DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
mm
Chamberlain heeft Von Ribbentrop
antwoord gegeven.
Radioredevoering van koning Leopold
tot het Amerikaansche volk.
Halifax bespreekt de FinschRussische
onderhandelingen.
De City of Flint vrijgelaten.
Redevoeringen van staatshoofden.
Vr p°iitiek-
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nunnner bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK. Vrijdag 27 October 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Halifax in het Hoogerhuis.
Radioredevoering van
President Roosevelt.
De algemeene toestond.
Chamberlain
antwoordt
ALKMAARSCHE COURANT.
tirv «irMJfcai
In een uitvoerige rede in het Lagerhuis heeft Chamberlain gister uiteengezet
dat de toestand aan het Westelijk front van dien aard is, dat men elke Duit
sche actie met gerustheid tegemoet ziet. Hij gaf een resumé van den strijd
te land en ter zee en verheugde zich er over, dat Duitschland meer vracht-
ruimte heeft verloren dan Engeland.
Uitvoerig weerlegde hij de uitlatingen van von Ribbentrop en herinnerde
er aan, dat de Duitsche Rijkskanselier in 1936 het communisme de ergste van
alle plagen heeft genoemd en dat men het gevaar daarvan eerst gewaar
wordt wanneer het te laat is. Wanneer de Duitsche regeering heeft besloten
den strijd met alle energie en kracht voort te zetten kan er maar één ant
woord worden gegeven en Engeland is bereid dat te geven.
In het Hoogerhuis heeft Halifax medegedeeld, dat er, voor zoover men in
Engeland weet, geen belangenconflict tusschen Rusland en Finlanad kan zijn,
dat niet geregeld zou kunnen worden en de Britsche regeering hoopt, dat de
besprekingen tusschen beide landen tot een redelijk eind zullen gebracht
worden.
Uit Moskou wordt gemeld, dat de City of Flint, het Amerikaansche vracht
schip, dat door een Duitsche prijsbemanning naar Moermansk is gebracht,
na onderzoek van de lading bevel heeft gekregen de Russische wateren weer
te verlaten. De Duitsche bemanning bevindt zich weer aan boord van het
schip.
Zoowel president Roosevelt als koning Leopold van België hebben rede
voeringen gehouden, waarbij beiden hun zienswijze over den toestand,
waarin momenteel Amerika en België verkeeren, uiteenzetten.
Koning Leopold heeft in den afgeloopen
nacht een via Londen naar de Vereenigde
Staten uitgezonden boodschap tot het
Amerikaansche volk gericht. De koning
sprak zijn rede in de Engelsche taal uit.
De tekst der rede is als volgt:
Het is een eer voor mij het woord te
voeren op dezelfde tribune als uw door-
luchte president.
Ik heb met vreugde de uitnoodiging aan
vaard die mij door het forum werd gedaan
wanneer het mij verzocht een korte bood
schap tot de Amerikaansche natie te rich
ten. Door kostbare en trouwe herinne
ringen zijn mijn medeburgers, mijn fami
lie en ikzelf aan de Vereenigde Staten ge
hecht. Geen enkele Belg kan den doelma-
hgen bijstand en de opbeurende hulp ver
geten die het Amerikaansche volk aan de
Belgische bevolking heeft verleend, toen
ket over zijn approviandeering waakte ge
durende jaren van beproeving.
Het thema dat mij werd voorgesteld
«een oproep voor de verdediging van de
eschaving", beschouw ik als een hulde
aan mjjn land. Zij die het hebben voorge
steld hebben zich herinnerd dat de Belgen
steeds een verheven plaats in de geschie-
enis van de westelijke wereld hebben in
genomen, en dat België steeds aangezien
als een van de brandpunten voor den
P wei van de christelijke beschaving.
Overtuigd als ik ben dat mijn land de
schaving verdedigt door de aangenomen
5 ten overstaan van het conflict dat
Europa losgebroken is, meen ik mij te
gen beperken tot de toelichting van de-
m °uding dewelke geheel en al strookt
Voll? en w'l, den moed en de eer van mijn
verh hoedanigheid van staatshoofd
We ,eugt bet mij dat mij de gelegenheid
klaa-i,6-6, n de volgende feiten met
baarheid vast te stellen.
heidsn937- beeft België zijn onafhankelijk-
tige g°ull'e afSekondigd en zijn drie mach-
2jj ..e 111611 hebben er actie van genomen.
sPotitaa Z6*fs verder gegaan toen zy ons
gaven ri Cie Ultdrukkelijke verzekering
biedi at ZÜ ons grondgebied zouden eer-
gie ,A,n, en de onafhankelijkheid van Bel-
De waarborgen.
SischenreeUJ:^"eitsy?rk^rmg van de Bel-
oorloij re.geer'ng> by den aanvang van den
van Ho a ge^egd, was de logische uitkomst
5temt 0°vStand Van onzÜdigheid, trouwens,
Verzuchfe'een met overleveringen en de
Wiens6en van het Belgische volk,
den loonVOelens en geestesgesteldheid in
'igd werH Van eeuwenlang strijden geves-
en 6n' was ten koste van zijn
Biet een onwrikbaren wil zichzelf
Koning Leopold.
te blijven dat de Belg, die in zoo hooge
mate den zin van de individueele vrijheid
bezit, de verovering van zijn instellingen
heeft bepaald.
De onzijdigheid is bovendien een levens
element voor de belangen van zijn land.
Het bestaan van België, gebied van geringe
uitgestrektheid, maar wiens bevolking een
der meest drukke van de wereld is, hangt
hoofdzakelijk af van den arbeid zijner in
woners, deze arbeid, vervolgens, is afhan
kelijk van de handhaving van onzen ex-
porthandel en van het vrij verkeer van on
ze nijverheids- en voedingsapproviandee-
ring.
De vrede is dus voor het Belgische volk
een voorwaarde van leven of dood.
Wij dien niet de minste territoriale aan
spraken gelden.
Wij zijn noch van verre noch van nabij be
trokken geweest bij de oorzaken van het
conflict dat Europa verdeelt. Moest België
er in mee gesleurd zijn, zijn grondgebied
zou in een slagveld herschapen worden,
met het oog op zijn geringe uitgestrekt
heid, een dergelijk lot zou gelijk staan met
een algeheele verwoesting, welke ook de
uitslag van den oorlog moge zijn.
Met Nederland vormt het een vredes-
eiland in het belang van alle volkeren.
Op het kruispunt van de west-Europee-
sche landen, vervult een onzijdig, loyaal,
en sterk België zooals het heden is, een bij
uitstek vredelievende zending. Daardoor
worden het slagveld en de rouwen beperkt.
Aldus sticht zy, onder de andere onzijdige
staten, een vredesburcht en 'n element te
vens van die verzoening welke alleen de
beschaving redden kan van de ineenstor-
De minister, van buitenlandsche zaken,
lord Halifax, heeft in het Hoogerhuis over
de rede van von Ribbentrop gezegd: „Wat
ik van deze rede denk, is, dat ik nooit een
plompere poging gezien heb om Engeland en
Frankrijk te scheiden. Het vertrouwen tus
schen Frankrijk en Engeland is nooit vol
lediger eh intiemer geweest dan thans het
geval is. Overigens zou het schouwspel van
een onschuldig Duitschland, bedreigd door
een aanval van Polen en tevoren door een
aanval van Tsjecho-Slowakije, bij goden en
menschen een glimlach kunnen oproepen,
indien de zaak niet zoo ernstig was".
De arbeidersvertegènwoordiger Listowel
drong aan op een spoedige uitbreiding van
de handelsbetrekkingen met de Sovjet-Unie
en wenschte ook de verklaring te hooren,
dat Engeland niet voornemens was zich te
mengen in de positie van de Sovjet-Unie in
Oost- en Noordoost-Europa.
Halifax zeide naar aanleiding hiervan:
„Het is noodzakelijk ons te herinneren,
dat de jongste Sovjet-actie ten aanzien
van de randstaten bezorgdheid heeft ge
wekt, niet alleen in de kringen der on
middellijk belanghebbenden. Het is
zeker niet duidelijk, wat in bepaalde
omstandigheden de reactie in de Scandi
navische landen en daarbuiten zou zijn,
indien de Finsch-Russische onderhan
delingen in een impasse zouden geraken.
Voor zoover wij ons bewust zijn, is een
belangenconflict tusschen beide landen
mogelijk, dat niet geregeld zou kunnen
worden. De Britsche regeering hoopt,
dat de onderhandelingen tot een goed
einde gevoerd zullen worden".
Ten opzichte van het optreden van Rus
land en Polen zeide Halifax o.a.: Men moet
twee dingen bedenken. Rusland zou nooit tot
dit optreden zijn overgegaan, als Duitsch
land niet het voorbeeld gegeven had en Po
len was binnengevallen. En de Russen be
oogden een vooruitschuiven der grenzen tot
de lijn, die in hoofdzaak overeenkomt met
de linie, welke ten tijde van Versailles door
lord Curzon werd aanbevolen.
Ik geloof, dat de Sovjet-Unie nu bereid is
onpartijdig met alle oorlogvoerende staten
handel te dry verf. De Britsche regeering
heeft daarvan reeds gebruik gemaakt door
het sluiten der ruilovereenkomst. Wij on
derzoeken thans de mogelijkheid van uit
breiding van dezen ruilhandel, den eenigen
vorm van handel, die onder de bestaande
omstandigheden gedreven kan worden".
Halifax bracht hulde aan Turkije en de
Turksche regeering en zeide, dat de vriend
schap tusschen Engeland en Turkije, waar
voor Kemal Ataturk den grondslag heeft
gelegd, voortdurend verder bevorderd is
door generaal Inonoe.
President Roosevelt heeft een radiorede
voering uitgesproken waarin hij de pogin
gen var) redenaars in en buiten het congres
om de mogelijkheid naar voren te brengen,
dat Amerikaansche jongemannen den oor
log in zouden worden gezonden, „een der
ting waartoe zijn door 'n algemeenen oor
log onverwijld zou gedreven worden.
Wij zien met klaarheid onze rechten en
onze plichten in, wy zien de toekomst te
gemoet met een kalme vastberadenheid en
een geweten dat niets storen kan. Wij zijn
bereid onze onafhankelijkheid met al onze
macht te doen eerbiedigen.
Het zal vandaag precies 25 jaren geleden
zijn dat het Belgisch leger, na een harden
strijd, onder het bevel van koning Albert.,
mijn vader, de koers van 'n wreeden inval
stuitte.
En moesten zy aangevallen wórden
God beware ons van een dergelijke ramp
in weerwil van de plechtige en stellige
verbintenissen tegenover ons in 1937 aan
gegaan en aan den vooravond van den
oorlog hernieuwd, dan zouden wij zonder
aarzelen strijden, maar met vertienvoudige
midden en ditmaal ook zou het gansche
land achter het leger staan.
Maar wij kunnen niet gelooven dat
onze neutraliteit door de oorlogvoerende
mogendheden niet zal geërbiedigd worden.
Wij hebben vertrouwen in het woord dat
zy ons in 't aanschijn van de wereld gegeve
hebben, zooals zijzelf mogen vertrouwen
in onze loyaliteit, loyaliteit die ik, naar het
voorbeeld van mijn geliefden vader, en als
vorst van een vrij en trotsch volk, besloten
ben steeds na te leven.
Laat ik hopen dat de Amerikaansche
natie waaraan wij door gemeenschappelijke
verzuchtingen en eendere instellingen zoo
nauw verbonden zijn, ons helpe en ons
steüne in onze houding ten bate van den
vrede in dienst van de beschavig.
President Roosevelt
ergste verzinsels in de tegenwoordige ge
schiedenis" noemde.
Roosevelt zeide: „Zooals ik reeds tevoren
heb gezegd, zijn de Ver. Staten neutraal
en hebben zij niet het voornemen in den
oorlog verwikkeld te raken. Dat wy neu
traal kunnen zijn in denken zoowel als in
daden is gelijk ik reeds eerder zeide, onmo
gelijk uit te voeren omdat wederom het
volk van dit land, de dingen rustig, zonder
vooroordeel doordenkende, zich een opinie
heeft gevormd en vormt omtrent de betrek
kelijke merites van de huidige gebeurtenis
sen op andere continenten".
De president sprak zijn redevoering uit
voor een forum, dat door de New-York
Herald Tribune georganiseerd was over de
„oorlogsuitdaging" jegens de Ver. Staten".
De president legde er den nadruk op, dat
niemand die een verantwoordelijke regee-
ringspositie bekleedde in Washington ooit
op eenigerlei wijze het denkbeeld had ge
opperd dat Amerikanen uitgezonden moes
ten worden om in Europa te strijden. Het
congres, aldus de president, heeft thans ge
leerd „georganiseerd propaganda" te her
kennen. (Vermoedelijk was dit een verwij
zing naar den stroom van brieven ën tele
grammen die het congres bereikt heeft en
waarin gevraagd werd het wapenembargo
niet op te heffen). Den' nadruk leggende op
de waarde van het in acht nemen van een
democratischen, gemiddelden koers zeide
Roosevelt: „Vooral wanneer die gemiddelde
koers, om op de hoogte van den tijd te blij
ven, een beetje links van het centrum ligt".
Zie verder Buitenland pag. 1 3e blad.
Na het trommelvuur van woorden dat
Von Ribbentrop Dinsdagavond vanuit
Dantzig naar Engeland geschoten heeft,
was het te verwachten, dat een tegen
offensief van Britsche zijde niet lang op
zich zou laten wachten.
De Engelsche minister-president Cham
berlain heeft gisteravond in het Lagerhuis
weer een van zijn wekelijksche redevoe
ringen uitgesproken, waarin hij een ver
gelijking heeft gemaakt tusschen de ton-
nenmaat der Britsche schepen welke na
zijn vorige verklaring verloren zijn ge
gaan en die der Duitsche schepen, welke
men daarvoor in de plaats had gekregen
en het behoeft geen betoog, dat het laatste
cijfer grooter is dan het eerste.
Bedenkt men evenwel dat Engeland de
zeeën beheerscht en reeds zoo vaak heeft
verkondigd, dat de Duitsche schepen vrij
wel geheel uit de vaart zijn verdwenen,
dan is het buit maken van een tonnage
van ruim 28000 ton toch wel een teeken,
dat Duitschland, ondanks de Britsche be
dreiging, nog een belangrijk aantal sche
pen in de vaart heeft.
Daartegenover is een verlies van bijna
23000 ton aan eigen scheepsruimte na
tuurlijk een factor welke de ruil voor
Engeland ten slotte voordeeliger maakt.
Maar zoo heel groot is het verschil toch
niet en zeker niet zoo groot als men zou
mogen verwachten van een mogendheid
welke er prat op gaat, dat zij alleen de
heerscheresse der zee is.
Het door Chamberlain toegegeven feit,
dat opnieuw vijf Britsche schepen tot zin
ken werden gebracht bewijst wel, dat de
activiteit der Duitsche duikbooten welke
men zoogenaamd van de oceanen en van
uit de Noordzee had gejaagd en m de
Oostzee had opgesloten, nog geenszins is
verminderd en dat dit een gevechtswapen
is waarmede de Britsche marine nog ter
dege rekening heeft te houden.
Men spreekt van Engelsche zyde dan
ook niet meer zoo luchthartig over dit ge
vaar als men het kort geleden nog gedaan
heeft. Volgens den beer Chamberlain
worden de Duitsche duikbooten thans ge
dwongen steeds vérder van hun bases te
opereeren en men „gelooft" thans, dat
men deze bedreiging van den Britschen
handel wel te boven zal komen.
Natuurlijk heeft de Britsche premier
nog eéns op de groote beteekenis van het
pact met Turkije gewezen en daarna heeft
hij een uitvoerige rede over de beschou
wingen van den Duitschen minister van
Buitenlandsche Zaken Von Ribbentrop
gehouden. Zooals Von Ribbentrop het
zonneklaar noemt, dat Engeland den oor
log heeft ontketend, zoo verklaart Cham
berlain, dat iedereen nu wel voldoende
heeft begrepen, dat dit niet Engeland
maar Duitschland geweest is.
Wat in het Britsche Lagerhuis grooten
bijval vindt en dat is te begrijpen
zijn steeds weer die passages uit Cham-
berlain's redevoeringen waarin hij de
tweeslachtigheid van den heer Hitier
teekent.
De Duitsche Führer was in aller oogen
de man, die recht door zee ging en nim
mer van zijn principes afweek en twee
van de axioma's waarop hij zijn nationaal
socialistische theorieën gebouwd had wa
ren zijn verachting voor de joden en zijn
hevige afkeer van het communisme.
Nog in zijn Rijksdagrede van 30 Ja
nuari van dit jaar heeft de heer Hitier
verklaard, dat hij hoopte, dat het anti-
kominternverdrag nog eenmaal het kris
tallisatiepunt zou worden om het satani
sche verschijnsel van het bolsjewisme af
te weren en men mag zeker aannemen,
dat hij ook in de oogen van velen zijner
partijgenooten al brengen deze dat dan
ook niet tot uiting aan prestige heeft
verloren nu hij, zij het dan noodgedwon
gen, de vroegere barbaren als zijn meest
toegewijde vrienden moet voorstellen.
Ook Chamberlain heeft daarop weer
eens de aandacht gevestigd nu Von Rib
bentrop Rusland tot de vrienden van
Duitschland heeft gerekend en zijn toe
hoorders heeft verzekerd, dat beide groote
mogendheden een gelijksoortig doel heb
ben en in vrede en vriendschap naast
elkaar zullen leven.
In antwoord op deze verklaring heeft
minister Chamberlain twee zinnen voor
gelezen welke deze zelfde heer Von Rib
bentrop, toen hij in 1936 naar Engeland
kwam, in een mededeeling aan de Brit
sche pers heeft gegeven.
De eerste was dat Duitschland de
vriend van Engeland wilde zijn en dat hij
er van overtuigd was dat dit ook omge
keerd het geval was, een verklaring dus,
welke volkomen in strijd was met de
Dinsdagavond door Von Ribbentrop ge
geven verzekering, dat Engeland reeds
sedert 1933 een oorlog tegen Duitschland
in den zin had.
En de tweede was dat de Führer er van
overtuigd was dat er slechts één werkelijk
gevaar in Europa is, ook voor het Britsche
rijk, namelijk de uitbreiding van het com
munisme, dat de verschrikkelijkste is van
alle plagen. En des te verschrikkelijker
omdat het volk zich gewoonlijk het gevaar
er van bewust wordt wanneer het te
laat is.
Het is te verwachten, dat^men dit laat
ste ook in Duitschland nog wel eens zal
constateeren.
Intusschen heeft het land waaruit de
verschrikkelijkste aller plagen komt aan
Engeland laten weten, dat het voortaan
niet meer toestaat, dat zijn vrachtschepen
worden aangehouden en wanneer daar
door schade ontstaat, zal Rusland daar
voor vergoeding eischen.
Dat is een leelijke streep door de reke
ning van de Engelsche regeerd »rs, die
naar een uitbreiding van den handel met
Rusland streven. Men kan in Engeland bij
de behandeling der neutrale vaartuigen
moeilijk een uitzondering voor Rusland
maken en men kan evenmin het risico
loopen, dat bij het afrekenen van de
handelstransacties Rusland eenvoudig
het bedrag van de ter zee opgeloopen
schade van de verschuldigde kooppen
ningen zal aftrekken.
De Russische nota juist in den tyd
nu men in Engeland naar toenadering tot
de Sovjet-Unie streeft is een opmerke
lijk verschijnsel. Zij kan er op wyzen, dat
Rusland met het oog op verdere expan
sieplannen toch overtuigd is de Britsche
vriendschap te verliezen, maar ook een
antwoord zijn op het Britsch-Turksch
verdrag waarmee Engeland de Sovjet-
Unie allesbehalve zal verblijd hebben.
In allen gevalle heeft de Britsche re
geering nu weer een nieuwe puzzle op te
lossen en zij zal daarbij misschien nog
wel tot de overtuiging komen, dat de heer
Hitier niet heelemaal ongelijk had toen hij
het communisme de verschrikkelijkste
van alle Europeeschc plagen genoemd
heeft.