Gunstige voorraadpositie van ons land. Minister v. Kleffens over de zelfstandigheids- politiek van ons land. Economische gevolgen van het conflict op bevredigende wijze opgevangen. Geen gedwongen afslachting van den veestapel. Teveel paarden en auto's gevorderd Aflossing der oudste lichtingen gewenscht. PARLEMENT Volkenbondslidmaatschap blijft gehandhaafd. EEN UITSTEKEND DEBUUT. TWEEDE BLAD. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de begrooting van het Landbouw-Crisisfonds voor 1940 ontleenen wij het volgende: Handel, Nijverheid, Scheepvaart, Land bouw en Visscherij zijn zoo innig met elkaar verweven, dat afzonderlijke behartiging on juist en schadelijk zou zyn. Het vraagstuk van de noodzaak om onder de huidige omstandigheden naar verdere zelfvoorziening van ons land te streven, zoowel op agrarisch als op industrieel ge bied, heeft de volle aandacht der regee ring. De getroffen voorbereidingen waren over het algemeen in een zoodanig stadium, dat de economische gevolgen van het uitbreken van het internationale conflict op bevredi gende wijze konden worden opgevangen. Zoo lang Europa in oorlogstoe stand is moet men echter er zich op instellen, dat de werking van ons economisch mechanisme ernstige haperingen zal vertoonen. Thans kan nog geenszins verklaard wor den, dat het ernstigste reeds achter den rug is, integendeel, bet is niet uitgesloten, dat ons nieuwe, veel grootere beproevingen te wachten staan. Wat in het bijzonder de maatre gelen met betrekking tot de voor- raadvorming van verschillende arti kelen betreft, kan de minister ver klaren, dat op dit terrein zeer veel was verricht, zoodat Nederland met een in het algemeen gunstige voor raadpositie de maand September is ingegaan. Het was niet anders dan een eisch van wijs beleid, dat van deze voorraden geen uitverkoop wordt gehouden in de eerste maanden van den oorlog, doch dat men bij het ter beschikking stellen rekening houdt met de vooruitzichten ten aanzien van den aanvoer in de naaste toekomst. Doordat de regeering doeltreffende maatregelen heeft genomen om de voedselvoorzieningen van den mensch in de naaste toekomst te waar borgen, is tegelijkertijd de voorziening met dierlijk voedsel uit eigen bodem voor dit tijdvak beter mogelijk geworden. De minister is volledig doordrongen van de noodzaak, dat in- en uitvoer niettegenstaan de den oorlogstoestand zooveel mogelijk moeten worden gehandhaafd en hy zal met alle ter beschikking staande middelen stre ven naar bevordering van den buitenland- schen handel. In tegenstelling tot den toestand in 1914 beschikt thans de regeering over de wette lijke bevoegdheden, alsmede over het appa raat, noodig om de uitvoering van de noo- dige maatregelen op het stuk van den inter nationalen handel zelve ter hand te nemen. Slechts in enkele gevallen zal de overheid zelve als importeur optreden. Dit zal bij voorbeeld het geval zijn, indien de regee ring overgaat tot aankoop van goederen, die hier te lande onder de distributie val len. Overigens zal uiteraard het particuliere invoerapparaat met zijn relaties in stand worden gehouden. Het is voor den minister een dagelijksche zorg om de grondstoffen- en halffabrikaten- voorziening van de industrie zoo goed moge lijk te doen functionneeren. Het zal daar naast noodig zijn te zoeken naar geschikte vervangingsproducten, waarbij o.a. gedacht moet worden aan de mogelijkheid van ver werking van afvalstoffen. In de vervaardi ging van vervangingsproducten schuilt o.a. een niet te onderschatten mogelijkheid van verdere industrialisatie. Met nadruk wil de minister vastleggen, dat hij, op grond van de tegenwoordige om standigheden en toestanden, niet tot het ge ven van scheurpremies voor het scheuren van weilanden zal overgaan. De huidige veevoederpositie maakt het vooralsnog niet noodza kelijk maatregelen te treffen, die tot een gedwongen afslachting van den Nederlandschen veestapel lei den. Omtrent de financiering van de uitgaven der Rijksbureaux zullen nadere regelen moeten worden vastgesteld. De vraag of het inderdaad nood zakelijk zal zijn tot distributie van benzine over te gaan, zal over eeni- gen tyd worden overwogen aan de hand van de situatie, zooals deze dan zal zijn. Inmiddels wordt met volle kracht ge werkt aan de voorbereiding van een distri butieregeling van dit artikel, waaraan om vangrijke werkzaamheden zijn verbonden. Zoodra de noodzaak van een feitelijke dis tributie van benzine blijkt, zal de minister haar terstond instellen. De voorloopige regel van een verbod van autorijden op Zondag zal dan kunnen vervallen. Hooger lasten, minder inkomsten. Het moge zijn, dat de ontwerp-begrooting van het Landbouw-Crisisfonds voor het dienstjaar 1940 een vrij hoog saldo aangeeft, sinds de indiening van dit ontwerp is al wel reeds duidelijk komen vast te staan, dat de financiering der landbouw-crisismaatre- gelen reeds in de naaste toekomst groote moeilijkheden zal bieden. De minister wijst op twee punten. Door de recente prijsver- hooging ten behoeve van den akkerbouw en de veehouderij zijn de uitgaven van dit fonds uiteraard belangrijk toegenomen. Te vens moet ermede rekening worden ge houden, dat bedrijfstakken, die tot dusverre geen of slechts geringen financieelen steun behoefden, zooals b.v. de bloembollenteelt en de boomkweekery, in de naaste toekomst eveneens financieelen bijstand zullen behoe ven. Tegenover deze belangrijke vergroo ting der lasten van het fonds, staan, naar zich thans laat zien, geen evenredige in komstenbronnen van het fonds. De graan rechten brengen tengevolge van de gerin gere aanvoeren en de stijging der graanprij zen reeds aanmerkelijk minder op. Het is zeker niet ondenkbaar, dat by ver dere styging der buitenlandsche graanprij zen deze inkomsten geheel zullen komen te vervallen. Ook wat de margarine en de vet- heffingen betreft, zal zich mogelijk de nood zaak kunnen voordoen om in verband met een sterke stijging der grondstoffenprijzen tot verlaging der heffingen over te gaan. Ook hierbij moet dus mogelijk met een vermindering van de inkomsten rekening worden gehouden. De minister overweegt op welke wijze aan deze moeilijkheden zal kunnen worden tegemoet gekomen. Aan de moeilijkheden in het bloembollenvak en de boomkwee kery heeft de minister reeds zijn aandacht gewijd. Hij heeft den re- geeringscommissaris voor de groen ten-, fruit- en sierteelt opgedragen met deze bedrijven in overleg te treden ten einde tot het opstellen van een doeltreffend steunplan in overeenstemming met de beschik bare middelen te geraken. Ordening gewenscht. Het standpunt der regeering ten aanzien van de ordening van het be drijfsleven is in beginsel door de veranderde tijdsomstandigheden niet gewijzigd. Ook thans nog acht zy een zoodanige ordening ge wenscht. Wat de ordening in den landbouw betreft deelt de minister mede, dat het in zijn voor nemen ligt de behandeling van het wets ontwerp inzake de bedrijfsregeling in den landbouw voort te zetten. Hy geeft er ech ter de voorkeur aan de overneming der landbouwcrisismaatregelen door de be- drijfsgenooten voorloopig op te schorten. Wederkeerigheid in behandeling ten op zichte van Duitsche financieele vorderingen op Nederland zou vereiscben de invoering van een algeheele deviezenreglementeering in Nederland. Zooals de regeering reeds vroeger heeft verklaard, zou een dergelijk regiem voor Nederland slechts als ultimatum remedium verantwoord zijn. Het. onderhavige belang zou naar de meening van den minister stel lig een zoo veel omvattende maatregel niet kunnen wettigen. De regeering bereidt ten aanzien van de groenten-, fruit- en sierteelt maatregelen voor, die een teeltverschuiving in de rich ting der voedselvoorziening beoogen. Vanzelfsprekend zal daarmede de noodige voorzichtigheid moeten worden betracht, opdat de werkgelegenheid in dit soort be drijven zooveel mogelijk bewaard wordt en de structuur der bedrijven zoo min moge lijk wordt gewijzigd. Voor een tekort aan groenten en fruit in eigen land behoeft zeker geen vrees te bestaan. Tot nog toe is er een groot surplus geweest en ook in een verre toekomst kan nog met een surplus worden gerekend. Juist voor dit surplus moet de uit voer 'n weg vinden. Het is niet uit gesloten, dat er door den oorlogs toestand in het buitenland naar sommige dezer producten een groo tere vraag zal ontstaan. Dat zoowel de zeevisschery als de zoet- watervisscherij in groote moeilijkheden verkeeren, moet de minister tot zijn leed wezen beamen. In het bijzonder op de uitoefening der zeevisschery heeft het intreden van den oor logstoestand ontwrichtend gewerkt. Een samenstel van maatregelen heeft ertoe ge leid, dat inmiddels de haringvisscherü en Aan het Voorloopig Verslag over de de- fensiebegrooting voor 1940 ontleenen wij: Getuigd werd van de waardeering voor de persoonlijke offers, gebracht door hen, die voor de handhaving van deze onzijdigheid uit arbeid en gezin zijn weggeroepen. Alge meen stemde men in met het beleid van den minister, leger en vloot zyn op het juiste oogenblik rustig en snel gemobiliseerd. Algemeen erkende men, dat niets mag worden verzuimd om het vredeswerk te bevorderen. Verscheidene leden vroegen, of onze grenzen, de kust en de verschillende verdedigingslinies voldoende zijn versterkt. Versohillende leden drongen wederom aan op inwilliging van de wenschen van oud- marinewerklieden, mobilisatieslachtoffers, gepasporteerde marinemannen en militaire weduwen. De n(Joden van deze kleine groe pen nemen toe, naarmate de kosten van het levenonderhoud stijgen. Verscheidene leden wenschten een commissie om na te gaan, in hoeverre de verlangens van deze groepen gerechtvaardigd zijn en welke voorzienin gen getroffen moeten worden. Vele leden vestigden er de aandacht op, dat van vele gemobiliseerden de bedrijven na hun terugkeer in de burgermaatschappij zoozeer zullen zyn verloopen, dat zy daar in geen bestaan meer kunnen vinden. Men achtte het noodzakelijk, dat tijdig maatrege len getroffen worden om dezen personen te hulp te komen. trawlervisschery gedeeltelijk konden wor den hervat. Hoewel de minister geen maatregelen overweegt de verstrekking van visschery- materiaal ter hand te nemen, ligt het wel ip. de bedoeling aan de zoetwatervisschers zoo noodig geldelyken steun te verleenen, waardoor zij in de gelegenheid zullen zyn, zelf de voor de voortzetting van hun bedrijf benoodigde materialen aan te koopen. (Van onzen parlementairen medewerker). Ruim twee maanden duurt de oorlog bui ten onze grenzen en talrijk zijn de maat regelen geweest, welke de regeering met het oog op de bijzondere positie van ons land tusschen de oorlogvoerenden en den toevoer van voedsel voor mensch en dier en de be voorrading in het algemeen heeft moeten nemen. We hebben dus menig debat, waarin het woord oorlog of oorlogsgevaar zijn ge vallen, bijgewoond, maar in nog geen ver gadering heerschte die eigenaardige sfeer van gespannenheid, van afwachting en tege lijk van onderlinge verbondenheid als gistermiddag, toen de minister van buiten landsche zaken, de heer van Kleffens, ant woordde op de vele redevoeringen over het buitenlandsche beleid der regeering in deze buitengewoon moeilijke tijdsomstandigheden. Niet, dat men redenen had om aan te nemen, dat de minister eenige bijzondere of sensa- tioneele mededeeling zou doen. Het was meer de afwachting en benieuwdheid naar de wijze waarop de nieuwe bewindsman op een zeer verantwoordelijke post, die een man van karakter, een persoonlijkheid vereischt, zijn persoon aan de volksvertegenwoordi ging zou openbaren. De roep van groote be kwaamheid was van den vroegeren chef van de afdeeling diplomatieke zaken van het departement reeds uitgegaan, maar voor het ministersambt en de uitoefening daarvan in een tijd als dezen, en in het bijzonder wat het contact met de Kamer betreft, zijn nog andere hoedanigheden noodig. „Feeling" is onmisbaar; een minister van buitenlandsche zaken kan een goed diplomaat zijn, maar er toch niet in slagen de juiste sfeer te scheppen in het overleg met de volksvertegenwoordi ging. Het eerste optreden kan daarvoor be slissend zijn. Zijn er bij het eerste contact met de Kamer wat haken en oogen, valt er een wat minder juiste uitdrukking, waardoor zij zich in haar positie aangetast voelt; is de bejegening vanachter de regeeringstafel wat uit de hoogte, wat koel en slaagt de be windsman er bovendien niet in, den indruk te vestigen van volkomen van de zaken op de hoogte zijn hetgeen een zekere detail kennis medebrengt dan behoeft het nie mand te verwonderen, dat het verkeer voortaan stroef is. Een goed debuut. Welnu, minister van Kleffens heeft gister middag ineens de Kamer voor zich ingeno men. Aan zijn houding, aan zijn wijze van spreken ontbrak nu letterlijk elk vertoon. Rustig, bijna styd staat zijn lange, schrale diplomatenfiguur achter de tafel; hij ge baart zoo goed als niet. Maar het is de ma nier waarop hij de dingen zegt, heel eenvou dig, zonder omhaal van woorden; helder en scherp geformuleerd. Alles heel nuchter, maar dan opeens geeft hij een zin een haast studentikooze wending, gaat hij over tot een lichte ironie, die vroolijkheid in de Kamer verwekt. En zijn gezicht blijft in de plooi en ternauwernood van zijn papieren afgewend Met groote beslistheid, maar toch ook al weer bijna zonder zijn stem te verheffen, zette hij de grieven der regeering tegen de oorlogvoerende mogendheden uiteen en wees hy elke poging af om de beproefde zelfstandigheidspolitiek van Neder land in twyfel te trekken, zooals dat in de buitenlandsch^pers en, helaas, ook in sommige hiep te lande ver- schijnende hladen vgel eens gebeurt. De minister eindigde -f»yn rede met een aanhaling van eenige woorden van koning Willem III, die in zyn troonrede van 1866 zeide: „Naast God behoort ons zelfstandig volksbestaan in dezen ernstigen tyd in zich zelf zijn hechten steun te zoeken". Een luid en langdurig applaus der Kamer, geboeid door 's ministers knappe rede, was het antwoord daarop. We hebben het in tij den niet zoo beleefd. Aan repliek had nie- man behoefte meer; ja, toch wel: de heer Bongaerts (r.k), die blijkbaar nog iets tegen ds. Zandt wilde opmerken, maar hy keerde, toen de Kamer „neen, neen" begon te roe pen, schielijk op zijn schreden terug, zoodat de diepe indruk van de ministerieele rede niet werd verstoord. En zoo was het goed. Vele leden kwamen, toen de begrooting daarna z. h. st. was goedgekeurd, den minis ter de hand drukkenI De sprekers. Het heeft weinig zin om veel te vertellen van de redevoeringen, welke aan zyn rede vooraf gingen. Evenals den vorigen dag be wogen zü zich hoofdzakelijk om de moei lijke positie van ons land tegenover de bel- ligerenten, die onze scheepvaart door de blokkade zeer bemoeilijken en onze grond- stoffenvoorziening in gevaar brengen, kort om de zaken die ir het Oranjeboek zijn be handeld en het vredes-initiatief van de koningin en koning Leopold, waarvoor ook nu weer groote waardeefing- werd geuit De heer Wijnkoop (c.p.n.) zeide, dat de communisten elke poging om tot een werke- 1 ij ken vrede te komen zullen aangrijpen. Dus: geen München en gëen Versailles. De heëren Rost van Tonningen (n.s.b.) en Zandt (s.g.) deden opnieuw een aanval op den Volkenbond, terwijl de n.s.b.-afgevaef- digde represailles tegen de Erigelsche maat regelen wenschte, bijv. door geen kinine of aardolieproducten meer te leveren. Mr. Donker (s.d.a.p.) informeerde naar den stand van zaken betreffende de haven onderhandelingen met België. De heer Serrarens (r.k.) bekommerde zich vooral ook om deze reden om de instand houding van den Volkenbond, dat de orga nisatie van het Int rnatiónaal Arbeidsbureau en het Völkenbondswerk op hygiënisch en sociaal gebied niet meer kunnen woredn ge mist. De heeren Smeenk (a.r.) en Joekes (v.d.) bespraken in algemeenen zin de stappen der regeering, waarvan in 't Oranje- boek sprake is en kwamen eveneens voor de handhaving van den Volkenbond op, zij 't ook dat hij grondige veranderingen moet ondergaan, wil hij werkelijk een gezagheb bend instituut voor de organisatie van den internationalen vrede worden. Ds. Zandt maakte zich ook nog druk over eenige op merkingen in het voorloopig verslag, waar uit men den wensch van herstel van het ge zantschap bij den paus zou kunnen aflei den; hij was daar natuurlijk fel tegen. Nadat de heer van Houten (c.d.u.) ten slotte als zijn zienswijze had aangegeven, dat de verhoudingen der naties niet langer door het egoïsme moeten worden beheerscht en dat die geest ook den Volkenbond moet doordringen, kwam minister van Kleffens aan het woord. De rede van minister van Kleffens. Hij begon met een woord van dank voor het vertrouwen, dat de Kamer in hem had gesteld. Het verheugde hem dat de betrek kingen met België zeer hartelijk zijn; daar uit kan iets zeer goeds voortvloeien, o.a. op het gebied van het verkeer, te land en te water. De gemengde commissie inzake de haventarieven heeft een gemeenschappelijke basis gevonden en zet haar taak voort; de regeeringen hebben nog niet haar stand punt bepaald. X y '°nd. doch 6H UI,, dn Sommige auto's en Paarden n gevorderde aut<y!\gevor<le en nacht in de staan Bui, kele maanden zoo2g tenaal waardeloos vduurt> is met onderdak gebtStt*? vroegere eigenaren'"JJ weermacht, van de dLnV0*» m rtat van de s^atldt oudste dienstplichtigen ners het hoogst is De of het mogelijk is, de zuken* SSï omgeving van hun mer>scheW OP hun aak kunnw ha .i een lagere kostwinnersvero JPWfc* nen worden volstaan Soedlng if Men zou het zeer de minister nauwkeurig in welke gevallen bcdrbflS goed, hoe het beroep?**^ *5 J taling geschiedt en hoe «li ken, dat vorderingen door meer H personen geschieden. Vele leden hoopten dat spoedig haar houding zal bepakt zien van de vraag, „et welft verdere versterking van de IndX zal moeten geschieden. he Gevraagd werd, welke maat™, i genomen om de vracht-'en «SSu pen te voorzien van paravanw t Sche" voldoende hoeveelheid van deze schermingsmiddelen tegen het bê' vaar aanwezig. mtoenge, De boternoteerinr - n. teering voor Nederlandsche boteS!?* vastgesteld op 80 cent per kg. (ony^^ Minister Van Kleffens Vervolgens wees de minister op de gewel dige verschuivingen, die zich in de laatste jaren in Europa hebben voorgegaan, tenge volge waarvan van de regeling van Versail les niets is overgebleven. Er is behoefte aan een nieuw systeem ter regeling van de za ken in ons werelddeel. Ons land zal slechts een bescheiden rol kunnen vervullen in deze omstandigheden, maar we zullen gaarne het prestige dat we genieten, met medewerking van anderen aanwenden om de grootste el lénde te voorkomen; voorzichtigheid en voortvarendheid kunnen daarbij samengaan. De aanbieding van goede diensten. De herhaalde aanbieding van goede dien sten door H. M. de koningin en Z. M. ko ning Leopold is geheel onder de verant woordelijkheid van den minister geschied. Andere onderwerpen dan het aan bieden van goede diensten zyn niet behandeld. Van geheimzinnigheid is geen sprake. Geen enkele invloed van buiten is aan het voorstel debet geweest. Het was geen manoeuvre zooals in het buitenland is beweerd. De minister maakte vervolgens ge wag van de warme instemming van de staatshoofden der Scandinavische landen, waarna hij de hoop uitsprak dat de poging mocht slagen, in het belang van de geheele wereld. Naar aanleiding van een opmerking van den heer van der Goes van Naters (s.d.) ant woordde de minister dat er geen sprake van is geweest de Poolsche regeering te negee- ren; men heeft zich beperkt tot de strij dende partijen. Sprekend over den inhoud van het Oranjeboek, wees hij erop, dat Nederland aan zijn aloude beginselen getrouw is geble ven; de regeering aanvaardt de onredelijke uitbreiding van het begrip contrabande niet. Naast de principieele vertoogen staan tal- looze pogingen ten behoeve van personen en zaken, die in menig geval tot gunstig resul taat hebben geleid. Met Engeland viel, om dat de kwesties veelal de zeevaart betrof fen, veel te behandelen. Nederland kan, naar het woord van Thorbecke, een bemiddelende rol spelen tusschen het continent en Enge land; de minister bracht hier den heer Rost van Tonningen het woord van den beroem den liberalen staatsman in herinnering, als het ware om te later zien, dat de bemidde lende rol, welke de n.s.b. zichzelf heeft toe bedacht, geen uitvindsel van haar is. Ontkend kan niet worden, dat En geland het recht van onderzoek der neutrale schepen heeft, evenals elk ander oorlogvoerend land, maar wy wenschen geen verlengstuk van een Bntsche maatregelen tegen Duitsch- land te zyn, evenmin als omgekeerd De voorstelling dat wij hand- en spandiensten verrichten aan w land is absoluut onjuist. Van belligerenten is slechts éénmaal protest ontvangen, doch dit is onhoudbaar gebleken. De liggelden in de EngelS havens kunnen voor het prijzengerècht te. ruggevorderd worden; de regeering helpt hier wat zij kan. Wat de Volkenbond betreft wenscht de regeering geen oude schoenen weg te gooi, en voordat zy nieuwe heeft. De interna, tionale samenwerking moet blijven be. staan; realiteitsbesef moet daarbij richt, snoer zijn. Het lidmaatschap van den Vol, kenbond is volkomen vereenigbaar met onze neutraliteit. Over den Volkenbond sprekend, maakte de minister tegelijk van de gelegenheid gebruik, mede te deelen, dat, tengevolge van de nieuwe ramingsct'. fers door de controlecommissie (waafv» dr. Oolijn onlangs deel uitmaakte) -bpje> steld, onze bijdrage voor 1940 met 45.600 kan worden verminderd welke wijziging de bewindsman op de begrooting aan, bracht. De heer Rost van Tonningen had er den minister een verwijt van gemaakt, dat hj niet aan Frankrijk een neutraliteitsverkla* ring had gevraagd. Dit was geheel overbo* dig, aangezien Frankrijk aan België zoo'a verklaring had gegeven. Lof voor de pew. De minister dankte de Neder landsche pers voor haar houding in de afgeloopen weken en bracht hulde voor het begrip, waarmede zy haar werk verricht. Klachten zijn dan ook nagenoeg niet uit het buitenland gekomen. De heer Zandt, zoo zeide de minister heeft met een zekere hartstocht over het gezantschap by den paus gesproken, m»« een voorstel dienaangaande is heeelm niet aan de orde. Vroolijkheid in e en de heer Zandt kon blijven zi"enl De regeering wenscht geen politie dryvigheid van vreemdelingen in on la cn agitatie door pamfletten van pSuifrwitie m be was niet te voorzien, dat ip, ee" komst ven de Duitsche kolom* Nj» 8c„«,,DuüScherM»red,,b»fi over i uv aan* 'a— betreft, deze vindt in d® teitspolitiek haar m,a"lf®f Neder- voelen ons zelfstandig land, lijn zijn zelfster vervult een rend. vervult een - de functie. Niemand zelf. neiging voélen opkofte standigheid aan te mg{ êe„ Nederland is een eige haV[ng. eigen aard en een eigen em zêlf «n Het bescnouwt de vry hQogste geW£ zaken te regelen als he rfe gesehie- Geen land, dat in den loopj denis Nederland heeft aan«evj gegaan. Wil begeeren ^eldoorlog jf grondgebied. Na den icdsUitbreidirt« we verontwaardigdI f» dê hand F* d, graafschap de peroratie met dc aanhvan „,e„ gncitaardn ««X Ito- V»B wetson na nog renus= naaeen» - gw». 0.3. de bijdrage in (d« de nationale film over de v,s moet met 30.000 gjj een mtfjjj»ond« men; de regeering^ 0„teigen^ 50.000 toef loting van de Goudren de hegro verda# kerij voor 1940. Dinsdag De Vergi begrooting van f wanneer de begro fl]s ne Zaken aan deiord loop is verschenen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6