DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Duitschland wacht het resultaat van
het vredesaanbod af.
Hederlandsch koopvaardijschip op een
mijn geloopen.
De Duitsch-Russische economische
onderhandelingen.
No.
238 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 9 October 1939
141e Jaargang
Het Fransche legerbericht.
S.s. „Binnendijk" op een
mijn geloopen en
gezonken.
Alle opvaienden gered.
Brand uitgebroken op het
s.s. „Amstelkerk".
Het vuur bedwongen.
Het Duitsche legerbericht.
De algemeene toestand.
De tijd nog niet rijp
voor den vrede
COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
•-V 4
Duitschland wacht op het resultaat van het door Hitier gedane vredesaanbod
en men schijnt daar groote verwachtingen te hebben van een interventie van
neutrale zijde, al heeft de minder goede ontvangst van het Vredesvoorstel het
geloof, dat de strijd spoedig een einde kan nemen, zeker eenigszins verzwakt.
Hoeveel belang niet alleen de strijdende partijen maar ook de neutrale staten
bij een staking der vijandelijkheden hebben, blijkt uit de groote gevaren
waaraan de neutrale scheapvaart dagelijks is blootgesteld.
Het wordt nu weer ten duidelijkste gedemonstreerd door het op een mijn
loopen van het stoomschip Binnendijk, waardoor niet alleen een kostbare
lading graan en veevoer verloren is gegaan, maar tevens onze koopvaardij
vloot weer een van haar kostbare schepen heeft moeten missen.
Gelukkig maar dit is een toevallige gelukkige omstandigheid is geen
enkel lid der bemanning om het leven gekomen.
De Duitsch-Bussische economische besprekingen zijn in Moskou begonnen,
waarbij besloten werd, dat de ruil van Russische grondstoffen tegen Duitsche
industrieele producten onmiddellijk een aanvang zal nemen.
Het communiqué van Zaterdagavond luidt:
„Wederzijdscb optreden van de artillerie
tusschen de Moezel en de Saar. Wederzijd-
sche patrouilles in het gebied ten zuiden van
Deux Ponts. Gedurende de eerste week van
October heeft de Fransche marine 30.000 ton
voor Duitschland bestemde koopwaar aan-
jehouden".
Het legerbericht van gisterochtend luidt:
Een kalme nacht. Ten Zuidwesten van.
Saarbrücken werden vijandelijke patrouilles
door ons vuur teruggedrèven.
Het legerbericht van hedenochtend
luidt:
Gisteren aan het einde van den dag en
vannacht waren verkenners-in het bene-
dendal van de Nied en ten zuiden van
Saarbrücken actief.
Het Nederlandsche stoomschip
..Binnendijk" van de Holland
Amerikaljjn, dat van New-York
op wg was naar Rotterdam, is
Zaterdagnacht omstreeks tien uur
nabij bhambles Light op een mijn
geloopen en Zondagochtend twee
uur na een hevige ontploffing ge-
ronken.
Alle opvarenden konden worden
gered. Zij zijn in de Engelsche
Marinehaven Weymouth aan dc
Zuidkust van Engeland, aan land
gebracht en voorloopig opgeno
men in het Zeemanshuis, het hotel
van het Leger des Heils en twee
andere hotels.
Twee opvarenden hadden een
been gebroken.
De „Binnendijk" was geladen
met graan en veevoeder, bestemd
voor de Nederlandsche regeering.
De „Binnendijk" is groot 6873
jon bruto. Het werd in 1921 op de
V. Werf „De Noord" te Alblas-
oam gebouwd.
De gezagvoerder vertelt.
De gezagvoerder van de „Binnendijk", de
heer Moree, vertelde, dat hij zich op de brug
bevond, toen zich een vreeselijke ontplof
fing voordeed. De machines en de draad-
looze installatie raakten in het ongereede
en konden geen dienst meer doen. Zeer
langzaam begon het schip te zinken. Daar
van de radio-installatie geen gebruik ge
maakt kon worden, moest men vuurpijlen
afschieten om de aandacht te trekken. Deze
vuurpijlen werden beantwoord en later
kwam een der vaartuigen die in dienst van
de Britsche contrabandecontrole staan,
langszij. Het vaartuig maakte vast en nam
alle 41 opvarenden aan boord.
„Wij hadden, aldus de heer Moree, geen
passagiers aan boord. Onze reis van New
York was tot dusverre door niets bijzonders
gekenmerkt. Ok bij het naderen van de
Engelsche kust namen wij geen teekenen
van den oorlog waar."
Twee gewonden.
Twee leden van de bemanning van de
„Binnendijk" een stoker en een 18-jarige
leerling, zijn in een ziekenhuis opgenomen
met beenbreuken.
De „Binnendijk" is het tweede Nederland
sche koopvaardijschip, dat sinds in het be
gin van de vijandelijkheden is verloren ge
gaan. Naar men zich herinnert, is het s.s.
„Mark" van de N.V. houtvaart te Rotterdam,
de vorige maand in de Oostzee op een mijn
geloopen en gezonken.
De directie van de HollandWest-
Afrikalijn heeft van den gezagvoer
der van de „Ametelkerk", welk
schip zich op den atlantischen
oceaan in de buurt van Dakar
bevindt, bericht ontvangen dat
er brand in de lading
ding is uitgebroken. Op een oogen-
blik liet de toestand zich ernstig
aanzien, maar gisterochtend had
men den brand i£ bedwang, door
een der ruimen nifet water te laten
volloopen en een ander ruim onder
stoom te zetten.
Er is geen gevaar meer voor schip en op
varenden. De gezagvoerder acht den brand,
gebluscht en verwachtte nog gistermiddag
Dakar te bereiken.
De Amstelkerk, welke 4457 bruto ton
groot is, bevond zich van een een reis naar
de westkust van Afrika, op den terugweg
naar Nederland.
Het opperbevel der< weermacht maakt be
kend:
Ten Oosten van deti Weichsel en in het
gebied van Sowalki werd in overleg met de
Russiche troepen ongeschokt de beweging
voltrokken naar de grens der Duitsche en
Russische belangen. Onder de laatste over
blijfselen van het Poolsche leger, die Vrij
dag by Koek capituleerden, bevonden zich
twee divisiecommandanten en 100 officieren.
In het Westen plaatselijk optreden van
verkenners van den -vijand die werden af
geslagen. Overigens slechts hier en daar
artillerievuur. Franscheverkenningsvlieg
tuigen hebben des middags geprobeerd den
Rijn bij Bonn over te vliegen. Een der toe
stellen werd bij Godesberg tijdens een lucht
gevecht omlaag geschoten, een tweede moest
bij Euskirchen een noodlanding maken.
De uit vier koppen bestaande bemanning,
waarbij een overste van den generalen staf,
werd gevangen genomen. Aan Duitsche zijde
werden geen verliezen geleden.
Het opperbevel van het Duitsche leger
deelde gister mede:
De troepenbeweging in de richting van de
Duitsch-Russische belangengrens verloopt
volgens de plannen. Volgens de laatste
mededeelingen hebben zich bij Koek, be
halve de reeds medegedeelde getallen, twee
divisie-commandanten, 1255 officieren en
15600 onderofficieren en manschappen aan de
Duitsche troepen overgegeven. 10.200 Hand
vuurwapenen, 205 mitrailleurs, 20 stukken
geschut, meer dan 5000 paarden en verschei
dene oorlogskassen werden buit gemaakt.
In het W. was aan beide zijden overdag de
artillerie actief, gedurende den nacht werd
hier en daar spervuur gelegd.
Nader werd gemeld:
In het Oosten werd de opmarsch naar
de belangengrens voortgezet.
In het Westen plaatselijke activiteit van
verkenners en zwak artillerievuur aan
beide züden.
In de lucht slechts geringe activiteit van
verkenners.
Zie verder Buitenland pag. 3, 2e blad.
^3.
flMp lp m
Het is eigenaardig, dat er, voornamelijk
in de neutrale staten, een geheel andere
mentaliteit is dan in den grooten wereld
oorlog van 1914. Destijds werden de ban
ken als het ware bestormd door menschen,
die hun geheele bezit terug kwamen halen
en liefst in zilver, maar nog veel liever in
goud wilden uitbetaald worden. En wie
hamsteren kon, zoo lang als het duurde,
maakte van zijn huis een soort comesti-
bleswinkel in het klein en wij zullen niet
zeggen, dat er ook nu niet is gehamsterd
of dat men hier en daar niet wat meer ge
kocht heeft dan in andere weken of maan
den maar tocher is een andere stem
ming, er is een zekere verwachting, dat
alles ten slotte nog voor elkaar zal komen
en dat het met den oorlog dus niet zoo'n
vaart zal loopen als men in den beginne
wel gevreesd heeft.
Daarnaast staan natuurlijk de pessimis
ten, die Europa al in de vlammen hebben
zien opgaan, maar het is eigenaardig, dat
zij zeker niet de meerderheid der bevol
king uitmaken.
Wanneer men zich een oogenblik in
denkt wat er zal kunnen gebeuren en hoe
spoedig dat zal kunnen plaats vinden, dan
mag men zich met eenige verwondering
afvragen, waarom de verwachtingen in
Nederland nog zoo hoopvol zijn en de
stemming onder de soldaten nog geenszins
den indruk wekt, dat men zich ook daar
al te zeer over de naaste toekomst bezorgd
maak'
De grond van dit alles is waarschijnlijk
de gedachte, dat er aan dezen oorlog wel
spoedig een einde zal komen, omdat alle
partijen gaan begrijpen, dat zij bij een
voortzetting van den strijd meer te verlie
zen dan te winnen hebben.
De groote moeilijkheid, die allereerst
overwonnen moet worden is een formule
te vinden waarmede ieder zich kan ver
eenigen zonder daarbij tegenover eigen
volk den schijn te wekken, dat men alle
verzekeringen en voorspellingen waar
om men in den oorlog is gegaan en wat
men daar zal bereiken zonder meer
heeft laten varen.
Engeland is, evenals Frankrijk, in den
oorlog.gegaan om Polen te beschermen en
aan het Hitlerisme een einde te maken. En
al laten wij nu buiten beschouwing, dat
Engeland Polen niet beschermd heeft en
dat waarschijnlijk ook moeilijk heeft kun
nen doen dan mag de vraag of het in
staat zal zijn Polen in. den ouden vorm te
herstellen, niet zonder meer bevestigend
worden beantwoord. Want al wordt Enge
land na een langen en afmattenden strijd
overwinnaar op Duitschland, dan is het
nog de groote vraag of het daarna met het
machtige Rusland zal kunnen aftrekenen
om ook dat stuk van Polen te veroveren,
dat bij een herstel in den ouden vorm toch
geenszins gemist zal kunnen worden.
En verder strijdt Engeland en in
Frankrijk is men het daarmee geheel eens
voor de verdwijning van het Hitlerisme
en den terugkeer van normale verhoudin
gen tusschen de Europeesche staten waar
bij van agressie geen sprake meer zal zijn.
Het is, wat dit laatste betreft, de groote
vraag of de tijd al rijp is om dergelijke
idealen te kunnen verwezenlijken en wat
de verdwijning van het Hitlerisme betreft,
ook dat is een probleem, dat niet zoo ge
makkelijk oplosbaar zal blijken.
Men hoopt natuurlijk op een zekere
opstandigheid in het Duitsche volk, dat
zich met geweld van zijn leiders zal be
vrijden én men heeft daarom in millioenen
uitgestrooide pamfletten alles in het werk
gesteld om het volk van zijn regeering
afkeerig te maken.
Evenwel, zoover is het nog niet en wan
neer Hitier in den Rijksdag spreekt, moge
men, onder den druk der omstandigheden
wat minder luidruchtig hooren juichen
dan anders het geval is, toch krijgt men
nog allerminst den indruk, dat de toestan
den in Duitschland zóó veranderd zijn, dat
men binnen afzienbaren tijd mag rekenen
op het loslaten van alles wat men op het
oogenblik nog als de „Deutsche Ehre" be
stempelt. Het hier scheppen van een an
dere sfeer, het als het ware murw maken
van het Duitsche volk tegenover de doel
stellingen der democratische staten, kan
een japenlangé blokkade eischen met de
groote vraag of daardoor het doel ooit
volkomen bereikt zal worden zoolang aan
de Oostzijde van Duitschland de invoeren
ongehinderd kunnen voortduren.
Met den strijd aan de grenzen valt voor
beide partijen niet veel te bereiken en
luchtraids boven de groote steden waarbij
de burgerbevolking het slachtoffer wordt
en talrijke kostbaarheden vernield wor
den, blijken dikwijls de zucht naar wraak
grooter te maken dan het moreel der be
volking te verzwakken.
Wie dat alles overdenkt mag zich de
vraag stellen: welk nut heeft het den strijd
nog langer voort te zetten als de mogelijk
heid bestaat, dat men door onderlinge
besprekingen wellicht een door allen aan
vaardbare regeling kan treffen?
Het is opmerkelijk, dat men zich deze
vraag allereerst in Duitschland gesteld
heeft en het zou een aanduiding kunnen
zijn, dat men zich daar, ondanks de in
Polen behaalde successen, van den oorlog
heel wat meer voorgesteld heeft dan er
waarschijnlijk van terecht zal komen.
Ongetwijfeld zal ook Duitschland den
strijd nog geruimen tijd kunnen voortzet
ten, maar zelfs, al zou men hier een volko
men overwinning behalen, wat heeft men
er dan ten slotte mee bereikt? Duitschland
dan ten slotte mee bereikt? Duitschland
zelf zou uitgeput zijn, het zou de overwon
nen staten of 'n deel daarvan niet kunnen
bezetten met de kans op nog veel ver
schrikkelijker oorlogen in de toekomst.
Wanneer Engeland overwonnen was, zou
Duitschland ongetwijfeld een lastigen be
moeial kwijt zijn, maar het is de groote
vraag of het daarvoor in de plaats niet een
veel gevaarlijker en veel lastiger buurman
terug zou hebben gekregen. De verster
king van Rusland in de Baltische landen
wijzen er wel op, dat men aan
Russische zijde ook ten opzichte van den
grooten r.abuurstaat niet op een eeuwig
durende vriendschap bij de regeling van
de Oost-Europeesche kwesties rekent.
Duitschland verkeert op dit oogenblik,
nu ook de groote as-genoot duidelijk blij
ken van afzijdigheid heeft gegeven, in een
moeilijke positie en het is daarom niet
verwonderlijk, dat de- hand der verzoe
ning allereerst van deze zijde naar den
vijand is uitgestoken.
Die hand kan nog niet dadelijk gegrepen
worden. De strijd is nog te kort geweest en
de offers nog te klein dan dat men reeds
eenige zwakheid zou bekennen. Er is een
neutrale mogendheid noodig en men
rekent in Duitschland op de medewerking
van Italië, desnoods van Roosevelt en zoo
noodig van de kleinere neutrale staten
die naar voren moet treden om Engeland
en Frankrijk duidelijk te maken, dat de
geheele wereld van een nachtmerrie be
vrijd zal kunnen worden wanneer de oorlog
spoedig wordt beëindigd.
Ook de neutralen, zoo zegt men in
Duitschland, hebben daar belang bij en
dat is natuurlijk volkomen juist omdat de
handel der neutralen aan banden gelegd
is, hun schepen bedreigd worden en de
mobilisatie schatten van geld kost.
Maar het is de groote vraag en dit
geldt vooral voor de kleinere neutralen
of zij zich in dit stadium van den strijd
voor het werk van den vredestichter kun
nen leenen zonder daarbij den schijn te
wekken, dat zij partij voor een der beide
groepen hebben getrokken.
En daarom rust de plicht van bemidde
len voornamelijk op de grooten. Niet op
Rusland, dat al te partijdig is gebleken om
op den voorgrond te kunnen treden, ook
niet op Amerika, welks neutraliteit in
Duitschland zeer scherp becritiseerd wordt,
hoewel men in vele kringen de hoop
op een interventie van Roosevelt heeft
gevestigd maar allereerst op Italië, dat
ook met de democratische staten goede
betrekkingen onderhoudt en daarom de
eerst aangewezene zou zijn om Engeland
en Frankrijk van de goede bedoelingen
der Duitsche regeering te overtuigen.
Het is te verwachten, dat die goede be
doelingen daar nog te veel door den bril
van het verleden bekeken worden en dat
men daarvoor andere garanties zal verlan
gen dan van den Führer, dien men niet
meer het vertrouwen kan schenken, dat
hem in September 1938 is gegeven. Reeds
hebben Engeland en Frankrijk officieus
verklaard, dat het Duitsche vredesaanbod
geen schijn van een kans heeft, maar in
Engeland zal het in allen gevalle bestu
deerd worden en de millioenen, die naar
het einde van dezen onzekeren oorlog ver
langen leven inmiddels in de zwakke hoop,
dat deze bestudeering tot nadere voorstel
len en daarna wellicht tot besprekingen
zal leiden waardoor men aan de conferen
tietafel zou kunnen bereiken, v at door de
wapenen binnen afzienbaren tyd niet ver
kregen zal kunnen worden.
f