de Willem van Ewijck door
een sterken stroom over een anderen mijn.
Een sloep met manschappen van de van
Ewijck voer in de onmiddellijke nabijheid
van den mijnenveger.
De Willem van Ewijck werd mid
scheeps getroffen. Met een gewel
dige explosie brak het schip in
tweeën en binnen enkele minuten
verdween het schip in de diepte.
Groote waterzuilen spoten omhoog.
De bemande motorsloep van de van
Ewijck werd door de kracht van de
ontploffing eenige meters de lucht
in geslingerd, doch kwam weer be
houden op het water terecht zonder
dat de bemanning hierbij letsel op
liep.
Van boord van de Nautilus, die onder
commando van den luitenant ter zee eerste
klasse J. A. Gauw, het dichtst in de nabij
heid was, werd onmiddellijk een motor
sloep uitgezet, waarin ook de officier van
gezondheid, P. J. Waegheningh, plaats
nam. Deze sloep begaf zich naar de plaats
des onheils om de drenkelingen op te ne
men, zulks tezamen met de sloep van de
van Ewijck. Het eerst werden vier zwaar
gewonden in de sloep opgenomen, onder
wie de commandant van de van Ewijck, lui
tenant ter zee eerste klasse J. E. ten Kloos
ter, die onder meer een been gebroken had.
Deze werd met een anderen drenkeling aan
boord van de Nautilus gebracht. Tijdens de
vaart naar den Helder is hij, evenals de drie
andere gewonden, van wie er twee door de
Jan van Gelder aan boord waren genomen,
bezweken.
Van de 55 leden der bemanning waren er
26 met de van Ewijck in de diepte verdwe-
nevöorts werden er 22 opvarenden onder
wie eenige gewonden van de van Ewijck
door de uitgezette sloepen van de andera
mijnenvegers aan boord genomen.
Van het vliegkamp de Mok arriveerden
acht watervliegtuigen met medische hulp
ter plaatse. Toen er geen drenkelingen meer
in de nabijheid werden waargenomen, gin
gen de schepen met hun droeven last naar
den Helder, waar het treurige nieuws reeds
bekend was geworden.
De mobilisatie van 1939 is begonnen en
binnen eenige dagen vielen reeds 30 jonge
menschen by de vervulling van hun taak:
de handhaving van onze neutraliteit en de
beschermig onzer kusten.
Een met stomheid geslagen menigte ver
zamelde zich rond de Buitenhaven, toen om
ongeveer kwart over vier het gerucht de
ronde deed, dat de mijnenveger „Willem
van Ewyck" was vergaan en dat de dooden
en gewonden werden binnengebracht.
Oorlogsschepen varen binnen met de
vlaggen halfstok. Anoniem zyn de schepen,
daar de namen zijn verwijderd. Op het ach
terdek staan de baren, gedekt met de vlag.
De mijnenlegger Douwe Aukes, de kanon-
neerbooten Brinio en Friso en de onder
zeeër O 20 voeren achter elkaar met hun
droeven last de haven binnen. Op de andere
schepen brachten de opvarenden de eerbe
wijzen. Onder het publiek heerschte de
grootste verslagenheid, spreken kon men
by'na niet. Vrouwen snikten en by de om
standers bestond groote onzekerheid om
trent het lot hunner betrekkingen, daar de
namen der slachtoffers nog niet bekend
waren.
In het militaire hospitaal was alles In ge
reedheid gebracht. Met ambulances werden
de gewonden naar het hospitaal vervoerd.
In doodsche stilte reden de ziekenwagen-
tjes voorbij, die de stoffelijke resten bevat
ten. De toegangswegen tot de haven waren
door militairen afgezet. Overal hingen de
vlaggen halfstok. De ontsteltenis in de stad
was groot.
De bewapening van de Willem van Ewyck
bestond uit een kanon van 7J4 centimeter,
een mitrailleur van 4 millimeter en 4 mi
trailleurs van 12.7 m.M. Het schip werd op
19 Juli 1937 in dienst gesteld. De Willem van
Ewyck deed ook dienst als mijnenlegger.
De verlieslijst.
De verlieslijst van H.Ms. „Willem van
Ewyck" luidt:
overleden:
luitenant ter zee le klasse: J. E. ten
Klooster;
luitenant ter zee 3e klasse marine reserve
G. Anema;
ad j.-onderofficier machinist B. C. de
Bruin;
bediende-zeemiliciën J. Bosch;
vermist:
bootsman G. J. van Dort;
sergeant-machinist J. J. de Smit;
korporaal-machinist M. F. Poortvliet;
korporaal-torpedomaker J. C. Bromlewe;
matroos le klasse P. Boone;
matroos 2e klasse H. J. Gillesen;
stoker-olieman L. P. Soede;
idem A. Verkuylen;
stoker le klasse G. de Boom;
idem W. F. H. Verhoeff;
stoker 2e klasse F. G. Boone;
stoker 3e klasse B. W. van Boekei;
idem A. F. J. Cadot;
adspirant-kwartiermeester z.m. P. M. Hof
man;
korporaal-machinist z.m. J. Oudshoorn;
matroos 3e klasse z.m. J. Buijs;
idem F. G. Stobbelaar;
bediende 2e klasse z.m. J. van Belzen;
idem J. de Waal;
hofmeester 3e klasse z.m. S. C. van Steen-
kiste;
kok 2e klasse z.m. A. Beyer;
kok 3e klasse z.m. A. V. Lohman;
stoker-olieman le klasse z.m. M. Moer-
mond;
stoker 3e klasse z.m. J. van den Beucken;
idem H. H. A. Peters;
ziekenverpleger 2e klasse z.m. J. Krul.
Voorts bevat de lijst nog de namen van
15 lichtgewonden en 10 niet-gekwetsten.
Zie verder Buitenland pag. 3, 2e blad.