fyeede Kamer over ontwerp
wijziging L.O.-wet.
Tal vari wenscheri naar voren
gebracht.
pe leerling«nsehaal dient
De postdienst te velde.
Slachtoffers der „Willem van Ewijck"
te Den Helder herdacht.
blad
Binnenland
verlaagd.
Vele moeilijkheden werden
overwonnen.
Wet gebruik vervoer
middelen 1939.
Nota aan de Tweede
Kamer.
Kransleggirig namens de Koningin.
„Voor her» die vielen".
De Fransche contrabande-
lijsten.
pERDE
ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 11 SEPTEMBER 1939.
het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het wets
ontwerp wijziging van de lager
0 jjswet 1920 en van artikel
onderwij 7
49 der wet van 22 Mei
wordt het volgende ontleend:
ieden betwijfelen ,of de re-
S°Twel beleidvol heeft gehandeld door
*ee"nln generale herziening van de
^onderwijswet waarvan zij de urgen-
konden inzien, aan de orde
1 Vele andere leden meenden, dat de
Jr onderwijswet 1920 m menig opzicht
Sning behoeft. De indiening van dit
Sntwerp had dan ook hun instemming.
Verschendene leden gaven als
hun oordeel te kennen, dat, zoo er
iets is in de lager-onderwijswet
1920, wat dringend wijziging en
verbetering behoeft, het zijn de
leerlingenschalen voor het lager
en uitgebreid lager onderwijs en
de mogelijkheid, dat door zooge
naamde kweekelingen met akte
tegen geen of een veel te geringe
vergoeding een volledige onder-
wijzerstaak wordt vervuld.
Zij drongen er krachtig op aan, dat deze
herziening van de lager-onderwijswet 1920
benut zal worden om de hierbedoelde ver
beteringen aan te brengen. Een leerlin-
genschaal voor het lager onderwijs, kort
heidshalve aan te duiden als de 35-45-
schaal, achtten zij een bescheiden, maar
dan ook volstrekt noodzakelijken stap om
tot verbetering te komen. Voor het uitge
breid lager onderwijs zou dan aanvanke
lijk met een 28- of 29-schaal kunnen
worden volstaan.
Dat er voor deze verbeteringen geen
geld zou zijn, kon men niet aanvaarden,
aangezien de regeering blijkbaar geen
bezwaar had tegen voorstellen tot het doen
van uitgaven, waarvoor tot voor kort
evenmin geld beschikbaar scheen te zijn.
Als voorbeeld noemden deze leden het
voorstel om voor de tweede helft van 1939
ifmillioen beschikbaar te stellen voor
uitbreiding van werkkampen, enz., regis
tratie van de jeugdwerkloosheid en invoe
ring van een staat-van-dienstboekje. Naar
tan oordeel moet een maatregel als ver
betering van de leerlingenschalen, welke
een duizenden werkloozen bij het onder
wijs werk zou verschaffen en bovendien
het onderwijs zou verlossen van het door
ieder erkende ebvel der te groote klassen,
ten minste even urgent worden geacht.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat de financieele toestand niet toelaat,
voor de door bovenbedoelde leden bepleite
.„inden thans gelden beschikbaar te
stellen.
ycle leden drongen aan op een zoodanige
'JZ'gmg van artikel 22 bis, dat komt vast
twsJ/fH'vj 1 6611 eenmaal OP grond van het
e tid genomen beslissing ten aanzien
van een vóór 1 Juli 1937 geopende school
niet ieder jaar behoeft te worden her
nieuwd, maar blijvend van kracht zal zijn.
Naar de stellige overtuiging van verschei
dene dezer leden heeft het nimmer in de
bedoeling van de z.g. concentratiecommis
sie gelegen ,dat dit lid zoo zou worden uit
gelegd en toegepast als de kroon thans
doet.
Nu de minister in het ontwerp er naar
streeft, de wachtgeldregeling voor de on
derwijzers zooveel mogelijk te doen aan
sluiten bij die voor de rijksambtenaren,
drongen verscheidene leden er op aan, dat
eenzelfde gedragslijn zal worden gevolgd
ten aanzien van een uitkeering aan de
nabestaanden van een onderwijzer.
Verscheidene leden vroegen, in artikel
205 een bepaling op te nemen, krachtens
welke de schoolbesturen van alle besluiten,
door den gemeenteraad ter uitvoering van
dit artikel genomen, bij gedeputeerde sta
ten in beroep kunnen komen. De practijk
leert, dat aan een ruimer beroepsrecht be
hoefte bestaat.
Verscheidene leden vroegen hoe de re
geering denkt over een dwingend voor
schrift tot het instellen van een ouder
raad, indien in een gemeente drie of meer
oudercommissies bestaan. Deze leden stel
den de vraag, of niet de mogelijkheid moet
worden geopend, dat de ouderraden zich
vereenigen tot een centralen ouderraad.
Tegen het voorstel tot invoeging in ar
tikel 55 bis van een nieuw lid 1 bis had
den verscheidene leden ernstig bezwaar.
Nadat eindelijk bij de wet van 22 Mei 1937
voor de bijzondere scnoolbesturen de re
geling is getroffen, waarop reeds door de
staatscommissie-Rutgers was aangedron
gen en waardoor het voor de besturen
mogelijk is geworden de tering naar de
nering te zetten en niet meer zooals voor
heen voor financieele risico's te staan, zou
de toen verkregen verbetering weer groo-
tendeels ongedaan worden gemaakt.
Verscheidene andere leden betuigden
hun instemming met de grondgedachte van
het voorgestelde lid 1 bis.
Zij hadden, evenals de vorigen, bezwaar
tegen het feit, dat niet is bepaald binnen
welken termijn het leerlingenbedrag door
den gemeenteraad moet worden herzien.
Vele leden waren van oordeel, dat de
verhoudingsgetallen voor het u.l.o., zooals
deze ingevolge het eerste lid van artikel
57 gelden, onredelijk zwaar zijn.
Verscheidene leden drongen aan op een
zoodanige wijziging van het zevende lid
van artikel 89, dat de vakonderwijzers, die,
vóór dat zij den leeftijd van 65 jaren heb
ben bereikt, of het tijdvak, waarvoor zij
zijn aangesteld ,is verstreken, anders dan
op eigen verzoek worden ontslagen, van
dat ontslag in beroep kunnen komen bij
de commissie van beroep, waarbij de school
aangesloten is. Naar de meening dezer le
den is de tijd thans rijp om de rechts
positie der vakonderwijzers te waarborgen
Sommige leden achtten het wenschelyk,
dat voor den diensttijd van drie jaren,
noodig om tot hoofd der school benoemd
te kunnen worden (artikel 192, eerste lid),
ook diensttijd als zelfstandig werkende
kweekeling met akte meegeteld mag wor
den.
nen?U7;t/enc'u'zen^e.n Nederlandsche man-
elemonf gemobiliseerd, is er een nieuw
veldpost °men den Postd'enst: de
ïesDoniW? "^gesloten voor de cor-
raalen ^mobiliseerden den nor-
Plaats Jj te gebruiken, in de eerste
dorpen soldaten vaak niet in
Vooral onir S gelegerd zijn, maar
van het mJa °,mdat de oorlogsopstelling
mas wor^ erlandsche leger niet bekend
De Z, gemaakt-
Zeer traao.°Sjdiens* werkte aanvankelijk
Worden aan enen.' d'e hij de veldpost
in staat h, gGj.e^d zÜn in vredestijd nooit
Hen; er behoorlijk te beoefe-
dikwijls ons omzettend veel geschreven,
«en adres na geadresseerd, terwijl vaak
°uderd Wa. enkele dagen weer ver-
Plaatsinppr, fn2®v°lge van troepen ver
ken moesten •J ienduizenden poststuk-
V'wden verwed6" kortst mogelijken tijd
nieu\ve rKt> omdat iedere zending
^an deze weetn;aayb/engt- In den loop
ve? achterstand dan °°k pas gelukt
brieven in te hale"* distr^utie der
De Moe de veldpost werkt.
aatl haardnn,? etn krief, die een moeder
-batenijf 1 is als volgt:
aannemen. Hat h*
t,o brief eaat °°rts veldpost.
z!W°ne Postkant111 bUS €n komt op het
biet waar het °°rj terecht. Daar weten
n>e Postkant°nderdeel ligt- Van het
VeJ ket hoofd _c °r gaat dan de brief
he» st te Den uPeditiekantoor van de
onderdeel tn* ^ag' Daar ziet men dat
naav het lltl verleger behoort,
exPeditiekantoor veldleger,
I daar weten ze tot welk legercorps het
i onderdeel behoort, dus vandaar naar het
veldpostkantoor van het legercorps en
vandaar per auto naar het onderdeel.
Heeft nu de moeder op het adres be
halve veldpost ook nog „veldleger" ver
meldt (wat geoorloofd is) dan gaat de
brief van het gewone postkantoor dadelijk
naar het expeditiekantoor van het veld
leger en wordt het hoofd-expeditiekan-
toor overgeslagen.
Heeft de moeder er ook nog het „leger
corps" op vermeldt, dan wordt ook het
expeditiekantoor van het veldleger over
geslagen en gaat de brief van het gewone
postkantoor dus dadelijk naar het veld
postkantoor van het legercorps. Hieruit
zien wij reeds van hoeveel belang het is,
dat de zoon een zoo volledig mogelijk
adres opgeeft; evenwel zonder plaats
naam te vermelden.
INUNDATIE-WERKEN IN UTRECHT.
De regeeringspersdienst meldt:
Teneinde de inundatie-mogelijkheden
waarover ons land beschikt te allen tijde
en met name met het oog op den huidi-
gen waterstand te verzekeren, worden
maatregelen genomen om, met den ge
ringst mogelijken overlast voor de betrok
ken burgerbevolking, een kom van gerin
gen omvang in de provincie Utrecht met
water te vullen.
WELDRA EEN UUR STILTE IN DEN
OMROEP.
Spoedig zal de regeering een besluit uit
vaardigen, waarbij de Nederlandsche radio
zenders gedurende een uur per dag zullen
worden stilgezet. Het ligt, zoo verneemt het
Vbld., in de bedoeling de zender Jaarsveld
's morgens van 11 tot 12 uur en de Hilver-
sumsche zender van 10 tot 11 uur te doen
zwijgen.
Deze „stille uren" zijn noodzakelijk om de
zendinstallaties na te zien en te herstellen;
ten dienste der luchtverdediging werken de
zenders thans 24 uur per etmaal.
Verschenen is een nota van de ministers
van waterstaat, defensie, binnenlandsche
zaken en economische zaken naar aanlei
ding van het verslag der Tweede Kamer
nopens het wetsontwerp regelen met be
trekking tot het verzekeren in geval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten
gewone omstandigheden van een doelmatig
gebruik van vervoermiddelen in het be
lang van de volkshuishouding. (Wet ge
bruik vervoermiddelen 1939).
Hieraan wordt het volgende ontleend.
Gaarne wordt erkend, dat de regeering
thans beter, dan in 1914 het geval was, is
toegerust met bevoegdheden orr. reeds van
den aanvang af leiding te geven aan de
ontwikkeling van maatschappelijke ver
schijnselen, die zonder leiding tot onge-
wenschte toestanden zouden kunnen voe
ren. Zeer uitgebreide bevoegdheden zijn
haar toegekend. Wel zijn er, gelijk wordt
verondersteld, nog enkele lacunes en in
derdaad dient het onderhavige wetsont
werp om in één daarvan te voorzien.
Hoe gaarne de ministers ook,
voor zoover dit van hen afhangt,
aan de Kamer de gelegenheid
bieden tot rustige overweging van
dit voorstel zij kunnen toch niet
verhelen, dat naar hun overtuiging
een spoedige totstandkoming van
de voorgestelde wettelijke rege
ling in 's lands belang zal zyn.
Het doel van dit wetsontwerp is, voor
bereid te zijn op moeilijkheden, waarvan
thans de omvang zelfs niet bij benadering
kan worden bepaald, maar die in de
tegenwoordige omstandigheden onver
wacht in een of meer gedeelten van het
land kunnen optreden en dan ernstige ge
varen voor de levensmiddelenvoorziening
en voor andere belangen des volks kun
nen veroorzaken.
Ook thans bezit de regeering algemeene
bevoegdheden, die kunnen worden toege
past op het goederenvervoer, doch deze,
niet in het bijzonder daarvoor geschapen,
brengen veelal meer schade voor het be
drijf te weeg dan voor het doel noodzake
lijk is. Een speciale regeling geeft gele
genheid, soepeler aan te passen bij de
praktijk van het vervoer, die bij het goe
derenvervoer, naar bekend is, geenszins
eenvoudig kan worden genoemd en zich
door vele eigenaardigheden kenmerkt.
De noodwetgeving, die poogt te geven
een sluitend geheel van overheidsbevoegd
heden voor het beheerschen van abnor
male toestanden, bevatte tot dusver geen
regeling, die zich met het vrachtvervoer
afzonderlijk bezig hield, hetgeen eener-
zijds van het regeeringsstandpunt gezien,
een lacune is in het samenstel van bevoegd
heden, en, bezien van de zijde van het ver
voerwezen, niet in overeenstemming is met
de stelling, dat het vervoerprobleem een
vraagstuk is met een eigen karakter.
Voorts merken de ministers op,
dat het wetsontwerp in de eerste
plaats bedoelt, in 's lands belang
zooveel mogelijk te bevorderen,
dat het voor de levensmiddelen
voorziening en voor de voorziening
met andere goederen noodzake
lijk vervoer zoo goed mogelijk ge
schiedt, een en ander met inacht
neming van de eischen van zuinig
heid bij het brandstoffen- en
materialengebruik.
Indien de omstandigheden, door gebrek
aan brandstof of anderszins, dwingen tot
inperking van het vervoer, zal zorg ge
dragen worden, dat zooveel mogelijk aan
iederen ondernemer op zijn beurt naar
billijkheid de verzorging van bepaalde
vervoeren wordt opgedragen.
Een overzicht van de vervoerbedrijven,
met name van die voor vervoer langs den
weg, is nog nimmer verkregen. Dit over
zicht is allereerst noodig. Dit is hetgeen
met de inschrijving wordt beoogd.
Het zal inderdaad op grond van de in
dit ontwerp opgenomen bepalingen moge
lijk zijn aan bepaalde personen de ver
plichting tot rijden of varen op te leggen.
Indien men bedenkt, dat de noodzakelijke
voorziening van levensmiddelen of grond
stoffen op het spel kan rtaan, schijnt het
vorderen van de medewerking van bepaal
de personen een eisch, die in het belang
der volkshuishouding mag en zelfs moet
worden gesteld.
Personenauto's kunnen zoo noodig wor
den ingeschakeld, vrachtvervoer door de
lucht speelt ge enrol. Functionneert het
overige vervoerapparaat onvoldoende, dan
kan het gewenscht zijn ook de paarden-
tractie in te schakelen voor vervoer op
korten afstand.
Over een vervoerscoördinatie voor nor
male tijden zal de Kamer te gelegenertijd
haar oordeel kunnen uitspreken.
ARRESTATIE VAN EEN KOK.
Gisteren vervoegde zich bij de grenscon
trole te Heerlen de 28-jarige Nederlandsche
kok, J. T., die sinds Augustus in Keulen
gewerkt had en nu, door de omstandig
heden gedrongen, naar ons land terug
wilde. Aangezien 's mans signalement be
kend was gemaakt hield de marechaussée
hem aan. Hij is op transport naar Den
Haag gesteld. Voor zijn vertrek naar
Duitschland heeft T. in een winkel op de
Amsterdamsche Veerkade kleeren verkocht
op naam van zijn broer. Behalve aan deze
valschheid in geschrifte heeft hij zich ook
aan diefstal schuldig gemaakt. Hij heeft
namelijk in een logement in Den Haag
eens een pak en een paar schoenen gesto
len. Ook zou hij een auto hebben gestolen.
De man is te Den Haag op het hoofdbureau
van politie in bewaring gesteld en zal voor
den officier van justitie worden geleid.
Nauwelijks waren 24 uur verloopen
sedert de vreeselijke ramp, welke
Vrijdag onze marine trof, of de
koningin gaf openlijk blijk van
haar meeleven in het leed van
haar marine. Bij een korte, maar
indrukwekkende plechtigheid in
de marinestad werd Zaterdag
middag namens de koningin door
haar adjudant in buitengewonen
dienst, gep .schout-bij-nacht, C.
baron de Vos van Steenwijk uit
's-Gravenhage, een krans gelegd
aan den voet van het monument
„Voor hen dien vielen", dat door
de koningin in 1922 op het Haven
plein aldaar onthuld werd, als
nagedachtenis aan de slachtoffers
van de marine gedurende de mo-
„bilisatiejaren 19141918.
Ook bij dit gebeuren bleek weer hoe
nauw de burgerij van Den Helder, die
hier wel de heele bevolking van Neder
land vertegenwoordigde, zich één voelde
met de marine, niet alleen bij verugde,
maar ook in leed. Het groote driehoekige
Havenplein was aan twee zijden ingeno
men door officieren en manschappen van
heel het mijnwezen der koninklijke ma
rine.
De bemanningen van de mijnenleggers
„Willem van der Zaan", de .Nautilus", de
„Abraham van der Hulst", de „Pieter Flo-
risz", de „Jan van Gelder", personeel van
het wachtschip en de nog overlevende be
manning van de „Willem van Ewijck"
stonden daar, de officieren, in ceremonieel
en de korporaals en manschappen in Zon-
aagsch tenue aangetreden op het met zon-
ove* goten plein.
Verschillende manschappen van de van
Ewijck droegen het verband op de bij de
scheepsramp opgeloopen wonden.
Terzijde van de manschappen stond een
klein groepje burgers, de nabestaanden
van enkele slachtoffers Voorts de burge
meester van den Helder, de heer G. Rit
meester en een deputatie van het garni
zoen der landmacht.
Een groote menigte burgers had het
overige gedeelte rond het ruime plein in
genomen. Tromgeroffel kondigde de komst
aan van den vertegenwoordiger van de
koningin,- schout-bij-nacht C. baron de
Vos van Steenwijk, die, vergezeld was van
den marine-commandant, schout-bij
nacht H. Jolles en den chef van den staf in
Den Helder, kaptiein ter zee G. J. van den
Berg met hun resp. adjudanten.
Met de vier eerste maten van „Het Wien
Neerlands bloed" werd de schout-bij
nacht verwelkomd, waarop, nadat de ver
schuldigde eerbewijzen waren gebracht,
de staf muziek het „Wilt heden nu treden"
van Valerius speelde.
Langzaam en plechtig klonk de
muziek over het zonnige plein.
Baron de Vos van Steenwijk leg
de vervolgens een groote krans
van groene laurierbladen en ver
sierd met witte linten van franje,
en een gekroonde W. van goud,
aan den voet van het monumenf,
terwijl hij sprak: „In opdracht
van H. M. de koningin voor
hen, die vielen." 1
Een minuut lang werd hierna een stille
hulde gebracht aan de nagedachtenis van
de slachtoffers van de Van Ewijck, Alle
militairen brachten een eerbiedig saluut.
Daarop nam de marine-commandant, de
schout-bij-nacht H. Jolles, met forsche,
maar bewogen stem het woord ,om de
volgende rede uit te spreken:
„Het is moeilijk in dit oogenblik het
woord te voeren, in tegenwoordigheid van
den geheelen mijnendienst, naar aanlei
ding van den zwarten dag, die gisteren
over Den Helder is gekomen.
Ge kunt u niet voorstellen met wat een
schrik en wanhoop gisteren de droeve tij
ding tot ons kwam: een van Harer Ma-
jesteits schepen van oorlog moest door het
loopen op een mijn verongelukken, met
zich meenemend een dertigtal brave kerels,
die zoo den dood vonden.
Met den grootsten weemoed hebben wij
dat bericht moeten ontvangen. Schout-bij
nacht, gedurende de jaren, dat ik heb ge
commandeerd en nog commandeer, was het
mij herhaalde malen gegeven tegenover
de voor de boeg verzamelde bemanningen
er op te wijzen, hoe bij het vervullen van
hun plicht H. M. onze geëerbiedigde ko
ningin met hen meeleefde en deelde in al
hun vreugde, ook meeleed bij al hun ver
driet. Dat verdreit is nu gekomen."
Het feit, dat het onmiddelijk H. M. heeft
behaagd u af te vaardigen, voor het leggen
van een krans aan den voet van het mo
nument „Voor hen ,die vielen" om aldus
uiting te geven aan haar medeleven met
de ramp, die de marine trof, heeft ons
diep ontroerd. Wij verzoeken u onze zeer
diepe en welgemeende gevoelens van dank
aan H. M. over te brengen voor deze geste.
Doch er is meer: Wij vragen u, bij het
uitbrengen van uw rapport in Den Haag,
H. M. de verzekering te geven, dat jong en
oud in hare marine niet versaagt, maar het
hoofd ophoudt, voorwaarts en bereid tot
het uitvoeren van nieuwe daden, voor
alles, wat in H. M.'s marine noodig blijkt.
Wij zijn en blijven de steunpilaren van
Haar troon waarop Zy tot in lengte van
dagen kan vertrouwen.
Deze boodschap zou ik u gaarne mee
geven."
Hierop klonk het Wilhelmus over het
plein: ons volkslied was ditmaal geen
vreugdezang, door allen meegezongen,
doch in de houding en onder den indruk
van dit droeve, maar plechtige oogenblik,
werd het aangehoord.
Nadat de vertegenwoordiger van de
koningin en de marinecommandant de aan
wezige familieleden van de omgekomenen
had gecondoleerd met het verlies van hun
verwanten daar was o.m. de vader van
den omgekomen korporaal-torpedomaker
J. C. Bromlewe uit Den Helder, vertrok hij
onder het gebruikelijke ceremonieel.
Rouwbeklag van Koningin en
minister van defensie.
De minister van defensie heeft namens
de koningin hoogstderzelver rouwbeklag
overgebracht aan de nagelaten betrekkin
gen van de bij de ramp van H. M. Willem
van Ewijck omgekomen opvarenden.
Bovendien heeft de minister persoonlijk
brieven van deelneming aan de nagelaten
betrekkingen gericht.
Het ministerie van buitenland-
sche zaken maakt bekend dat in
het Fransche „Journal Officiel"
van 4 September j.1. een presi
dentieel decreet verschenen is,
houdende een lijst van contraban
de-goederen. Deze lijst luidt als
volgt:
Absolute contrabande.
a. Alle soorten wapenen, munitie, ont
plofbare stoffen, chemische stoffen of
middelen geschikt voor de chemische oor
logsvoering en machines voor aanmaak of
herstelling daarvan; ondeïdeelen daarvan;
voorwerpen, noodzakelijk of nuttig voor
het gebruik daarvan; materialen of be-
standdeelen, welke voor de vervaardiging
daarvan dienen; voorwerpen, noodzakelyk
of nuttig vootr den aanmaak of het gebruik
van zoodanige materialen of bestanddee-
len.
b. Alle soorten brandstoffen; alle toe
stellen of andere middelen van vervoer
op het land ,over het water of door de
lucht en machines, welke voor vervaardi
ging of herstelling daarvan dienen; onder-
deelen daarvan instrumenten, voorwerpen
of dieren, noodzakelijk of nuttig voor het
gebruik daarvan; materialen of bestand-
deelen, welke voor de vervaardiging daar
van dienen, artikelen, noodzakelijk of nut
tig voor den aanmaak of het gebruik van
zoodanige materialen of bestanddeelen.
c. Alle middelen van berichtgeving,
gereedschappen, werktuigen, instrumenten,
uitrustingen, kaarten, afbeeldingen, papie
ren en andere voorwerpen, machines of
documenten, noodzakelijk of nuttig voor
het uitvoeren van vijandelijke operatiën;
voorwerpen, noodzakelijk of nuttig voor de
vervaardiging of het gebruik daarvan.
d. Gemunt en ongemunt goud en zilver
baren, gangbare betaalmiddelen, schuld
bewijzen; ook metalen, voorwerpen, munt
stempels, drukplaten, toestellen en andere
voorwerpen, noodzakelijk of nuttig voor
de vervaardiging daarvan.
Voorwaardelijke contrabande,
e. Alle soorten voedsel, voedingsmid
delen, voeder, en andere -voedingsstoffen
en kleeding en voorwerpen en materialen,
welke voor de vervaardiging daarvan
dienen.
VREEMD VLIEGTUIG BOVEN
ONS LAND.
De regeeringspersdienst meldt: Het in de
avondbladen verschenen bericht van het
Duitsche nieuwsbureau over een nachtelijke
afwering van vijandelijke vliegtuigen, waar
bij deze de terugvlucht over Nederland aan
vaard zouden hebben, behoeft in zooverre
rechtzetting, dat inderdaad gebleken is, dat
één vliegtuig boven de provincie Groningen
is terechtgekomen. In Friesland is het vuur
geopend: eerst bij Leeuwarden, daarna bij
Siens en vervolgens op Ameland. Hieruit
blijkt, dat het vliegtuig na de beschieting te
Leeuwarden den kortsten weg heeft geko
zen om ons rechtsgebied te verlaten.
De nationaliteit van het vliegtuig kon niet
worden vastgesteld.
BREKENDE STAALDRAAD TROF TWEE
MATROZEN.
Zaterdagmiddag sprong aan boord van het
s.s. „Breda", dat in de Noordersluis te IJmui-
den lag, bestemd voor Chili, een staaldraad.
De draad trof den bootsman Nooter en den
matroos J. W. de Bos, die beiden ernstig ge
wond werden. Zij moesten naar het Roode
Kruis ziekenhuis te Beverwijk worden ver
voerd, waar zy ter verpleging zijn opge
nomen.
Door het ongeval ondervond het vertrek
van het schip eenige vertraging.
NEDERLANDSCHE KOLONIE TE
WARSCHAU IN GOEDEN WELSTAND.
Blijkens bij het departement van buiten-
landsche zaken ingekomen ambtsberichten
zijn de leden van de Nederlandsche kolonie
te Warschau in de Nederlandsche legatie
samengekomen en bevinden zich in goeden
welstand.