TEGEN DE WET JeuiUetw Het Duitsche vliegtuig boven Gelderland. Stappen te Berlijn. Centralisatie van den bloed transfusiedienst. Plannen van het Ned. Roode Kru.s. Drijvende mijnen voor onze kust. Inschrijvingsbeschikkingen uitgevaardigd. Aanwijzingen als vervoer middel. Richtlijnen voor de bodemproductie. TWEEDE BLAD. De regecringspersdienst meldt: Naar aanleiding van het gister vermelde feit, dat Zondagmiddag een Duitsch vliegtuig boven een deel van Gelderland is verschenen, heeft onze regeering aan H.Ms. ge zant te Berlijn opgedragen, bij de Duitsche regeering ter zake de noo- digc stappen te doen. Het Nederlandsche Roode Kruis heeft op zich genomen de centra lisatie in het uitbreiden van de bestaande bloedtransfusie diensten tot een apparaat, dat, wanneer ons land onverhoopt in een oorlog zou worden gewikkeld, het benoodigde bloed in voldoende mate in alle deelen van het land kan verschaf fen. Dr. Eykel, die het voorzitterschap van de door het Roode Kruis uitgebreide centrale bloedtransfusiecommissie op zich heeft ge nomen, heeft over de plannen op dit gebied enkele mededeelingen gedaan. Het is in de toekomst de taak van de commissie uit het Roode Kruis zelfstandig de bloedtransfusiediensten te regelen over het geheele land, in vredestijd zoowel als in oorlogstijd, voor militairen zoowel als voor burgers, al zal de commissie uiteindelijk verantwoordelijk zijn aan het dagelijksch bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis. Zij, die zich bereid verklaren van hun bloed een gedeelte af te staan, worden als „donor" ingeschreven. In het belang van bloedgever en patiënt worden de dohor ge keurd, hun bloed wordt onderzocht en de groep, waartoe het behoort, wordt bepaald. Berekend is, dat in ons land ongeveer 100.000 donors noodig zijn om volledig in de behoefte in oorlogstijd te kunnen voorzien. De bloedafgifte geschiedt geheel gratis, niet meer dan zesmaal per jaar en ten hogste een halven liter per keer. Binnen veertien dagen zal volkomen regeneratie van het bloed zijn verkregen. De leeftijdsgrenzen liggen tusschen 15 en 50 jaar. De centrale commissie zal als volgt te werk gaan: het geheele land wordt ver deeld in pl.m. 50 rayons, waarvan het mid delpunt wordt gevormd door een ziekenhuis waaraan een specialist-internist verbonden is. Dit ziekenhuis zal als medisch centrum worden beschouwd. Hieraan wordt een ad ministratief centrum toegevoegd met een administrateur. In iedere gemeente, groot en klein, zal een werfcommissie worden opgericht, samenge steld zoo mogelijk uit den burgemeester, een vertegenwoordiger van het Roode Kruis, Groene Kruis, Wit-Gele Kruis en vereeni- ging voor luchtbescherming. Deze werf commissie zal de donors aanwerven ondei de plaatselijke bevolking. Naast de gevallen, waarin de overbrenging op den patiënt onmiddelijk kan geschieden is een inrichting noodig, waarin het bloed kan worden geconserveerd. In twee plaatsen waarschijnlijk Amsterdam en Rotterdam zal zulk een inrichting worden totstand- gebracht, van waar ten behoeve van de weermacht het bloed in speciale flesschen naar het gevechtsterrein kan worden ver voerd. De centrale commissie heeft aan de mi nisters van defensie en binnenlandsche za ken een belangrijke subsidie gevraagd en er bestaat een gegronde verwachting, dat deze niet zal worden geweigerd. Ook het particulier initiatief dient het hare te doen. De centrale commissie vraagt den steun van alle Nederlanders. Men kan zich daartoe opgeven bij de lei ders van de plaatselijke Roode Kruis bloed transfusiediensten of bij het secretariaat van de centrale bloedtransfusie-commissie, Prinsessegracht 27, Den Haag. Bijdragen voor den bloedtransfusiedienst kunnen gestort worden op den heer J. C. Baumann, burgemeester van Overschie, nummer 138132. Door de kustvisschersvaartuigen Sch 1, schipper Frans Hoefnagel en de Sch 37, schipper G. Hartevelt, zijn gistermiddag op de kust drijvende mijnen waargenomeh. De Sch. 1 heeft deze waargenomen op 7 mijlen uit de kust vóór Scheveningen en de Sch 37 op 10 mijlen Noord-Noord-West van Scheveningen. Voorts berichtte de nog zooeven binnengekomen schokker no. 40, schipper A .van der Laan, twee drij vende mijnen te hebben waargenomen tusschen Scheveningen en Katwijk, vier mijlen uit de wal. Men verdacht dat wan- nee- deze wind dezelfde blijft, deze aan de kust zullen aanspoelen. Door de vischers is aan de betrokken autoriteiten van deze waarnemingen ken nis gegeven. De minister van waterstaat heeft op grond van artikel 2, eerste lid, van de wet gebruik vervoermiddelen 1939 als vervoermiddelen, waarop het onderstaande betrekking heeft, aangewezen: a. motorrijtuigen, opleggers en aanhang wagens, geheel of gedeeltelijk ingericht tot vrachtvervoer, alle hieronder verder aange duid als vrachtauto's, b. motorrijtuigen, ingericht tot het voort bewegen van opleggers, hieronder verder aangeduid als tractoren. Houders van vrachtauto's of tractoren zijn verplicht deze binnen acht dagen na het in werking treden van deze beschikking en voorts zoodra mogelijk na den aanvang van hun houderschap te doen inschrijven in een register, dat wordt gehouden ten kantore van den inspecteur-generaal van het ver keer. Het doen inschrijven geschiedt door in diening van een ingevuld en onderteekend inschrijvingsformulier, dat kosteloos ver krijgbaar is ter secretarie van elke ge meente, en door bemiddeling van de diverse vervoers-bonden. Tot het doen inschrijven behoort mede het verstrekken van nadere gegevens omtrent de vrachtauto's of tractoren op eerste aanvraag van of vanwege den inspecteur-generaal van het verkeer dan wel van een rijksin specteur van het verkeer, hoofd van een district voor het goederenvervoer. De verplichting tot het doen inschrijven bestaat niet ten opzichte van de vrachtauto's of tractoren, welke zijn gevorderd op grond van de wet op den staat van oorlog en van beleg, van de inkwartieringswet of van de wet betreffende bescherming tegen lucht aanvallen. Indien een houder de beschikking over een vrachtauto of tractor verliest, doet hij daar van onverwijld mededeeling aan den inspec teur-generaal van het verkeer onder opgaaf van oorzaak of redenen. Inschrijvingsbeschikking sleepbooten. De minister van waterstaat heeft voorts als vervoermiddelen, waarop het onderstaande betrekking heeft, aangewezen sleepbooten, welke dienen tot de vaart op de binnen wateren van de eene binnenslands gelegen plaats naar de andere. Houders moeten zich binnen 10 dagen laten inschrijven. Dit geschiedt door indiening bij den insp.- generaal van het verkeer van een ingevuld en onderteekend inschrijvingsformulier, dat kosteloos verkrijgbaar is ten kantore van de bevrachtingscommissies, en haar agent schappen, en voorts door bemiddeling van het federatief verbond van vereenigingen van particuliere sleepbooteigenaren in Neder land. Houders van sleepbooten, welke als opduw- boot behooren bij een bepaald schip, worden geacht aan de verplichting tot inschrijving te hebben voldaan, indien voor het schip voldaan is aan de verplichting tot het in schrijven van schepen volgens de inschrij vingsbeschikking binnenschepen met ver melding op het inschrijvingsformulier van de bijbehoorende opduwboot. De overige bepalingen zijn gelijk aan die voor vrachtauto's en tractoren. Inschrijvingsbeschikking binnenschepen. Voorts als vervoermiddelen aangewezen schepen, welke geheel of gedeeltelijk tot vrachtvervoer zijn ingericht en dienen tot vrachtvervoer op de binnenwateren van de eene binnenslands gelegen plaats naar de andere. Houders van die schepen zijn verplicht deze binnen tien dagen te doen inschrijven in registers, die worden gehouden ten kan tore van de bevrachtingscommissie van het district waar het schip zich bevindt op het tijdstip van inschrijving of de houder is ge vestigd. Het doen inschrijven geschiedt door in diening van een ingevuld en onderteekend inschrijvingsformulier, dat kosteloos ver krijgbaar is ten kantore van de bevrach tingscommissie en haar agentschappen, en voorts door bemiddelen van de stichting „Nederlandsche Particuliere Rijnvaart centrale". Houders van bewijzen van tusschenkomst, goedkeuring, beurtvaartontheffing of een verklaring voor vervoer anders dan krach tens overeenkomst, welke bü het in werking treden dezer beschikking reeds waren afge- gevens krachtens de wet van 5 Mei 1933 worden geacht aan de verplichting tot in schrijving te hebben voldaan. De overige bepalingen zijn gelijk aan die voor vrachtauto's en tractoren. ZELDZAME POSTZEGELS VERDUISTERD. Verzameling van Joodschen emigrant. De Enschedesche politie heeft aangehou den een zekeren G. L. T. uit Oldenzaal en zijn broer H. T. uit Enschede. Zij worden er van verdacht een verzameling zeldzame postzegels waarvan de waarde op pl.m. 10.000 gulden wordt geschat, te hebben verduisterd. Deze verzameling was het eigendom van een Joodschen emigrant die via Nederland en Engeland uit Duitschland naar Palestina was vertrokken. Hij had de postzegelver zameling in Duitschland achtergelaten. In Enschede had hij een kennis opgezocht aan wien hij vroeg te trachten de verzameling, welke een cataloguswaarde had van meer dan 50.000 R.M., over de grens te brengen. De Enschedeër ging daarop naar den 38- jarigen G. L. T., die beloofde, de collectie te smokkelen tegen belooning. De verzameling werd den man te Gronau ter hand gesteld, maar nadien hoorde men er niets meer van. De Enschedeër die de belangen van den emigrant behartigde, ging tenslotte naar de politie. De Oldenzaler deelde echter mede, dat de verzameling in beslag was genomen en toonde zelfs het bewijs van de Duitsche douane. Daar verschillende omstandigheden verdacht waren, lette de politie er voortdu rend op, of ook getracht zal worden, zegels, overeenkomende met de verduisterde van de hand te doen. Dezer dagen hoorde de re cherche, dat enkele zeer zeldzame zegels van de Duitsche koloniën, precies dezelfde welke zich in het verduisterde album had den bevonden, ter verkoop waren aangebo den. Men stelde bij den verkooper een onder zoek in en deze deelde mede, ze te hebben gekregen van H. T. te Enschede met het doel de zegels te verkoópen. Deze H. T. bleek een broer van den Oldenzaler te zijn. Na een nauwgezet onderzoek werden zestig van de tachtig verdwenen vellen post zegels in een perceel te Oldenzaal aange troffen. Het bleek, dat G. L. T. eerst alle ze gels over de grens had gesmokkeld. Later had hu twintig vellen met de minst kost bare zegels naar Duitschland gebracht en ze daar aan de douane ter hand gesteld, met de mededeeling dat iemand uit Enschede hem had willen overhalen deze zegels te smok kelen. Hiervoor kreeg T. een bewijs van de Duitsche douane, terwijl de Enschedeër werd gedagvaard door de Duitsche Justitie, we gens poging tot deviezensmokkelarij. De beide broers T. zijn ter beschikking van de justitie gesteld. REQUEST VAN DEN NEDERLANDSCHEN GROSSIERSBOND. Het bestuur van den Nederlandschen grossiersbond heeft tot den minister van defensie het verzoek gericht, om, waar ge durende de eerste mobilisatiedagen ook tal van vrachtauto's in gebruik bij de levens- middelenbedrijven in beslag werden geno men, bij eventueel nog te verwachten vor deringen van motorrijtuigen geen vracht auto's in dienst dier bedrüven te requiree- ren en wel met het oog op een regelmatige distributie van levensmiddelen, welke door genoemde vorderingen in ernstige mate wordt belemmerd. De minister van economische za ken vestigt de algemeene aandacht op het feit, dat de bodemproductie onder de tegenwoordige omstand- digheden van vitaal belang is voor de Nederlandsche volksgemeen schap. Hü doet daarom een dringend beroep op den landbouwenden stand en de eigenaars, die hun grond verpachten of op andere wüze in gebruik geven, om al hun krachten in te spannen en hun volle mede werking ertoe te verleenen, dat de Nederlandsche bodem een zoo ruim mogelüke opbrengst geeft van voed sel voor mensch en dier in een zoo goed mogelijke verhouding. Dit resultaat zal kunnen worden bereikt indien men zich houdt aan de volgende richtlynen. 1. Grasland. Gescheurd dienen te worden die graslan den, welke door hun ligging, grasbestand en andere omstandigheden een redelyke zeker heid geven, dat zü als bouwland een aan- merkelyke grootere hoeveelheid voedsel zullen geven. Aan hen, die grasland scheuren, zal by de toewüzing van krachtvoer een grootere hoe veelheid worden toegekend, indien zy op deze gescheurde gronden granen verbouwen. Wat zy daarop voor eigen gebruik aan aard appelen en andere hakvruchten winnen, zullen zy mogen behouden. Wordt niet. voldoende grasland gescheurd, dan zal scheurplicht kunnen worden opge- gelegd. In dat geval zal by de aanwy zing van de scheurplichtige perceelen rekening worden gehouden met de perceelen, die thans vrijwillig gescheurd worden. DE NEDERLANDSCH LANDBOUW HANDELSKAMER VERGADERT. Onder voorzitterschap van mr. A. G. A. Ridder van Rappard heeft de Ned. Land- bouw-Handelskamer gister te Utrecht haar algemeene vergadering gehouden. De voorzitter zeide in zyn openings woord o.m.: Dat de oorlogstoestand ons in alle opzichten de beteekenis doet gevoelen van een ongestoord internationaal verkeer voor het economisch leven. Alle neutrale landen ondervinden dan ook den terug slag van het gestokte internationaal ver keer en van de blokkade, welke in toe passing wordt gebracht. Zoo heeft Groot- Britannië niet alleen een uitgebreide blok kade tegen Duitschland, georganiseerd, maar het heeft ook den invoer van groen ten, en vruchten met uitzondering van uien, aardappels, tomaten, appels en peren verboden. Óndanks d»ze uitzonderingen is door dit verbod de geheele uitvoer van onze tuinproducten naar Engeland onmo gelijk gemaakt. Voor het Westland, dat toch al zooveel tegenslag heeft gehad, be- teekent deze nieuwe beperking van zyn export een ramp. Voorts is de invoer in Engeland verboden van afgesneden bloe men en snygroen, van alle boomen, strui ken, planten, benevens bloembollen, wor telstokken, knollen en andere wortelge wassen. Het is, aldus spreker, te hopen, dat deze maatregelen een voorloopig ka rakter dragen in afwachting van een nade re regeling van den invoer, omdat niet kan worden aangenomen, dat Engeland onzen exporthandel zou willen belemme ren zonder daarvoor een compensatie te geven door voldoende artikelen en pro ducten tegen voldoende pryzen van ons af te nemen. Dat de zoo zeer gewijzigde omstandig heden van invloed op het werk van de N.L.H.K. zullen zyn, ligt voor de hand. Toch zal er nog voldoende werk voor deze instelling blijven te doen. Spr. dacht hier- by aan het ophouden van den uitvoer uit landen, die tot dusverre een belangrijken export van bepaalde producten hadden. Spr. vestigde hierop de aandacht, omdat hij meent, dat de N.L.H.K. een voldoende arbeidsveld zal kunnen vinden om zich nuttig te maken, zooals zy dit in het af- geloopen jaar heeft gedaan. Hiervan gaf spi. een overzicht. Ten sterkste wordt aangerari* staande weilanden tot de hoogst de be een teit op te voeren, waartoe H1°<lUctivï voorlichting op dit terrein Wol Int«nsiev; seerd. ial georgan. Aanleg van blyvend grasland weiden zal niet geoorloofd zijn en kun8t een gelijke oppervlakte blijvend ncernioI '-instweide wordt gescheurd. grasl«nd of 2 R Alleen de teelt van die Be °UW'and' zal worden toegelaten, welke*88**11 de voeding van menschen en T* onder de gegeven omstandig het meest gewenscht 2yn Qen rogge, haver, gerst, aardappel' suikerbieten, boonen, erwten koolzaad en voedergewassen) andere gewassen mogen slechts n verleende vergunning geteeld Voor 1940 wordt de thans te velde karwü toegestaan. st»»nde Het ligt in de bedoeling, den have* op de landbouwbedrüven te benert w 1/5 der oppervlakte bouwland Deze" tet regel beoogt meer gronden in benaai,.mHt" bieden beschikbaar te krygen voor dé W" bouw van die gewassen, welke m.J Ver" deel geven. Hy zal dan weinig of ««„T vloed hebben op de hoeveelheid haver i den handel, omdat deze hoofdzaken^ ü1 komstig is van de bedrüven in die strek!!' waar de haververbouw reeds thans rJL dan 1/5 van het bouwland bedraagt Men brenge het zaaiplan 1940, wat H verhouding der verschillende gewassen derling betreft, zooveel mogelük in overee!" stemming met de in 1937-1938 uitgevoerd zaaiplannen, behalve ten aanzien van tarw» rogge, en aardappelen, waarvan de verbeuw behoort te worden uitgebreid. Men bestem me Jaartoe bü voorkeur de vrijkomend! oppervlakte. ACHTJARIG MEISJE ONDER MILITAIRE VRACHTAUTO. Ernstig gewond. Gisteren is op den Goorscheweg bij Lochem het achtjarige meisje E. Lantink uit Verwolde met de fiets tegen een mili taire vrachtauto gereden en gevallen. Het meisje kwam uit de richting van de buurt schap Nettelhorst terwül de vrachtauto uit de richting Lochem naderde. De chauffeur trachtte nog door krachtig te remmen en naar links uit te wijken een aanry'ding te voorkomen. Het meisje kwam echter tegen den zij kant van de auto terecht en sloeg tegen den grond. De fiets raakte onder de auto en werd geheel vernield. Het slachtoffer is in zeer ernstigen toestand in het zieken huis te Zutphen opgenomen. ERNSTIG MOTORONGELUK TE BLARICUM. Zaterdag is op den hoek verbindingsweg- Eemnesserweg te Blaricum een ernstig on geluk gebeurd. Door onbekende oorzaak kwam daar de 35-jarige motorryder D. Mol uit Huizen in botsing met een luxe-auto. De motorrü'der werd tegen den grond geslin gerd en bleef hevig bloedend liggen. Het slachtoffer had een zware hersenschudding, terwül zün rechterbeen gebroken was. De man werd naar het St. Jansziekenhuis te Laren overgebracht. Zü'n toestand is zeer ernstig. Het motorrüwiel is geheel vernield. Harmonische Lichaams Ontwikkeling: Voor lichaam en geest! VAN DE TRAP GEVALLEN. Gistermiddag is de echtgenoote van den heer W. Damen in het café „Maurickzicht" te Vught by het van boven komen uitge gleden, waarby' zy van de trap viel. ZÜ kwam zoo ongelukkig terecht, da* ontboden geneeskundige hulp niet meer mocht bg- ten. Korten ty'd later is zy overleden. VAN GROOTE HOOGTE IN HET WATER GEVALLEN. 4-jarig jongetje verdronken. Bü het spelen aan de Kromme Nieuwe- gracht te Utrecht is een vierjarig jonfdtj# van groote hoogte op een werf gevallen e vervolgens in het water terecht gekom*1 Een voorbyganger sprong terstond te wa en bracht het kind in bewustèloozen stand aan den wal. n Hoewel twee geneesheeren geruime" tijd kunstmatige ademhaling toepas mocht het niet meer gelukken de ie geesten bij het kind op te wekken. Naar bat Engelich van MARTIN PORLOCK. 29) „Ahi" zei Hector Frensham. Hü maakte de tweede enveloppe open en begon te lezen. „Groote goden!" riep hü uit. „Wat is dat toch voor een man?" „Ik weet het niet", zei Jane, die juist de twee andere velletjes gelezen had. „Maar wie of wat hü ook is ideeën heeft hü!" zei Hector Frensham. Jane wuifde zich wat koelte toe met de twee blaadjes uit enveloppe nr. 1. „Is dit alles?" vroeg zy. „Wqt alles?" „Alles wat u hebt gedaan?" „Niet heelemaal. Maar je zei my, dat de weddenschap was jyf en zeventig procent, welnu, je vriend heeft het voor ongeveer vijf en tachtig procent bij het rechte eind". „En wat behoort u volgens hem te doen?" Jane stak haar hand uit naar het andere velletje. Maar Hector Frensham vouwde dit op en stak het in zün binnen- Z3lCt „Pardonl" zei hy. „Gemeen!" zei Jane. Om tien minuten voor half elf dien avond begon Inspecteur Mordaunt, die de leiding had van het opsporingswerk der F. T. Di visie, zich af te vragen of het maar niet beter zou zijn het onderzoek voor vanavond te staken. Hij had namelük van het hoofd bureau opdracht gekregen met een stelletje manschappen het park af te zoeken naar sporen van Thomas Nutting. Om half elf besloot hü het verzamelsein te geven. Maar om één minuut over half elf struikelde een van de agenten, brigadier Robert Forbes, die op het fluitsignaal van zün inspecteur op een holletje aangeloopen kwam, over iets, dat onder een grooten eik op het kruispunt van twee ry'paden in een klein boschje lag. Om tien minuten over half elf belde In specteur Maraday van de crimineele re cherche van Scotland Yard, na een paar dagelüksche orders gegeven te hebben, nr. 14 Gordon Place op. Jane, die de telefoon hoorde rinkelen, snelde uit de huiskamer de trap af. Zü had Juist Hector Frensham met een zoet lijntje vroeg in bed gekregen. „Vader is uit. Nee, ik weet niet waar ik hem kan bereiken. Kunt u mü ook zeggen of het dringend is?" „Dringend is nu niet bepaald het woord juffrouw Frensham", zei Marraday, die Jane wel eens ontmoet had. „Doen kan Sir Hector toch niets. Maar wij hebben strikte orders, dat „Ja, ja, dat weet ik", viel Jane hem in de rede. „Ik zal hem probeeren te vinden, me neer Marraday. Als mü dat niet lukt laat ik wel een briefje voor hem achter, zoodat hü er morgenochtend van weet". Jane liep langzaam de trap weer op. Na er lang en breed over nagedacht te hebben, schreef zü eindelük het briefje, dat zü aan Porter gaf met de boodschap dit tegelük met de thee den volgenden ochtend vroeg naar Sir Hector te brengen. VI. Om kwart voor één 's nachts liep Dudley Garten door Norfolk Street naar het Em- bankment. Dudley Garten behoorde tot de vaste redactie-staf van de Evening Clarion, welk blad, zooals ledereen weet, de jongere broer van de Morning Herald is. Dudley Garten (in Fleet Street en Scot land Yard bekend als „de Paardenvlieg") was wat men op het witte doek en in speurderverhalen een misdaad-verslagge ver noemt. Hü was een klein, schraal man netje met flodderige kleeren en ruwe on- hebbelüke manieren, dat bezield was met een ware liefde voor zün lugubere roeping, hoegenaamd geen eerbied had voor iemand uit deze of de andere wereld en een bril droeg met hoornen montuur. De vingers van zün beide handen waren heelemaal bedekt met geel-bruine nicotinevlekken. Hü had een wanhopige dag gehad, met andere woorden hij had niets te doen gehad. Hü was zoo laat, omdat hü op een bierfüifje geweest was, dat door een man gegeven was, die hem niet luchten of zien kon enhem niet uitgenoodigd had! Hü stak den weg over en wandelde langs het Embankment naar Westminster. Het was een füne nacht en warm. Nu en dan keek hü over de borstwering en kon dan de Theems zien een traag voortkabbelen den stroom, waarin op gelüke afstanden overal het licht van de lantaarns langs het Embankment weerkaatste. Over hem en Londen welfde zich de he mel als een donkerblauwe met sterren be zaaide koepel. De maan sneed als een gele sikkel door het fulpen uitspansel. Dudley Garten voelde zich eenzaam in Londen. De in elkaar gedoken menschelüke gedaanten op de banken keurde hü geen blik waar dig. Even voorbü den ingang van North- humberland Avenue bleef hij stilstaan. Hü had al ln geen tien minuten gerookt! Hü graaide met zün gele vingers in zün zak ken en diepte een geel pakje op. Hü stak een sigaret aan, leunde over de borstwe ring en keek rookend op het water van de Theems neer. Londen was in diepe rust als een reus achtig slapend dier, dacht meneer Garten in romantische terminologie, Zün sigaret raakte op. Hü spuwde en volgde aandach tig het peukje dat met een regen van vonkjes in het olieachtige water viel. Mat een kinderlijk genoegen wachtte hij op het sissen van het in het water vallende vuur. doch hü kon het niet hooren door een an der geluid, dat plotseling de stilte ver stoorde luide, vlugge en, naar het scheen, onzekere voetstappen. Zü kwamen uit dezelfde richting als hü zelf gekomen was en gingen nu ve g van een mannenstem. De stem leek naar Garten met zün scherp ge!hocr emde de te kunnen opmaken In een taal te zingen. Doch even later, wandelaar naderbü kwam, ontde \\ti dat wat hü zooeven gehoord had, was, maar vloeiend en zangerig .gtyn- gevloek in een of andere taaJ v sche origine. Garten draalde zie ^(t gemak om en leunde nu, ln P zün rug, met zün ellebogen teg ^g, nen borstwering. Hü zag nu i wiens men een kleinen, lenigen tred vaste, doch eenigszins onrege n| dl* iets katachtigs had. Dddle?L,nt.lsnta»,ni vlak onder een der Emban ff stond, zag dat de voorblfg®"® e iel»»"' kleed was, een bleeke, oHj!W ui..... „n A»n zwarten vil ugd. kleur had en een zwarten --- g[) ni0, dien hü diep over één oog g« Eerst toen hü Garten P r alle® de wandelaar, dat hü nie beW«r'n.jL was. Zün abracadabrattche z(jde verstomden plotseling. Hy borstwe'r lingschen blik op den man versn{' en liep door, doch thans jgchen- pas. Garten moest ln zÜn j d«n '"(.(e wist wat er op dit oogenblikd.#e die net voorbü was, omfiz£)U k dat hü, Dudley Garten, wMl zün. Hü wist dit, omdat ygn eenzame wandelaar in anderen eenzamen wan ]f ken, 's avonds na hal d). (Wordt v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6