Regeering heeft aanspraak
op aller steun.
Beschouwingen over de
kabinetsformatie.
Dekking der uitgaven
des Rijks.
Diverse opmerking©®-
Instemming met buiten-
landsch regeerings-
beleid.
Opnieuw de leerlingen-
schaal.
Opbrenast rijksmiddelen
zeer bevredigend.
Raming thans reeds ver
overschreden.
""Weid Stó* -Tvi
PARLEMENT
Economische oorlogsorganisatie geen ordening.
Minister Steenberghe waakt tegen
verhooging van pachten.
Aan de opmerkingen naar aanleiding van
de kabinetsformatie in het Voorloopig Ver
slag van de Eerste Kamer omtrent de Alge-
meene Beschouwingen over de rijksbegroo-
ting ontleenen we het volgende:
Dat nog vóór het einde van de tegen
woordige parlementaire periode het kabi
net, dat in 1937 was opgetreden, het veld
heeft moeten ruimen, kon, zoo meenden
verscheidene leden, voor niemand een ver
rassing zijn geweest. Dat kabinet toch, ge
vormd op den grondslag van hetgeen de ge
zamenlijke rechtsche partijen in engeren zin
vereenlgde, kon, dus betoogden deze leden,
niet sterk zijn. Het kabinet van Juli '39 zou
zeker niet het vertrouwen van de volksver
tegenwoordiging hebben gehad.
De groote bezwaren welke wer
den ingebracht tegen een kabinet,
alleen steunende op en gevormd
uit vertegenwoordigers van de R.K.
Staatspartij, de S.D.A.P. en de V.D.
Bond, wettigen den twijfel, of het
volgen van het politiek advies der
A.R. en liberalen tot het vormen van
een kabinet uit deze partijen wel
in het landsbelang was geweest.
Verscheidene andere leden betuigden hun
instemming met het door den formateur ge
voerde beleid. Zij waardeerden dit vooral,
aangezien hij zijn taak ter hand heeft ge
nomen ofschoon hij de aanneming van de
motie-Deckers onjuist achtte. Deze leden
zelf achtten de aanneming van de motie in
het belang van het land. De regeering heeft
in deze benarde tijden aanspraak op aller
steun, een opmerking, die volle instemming
vond, ook bij hen, die voor het overige tegen
de hiervoor ontwikkelde gedachten bezwa
ren hadden.
Pro en contra s.d. ministers
De beschouwingen van beide groepen van
leden werden van andere zijde bestreden.
Gezegd werd, dat het program van het vijf
de kabinet-Coiyn gelijksoortig was aan dat
van de huidige regeering. De hier aan het
woord zijnde leden achtten het aannemen
van de motie-Deckers een ernstige fout.
Onder de huidige omstandigheden ontmoet
te deze regeering bij hen geen bedenkingen
In normale tijden zouden zij echter wel de-
Aan het voorloopig verslag van de ®ers*e
Kamer over het ontwerp van wet houdende
tijdelijke voorzieningen tot versterking van
de middelen tot dekking van de uitgaven
des rijks is het volgende ontleend:
Bij de overweging van dit wetsontwerp in
de afdeelingen betuigden verscheidene le
den hun instemming met de wijziging, wel
ke de aanvankelijke voordracht tijdens de
behandeling in de Tweede Kamer had on
dergaan, doordat het nflar aèmlelding van
die voordracht gerezen bezwaar tegen
een ongelijke belastingheffing in de onder-
geliik bezwaar hebben tegen de opneming scheidene klassen van gemeenten was ver
1 vallen. Zij keurden evenwel af dat, indien
de ontworpen bepalingen kracht van wet
zouden verkrijgen, op de gemeentefondsbe
oaglem. in een kabinet. Uit niets
verens deze leden, dat de s.d.a.p. het
van so
blijkt v
historisch materialisme en den klassenstrijd
niet langer aanvaarden
Andere leden verklaarden, niet zóó af
wijzen te staan tegenover de opneming van
leden der s.d.a.p. in een kabinet. Zij waren
van meening, dat zich in die opneming tot
op zekere hoogte een natuurlijk proces had
voltrokken. Een zoo groote politieke groep
toch behoort bij gelegenheid regeeringsver-
antwoordelijkheid te dragen. Vele leden
verklaarden den huidigen voorzitter van
den raad van ministers zeer erkentelijk te
zijn, dat hij ertoe was overgegaan twee
s.d. ministers in zijn kabinet op te nemen.
Enkele leden vestigden er de aandacht
op, dat in het tegenwoordige program der
s.d.a.p. het woord „klassenstrijd" niet meer
voorkomt en dat in die party thans opvat
tingen heerschen, die met het historisch
materialisme als levensbeschouwing niet
meer zijn te rijmen. In het centrum van de
beschouwingswijze der s.d.a.p. staan tegen
woordig humanistische besohouwingen.
lasting opcenten zullen worden geheven ten
bate van 's rijks kas, hetgeen afwijkt van
den normalen gang vah zaken, volgens wel
ken heffing van opcenten wel geschiedt ten
bate van de lagere organen op de hoofdsom
der rijksbelastingen, doch niet ten bate van
het rijk op belastingen, waarvan de op
brengst in beginsel voor de gemeente is be
stemd.
Aan de opmerkingen van de leden der
Eerste Kamer in het Voorloopig Verslag
over de ryksbegrooting 1^40 ontleenen we
het volgende:
Vele leden betuigden warme instemming
met het nobele vredesinitiatief van Hare
Majesteit de koningin en van Zijne Majesteit
den koning der Belgen, op 7 November 1.1.
genomen.
Zij verklaarden, zich met de door de re
geering gevoerde buitenlandsche politiek
alleszins te kunnen vereenigen.
Ten zeerste werd betreurd, dat verschil
lende persuitingen ten onzent niet steeds in
overeenstemming zijn met het streven der
regeering, een strikte onzijdigheid in acht
te nemen, daar menige uiting soms de ver
denking wekt, als zou het. den regeering
met het door haar voorgestane en zoo kloek
gevoerde beleid geen ernst zijn.
Defensie.
"p
Algemeen werd der regeering hulde ge
bracht voor de wijze waarop de mobilisa
tie der weermacht was verloopen, en ge
tuigd van groote waardeering voor de zeer
velen die, menigmaal onder groote moei
lijkheden van henzelven hun gezin en hun
bedrijf, nochtans met opgewektheid en
energie de hun opgelegde militaire taak ver
vullen. Vrij algemeen verklaarde men, met
waardeering kennis te hebben genomen van
de maatregelen ter verbetering van de uit-
keeringen aan de betrekkingen van de ge
mobiliseerden.
Leerlingenschaal.
Nogmaals werd de aandacht ge
vestigd op de wenschelijkheid van
verbetering der leerlingenschaal.
Verscheidene leden spraken de
hoop uit, dat het bedoelde vraag
stuk dat reeds tot zoovele politieke
moeilijkheden aanleiding had ge
geven, onder het huidige kabinet
zijne oplossing zou vinden.
Financieele beschouwingen.
Vrij algemeen werd de financieele toe
stand zeer ongunstig genoemd, al werd er
kend, dat deze alerminst pas is ontstaan na
het optreden van dit kabinet.
Ettelijke leden maakten het voorlaatste
kabinet dan ook een verwijt ervan, dat het
in de twee jaren van zijn bestaan zoo wei
nig tot verbetering van dien toestand had
gedaan.
Zij juichten toe, dat de minister van finan
ciën intrekking van de belastingontwerpen-
de Wilde had bevorderd, en dat te zijner
tiid een eenvoudiger middel tot versterking
van de staatsfinanciën te baat zal worden
genomen, namelijk een herziening van de
inkomstenbelasting en een vervanging van
de dividend- en tantième-belastingen door
een winstbelasting. Andere leden achtten
een grootere bezuiniging gewenscht. Een
belastingverhooging achtten zij onge-
v/enscht.
Enkele ledén waren van meening, dat,
hoe hoog het geheel der huidige belastin
gen ook reeds moge zijn gestegen, aan ver
zwaring van den belastingsdruk nochtans
niet zal zijn te ontkomen.
Maatregelen van economtochen aard.
Vele leden verklaarden groote
waardeering te hebben voor de
werkzaamheid der regeering op het
stuk van voorziening in de eerste
levensbehoeften, voor de onge
meen groote werkkracht van de bij
deze materie het meeste betrokken
bewindslieden en van hun naaste
medewerkers, als ook voor de zake
lijke en duidelijke voorlichting, van
regeeringswege op velerlei wijze
dienaangaande verstrekt.
Eenige leden zouden gaarne vernemen,
of de beperktheid van de voorraden van
vele noodzakelijke goederen en voedings
middelen moet worden toegeschreven aan
verwaarloozing van voorraadvorming door
het voorlaatste kabinet.
Verscheidene leden bepleitten de handha
ving van regeeringswege. van een goede
verhouding tusschen het prijspeil en het
loonpeil met name met het oog C!> de sala-
Aan het overzicht over den stand der
rijksmiddelen per ultimo October j.1. wordt
het volgende ontleend.
Directe belastingen.
Deze belastingen, waarvoor de
jaarlijksche raming op 126.703.000
was gesteld, hebben tot dusver deze
raming reeds belangrijk overschre
den, want het zuiver bedrag van de
kohieren bedroeg eind October
129.335.035,31 hetgeen op het
oogenblik al een hoogere opbrengst
van ruim 2,63 millioen beteekent.
En in vergelijking met het vorig jaar
is het tot nu toe bereikte resultaat
nog meer bevredigend te noemen,
aangezien het thans ten kohiere ge
brachte bedrag dat van ultimo Oc
tober 1938 met ruim 14 millioen
overtreft. r
Het leeuwenaandeel van dezen vooruit
gang moet worden geboekt op den post in
komstenbelasting, welke van f 74,992.003,91
is geklommen tot f 88.454.480,60, hetgeen een
hoogere opbrengst beteekent Van
13.462.476,69.
De grondbelasting ging vooruit met
190.860, de vermogensbelasting met
349.139 en de belasting van de doode hand
met 78.900.
Alleen de verdedigingsbelasting heeft zich
niet kunnen handhaven, want de opbrengst
hiervan bleef 398.438 beneden die van het
vorig jaar, waarbij echter niet uit het oog
mag worden verloren, dat de raming voor
dit middel als gevolg van het gunstig ver
loop in het vorig jaar thans met 1 millioen
was verhoogd.
De „overige middelen",
Ook deze middelen hebben over October
een prachtig resultaat opgeleverd. Want bij
een maandelyksche raming van 36.810.416
bedroeg de opbrengst in October 1 47.006.969
dus 10.196.553 meer en 10.866.496 hooger
dan in October van het vorig jaar.
En wat de opbrengst over de eerste tien
maanden van het loopende jaar betreft, kun
nen we met voldoening constateeren, dat we
in vergelijking met dezelfde periode van het
vorig jaar een vooruitgang kunnen boeken
van 29.524.555 (de opbrengsten zijn resp.
396.221.130 en f 366.697.118), terwijl de
raming met 28.116.964 werd overschreden,
waarbij bovendien niet mag worden ver
geten, dat de raming voor het geheele loo
pende jaar 13 millioen hooger was gesteld
dan die over 1938.
VIJF PERSONEN VOOR SERIE
DIEFSTALLEN AANGEHOUDEN.
In den loop van de laatste weken is
herhaalde malen ingebroken in perceelen
aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam,
o.a. bij de firma Hertzberger, waar een
aantal costuums ter waarde van twee hon
derd gulden werd gestolen en aan de De
Ruykterkade bij een sigarenwinkelier, een
kaaspakhuis en het technisch bureau van
de firma Geveke. De Amsterdamsche poli
tie had in verband met deze diefstallen
twee verdachten, recidivisten van respec
tievelijk 25 en 30 jaar aangehouden, die
thans een bekentenis hebben afgelegd. In
verband hiermede konden nog drie per
sonen, een sigarenwinkelierster, een si
garenwinkelier en een koopman terzake
van heling van de gestolen goederen wor
den aangehouden.
De politie heeft hiermede een vijftal in
handen, wier bekentenissen tot de aan
houding van een wijdvertakte bende en de
opheldering van een groot aantal inbraken
en diefstallen zal kunnen leiden.
VRAGEN VAN V.S.B.-KAMERLID.
Door minister beantwoord.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Rost
van Tonningen (n.s.L.) in verband met het
door het Bureau 1 an het Internationaal Ver
bond van Vakvereenigingen opgestelde ma
nifest in zake den oorlog tusschen Duitsch-
land en Engeland en Frankrijk, heeft de
voorzitter van den raad van ministers, mede
namens de ministers van buitenlandsche za
ken en van justitie geantwoord, dat kan
worden medegedeeld, dat, onafhankelijk van
het al dan niet vooraanstaan van het be
treffende Kamerlid, van zijn al dan niet be-
hooren tot een bepaalde partij, en van het al
dan niet „steunen" van het kabinet op die
party, de ministers de bedoelde medewer
king in de huidige omstandigheden minder
juist achten, al kan zy, als komende van een
individueel burger, geen afbreuk doen aan
de door de regeering gevoerde neutraliteits
politiek. Op de vraag of, tot herstel van het
vertrouwen in de neutraliteitspolitiek van
ons land, het uittreden uit het kabinet van
de twee tot de sociaal-democratische party
behoorende ministers is bevorderd, wordt
geantwoord, dat er niets van dien aard is
overwogen, reeds omdat het vertrouwen in
de neutraliteitspolitiek van ons land geen
herstel noodig heeft. Ware zulks w 1 het
geval, dan zou het toch op andere wyze
moeten hersteld worden dan door een zoo
danige toespitsing van het partywezen, dat
ministers der kroon verantwoordeiyk wer
den gesteld voor wat een of ander hun
geestverwant burger zou hebben misdaan.
De minister van justitie kan zyn stand
punt ten deze eerst definitief bepalen, wan
neer een onderzoek, dat nog op enkele pun
ten wordt ingesteld, zal zyn beëindigd.
VEREENIGING „VOLKSONDERWIJS"
ADRESSEERT.
De Vereeniging „Volksonderwijs" heeft
aan den minister van onderwys het vol
gende adres gezonden:
Geeft met verschuldigde eerbied te ken
nen, het hoofdbestuur van „Volksonder-
wys", van welke vereeniging de statuten
laatstelyk zyn goedgekeurd by koninkiyk
besluit van 15 Januari 1937., no. 74. in
dézen handelend in opdracht van de alge-
meene yergadering van zyn \ereeniging,
welke op 4 en 5 November 1939 te Utrecht
is gehouden, en derhalve namens de byna
62000 leden, die in „Volksonderwys" ge-
organiseerd zijn;
dat het met teleurstp,r
K nomen van dP lllnS ko„
ting voor 1940 Wa °u.d der riiw ke*ft
gelden worden aangevr'1 blijk*. dMgr°°-
van uitgaven, welff^ ter bjL**
zyn van eon verlaum -Sevolo tjdin»
dedd? uTlingenschaal: Van dr
dat het, volkomen ho„ u
dezen tijd van abnorma? ^Pende dat
aandacht van rc,,, Je l"
woordiglng voor f.? '«wS
he.1.8 genomen
nood van ons volk ov.w,ec°nomwr
noodzakelykheid om vJk blUft v„n
tmn in wu" m yerbeterin« vn d«
zal wordg.„ 1 m«d«
wantoestanden bii het t, „t,!n aan a!
lingen met akte"? ih,tltu«t „kweel£
dat daartoe thans te
daar naast alle reeds Vroege' U,
argumenten ter verlaginevl ?6ev05'^
genschaal de opvoedende taak leerli«-
school nog is verzwaard 0ml, Van
tegenwoordige bijzondere om»? ^nder
in talrijke gezinnen de vaderw *hedeh
ten-Generaal van 31 October ei 1» Sta*
ber j.1. een argument te meer te pS®"!*
om onverwyld tot de bedoelde veK".
over te gaan; erD€t«ring
redenen, waarom adressant U eerbied
doch met grooten nadruk verzoekt
gelden beschikbaar te stellenwaaS
verbetering in de thans geldende lejfc
genschaal te brengen is.
De boterheffing. - Het bedrag Van"dl
heffing en steunuitkeuring op boter is be
houdens tusschentydsche wijziging vóór da
week van 16 tot 23 November vastgesteld
80 cent per kg. (onveranderd).
Boterprijs Kopenhagen. - De officieel»
Deensche boternoteering werd gisteren vast-
gesteld op 250 kronen of 91 cent per k.g
- ié'
ONZE GEZANT TE BERLIJN IN
ONS LAND.
De heer jhr. mr. H. M. van Haersma de
With, de Nederlandsche gezant te Berlyn,
zal eenige dagen in Nederland komen ver
toeven. Reeds eenigen tyd had de gezant
een kort verlof aangevraagd, dat hy thans
op zyn buiten by Nykerk zal doorbrengen.
In den loop van heden zal de gezant een
bezoek brengen aan het ministerie van bui
tenlandsche zaken om er rapport uit te
brengen over zyn werkzaamheden in den
jongsten tyd te Berlyn.
SCHEEPVAARTVERKEER DOOR DE
WIELINGEN WORDT HERSTELD.
Eenige dagen geleden heeft de regeering
eenige aanvullende veiligheidsmaatregelen
in de Wielingen getroffen. Door het leggen
van mynen waren de schepen, die Antwer
pen tot bestemming hadden, genoodzaakt
door het Noordervaarwater van de Schelde
om te varen.
Naar wy vernemen, heeft de regeering
besloten binnen twee tot drie dagen het
scheepvaartverkeer door de Wielingen te
herstellen en dit besluit heeft zy ter kennis
van de Belgische regeering gebracht.
rieering van het overheidspersoneel. Gaarne
zouden zy vernemen, welke voornemens de
regeering op dit stuk heeft.
Vele leden betoogden, dat naast de met
de mobilisatie samenhangende problemen
ook de oplossing vah het werkloosheids
vraagstuk urgent blijft. Zy verklaarden,]
met waardeering kennis te hebben geno
men van de voornemens der regeering ter
zake.
...li. ~-hc
De voorraden waren
voldoende
(Van onzen parlementairen
medewerker).
Om even over half drie was gis
termiddag het debat in de Tweede
Kamer over de begröotingen van
economische zaken en van het
Landbouwcrisisfonds voor 1940 zoo
ver gevorderd, dat de voorzitter het
woord aan minister Steenberghe
kon verleenen.
Nog drie sprekers gingen gistermiddag
aan hem vooraf, de heeren Kortenhorst
(r.k.), die 's ministers beleid steunde, ds.
Zandt (s.g.p.), die het poogde te verplette
ren, en de heeren Schouten (a.r.), die slechts
wilde weten of er nu eindelijk eens wat
komt van de uitvoering der wet op het toe-
gepast-natuurwetenschappely k onderzoek.
En toen kon de minister van economische
zaken van wal steken. Het spreekt vanzelf,
dat hy niet op alle opmerkingen der 29 spre
kers, die tezamen ongeveer 11Y, uur hadden
noodig gehad, kon ingaan of op een honderd
tal vragen antwoorden. De minister begon
dadelyk de clementie der Kamer daarvoor
in te roepen; bovendien zyn tyd was te
kostbaar om evenveel uren aan antwoorden
te besteden als de Kamer noodig had gehad
met vragen. In zeven kwartieren heeft de
bewindsman niettemin kans gezien den
groote lijnen het debat prachtig samen te
vatten en nog op een aantal details in te
gaan. Dankbaar was Z. E. voor de lof, welke
men aan zyn werkkracht en yver en aan die
van zyn medewerkers (die door den minis
ter nooit worden vergetenl) had toege
zwaaid; „ook een minister is een mensch"
en daarom was deze lof hem een aansporing
om met opgewektheid zyn moeilyke taak
voort te zetten.
Aan de critici en vooral aan diegenen on
der hen, die overdreven of onbiliyk in hun
aanmerkingen waren geweest, vroeg hy, te
bedenken, dat hij van dag tot dag de moei-
lykste beslissingen heeft te nemen.
Niets is gevaarlyker dan geen be
slissing nemen, maar het moet nu
eenmaal en dan zal het niemand
verwonderen, dat de minister zelf,
als hy de verdere ontwikkeling van
een zaak beter overzien kan, zich
bekennen moet, dat by dit of dat
misschien beter had gedaan.
Wanneer men dergeiyke dingen nu weet,
moet men niet met klachten aan boord ko
men, dat ergens 50 k.g. graan liggen te be
derven, wanneer de minister op het zelfde
oogenblik voor het vervoer van 400 millioen
k.g. rogge te zorgen heeft, terwUl de mili
taire autoriteiten beslag op de vervoermid
delen hebben gelegd I Aan den heer Rost van
Tonningen (n.s.b.) die by voorkeur uit bla
den van „Landbouw en Maatschappy en
zyn eigen party geciteerd had, gaf de minis
ter den raad beter ingelichte en vollediger
bronnen op te zoeken, als hy met kennis
van zaken aan een debat als dit wilde deel
nemen!
Met den heer .van den Heuvel (a,r.) was
de bewindsman het eens, dat het nageslacht
niet zwaarder mag worden belast, dan strikt
noodzakelyk is, maar zeide mr. Steen
berghe .-dit nageslacht zal de fat' hebben
hoogere lesten te dragen als wy het een vrij
Nederland, met een zoo groot mogelyk©
werkgelegenheid, met een goede opvoeding
van de jeugd en goed onderwys nalatenl
Geen departement van landbouw.
Om nu over te gaan tot de meer zakelijke
mededeelingen van den minister, releveeren
we in de eerste plaats, dat de regeering een
afzonderlyk departement van landbouw,
waar door verscheidene landbouwspecialis-
ten om was gevraagd, niet noodig en niet
wenschelyk acht. Omdat het bedryfsleven
zich in dezen tyd als een éénheid manifes
teert, is het beter de organen van ons eco'
nomische leven in één hand te houden.
Ontkend moet worden, dat on
voldoende voor de bevoorrading van
ons land is gezorgd. Er is in het
byzonder over een te kiemen voor
raad veevoer geklaagd. Er is ge
vraagd of de voorraden in Augustus
minder groot waren dan verleden
jaar. Er is in de M. v. A. gezegd dat
ze niet minder groot zyn. Nu werd
- gezegd: ze moesten grooter
zyn. Ze zyn grooter, maar dat
was niet gevraagd (vroolykheid).
De tarwevoorraden zyn zeer groot; dit is
ook van belang voor de voedselvoorziening
van het vee. De heer Rost van Tonningen
had om invoering van oorlogsbrood n u
gevraagd, maar dat moeten we eerst doen
als dit noodig is, vindt de minister. Het was
ervan overtuigd, dat het Nederlandsche
volk het huidige brood liever eet dan het
beste oorlogsbrood!
Sedert Augustus j.1. is de positie van het
veevoeder verbeterd. Dat we geen graan ge
noeg van overzee kunnen aanvoeren, is een
fabeltje. Er zyn tot nu toe geen byzondere
moeilykheden mee; natuurlyk blyft de toe
stand door den oorlog precair, omdat we zoo
veel uit het buitenland moeten aanvoeren.
Op het gebied van den landbouw en de
industrie zyn we, met 19141918 vergele
ken, wat de zelfvoorziening betreft een heel
stuk vooruit gegaan; ook is de graanverbouw
belangryk uitgebreid.
De minister was het niet eens met dege
nen, die beweerd hadden, dat de extra-steun
van 3 millioen voor de bloembollen kweekers
en van 1 millioen voor de Boskoopsche
boomkweekers niet voldoende zouden zyn.
Hy wilde liever afwachten; is de steun te
hoog, dan kan het bedrag worden vermin
derd; is hy te laag dan zal de minister niet
schromen meer beschikbaar te stellen.
Omtrent de vraag of de veeteeltbeperking
moet worden afgeschaft, kan de minister nu
nog niet beslissen; dit hangt ook af van de
voederpositie. Tot vaststelling van mini-
mum-loohen voor landarbeiders kan de mi
nister, wegens de vele daaraan verbonden
bezwaren niet overgaan; hy achtte het beter
in de richting van de voor de werkgevers
verplichte arbitrage door te gaan.
De pachten.
Terzake van het pachtvraagstuk
heeft overleg met den minister van
Justitie plaats. Met nadruk ver
klaarde minister Steenberghe, dat
hy niet van plan is, bij de eerstvol
gende vaststelling van richtpryzen
rekening te houden met pachten, die
hooger zyn dan die van 1 September
1939, tenzy die het gevolg zijn van
byzondere omstandigheden.
Met betrekking tot de landprijzen
is hy een tegenstander van wettelijk
ingrypen.
Zoodra hy de handen wat vrijer krijgt zal
hy de kwestie van de uitvoering der wet op
het toegepast-natuurwetenschappelijk on
derzoek (waaraan de heeren v. d. Waerden
en Schouten zooveel waarde hechtten^ aan
vatten; de heeren moesten niet vergeten,
dat twee kabinetscrises en het uitbreken
van deh oorlog deze zaak hebben vertraagd,
Dat hy oog voor de belangen van dea
grooten en kleinen middenstand heelt,
toonde mr. Steenberghe aan door in herin
nering te brengen wat onder zijn vorig mi
nisterschap an het tegenwoordige is gebeurd.
By de huidige distributie heeft hii ook da
delyk aan de belangen van den middenstand
gedacht. Reden om speciaal nü in het
cadeaustelstel in te grypen, is er niet. Een
ontwerp tot regeling van den markt- en
straathandel gaat binnenkort naar de advies
colleges. Naarmate ze gemist kunnen wor
den, zullen de contingenteeringen verdwij
nen.
Aan de leden, die over de wen-
scheiykheid van ordening, vooral in
de tegenwoordige tijdsomstandig
heden hadden gesproken, voegde de
minister toe, dat de economische
oorlogsorganisatie van het oogenblik
geen ordening kan worden genoemd,
al oefenen de ordeningsmaatregelen
van vóór den oorlog wel hun in
vloed daarop uit.
Zooveel mogelyk wordt momenteel ge
bruik gemaakt van de bestaande kana e t
terwyl het particuliere bedrijfsleven even
eens zooveel mogelyk wordt mgeschakeio.
Het bedryfsleven zal zich aan de tijfl
omstandigheden moeten aanpassen,
daarby den krachtigen steun van de reg
ring ontvangen. Het denkbeeld
heer Schilthuis (v.d.N om de reeder"e e
verplichten eventueel vertoren g g
schcepsruimte te vervangen door n
bouw uit de verzekeringspenningen,
dient overweging. -}e ,j#'
In tegenstelling met enkele leder,,d
organisatie van den invoer w
als 1914-1918, aan een part«uUe» op.
ling als de N.O.T. hadden willen doen^
dragen, betoogde de ministe houden)
ring de zaak beter in han^c de bel*
omdat anders de moeilljkhe eni re>
ligerenten veel grooter jJn^t gesteld,
geering toch aansprakelijk tgn van de
De minister wil voor het ove bedrijfs.
ordening van den lamlbouW hten' zouden
genooten betere tüden mis-
we die nu doorzetten, dan zal „|opdr{).
lukken. Van het gevaar va doonjrongenl
ving is de regeering volko"eaar een stabili-
Zij is dan ook waakzaam, wiUen, kost
satie als de sociaal-democrate de me-
te groote offers. Met ee minister»
dewerking der Kamer eb
Na zijn rede klonk er een ,fdeeUn-
Bij de behandeling vard s ono
gen van de begroeting we denM^ j
ling „landbouw", wwrbjkondcn worde"
van het landbouwer!"Skingen
besproken, nog vele p punten
Verschillende reeds be8Pr° uitgewerkt'
den nog eens wat B^taillee ke s
Als de minister vand^ erop terugk"
„„O,, «.„„.woord, zuU.»
een drietal kleine up gurgerlÜ|'
o.a. een wijziging wordt d
boek. waardoor het aWjg (roUwt.jffi,
zwager met zijn sc gerschap de
de echtgenoot die de zwag
staan is overleden.