zzn*'>9erl9
tégen de wet
AKKERÏJéS.
9ieuit£eton
kostwinnersvergoeding.
tWEEDE blad.
Eenvoudiger er» billijker regeling van de
Principes der oude regeling
gehandhaafd.
Regeling weermachts-
industrieverlof.
Steun aan den tuinbouw.
Tot eeri totaal bedrag van
f 4.250.000.—.
Abonnementskaarten bij de
spoorwegen.
Eenvoudiger systeem.
Naar htl Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 NOVEMBER 1939.
Ter uitvoering van het Koninklijk
besluit van 29 September, waarbij
het dienstplichtvergoedingsbesluit
werd gewijzigd, heeft de minister
van defensie thans een beschikking
uitgevaardigd, die een eenvoudiger
opzet van de regeling der kostwin
nersvergoeding inhoudt.
Zooals bekend werd bij genoemd wyzi-
tfsbsluit het maximum der kostwinners-
raoed'mg verhoogd van 2.50 tot 3 per
vergom
per
jC»6"tërwijl de mogelijkheid werd geopend
bijzondere door den minister van defensie
111 n te wijzen gevallen, dit maximum te
\-erschrijden. Bovendien werd den minister
°an defensie de bevoegdheid verleend, om
gedurende de tegenwoordige buitengewone
omstandigheden bepalingen vast te stellen,
die van het dienstplichtvergoedingsbesluit
afwijken.
In een persconferentie onder de auspiciën
van den regeeringspersdienst heeft de heer
p W. Oosterhoff, chef van de zevende afd.
van het departement van defensie, de minis-
teriëele beschikking nader toegelicht. Aan
deze beschikking is voorafgegaan contact
met de burgemeesters, de vakcentrales en
de middenstandsbonden
het onderzoek van klachten. In 1920 heeft
e ei armg geleid tot een beter uitgewerkt
dat minder vrijheid aan de bur-
hinrU^a e'u gaf' De tahns gegeven regeling
de oude6 r®emees*ers no£ weer meer dan
Principes gehandhaafd.
De algemeene principes van de oude re
geling zijn in de beschikking gehandhaafd,
w. een algemeen maximum; de regel, dat
e veigoeding niet mag te boven gaan het
oedrag der inkomsten, die geacht worden
oor het verblijf in werkelijken dienst van
en dienstplichtige aan het gezin te wor-
en onttrokken en de regel, dat de vergoe-
mg evenmin mag overschrijden het be-
iag, dat ter aanvulling van de mogelijk
nog aanwezige inkomsten noodig wordt ge
acht om het gezin in staat te stellen 'te
voorzien in de vereischte middelen tot le
vensonderhoud.
De uitwerking van deze beginse
len, d. w. z. de wijze, waarop de
bedragen worden berekend
vastgesteld, ondergaat echter
belangrijke wijziging.
Tot nog toe gold een zeer gecompliceer
de berekening: voor iedere gemeente wa
ren de maatstaven vastgesteld, waarnaar
de kosten van levensonderhoud werden be
rekend. Een buitenstaander, en in de eer
ste plaats een belanghebbende, kan zich in
en
een
De nieuwe regeling zal in twee
opzichten gunstig afsteken bij de
oude. In de eerste plaats is zij veel
eenvoudiger en daardoor gemakke
lijker te begrijpen, in de tweede
plaats is zij voor belanghebbenden
billijker.
Men stelle echter zijn verwachtingen niet
te hoog: Voor velen zal inderdaad de rege
ling der kostwinnersvergoedingen gunsti
ger zijn, voor velen zal zij geen verandering
brengen, doch voor eenigen zal zij ook ver
laging van de vergoeding medebrengen. Nu
de mogelijkheid bestaat in sommige geval
len het maximum van drie gulden te over
schrijden tot vier gulden, mag men hieruit
niet concludeeren, dat dit maximum na de
laatste verhooging weder zou zijn verhoogd,
De oude regeling was zeer ingewikkeld en
onduidelijk, daaraan waren waarschijnlijk
vele misverstanden toe te schrijven. Men
redeneerde wel eens: de minister van defen
sie in nu onze kostwinner geworden, en men
verwachtte dan een vergoeding, ook als men
voor de mobilisatie niets verdiende. Het de
partement van defensie is echter geen in
stelling van weldadigheid of steunverlee-
Ding en de regeling is dan ook alleen in
het leven geroepen om de door de defensie
veroorzaakte tekorten in de gezinnen aan te
vullen.
Wanneer een gezin er met volledige ver
goeding van het onttrokkene het gederf
de, zooals het in de beschikking heet er
nog niet kan komen; dan valt dit buiten het
terrein van defensie. Bij de kostwinnersver
goeding wordt ook geen rekening gehouden
met bedrijfsschade. De bedoeling is slechts
te voorzien in de noodige middelen tot le
vensonderhoud. Ook in de middelen tot het
doen van plotselinge groote uitgaven, als
verhuizingen, voorziet deze regeling niet. In
dat geval zal men andere bronnen moeten
aanboren. Dan kan men zich wenden tot .de
S.T.A.M.I.L. (Vereeniging tot steun aan mi
liciens), het fonds voor bijzondere nooden.
het borgstellingfonds, het middenstandscre-
diet of het algemeen steuncomité 1939, dat
andere organisaties overkoepelt en o.m. ad
viezen uitbrengt aan de regeering. Het is
niet de bedoeling, dat men zich wendt tot de
instellingen van Maatschappelijk Hulpbe
toon, daar het altijd het doel van de kost
winnersvergoedingen is geweest te blijven
buiten de sfeer van de armlastigheid.
In de vorige mobilisatiejaren, van 1914 tot
1918, hebben de vergoedingen hèel wat
rcoedijkheden veroorzaakt.
Toen bestond in iedere provincie een
commissie van voorlichting. Thans bestaat,
naar de minister reeds in de Tweede Ka
toor heeft medegedeeld, aan dergelijke
oommissies vooralsnog geen behoefte. Des
tijds bestond nog geen regeling als tot nog
toe heeft gegolden. Veel werd overgelaten
®an de burgemeesters en de commissies
konden verdienstelijk werk verrichten met
Billijker regeling. den vervolge gemakkelijk een oordeel vor
men over de berekening, zoodat klachten
minder zullen voorkomen en spoedig kun
nen worden afgehandeld.
De nieuwe berekening.
De thans te volgen berekening berust op de
volgende overwegingen. Men kan althans
wat de lage inkomens betreft aannemen,
dat het gederfde en het benoodigde ongeveer
samenvallen. Daarom kent de minister bij de
lage inkomens het gederfde volkomen toe.
Wanneer het gederfde niet uitgaat boven
drie gulden per dag, dan wordt aangenomen,
dat dit het benoodigde is. Normaal wordt als
gederfd beschouwd het aan het gezin ont
trokkene, verminderd met 20 voor levens
onderhoud, van den gemobiliseerde, als dit
ten laste van zijn gezin kwam. Daar de steun
als regel lager ligt dan het bedrag, dat de
gemobiliseerde zou verdienen, indien hij niet
werkloos was, is reeds vier jaren geleden
door den minister aangenomen, dat het volle
steunbedrag zonder aftrek behouden blijft
Om onbillijkheden te voorkomen heeft men
thans hetzelfde bepaald voor degenen, die
een laag loon hebben. Bedragen de gezamen
lijke inkomsten meer dan 18 gulden per
v/eek, doch minder dan 22,50, dan wordt
wel rekening gehouden met den aftrek voor
de kosten van levensonderhoud, doch de
vergoeding is tenminste een zoodanig be
drag, dat dit met de overige inkomsten te
zamen 18 gulden maakt.
Wanneer het gederfde meer bedraagt dan
drie gulden per dag, dan wordt niet het volle
bedrag als vergoeding uitgekeerd, doch drie
gulden, vermeerderd met de helft van het
geen het gederfde meer dan drie gulden
bedraagt; als het gederfde meer dan vijf per
dag bedraagt, dan wordt de vergoeding be
paald op vier gulden per dag. Slechts in zeer
bijzondere gevallen kan dit bedrag over
schreden worden; dan legt de burgemeester
het geval aan den minister ter beslissing
voor indien hij de overschrijding noodig
oordeelt. Hiertoe worden geacht te behooren
de gevallen, waarin de verwanten belang
rijke uitgaven moeten doen voor geneeskun
dige hulp, verpleging, fondsen, verzekerin
gen, hulp in de huishouding enz. In het ge
heel geen vergoeding wordt verleend, wan
neer van het gezinsinkomen minstens 40
gulden overblijft of wanneer het gederfde
minder dan tien cent bedraagt.
Herziening.
Er staat thans een algeheele
herziening van de toegekende ver
goedingen te wachten aan de hand
van de regelen, in de nieuwe be
schikking vastgelegd. Verhooging
van de vergoeding zal met terug
werkende kracht geschieden met in
gang van 1 Sept. van dit jaar, ver
laging of intrekking met ingang van
26 November.
Deze herziening zal liggen in handen van
dezelfde autoriteiten, die de reeds toege-
ende vergoeding hebben vastgesteld, t.w.
de burgemeesters, de consuls en een apar-
ten dienst voor Duitschland. Voor die her
ziening is tijd noodig. Vermoedelijk zal zi.
vrij snel in haar werk gaan, doch belang
hebbende doen goed nog even geduld te
oefenen. Dit geduld zal kunnen worden be
loond door een klein spaarpotje ten gevol
ge van de terugwerkende kracht der verhoo
ging. Voor de na den eersten oefeningstijd
onder de wapenen blijvenden zal de beslis
sing over de herziening liggen in handen
van den min. daar hier weer andere vragen
dan voor de gemobiliseerden te beantwoor
den zijn.
Militaire inkomsten.
Werd tot nu toe de mobilisatie-toelage
van dienstplichtigen, die een onderofficiers-
of hoogeren rang bij de landmacht beklee
den, als gezinsinkomsten beschouwd, ver
minderd met 25 cent, thans behoeft deze
toelage niet meer te worden medegerekend.
Doch van de militaire jaarwedde van een
dergelijken dienstplichtige, vermeerderd
met huwelijkstoelage en kindertoelage of
verminderd met ongehuwden-aftrek, zal
thans 3/4 als gezinsinkomsten worden be
schouwd, in tegenstelling met voorheen,
toen dit deel 1/3 bedroeg. Het tractement
van deze dienstplichtigen is bij mobilisatie
gelijk aan dat van beroepsonderofficieren,
doch zal dikwijls lager zijn dan hun gewone
inkomen.
Gesteunden.
Ten aanzien van dienstplichtigen,
die ten tijde van hun opkomst steun
genoten of in een werkverschaf
fing geplaatst waren, wordt de
kostwinnersvergoeding vastgesteld
op het laatst genoten steunbedrag
vermeerderd met de geldelijke
waarde van daaraan verbonden
steun in natura, of op het met laatst
genoten loon in de werkverschaf
fing.
Voor den brandstoffenbijslag wordt van
29 Oct. tot en met 30 Maart 1940 1.25 per
week toegekend. Het uitgangspunt is dus
de toestand bij de opkomst. Sommige uit
zonderingsgevallen kunnen zich echter
voordoen, b.v. de gesteunde zou na zijn op
komst werk hebben kunnen krijgen. Dit zal
dan echter aannemelijk gemaakt moeten
worden.
In de eerste dagen na de mobilisatie wer
den zoovele aanvragen om kostwinnersver
goeding ingediend, dat de tijd ontbrak voor
nader onderzoek; gebleken is, dat men in
negentig procent der gevallen het juiste be
drag had toegekend. Voor een niet gering
gedeelte is dit te danken aan de waarheids
liefde van de belanghebbenden. In vele ge
vallen echter is de vergoeding te laag ge
weest, daar de aanvrager ten onrechte meen
de: hoe armer ik mij houd, hoe meer ik
krijg. Dit gaat echter bij de kostwinners
vergoeding niet op. Evenmin is het juist,
dat men altijd een voldoende vergoeding
krijgt als men tijdens de mobilisatie in het
huwelijk treedt. Er moet dan blijken, dat de
man had kunnen verdienen.
Er zijn tal van werkgevers, die een vol
doende bedrag op de loonen of de salarissen
toeleggen. In die gevallen kan de minister
bezwaarlijk vergoeding toekennen. Wel zal
een vergoeding worden toegekend, indien
door den werkgever een toeslag wordt uit
gekeerd.
Voor zoover de bepalingen van deze mobi-
lisatie-vergoedings-beschikking niet afwij
ken van het dienstplicht-vergoedingsbesluit
en de dienstplicht-vergoedings-beschikking,
blijven de bepalingen van dat besluit en die
beschikking van kracht.
De Regeeringspersdienst meldt:
Bjj beschikking van den minister van
defensie van 2 November 1939 zijn regelen
vastgesteld betreffende het verleenen van
weermachtsindustrieverlof. Dit verlof heeft
ten doel bedrijven of instellingen en over
eenkomstige werkgevers, die door het on
der de wapenen zijn van leden van hun
personeel worden belet de hun verstrekte
defensie-opdrachten naar behooren udt te
voeren.
Het weermachtsindustrieverlof wordt
alleen verleend aan personeel, dat ten be
hoeve van de materieelvoorziening van de
weermacht onmisbaar en niet te vervangen
is en de eerste oefening gedurende een tijd
vak als genoemd in artikel 30 lid 1 van de
dienstplichtwet heeft volbracht.
Het verlof wordt uitsluitend verleend
voor den duur, welke de omstandigheden
vereischen.
Verzoeken om toekenning van weer
machtsindustrieverlof mogen uitsluitend
worden ingediend door de directies van
bedrijven of instellingen en door overeen
komstige werkgevers terzake van opdrach
ten ten behoeve van de weermacht.
Het weermachtsindustrieverlof is geheel
gescheiden van zakenverlof en andere ver
loven.
Personen, voor wie de werkgevers weer
machtsindustrieverlof aanvragen, dienen
ter voorkoming van verwarring en het
daaruit voortkomende tijdverlies, zelfs geen
zakenverlof aan te vragen.
De verzoeken voor weermachtsindustrie
verlof moeten worden ingediend volgens
de door den directeur van het centraal
orgaan voor de voorzeining in de behoeften
van de weermacht (Lange Houtstraat 19,
's-Gravenhage) te stellen regels, bij wien
op schriftelijke aanvrage inlichtingen kun
nen worden bekomen.
Alleen die verzoeken worden in behan
deling genomen, welke op de bovenbe
doelde wijze worden ingediend.
LEVERING VAN ROGGEMEEL
AAN BAKKERS.
Voortaan slechts tegen bonnen.
Van officieele zijde wordt bekend ge
maakt, dat van Maandag 6 November 1939
af het leveren van roggemeel of gebroken
rogge aan bakkers, bloemver verkende in
dustrieën en roggebroodfabrieken slechts
is toegestaan tegen de door den besteller
De minister van economische
zaken heeft het volgende bepaald:
Uit het landbouw-crisisfonds
wordt aan hen, die als teler van
gewassen van den tuinbo'w zijn
aangesloten bij de stichting Neder-
landsche groenten- en fruitcen-
trale, gevestigd te 's-Gravenhage
en op den dag ter uitkeering ge
acht kunnen worden hun bedrijf
alsnog uit te oefenen, steun ver
leend overeenkomstig de bepa
lingen van deze beschikking tot
een bedrag van ten hoogste
4.250.090.—.
en rillerig? Opgepast Griep
dreigtl Direct 'n "AKKERTJE''
(tot 4 per dag). Onder de
wol. De Griep zet niet doorl
NEDERLANDSCHE MODERNE
MIDDENSTANDSBOND.
Onder leiding van den bondsvoorzitter,
H. Neuteboom, werd op 5 November te Den
Haag de bondsraadsvergadering van den
Nederlandschen Modernen Middenstands
bond gehouden.
Met genoegen werd kennis genomen van
de besprekingen met een delegatie uit de
s.d. Kamerfractie, bestaande uit de heeren
Stokvis, H. Vos en IJzerman. Ten opzichte
van het verstrekken van credieten over de
schijf van grossiers, kreeg het hoofdbestuur
opdracht het verzoek aan de regeering te
doen, om
a. alle borgstellingsfondsen op te wekken
te handelen als het Amsterdamsche Borg
stellingsfonds en per credietbehoevenden
kruidenier 100 beschikbaar te stellen;
b. in andere branches, waar noodig en
mogelijk, de grossiers, importeurs of fabri
kanten in staat te stellen de handeldrijvende
afnemers een kort crediet te heropenen, mat
een minimum, door de regeering te aan
vaarden, verliesgarantie;
c. over te gaan tot het indienen van een
wet, regelende het crediet en de normen
van bijstand aan den middenstand.
Bij de regeering zal nogmaals worden aan
gedrongen om, bij distributie, ook den ver
koopprijs vast te stellen.
Omtrent het cadeau-stelsel, waar de ver
gadering zich in principe tegen uitsprak,
werd desondanks besloten tot het nastreven
van maatregelen tot beteugeling.
Het sociaal-politiek-economisch program,
dat mede in overleg met ir. H. Vos was tot
stand gekomen, werd goedgekeurd. Dit pro
gram zal de basis vormen voor een in 1940 te
houden buitengewoon congres.
De oude abonnementskaarten
van de Nederlandsche Spoorwegen
ingang
zullen met ingang van 8 No
vember door een nieuw model
worden vervangen.
Bij het oude systeem was het publiek
genoodzaakt voor iedere verlenging tel
kens voor een nieuw portret te zorgen en
een nieuwe aanvraag in te vullen. Door
invoering van het nieuwe model kan het
abonnement iedere maand verlengd wor
den zonder dat voor den hcucer eenige
administratieve handeling noodig is. De
abonné behoeft thans niets anders te doen
in te leveren bonnen, met aangehecht ge
leidebiljet, welk biljet dient ter dekking dan de te verlengen kaart aan het loket
aan te bieden. De verlenging is werk van
van het vervoer naar den besteller en door
dezen moet worden bewaard.
De bestelbonnen worden telkens voor
den geldigheidsduur van één maand ver
strekt.
Den leveranciers zullen tegen de inleve
ring van deze bestelbonnen bij het bureau
van den provincialen voedselcommissaris
bonnen worden verstrekt, welke recht
geven op een hoeveelheid rogge, overeen
komende met de op de ingeleverde bestel
bonnen vermelde hoeveelheid roggemeel
of gebroken rogge.
enkele oogenblikken. Deze handeling kan
plaats vinden op ieder willekeurig station
en reeds vijf dagen voor den einddatum.
Deze regeling geldt voorloopig slechts
bij verlenging per maand. De nieuwe
abonnementskaarten bestaan uit een
stamkaart en een verlengingskaart. De
stamkaart is een jaar geldig. Als over
gangsmaatregel is bepaald, dat aan hen,
die zich voor de eerste maal abonneeren,
nog tot 7 December een kaart van het
oude model zal worden verstrekt.
MODELBOERDERIJ TE GEULLE
AFGEBRAND.
Alleen het vee gered.
Gisteravond woedde te Geulle (L.) een
felle brand, waarbij de kapitale boeren
hoeve de „Geuldertoren", eigendom van
de dames Gez. Schoeneveld te Heerlen, tot
den grond is afgebrand.
Door de eigenaardige ligging van de
hoeve aan den grooten rijksweg Beek
Maastricht, in de nabijheid van de ge
meenten Beek en Geulle, is ter plaatse
geen waterleiding aanwezig, zoodat aan
blusschen niet te denken viel. Het vuur
deelde zich spoedig mede aan de schuur,
de stalling en de inventaris van het woon
huis en vond gretig voedsel, 't Geheele com
plex is totaal uitgebrand, zonder dat er
een brandweer aan te pas kwam. Men is
er kort na het utibreken van den brand in
geslaagd het aanwezige vee uit de stallen
in een aangrenzende weide in veiligheid
te brengen.
Omtrent de oorzaak van dezen brand
tast men nog in het duister. Vermoedelijk
is er een vonk gewaaid in een hooiberg,
die daardoor in brand geraakte. De schade
wordt op minstens 20.000 geschat, doch
wordt door verzekering gedekt.
DISTRIBUTIE VAN SPIRITUS.
Blijkens een in de Nederlandsche Staats
courant van 6 November gepubliceerde
mededeeling, verleent de directeur van de
sectie spiritus van het rijksbureau voor
chemische producten tot nader order vrij
stelling van de verplichting tot opgave
hunner voorraden aan die handelaren in
en verwerkers van spriritus, aan wie geen
formulieren tot opgave zijn toegezonden.
NOODLOTTIGE VAL VAN 15 METER
HOOGTE.
Gistermiddag is in de zwavelzuurstoffa-
briek aan den overkant van het IJ te Am
sterdam een doodelijk ongeluk gebeurd.
Een arbeider, die op een ongeveer vijftien
meter hooge stelling stond, verloor bij het
lossen van pyriet zijn evenwicht en stortte
met het hoofd op den steenen vloer.
Hij liep een schedelbasisfractuur op en
overleed enkele oogenblikken na het onge
luk. Het stoffelijk overschot is naar het
Binnengasthuis overgebracht.
64)
grootste man maakte een keel-ge-
u' „De heele zaak begint me misselijk
aia^en- Waarom geven ze niet al die
officieren aan het hoofd van politie ge-
om er een paar nandige zakenlui voor
oe plaats te zettenXzwijg me
over!"
•.Toch is het maar een gekke brief", zei
eerste van het drietal.
doël/Üi ze' de tweede. „Ach, ja! Je be-
rel m 'n de middagbladen? De ke-
°et wel stapel krankjorum zijn!"
aarvan ben ik nog niet zoo zeker", zei
sekereemde; "Daarvan ben ik nog niet zoo
afgpri' d'e d« brief in de middagkranten
.M staat, eigenlijk wel echt is!"
zijn ?ar ^'e kan *°eh niet anders dan echt
drie °U 'k denken", zei de eerste van de
Weet ^eemde haalde de schouders op. „Dat
ke j°8 200 net niet. Evenals er in el-
daan °rdzaak heel wat bekentenissen ge-
die J°,rden d°or zwakzinnige menschen.
hfogelit onschuldig zijn, zoo zou het best
zich v kunnen zijn, dat ook in dit geval
«mand voor X wil uitgeven..."
„Ik heb meer dan mijn bekomst van X",
zei de groote man. „Loop je zoo ver met me
op, George? Goeden middag, meneer, en
nogmaals bedankt. Hoop weer eens gauw 't
genoegen te hebben me met u te mogen
meten".
De vreemde bleef waar hij was en liet
de andere drie vertrekken. Hij keek hen na
en een vreemde gloed laaide een oogenblik
in zijn oogen op. Hij liep nu langzaam de
rookzaal uit, stak de hal van het hotel
over en begaf zich naar de lift. Eenige mi
nuten later was hij in zijn eigen kamer en
draaide de deur van binnen op slot.
Hij ging aan een schrijftafel bij het ven
ster zitten. Voor hem lag een dik, zwart
boek met een knip en een slot. Hij keek
uit het venster over de vuilere zijde van de
Theems. Terwijl hij daar stond te staren,
streelden zijn vingers liefdevol over den
gladden band van het zwarte boek.
IX.
In de rustkamer Van het Beddoes Street
Politiebureau zaten drie agenten. Even la
ter kwam agent Tait binnen. Zijn houding
had vanmiddag niets triomfantelijks en in
zijn oogen was geen sprankje overwin-
ningsvuur te bekennen. Integendeel! Hij
had iets schaapachtigs en beteuterds over
zich net een beest, dat onaangename
dingen verwacht, doch zich bewust is van
zijn gebrek aan lichamelijke of geestelijke
vermogens, welke vereischt zijn om zich te
kunnen redden.
Tait sloot de deur achter zich. De drie
keken hem met ontzag aan en sprongen
alsof het ingestudeerd was als éen
man in de houding.
Een nam nu het woord.
„Mannen, voor den redder van het Va
derland: Hiep, hiep, hiep, hoeraa!
En hoe voel je je nu je beroemd bent,
held van den dag?"
„Hou je kop dicht!" zei Tait en voegde
hieraan nog drie andere woorden toe, die
hier beter onvermeld kunnen blijven.
„Foei, niet ondeugend worden!" vervolg
de de woordvoerder. „Een krant had een
fijn stukkie over je heldendaad en ik wil
wedden, dat de redacteur van dat vod van
een kouwe kermis thuis gekomen is! Jam
mer, dat ze geen kiekkie van je hadden!"
„Man, doe me een plezier en hou je kop
dicht!" De arme Tait, die niet zuinig met
zijn figuur verlegen was, had een hoofd als
een biet.
,,'k Hoorde 'm achter me aangluipe, 'k
zag 'm 'n mes in z'n hand hebbe, 'k grijp 'm
in z'n lurve en ie zegt dat-ie X is en blijft
dat volhouwe! Hoe kan 'k wete, dat dat
stuk ongeluk niet is, wat-ie zei, dat-ie was!
En benne de ouwe rotte er soms niet net
zoo hard ingetippeld, tot de Inspecteur toe?
Allemachtig! Hoe kon ik weten, dat 'k met
'n h;'?ve gare te doen had?"
X.
„Mij is het goed", zei Hector Frensham.
„Probeer het maar eens. Het is het krank
zinnigste idee, dat ik ooit gehoord heb, en
jij bent een zeldzaam rare snijboon, maar
probeer je geluk, mijn zegen heb je!"
De heer Revel en sir Christopher Vayle
verlieten samen Scotland Yard en reden in
de Brillon-Meyer weg. Tien minuten later
stapten zij de cocktailbar van Stagg's Club
binnen.
„De ouwe heer heeft gelijk", zei Chris
topher Vayle. „Je bent een zeldzaam rare
snijboon!"
„Foei, meneer!"
„Toch ben je het en je plan is krank
zinnig!"
„We hebben ook met een krankzinnigen
man te maken!"
„Dat weet ik", zei Christopher Vayle, „en
ik wil ook heelemaal niet beweren, dat het
niet «M kunnen lukken. Enfin, of er wat
van terecht komt, of niet, ie doet er in
ieder geval goed werk mee".
De heer Revel haalde zijn wenkbrauwen
op. „Hoezoo
„Je hebt den armen ouden Frensham
weer een peetje opgekikkerd. Hij heeft ca
paciteiten genoeg, dat weet ik, maar ik had
nooit kunnen denken, dat ik hem nog eens
op een dag als vandaag, waarop hij over
een paar uurtjes zijn congé krijgt en ge
dwongen wordt voortaan toe te zien hoe
door soldaten zijn werk in het honderd ge
stuurd wordt nee, dat ik hem onder
dergelijke omstandigheden nog eens een
weddenschap zou zien aangaan met zoo'n
vreemden snuiter als jij bent, had ik nooit
gedacht!"
De heer Revel zette zijn leege glas neer.
„Wel, waarom zou je ook niet een gokje
wagen?" zei hy.. „Ik zet duizend tegen der
tigduizend pond van jou!"
„Meen je dat werkelijk?
„Top?"
„Verdraaid, dat doe ik! Top!" riep Chris
topher Vayle uit.
De heer Revel noteerde ook deze wed
denschap in zijn aanteekenboekje.
Christopher Vayle keek hem bevreemd
aan. „Waarom wil je toch eigenlijk geen
hulp bij dit karweitje hebben?"
De heer Revel haalde de schouders op.
„Daardoor kan ik hoogere tegeninzetten
bedingen en ik wil mijn kansen in geen
geval door een stelletje militaire hosklos-
sers in de war laten sturen". Hij keek nu
zijn metgezel recht in het gezicht. „Je
vindt het toch niet erg?"
„Erg? Kom nou!" zei Christopher Vayle.
HOOFDSTUK XXIII.
Uittreksel van een dagboek.
11 Aug.
Die ellendige brief! Wie is dat zwijn, die
hem geschreven heeft? Als ik het wist zou
ik hem vermoorden! Ik heb nooit gedacht,
dat ik behalve hen, ooit iemand zou willen
vermoorden. Maar als ik ooit te weten kom
wie die idioot is, zal ik hem niet gewoon
afmaken kronkelen van de pijn zal hij
voor ik hem den dood injaag! Natuurlijk,
de kerel moet wel gek zijn stapel-sta
pel-stapelgek! Maar daarom ben ik toch
niet minder razend op hem.
Ik neem aan, dat dit niet mooi van me
is. Ieder normaal mensch behoort medelij
den te hebben met een armen, krankzinni
gen dwaas, die niet verantwoordelijk voor
zijn daden is. In het algemeen ben ik dan
ook met krankzinnigen begaan, maar dezen
kan ik niet anders dan haten!
(Wordt vervolgd).