DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een Britsch-Russisch handelsverdrag.
m
Het Engelsche leger in Frankrijk.
De evacuatie in Finland.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Directeur: C. KRAK. Donderdag 12 October 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Ruilovereenkomst tusschen
Londen en Moskou.
De Duitsche pers over de
rede van Daladier.
Het Fransche legerbericht.
Geen distributie in Italië
De Finsche
hoofdplaats
Helsinki, die
ans ontruimd
wordt.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT
Engeland heeft een overeenkomst met Rusland gesloten over de uitwisse
ling van Russisch hout tegen tin en rubber uit Engeland.
Het doel van de onderhandelingen is geweest de vrijlating door Engeland
te verkrijgen van goederen waaraan Rusland behoefte heeft in ruil voor
het vrijgeven uit Rusland van voor Engeland bestemde goederen.
Als limiet voor het houtvervoer is de maximum hoeveelheid gesteld welke
uit de Noordelijke Russische havens verscheept kan worden voordat de
vorstperiode dat onmogelijk maakt.
In het Lagerhuis heeft de regeering een uitvoerig exposé over de Engelsche
troepen in Frankrijk gegeven, waaruit blijkt dat er in den tijd van vijf
weken 158000 man over het Kanaal zijn gebracht. In 1914 had men zes weken
noodig om 148.000 man over te brengen.
Toen waren er slechts 800 gemechaniseerde voertuigen en thans 25000
waaronder tanks, die meer dan 15.000 kg. wegen. Slechts 20 van het
Britsche leger bestaat thans uit infanterie tegen 60 tijdens den vorigen
oorlog.
De evacuatie van Helsinki en andere Finsche steden is in vollen gang. Het
Finsche kabinet overweegt eveneens de hoofdstad te verlaten en een
andere plaats te kiezen als regeeringszetel.
In Finland rekent men op de sympathie van de Amerikaansche staten en
men hoopt dat de Amerikaasche invloed Rusland van elke agressieve daad
zal terughouden.
Officieel wordt medegedeeld, dat de
Sovjet-Russische handelsdegelatie te
Londen en het ministerie voor de voor
raden een overeenkomst hebben geslo
ten voor de uitwisseling van Russisch
hout tegen zekere hoeveelheden rubber
en tin.
De overeenkomst wordt omschreven
als een commercieele en niet als een
politieke transactie. Men wijst er op,
dat Rusland gewoon is op de Londen-
sche markt tin uit Carnwallis en ook
rubber te koopen, en op zijn beurt
Engeland bepaalde producten, waaron
der hout, levert. Een aanzienlijk aantal
Russische havens vriest tusschen eind
October en eind November dicht en
daarom is het noodig, dat de schepen
in die havens, die hout kunnen laden
en vóór de ijsperiode kunnen worden
uitgeklaard, ook voor dat doel gebruikt
kunnen worden.
De onderhandelingen beoogden het vrij
laten van de goederen, welke Rusland noo-
ju? zal hebben, en daartegenover het vrij
laten door de Russische regeering van voor
ingeland bestemde goederen. De tin, die
door Rusland gekocht wordt, is op het
oogenblik ruim betaald door de termijnen
v» itr0n<^ van ^et handelscontract. De hoe-
eelheden vertegenwoordigen de normale
ussische aankoopen en worden niet als bij-
nder groot beschouwd.
f>pn6n van ^et k°ut zal uit Moermansk,
komen U'1 ^avens aan de Witte Zee
nimf °mvanS der wederzijösche versche
nen 1S no® n'et kekend gemaakt, doch
7iiri0»Ven?,eemt' dat de waarde aan beide
mavim7! men §elÜk zal zijn en dat de
veelhpvi j^rens wordt bepaald door de hoe-
schppnt 'i Uit de noordelijke havens ver-
Mpr, worden voor de ijsperiode.
dat de onderhavige over-
onderh 5 slechts de eerste van een reeks
ziin, en met de Soviet Unie z4l
Over de rede van Daladier schrijft de
Bedijnsche correspondent van het Ham
burger Frem-ienblatt o.m.
Wanneer men bij de Westelijke mogend
heden voorgeeft, door een Duitsche be
dreiging in den zwevenden oorlogstoestand
te zijn gedwongen, dan zal men zich van
Duitsche zijde moeten laten zeggen, dat in
Duitschland thans sedert twintig jaar het
gèvoel bestaat van een in gevaar brengen
en afsnoeren van de Duitsche levensbe
langen. Daarom wordt het in Duitschland
ook als een welkome wending beschouwd,
dat als resultaat van de rede van den
Führer de kwestie van bescherming tegen
toekomstige verwikkelingen tot het eigen
lijke thema van de gesprekken over de
vredesmogelijkheden is geworden. De cor
respondent stelt dan vast, dat bij de rede
van Daladier alleen reeds daarom niet van
een beantwoording van de rede van den
Führer in concreten zin kan worden ge
sproken, omdat Daladier zich er toe be
paald heeft, zijn algemeen gehouden in
zichten in overeenstemming te brengen
met een hem noodzakelijk schijnende
stemmings-propaganda.
Wat de directe uitwerkingen van de
verklaringen van Daladier betreft, kan
echter het oordeel worden uitgesproken,
dat zij ruimte lieten voor verdere bespre
kingen over een grootsch opgezetten vre-
desarbeid, zonder weliswaar voor het
oogenblik wezenlijke bijdragen daartoe te
leveren.
Na er op gewezen te hebben, dat het
verdrag van Versailles thans teniet gedaan
is en dat daarom het historische oogenblik
is gekomen, waarop het mogelijk schijnt
Het accoord is gistermiddag op het mi
nisterie voor de voorraden geteekend door
minister Burgin en den Russischen verte
genwoordiger. Heden zou in het Lagerhuis
waarschijnlijk een mededeeling over de
overeenkomst gedaan worden.
een nieuw statuut voor Europa te schep
pen, verklaart de correspondent:
Hoe weinig de drang naar Europeesche
heerschappij het Duitsche denken bein-
vloedt, bewijzen de Duitsche plannen in
zake een verhuizing der Duitsche volks
groepen. Wij willen eindelijk de voor
waarden voor een Europeesche veiligheid
geschapen zien.
De Berliner Lokalanzeiger schrijft wan
neer de Fransche minister-president
meent, dat men een Europeesche kaart wil
opstellen zonder rekening te houden met
de Europeesche realiteiten ,dan volstrekt
zich thans in het hart van Europa precies
het tegenovergestelde. Daladiers eischen
van garanties van een werkelijke veilig
heid, zijn daarentegen niet in strijd met
de opvattingen, die men van Duitsche
zijde is toegedaan.
De Diplo over de rede.
De Deutsche diplomatisch-politische
Korrespondenz schrijft o.a., dat de Fran
sche minister-president gisteren in zijn
radiorede heeft gezegd geen eigen ver
overingen te willen behalen, noch een ideo-
logischen oorlog te willen voeren.
Duitschland voelt zich verheven boven
ieder verwijt een hegemonie in Europa te
willen uitoefenen, het wenscht met deze
volken in vrede en vriendschap te leven
en te arbeiden. Het kan zichzelf ook niet
verwijten na het einde van den wereld
oorlog Frankrijk te hebben bedreigd.
Hetzelfde geldt voor Engeland. Wanneer
sedert dien haarden van onrust in Europa
moesten worden opgeruimd, dan is dit een
gevolg van het feit, dat Duitschland dik
wijls genoeg zijn -recht bedreigd heeft
gezien om te leven, zonder door anderen
te worden lastig gevallen.
Wanneer Daladier herinnert aan het lot
van Praag en Polen, dan zijn dit werkelijk
die factoren van onrust, die met opzet
door de mogendheden van Versailles zijn
geschapen tegen de veiligheid en rust van
Duitschland. Ook Duitschland kent het
probleem der veiligheid en heeft gerecht
vaardigde aanleiding eens en voor al hier
tegen beveiligd te zijn.
Het Duitsche volk heeft geleerd, hoe
steeds weer vreemde volken pogen zijn
éénheid en welvaart te vernielen.
Duitschland is bereid een streep te zet
ten onder het verleden en het is bereid tot
eerlijke overeenstemming. Maatregelen
evenwel om het te na te komen, zal het op
de juiste wijze tegemoet treden.
Het Fransche legerbericht van gisteravond
luid: „Tusschen Saar en Moezel duurt de
bedrijvigheid der vijandelijke patrouilles
voort en neemt zij toe. In dezelfde streek
artillerievuur aan beide zijden".
Het legerbericht van hedenochtend luidt:
De activiteit van de elementen in de
eerste linie heeft zich in den loop van den
nacht uitgestrekt over verscheiden deelen
van het front tusschen Moezel en Rijn.
Italië zal voorloopig geen distributie in
voeren. Gyada schrijft in de „Giomaie
d'Italia", dat de voorraden en de aanvulling
voldoende zijn voor de bevolking, doch deze
mag niet verspillen. Hq geeft evenwel te
verstaan, dat Italië door de omstandigheden
gedwongen zou kunnen worden om tot
distributie over te gaan.
Vragen waarop men
geen antwoord
kan geven.
Het is verwonderlijk hoe men een zaak
van twee kanten kan bekijken, waarbij men
aan den eenen kant verklaart, dat iets wit
is en aan den anderen kant, dat men duide
lijk geconstateerd heeft dat het zwart is.
Zoo worden dezelfde Europeesche pro
blemen. geheel verschillend beoordeeld
naarmate men ze in Engeland en Frankrijk
dan wel in Rusland bekijkt. Zoo ziet men
aan de eene zijde een dapper Poolsch volk
wanhopig strijdend tegen den vreemden
overweldiger en aan de andere zijde een
groep barbaren, die, dank zij de dapperheid
van het Duitsche leger, voor goed van den
aardbodem zijn verdwenen.
Zoo ziet men ook in de democratische
staten een agressief Duitschland, dat geen
gelegenheid ongebruikt laat om zijn gebied
ten koste van kleine weerlooze staten uit te
breiden en aan Duitsche zijde getuigt men
daartegenover van de onmogelijkheid om
rustig en vreedzaam te kunnen leven wan
neer Duitschland door Engeland en Frank
rijk voortdurend wordt lastig gevallen.
Het toppunt van laten wij het in ons
neutraal landje voorzichtigheidshalve maar
„vrijmoedigheid" noemen is de houding
welke men in Rusland aanneemt wanneer
men de agressieve daden tegenover Polen
en de Baltische staten bespreekt.
Wij behoeven hier niet nader in het licht
te stellen hoe Rusland geprofiteerd heeft
van het non-agressiepact met Duitschland
door meer dan een derde deel van Polen te
bezetten nadat het Poolsche leger door de
Duitsche legermacht vrijwel weerloos ge
maakt was.
En hoe Rusland andermaal profiteert van
de gelegenheid dat geen enkele groote mo
gendheid zich op dit oogenblik met het lot
van Estland, Letland, Litauen en Finland
kan bemoeien en die staten eenvoudig vol
Russische troepen stopt om er een hechte
verdedigingslinie aan den kant van de
Oostzee te maken opdat Rusland straks,
als de oorlog geëindigd zal zijn, de onbe
twiste heerscher in het Scandinavische zee
gebied zal blijken.
Men weet dat die kleine staten nood
gedwongen de Russische „voorstellen" heb
ben moeten aanvaarden en men begrijpt
volkomen hoe wanhopig hun positie als
zelfstandig gebied daardoor is geworden.
Maar van Russische zijde bekijkt men de
zaak weer van een geheel anderen kant en
als men de beschouwingen van het min of
meer officieele Russische dagblad de
Prawda leest, dan komt men tot de wonder
lijke ontdekking althans zoo wordt het
den volke voorgesteld dat Rusland een
uiterst nobele daad gedaan heeft door over
die staten zijn beschermende zwarte vleu
gels uit te breiden.
De Sovjet-Unie aldus de Prawda
neemt de dreiging weg van de zijde der im
perialistische mogendheden tegen zwak ver
dedigde staten welke aan Rusland grenzen.
De ijzeren gordel der Sovjet-verdediging
wordt overal in de Baltische staten opge
richt om in Oost-Europa een stabielen vrede
tot stand te brengen.
Of die ijzeren gordel later ook de Duit
sche troepen zal moeten tegenhouden laat
de Prawda wijselijk in het midden.
Maar er komt nog veel meer fraais.
De politiek van vrede van Stalin aldus
de Prawda neemt voortdurend de eene
mogelijke vuurlijn na de andere weg in de
kleine landen die hun onafhankelijkheid
zelf niet kunnen beschermen én het blad
vergeet daarbij volkomen aan te geven wel
ke mogendheid die onafhankelijkheid eigen
lijk bedreigd heeft.
Het verdrag met Litauen aldus het
Russische bald waarborgt den wederzij d-
schen bijstand van twee bevriende staten.
In 1920 hebben volgens de Prawda
Poolsche bandieten Wilna, de oude hoofd
stad van Litauen, in bezit genomen, maar
Rusland heeft het sedertdien nimmer als een
Poolsche stad beschouwd.
Thans heeft het roode leger de volken
bevrijd welke onder het juk waren geweest
van de Poolsche plunderende, imperialisten,
het heeft de Oekrainers en Wit-Russen be
vrijd. Helaas ontbreekt hier weer de ver
melding dat duizenden van die Oekrainers
en Wit-Russen den dood vonden in den
strijd tegen hun zoogenaamde bevrijders.
Sovjet-Rusland en Litauen aldus de
Prawda zijn buren geworden en zij heb
ben van die heugelijke gebeurtenis dadelijk
gebruik gemaakt om zeer belangrijke kwes
ties te regelen. Rusland krijgt nieuwe mid
delen ter verdediging van zijn staat en het
volk van Litauen krijgt voldoening voor
zijn fundamenteele nationale belangen.
Maar het mooiste komt achteraan, want
daar komt de communistische propaganda
om den hoek kijken.
Hoe komt het, vraagt de Prawda, dat Rus
land er in slaagt op vreedzame en vriend
schappelijke wijze de problemen der bui-
tenlandsche politiek op te lossen, wat in
de geschiedenis overvloedig gedrenkt werd
in het bloed der naties, door oorlogen en die
een dreiging voor de menschheid en haar
cultuur zijn geweest?
Men zou geneigd zijn daarop het ant
woord te geven dat die vreedzame an
nexaties in de tegenwoordige omstandig
heden alleen door Duitschland verhinderd
konden worden wanneer dat land zich niet
aan handen en voeten gebonden, aan den
Russischen „bondgenoot" had overgeleverd.
Maar dat is het goede antwoord niet
althans volgens de Prawda.
Het juiste antwoord is duidelijk, zegt het
blad. Het is de buitenlandsche politiek van
vrede en de vestiging van betrekkingen
van goede naburschap met alle staten. De
politiek van Lenin en Stalin is gebaseerd op
vriendschap tusschen de naties en het ge
heele volk der Sovjet steunt de openhartige
er staat niet brutaal openhartige maar
alleen maar openhartige de vastberaden
en verstandige politiek van zijn regeering.
De Sovjet-Unie geeft alle staten een voor
beeld voor een vreedzame oplossing van de
meest ingewikkelde problemen der buiten
landsche politiek de oplossing van „neem
maar weg als er toch geen politieagent in
de buurt is" en geeft den weg aan voor de
vestiging en consolideering van vriend
schappelijke betrekkingen tusschen alle sta
ten. Het behoeft geen betoog dat wat hierbij
tusschen de streepjes staat niet de meening
van de Prawda maar van de Alkmaarsche
Courant is.
Zie zoo, nu weet men tenminste in de
overige groote staten van Europa hoe men
moet optreden om eeuwigdurende vriend
schappelijke betrekkingen met alle naties te
krijgen. Men moet groote legermachten naar
de grenzen van kleine nabuurstaten sturen
en dan vragen: „ben je mijn vriend of ben
je het niet?"
En als die kleine staat dan erg bang is en
nadrukkelijk betoogt dat de vriendschap
vanzelfsprekend is, dan stuurt men een
leger over de grens, dat die kleine mogend
heid volkomen tot een vazalstaat maakt en
dan zegt men, dat de hartelijke betrekkin
gen nu pas goed tot uitdrukking zijn ge
komen en dat men de wereld een nieuw
voorbeeld heeft gegeven van de wijze
waarop men zonder bloedvergieten tot een
voortreffelijke regeling van alle nog be
staande kwesties kan komen.
Het is de groote vraag wat Duitschland
zou doen als het den Russischen buurman
niet noodgedwongen de vrije hand aan de
Oostzee had gelaten, het is zelfs de vraag
wat Duitschland zal doen als er een regeling
wordt getroffen waardoor het den strijd in
het Westen niet langer behoeft te voeren.
Men heeft zich herhaaldelijk afgevraagd
welke houding men in Engeland tegenover
de Russische agressie zal innemen. Immers
men strijdt ook voor het herstel van Polen
en dan is het toch vanzelfsprekend, dat men
zich ook tegen Rusland moet richten, al zou
men de afrekening mét den Russischen beer
dan ook tot een geschikter oogenblik kun
nen uitstellen.
Rusland heeft mede Polen veroverd, Rus
land heeft zich evenals Duitschland agres
sief getoond tegenover kleine, weerlooze
staten.
En met verwondering neemt men dan
kennis van het officieele bericht uit Londen
waarin gemeld wordt, dat Engeland en Rus
land een overeenkomst hebben gesloten
voor de uitwisseling van Russisch hout
tegen rubber, en tin. Vele Russische havens
vriezen 's winters dicht en daarom is het
noodig, dat de houtschepen zoo spoedig mo
gelijk naar Engeland vertrekken.
De Duitsche duikbooten beheerschen de
Scandinavische wateren en alles wat voor
Engeland bestemd is wordt in beslag geno
men, wanneer het schip dat de contrabande
vervoert althans niet onmiddellijk getorpe
deerd wordt.
Tal van Finsche en Scandinavische hout
schepen zijn reeds in de golven verdwenen.
Maar wat moet een Duitsche duikboot nu
doen als er een Russisch houtschip naar En
geland vaart.
Moet men het dan ook torpedeeren en de
kans loopen op een nijdig gebrom van den
Russischen beer terwijl de tijd om maatre
gelen tegen het dier te nemen nog geenszins
is aangebroken?
En zouden de Engelsche troepen in Frank
rijk een deel van dat tin niet in een minder
aangenamen vorm terug krijgen wanneer
Rusland het met andere grondstoffen weer
aan Duitschland aflevert?
Er zijn in dezen tijd veel onverklaarbare
dingen en er zijn veel vragen te stellen, die
uiterst moeilijk te beantwoorden blijken.
-La