zzn*'>9erl9 tégen de wet AKKERÏJéS. 9ieuit£eton kostwinnersvergoeding. tWEEDE blad. Eenvoudiger er» billijker regeling van de Principes der oude regeling gehandhaafd. Regeling weermachts- industrieverlof. Steun aan den tuinbouw. Tot eeri totaal bedrag van f 4.250.000.—. Abonnementskaarten bij de spoorwegen. Eenvoudiger systeem. Naar htl Engelsch van MARTIN PORLOCK. ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 NOVEMBER 1939. Ter uitvoering van het Koninklijk besluit van 29 September, waarbij het dienstplichtvergoedingsbesluit werd gewijzigd, heeft de minister van defensie thans een beschikking uitgevaardigd, die een eenvoudiger opzet van de regeling der kostwin nersvergoeding inhoudt. Zooals bekend werd bij genoemd wyzi- tfsbsluit het maximum der kostwinners- raoed'mg verhoogd van 2.50 tot 3 per vergom per jC»6"tërwijl de mogelijkheid werd geopend bijzondere door den minister van defensie 111 n te wijzen gevallen, dit maximum te \-erschrijden. Bovendien werd den minister °an defensie de bevoegdheid verleend, om gedurende de tegenwoordige buitengewone omstandigheden bepalingen vast te stellen, die van het dienstplichtvergoedingsbesluit afwijken. In een persconferentie onder de auspiciën van den regeeringspersdienst heeft de heer p W. Oosterhoff, chef van de zevende afd. van het departement van defensie, de minis- teriëele beschikking nader toegelicht. Aan deze beschikking is voorafgegaan contact met de burgemeesters, de vakcentrales en de middenstandsbonden het onderzoek van klachten. In 1920 heeft e ei armg geleid tot een beter uitgewerkt dat minder vrijheid aan de bur- hinrU^a e'u gaf' De tahns gegeven regeling de oude6 r®emees*ers no£ weer meer dan Principes gehandhaafd. De algemeene principes van de oude re geling zijn in de beschikking gehandhaafd, w. een algemeen maximum; de regel, dat e veigoeding niet mag te boven gaan het oedrag der inkomsten, die geacht worden oor het verblijf in werkelijken dienst van en dienstplichtige aan het gezin te wor- en onttrokken en de regel, dat de vergoe- mg evenmin mag overschrijden het be- iag, dat ter aanvulling van de mogelijk nog aanwezige inkomsten noodig wordt ge acht om het gezin in staat te stellen 'te voorzien in de vereischte middelen tot le vensonderhoud. De uitwerking van deze beginse len, d. w. z. de wijze, waarop de bedragen worden berekend vastgesteld, ondergaat echter belangrijke wijziging. Tot nog toe gold een zeer gecompliceer de berekening: voor iedere gemeente wa ren de maatstaven vastgesteld, waarnaar de kosten van levensonderhoud werden be rekend. Een buitenstaander, en in de eer ste plaats een belanghebbende, kan zich in en een De nieuwe regeling zal in twee opzichten gunstig afsteken bij de oude. In de eerste plaats is zij veel eenvoudiger en daardoor gemakke lijker te begrijpen, in de tweede plaats is zij voor belanghebbenden billijker. Men stelle echter zijn verwachtingen niet te hoog: Voor velen zal inderdaad de rege ling der kostwinnersvergoedingen gunsti ger zijn, voor velen zal zij geen verandering brengen, doch voor eenigen zal zij ook ver laging van de vergoeding medebrengen. Nu de mogelijkheid bestaat in sommige geval len het maximum van drie gulden te over schrijden tot vier gulden, mag men hieruit niet concludeeren, dat dit maximum na de laatste verhooging weder zou zijn verhoogd, De oude regeling was zeer ingewikkeld en onduidelijk, daaraan waren waarschijnlijk vele misverstanden toe te schrijven. Men redeneerde wel eens: de minister van defen sie in nu onze kostwinner geworden, en men verwachtte dan een vergoeding, ook als men voor de mobilisatie niets verdiende. Het de partement van defensie is echter geen in stelling van weldadigheid of steunverlee- Ding en de regeling is dan ook alleen in het leven geroepen om de door de defensie veroorzaakte tekorten in de gezinnen aan te vullen. Wanneer een gezin er met volledige ver goeding van het onttrokkene het gederf de, zooals het in de beschikking heet er nog niet kan komen; dan valt dit buiten het terrein van defensie. Bij de kostwinnersver goeding wordt ook geen rekening gehouden met bedrijfsschade. De bedoeling is slechts te voorzien in de noodige middelen tot le vensonderhoud. Ook in de middelen tot het doen van plotselinge groote uitgaven, als verhuizingen, voorziet deze regeling niet. In dat geval zal men andere bronnen moeten aanboren. Dan kan men zich wenden tot .de S.T.A.M.I.L. (Vereeniging tot steun aan mi liciens), het fonds voor bijzondere nooden. het borgstellingfonds, het middenstandscre- diet of het algemeen steuncomité 1939, dat andere organisaties overkoepelt en o.m. ad viezen uitbrengt aan de regeering. Het is niet de bedoeling, dat men zich wendt tot de instellingen van Maatschappelijk Hulpbe toon, daar het altijd het doel van de kost winnersvergoedingen is geweest te blijven buiten de sfeer van de armlastigheid. In de vorige mobilisatiejaren, van 1914 tot 1918, hebben de vergoedingen hèel wat rcoedijkheden veroorzaakt. Toen bestond in iedere provincie een commissie van voorlichting. Thans bestaat, naar de minister reeds in de Tweede Ka toor heeft medegedeeld, aan dergelijke oommissies vooralsnog geen behoefte. Des tijds bestond nog geen regeling als tot nog toe heeft gegolden. Veel werd overgelaten ®an de burgemeesters en de commissies konden verdienstelijk werk verrichten met Billijker regeling. den vervolge gemakkelijk een oordeel vor men over de berekening, zoodat klachten minder zullen voorkomen en spoedig kun nen worden afgehandeld. De nieuwe berekening. De thans te volgen berekening berust op de volgende overwegingen. Men kan althans wat de lage inkomens betreft aannemen, dat het gederfde en het benoodigde ongeveer samenvallen. Daarom kent de minister bij de lage inkomens het gederfde volkomen toe. Wanneer het gederfde niet uitgaat boven drie gulden per dag, dan wordt aangenomen, dat dit het benoodigde is. Normaal wordt als gederfd beschouwd het aan het gezin ont trokkene, verminderd met 20 voor levens onderhoud, van den gemobiliseerde, als dit ten laste van zijn gezin kwam. Daar de steun als regel lager ligt dan het bedrag, dat de gemobiliseerde zou verdienen, indien hij niet werkloos was, is reeds vier jaren geleden door den minister aangenomen, dat het volle steunbedrag zonder aftrek behouden blijft Om onbillijkheden te voorkomen heeft men thans hetzelfde bepaald voor degenen, die een laag loon hebben. Bedragen de gezamen lijke inkomsten meer dan 18 gulden per v/eek, doch minder dan 22,50, dan wordt wel rekening gehouden met den aftrek voor de kosten van levensonderhoud, doch de vergoeding is tenminste een zoodanig be drag, dat dit met de overige inkomsten te zamen 18 gulden maakt. Wanneer het gederfde meer bedraagt dan drie gulden per dag, dan wordt niet het volle bedrag als vergoeding uitgekeerd, doch drie gulden, vermeerderd met de helft van het geen het gederfde meer dan drie gulden bedraagt; als het gederfde meer dan vijf per dag bedraagt, dan wordt de vergoeding be paald op vier gulden per dag. Slechts in zeer bijzondere gevallen kan dit bedrag over schreden worden; dan legt de burgemeester het geval aan den minister ter beslissing voor indien hij de overschrijding noodig oordeelt. Hiertoe worden geacht te behooren de gevallen, waarin de verwanten belang rijke uitgaven moeten doen voor geneeskun dige hulp, verpleging, fondsen, verzekerin gen, hulp in de huishouding enz. In het ge heel geen vergoeding wordt verleend, wan neer van het gezinsinkomen minstens 40 gulden overblijft of wanneer het gederfde minder dan tien cent bedraagt. Herziening. Er staat thans een algeheele herziening van de toegekende ver goedingen te wachten aan de hand van de regelen, in de nieuwe be schikking vastgelegd. Verhooging van de vergoeding zal met terug werkende kracht geschieden met in gang van 1 Sept. van dit jaar, ver laging of intrekking met ingang van 26 November. Deze herziening zal liggen in handen van dezelfde autoriteiten, die de reeds toege- ende vergoeding hebben vastgesteld, t.w. de burgemeesters, de consuls en een apar- ten dienst voor Duitschland. Voor die her ziening is tijd noodig. Vermoedelijk zal zi. vrij snel in haar werk gaan, doch belang hebbende doen goed nog even geduld te oefenen. Dit geduld zal kunnen worden be loond door een klein spaarpotje ten gevol ge van de terugwerkende kracht der verhoo ging. Voor de na den eersten oefeningstijd onder de wapenen blijvenden zal de beslis sing over de herziening liggen in handen van den min. daar hier weer andere vragen dan voor de gemobiliseerden te beantwoor den zijn. Militaire inkomsten. Werd tot nu toe de mobilisatie-toelage van dienstplichtigen, die een onderofficiers- of hoogeren rang bij de landmacht beklee den, als gezinsinkomsten beschouwd, ver minderd met 25 cent, thans behoeft deze toelage niet meer te worden medegerekend. Doch van de militaire jaarwedde van een dergelijken dienstplichtige, vermeerderd met huwelijkstoelage en kindertoelage of verminderd met ongehuwden-aftrek, zal thans 3/4 als gezinsinkomsten worden be schouwd, in tegenstelling met voorheen, toen dit deel 1/3 bedroeg. Het tractement van deze dienstplichtigen is bij mobilisatie gelijk aan dat van beroepsonderofficieren, doch zal dikwijls lager zijn dan hun gewone inkomen. Gesteunden. Ten aanzien van dienstplichtigen, die ten tijde van hun opkomst steun genoten of in een werkverschaf fing geplaatst waren, wordt de kostwinnersvergoeding vastgesteld op het laatst genoten steunbedrag vermeerderd met de geldelijke waarde van daaraan verbonden steun in natura, of op het met laatst genoten loon in de werkverschaf fing. Voor den brandstoffenbijslag wordt van 29 Oct. tot en met 30 Maart 1940 1.25 per week toegekend. Het uitgangspunt is dus de toestand bij de opkomst. Sommige uit zonderingsgevallen kunnen zich echter voordoen, b.v. de gesteunde zou na zijn op komst werk hebben kunnen krijgen. Dit zal dan echter aannemelijk gemaakt moeten worden. In de eerste dagen na de mobilisatie wer den zoovele aanvragen om kostwinnersver goeding ingediend, dat de tijd ontbrak voor nader onderzoek; gebleken is, dat men in negentig procent der gevallen het juiste be drag had toegekend. Voor een niet gering gedeelte is dit te danken aan de waarheids liefde van de belanghebbenden. In vele ge vallen echter is de vergoeding te laag ge weest, daar de aanvrager ten onrechte meen de: hoe armer ik mij houd, hoe meer ik krijg. Dit gaat echter bij de kostwinners vergoeding niet op. Evenmin is het juist, dat men altijd een voldoende vergoeding krijgt als men tijdens de mobilisatie in het huwelijk treedt. Er moet dan blijken, dat de man had kunnen verdienen. Er zijn tal van werkgevers, die een vol doende bedrag op de loonen of de salarissen toeleggen. In die gevallen kan de minister bezwaarlijk vergoeding toekennen. Wel zal een vergoeding worden toegekend, indien door den werkgever een toeslag wordt uit gekeerd. Voor zoover de bepalingen van deze mobi- lisatie-vergoedings-beschikking niet afwij ken van het dienstplicht-vergoedingsbesluit en de dienstplicht-vergoedings-beschikking, blijven de bepalingen van dat besluit en die beschikking van kracht. De Regeeringspersdienst meldt: Bjj beschikking van den minister van defensie van 2 November 1939 zijn regelen vastgesteld betreffende het verleenen van weermachtsindustrieverlof. Dit verlof heeft ten doel bedrijven of instellingen en over eenkomstige werkgevers, die door het on der de wapenen zijn van leden van hun personeel worden belet de hun verstrekte defensie-opdrachten naar behooren udt te voeren. Het weermachtsindustrieverlof wordt alleen verleend aan personeel, dat ten be hoeve van de materieelvoorziening van de weermacht onmisbaar en niet te vervangen is en de eerste oefening gedurende een tijd vak als genoemd in artikel 30 lid 1 van de dienstplichtwet heeft volbracht. Het verlof wordt uitsluitend verleend voor den duur, welke de omstandigheden vereischen. Verzoeken om toekenning van weer machtsindustrieverlof mogen uitsluitend worden ingediend door de directies van bedrijven of instellingen en door overeen komstige werkgevers terzake van opdrach ten ten behoeve van de weermacht. Het weermachtsindustrieverlof is geheel gescheiden van zakenverlof en andere ver loven. Personen, voor wie de werkgevers weer machtsindustrieverlof aanvragen, dienen ter voorkoming van verwarring en het daaruit voortkomende tijdverlies, zelfs geen zakenverlof aan te vragen. De verzoeken voor weermachtsindustrie verlof moeten worden ingediend volgens de door den directeur van het centraal orgaan voor de voorzeining in de behoeften van de weermacht (Lange Houtstraat 19, 's-Gravenhage) te stellen regels, bij wien op schriftelijke aanvrage inlichtingen kun nen worden bekomen. Alleen die verzoeken worden in behan deling genomen, welke op de bovenbe doelde wijze worden ingediend. LEVERING VAN ROGGEMEEL AAN BAKKERS. Voortaan slechts tegen bonnen. Van officieele zijde wordt bekend ge maakt, dat van Maandag 6 November 1939 af het leveren van roggemeel of gebroken rogge aan bakkers, bloemver verkende in dustrieën en roggebroodfabrieken slechts is toegestaan tegen de door den besteller De minister van economische zaken heeft het volgende bepaald: Uit het landbouw-crisisfonds wordt aan hen, die als teler van gewassen van den tuinbo'w zijn aangesloten bij de stichting Neder- landsche groenten- en fruitcen- trale, gevestigd te 's-Gravenhage en op den dag ter uitkeering ge acht kunnen worden hun bedrijf alsnog uit te oefenen, steun ver leend overeenkomstig de bepa lingen van deze beschikking tot een bedrag van ten hoogste 4.250.090.—. en rillerig? Opgepast Griep dreigtl Direct 'n "AKKERTJE'' (tot 4 per dag). Onder de wol. De Griep zet niet doorl NEDERLANDSCHE MODERNE MIDDENSTANDSBOND. Onder leiding van den bondsvoorzitter, H. Neuteboom, werd op 5 November te Den Haag de bondsraadsvergadering van den Nederlandschen Modernen Middenstands bond gehouden. Met genoegen werd kennis genomen van de besprekingen met een delegatie uit de s.d. Kamerfractie, bestaande uit de heeren Stokvis, H. Vos en IJzerman. Ten opzichte van het verstrekken van credieten over de schijf van grossiers, kreeg het hoofdbestuur opdracht het verzoek aan de regeering te doen, om a. alle borgstellingsfondsen op te wekken te handelen als het Amsterdamsche Borg stellingsfonds en per credietbehoevenden kruidenier 100 beschikbaar te stellen; b. in andere branches, waar noodig en mogelijk, de grossiers, importeurs of fabri kanten in staat te stellen de handeldrijvende afnemers een kort crediet te heropenen, mat een minimum, door de regeering te aan vaarden, verliesgarantie; c. over te gaan tot het indienen van een wet, regelende het crediet en de normen van bijstand aan den middenstand. Bij de regeering zal nogmaals worden aan gedrongen om, bij distributie, ook den ver koopprijs vast te stellen. Omtrent het cadeau-stelsel, waar de ver gadering zich in principe tegen uitsprak, werd desondanks besloten tot het nastreven van maatregelen tot beteugeling. Het sociaal-politiek-economisch program, dat mede in overleg met ir. H. Vos was tot stand gekomen, werd goedgekeurd. Dit pro gram zal de basis vormen voor een in 1940 te houden buitengewoon congres. De oude abonnementskaarten van de Nederlandsche Spoorwegen ingang zullen met ingang van 8 No vember door een nieuw model worden vervangen. Bij het oude systeem was het publiek genoodzaakt voor iedere verlenging tel kens voor een nieuw portret te zorgen en een nieuwe aanvraag in te vullen. Door invoering van het nieuwe model kan het abonnement iedere maand verlengd wor den zonder dat voor den hcucer eenige administratieve handeling noodig is. De abonné behoeft thans niets anders te doen in te leveren bonnen, met aangehecht ge leidebiljet, welk biljet dient ter dekking dan de te verlengen kaart aan het loket aan te bieden. De verlenging is werk van van het vervoer naar den besteller en door dezen moet worden bewaard. De bestelbonnen worden telkens voor den geldigheidsduur van één maand ver strekt. Den leveranciers zullen tegen de inleve ring van deze bestelbonnen bij het bureau van den provincialen voedselcommissaris bonnen worden verstrekt, welke recht geven op een hoeveelheid rogge, overeen komende met de op de ingeleverde bestel bonnen vermelde hoeveelheid roggemeel of gebroken rogge. enkele oogenblikken. Deze handeling kan plaats vinden op ieder willekeurig station en reeds vijf dagen voor den einddatum. Deze regeling geldt voorloopig slechts bij verlenging per maand. De nieuwe abonnementskaarten bestaan uit een stamkaart en een verlengingskaart. De stamkaart is een jaar geldig. Als over gangsmaatregel is bepaald, dat aan hen, die zich voor de eerste maal abonneeren, nog tot 7 December een kaart van het oude model zal worden verstrekt. MODELBOERDERIJ TE GEULLE AFGEBRAND. Alleen het vee gered. Gisteravond woedde te Geulle (L.) een felle brand, waarbij de kapitale boeren hoeve de „Geuldertoren", eigendom van de dames Gez. Schoeneveld te Heerlen, tot den grond is afgebrand. Door de eigenaardige ligging van de hoeve aan den grooten rijksweg Beek Maastricht, in de nabijheid van de ge meenten Beek en Geulle, is ter plaatse geen waterleiding aanwezig, zoodat aan blusschen niet te denken viel. Het vuur deelde zich spoedig mede aan de schuur, de stalling en de inventaris van het woon huis en vond gretig voedsel, 't Geheele com plex is totaal uitgebrand, zonder dat er een brandweer aan te pas kwam. Men is er kort na het utibreken van den brand in geslaagd het aanwezige vee uit de stallen in een aangrenzende weide in veiligheid te brengen. Omtrent de oorzaak van dezen brand tast men nog in het duister. Vermoedelijk is er een vonk gewaaid in een hooiberg, die daardoor in brand geraakte. De schade wordt op minstens 20.000 geschat, doch wordt door verzekering gedekt. DISTRIBUTIE VAN SPIRITUS. Blijkens een in de Nederlandsche Staats courant van 6 November gepubliceerde mededeeling, verleent de directeur van de sectie spiritus van het rijksbureau voor chemische producten tot nader order vrij stelling van de verplichting tot opgave hunner voorraden aan die handelaren in en verwerkers van spriritus, aan wie geen formulieren tot opgave zijn toegezonden. NOODLOTTIGE VAL VAN 15 METER HOOGTE. Gistermiddag is in de zwavelzuurstoffa- briek aan den overkant van het IJ te Am sterdam een doodelijk ongeluk gebeurd. Een arbeider, die op een ongeveer vijftien meter hooge stelling stond, verloor bij het lossen van pyriet zijn evenwicht en stortte met het hoofd op den steenen vloer. Hij liep een schedelbasisfractuur op en overleed enkele oogenblikken na het onge luk. Het stoffelijk overschot is naar het Binnengasthuis overgebracht. 64) grootste man maakte een keel-ge- u' „De heele zaak begint me misselijk aia^en- Waarom geven ze niet al die officieren aan het hoofd van politie ge- om er een paar nandige zakenlui voor oe plaats te zettenXzwijg me over!" •.Toch is het maar een gekke brief", zei eerste van het drietal. doël/Üi ze' de tweede. „Ach, ja! Je be- rel m 'n de middagbladen? De ke- °et wel stapel krankjorum zijn!" aarvan ben ik nog niet zoo zeker", zei sekereemde; "Daarvan ben ik nog niet zoo afgpri' d'e d« brief in de middagkranten .M staat, eigenlijk wel echt is!" zijn ?ar ^'e kan *°eh niet anders dan echt drie °U 'k denken", zei de eerste van de Weet ^eemde haalde de schouders op. „Dat ke j°8 200 net niet. Evenals er in el- daan °rdzaak heel wat bekentenissen ge- die J°,rden d°or zwakzinnige menschen. hfogelit onschuldig zijn, zoo zou het best zich v kunnen zijn, dat ook in dit geval «mand voor X wil uitgeven..." „Ik heb meer dan mijn bekomst van X", zei de groote man. „Loop je zoo ver met me op, George? Goeden middag, meneer, en nogmaals bedankt. Hoop weer eens gauw 't genoegen te hebben me met u te mogen meten". De vreemde bleef waar hij was en liet de andere drie vertrekken. Hij keek hen na en een vreemde gloed laaide een oogenblik in zijn oogen op. Hij liep nu langzaam de rookzaal uit, stak de hal van het hotel over en begaf zich naar de lift. Eenige mi nuten later was hij in zijn eigen kamer en draaide de deur van binnen op slot. Hij ging aan een schrijftafel bij het ven ster zitten. Voor hem lag een dik, zwart boek met een knip en een slot. Hij keek uit het venster over de vuilere zijde van de Theems. Terwijl hij daar stond te staren, streelden zijn vingers liefdevol over den gladden band van het zwarte boek. IX. In de rustkamer Van het Beddoes Street Politiebureau zaten drie agenten. Even la ter kwam agent Tait binnen. Zijn houding had vanmiddag niets triomfantelijks en in zijn oogen was geen sprankje overwin- ningsvuur te bekennen. Integendeel! Hij had iets schaapachtigs en beteuterds over zich net een beest, dat onaangename dingen verwacht, doch zich bewust is van zijn gebrek aan lichamelijke of geestelijke vermogens, welke vereischt zijn om zich te kunnen redden. Tait sloot de deur achter zich. De drie keken hem met ontzag aan en sprongen alsof het ingestudeerd was als éen man in de houding. Een nam nu het woord. „Mannen, voor den redder van het Va derland: Hiep, hiep, hiep, hoeraa! En hoe voel je je nu je beroemd bent, held van den dag?" „Hou je kop dicht!" zei Tait en voegde hieraan nog drie andere woorden toe, die hier beter onvermeld kunnen blijven. „Foei, niet ondeugend worden!" vervolg de de woordvoerder. „Een krant had een fijn stukkie over je heldendaad en ik wil wedden, dat de redacteur van dat vod van een kouwe kermis thuis gekomen is! Jam mer, dat ze geen kiekkie van je hadden!" „Man, doe me een plezier en hou je kop dicht!" De arme Tait, die niet zuinig met zijn figuur verlegen was, had een hoofd als een biet. ,,'k Hoorde 'm achter me aangluipe, 'k zag 'm 'n mes in z'n hand hebbe, 'k grijp 'm in z'n lurve en ie zegt dat-ie X is en blijft dat volhouwe! Hoe kan 'k wete, dat dat stuk ongeluk niet is, wat-ie zei, dat-ie was! En benne de ouwe rotte er soms niet net zoo hard ingetippeld, tot de Inspecteur toe? Allemachtig! Hoe kon ik weten, dat 'k met 'n h;'?ve gare te doen had?" X. „Mij is het goed", zei Hector Frensham. „Probeer het maar eens. Het is het krank zinnigste idee, dat ik ooit gehoord heb, en jij bent een zeldzaam rare snijboon, maar probeer je geluk, mijn zegen heb je!" De heer Revel en sir Christopher Vayle verlieten samen Scotland Yard en reden in de Brillon-Meyer weg. Tien minuten later stapten zij de cocktailbar van Stagg's Club binnen. „De ouwe heer heeft gelijk", zei Chris topher Vayle. „Je bent een zeldzaam rare snijboon!" „Foei, meneer!" „Toch ben je het en je plan is krank zinnig!" „We hebben ook met een krankzinnigen man te maken!" „Dat weet ik", zei Christopher Vayle, „en ik wil ook heelemaal niet beweren, dat het niet «M kunnen lukken. Enfin, of er wat van terecht komt, of niet, ie doet er in ieder geval goed werk mee". De heer Revel haalde zijn wenkbrauwen op. „Hoezoo „Je hebt den armen ouden Frensham weer een peetje opgekikkerd. Hij heeft ca paciteiten genoeg, dat weet ik, maar ik had nooit kunnen denken, dat ik hem nog eens op een dag als vandaag, waarop hij over een paar uurtjes zijn congé krijgt en ge dwongen wordt voortaan toe te zien hoe door soldaten zijn werk in het honderd ge stuurd wordt nee, dat ik hem onder dergelijke omstandigheden nog eens een weddenschap zou zien aangaan met zoo'n vreemden snuiter als jij bent, had ik nooit gedacht!" De heer Revel zette zijn leege glas neer. „Wel, waarom zou je ook niet een gokje wagen?" zei hy.. „Ik zet duizend tegen der tigduizend pond van jou!" „Meen je dat werkelijk? „Top?" „Verdraaid, dat doe ik! Top!" riep Chris topher Vayle uit. De heer Revel noteerde ook deze wed denschap in zijn aanteekenboekje. Christopher Vayle keek hem bevreemd aan. „Waarom wil je toch eigenlijk geen hulp bij dit karweitje hebben?" De heer Revel haalde de schouders op. „Daardoor kan ik hoogere tegeninzetten bedingen en ik wil mijn kansen in geen geval door een stelletje militaire hosklos- sers in de war laten sturen". Hij keek nu zijn metgezel recht in het gezicht. „Je vindt het toch niet erg?" „Erg? Kom nou!" zei Christopher Vayle. HOOFDSTUK XXIII. Uittreksel van een dagboek. 11 Aug. Die ellendige brief! Wie is dat zwijn, die hem geschreven heeft? Als ik het wist zou ik hem vermoorden! Ik heb nooit gedacht, dat ik behalve hen, ooit iemand zou willen vermoorden. Maar als ik ooit te weten kom wie die idioot is, zal ik hem niet gewoon afmaken kronkelen van de pijn zal hij voor ik hem den dood injaag! Natuurlijk, de kerel moet wel gek zijn stapel-sta pel-stapelgek! Maar daarom ben ik toch niet minder razend op hem. Ik neem aan, dat dit niet mooi van me is. Ieder normaal mensch behoort medelij den te hebben met een armen, krankzinni gen dwaas, die niet verantwoordelijk voor zijn daden is. In het algemeen ben ik dan ook met krankzinnigen begaan, maar dezen kan ik niet anders dan haten! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 5