Irivoer-noodwet door
Senaat aanvaard.
NOTITIE-BOEKJE.
Machtigingen voor uitgaven aan
gemeenten opgeschort.
Overvliegen van vreemde
vliegtuigen.
Antwoord der Britsche
regeering.
Ook de „Breedijk" redt
schipbreukelingen.
Geen herhaalde neutraliteits-
schendingen.
Militairen mogen nietvragen
mee te rijden.
Een korte vergadering.
M. J. BRUSSE:
UIT MIJN
TWEEDE BLAD
De regeeringspersdienst meldt:
Aan de onderscheidene colleges van
Gedeputeerde Staten is door den minister
van binnenlandsche zaken het volgende
bericht:
Door verschillende gemeentebesturen is,
vóór de buitengewone omstandigheden
van het oogenblik intraden, op grond van
de ongunstige budgetaire- of schuldposi
tie der gemeente, machtiging gevraagd tot
het uitvoeren van werken. Vrij zeker mag
worden aangenomen, dat verscheidene dier
aanvragen in deze dagen niet zouden zijn in
gediend en dat door de betrokken gemeen
ten op verdere behandeling voorshands
geen prijs wordt gesteld.
Aangezien het der regeering niet moge
lijk is te beoordeelen welke aanvragen
wel en welke niet voor verdere behande
ling in aanmerking komen, heeft zij ge
meend goed te doen de afdoening der
loopénde aanvragen voorloopig op te
schorten. Slechts die aanvragen zullen
verder in behandeling worden genomen,
ten aanzien waarvan het gemeentebestuur,
door uwe tusschenkomst, een nader ver
zoek doet en aantoont, dat het werk of de
aanschaffing, ondanks de buitengewone
tijdsomstandigheden, onmiddellijk voort
gang dient te hebben.
Éen en ander geldt uiteraard niet voor
uitgaven, verband houdende met de
luchtbescherming of de defensie, noch voor
machtigingen, betreffende aangelegen
heden van organisatorischen of admi
nistratieven aard.
De behandeling van machtigingen tot
het doen van uitgaven ingevolge de lager
onderwijswet 1920, wordt met het oog op
de aanspraken, welke anders door enkel
tijdsverloop voor de schoolbesturen zouden
kunnen ontstaan, gewoon voortgezet, be
halve in die gevallen, waarin het gemeen
tebestuur alsnog mededeelt, dat ook de
behandeling hiervan kan worden gestaakt,
b.v. in verband met de omstandigheid, dat
de betrokken school voor militaire doel
einden is in gebruik genomen. Zoo noodig
ware indien het bijzondere scholen betreft,
met de schoolbesturen in overleg te tre
den, opdat de aanvrage tijdelijk worde
ingetrokken. Indien verdere behandeling
niet noodig is, ware hiervan ten spoedig
ste aan mij mededeeling te doen.
Wat betreft besluiten, welke binnen een
bepaalden tijd, door uw college moeten
worden goedgekeurd, ware met het ge
meentebestuur in overleg te treden omtrent
eventueele intrekking dier besluiten.
Ik moge uw college verzoeken, de be
trokken gemeentebesturen met het voren
staande in kennis te stellen. De regeering
zal. het voorts op prijs stellen, indien uw
college een overeenkomstige gedragslijn
zou willen volgen ten aanzien van onder
dezelfde omstandigheden ingediende be
sluiten, welke aan de goedkeuring van uw
college' zijn ondervonden.
Bij twijfel of de behandeling van een
bepaalde zaak op grond van het voren
staande al dan niet is opgeschort, zoude uw
college dan wel het gemeentebestuur zich
telefonisch in verbinding kunnen stellen
met het hoofd van het bureau financiën
der afdeeling binnenlandsch bestuur van
mijn departement, den hoofdcommies N. A.
Nap. Dit ware echter zooveel mogelijk te
bespreken.
De Oranje via de Kaap naar Indië. -
Bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland
is van het m.s. Oranje bericht binnengeko
men, dat het schip bij de Canarische eilan
den is gearriveerd.
De Oranje zal de reis naar de Oost voort
zetten via de Kaap.
De regeeringspersdienst deelt mede, dat
van de Britsche regeering antwoord is
binnengekomen op de nota der Nederland-
sche regeering met betrekking tot het zich
bewegen van Britsche legervliegtuigen
boven Nederlandsch grondgebied in den
nacht van 3 op 4 September j.1. In dit
antwoord deelt de Britsche regeering
mede, dat deze aangelegenheid, welke zij
beschouwt als een kwestie var» het aller
grootste belang .onmiddellijk en grondig
is onderzocht door de Britsche luchtvaart
autoriteiten.
Als resultaat van dit onderzoek
is de Britsche regeering tot de
overtuiging gekomen, dat op den
heenweg niet één Britsch vliegtuig
over het grondgebied van Neder
land vloog. Geen enkel Britsch
vliegtuig is op den heenweg over
de zuidelijke route gevlogen en de
Britsche luchtvaartautoriteiten
zijn derhalve tot de overtuiging
gekomen dat vliegtuigbewegingen
boven Limburg in de richting van
Duitschland alleen betrekking
kunnen hebben op de luchtmacht
van een andere mogendheid.
Als resultaat van een grondig nauwkeu
rig onderzoek is echter gebleken, dat één
Britsche piloot, die verder dan de ande
ren in Duitschland was doorgedrongen, in
strijd met zijn opdracht, over Nederland
(ongeveer in de richting van Amsterdam)
terugkeerde ,als gevolg van tekort aan
benzine. De Britsche regsering heeft in
verband daarmede jegens de Nederland-
sche uiting gegeven van haar diep leed
wezen over deze schending der neutrali
teit van ons land. De Britsche regeering
is vastbesloten alles te doen, wat in haar
vermogen ligt om herhaling van een der
gelijke gebeurtenis te voorkomen. Met dit
doel zijn en zullen aan de Britsche piloten
de strengste voorschriften worden ge
geven.
Naar \vü vernemen, heeft het
stoomschip „Breedijk" van de
HollandAmerika Lijn heden
nacht de geheele bemanning van
het getorpedeerde Engelsche
tankstoomschip „Kennebek'' op
gepikt. Alles is wel aan boord. De
bemanning bestond uit 32 man.
BEZOEK AAN MILITAIREN.
Regeling van de spoorwegen.
Op Zondag 10 September zullen de Ne-
derlandsche Spoorwegen autobussen laten
rijden van en naar de stations Harder
wijk, Amersfoort en Apeldoorn voor be
zoeken aan de militairen, gelegen in de
omgeving van Nijkerk, Putten en Ermelo-
Veldwijk.
Deze autobussen zullen 's morgens aan
sluiting geven op de treinen, welke aan
komen te Amersfoort om 10.14 en 12.14
uur uit het Noorden ,te Apeldoorn om 9.36
en 11.36 uur uit Twente en te Harderwijk
om 9.53 en 11.53 uit het Noorden.
's Avonds geven de bussen aansluiting
op de treinen, welke vertrekken van
Amersfort om 19.42 en 21.42 uur naar he
Noorden; van Apeldoorn om 20.i9 en
22.19 uur naar Twente en van Harderwijk
om 20.04 en 22.04 uur naar het Noorden.
De spoorkaartjes zijn op deze autobus
sen geldig.
In enkele Duitsche bladen woidt het
voorgesteld, als zou onze neutraliteit bij
herhaling geschonden zijn door vluchten
van Britsche vliegtuigen over Nederlandsch
grondgebied, waartegen Nederland zich
onvoldoende zou hebben geweerd.
Tegenover deze niet op feiten
steunende bewering kan op grond
van inlichtingen van gezagheb
bende zijde gesteld worden, dat
slechts één dergelijke neutrali-
teitsschending is komen vast te
staan, en dat, naar aanleiding daar
van, zooals van regeeringswege
onmiddellijk is bekend gemaakt,
aanstonds een stap bij de Brit
sche regeering is gedaan, terwijl
vervolgens, zoodra bewijsmate
riaal beschikbaar "was, overleg
ging daarvan heeft plaats gehad.
Het betrof een of meer Britsche vlieg
tuigen, welke op den terugweg van
Duitschland, waarheen zij ziel begeven
hadden met het doel er pamfletten uit te
werpen, over onze grens zijn gekomen. Zij
vlogen bij bewolkten hemel, weshalve er
niet op kon worden gevuurd.
De opperbevelhebber van land en zee
macht brengt het volgende ter kennis van
het Nederlandsche publiek:
Gedurende de laatste dagen is het weder
voorgekomen dat militairen zich langs de
openbare wegen posteeren, met het kenne
lijk, meestal door armgezwaai verduide
lijkt doel, om de aandacht van passee-
rende automobilisten te trekken en door
deze in hun voertuig te worden medegeno
men.
Een dergelijk optreden is niet overeen
komstig de waardigheid van den militai
ren stand, schadelijk voor het aanzien van
de weermacht en niet vereenigbaar met een
goede krijgstucht.
In verband hiermede bepaalde de mi
nister van defensie reeds bij aanschrijving
van 4 September 1933, Hé afd. a. no. 33, dat
het aanwenden van dergelijke pogingen tot
mederijden verboden is.
Afgescheiden van de maatregelen, welke
van de zijde der troepen-commandant wor
den genomen om op een stipte naleving van
vorenbedoelde verbodsbepaling orde te
te stellen, wordt een dringend beroep ge
daan op het publiek, om aan verzoeken
van militairen om mede te mogen rijden
geen gevolg te geven.
JEUGDHERBERGEN GROOTENDEELS
GEOPEND.
De Nederlandsche Jeugdherberg Cen
trale te Amsterdam verzoekt ons mede te
deelen, dat in tegenstelling tot de bij som
mige trekkers bestaande meening, het
meerendeel der Nederlandsche Jeugdher
bergen geopend is. De Nederlandsche
Jeugdherberg Centrale, Tulpstraat 46 te
Amsterdam geeft hierover gaarne elke ge-
wenschte inlichting.
O.a. zijn normaal geopend de jeugdher
bergen te:Petten, Bakkum, Heems
kerk, Noordwijkerhóut, Oostvoorne, Rot
terdam, Amsterdam, Texel en Wierin-
gen, Blaricum, Kortenhoef, Gouda
Reeuwijk, Gorinchem en Ginneken, om
slechts die in de nabijheid der groote ste
den te noemen. Ook in het Oosten en
Zuiden des lands zijn verschillende jeugd
herbergen normaal geopend. Aanmelding
vooraf op korte termijn blijft echter
wer.schelijk.
Parlement.
De behandeling van de invoernoodwet
in de Eerste Kamer is gistermiddag ook
heel vlot gegaan. Om twee uur kwam onze
Senaat bijeen in openbare vergadering,
een kwartier later zat ze in de afdeelingen
en nog drie kwartier later werd de
openbare vergadering heropend; ze duurde
slechts 10 minuten en toen was de zaak in
kannen en kruiken. Het spreekt vanzelf
dat de leden van de Eerste Kamer het met
de tusschen den minister en de Tweede
Kamer omtrent deze aangelegenheid ge
wisselde stukken, vooral na de door den
bewindsman getoonde tegemoetkoming ge
makkelijker had dan de leden aan de
overzijde van het Binnenhof. Het verslag,
dat de griffier voorlas was dan ook kort
en het mondelinge antwoord van ministei
Steenberghe eveneens. Het bleek dat vrij
wel dezelfde punten als den vorigen dag
de aandacht van dezen tak der Volksver
tegenwoordiging hadden gehad.
De minister bleef echter vast houden
aan zijn meening dat de in te stellen ad
viescommissie geen speciale vertegen
woordigers van arbeidersorganisaties of
van coöperaties behoeft te tellen, hetgeen
niet wegnam, dat deskundigen op dit ge
bied van die adviescommissie deel zullen
kunnen uitmaken.
De minister herhaalde, dat hij naar zoo
groot mogelijk contact met het bedrijfs
leven zou streven, maar om dadelijk een
misverstand uit den weg te ruimen wees
hij erop, dat men die adviescommissie niet
als een uitvoeringsorgaan moet beschou
wen. Anderzijds poogde hij ook weer onge
rustheid weg te nemen met b
overheersching van het ambtS^ tot
ment, waarvoor sommige lPa Jke elP
het verslag, beducht waren- d<T' bliiW
hoefde men niet te koesteren Vrees be
Niemand vroeg, nadat de in
gesproken had, het woord en ter u>t-
evenals aan de overzijde van gitl<!
hof, het wetsontwerp onder <j Al
door. en hatnej
In den aanvang der vereaH»--
mr. J. C. A. M. van de Mortel <rl
de vacature van wijlen den
Kamer, jhr. mr. van Sasse van It ^r
vult, geïnstalleerd. Binnenkort w VtN
nog ecfi verandering, maar nu i*0?1 «r
fractie, als dr. de Vlugt, Amsterdam6
gemeester, die bedankt heeft, moet
vervangen. Deze week is de hea w.ó,r4*n
van den heer de Vlugt ingekomen
in werd medegedeeld, dat drukke W4ar*
zaamheden hem tot het vragen v W*rb*
slag noopten. Geen wonder! Het*!! °nt"
meesterschap van de grootste staH ge"
lands, op zich zelf al waarlijk Been -i*es
cure, vergt in een tijd als dezen enorm
Dr. H. Colijn, de oud-minister.p^wVet
zal deze Kamervacature bezetten- -
buitenlandsche reis voorloopig torhU
door kan gaan, stelt hij zich weer"'61
's lands dienst. Evenzoo doet oud-mim
WHHp Hip prhfpr in rlza t,..».., njBter
de Wilde, die echter in de Tweede Ka
terugkeert. Hier maakt de heer Botter™
pas herkozen als wethouder van Utrecht
voor hem plaats. Deze anti-revolutionnalV'
afgevaardigde, destijds ook bij een tu
schentijdsche vacature in de Kamer g
komen, vond het van den aanvang af i
moeilijk beide functies te combineeren. H
moest dan ook nog al eens in de stad liw
inwoning blijven. Veel sprak hij niet fa de
Kamer, maar als hij het deed had tón
deskundig woord ook het oor van dé leden
Intusschen zijn bekwame mannén als
de heeren Colijn en de Wilde zeker in
dezen tijd in onze volksvertegenwoordiging
welkom!
BEVEILIGING GOUDSCHE GLAZEN
TEGEN OORLOGSGEVAAR.
Teneinde de Goudsche kerkglazen,
kunstwerken der zestiende en zeventiende
eeuwsche glasschilders o. m. de gebroeders
Dirk en Wouter Crabeth tot de voor-
naamsten worden gerekend, tegen oor
logsgevaar te beveiligen, hebben de kerk
voogden der Ned. Herv. Gemeente in
samenwerking met de vereeniging Cra
beth en met den steun van rijkswege, be
sloten de vensters van historische en
kunstwaarde uit de St. Janskerk te nemen
en deze gedurende de oorlogsperiode te
doen vervangen door blank glas. De
beroemde kerkglazen worden in paneelen
in kisten verpakt, welke van duidelijke
vermelding van den inhoud worden voor
zien en op verschillende veilige plaatsen
geborgen, waar gevaar voor vernietiging
of beschadiging onmogelijk is, dan wel
het geringst kan worden geacht.
PRIJSOPDRIJVING VAN VERDUISTE
RINGSPAPIER.
Een firma op het Nassauplein te Den
Haag kocht verduisteringspapier in tegen
den gebruikelyken prijs van 25 cent per
rol (een rol is 10 meter lang en een halve
meter breed). De firma verkocht dit papier
aan een in hetzelfde huis gevestigde andere
firma, (de eerste heet: copieërinrichting
Climax en de tweede propagandabureau
voor gasmaskers) voor 0.50 per rol. De
tweede firma verkocht het papier tenslotte
aan het publiek voor 0.75 per rol.
De politie heef procesverbaal opgemaakt
en het papier, dat in voorraad was, in be
slag genomen. Gebleken is, dat de beide
firma's in wezen 'n enkele firma vormden.
Naar de prijzen van de andere artikelen,
stelt de politie nog een onderzoek in.
VOORSTEL-VAN HOUTEN TOT WIJZI
GING DER LEERLINGEN8CHAAL.
Blijkens het voorloopig verslag over het
voorstel van wet van den heer van Houten
tot wijziging van de artikelen 28 en 161
der Lager Onderwijswet 1920, gevoelde
men voor de indiening van dit voorstel
schier algemeen weinig waardeering.
De regeering meent, dat de hiervoor
benoodigde middelen ontbreken. Men kin
het met deze opvatting der regèêring
eens of niet eens zijn, vast schijnt toch wel
te staan, dat de regeering er niet aan «m
medewerken, dit voorstel, al ware hét
door de beide Kamers aangenomen, tot
wet te verheffen. Ook de voorsteller lal
zich dienaangaande wel weinig illusies
gemaakt hebben. Dit zoo zijnde, kon men
in dit voorstel bezwaarlijk een ernstig
bedoelde poging zien om tot verlaging van
de leerlingenschaal te geraken. De voor
steller had zijn klaarblijkelijk doel, een
uitspraak der Kamer over de wensche-
lijkheid van herziening, evengoed kunnen
bereiken door indiening van een motie;,-
Reeds op grond van deze overweging»
gaf men vrij algemeen den voorsteller in
ernstige overweging, zijn voorstel in te
trekken. Deed hij dit niet, dan achtte men
verwerping van dit voorstel buiten
twijfel.
Vele leden stelden voorop, dat
zij geen oogenblik zouden aarze
len hun stem uit te brengén
vóór een regeeringsvoorstel van
soortgelijken inhoud als in dit
initiatiefvoorstel is belichaamd.
Voorzieningen betreffende de grens
bewaking. - Ingediend is een wetsontweip
tot wijziging van de wet van 10 J»nU*rl
1920, houdende nadere voorzieningen be
treffende de grensbewaking.
Geen benepenheid. (Wat een
gestrande Amerikaan van
Holland in den oorlogstijd
verwachtte).
De vorige week, toen er nog geen zeker
heid was over oorlog of vrede, vertelde ik
U van dien lakonieken gestranden Ameri-
gaan, die vijf en twintig jaar geleden in die
eerste verwarring, terugkeerende met zijn
familie uit wat toen nog St. Petersburg
heette, plok voor plok zijn acht en twintig
stuks koffers en valiezen, zijn vrouw, zijn
auto, zijn zoon en de kamenier, den chauf
feur-huisknecht, en 't laatst zijn zeventien
jarige dochter was kwijt geraakt. Volkomen
evenwichtig was hij overtuigd: mijn ver
wanten komen wel'terecht, want daar zijn
Ze Amerikaansch-zelfstandig genoeg voor.
Maar zijn eenige doel was om nu zoo gauw
mogelijk terug te keeren naar zijn fabrieken
in Philadelphia en door een vermeerderde
productie te profiteeren van den warboel in
Europa. Want: „voor Amerika hebben de
Europeesche kanonnen nu immers de gou
den eeuw ingeleid".
Ik trof hem, maanden lang vóór zijn
rechtmatige beurt als een van die duizenden
gestrande Yankee's, den avond voor de uit
vaart op het promenadedek van het Neder
landsche schip naar de met mijnen be
strooide en door duikbooten door-aasde tot
sluipmoord gedoemde zeeën. Hij lag er zoo
rustig op zijn dekstoel, als een rijkaard op
zijn eigen jacht in vredestijd. Zoo kwam
hij mij te spreken over zijn verwachtingen
in den oorlog van het kleine Holland, baker
mat van zijn voorouders immers, waarin
hij een schier kinderlijk genegen vertrou
wen stelde. En uit de geschiedenisboeken
had hij zich de illusie gevormd, dat ons
landje nooit grooter en machtiger aan de
wereld verschenen was dan juist onder de
rampen van den oorlog en daarna.
„Omdat" zoo meende de nu waarlijk in
vervoering geraakte Amerikaan „omdat
dit goede land immers voet voor voet en
door de tijden heen ontworsteld is moeten
worden aan, en steeds dóór verdedigd tegen
den aan alles overmachtigen vijand: de zee!
Een gestadige kamp van kleine, maar dap
pere, volhardende, schrandere menschen,
tegen golven, stormen en springvloeden.
Een aanhoudend belegd, door tegenweer en
versterkingen dag aan dag getrotseerd,
dat heeft dit volk van de lage landen ge
traind in waakzaamheid, maar ook in rustig
vertrouwen op eigen kracht. Want deze
vijand dreigt immers onophoudelijk langs de
langste lijnen van uw grens, langs de kust.
Om van uw prachtige koloniën té zwijgen;
die zoo zeldzaam bewust beheerschte nume
rieke overmacht, hoewel alle groote mo
gendheden deze wingewesten aan die kleine
natie benijden, niet waar?
En zoo warempel, als aangrijpend voor
beeld van Hollandschen heldenmoed, kwam
nu óók het sprookje van Pietje van Haarlem,
die in den zeedijk een gat had bespeurd
waardoorheen het zeewater ons heele land
zou hebben verzwolgen, als niet de veertien
jarige Pietje zijn duim had gehouden in
het gat, tot hulp kwam-opdagen.
Maar met dit al gaat er tóch een heilzame
invloed uit van een vreemdeling, die, in
zulke benarde tijden, van ons de voortzet
ting verwacht van traditioneele volksdeug
den, al voelde ik mij, tegenover zóó'n
idialiseerend geloof, nog wel een tikkeltje
beschaamd, omdat ik, zwervende onder de
Hollandsche menschen, ook in dien tijd, uit
hun doen en laten nog wel eens minder on
baatzuchtige en heldhaftige indrukken op
deed.
Natuurlijk zweeg ik hierover. Trouwens,
de afstammeling sedert drie eeuwen van ons
voorgeslacht liet mij in zijn opgetogenheid
niet aan 't woord.
,Dus: door heel uw historie altijd bedreigd,
altijd waakzaam, krachtig door innerlijke
rust, met een volhardende werkzaamheid,
waardoor uw handel en nijverheid vaak ge
duchte mededingers zijn geweest op de
nJprirma"kt'.,wnardoor uw schoone kunsten
geeerd worden, uw mannen van
zeevaart T "n de SpiU ziJn-
zeevaart voor t oogenblik weer de eeni
ge toeverlaat is van al die gestrande Ame
rikanen om huis toe te komen
„Mij dunkt, in zulke critleke tijden als
nu, gelegen midden tusschen de oorlogvoe
rende partijen als maar een klein brokje on
zijdige grond, moet het een zegen zijn te wo
nen in een land, dat zóó historisch gewend
is aan tegenspoed en gevaar, dat altijd
vecht om zijn zelfstandig bestaan tegen de
overmacht van de zee te handhaven en er
bovenop blijft. Dat stoere zelfvertrouwen
temidden van al dit dreigends, waarin de
Hollanders opgegroeid zijn van geslacht op
geslacht, dat waakzaam wezen en voort-
werken, opgewekt en ondernemend wat
moet 't weldadig zijn om juist nu die ern
stige, beproefde volkskracht overal om u
heen te gevoelen. En trouw en eerlijk aan
deze traditie zal uw kleine, dappere land,
met die onvervaarde menschen des te ster
ker uit den stalenden brand te voorschijn
komen. Want in alle richtingen is het juist
voor zóó'n volk nu de tijd om waakzaam te
zijn tegen schending van zijn zelfstandig be
staan, maar inmiddels tevens voortvarend
z'n kansen waar te nemen en groote dingen
te doen. Als ik geen burger was van de
Vereenigde Staten, zou ik nü Hollander
willen wezen, om mee te doen
Hoe zeer gevleid, voelde ik mij tegenover
al deze verwachtingen tóch 'n beetje on
zeker. Hierom ben ik dan ook maar wat eer
der van boord gegaan; den Amerikaan latend
in zijn illusies. Ik heb hem een veilige thuis
komst gewenscht, een gelukkig weerzien van
zijn familie, èn, om niet te vergeten: voor
spoed in zijn zaken! Maar ik nam mij meteen
voor, om te gelegenertijd zijn vertrouwen
op den aard en den geest van ons volk in
deze gruwzame en zorgelijke periode
wat wijder ruchtbaar te maken. Wel volko
men onbewust van de wenschelijkheid om
dit alles een kwart eeuw later nog eens
weer te herhalen, overtuigd dat het ver
nemen van de goede en groote dingen, die
een clever man van ons verwacht, een aan
sporing zijn kan, om deze verwachtingen
niet te beschamen.
En toen ik laat naar mijn bed ging, en
toch wel onrustig in verbeelding de triom
fantelijke uitvaart van dat machtige schip
uit de veilige omarming van de pieren volg
de naar het dreigende verraad van den nacht
over zee, die de haatdragende menschen zich
hebben verstout tot een bondgenoot te ont-
eeren, toen kon ik toch den slaap niet vat
ten, omdat 't alles immers zoo gruwzaam
ontmoedigend was. Allerlei gedachten warden
er voorts door mijn hoofd over wat ik zooal
had waargenomen van de stemming, van den
geest in ons landje, dat vaak toch ook wel
in volkomen strijd was met de voorstellin
gen, die deze Amerikaan van Hollandschen
stam zich naar het richtsnoer van zijn ge
schiedenisboeken van ons maakte.
U bedenke, wat ik hier weergeef, heb ik
vijf en twintig jaar geleden geschreven:
Heel zeker. Er is reden te over voor dank
baarheid en oprechte bewondering. Wie
maar een flauw vermoeden heeft v^n de
moeilijkheden, die daar allereerst onze
regeering dag aan dag te overwinnen en te
omzeilen krijgt, om Nederland voor rampen
te behoeden voor in onze neutraliteit tóch
nog internationale conflicten, voor zware
ontberingen, ja, misschien wel voor honger
bij een langen duur van ons isolement, mid
den in den oorlogsbaaierd, wat onze mi
nisters, met een koel hoofd, op grond van
kennis en ervaring, aan vaak zeldzaam ver
nuftige maatregelen van waarachtige staat
huishoudkunde treffen, om 't ontredderde
raderwerk van het economische leven wem-
zoo goed mogelijk op gang te helpen - hij
zal met eerbied getuigen van hun toewijding
aan het gemeenebest en hun organiseerend
plent prijzen al zijn dan, in den eersten
tijd vooral, haperingen onvermijdelijkheid
En wat al voorbeelden zijn ons bekend
van mannen en vrouwen, die, bezield door
den oud-Hollandschen geest, zich door de
schrikwekkende gebeurtenissen om ons heen
alleen maar lieten opwekken om sterk en
welberaden leiding te geven bij 't redding-
werk, zij t dan vooral onder de slacht-
offers van de plotselinge débacle in het
maatschappelijk bedrijf, zij het lot hulp van
de duizenden vluchtelingen die (verjaagd
door het b nnenrukken van het Duitsche
leger n België) over onze grenzen de tradi
tioneele gastvrijheid komen zoeken
Zoo zijn er dan cok hier waarlijk helden
daden verricht, als is 't dan, Goddank, ma.
van wapengeweld Daden van volkomen
zelfverzaking en stoïsche wijsheid in tijden
van paniek, waardoor ons volk wel vaak
prachtig gediend is. En uit alle rangen van
de samenleving zijn deze dapperen plotse
ling naar voren gekomen.
Ook de Hollandsche ondernemingsgeest is
.veelal onverzwakt gebleken temidden van
de grootste verwarring, van de drukkendste
beduchtheid. Hoevelen hebben er in bewon
derenswaardige evenwichtigheid hun ®®Hen
kranig voortgezet door den chaos van nv*1
lijkheden heen? Hebben de bakens verw
naar 't zoo woest verloopende tU, en da
van koopmanschap verricht, die zelfs onz
Amerikaan een glimlach van voldoe»
zouden geven? >r
Maar: den een z'n dood is den and
brood. Mercurius is nu eenmaal niet I
menteel en voor den handel, vooral
logstijd, geldt blijkbaar een andere m
dan voor de zuiver idëeele verhouden
tusschen de menschen. Een „moraa
die bij argelooze leeken, juist nu, w
de vraag doet rijzen of 't, ter v°?rkom djt
misverstand, niet beter zou zyn v°ver,in.
begrip nu maar een ander woord e .0(jen
nen. Want dat de handelsgeest in P
van ramp en gevaar soms ontaard ^et
zucht, in baatzucht, t e n k o s e souden
algemeen, dat die bastaard van ^„gen
huize zich niet ontziet de kwa e yer.
voor de gemeenschap geweten-den v°rm
grooten, ook hiervan getuigt, W jor)gste
van een waarschuwing, 7-e'^s •nBewijden'
troonrede, getuigen, voor de i veftfgei',
sommige pijnlijke maatregelen va ^en
die de overheid- wel gedwongen vjjènd
dezen roekeloozen binnenlandse»™
te nemen,m»3'"
En zoo zou een overzicht van 0„ribSs"
schappelijke handelingen in r „gen
tijd in een reeks van kUU^' toj gliin-
te teekenen, van heldhaftig ^gidsd'S5
moedigheid en lafheid, p.0l8iri« '°e'
altruïsme tot aan 't niisdadigs |t)(en>
Maar juist over die tufche"iddenf
waardoor uiteraard de bi'ce e a4„g«du'
die niet graag kleur beike gepteiflk
wordt, daarover heb ik t°®n ^at rrtj#
1914 nog mijn woordje gezegd
Ujkerwijs ook nu weer van P benepenhe
vond jc de kleinzieligheid' doelde; in
waarop ik in het opschi uU#n n
zaten ze bij de pakken nee ^g|1 vr
doodsnood. En: vroren z®
ik
dus
ze dood. Wnde „.ik
Voor den volgenden ke® gveri ls
graag nog een en ander clI begln V^,,
zeggen, de moraliteit bu gJ. v0ot (e
vorigen oorlog. Mogelijk jetB
houding in dezen nieuwe
leeren. NgdrUk V»**»