DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Engeland in afwachting van de vredesvoorstellen. Een rede van Chamberlain. Chamberlain heeft een rede in het Lagerhuis gehouden. Mussolini als vredestichter. Ook Franco wil bemiddelen. No. 234 141e Jaargang De algemeen© toestand. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 4 October 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Het is niet heelemaal duidelijk of Engeland de Duitsche vredesvoorstellen reedS in ontvangst heeft genomen. In allen gevalle waren zü daar nog niet bekend toen Chamberlain gister zijn groote rede in het Lagerhuis heeft gehouden. In die rede heeft de Britsche premier laten uitkomen, dat Engeland zich te land, ter zee en in de lucht steeds meer op zijn oorlogstaak heeft ingesteld, maar dat de regeering bereid is, elk ingekomen vredesvoorstel nauwkeurig te bestudeeren. Het opmerkelijke van deze Lagerhuiszitting is, dat de Britsche regeering niet meer zoo bij voorbaat absoluut afwijzend tegenover een vredesaanbod stond en dat er voor de eerste maal stemmen hoewel nog met afkeer begroet hebben geklonken welke op het zoo spoedig mogelijk sluiten van een vrede aandrongen. Mussolini zal ook ditmaal weer als bemiddelaar optreden, hoewel men in Italië schijnt te verwachten dat de tijd voor den vrede nog niet ryp is. Generaal Franco heeft zich eveneens bereid verklaard de bemiddelingspogin gen te steunen en daarbij op het groote gevaar voor geheel Europa van een verzwakt Duitschland ten opzichte van de uitbreiding van de Russische invloedssfeer gewezen. In het Lagerhuis heeft minister-presi- tat Chamberlain gister een rede gehou- fa waarin hij herinnerde aan het bezoek vtó Von Ribbentrop aan Rusland. Dit had tot resultaat een vierde verdeeling van Polen waarvan de grenslijn voor Duitsch land gunstiger was dan de voorloopige militaire bezetting. Chamberlain herinnerde verder aan de Duitsch-Russische vredesplannen en het verantwoordelijk stellen van Engeland en Frankrijk voor de voortzetting van den oorlog als deze plannen niet geaccepteerd zouden worden en hij wees tevens op de in Oost-Europa gesloten overeenkomst tot uitwisseling van Russische grondstoffen tegen Duitsche industrieproducten. Chamberlain zag hierin niets waardoor de Britsche regeering haar houding zou moeten wijzigen. Het staat geenszins vast dat de Duitsch-Russische overeenkomst uiteindelijk voordeelig voor Duitschland zal zijn of dat zij de doelstellingen der Duitsche regeering zou treffen. Er is niets veranderd wat Engeland er van zou weerhouden zijn hulpbronnen te mohiliseeren en de geheele macht van het imperium te gebruiken voor een doeltref fend voortzetten van den oorlog. Polen was de directe aanleiding maar met de fundamenteele oorzaak van den °m"iog. Dit was de ondragelijkheid van den s and van zaken waarin de Europeesche staten hun vrijheid in de weegschaal oesten stellen of steeds weer hun krach- dedige°k^Seeren °m vrÜheid te ver- Vredesvoorstel en bedreiging. klP6 ^as?aSe in de Duitsch-Russische ver- onHln®'-"lza!ce ^et liquideeren van den °g' is duister, doch het schijnt een voorstel tot vrede te combineeren v nauwelijks verholen bedreiging gevolgen, indien het voorstel zou orden verworpen. Ik kan niet voorspellen van welken ®uzd een dergelijk voorstel zal zijn, aar ik kan nu wel reeds zeggen, dat F>e\ ^reiging ooit dit land of befli er toe zou kunnen brengen e doel op te geven, waarvoor wij p, zen strijd hebben aanvaard. gine o^rlain verder, dat de po- antwZrf v8,eland t€ belasten met de ver den om-i eid voor bet voortzetten van strijd rm°iS omdat bet niet bereid is den alleen fjf g€ven voor het doel is bereikt, E>uitsrho 1 n*eiIw onderdeel is van de De vpp 00, ogste?bniek. blyft rust Waard'ging over den oorlog aèhtereem "i °P ^en' d'e deze politiek van gesteld or, gende aanvallen hebben op- den ontkend V0€rd' kan noch wor- noch worden geëxcuseerd. kukHge ïwf't verzekeringen van de Wordf>„ Ultsche regeering kunnen tegeer;,, ai?vaard. Daarvoor heeft deze kewe7cüg Jn ^et verleden te dikwijls loos ziittbaar beloften waarde- en gebroken worden, wanneer het haar past. Indien derhalve voor stellen worden gedaan, zullen wij deze zeer zeker bestudeeren en wij zullen ze toetsen in het licht van wat ik zoo juist heb gezegd. Niemand verlangt den oorlog voort te zetten, langer dan noodzakelijk, doch de overgroote meerderheid van de jpenbare meening in dit land en ik ben er van overtuigd ook in Frankrijk, is vastbesloten er voor te zorgen dat deze heerschappij van geweld een einde zal nemen en dat het woord, dat regeeringen eens hebben gegeven, altijd zal worden na gekomen. Na te hebben gesproken over de verdere vooruitgang der Franschen aan het W. front, zeide Chamberlain, dat een groot Britsch leger wordt overgebracht naar Frankrijk en zijn plaats inneemt aan de zijde van den Franschen bondgenoot. We hebben redenen om trotsch te rijn over de doeltreffendheid, waarmede deze bewe ging wordt uitgevoerd. De Britsche lucht macht in Frankrijk maakt verkennings vluchten zoowel overdag als der nachts en er zijn luchtgevechten gevoerd tusschen onze toestellen en die van den vijand. De vliegtuigen van de marine hebben in de afgeloopen week ook des nachts hun strijd tegen de onderzeeërs voortgezet en ver dere patrouilles uitgevoerd. Een aantal duikbooten werd gezien en aangevallen. De strijd ter zee. Ter zee heeft de strijd tegen de duik booten met onverminderde kracht voort gang gehad. De Britsche maatregelen heb ben de onderzeesche bedreiging doen af nemen. Op het. oogenblik varen honderden schepen over de groote zeewegen, be schermd door onze convooien en door de onvermoeide actie van onze duikbootbe- strijding. Tusschen elf en twintig Septem ber is in totaal 3.679.900 ton de havens van het Britsche koninkrijk binnengekomen of uitgevaren. 1.75 pet. van de totale tonnage is verloren gegaan door aanvallen van duikbooten of door mijnen. In de convooien zijn geen schepen verloren gegaan. Tusschen 20 September >n 24 September zyn drie Britsche schepen tot zinken ge bracht door Duitsche onderzeeërs. Sedert dien zijn gedurende een week geen Brit sche schepen meer tot zinken gebracht door het optreden van vijandelijke onder zeeërs. Er zijn evenwel bewijzen, dat nog onderzeeërs rond onze kust optreden en het feit, dat geen schepen tot zinken zijn gebracht, is derhalve voornamelijk het gevolg van de maatregelen, welke de ma rine heeft genomen. De Duitsche onder zeeërs zijn thans gedwongen op te treden in verafgelegen wateren, waar hun be dreiging niet zoo groot is, doch zoolang zij niet zijn gevonden en vernietigd kunnen zij een last veroorzaken. Een andere en meer sinistere be dreiging is de Duitsche aankondiging, dat ieder schip van de Britsche koop- vaardü zal worden beschouwd als een oorlogsbodem. Indien dit eenige be- teekenis heeft, dan beteekent het, dat een onbeperkte duikbootoorlog zal worden gevoerd. De onwettige aan vallen dienen alleen om te bewijzen, dat het van het grootste belang is de schepen te voorzien van de geëigende afweermiddelen en hiermede gaat men met den grootsten spoed voort. Een verder bewijs voor den on beperkten duikbootoorlog vindt men in het aan tal neutrale schepen, dat door Duitsch land tot zinken is gebracht. Sindt het uitbreken van den oorlog zijn neutrale schepen met een totaal tonnage van 27.765 ton tot zinken gebracht, door mijnen of bommen. Ten aanzien van den Duitschen kaper in het zuiden van den Atlantischen Oceaan zeide Chamberlain,, dat deze nieuwe be dreiging overeenkomstig dt bestaande plannen zal worden bestreden. Betreffende de herhaalde verkeerde verklaringen van de Duitsche radio zeide Chamberlain inzake het bom bardement op de vloot en de Duitsche berichten een vliegtuigmoederschip tot zinken te hebben gebracht, dat geen enkel Britsch schip werd bescha digd en alle schepen, hierbij ingeslo ten de „Ark Royal", vervullen nor maal hun taak, onbekend met deze geruchten. De eenige verliezen, welke zijn geleden in deze actie, werden ge leden door de Duitsche luchtmacht zelf. Verder zeide de minister-president, dat de voorbereidingen van de dominions, waarover hij reeds eerder heeft gesproken, worden voortgezet en hij noemde daarbij in het bijzonder de hulp van New-Found- land en Zuid-Rhodesia. De voorlichting. Na te hebben gezegd, dat blijkbaar de nationale registratie feilloos is verloopen, besprak Chamberlain het ministerie van voorlichting. Hij zeide, dat, met ingang van Maandag besloten is terug te keeren tot de practijk van voor den oorlog, waarbij de pers in onmiddellijk contact stond met de verschillende ministeries, en niet door middel van het ministerie van voorlich ting. Men moet eenige moeilijkheid ver wachten bij het verstrekken en versprei den van nieuws in tijd van oorlog. De thans voorgestelde maatregelen hebben ten doel deze moeilijkheden tot een minimum te beperken. De censuur, welke vrijwillig is waar het nieuws voor het gebruik in het land zelf betreft, zbal worden uitgeoefend door censoren onder leiding van de depar tementen. Tenslotte kondigde Chamber lain aan, dat sir Walter Monckton, een vooraanstaand rechtsgeleerde, is benoemd tot controleur van de censuur, met het oppertoezicht over de maatregelen voor de centrale verspreiding van nieuws aan de pers. Chamberlain was heftiger. In de rede van Chamberlain was eenige heftigheid te bespeuren, in tegenstelling met de gewone kalme wijze van spreken van den minister-president en het Huis juichte, toen hij zeide, dat geen bedreiging Engeland of Frankrijk er toe zou kunnen brengen hun doel op te geven en nog lui der was het gejuich, toen hij zeide, dat de heerschappij van het geweld moet eindigen. De debatten. Na de verklaring van minister-president Chamberlain zeide de leider van de Labour-oppositie, Attlee, dat hij de op vattingen van den minister-president deel de. Hij voegde hieraan toe, dat iedereen de werkelijke mogelijkheid van een einde van den oorlog zou begroeten, iedere terug keer tot den toestand van een jaar of twee geleden zou evenwel geen vrede brengen aan de wereld. Betreffende den oorlog onder zee zeide Attlee te hopen spoedig te hooren van voorstellen tot het convooieeren van neu trale schepen. Ook de leider van de liberale oppositie, Sinclair, zeide, dat allen den vrede wen- schen, doch men is niet bereid den vrede te koopen met opoffering van vrijheid of de moreele waarden van de beschaving. Het is derhalve noodig voort te gaan met den oorlog tot de kracht van het Hitlerisme in Duitschland is gebroken. Sinclair hoopt en gelooft, dat in Duitsch land een regeering zal komen, welke meer volledig het Duitsche volk vertegenwoor digt en welke bereid is vrede te sluiten, waarvan de voordeelen zoowel door het Duitsche volk als door het Fransche en Engelsche zouden kunnen worden ge noten. Sinclair spoorde verder aan het zenden van opgeleide soldaten naar Frankrijk te versnellen. Vervolgens sprak Lloyd George, die aan spoorde geen overhaast besluit te nemen inzake vredesvoorstellen. Indien de ver overing van Polen als een voldongen feit zou worden aanvaard, zou Engeland ont- eerd zijn. Het is duidelijk, dat niet alleen sprake is van Polen, doch ook van Tsjecho- Slowakije en ook het vraagstuk van de koloniën zal ter sprake worder gebracht. Zulk een voorstel zou komen van neutrale regeeringen en niet afhankelijk zijn van het woord van een enkele regeering. Hij was van meening, dat ook de ontwapening ter sprake zal komen en spoorde de re geering tenslotte aan, om indien een con ferentie zou worden belegd ook de Ver- eenigde Staten hierbij te betrekken en een geheime zitting van het Lagerhuis te be leggen, wanneer de voorstellen besproken zullen worden. Chamberlain zeide: Ik zie geen re den waarom we ons zouden haasten een antwoord te geven op eenig voor stel, dat werkelijk ernstige overwe ging vraagt. Chamberlain herhaalde evenwel, dat tot nu toe een dergelijk voorstel nog niet is ontvangen en op dit oogenblik zou het voortijdig zijn eenige hoop te bouwen op de aan- In a'wachting van het vredesvoorstel. Het ziet er nog niet naar uit, dat de vredesduif, die met een olijftakje in haar snavel binnen enkele dagen in Duitschland zal losgelaten worden in Engeland met ge juich zal worden ontvangen. Eerlijk gezegd vertrouwt men die duif niet zoo heel erg en zou men er niet over verwonderd zijn als het een gecamoufleerde havik zou blijken, om van het olijftakje of vredespalmpje maar niet eens verder te spreken. In de groote rede welke hij eenmaal per week in het Lagerhuis afsteekt, heeft Cham berlain de kwestie wat er tenslotte bij de wederopstanding van Polen zal moeten ge beuren, handig omzeild door er op te wij zen, dat Polen tenslotte niet de oorzaak van den oorlog geweest is. De werkelijke oor zaak was de voortdurende vrijheidsbedrei ging van Europeesche staten en het feit, dat de Duitsche regeering herhaaldelijk had be wezen, dat haar beloften waardeloos waren. In den breede heeft de Britsche premier daarbij de doeltreffendheid der Engelsche luchtmacht en vooral die van de zeemacht laten uitkomen. Uit zijn rede en trouwens niet alleen uit zijn rede maar uit de feiten, welke ieder onbevooroordeelde zal kunnen constateeien, blijkt wel, dat na een maand van strijd de bedreiging der koopvaardijschepen door Duitsche onderzeeërs zeer sterk is vermin derd. Tegenover een zeer gering aantal Britsche schepen welke de laatste dagen getorpedeerd werden, staan zeer vele sche pen uit de Scandinavische landen, wat er zeker op kan wijzen, dat de activiteit ^der Duitsche onderzeeërs zich van de Noordzee en den Oceaan naar de Oostzee verplaatst beeft, met andere woorden, dat deze duik booten geen kans meer krijgen de Britsche controle te passeeren. De aan Amerika gezonden waarschuwing en de bedreiging, dat gewapende Britsche vrachtschepen zonder eenige waarschuwing eetorpedeerd zullen worden, behoeft men m de democratische staten niet al te erns ïg cp te vatten. Ook tot dusver is die waar schuwing meermalen achterwege gebleven en wanneer de Britsche koopvaardijschepen zich voortaan met hun wapens kunnen ver weren zal het optreden van Duitsche onder zeeërs in de West-Europeesche wateren nog riskanter worden en dus nog meer worden belemmerd dan thans reeds het geval is. Komt er spoedig een doeltreffend Britsch ccnvooistelsel en kunnen daar desgewenscht ook de neutrale schepen van profiteeren, dan zal de scheepvaart heel wat veiliger worden en de handel heel wat minder aan banden worden gelegd. Ook uit de debatten is wel gebleken, dat de oppositieleiders de regeering zeker niet zullen aansporen tot een overhaast vrede sluiten wanneer het doel waarvoor Engeland in den oorlog is gegaan geenszins bereikt is. Wil men een werkelijken vredessfeer schep pen dan zal zooals Sinclair, de leider der liberale oppositie verklaarde het Hitleris me moeten worden gebroken en er in Duitschland een regeering moeten optre den, welke het Duitsche volk beter verte genwoordigt en op welker woord men zal kunnen vertrouwen. Wat niet wegneemt, dat Chamberlain op een vraag van Lloyd George over wiens vredesverlangen vele Lagerhuisleden zich ongerust maken geantwoord heeft, dat de Britsche regeering elk redelijk vredes aanbod niet zonder meer van de hand zal wijzen maar ernstig zal overwegen en dat niemand minder dan hij hartelijker een voorstel zou begroeten waardoor werkelijk het doel, dat de regeering zich heeft voor gesteld zou worden bereikt. Intusschen komt Mussolini, die tot dusver voor postillon d' amour speelt of beter ge zegd voor bemiddelaar tusschen de strij dende partijen, voor een uiterst moeilijke en delicate taak te staan. Het feit, dat graaf Ciano en niet hijzelf naar Berlijn is getrokken zou er reeds op wijzen, dat hij zich in de Duitsche hoofdstad niet te veel heeft willen binden en ook Ciano, die maar zeer kort in Duitschland is gebleven, schijnt zich daar min of meer gereserveerdte hebben gedragen. Mussolini heeft den laatsten tijd al eens meer een vredesvischje uitgegooid, maar nog altijd niet den grooten snoek opgehaald, die in dat vischje zou moeten bijten. Men weet in Italië heel goed wat Engeland en Frankrijk zich ten doel gesteld hebben en men begrijpt daar ook best, dat een Duitsch- Russisch aanbod dat daarvan op belangrijke punten afwijkt geen kans heeft, dat het zon der meer geaccepteerd wordt. De oorlog is nog van te korten duur ge weest en de wederzijds gebracht offers zijn nog niet zwaar genoeg om een van beide partijen nu reeds op belangrijke punten tot capitulatie te brengen. Maar tenslotte blijkt Italië met dezen volkerenstrijd allesbehalve verrukt te zijn en heeft het als groote neutrale Euro peesche mogendheid, welke nog steeds vriendschappelijke betrekkingen met beide partijen onderhoudt, min of meer den mo- reelen plicht als vredestichter op te treden. Vandaar dan ook, dat de Italiaansche pers er de laatste dagen weer op wijst, dat er nog niets gebeurd is, dat niet hersteld zou kunnen worden en dat 'n rechtvaardige vrede mogelijk is, welke Europa een langen tijd van rust en veiligheid kan brengen en daar om door geen enkel volk kan afgewezen worden, waarbij men hoopt, dat ook in En* gelang en Frankrijk de gezonde, van hun verantwoordelijkheid bewuste krachten de overhand zullen krijgen. Intusschen schijnen hoewel dit nog niet officieel werd bevestigd de Duitsche vredesvoorstellen via de Italiaansche en Britsche ambassades te Londen en Rome aan de Engelsche regeering te zijn doorgegeven. In Spanje heeft Franco zich bereid ver klaard al het mogelijke te willen doen om de oorlogvoerenden te verzoenen. Hij heeft in een interview uiteengezet, dat de op- marsch van Rusland in Europa een zaak van den diepsten ernst is en dat het noodzake lijk is, dat men snel tot overeenstemming komt ter vermijding van groote schade en ter voorkoming dat er uit het Oosten geva ren komen voor den geest van Europa, en hij meent, dat Duitschland een sterke slag boom tegen de indringing van den Russi- schen invloed moet blijven. Het is ongetwijfeld een gezonde opvatting want Spanje heeft de laatste jaren in een zeer zwaren en zeer feilen strijd het groeiende communisme in eigen land moe ten uitroeien. Het blijft alleen maar te betreuren, dat de staat, die zichzelf tot dusver altijd de na tuurlijke dam tegen den vloedgolf van het communisme genoemd heeft, den laatsten tyd dien dam eigenhandig heeft doorgesto ken en zelfs met zijn machtig leger den allen bedreigenden vijand de gelegenheid ver schaft heeft zijn invloedssfeer te vergroo- ten. Waaraan Europa behoefte heeft is een verbond van staten welks regeeringen el kaar begrijpen en vertrouwen en die in volledige samenwerking ons werelddeel van de dreiging van het nationaal-socialisme en van het communisme kunnen bevrijden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1