DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Russische inval schept vele moeilijke problemen. De Troonrede. «ijs?.?1-wmv Mi Zal Rusland voldaan blijken met het Oostelijk gebied van Polen? Het bombardement van Warschau zou gister zijn begonnen. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Ho-22 - Frankrijk en Engeland zetten den strijd onverzwakt voort. Warschau blijft zich verdedigen. Een proclamatie van Moscicki. P® algemeene toestand. Wcord'en h 6en ouc*-Hollandsch spreek- dat n„it.„u!'s 20u men mogen verwachten, Wan dip a1 met den Russischen buur de reeepri ,Van meeninS is dat de Pool de in hpf"8 5nd en v°lk °P schandelijke ^oonie i erdlrf heeft ëest°rt - buiten- DUrpn d* .ue een verh^T' Vu »gezeil'g" bij elkaar. wisten allpk de den ander niet, want padden ten or^f v,. dezelfde plannen Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 141» Jaargang alkmaarsche courant «i Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 19 September 1939 De inval der Russische troepen in Polen stelt vele landen voor de moeilijke vraag welke houding thans moet worden ingenomen, temeer omdat men niet zeker weet of Rusland met het thans bezette gebied genoegen zal nemen en geen verdere agressieplannen tegen andere staten heeft. Frankrijk en Engeland zetten den strijd onverzwakt voort en zullen de nieuwe problemen ernstig bestudeeren. In Amerika is men van meening, dat de neutraliteitsverklaring van Rusland voor het verdere verloop van den strijd dit land niet uitsluit voor het leve ren van krijgstuig. In Polen rukken de Russische troepen op hoewel betwist wordt, dat zij Wilna reeds hebben ingenomen. Volgens een Duitsch communiqué zou gister de militaire actie tegen Warschau zijn begonnen. Van het Westelijk front is eenige vooruitgang van de Franschen te ver melden. Men overziet op dit kaartje de ligging van de Poolsche Oekraine welke thans oor twee legers wordt ingesloten en waarvan men vermoedt dat deze Oekrainsche 111 kij de Sovjet-Unie zal ingelijfd worden. de legers sluiten den laatsten uitweg naar Roemenië af. De burgemeester van Warschau heeft gisteravond in een radiotoespraak ver klaard, dat de stad zich niet zou over geven, doch zich tot het bittere einde zou verdedigen. In een proclamatie aan de Poolsche natie zegt Moscicki, de president der Poolsche republiek, o.m. het volgende: Op het oogenblik, waarop ons leger met weergaloozen moed worstelt tegen de overweldigende macht van een vijand en weerstand biedt aan den aanval van bijna de geheele gewapende macht van Duitschland, is onze Oostelijke nabuur ons land binnengevallen met schending van de plechtige verdragen en de onver anderlijke wetten der zedelijkheid. Het met Frankrijk en Groot-Britannië ver bonden Polen strijdt voor de heerschappij van het recht tegen de wetteloosheid, voor goeden trouw en beschaving tegen ziellooze barbarij, tegen de heerschappij van het kwade in de wereld. Ik heb het onoverwinlijke vertrouwen, dat Polen uit deze worsteling zegevierend moet en zal te voorschijn treden. Burgers. Uit den voorbijgaanden zond vloed moeten wij de symbolen redden van de republiek en de bron van het grondwettige gezag. Daarom heb ik met een zwaar hart besloten den zetel van het presidentschap der republiek en van het hoogste uitvoerende gezag van den staat over te brengen naar een plaats, welke voorwaarden biedt, die hun vol ledige souvereiniteit verzekert en hen in staat stelt te waken over de belangen van de republiek. Burgers. Ik ben er mij van bewust, dat gij gedurende de zwaarste beproe vingen dezelfde geestkracht, dezelfde waardigheid en verheven trots zult be houden, waarmede gij de bewondering van de wereld hebt verworven. Op ieder uwer rust de plicht de eer der natie te behouden, wat u ook moge overkomen. De algemachtige Voorzienigheid zal onze zaak recht doen wedervaren. Deze proclamatie is gedateerd: Kos- sow, 17 September. vriend ls beter dan een verre Maar ZT-schik ls- u'ijze, dat dipZ1Jn er teekenem welke er op Waar een nnnri g0?de buurschap eigenlijkl V°1 gescholden Wu r tot dusvcr de huid °ver het tu«„v, n zo°dra de een maar a^der keek v(fn gele8en terrein naar den Wonend o° u Van den tusschen bei- °aten verhui 7on uurman> die straks zou w°ngen aan dp z^n tuintie noodge- bÏu llefhebbers moest over- W°m dat verh,,^n Was er ais de kippen •>r vóór kr6j noodzakelijk te ma- pi>< meren, was h nieuwe schutting en het v-o .]UUr nummero twee ook j,® stukken zo„ 5 ..een wedloop wie de V Wat zal J°u krijgen. *«a't,^Ven de bnrVerder gebeuren? dat d!n niet ,naast elkaar en elk jv aader heeft i naar bet groote stuk W m Plaats gekregen. lino van onderii!,ais en vree zai er een Boodzalptr0üwen onufal" naijver en onder st t. elkaar PP welke beiden zal Verüezen. oogenblik uit het Men wijst er nu reeds op, dat Rusland voor het bezetten van het gebied dat door de terugtrekkende en vrijwel verslagen Poolsche troepen niet krachtig meer verde digd kon worden, niet de machtsontplooiing noodig had welke het thans gedemonstreerd heeft. Die uitgebreide Russische mobilisatie kan er op wijzen, dat Rusland nog maar aan hit begin van zijn gebiedsuitbreiding staat, maar zij kan ook een waarschuwing ,-an Duitschland zijn, dat Rusland een machtige staat is waarmee men voortaan rekening zal moeten houden. En wanneer dat het geval is, dan is het niet te verwonderen, dat men in Duitsch land de vriendschap van den rooden broe der niet al te best zal vertrouwen en dat men het daar in allen gevalle verstandig zal achten een groote troepenmacht in het Oosten gereed te houden om op alle ge beurlijkheden voorbereid te zijn. Welke troepen dan natuurlijk geen dienst kunnen doen voor het stuiten van de Fransch-Britsche aanvallen in het Westen. Men mag zich afvragen of Duitschland tenslotte met de vriendschap van den Russi- schen beer gebaat of geschaad is. Zonder twijfel zou Duitschland het ge heele Poolsche gebied bezet hebben als men van Russische zijde niet haastig was komen toeloopen om zonder veel moeite de vruchten te plukken van de Duitsche mili taire actie. En nu kan men beweren, dat dit alles in onderling overleg gaat, het is toch niet moeilijk te begrijpen, dat Duitschland hier noodgedwongen den prijs van het non agressiepact betaald heeft. Voor Frankrijk en Engeland, en vooral voor Engeland, is de situatie er niet gemak kelijker op geworden. Engeland zegt te strijden voor de vrijheid en zelfstandigheid der kleine naties en heeft daarom de plechtige belofte afgelegd dat het iederen aanval op Polen met een oorlogs verklaring zal beantwoorden. Engeland heeft tot dusver woord gehou den, hoewel de Polen, die zonder den Engel- schen ruggesteun waarschijnlijk heel an ders gereageerd hadden, thans zon der militaire hulp van buiten eenvoudig in de pan gehakt werden. Maar wat moet Engeland nu tegenover Rusland beginnen, welk land toch eveneens de Poolsche grenzen met agressieve bedoe lingen heeft overschreden? Moet het nu ook Rusland den oorlog ver klaren op een moment, dat Polen zoo goed als niet meer bestaat? Moet het dus den strijd tegen twee in- plaats van tegen één machtigen vijand gaan voeren met de onzekerheid of het dien wel zal kunnen winnen? En met als noodzakelijk gevolg daarvan, dat als het verliest er van Polen's weder opstanding niets zal kunnen komen? Het zou voor Polen zelf eigenlijk veel be ter zijn, dat Engeland den Russischen beer voorloopig maar met rust liet, vooral omdat die beer zelf door overal te verkondigen dat Rusland verder neutraal blijft naar alle kanten reeds zijn likkende tong heeft uitgestoken. Maarstel dat Engeland Duitschland overwint en Polen gaat herstellen, hoe moet het dan met de gebieden die thans door Rus land in beslag werden genomen? Het zijn allemaal vragen waarop het ant woord uiterst moeilijk is en het is geen won der, dat uit Londen bericht wordt, dat de regeering den toestand nog eens ernstig moet bestudeeren. Woensdag komt het Lagerhuis weer bij een en het schijnt, dat men de regeering dan meer dan honderd vragen over den interna tionalen toestand zal stellen. Wij benijden allerminst de verantwoor delijke Britsche staatslieden die daarop een antwoord moeten geven. Koningin Wilhelmina H. M. de Koningin heeft heden bij de opening der Staten-Generaal de de volgende troonrede uitgesproken: Leden der Staten-Generaal, Onder sombere omstandigheden kom Ik heden in Uw midden. Ander maal wordt ons werelddeel geteisterd door de verschrikkingen van een oorlog. Dankbaar, dat ons land den vrede bewaren mocht, vervult Mij nochtans deernis met de velen, die elders onder het oorlogsleed gebukt gaan. Het verheugt Mij, dat onze vriend schappelijke betrekkingen met alle mogendheden onverzwakt voortduren. In het bijzonder geldt dit ook onze verhouding tot die neutrale landen, met welke reeds in een vroeger tijd perk nauwere aanraking was ver kregen. De gezamenlijke vredesoproep, kortgeleden door Zijne Majesteit den koning der Belgen mede namens zes andere staatshoofden gedaan, heeft aan dien zin tot samengaan opnieuw uiting gegeven. Dat deze oproep, evenals het aanbod van goede diensten van Zijne Majesteit en Mij, in breeden kring instemming heeft gevonden, bevestigt Mij in de overtuiging, dat, ondanks ondervonden teleurstelling, velen de hoop blijven koesteren, dat door vreedzaam overleg betere internationale verhoudingen kunnen worden in het leven geroepen. Ter handhaving van de volstrekte onzijdigheid, waartoe ons land ge roepen is en waaraan het zich met inzet van alle krachten wijdt, heb Ik Mij genoopt gezien bevel te geven tot de mobilisatie van zee- en landmacht. Tot Mijn groote voldoening heeft die mobilisatie, evenals de daarop volgende concentratie, zich op voorbeeldige wijze voltrokken. Beide deelen onzer weermacht vervullen, met den besten geest bezield, hun moeilijke en soms gevaarvolle taak. Het economisch leven van ons land, dat zich den laatsten tijd in belangrijke mate had hersteld, wordt door den uitgebroken oorlog in al zijn geledingen zwaar getroffen. Het verkeer ter zee is ontwricht, waarvan In de eerste plaats de scheepvaart en de visscherij den terugslag ondervinden. Tal van ondernemingen missen den aanvoer van noodzakelijke grondstoffen. Land- en tuinbouw, reeds vóór het uitbreken van het internationaal conflict in een moeilijke positie, ondervinden nieuwen tegenslag door de stagnatie van den uitvoer. Bij deze beproevingen ontbreken gelukkig ook de lichtpunten niet. Van een ernstigen schok bij ons geld- en bankwezen is geen sprake geweest. Hoewel prijsstijgingen niet konden en kunnen uitblijven, is prijsopdrijving niet in verontrustende mate voorgekomen, terwijl, waar noodig, van wet telijke bepalingen met goed gevolg gebruik wordt gemaakt. Ten behoeve van de regelmatige voedselvoorziening zijn reeds maanden geleden zoodanige voorbereidingen getroffen, dat er voorloopig geen enkele reden tot ongerust heid behoeft te bestaan. Maatregelen voor bodemproductie, voorraadvor- ming en distributie vormen hier een aaneensluitend geheel. Voorts zijn voor de industrieele productie rijksbureaux ingesteld, waarin het bedrijfsleven met de overheid samenwerkt bij de regelmatige verdeeling van die artikelen, waaraan een tekort kan ontstaan. Het beleid der regeering zal er op gericht blijven de opkomende nooden der bevolking naar vermogen te lenigen en in het bijzonder een tekort aan de noodzakelijke levensmiddelen te voorkomen. Distributie van verbruiks- artikelen zal niet op het bestaan van zulk een tekort behoeven te wijzen, doch zal reeds plaats hebben, wanneer een rechtvaardige verdeeling gevaar zou kunnen loopen. Daarnaast zal de regeering alles in het werk stellen om het normale verloop van het bedrijfsleven te bevorderen. De regeering hoopt hierdoor tevens zooveel doenlijk te voorkomen, dat de werkloosheid, waarvan zij ook overigens de bestrijding krachtig en onverdroten wil voortzetten, uit den ingetreden oorlogstoestand nieuw voedsel ontvange. Ook in Nederlandsch-Indië, Suriname en Cura^ao heeft de internationale toestand het treffen van een aantal bijzondere maatregelen noodzakelijk gemaakt. Op maritiem en militair gebied zijn voorzieningen getroffen om, wanneer zulks noodig mocht blijken, de plichten der neutraliteit stipt na te komen, terwijl daarnaast maatregelen zijn en nog zullen worden genomen op econo misch terrein, in het bijzonder in het belang van de voedselvoorziening. Belangrijke stoornissen op dit of ander gebied kwamen tot dusver gelukkig niet voor. Met groote dankbaarheid heb Ik kennis genomen van den geest van toewijding en dienstvaardigheid, die in dezen ernstigen tijd, zoowel in Nederland als onder alle bevolkingsgroepen in de Overzeesche gebieds- deelen, op zoo verheffende wijze tot uiting komt. Ik verwacht, dat dit besef van saamhoorigheid tot het einde zal worden bewaard. Ook indien de tijden nog moeilijker worden, zal dan de toekomst met vertrouwen kunnen worden tegemoet gezien. Met de bede, dat God Mijn volk moge zegenen in de beproeving en aan ieder van ons de kracht zal geven tot datgene waartoe hij thans geroepen ia, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1