nmAkkertje
TEGEN DE WET
KLIEKJESDAG IN
LONDEN.
Financieel Overzicht.
Migraine
'Jeuitletott
EHGELSCHE OORLOGS
HUMOR.
n
Noor het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
DLHUE BLAD
WUILIINI VAlN
(Van onzen correspondent).
Londen, eind October.
lenigen tijd geleden schreef ik in een
irtlkcl in deze kolommen: „Van het Lon-
densahe Front Geen Nieuws". Ik zou
dezen keer kunnen schrijven: „Van het
Londensche Front Heelemaal geen
Nieuws". De oorlog levert, althans wat
Engeland betreft, eiken dag minder
materiaal voor berichtgeving op. Er ge
beurt in Londen «wrvqudig niets. Hetgeen
natuurlijk onzin te. Er gebeurt in Londen
en in Engeland van alles, maar aangezien
wij journalisten daar, ongetwijfeld om
goede redenen, niet van in kennis worden
gesteld en ons ook van den oorlog achter
het front (da munitiefabrieken, de mili
taire kampen en wat dies meer zij) niets
vertoond wordt, sta ik helaas met leege
handen. Maar toch heb ik nog wat stukjes
en beetjei nieuws vergaard, die ik u der
halve hier, bij gebrek aan beter, maar zal
opdienen.
Ten eerste dan het verheugende be
richt, dat het Engelsche goede humeur
door den oorlog nog niet is bedorven. De
volgende collectie grappen, die ik uit mijn
knipsels bijeen heb geraapt, moge dat be
wijzen. Laat ik beginnen met het beste
exemplaar. Het is ontsproten aan het
brein van een geestigaard in het Foreign
Office (ook ambtenaren kunnen blijkbaar
grappig zijn!), die de vreemde bokke-
sprongen van onze ideologische vrienden
in Duitschland en Rusland kort en krach
tig opsomde door te zeggen, dat alle
„ism's" nu „wasm's" geworden varen.
Deze grap alleen al rechtvaardigt naar
mijn gevoel mijn heele artikel, hoe on
dragelijk flauw het verder ook mag wor
den. De Engelsche ambtenaren beperken
er zich klaarblijkelijk echter niet alleen
toe.geestigheden van dezen aard te debi-
teeren, maar brengen ze ook in praktijk.
Zie het besluit, „Mein Kampf" (hetgeen
mij er aan herinnert maar hiervoor
moet u Engelsch kennen dat de Sieg-
fried-lijn sedert de overstroomingen van
de laatste weken hier nu „Mein Dampf"
wordt genoemd) op de officieele lijst van
aanbevolen boeken voor de troepen aan
het front te zetten. Hetgeen mij al weer
tot een ander knipsel brengt. Volgens dit
vodje papier hebben de Franschen een
uitermate listigen vorm van propaganda
bedacht. Zij laten door een van hun radio
stations gramofoonplaten van Hitler's
felste redevoeringen tegen Rusland af
draaien. Het idee is, dat de Duitschers, die
hier naar luisteren en dan, zich herinne
rende dat zij zich, door naar een buiten-
landsch radiostation te luisteren, aan
zware straffen blootstellen, de voor hen
lichtelijk verbijsterende en verwarrende
conclusie zullen trekken, dat de Führer
hun verboden heeft, naar den Führer te
luisteren.
Volgende kliek. Deze is van speciaal
belang voor Nederland, omdat zij de neu
traliteit betreft. Schandelijk als het ons
toe mag schijnen, schroomt de lachlustige
Engelschman niet, ook over een zoo eer
biedwaardig principe allerhande flauwi
teiten te verkoopen. Herstel, nu ik mij
bedenk doe ik den Engelschman onrecht
aan, want de flauwiteiten, die ik hieron
der- zal weergeven, zijn op één na geen
bedenksels, maar ware geschiedenissen.
Er was dan ten eerste het geval van den
Italiaan in Soho, wiens winkelraam op
den eersten avond van de verduistering
een fel verlicht vierkantje in de omlig
gende duisternis uitsneed. „Schande",
riep een gehelmde bobby en stormde op
het winkeltje af om den eigenaar danig
de les te lezen. Geen internationaal jurist
zijnde, moest hij echter onverrichter zake
terugkeeren, want het antwoord, dat hij
van den verontwaardigden Italiaan ont
ving, was „Ach man, loop heen, wat heb
ik met die verduistering te maken. Ik ben
immers neutraal!" Ook de Ieren houden
er blijkbaar merkwaardige opvattingen
van neutraliteit op na, zooals blijken moge
uit het geval van den garnizoens-com-
fnandant in een Iersche haven. Een En
gelsch marine-vliegtuig, dat zijn koers
was kwijtgeraakt, landde daar en werd,
in plaats van geïnterneerd te worden, met
de grootste gastvrijheid ontvangen, van
benzine en olie voorzien en met veel ge-
wuif van den gastvrijen garnizoens-com-
mandant weer weggestuurd. Het geval
kwam den hoogen oomes ter oore, die er
natuurlijk zeer verontwaardigd over wa
ren en den garnizoens-commandant ter
verantwoording riepen. „Wel hier en gin
der", brieschte deze verongelijkt, „tegen
wien zij wij dan neutraal!"
Vanzelfsprekend heeft ook het nieuwe
experiment, waarmee deze „bore-war"
om deze grol te begrijpen moet u ten
eerste weten, hoe enorm vervelend het
hier in Londen is en ten tweede uw ge
schiedenis kennen; en ten derde Engelsch:
Boer War (de Boeren-oorlog) en Bore
War (vervelende oorlog) worden onge
veer op dezelfde wijze uitgesproken
begonnen is, de zoogenaamde „confetti-
oorlog", zijn grappen opgeleverd. Zoo
gaat het verhaal van een pamfletten-raid
op Duitschland, die volkomen normaal en
zonder ongelukken verliep, behalve dat
één vliegtuig twee uur voor de rest van
het eskader terugkwam en een ander
eerst een paar uren daarna. Zoowel de
vroegkomer als de laatkomer werden om
uitleg gevraagd. „Wel", zei de eerste, die
nog nooit eerder op een pamflettenraid
was meegeweest, „ik heb de instructies
precies opgevolgd, ben naar de aangege
ven plaatsen gevlogen en heb daar de
bundels over boord gegooid". „Wat",
vraagt zijn superieur onthutst, „je wilt
toch niet zeggen, dat je de touwen er om
heen niet eerst hebt losgemaakt? Mijn
hemel, man, begrijp je dan niet, dat je op
die manier iemand doodelijk had kunnen
treffen!" Daarna kwam de tweede piloot
aan de beurt. „Ja, ziet u", antwoordde hij
op een vraag waarom hij zoo lang was
weggebleven, „er gaat heel wat tijd mee
heen om die dingen één voor één onder de
deur te duwen".
Ten slotte nog iets heel anders, om te
toonen, dat de Engelschman zijn demo
cratisch recht van vrije meeningsuiting in
tijd van oorlog niet alleen gebruikt om
flauwe grapjes ten koste van de tegen
partij te verkoopen, maar ook zijn eigen
partij aan de kaak te stellen. Twee voor
beelden mogen volstaan, het eerste, om
dat het een typische illustratie is van de
volkomen vrijheid waarmee de Engelsch
man ook in deze ernstige tijden zijn heer-
schers te lijf durft gaan, en het tweede,
omdat het bewijst, dat het Engelsche pu
bliek nog den moed en de waarheids-
lievendheid bezit om te eischen, dat de
autoriteiten belast met propaganda den
vijand niet zwarter schilderen dan te
rechtvaardigen is. Beide voorbeelden zijn
ontleend aan het liberale weekblad de
Spectator. Toen Chamberlain den onbe
kenden Sir John Gilmour tot den hoogst
belangrijken post van minister van
Scheepvaart promoveerde, gaf dit blad
uiting aan de algemeen gevoelde verba
zing over deze benoeming in de volgende
heerlijk scherpe woorden: „Ons land
heeft in de afgeloopen vierentwintig uur
twee zware beproevingen moeten door
maken, het verlies van de Royal Oak en
de benoeming van Sir John Gilmour tot
minister van Scheepvaart". En zoo onbe
wimpeld spreekt niet alleen de Spectator,
maar de heele Engelsche pers, wanneer zij
het noodig acht haar leiders op de vingers
te tikken. Hetzelfde blad eischt, dat het
ministerie van Informatie een verklaring
geeft van het beroemde geval met de
„boter voor Göring". Deze geschiedenis is
begonnen met een aan de pers verstrekte
mededeeling van het ministerie, waarin
„met bewijzen" werd aangetoond, dat
Göring, Göbbels en verschillende andere
Nazi-leiders van een met naam en toe
naam genoemden Engelschen exporteur
geregeld aanvullingen van hun particu
lieren botervoorraad ontvingen, terwijl
zij het Duitsche volk vroegen, om het
zonder boter te stellen. Dat was een mooie
propaganda totdat de exporteur in
kwestie protesteerde, dat hij weliswaar in
den normalen gang van zijn bedrijf boter
aan een aantal Duitsche zakenrelaties
stuurde, waaronder zich o. a. een man van
den naam Göring bevond, maar dat er
geen kwestie was van leveranties aan den
Duitschen veldmaarschalk of eenige an
dere door het ministerie van Informatie
genoemde Nazi-leiders. Het is een op
zichzelf onbeteekenend geval, maar dat
een Engelsch blad dezen flater van zijn
propaganda-ministerie ontoelaatbaar acht
Financieele en economische zorgen
Inkrimping van onzen handel met
het buitenland. Stijging van het
prijsniveau. Belgische looncon-
tracten en kosten van levensonder
houd. Engeland effent den weg
voor uitgifte van een oorlogsleening.
Verruiming der Amsterdamsche
geldmarkt. Onzekere dividend
vooruitzichten. Toenemende
winstcapaciteit der Amerikaansche
staalindustrie. Ongeanimeerde
stemming ter beurze.
Hoewel de oorlog eerst twee maanden
duurt, beginnen de gevolgen ervan niet
slechts in de belligerente landen, maar ook
in de neutrale staten, zich hoe langer hoe
duidelijker af te teekenen. Wij doelen hier
bij in de eerste plaats op de verhooging der
uitgaven van staatswege, voor militaire en
andere doeleinden, die in ons land b.v. er
toe geleid heeft, dat onze regeering het
eerste crediet van 100 millioen, dat haar
ter bestrijding van de buitengewone uitga
ven werd toegestaan, reeds gebruikt heeft,
zoodat z(j binnenkort een nieuw crediet
voor dit doel voor eenzelfde bedrag zal aan
vragen.
Men geeft er zich veelal geen rekenschap
van, dat zulke uitgaven door den Staat toch
feitelyk gedaan worden door de Volksge
meenschap in haar geheel, dat deze voor de
betaling ervan aansprakelijk is en hiervoor
ook zal moeten opkomen. In welken vorm
zij de betaling zal moeten verrichten, staat
nog niet vast. Voor een deel zullen de be-
noodigde gelden zeker door verhooging der
belastingen worden verkregen, waarbij
vooral gedacht moet worden aan een extra
heffing op de bijzondere winsten, welke uit
hoofde van de oorlogsomstandigheden kun
nen worden gemaakt.
Tot dusverre is van „O.W." weliswaar nog
weinig sprake. In de eerste plaats is van
regeeringswege van den aanvang af een
prijsstijging der voorraden tegengehouden,
maar bovendien kunnen, voor zoover prjjs-
verhoogingen in bepaalde gevallen wèl zijn
doorgevoerd, deze lang niet altijd als een
extra voordeel voor den verkooper be
schouwd worden. Het gaat er maar om, of
hij voor den verhoogden prijs, waartegen
hij zijn goederen van de hand heeft gedaan,
rekening houdende met een normale
winstmarge, eenzelfde hoeveelheid goe
deren kan terugkoopen. En dit dreigt, wan
neer de oorlog langen tijd mocht aanhou
den, hoe langer hoe moeilijker te worden.
Reeds thans hoort men van detailzaken
in verschillende branches klachten over
moeilijkheden by aanvulling van voorra
den. Tal van fabrieken van verbruiksartike-
len, textielgoederen enz. zyn geheel of
grootendeels in beslag genomen door leger-
opdrachten, zoodat zy aan de gewone afne
mers weinig of niets kunnen leveren, ter
wijl de stagnatie in den aanvoer van grond
stoffen zich ook reeds terdege doet gevoe
len. Daarby komt dan natuurlijk, dat de
mogelijkheid, om behalve grondstoffen ook
fabrikaten uit het buitenland te betrekken,
hoe langer hoe geringer wordt. Eenerzyds
hebben ook vele andere landen met dezelfde
zorgen te kampen als ons land, zoodat zij
hun productie zooveel mogelijk voor eigen
gebruik reserveeren, en daarnaast maakt de
belemmering van het scheepvaartverkeer
den aanvoer van goederen van overzee hoe
langer hoe bezwaarlijker.
De cijfers van onzen buitenlandschen
handel over het derde kwartaal van 1939
zijn slechts oogenschynlijk hiermede in te
genspraak, doordien de invoer naar het ge
wicht een stijging te zien gaf in vergelij
king met het zelfde kwartaal van het vori
ge jaar van 6.204.000 ton tot 6.669.000 ton en
naar de waarde van 351 tot 365 millioen.
Beziet men echter de cijfers der afzonder
lijke maanden, dan blijkt wel, dat de oorlog
reeds een diepgaanden invloed op den om
vang van den aanvoer van goederen uit het
buitenland heeft gehad. De stijging van den
invoer in het derde kwartaal blijkt geheel
op rekening te zyn gekomen van de toene
ming van den import in de maanden Juli en
Augustus; September daarentegen gaf een
scherpe inzinking te zien. Het Centraal Bu-
en een openbare verklaring eischt, mag
toch worden opgevat als een verheugend
bewijs, dat het bekende gezegde: „Waar
heid is het eerste slachtoffer van den
oorlog", voor Engeland nog niet in ver
vulling is gegaan.
reau voor de Statistiek publiceert te dien
aanzien de volgende cijfers:
Invoer: gewicht in mill. K.G.
1939 1938
Juli 2410 2075
Augustus 2317 2043
September 1942 2086
Waarde in mill. gld.
1939 1938
Juli 132 119
Augustus 127 115
September 106 117
Voor den uitvoer zien wij een dergelijke
ontwikkeling; hier was echter de teruggang
in September zóó scherp, dat het totaalcij
fer voor het derde kwartaal van dit jaar be
langrijk lager is komen te liggen dan in de
overeenkomstige periode van het vooraf
gaande jaar. Wat het gewicht betreft, daal
de de export van 3.651.000 ton in het derde
kwartaal van 1938 tot 3.132.000 ton in dit
jaar, en naar de waarde van 269 tot 251
millioen. Voor de afzonderlijke maanden
was de ontwikkeling als volgt:
Uitvoer: Gewicht in mill. K.G.
1939 1938
Juli 1258 U44
Augustus 1206 1245
September 668 1262
Waarde in milL gld.
1939 1938
Juli 93 78
Augustus 92 90
September 66 101
Behalve de algemeene verschepingsmoei-
lykheden e.d. deed zich by den export ook
de ingrijpende bemoeienis van de overheid
op het terrein van den buitenlandschen
handel in het belang van de binnenlandsche
markt gevoelen, en het is nauwelijks te ver
wachten, dat in dit opzicht spoedig een ver
andering zal intreden zoodat voor de res-
teerende maanden van het jaar eerder gere
kend moet worden op een verderen terug
gang van onzen handel met het buitenland
dan op een verbetering.
Hoe meer ons land van het buitenland af
gesloten zal geraken, des te verder zal de
prijsstijging voor bepaalde artikelen gaan.
In hoeverre de invloed hiervan op de kosten
van het levensonderhoud kan worden ge
compenseerd door overheidsmaatregelen ten
opzichte van de prijsbepaling van binnen
landsche producten, is thans nog niet na te
gaan. Het indexcijfer voor stapelproducten,
gebaseerd op de groothandelsprijzen van
tien producten, dat van 72.2 in Augustus tot
ca. 86 was gestegen, is in de laatste week
in aansluiting op een algemeene inzinking
in het wereldprysniveau tot ca. 85 gedaald,
maar het blijft daarmede toch op een veel
hooger niveau dan in het vorige jaar, het
geen geleidelijk ook in de kleinhandelsprij
zen en daarmede in de kosten van het
levensonderhoud moet gaan doorwerken.
Trouwens, het laatst gepubliceerde index
cijfer der kosten van het levensonderhoud
voor ons land toont reeds een lichte stijging
aan. Deze is echter heel wat geringer dan die
van het Belgische indexcijfer, ten bedrage
van 6.2 De Belgische regeering heeft dit
cyfer eerst na eenige aarzeling en met ver
traging gepubliceerd, omdat zy vreesde, dat
hieruit eischen tot loonsverhoogingen zou
den voortspruiten, zoowel van de zijde der
vakvereenigingen als van de ambtenaren,
welker salarissen aan den stand van het
indexcijfer der kosten van het levensonder
houd zijn vastgekoppeld. Teneinde overdre
ven conclusies te voorkomen, heeft de Bel
gische minister van Economische Zaken te
gelijk met het indexcijfer een nota doen ver
schijnen, waarin hij er op wijst, dat vooral
de producten, waarvan betrekkelijk weinig
verbruikt wordt, in prijs zyn gestegen, ter
wijl de prijs van artikelen van groot ver
bruik, zooals brood, suiker, aardappelen,
boter, maragarine en vleesch niet veel hoo
ger geworden is. De regeering had over
wogen, om dientengevolge het indexcijfer
niet te publiceeren en in afwachting van het
opmaken van een „oorlogs-index" alle col
lectieve looncontracten op te schorten. Ten
slotte heeft zy dit niet aangedurfd wegens
den te verwachten tegenstand der vakver
eenigingen, maar wil zy niet in den vicieu-
sen cirkel van prijs- en loonsverhoogingen
geraken, dan zal zij toch moeten streven
naar een soepeler toepassing van de index
cijfer-clausule in de looncontracten.
In Engeland zyn een aantal instanties ge-
wettelijke maatÏÏS
beperken der 0o*gnelen %'jl tewNfy
niet kunnen voort gSWitlsten ""«n
levensonderhoud160'
zljn- Voor voedin er "u al?
21J gemiddeld 9 Joelen JjH g BJa*
ren hoofde 6 y 2' ^°°r uiJH bS
van het Pond'' I?' e waarri etl uit ta&n
die den officiëeip. ®ank H
Pe" van vóór den^^t
voornaamste doel °g h<*ft B^r <>P h
oorlogsuitgaven zon SckePPen §lnS is
financieren. De kost«g0edko°P mn
geven van schatkistri •Verb°nden dk
verlaagd en de lf'ljett^, 1,
oorlogsleening tegen IT de uitgift? er<U
wordt erdoor geëffend ?rtreklreliik lafeet!
ook. dan binnS'o™ olV®»'
eerste oorlogsleening le Ultgifte
weg voÓVde'nfrdea erdv'
ager
ordt
1 de EngelschVstaatf t da ®oi
gang weer iets zjj'n Sf
thans eenige percenten fef
zooverre ai 8hcden
nngen van de Engehffjf «e
:en tiid„i;»__ Slaatsleenin,
beurze na
BOtfc
itf
thans eenige percenten K°Pen'201
de
koerswinst bo«kefe7^»f
leenmgen en pandbrieveng6m^
aan den vasten kant. De S?®
nieuwe Nederlandsche staatïw Van 4
moedehjk wel niet meer zoo f?8 2al vet-
zich laten wachten- lang
door de groote beleggingsSfk Wotdea
vry gehouden, om ofde e W
nen inschrijven. De gSAl?mg C
termijn is opvallend
koers, die in September M ®14
van 4 1/4 bereikt had is uT punt
tot 13/4 particulier' disconto 00pea
1 ;/4 IX In verband hieri
rekening worden gehouden met dP ®0ei
heid van een verlaging van het a mogellJb-
de Nederlandsch Bank,datf
tot 3 was verhoogd, SePtember
De verruiming der geldmarkt heeft
nerlei st.muleerende uitwerking op
del ter beurze gehad. Deze blijkt nog
afhankplnlr 5
afhankelijk van den politieken toestanden
de gecompliceerdheid der huidige mtenia
IS wel tot vooS
tigheid by het aangaan van effecten-
transacties. Ook voor die ondernemingen
die op het oogenblik met een grootere winst
werken dan sinds lang het geval geweest is
acht men de vooruitzichten nog te onzeker'
dan dat my de kans op dividendverhooging'
reeds ten volle in de koersen durft te ver-
disconteeren.
Ten deele houden de huidige noteeringen
overigens reeds rekening met een stijging
der uitkeeringen. Wat verschillende Ameri
kaansche ondernemingen betreft, bestaat
hiervoor ook alle reden. In tegenstelling met
de meeste Nederlandsche maatschappijen,
die slechts eens per jaar dividend uite
ren, dat weliswaar gebaseerd is op de resul
taten in het afgeloopen jaar, maar bij vast
stelling waarvan toch ook ter dege reke
ning wordt gehouden met den toestand van
het oogenblik, stellen de Amerikaansche on
dernemingen van kwartaal tot kwartaal
vast, of de resultaten de uitkeering van een
kwartaalsdividend wettigen en zoo ja, tot
welke hoogte. De houders van Amerikaan
sche shares zien een gunstigen gang van
zaken dus al heel spoedig in een verhooging
van hun dividenduitkeering weerspiegels,
maar omgekeerd treedt ook gemakkelijker
een terugslag in.
De gunstige financiëele resultaten over
het derde kwartaal van dit jaar zullen ver
moedelijk gevolgd worden door nog betere
in het loopende kwartaal, doch daarna
wordt de toestand veelal weer onzeker, e*
halve voor die bedrijfstakken, die ree
thans voor maanden vooruit van werk J
voorzien. Tot deze laatste behoor e
rikaansche staalindustrie. Zoowel de Betw
hem Steel als de U.S. Steel Corp.
62)
Bij vier van de zes kranten was op de
voorpagine ook de enveloppe van den brief
afgedrukt. Deze was met hetzelfde, naar
voren hellende, kennelijk verdraaide hand
schrift beschreven als de brief zelf en
bleek volgens het poststempel in Southern
Camberwell op de bus gedaan te zyn.
n.
Om vier uur in den middag sloot sir
Hector Frensham een vergadering, waar
toe hij alle leden uit de hoogere rangen
van zijn personeel opgeroepen had. Hij zei:
„Zoo staan we er dus voor. We hebben
nog drie dagen twee en zeventig uur
om dien kerel, of, als een van jullie dat
nog steeds waarschijnlijker mocht achten:
die kerels, te pakken te krijgen. Als ons
dat niet binnen twee en zeventig uur lukt,
wordt de leiding over de hoofdstedelijke
politiemacht door de militaire autoriteiten
overgenomen. We zijn nu al de risée van
het heele land, misschien wel van de heele
wereld. Volgens mij geheel en al ten on
rechte en ik weet zeker, dat verreweg de
meesten van u zoo niet allen die
overtuigng met mij delen.
Onze lijdensbeker zal dan pas vol zyn,
wanneer we tot een noode geduld aan
hangsel van het leger gedegradeerd wor
den. Jullie zult je wel kunnen voorstellen
hoe we er aan toe zijn, als we en bloc op
geslokt, gereorganiseerd en binnenstebui
ten gekeerd worden en onder militair
commando komen te staan. Zooals jullie
weet, ben ik zelf soldaat geweest, voor dat
ik hier kwam. Ik spreek daarom met des
te meer zekerheid. Ik wil niet, dat ook
maar één van jullie zich met de ydele
hoop zou vleien, dat dit besluit, hetwelk de
minister-president mij vanmiddag mee
deelde, voor herroeping vatbaar was. Ik
heb een heelen tyd met den minister-pre
sident en den minister van binnenlandsche
zaken gesproken. Ik heb alles, wat in mijn
vermogen was, aangewend om hen van de
fatale domheid van een dergelijken stap te
overtuigen. Het heeft me niet gebaat. De
gunstige voorwaarde, die ik voor me zelf,
voor jullie, voor de overige manschappen
en ik mag wel zeggen voor het heele land
heb kunnen bedingen is dit uitstel van
drie dagen.
Ik was aan handen en voeten gebonden.
Op al mijn argumenten kreeg ik maar een
enkel antwoord, namelijk: Het is nu al
ruim twaalf weken geleden, sinds de eer
ste van deze reeks moorden gepleegd werd.
De dader loopt niet alleen nog steeds op
vrye voeten rond, doch is blijkens de ge
beurtenissen van gisteren nog actiever en
onbeschaamder dan ooit. Indien de tegen
woordige organisatie haar eigen vyand
niet eens baas kan, dient zij door een an
dere organisatie vervangen te worden.
Ik wil u niet langer meer ophouden. U
kent den toestand en de mogelijkheden
er van. Ik wil hier alleen nog aan toevoe
gen, dat ik de komende twee en zeventig
uur niet alleen hier blijf, doch ook tot de
beschikking ben van ieder uwer, die mij
om een of andere reden te spreken wenscht
Goeden middag, heeren".
III.
De minister-president liet zijn thee on
aangeroerd koud worden. Zijn minister
van oorlog dronk whisky-soda, doch te
oordeelen naar de donkere kleur van het
geestrijke vocht in zijn glas, meer whisky
dan soda.
„Ik vermoedbegon de minister
president.
„Vermoed", zei Spenser Knollys. „Je
weet! Over een paar maanden algemeene
verkiezingen. Als je alvast den uitslag van
den wedloop wilt hebben, kunt je 'm van
me krijgen. JVe gaan het vergokken,
Campbell, en by uitzondering heeft het
kiezerscorps het dit keer heel goed ge
snapt. Man, er is geen enkele man in je
heele Kabinet, die voor zijn taak berekend
is. Aan jou ligt het niet, maar je beschikt
niet over de goeie mannetjesIk weet al
wel, wat ik doen ga".
De minister-president hief met een ruk
het hoofd op. Hij staarde zyn minister van
oorlog aan met een eigenaardige mengeling
van ongeloovige verbazing en iets, dat heel
veel van afgrijzen weg had.
„Maar beste kerel!" riep hij uit. „Je
wilt toch niet zeggen
Spencer Knolly's gezicht spleet in een
breeden grijns. De breede grijns werd een
gnuivend gegniffel, dat al heel gauw tot
een bulderlach aanzwol.
„Dus je gevestigde meening is", zei de
minister-president, toen hij zich weer hoor
baar kon maken, „dat een parlements-ont-
binding onvermijdelijk is?"
„Kom, gebruik je hersens, Campbell. Als
het parlement niet ontbonden wordt, gaat
het land tot ontbinding over! Maar waar
om getreurd? We hebben het dubbel en
dwars verdiend. Kijk hoe we den boel ver
prutst hebben op die conferentie in Mi
laan! Kijk hoe populair Barstowe met zyn
bierbelasting is! Kijk naar het geknoei met
de Sweepstake! Kijk naar de verlaging
van de rykstractementen! Kijk naar elk
ding, dat we in de afgeloopen vier jaren
gedaan hebben! En om de maat vol te ma
ken is nu die meneer X op de proppen ge
komen! En als hy doorgaat, geeft het geen
zier, of een verkiezing gehouden wordt, of
nietHet is ongelooflijk, Campbell, maar
als Frensham gelijk heeft en dat is
vrees ik maar al te waar dan wordt de
oude firma Groot-Brittannië door één en
kelen man regelrecht naar de je weet wel
gebracht
De minister-president liet moedeloos het
hoofd hangen en streek met zijn lange,
blanke vingers door zijn grijze lokke.n
„Als wezuchtte hy. „Als we dien X
maar te pakken konden krijgen..."
IV.
„Is in één woord krimmeneel, dat zeg
ik maar!" zei juffrouw Rawle van Nr. 14
Laburnum Road, Upper Sydenham, tegen
haar vriendin, juffrouw Billiter, de eige
nares van 't kroegje „the Dog and the Fox"
„Krek!" zei juffrouw Billitir. „Gelijk heb
je!Nog een slokkie?"
„Nou, ik ben eigenlijk al over me maat,
Jane, weet je? Maar afijn, foor fenavend
sel ik 't maar 's niet soo nauw neme. Valt
hebben
hun winst in het d^rde kwartaal belang
zien stijgen (bij de eerste bedroeg
winst 5.37 millioen dollar tegen
lioen dollar in het voortgaande k
by de U.S. Steel 10.42 dollar tegen
niks mee tegeswoordig, as j? VerV
bij de plisie hep, n mensc Ka"
woonweg op se senuwe f regeerinS
er werachtig niet by, waaronVt m„tte se!
niks doet. Ingrijpe, weet je, beroerd
Stelletje luie niksnutters j„
om wat uit te foere, mensen
„Krek!" zei juffrouw Büb tin,, g dat
je! Nee, seg, je mot dat s stuur
mijn Harry morge naar jong fan
Daar sit 'n koppie op, op
mijn!" ffrnuW Rawle. »Ingrl)
„Ingrijpe", zei juitro
pe mot de "geermg, da»^ juffrouw BÜ
„Hier hep je de brie
liter. „Mot ie f""!., f
.Bert ion» mo°e
frouw Rawle. „Maar
Dat mot de regeering juff
„Sa, mijn
Billiter en graaide onde foorlese. pi»
hier h6P 'k Ae"krante schrijd
Harry naar de kran r8gee-
„Geachte Heere dat door d
Wordt niet hoog J dit lan ge.
rings auto-autoritei worde, om fan
sche maatregels genom^ handhaf ar
faar af te wende, °fnstitusjeneele Qe.
Britsche Kons fan fanda^1'
haalt-ie de woorde Plisie. pS sü
sag bedreigt, m.a.w. o Kiese v on
As 'n nederig ,lld ffervvegin« je «f?
mij fergund ^"^jonge, m
ferwijld de instr- l»J instrU(.t nader,
sin te wysige. burger ,.j),
aankondiging o0 frtl-/- rvolg
motte doen. Ik ben (Wordt