Gunstige voorraadpositie van ons land.
Minister v. Kleffens over de zelfstandigheids-
politiek van ons land.
Economische gevolgen van het conflict op
bevredigende wijze opgevangen.
Geen gedwongen afslachting
van den veestapel.
Teveel paarden en auto's
gevorderd
Aflossing der oudste lichtingen
gewenscht.
PARLEMENT
Volkenbondslidmaatschap blijft
gehandhaafd.
EEN UITSTEKEND
DEBUUT.
TWEEDE BLAD.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer betreffende de begrooting
van het Landbouw-Crisisfonds voor 1940
ontleenen wij het volgende:
Handel, Nijverheid, Scheepvaart, Land
bouw en Visscherij zijn zoo innig met elkaar
verweven, dat afzonderlijke behartiging on
juist en schadelijk zou zyn.
Het vraagstuk van de noodzaak om onder
de huidige omstandigheden naar verdere
zelfvoorziening van ons land te streven,
zoowel op agrarisch als op industrieel ge
bied, heeft de volle aandacht der regee
ring.
De getroffen voorbereidingen waren over
het algemeen in een zoodanig stadium, dat
de economische gevolgen van het uitbreken
van het internationale conflict op bevredi
gende wijze konden worden opgevangen.
Zoo lang Europa in oorlogstoe
stand is moet men echter er zich op
instellen, dat de werking van ons
economisch mechanisme ernstige
haperingen zal vertoonen. Thans
kan nog geenszins verklaard wor
den, dat het ernstigste reeds achter
den rug is, integendeel, bet is niet
uitgesloten, dat ons nieuwe, veel
grootere beproevingen te wachten
staan.
Wat in het bijzonder de maatre
gelen met betrekking tot de voor-
raadvorming van verschillende arti
kelen betreft, kan de minister ver
klaren, dat op dit terrein zeer veel
was verricht, zoodat Nederland met
een in het algemeen gunstige voor
raadpositie de maand September is
ingegaan.
Het was niet anders dan een eisch van
wijs beleid, dat van deze voorraden geen
uitverkoop wordt gehouden in de eerste
maanden van den oorlog, doch dat men bij
het ter beschikking stellen rekening houdt
met de vooruitzichten ten aanzien van den
aanvoer in de naaste toekomst. Doordat de
regeering doeltreffende maatregelen heeft
genomen om de voedselvoorzieningen van
den mensch in de naaste toekomst te waar
borgen, is tegelijkertijd de voorziening met
dierlijk voedsel uit eigen bodem voor dit
tijdvak beter mogelijk geworden.
De minister is volledig doordrongen van de
noodzaak, dat in- en uitvoer niettegenstaan
de den oorlogstoestand zooveel mogelijk
moeten worden gehandhaafd en hy zal met
alle ter beschikking staande middelen stre
ven naar bevordering van den buitenland-
schen handel.
In tegenstelling tot den toestand in 1914
beschikt thans de regeering over de wette
lijke bevoegdheden, alsmede over het appa
raat, noodig om de uitvoering van de noo-
dige maatregelen op het stuk van den inter
nationalen handel zelve ter hand te nemen.
Slechts in enkele gevallen zal de overheid
zelve als importeur optreden. Dit zal bij
voorbeeld het geval zijn, indien de regee
ring overgaat tot aankoop van goederen,
die hier te lande onder de distributie val
len. Overigens zal uiteraard het particuliere
invoerapparaat met zijn relaties in stand
worden gehouden.
Het is voor den minister een dagelijksche
zorg om de grondstoffen- en halffabrikaten-
voorziening van de industrie zoo goed moge
lijk te doen functionneeren. Het zal daar
naast noodig zijn te zoeken naar geschikte
vervangingsproducten, waarbij o.a. gedacht
moet worden aan de mogelijkheid van ver
werking van afvalstoffen. In de vervaardi
ging van vervangingsproducten schuilt o.a.
een niet te onderschatten mogelijkheid van
verdere industrialisatie.
Met nadruk wil de minister vastleggen,
dat hij, op grond van de tegenwoordige om
standigheden en toestanden, niet tot het ge
ven van scheurpremies voor het scheuren
van weilanden zal overgaan.
De huidige veevoederpositie
maakt het vooralsnog niet noodza
kelijk maatregelen te treffen, die
tot een gedwongen afslachting van
den Nederlandschen veestapel lei
den.
Omtrent de financiering van de uitgaven
der Rijksbureaux zullen nadere regelen
moeten worden vastgesteld.
De vraag of het inderdaad nood
zakelijk zal zijn tot distributie van
benzine over te gaan, zal over eeni-
gen tyd worden overwogen aan de
hand van de situatie, zooals deze
dan zal zijn.
Inmiddels wordt met volle kracht ge
werkt aan de voorbereiding van een distri
butieregeling van dit artikel, waaraan om
vangrijke werkzaamheden zijn verbonden.
Zoodra de noodzaak van een feitelijke dis
tributie van benzine blijkt, zal de minister
haar terstond instellen. De voorloopige
regel van een verbod van autorijden op
Zondag zal dan kunnen vervallen.
Hooger lasten, minder inkomsten.
Het moge zijn, dat de ontwerp-begrooting
van het Landbouw-Crisisfonds voor het
dienstjaar 1940 een vrij hoog saldo aangeeft,
sinds de indiening van dit ontwerp is al
wel reeds duidelijk komen vast te staan, dat
de financiering der landbouw-crisismaatre-
gelen reeds in de naaste toekomst groote
moeilijkheden zal bieden. De minister wijst
op twee punten. Door de recente prijsver-
hooging ten behoeve van den akkerbouw en
de veehouderij zijn de uitgaven van dit
fonds uiteraard belangrijk toegenomen. Te
vens moet ermede rekening worden ge
houden, dat bedrijfstakken, die tot dusverre
geen of slechts geringen financieelen steun
behoefden, zooals b.v. de bloembollenteelt
en de boomkweekery, in de naaste toekomst
eveneens financieelen bijstand zullen behoe
ven. Tegenover deze belangrijke vergroo
ting der lasten van het fonds, staan, naar
zich thans laat zien, geen evenredige in
komstenbronnen van het fonds. De graan
rechten brengen tengevolge van de gerin
gere aanvoeren en de stijging der graanprij
zen reeds aanmerkelijk minder op.
Het is zeker niet ondenkbaar, dat by ver
dere styging der buitenlandsche graanprij
zen deze inkomsten geheel zullen komen te
vervallen. Ook wat de margarine en de vet-
heffingen betreft, zal zich mogelijk de nood
zaak kunnen voordoen om in verband met
een sterke stijging der grondstoffenprijzen
tot verlaging der heffingen over te gaan.
Ook hierbij moet dus mogelijk met een
vermindering van de inkomsten rekening
worden gehouden. De minister overweegt
op welke wijze aan deze moeilijkheden zal
kunnen worden tegemoet gekomen.
Aan de moeilijkheden in het
bloembollenvak en de boomkwee
kery heeft de minister reeds zijn
aandacht gewijd. Hij heeft den re-
geeringscommissaris voor de groen
ten-, fruit- en sierteelt opgedragen
met deze bedrijven in overleg te
treden ten einde tot het opstellen
van een doeltreffend steunplan in
overeenstemming met de beschik
bare middelen te geraken.
Ordening gewenscht.
Het standpunt der regeering ten
aanzien van de ordening van het be
drijfsleven is in beginsel door de
veranderde tijdsomstandigheden
niet gewijzigd. Ook thans nog acht
zy een zoodanige ordening ge
wenscht.
Wat de ordening in den landbouw betreft
deelt de minister mede, dat het in zijn voor
nemen ligt de behandeling van het wets
ontwerp inzake de bedrijfsregeling in den
landbouw voort te zetten. Hy geeft er ech
ter de voorkeur aan de overneming der
landbouwcrisismaatregelen door de be-
drijfsgenooten voorloopig op te schorten.
Wederkeerigheid in behandeling ten op
zichte van Duitsche financieele vorderingen
op Nederland zou vereiscben de invoering
van een algeheele deviezenreglementeering
in Nederland.
Zooals de regeering reeds vroeger heeft
verklaard, zou een dergelijk regiem voor
Nederland slechts als ultimatum remedium
verantwoord zijn. Het. onderhavige belang
zou naar de meening van den minister stel
lig een zoo veel omvattende maatregel niet
kunnen wettigen.
De regeering bereidt ten aanzien van de
groenten-, fruit- en sierteelt maatregelen
voor, die een teeltverschuiving in de rich
ting der voedselvoorziening beoogen.
Vanzelfsprekend zal daarmede de noodige
voorzichtigheid moeten worden betracht,
opdat de werkgelegenheid in dit soort be
drijven zooveel mogelijk bewaard wordt en
de structuur der bedrijven zoo min moge
lijk wordt gewijzigd.
Voor een tekort aan groenten en
fruit in eigen land behoeft zeker
geen vrees te bestaan. Tot nog toe
is er een groot surplus geweest en
ook in een verre toekomst kan nog
met een surplus worden gerekend.
Juist voor dit surplus moet de uit
voer 'n weg vinden. Het is niet uit
gesloten, dat er door den oorlogs
toestand in het buitenland naar
sommige dezer producten een groo
tere vraag zal ontstaan.
Dat zoowel de zeevisschery als de zoet-
watervisscherij in groote moeilijkheden
verkeeren, moet de minister tot zijn leed
wezen beamen.
In het bijzonder op de uitoefening der
zeevisschery heeft het intreden van den oor
logstoestand ontwrichtend gewerkt. Een
samenstel van maatregelen heeft ertoe ge
leid, dat inmiddels de haringvisscherü en
Aan het Voorloopig Verslag over de de-
fensiebegrooting voor 1940 ontleenen wij:
Getuigd werd van de waardeering voor de
persoonlijke offers, gebracht door hen, die
voor de handhaving van deze onzijdigheid
uit arbeid en gezin zijn weggeroepen. Alge
meen stemde men in met het beleid van den
minister, leger en vloot zyn op het juiste
oogenblik rustig en snel gemobiliseerd.
Algemeen erkende men, dat niets mag
worden verzuimd om het vredeswerk te
bevorderen. Verscheidene leden vroegen, of
onze grenzen, de kust en de verschillende
verdedigingslinies voldoende zijn versterkt.
Versohillende leden drongen wederom aan
op inwilliging van de wenschen van oud-
marinewerklieden, mobilisatieslachtoffers,
gepasporteerde marinemannen en militaire
weduwen. De n(Joden van deze kleine groe
pen nemen toe, naarmate de kosten van het
levenonderhoud stijgen. Verscheidene leden
wenschten een commissie om na te gaan, in
hoeverre de verlangens van deze groepen
gerechtvaardigd zijn en welke voorzienin
gen getroffen moeten worden.
Vele leden vestigden er de aandacht op,
dat van vele gemobiliseerden de bedrijven
na hun terugkeer in de burgermaatschappij
zoozeer zullen zyn verloopen, dat zy daar
in geen bestaan meer kunnen vinden. Men
achtte het noodzakelijk, dat tijdig maatrege
len getroffen worden om dezen personen te
hulp te komen.
trawlervisschery gedeeltelijk konden wor
den hervat.
Hoewel de minister geen maatregelen
overweegt de verstrekking van visschery-
materiaal ter hand te nemen, ligt het wel
ip. de bedoeling aan de zoetwatervisschers
zoo noodig geldelyken steun te verleenen,
waardoor zij in de gelegenheid zullen zyn,
zelf de voor de voortzetting van hun bedrijf
benoodigde materialen aan te koopen.
(Van onzen parlementairen
medewerker).
Ruim twee maanden duurt de oorlog bui
ten onze grenzen en talrijk zijn de maat
regelen geweest, welke de regeering met het
oog op de bijzondere positie van ons land
tusschen de oorlogvoerenden en den toevoer
van voedsel voor mensch en dier en de be
voorrading in het algemeen heeft moeten
nemen. We hebben dus menig debat, waarin
het woord oorlog of oorlogsgevaar zijn ge
vallen, bijgewoond, maar in nog geen ver
gadering heerschte die eigenaardige sfeer
van gespannenheid, van afwachting en tege
lijk van onderlinge verbondenheid als
gistermiddag, toen de minister van buiten
landsche zaken, de heer van Kleffens, ant
woordde op de vele redevoeringen over het
buitenlandsche beleid der regeering in deze
buitengewoon moeilijke tijdsomstandigheden.
Niet, dat men redenen had om aan te nemen,
dat de minister eenige bijzondere of sensa-
tioneele mededeeling zou doen. Het was meer
de afwachting en benieuwdheid naar de
wijze waarop de nieuwe bewindsman op een
zeer verantwoordelijke post, die een man
van karakter, een persoonlijkheid vereischt,
zijn persoon aan de volksvertegenwoordi
ging zou openbaren. De roep van groote be
kwaamheid was van den vroegeren chef van
de afdeeling diplomatieke zaken van het
departement reeds uitgegaan, maar voor het
ministersambt en de uitoefening daarvan in
een tijd als dezen, en in het bijzonder wat
het contact met de Kamer betreft, zijn nog
andere hoedanigheden noodig. „Feeling" is
onmisbaar; een minister van buitenlandsche
zaken kan een goed diplomaat zijn, maar er
toch niet in slagen de juiste sfeer te scheppen
in het overleg met de volksvertegenwoordi
ging. Het eerste optreden kan daarvoor be
slissend zijn. Zijn er bij het eerste contact
met de Kamer wat haken en oogen, valt er
een wat minder juiste uitdrukking, waardoor
zij zich in haar positie aangetast voelt; is de
bejegening vanachter de regeeringstafel
wat uit de hoogte, wat koel en slaagt de be
windsman er bovendien niet in, den indruk
te vestigen van volkomen van de zaken op
de hoogte zijn hetgeen een zekere detail
kennis medebrengt dan behoeft het nie
mand te verwonderen, dat het verkeer
voortaan stroef is.
Een goed debuut.
Welnu, minister van Kleffens heeft gister
middag ineens de Kamer voor zich ingeno
men. Aan zijn houding, aan zijn wijze van
spreken ontbrak nu letterlijk elk vertoon.
Rustig, bijna styd staat zijn lange, schrale
diplomatenfiguur achter de tafel; hij ge
baart zoo goed als niet. Maar het is de ma
nier waarop hij de dingen zegt, heel eenvou
dig, zonder omhaal van woorden; helder en
scherp geformuleerd. Alles heel nuchter,
maar dan opeens geeft hij een zin een haast
studentikooze wending, gaat hij over tot een
lichte ironie, die vroolijkheid in de Kamer
verwekt. En zijn gezicht blijft in de plooi en
ternauwernood van zijn papieren afgewend
Met groote beslistheid, maar toch
ook al weer bijna zonder zijn stem
te verheffen, zette hij de grieven der
regeering tegen de oorlogvoerende
mogendheden uiteen en wees hy
elke poging af om de beproefde
zelfstandigheidspolitiek van Neder
land in twyfel te trekken, zooals dat
in de buitenlandsch^pers en, helaas,
ook in sommige hiep te lande ver-
schijnende hladen vgel eens gebeurt.
De minister eindigde -f»yn rede met een
aanhaling van eenige woorden van koning
Willem III, die in zyn troonrede van 1866
zeide: „Naast God behoort ons zelfstandig
volksbestaan in dezen ernstigen tyd in zich
zelf zijn hechten steun te zoeken".
Een luid en langdurig applaus der Kamer,
geboeid door 's ministers knappe rede, was
het antwoord daarop. We hebben het in tij
den niet zoo beleefd. Aan repliek had nie-
man behoefte meer; ja, toch wel: de heer
Bongaerts (r.k), die blijkbaar nog iets tegen
ds. Zandt wilde opmerken, maar hy keerde,
toen de Kamer „neen, neen" begon te roe
pen, schielijk op zijn schreden terug, zoodat
de diepe indruk van de ministerieele rede
niet werd verstoord. En zoo was het goed.
Vele leden kwamen, toen de begrooting
daarna z. h. st. was goedgekeurd, den minis
ter de hand drukkenI
De sprekers.
Het heeft weinig zin om veel te vertellen
van de redevoeringen, welke aan zyn rede
vooraf gingen. Evenals den vorigen dag be
wogen zü zich hoofdzakelijk om de moei
lijke positie van ons land tegenover de bel-
ligerenten, die onze scheepvaart door de
blokkade zeer bemoeilijken en onze grond-
stoffenvoorziening in gevaar brengen, kort
om de zaken die ir het Oranjeboek zijn be
handeld en het vredes-initiatief van de
koningin en koning Leopold, waarvoor ook
nu weer groote waardeefing- werd geuit
De heer Wijnkoop (c.p.n.) zeide, dat de
communisten elke poging om tot een werke-
1 ij ken vrede te komen zullen aangrijpen.
Dus: geen München en gëen Versailles. De
heëren Rost van Tonningen (n.s.b.) en
Zandt (s.g.) deden opnieuw een aanval op
den Volkenbond, terwijl de n.s.b.-afgevaef-
digde represailles tegen de Erigelsche maat
regelen wenschte, bijv. door geen kinine of
aardolieproducten meer te leveren.
Mr. Donker (s.d.a.p.) informeerde naar
den stand van zaken betreffende de haven
onderhandelingen met België.
De heer Serrarens (r.k.) bekommerde zich
vooral ook om deze reden om de instand
houding van den Volkenbond, dat de orga
nisatie van het Int rnatiónaal Arbeidsbureau
en het Völkenbondswerk op hygiënisch en
sociaal gebied niet meer kunnen woredn ge
mist. De heeren Smeenk (a.r.) en Joekes
(v.d.) bespraken in algemeenen zin de
stappen der regeering, waarvan in 't Oranje-
boek sprake is en kwamen eveneens voor de
handhaving van den Volkenbond op, zij 't
ook dat hij grondige veranderingen moet
ondergaan, wil hij werkelijk een gezagheb
bend instituut voor de organisatie van den
internationalen vrede worden. Ds. Zandt
maakte zich ook nog druk over eenige op
merkingen in het voorloopig verslag, waar
uit men den wensch van herstel van het ge
zantschap bij den paus zou kunnen aflei
den; hij was daar natuurlijk fel tegen.
Nadat de heer van Houten (c.d.u.) ten
slotte als zijn zienswijze had aangegeven,
dat de verhoudingen der naties niet langer
door het egoïsme moeten worden beheerscht
en dat die geest ook den Volkenbond moet
doordringen, kwam minister van Kleffens
aan het woord.
De rede van minister van Kleffens.
Hij begon met een woord van dank voor
het vertrouwen, dat de Kamer in hem had
gesteld. Het verheugde hem dat de betrek
kingen met België zeer hartelijk zijn; daar
uit kan iets zeer goeds voortvloeien, o.a. op
het gebied van het verkeer, te land en te
water. De gemengde commissie inzake de
haventarieven heeft een gemeenschappelijke
basis gevonden en zet haar taak voort; de
regeeringen hebben nog niet haar stand
punt bepaald.
X y '°nd. doch 6H UI,, dn
Sommige
auto's en Paarden
n gevorderde aut<y!\gevor<le
en nacht in de staan Bui,
kele maanden zoo2g
tenaal waardeloos vduurt> is
met onderdak gebtStt*?
vroegere eigenaren'"JJ
weermacht, van de dLnV0*»
m rtat van de s^atldt
oudste dienstplichtigen
ners het hoogst is De
of het mogelijk is, de zuken* SSï
omgeving van hun mer>scheW
OP hun aak kunnw ha .i
een lagere kostwinnersvero JPWfc*
nen worden volstaan Soedlng if
Men zou het zeer
de minister nauwkeurig
in welke gevallen bcdrbflS
goed, hoe het beroep?**^ *5 J
taling geschiedt en hoe «li
ken, dat vorderingen door meer H
personen geschieden.
Vele leden hoopten dat
spoedig haar houding zal bepakt
zien van de vraag, „et welft
verdere versterking van de IndX
zal moeten geschieden. he
Gevraagd werd, welke maat™, i
genomen om de vracht-'en «SSu
pen te voorzien van paravanw t Sche"
voldoende hoeveelheid van deze
schermingsmiddelen tegen het bê'
vaar aanwezig. mtoenge,
De boternoteerinr - n.
teering voor Nederlandsche boteS!?*
vastgesteld op 80 cent per kg. (ony^^
Minister Van Kleffens
Vervolgens wees de minister op de gewel
dige verschuivingen, die zich in de laatste
jaren in Europa hebben voorgegaan, tenge
volge waarvan van de regeling van Versail
les niets is overgebleven. Er is behoefte aan
een nieuw systeem ter regeling van de za
ken in ons werelddeel. Ons land zal slechts
een bescheiden rol kunnen vervullen in deze
omstandigheden, maar we zullen gaarne het
prestige dat we genieten, met medewerking
van anderen aanwenden om de grootste el
lénde te voorkomen; voorzichtigheid en
voortvarendheid kunnen daarbij samengaan.
De aanbieding van goede diensten.
De herhaalde aanbieding van goede dien
sten door H. M. de koningin en Z. M. ko
ning Leopold is geheel onder de verant
woordelijkheid van den minister geschied.
Andere onderwerpen dan het aan
bieden van goede diensten zyn niet
behandeld. Van geheimzinnigheid is
geen sprake. Geen enkele invloed
van buiten is aan het voorstel debet
geweest. Het was geen manoeuvre
zooals in het buitenland is beweerd.
De minister maakte vervolgens ge
wag van de warme instemming van
de staatshoofden der Scandinavische
landen, waarna hij de hoop uitsprak
dat de poging mocht slagen, in het
belang van de geheele wereld.
Naar aanleiding van een opmerking van
den heer van der Goes van Naters (s.d.) ant
woordde de minister dat er geen sprake van
is geweest de Poolsche regeering te negee-
ren; men heeft zich beperkt tot de strij
dende partijen.
Sprekend over den inhoud van het
Oranjeboek, wees hij erop, dat Nederland
aan zijn aloude beginselen getrouw is geble
ven; de regeering aanvaardt de onredelijke
uitbreiding van het begrip contrabande niet.
Naast de principieele vertoogen staan tal-
looze pogingen ten behoeve van personen en
zaken, die in menig geval tot gunstig resul
taat hebben geleid. Met Engeland viel, om
dat de kwesties veelal de zeevaart betrof
fen, veel te behandelen. Nederland kan, naar
het woord van Thorbecke, een bemiddelende
rol spelen tusschen het continent en Enge
land; de minister bracht hier den heer Rost
van Tonningen het woord van den beroem
den liberalen staatsman in herinnering, als
het ware om te later zien, dat de bemidde
lende rol, welke de n.s.b. zichzelf heeft toe
bedacht, geen uitvindsel van haar is.
Ontkend kan niet worden, dat En
geland het recht van onderzoek der
neutrale schepen heeft, evenals elk
ander oorlogvoerend land, maar wy
wenschen geen verlengstuk van
een
Bntsche maatregelen tegen Duitsch-
land te zyn, evenmin als omgekeerd
De voorstelling dat wij hand- en
spandiensten verrichten aan w
land is absoluut onjuist.
Van belligerenten is slechts éénmaal
protest ontvangen, doch dit is onhoudbaar
gebleken. De liggelden in de EngelS
havens kunnen voor het prijzengerècht te.
ruggevorderd worden; de regeering helpt
hier wat zij kan.
Wat de Volkenbond betreft wenscht de
regeering geen oude schoenen weg te gooi,
en voordat zy nieuwe heeft. De interna,
tionale samenwerking moet blijven be.
staan; realiteitsbesef moet daarbij richt,
snoer zijn. Het lidmaatschap van den Vol,
kenbond is volkomen vereenigbaar met
onze neutraliteit. Over den Volkenbond
sprekend, maakte de minister tegelijk van
de gelegenheid gebruik, mede te deelen,
dat, tengevolge van de nieuwe ramingsct'.
fers door de controlecommissie (waafv»
dr. Oolijn onlangs deel uitmaakte) -bpje>
steld, onze bijdrage voor 1940 met 45.600
kan worden verminderd welke wijziging
de bewindsman op de begrooting aan,
bracht.
De heer Rost van Tonningen had er den
minister een verwijt van gemaakt, dat hj
niet aan Frankrijk een neutraliteitsverkla*
ring had gevraagd. Dit was geheel overbo*
dig, aangezien Frankrijk aan België zoo'a
verklaring had gegeven.
Lof voor de pew.
De minister dankte de Neder
landsche pers voor haar houding
in de afgeloopen weken en bracht
hulde voor het begrip, waarmede
zy haar werk verricht.
Klachten zijn dan ook nagenoeg
niet uit het buitenland gekomen.
De heer Zandt, zoo zeide de minister
heeft met een zekere hartstocht over het
gezantschap by den paus gesproken, m»«
een voorstel dienaangaande is heeelm
niet aan de orde. Vroolijkheid in e
en de heer Zandt kon blijven zi"enl
De regeering wenscht geen politie
dryvigheid van vreemdelingen in on la
cn agitatie door pamfletten van
pSuifrwitie m
be
was niet te voorzien, dat ip, ee"
komst ven de Duitsche kolom* Nj»
8c„«,,DuüScherM»red,,b»fi
over
i uv aan*
'a—
betreft, deze vindt in d®
teitspolitiek haar m,a"lf®f Neder-
voelen ons zelfstandig
land, lijn
zijn zelfster
vervult een
rend. vervult een - de
functie. Niemand zelf.
neiging voélen opkofte
standigheid aan te mg{ êe„
Nederland is een eige haV[ng.
eigen aard en een eigen em zêlf «n
Het bescnouwt de vry hQogste geW£
zaken te regelen als he rfe gesehie-
Geen land, dat in den loopj
denis Nederland heeft aan«evj
gegaan. Wil begeeren ^eldoorlog jf
grondgebied. Na den icdsUitbreidirt«
we verontwaardigdI f» dê hand F*
d, graafschap
de peroratie met dc aanhvan
„,e„ gncitaardn ««X
Ito-
V»B
wetson
na nog renus= naaeen» - gw».
0.3. de bijdrage in (d«
de nationale film over de v,s
moet met 30.000 gjj een mtfjjj»ond«
men; de regeering^ 0„teigen^
50.000 toef loting van de
Goudren de hegro verda#
kerij voor 1940. Dinsdag
De Vergi begrooting van f
wanneer de begro fl]s ne
Zaken aan deiord
loop is verschenen,