nmAkkertje TEGEN DE WET KLIEKJESDAG IN LONDEN. Financieel Overzicht. Migraine 'Jeuitletott EHGELSCHE OORLOGS HUMOR. n Noor het Engelsch van MARTIN PORLOCK. DLHUE BLAD WUILIINI VAlN (Van onzen correspondent). Londen, eind October. lenigen tijd geleden schreef ik in een irtlkcl in deze kolommen: „Van het Lon- densahe Front Geen Nieuws". Ik zou dezen keer kunnen schrijven: „Van het Londensche Front Heelemaal geen Nieuws". De oorlog levert, althans wat Engeland betreft, eiken dag minder materiaal voor berichtgeving op. Er ge beurt in Londen «wrvqudig niets. Hetgeen natuurlijk onzin te. Er gebeurt in Londen en in Engeland van alles, maar aangezien wij journalisten daar, ongetwijfeld om goede redenen, niet van in kennis worden gesteld en ons ook van den oorlog achter het front (da munitiefabrieken, de mili taire kampen en wat dies meer zij) niets vertoond wordt, sta ik helaas met leege handen. Maar toch heb ik nog wat stukjes en beetjei nieuws vergaard, die ik u der halve hier, bij gebrek aan beter, maar zal opdienen. Ten eerste dan het verheugende be richt, dat het Engelsche goede humeur door den oorlog nog niet is bedorven. De volgende collectie grappen, die ik uit mijn knipsels bijeen heb geraapt, moge dat be wijzen. Laat ik beginnen met het beste exemplaar. Het is ontsproten aan het brein van een geestigaard in het Foreign Office (ook ambtenaren kunnen blijkbaar grappig zijn!), die de vreemde bokke- sprongen van onze ideologische vrienden in Duitschland en Rusland kort en krach tig opsomde door te zeggen, dat alle „ism's" nu „wasm's" geworden varen. Deze grap alleen al rechtvaardigt naar mijn gevoel mijn heele artikel, hoe on dragelijk flauw het verder ook mag wor den. De Engelsche ambtenaren beperken er zich klaarblijkelijk echter niet alleen toe.geestigheden van dezen aard te debi- teeren, maar brengen ze ook in praktijk. Zie het besluit, „Mein Kampf" (hetgeen mij er aan herinnert maar hiervoor moet u Engelsch kennen dat de Sieg- fried-lijn sedert de overstroomingen van de laatste weken hier nu „Mein Dampf" wordt genoemd) op de officieele lijst van aanbevolen boeken voor de troepen aan het front te zetten. Hetgeen mij al weer tot een ander knipsel brengt. Volgens dit vodje papier hebben de Franschen een uitermate listigen vorm van propaganda bedacht. Zij laten door een van hun radio stations gramofoonplaten van Hitler's felste redevoeringen tegen Rusland af draaien. Het idee is, dat de Duitschers, die hier naar luisteren en dan, zich herinne rende dat zij zich, door naar een buiten- landsch radiostation te luisteren, aan zware straffen blootstellen, de voor hen lichtelijk verbijsterende en verwarrende conclusie zullen trekken, dat de Führer hun verboden heeft, naar den Führer te luisteren. Volgende kliek. Deze is van speciaal belang voor Nederland, omdat zij de neu traliteit betreft. Schandelijk als het ons toe mag schijnen, schroomt de lachlustige Engelschman niet, ook over een zoo eer biedwaardig principe allerhande flauwi teiten te verkoopen. Herstel, nu ik mij bedenk doe ik den Engelschman onrecht aan, want de flauwiteiten, die ik hieron der- zal weergeven, zijn op één na geen bedenksels, maar ware geschiedenissen. Er was dan ten eerste het geval van den Italiaan in Soho, wiens winkelraam op den eersten avond van de verduistering een fel verlicht vierkantje in de omlig gende duisternis uitsneed. „Schande", riep een gehelmde bobby en stormde op het winkeltje af om den eigenaar danig de les te lezen. Geen internationaal jurist zijnde, moest hij echter onverrichter zake terugkeeren, want het antwoord, dat hij van den verontwaardigden Italiaan ont ving, was „Ach man, loop heen, wat heb ik met die verduistering te maken. Ik ben immers neutraal!" Ook de Ieren houden er blijkbaar merkwaardige opvattingen van neutraliteit op na, zooals blijken moge uit het geval van den garnizoens-com- fnandant in een Iersche haven. Een En gelsch marine-vliegtuig, dat zijn koers was kwijtgeraakt, landde daar en werd, in plaats van geïnterneerd te worden, met de grootste gastvrijheid ontvangen, van benzine en olie voorzien en met veel ge- wuif van den gastvrijen garnizoens-com- mandant weer weggestuurd. Het geval kwam den hoogen oomes ter oore, die er natuurlijk zeer verontwaardigd over wa ren en den garnizoens-commandant ter verantwoording riepen. „Wel hier en gin der", brieschte deze verongelijkt, „tegen wien zij wij dan neutraal!" Vanzelfsprekend heeft ook het nieuwe experiment, waarmee deze „bore-war" om deze grol te begrijpen moet u ten eerste weten, hoe enorm vervelend het hier in Londen is en ten tweede uw ge schiedenis kennen; en ten derde Engelsch: Boer War (de Boeren-oorlog) en Bore War (vervelende oorlog) worden onge veer op dezelfde wijze uitgesproken begonnen is, de zoogenaamde „confetti- oorlog", zijn grappen opgeleverd. Zoo gaat het verhaal van een pamfletten-raid op Duitschland, die volkomen normaal en zonder ongelukken verliep, behalve dat één vliegtuig twee uur voor de rest van het eskader terugkwam en een ander eerst een paar uren daarna. Zoowel de vroegkomer als de laatkomer werden om uitleg gevraagd. „Wel", zei de eerste, die nog nooit eerder op een pamflettenraid was meegeweest, „ik heb de instructies precies opgevolgd, ben naar de aangege ven plaatsen gevlogen en heb daar de bundels over boord gegooid". „Wat", vraagt zijn superieur onthutst, „je wilt toch niet zeggen, dat je de touwen er om heen niet eerst hebt losgemaakt? Mijn hemel, man, begrijp je dan niet, dat je op die manier iemand doodelijk had kunnen treffen!" Daarna kwam de tweede piloot aan de beurt. „Ja, ziet u", antwoordde hij op een vraag waarom hij zoo lang was weggebleven, „er gaat heel wat tijd mee heen om die dingen één voor één onder de deur te duwen". Ten slotte nog iets heel anders, om te toonen, dat de Engelschman zijn demo cratisch recht van vrije meeningsuiting in tijd van oorlog niet alleen gebruikt om flauwe grapjes ten koste van de tegen partij te verkoopen, maar ook zijn eigen partij aan de kaak te stellen. Twee voor beelden mogen volstaan, het eerste, om dat het een typische illustratie is van de volkomen vrijheid waarmee de Engelsch man ook in deze ernstige tijden zijn heer- schers te lijf durft gaan, en het tweede, omdat het bewijst, dat het Engelsche pu bliek nog den moed en de waarheids- lievendheid bezit om te eischen, dat de autoriteiten belast met propaganda den vijand niet zwarter schilderen dan te rechtvaardigen is. Beide voorbeelden zijn ontleend aan het liberale weekblad de Spectator. Toen Chamberlain den onbe kenden Sir John Gilmour tot den hoogst belangrijken post van minister van Scheepvaart promoveerde, gaf dit blad uiting aan de algemeen gevoelde verba zing over deze benoeming in de volgende heerlijk scherpe woorden: „Ons land heeft in de afgeloopen vierentwintig uur twee zware beproevingen moeten door maken, het verlies van de Royal Oak en de benoeming van Sir John Gilmour tot minister van Scheepvaart". En zoo onbe wimpeld spreekt niet alleen de Spectator, maar de heele Engelsche pers, wanneer zij het noodig acht haar leiders op de vingers te tikken. Hetzelfde blad eischt, dat het ministerie van Informatie een verklaring geeft van het beroemde geval met de „boter voor Göring". Deze geschiedenis is begonnen met een aan de pers verstrekte mededeeling van het ministerie, waarin „met bewijzen" werd aangetoond, dat Göring, Göbbels en verschillende andere Nazi-leiders van een met naam en toe naam genoemden Engelschen exporteur geregeld aanvullingen van hun particu lieren botervoorraad ontvingen, terwijl zij het Duitsche volk vroegen, om het zonder boter te stellen. Dat was een mooie propaganda totdat de exporteur in kwestie protesteerde, dat hij weliswaar in den normalen gang van zijn bedrijf boter aan een aantal Duitsche zakenrelaties stuurde, waaronder zich o. a. een man van den naam Göring bevond, maar dat er geen kwestie was van leveranties aan den Duitschen veldmaarschalk of eenige an dere door het ministerie van Informatie genoemde Nazi-leiders. Het is een op zichzelf onbeteekenend geval, maar dat een Engelsch blad dezen flater van zijn propaganda-ministerie ontoelaatbaar acht Financieele en economische zorgen Inkrimping van onzen handel met het buitenland. Stijging van het prijsniveau. Belgische looncon- tracten en kosten van levensonder houd. Engeland effent den weg voor uitgifte van een oorlogsleening. Verruiming der Amsterdamsche geldmarkt. Onzekere dividend vooruitzichten. Toenemende winstcapaciteit der Amerikaansche staalindustrie. Ongeanimeerde stemming ter beurze. Hoewel de oorlog eerst twee maanden duurt, beginnen de gevolgen ervan niet slechts in de belligerente landen, maar ook in de neutrale staten, zich hoe langer hoe duidelijker af te teekenen. Wij doelen hier bij in de eerste plaats op de verhooging der uitgaven van staatswege, voor militaire en andere doeleinden, die in ons land b.v. er toe geleid heeft, dat onze regeering het eerste crediet van 100 millioen, dat haar ter bestrijding van de buitengewone uitga ven werd toegestaan, reeds gebruikt heeft, zoodat z(j binnenkort een nieuw crediet voor dit doel voor eenzelfde bedrag zal aan vragen. Men geeft er zich veelal geen rekenschap van, dat zulke uitgaven door den Staat toch feitelyk gedaan worden door de Volksge meenschap in haar geheel, dat deze voor de betaling ervan aansprakelijk is en hiervoor ook zal moeten opkomen. In welken vorm zij de betaling zal moeten verrichten, staat nog niet vast. Voor een deel zullen de be- noodigde gelden zeker door verhooging der belastingen worden verkregen, waarbij vooral gedacht moet worden aan een extra heffing op de bijzondere winsten, welke uit hoofde van de oorlogsomstandigheden kun nen worden gemaakt. Tot dusverre is van „O.W." weliswaar nog weinig sprake. In de eerste plaats is van regeeringswege van den aanvang af een prijsstijging der voorraden tegengehouden, maar bovendien kunnen, voor zoover prjjs- verhoogingen in bepaalde gevallen wèl zijn doorgevoerd, deze lang niet altijd als een extra voordeel voor den verkooper be schouwd worden. Het gaat er maar om, of hij voor den verhoogden prijs, waartegen hij zijn goederen van de hand heeft gedaan, rekening houdende met een normale winstmarge, eenzelfde hoeveelheid goe deren kan terugkoopen. En dit dreigt, wan neer de oorlog langen tijd mocht aanhou den, hoe langer hoe moeilijker te worden. Reeds thans hoort men van detailzaken in verschillende branches klachten over moeilijkheden by aanvulling van voorra den. Tal van fabrieken van verbruiksartike- len, textielgoederen enz. zyn geheel of grootendeels in beslag genomen door leger- opdrachten, zoodat zy aan de gewone afne mers weinig of niets kunnen leveren, ter wijl de stagnatie in den aanvoer van grond stoffen zich ook reeds terdege doet gevoe len. Daarby komt dan natuurlijk, dat de mogelijkheid, om behalve grondstoffen ook fabrikaten uit het buitenland te betrekken, hoe langer hoe geringer wordt. Eenerzyds hebben ook vele andere landen met dezelfde zorgen te kampen als ons land, zoodat zij hun productie zooveel mogelijk voor eigen gebruik reserveeren, en daarnaast maakt de belemmering van het scheepvaartverkeer den aanvoer van goederen van overzee hoe langer hoe bezwaarlijker. De cijfers van onzen buitenlandschen handel over het derde kwartaal van 1939 zijn slechts oogenschynlijk hiermede in te genspraak, doordien de invoer naar het ge wicht een stijging te zien gaf in vergelij king met het zelfde kwartaal van het vori ge jaar van 6.204.000 ton tot 6.669.000 ton en naar de waarde van 351 tot 365 millioen. Beziet men echter de cijfers der afzonder lijke maanden, dan blijkt wel, dat de oorlog reeds een diepgaanden invloed op den om vang van den aanvoer van goederen uit het buitenland heeft gehad. De stijging van den invoer in het derde kwartaal blijkt geheel op rekening te zyn gekomen van de toene ming van den import in de maanden Juli en Augustus; September daarentegen gaf een scherpe inzinking te zien. Het Centraal Bu- en een openbare verklaring eischt, mag toch worden opgevat als een verheugend bewijs, dat het bekende gezegde: „Waar heid is het eerste slachtoffer van den oorlog", voor Engeland nog niet in ver vulling is gegaan. reau voor de Statistiek publiceert te dien aanzien de volgende cijfers: Invoer: gewicht in mill. K.G. 1939 1938 Juli 2410 2075 Augustus 2317 2043 September 1942 2086 Waarde in mill. gld. 1939 1938 Juli 132 119 Augustus 127 115 September 106 117 Voor den uitvoer zien wij een dergelijke ontwikkeling; hier was echter de teruggang in September zóó scherp, dat het totaalcij fer voor het derde kwartaal van dit jaar be langrijk lager is komen te liggen dan in de overeenkomstige periode van het vooraf gaande jaar. Wat het gewicht betreft, daal de de export van 3.651.000 ton in het derde kwartaal van 1938 tot 3.132.000 ton in dit jaar, en naar de waarde van 269 tot 251 millioen. Voor de afzonderlijke maanden was de ontwikkeling als volgt: Uitvoer: Gewicht in mill. K.G. 1939 1938 Juli 1258 U44 Augustus 1206 1245 September 668 1262 Waarde in milL gld. 1939 1938 Juli 93 78 Augustus 92 90 September 66 101 Behalve de algemeene verschepingsmoei- lykheden e.d. deed zich by den export ook de ingrijpende bemoeienis van de overheid op het terrein van den buitenlandschen handel in het belang van de binnenlandsche markt gevoelen, en het is nauwelijks te ver wachten, dat in dit opzicht spoedig een ver andering zal intreden zoodat voor de res- teerende maanden van het jaar eerder gere kend moet worden op een verderen terug gang van onzen handel met het buitenland dan op een verbetering. Hoe meer ons land van het buitenland af gesloten zal geraken, des te verder zal de prijsstijging voor bepaalde artikelen gaan. In hoeverre de invloed hiervan op de kosten van het levensonderhoud kan worden ge compenseerd door overheidsmaatregelen ten opzichte van de prijsbepaling van binnen landsche producten, is thans nog niet na te gaan. Het indexcijfer voor stapelproducten, gebaseerd op de groothandelsprijzen van tien producten, dat van 72.2 in Augustus tot ca. 86 was gestegen, is in de laatste week in aansluiting op een algemeene inzinking in het wereldprysniveau tot ca. 85 gedaald, maar het blijft daarmede toch op een veel hooger niveau dan in het vorige jaar, het geen geleidelijk ook in de kleinhandelsprij zen en daarmede in de kosten van het levensonderhoud moet gaan doorwerken. Trouwens, het laatst gepubliceerde index cijfer der kosten van het levensonderhoud voor ons land toont reeds een lichte stijging aan. Deze is echter heel wat geringer dan die van het Belgische indexcijfer, ten bedrage van 6.2 De Belgische regeering heeft dit cyfer eerst na eenige aarzeling en met ver traging gepubliceerd, omdat zy vreesde, dat hieruit eischen tot loonsverhoogingen zou den voortspruiten, zoowel van de zijde der vakvereenigingen als van de ambtenaren, welker salarissen aan den stand van het indexcijfer der kosten van het levensonder houd zijn vastgekoppeld. Teneinde overdre ven conclusies te voorkomen, heeft de Bel gische minister van Economische Zaken te gelijk met het indexcijfer een nota doen ver schijnen, waarin hij er op wijst, dat vooral de producten, waarvan betrekkelijk weinig verbruikt wordt, in prijs zyn gestegen, ter wijl de prijs van artikelen van groot ver bruik, zooals brood, suiker, aardappelen, boter, maragarine en vleesch niet veel hoo ger geworden is. De regeering had over wogen, om dientengevolge het indexcijfer niet te publiceeren en in afwachting van het opmaken van een „oorlogs-index" alle col lectieve looncontracten op te schorten. Ten slotte heeft zy dit niet aangedurfd wegens den te verwachten tegenstand der vakver eenigingen, maar wil zy niet in den vicieu- sen cirkel van prijs- en loonsverhoogingen geraken, dan zal zij toch moeten streven naar een soepeler toepassing van de index cijfer-clausule in de looncontracten. In Engeland zyn een aantal instanties ge- wettelijke maatÏÏS beperken der 0o*gnelen %'jl tewNfy niet kunnen voort gSWitlsten ""«n levensonderhoud160' zljn- Voor voedin er "u al? 21J gemiddeld 9 Joelen JjH g BJa* ren hoofde 6 y 2' ^°°r uiJH bS van het Pond'' I?' e waarri etl uit ta&n die den officiëeip. ®ank H Pe" van vóór den^^t voornaamste doel °g h<*ft B^r <>P h oorlogsuitgaven zon SckePPen §lnS is financieren. De kost«g0edko°P mn geven van schatkistri •Verb°nden dk verlaagd en de lf'ljett^, 1, oorlogsleening tegen IT de uitgift? er<U wordt erdoor geëffend ?rtreklreliik lafeet! ook. dan binnS'o™ olV®»' eerste oorlogsleening le Ultgifte weg voÓVde'nfrdea erdv' ager ordt 1 de EngelschVstaatf t da ®oi gang weer iets zjj'n Sf thans eenige percenten fef zooverre ai 8hcden nngen van de Engehffjf «e :en tiid„i;»__ Slaatsleenin, beurze na BOtfc itf thans eenige percenten K°Pen'201 de koerswinst bo«kefe7^»f leenmgen en pandbrieveng6m^ aan den vasten kant. De S?® nieuwe Nederlandsche staatïw Van 4 moedehjk wel niet meer zoo f?8 2al vet- zich laten wachten- lang door de groote beleggingsSfk Wotdea vry gehouden, om ofde e W nen inschrijven. De gSAl?mg C termijn is opvallend koers, die in September M ®14 van 4 1/4 bereikt had is uT punt tot 13/4 particulier' disconto 00pea 1 ;/4 IX In verband hieri rekening worden gehouden met dP ®0ei heid van een verlaging van het a mogellJb- de Nederlandsch Bank,datf tot 3 was verhoogd, SePtember De verruiming der geldmarkt heeft nerlei st.muleerende uitwerking op del ter beurze gehad. Deze blijkt nog afhankplnlr 5 afhankelijk van den politieken toestanden de gecompliceerdheid der huidige mtenia IS wel tot vooS tigheid by het aangaan van effecten- transacties. Ook voor die ondernemingen die op het oogenblik met een grootere winst werken dan sinds lang het geval geweest is acht men de vooruitzichten nog te onzeker' dan dat my de kans op dividendverhooging' reeds ten volle in de koersen durft te ver- disconteeren. Ten deele houden de huidige noteeringen overigens reeds rekening met een stijging der uitkeeringen. Wat verschillende Ameri kaansche ondernemingen betreft, bestaat hiervoor ook alle reden. In tegenstelling met de meeste Nederlandsche maatschappijen, die slechts eens per jaar dividend uite ren, dat weliswaar gebaseerd is op de resul taten in het afgeloopen jaar, maar bij vast stelling waarvan toch ook ter dege reke ning wordt gehouden met den toestand van het oogenblik, stellen de Amerikaansche on dernemingen van kwartaal tot kwartaal vast, of de resultaten de uitkeering van een kwartaalsdividend wettigen en zoo ja, tot welke hoogte. De houders van Amerikaan sche shares zien een gunstigen gang van zaken dus al heel spoedig in een verhooging van hun dividenduitkeering weerspiegels, maar omgekeerd treedt ook gemakkelijker een terugslag in. De gunstige financiëele resultaten over het derde kwartaal van dit jaar zullen ver moedelijk gevolgd worden door nog betere in het loopende kwartaal, doch daarna wordt de toestand veelal weer onzeker, e* halve voor die bedrijfstakken, die ree thans voor maanden vooruit van werk J voorzien. Tot deze laatste behoor e rikaansche staalindustrie. Zoowel de Betw hem Steel als de U.S. Steel Corp. 62) Bij vier van de zes kranten was op de voorpagine ook de enveloppe van den brief afgedrukt. Deze was met hetzelfde, naar voren hellende, kennelijk verdraaide hand schrift beschreven als de brief zelf en bleek volgens het poststempel in Southern Camberwell op de bus gedaan te zyn. n. Om vier uur in den middag sloot sir Hector Frensham een vergadering, waar toe hij alle leden uit de hoogere rangen van zijn personeel opgeroepen had. Hij zei: „Zoo staan we er dus voor. We hebben nog drie dagen twee en zeventig uur om dien kerel, of, als een van jullie dat nog steeds waarschijnlijker mocht achten: die kerels, te pakken te krijgen. Als ons dat niet binnen twee en zeventig uur lukt, wordt de leiding over de hoofdstedelijke politiemacht door de militaire autoriteiten overgenomen. We zijn nu al de risée van het heele land, misschien wel van de heele wereld. Volgens mij geheel en al ten on rechte en ik weet zeker, dat verreweg de meesten van u zoo niet allen die overtuigng met mij delen. Onze lijdensbeker zal dan pas vol zyn, wanneer we tot een noode geduld aan hangsel van het leger gedegradeerd wor den. Jullie zult je wel kunnen voorstellen hoe we er aan toe zijn, als we en bloc op geslokt, gereorganiseerd en binnenstebui ten gekeerd worden en onder militair commando komen te staan. Zooals jullie weet, ben ik zelf soldaat geweest, voor dat ik hier kwam. Ik spreek daarom met des te meer zekerheid. Ik wil niet, dat ook maar één van jullie zich met de ydele hoop zou vleien, dat dit besluit, hetwelk de minister-president mij vanmiddag mee deelde, voor herroeping vatbaar was. Ik heb een heelen tyd met den minister-pre sident en den minister van binnenlandsche zaken gesproken. Ik heb alles, wat in mijn vermogen was, aangewend om hen van de fatale domheid van een dergelijken stap te overtuigen. Het heeft me niet gebaat. De gunstige voorwaarde, die ik voor me zelf, voor jullie, voor de overige manschappen en ik mag wel zeggen voor het heele land heb kunnen bedingen is dit uitstel van drie dagen. Ik was aan handen en voeten gebonden. Op al mijn argumenten kreeg ik maar een enkel antwoord, namelijk: Het is nu al ruim twaalf weken geleden, sinds de eer ste van deze reeks moorden gepleegd werd. De dader loopt niet alleen nog steeds op vrye voeten rond, doch is blijkens de ge beurtenissen van gisteren nog actiever en onbeschaamder dan ooit. Indien de tegen woordige organisatie haar eigen vyand niet eens baas kan, dient zij door een an dere organisatie vervangen te worden. Ik wil u niet langer meer ophouden. U kent den toestand en de mogelijkheden er van. Ik wil hier alleen nog aan toevoe gen, dat ik de komende twee en zeventig uur niet alleen hier blijf, doch ook tot de beschikking ben van ieder uwer, die mij om een of andere reden te spreken wenscht Goeden middag, heeren". III. De minister-president liet zijn thee on aangeroerd koud worden. Zijn minister van oorlog dronk whisky-soda, doch te oordeelen naar de donkere kleur van het geestrijke vocht in zijn glas, meer whisky dan soda. „Ik vermoedbegon de minister president. „Vermoed", zei Spenser Knollys. „Je weet! Over een paar maanden algemeene verkiezingen. Als je alvast den uitslag van den wedloop wilt hebben, kunt je 'm van me krijgen. JVe gaan het vergokken, Campbell, en by uitzondering heeft het kiezerscorps het dit keer heel goed ge snapt. Man, er is geen enkele man in je heele Kabinet, die voor zijn taak berekend is. Aan jou ligt het niet, maar je beschikt niet over de goeie mannetjesIk weet al wel, wat ik doen ga". De minister-president hief met een ruk het hoofd op. Hij staarde zyn minister van oorlog aan met een eigenaardige mengeling van ongeloovige verbazing en iets, dat heel veel van afgrijzen weg had. „Maar beste kerel!" riep hij uit. „Je wilt toch niet zeggen Spencer Knolly's gezicht spleet in een breeden grijns. De breede grijns werd een gnuivend gegniffel, dat al heel gauw tot een bulderlach aanzwol. „Dus je gevestigde meening is", zei de minister-president, toen hij zich weer hoor baar kon maken, „dat een parlements-ont- binding onvermijdelijk is?" „Kom, gebruik je hersens, Campbell. Als het parlement niet ontbonden wordt, gaat het land tot ontbinding over! Maar waar om getreurd? We hebben het dubbel en dwars verdiend. Kijk hoe we den boel ver prutst hebben op die conferentie in Mi laan! Kijk hoe populair Barstowe met zyn bierbelasting is! Kijk naar het geknoei met de Sweepstake! Kijk naar de verlaging van de rykstractementen! Kijk naar elk ding, dat we in de afgeloopen vier jaren gedaan hebben! En om de maat vol te ma ken is nu die meneer X op de proppen ge komen! En als hy doorgaat, geeft het geen zier, of een verkiezing gehouden wordt, of nietHet is ongelooflijk, Campbell, maar als Frensham gelijk heeft en dat is vrees ik maar al te waar dan wordt de oude firma Groot-Brittannië door één en kelen man regelrecht naar de je weet wel gebracht De minister-president liet moedeloos het hoofd hangen en streek met zijn lange, blanke vingers door zijn grijze lokke.n „Als wezuchtte hy. „Als we dien X maar te pakken konden krijgen..." IV. „Is in één woord krimmeneel, dat zeg ik maar!" zei juffrouw Rawle van Nr. 14 Laburnum Road, Upper Sydenham, tegen haar vriendin, juffrouw Billiter, de eige nares van 't kroegje „the Dog and the Fox" „Krek!" zei juffrouw Billitir. „Gelijk heb je!Nog een slokkie?" „Nou, ik ben eigenlijk al over me maat, Jane, weet je? Maar afijn, foor fenavend sel ik 't maar 's niet soo nauw neme. Valt hebben hun winst in het d^rde kwartaal belang zien stijgen (bij de eerste bedroeg winst 5.37 millioen dollar tegen lioen dollar in het voortgaande k by de U.S. Steel 10.42 dollar tegen niks mee tegeswoordig, as j? VerV bij de plisie hep, n mensc Ka" woonweg op se senuwe f regeerinS er werachtig niet by, waaronVt m„tte se! niks doet. Ingrijpe, weet je, beroerd Stelletje luie niksnutters j„ om wat uit te foere, mensen „Krek!" zei juffrouw Büb tin,, g dat je! Nee, seg, je mot dat s stuur mijn Harry morge naar jong fan Daar sit 'n koppie op, op mijn!" ffrnuW Rawle. »Ingrl) „Ingrijpe", zei juitro pe mot de "geermg, da»^ juffrouw BÜ „Hier hep je de brie liter. „Mot ie f""!., f .Bert ion» mo°e frouw Rawle. „Maar Dat mot de regeering juff „Sa, mijn Billiter en graaide onde foorlese. pi» hier h6P 'k Ae"krante schrijd Harry naar de kran r8gee- „Geachte Heere dat door d Wordt niet hoog J dit lan ge. rings auto-autoritei worde, om fan sche maatregels genom^ handhaf ar faar af te wende, °fnstitusjeneele Qe. Britsche Kons fan fanda^1' haalt-ie de woorde Plisie. pS sü sag bedreigt, m.a.w. o Kiese v on As 'n nederig ,lld ffervvegin« je «f? mij fergund ^"^jonge, m ferwijld de instr- l»J instrU(.t nader, sin te wysige. burger ,.j), aankondiging o0 frtl-/- rvolg motte doen. Ik ben (Wordt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 10