EN ONSTREKEN.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR
Overeenstemming tusschen Engeland en
Frankrijk over de oorlogsproblemen.
Onrust in het protectoraat.
Een Tjecho Slowaaksch comité opgericht.
PRIJS DLR GEWONE ADVERTENTIENÏ
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 141e Jaargong
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
273 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 18 November 1939
De toestand in het
protectoraat.
^ngelsche vermoedens over
toestand in Duitschland.
„Werken en
zwijgen".
De algemeene toestand.
COURANT.
ALKMAARSCHE
No
Er is gister in Engeland een vergadering van den Oppersten Oorlogsraad
gehouden waaraan ook Daladier, de Fransche opperbevelhebber Ganielin en
andere Fransche autoriteiten hebben deelgenomen. Er werd een volkomen
overeenstemming ten aanzien van de behandeling van de diverse oorlogs
problemen vastgesteld. In verband met de samenwerking op economisch
gebied, is er een coördinatie-commissie samengesteld, welke zich zal bezig
houden inet alles wat in verband staat met de luchtvaart, de petroleum,
de munitie, de grondstoffen, de bevoorrading, het vervoer en den economi-
schen oorlog. Alle inkoopen zullen gezamenlijk geschieden.
Naar uit Praag wordt gemeld, tracht sedert eenigen tjjd een groep in-
tellectueelen de orde en rust in het protectoraat te verstoren. Op 28
October en 15 November hebben in het bijzonder studenten van Tsjechische
hoogescholen anti-Duitsche betocgingen gehouden en in verband daarmede
zjjn deze scholen voor den tijd van drie jaren gesloten. Negen studenten, die
men als de raddraaiers beschouwde, zijn geëxecuteerd en, naar verluidt, zou
den er ongeveer 1200 gearresteerd zijn. Groote groepen S.S.-mannen men
spreekt zelfs van 10.000 man zijn naar Praag gezonden om de orde te
herstellen.
In Frankrijk is een Tsjecho-Slowaaksche regeering gevormd, althans
een comité van een achttal mannen, die hun vroeger vaderland in het
buitenland zullen vertegenwoordigen. Tot hen behoort o.a. de oud-president
Benesj. Men wil overgaan tot de wederoprichting van een Tsjecho-
Slowaaksch leger. De comité-leden generaal Ingr en generaal Viest zullen zich
voornamelijk bezig houden met de organisatie van het Tsjecho-Slowaaksche
leger in Frankrijk.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Ten aanzien van de in de buitenland-
sche pers verschenen geruchten over be
weerde onrust in het Rijksprotectoraat
Bohemen en Moravië, werd van bevoeg
de zijde aan de vertegenwoordigers der
buitenlandsche pers medegedeeld, dat in
het protectoraat orde en rust heerscht, wel
han het er van komen, dat de Tsjechische
rege ring bepaalde noodig wordende
maatregelen neemt tegen zekere kringen,
die getoond hebber., dat zij blijkbaar meer
houden van wanorde en onrust. Deze
hringen zijn echter onbeteekenend en
klein. Zij bevinden zich uitsluitend onder
intellectueelen. Het betreft hier een deel
van die lieden, die tot den vroegeren
kring van aanhangers van den mislukten
«migrant Benesj behoorden.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt
nader:
Sinds eenigen tijd probeert een
groep Tsjechische intellectueelen, in
samenwerking met den gevluchten
ex-president Benesj, door kleine of
grootcre daden van tegenstand, rust
en orde in het protectoraat Bohemen
en Moravië te verstoren. Daarbij kon
worden geconstateerd, dat de rad
draaiers van deze daden van tegen
stand vooral ook aan de Tsjechische
hoogescholen te vinden zijn.
Daar deze elementen zich op 28
October en 15 November er toe heb
ben laten verleiden handtastelijk
tegen individueele Duitschers op te
treden, werden de Tsjechische hoo
gescholen voor den duur van drie
jaren gesloten, werden negen daders
oodgeschoter en werd een vrij groot
aantal betrokkenen gearresteerd.
D "f C°rresP°ndent in Kopenhagen van de
m y Telegraph meldt, dat volgens in de
ensche hoofdstad ontvangen berichten
od ~S0C' formaties ter sterkte van 5000 mar.
Chj !ïl°t°ren en in pantserwagens met ma-
p egeweren en veldgeschut gistermorgen
binnengerukt. Deze berichten
cwfn me^n6 van ernstige onrust in Tsje-
EeW ije' waarin de oorzaak zou zijn
scher Van de versterking door de Duit-
troe,,S Van bun binnenlandsche veiligheids-
dent In bet protectoraat. De correspon-
arrpsfl»6 verder. dat de colonne tientallen
slu<Wl0S beeft verricht onder Tsjechische
5'udenten en patriotten.
Britsche officieele kringen weigeren
v meening te geven over berichten
°»rust in Duitschland en mee-
'ngsverschillen tusschen Hitier en
Ijy. udsche legerleiders. In politieke
ken 8Cn VVerd gister evenwel gespro-
Welk °^Cr bepaalde aanduidingen,
gen 6 e berichten zouden bevesti-
DE HOUDING VAN ITALIË.
De Regime Fascista houdt zich be
zig met de korte toespraak van Mussolini
tot de studenten. Het blad schrijft o.m.: De
in begin September afgelegde verklaring,
dat Italië geen initiatieven van militairen
aard wilde nemen, beteekent niet, dat
Italië daar principieel afstand van doet.
Italië neemt in Europa een machtspositie in
en heeft den plicht zich te bekommeren om
zijn belangen, zijn toekomst en zijn histori
sche missie. Ieder Italiaan moet derhalve
van dag tot dag zich geestelijk, moreel, eco
nomisch en militair voorbereiden op het
oogenblik, waarop de duce het bevel totop-
marcheeren zal geven. Dan zullen allen,
daarvan kan men verzekerd zijn, als één
man opstaan in de zekerheid de overwin
ning tegemoet te snellen.
Uit Londen wordt gemeld:
In een commentaar op den toestand is
gisteravond door Radio Roma het volgende
gezegd: De diplomatieke activiteit van
Italië op den Balkan moet niet worden op
gevat als een aanduiding, dat Italië het
voornemen heeft partij te kiezen in het
huidige conflict, en nog minder, dat het een
instrument zou worden van de eene of de
andere partij.
Italië en de Balkan.
Radio Roma heeft gisteravond verklaard:
Italië zal weerstand bieden aan iedere po
ging om het communisme op den Balkan te
introduceeren, zooals het dat in Spanje heeft
gedaan. Mocht een dergelijke poging wor
den ondernomen, dan zou zij komen te
staan tegenover de onmiddellijke Italiaan-
sche reactie, die niet minder vastberaden
zou zijn dan Italië's actie in Spanje.
TIJDPERK VAN ONDERHANDELINGEN
AFGESLOTEN.
De Berlijnsche correspondentvan het
Hamburger Fremdenblatt
wijst er op, dat na de periode der Neder-
landsch-Belgische vredesstappen, de oorlog
thans in een phase getreden is, waarin alleen
de wapnen en de overwinning een beslissing
kunnen brengen. Voor het Duitsche rijk is 't
tijdvak van onderhandelingen afgesloten. Bij
de Westelijke mogendheden moet wel een
zonderlinge voorstelling bestaan over de
onder het Duitsche volk heerschende denk
beelden, daar anders moeilijk te begrijpen is,
dat zelfs nu nog in Engeland en Frankrijk
stemmen opgaan, die nog een verder ant
woord van Duitschland verwachten, buiten
het bondige antwoord, dat de rijksminister
van buitenlandsche zaken aan den Belgischen
ambassadeur en den Nederlandschen gezant
heeft medegedeeld. De redevoeringen van
Chamberlain, Halifax. Eden, Churchill en
Reynaud hebben het Duitsche volk zulk een
helder beeld gegeven van de Engelsche oor
logsdoeleinden, dat het thans doordrongen
is van de onmogelijkheid vrede te sluiten
met dit Engeland en met deze mannen.
HET FRANSCHE LEGERBÊRICHT.
Het Fransche legerbericht van gister
avond luidt: Plaatselijke activiteit van
verkenningsafdeelingen en artillerie.
VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN
BELGISCH GEBIED.
Het Belgisch telegraaf-agentschap deelt
mede:
Nog de laatste dagen hebben vliegtuigen
der oorlogvoerende landen veelvuldig boven
Belgisch grondgebied gevlogen. Men heeft
een aantal Duitsche en Engelsche toestellen
herkend. Het luchtdoelgeschut en de jacht
vliegtuigen zijn telkens opgetreden, wan
neer het mogelijk was en vaak met succes
in dien zin, dat *re!e vliegtuigen verkozen
op hun weg terug te keeren. Het gebeurt
echter zeer dikwijls, dat de vreemde toe-
srellen zich zeer kort laten zien en alleen in
het grensgebied, waardoor aan onze verde
digingsmiddelen elke mogelijkheid tot op
treden wordt ontnomen, aangezien de Bel
gische vliegtuigen de vreemde toestellen
niet op buitenlandsch gebied kunnen achter
volgen.
Bevoegde kringen merken op, dat het
voor elk land onmogelijk is, het bezoek
van vreemde toestellen radicaal te verhin
deren.
Voorts dient rekening gehouden te wor
den met het fei., dat de vliegtuigen der
oorlogvoerenden welke over Belgisch grond
gebied vliegen, d;ar geen taak te vervullen
hebben. Het betreft verdwaalde toestellen,
of wel toestellen die via België een naburig
land denken te bereiken, en in de meeste
gevallen op zeer groote hoogte. Wanneer zij
zich ontdekt en achtervolgd zien, verwijde
ren zij zich terstond. Het is slechts eenmaal
gebeurd, dat een vliegtuig gepoogd heeft
door te vliegen. Het werd tot dalen ge
dwongen.
Uit Gent wordt gemeld:
Een tweemotorig -Engèlsch jachtvliegtuig
was Donderdag gedwongen in een weide in
de buurt van St. Baafs Vijve (arrondisse
ment Tielt, provincie West Vlaanderen) ten
gevolge van regen en storm te dalen. Bij de
landing werd de cabine van het toestel be
schadigd.
Het vliegtuig is in beslag genomen. De
drie inzittenden zijn geïnterneerd.
Gisterochtend werd in de buurt van
Gent een Duitsch vliegtuig waargenomen,
dat op ongeveer 6000 meter hoogte vloog.
Belgisch luchtdoelgeschut is direct in actie
getreden. Het vliegtuig heeft zich dadelijk
verwijderd.
TURKIJE EN DE SOVJETS.
Rusland zou aan de Turksche régeering
hebben voorgesteld de in Moskou afgebro
ken onderhandelingen over het sluiten van
een niet-aanvalspact te hervatten. Volgens
den correspondent te Boedapest van de
BaslerNachrichten zou de regee
ring te Ankara in beginsel het voorstel aan
vaard hebben, maar zou zij eerst de Weste
lijke mogendheden willen raadplegen.
Een goed diplomaat moet precies weten
wat hij zegt en hij moet zoo nu en dan een
groote rede houden om te verbergen, dat
hij eigenlijk niets heeft te zeggen.
Vooral in oorlogstijd moeten diplomaten
en alle staatslieden, die verantwoordeiijke
posten bekleeden, er op bedacht zijn, dat
hun woorden in de geheele wereld bekeken
en besproken worden en dat men daaraan
in vijandelijke staten maar al te graag con
clusies vastknoopt waaraan de spreker zelf
wellicht niet gedacht heeft.
In Engeland wordt heel veel gesproken en
men trekt er zich daar weinig van aan hoe
de wereld er op reageert. Er is geen parle
ment waar men zich vrijer kan uiten dan
in het Lagerhuis en ook in oorlogstijd krijgt
de regeering over haar beleid in het open
baar, naast veler instemming, heel wat cri-
tiek te hooren.
Wat Frankrijk betreft gebeurt het maar
zelden, dat een staatsman een groote rede
voering over den oorlogstoestand houdt. Het.
komt wel eens voor, maar dan is die Fran
sche minister of generaal in Londen waar
hij aan het een of andere diner verschijnt
wci3t men nu eenmaal verwacht, dat hij
zijn hart over de Engelsch-Fransche vriend
schap en de onbetrouwbaarheid van den ge-
nieenschappelijken vijand zal luchten.
De Fransche legerleiding is nog veel
zwijgzamer en als het dagelijksche oorlogs
communiqué uit één regel kan bestaan, zal
men er geen twee aan verspillen.
In Duitschland hult men zich wekenlang
in een geheimzinnig zwijgen totdat Hitier
voor den Rijksdag of Von Ribbentrop voor
de microfoon verschijnen en dan kunnen
alle dagbladen gerust een paar kolommen
van hun plaatsruimte voor de heeren reser
veeren.
In Italië is een heel eigenaardige toestand
ontstaan. Daar stond de regeering tot vlak
voor het uitbreken van den grooten strijd
naast Duitschland. Daar vormde men samen
de beroemde of beruchte as het bijvoe-
gelijk naamwoord was afhankelijk van de
plaats waaruit men dit bondgenootschap
bekeek en de heeren Hitier en Mussolini
lieten geen gelegenheid ongebruikt om van
hun groote en oprechte vriendschap te ge
tuigen.
Men wist, of kon althans vermoeden, dat
een oorlog met Duitschland tegelijkertijd een
oorlog met Italië beteekende en het heeft er
allen schijn van, dat men ook in Italië zelf
daarvan ten volle overtuigd was.
Een oorlog zou Italië rechtstreeks in con
flict met Frankrijk brengen en wat dit be
treft waren er in de Middellandsche zee
nog wel eenige appeltjes te schillen, die men
dan tegelijkertijd onderhanden zou nemen.
Hoe kort is het nog maar geleden, dat na
een rede van Mussolini de opgewonden toe
hoorders om Corsica en om Tunis riepen en
dan glimlachte de Duce geheimzinnig, dan
protesteerde hij niet en dan waren alle
Fransche couranten verontwaardigd, dat
men zoo openlijk op de aanstaande verove
ring van Fransche bezittingen durfde zin
spelen.
Maar de oorlog is uitgebroken en Italië,
de groote vriend, heeft zich niet aan de
zijde van het Duitsche rijk geschaard. De
geweldige weermacht, welke de heeren
Hitier en Von Ribbentrop zoo nu en dan
eens in Rome of in Genua mochten bekij
ken, heeft geen bevel tot actief deelnemen
aan den strijd gekregen en men heeft in den
beginne gedacht, dat dit eigenlijk een tac
tische, manoeuvre was.
Immers, wanneer Italië voorloopig neu
traal bleef, zou de Middellandsche Zee niet
geblokkeerd worden en kreeg Duitschland
gelegenheid van die zijde alle voorraden te
betrekken waaraan het behoefte zou kunnen
hebben.
Dat was een erg verstandige maatregel,
heeft men in den beginne gezegd, maar
naarmate de oorlog langer duurde begon
men te twijfelen of Italië wel ooit van plan
was Duitschland daadwerkelijk te steunen.
De Italiaansche minister van Buitenlandsche
Zaken Ciano reisde zoo nu en dan eens naar
Berlijn en hij bleef er ook wel eens weg
als hij geïnviteerd was maar die bijeen
komsten schenen weinig resultaat voor een
hechtere Duitsch-Italiaansche samenwerking
te hebben.
In den beginne kon de heer Hitier of een
van zijn groote mannen geen redevoering
houden of dé vriendschap van Italië, den
trouwen as-genoot, werd naar voren ge
bracht en door de aanwezigen geestdriftig
toegejuichd, maar naarmate de tijd is ver
streken wordt er in Duitschland steeds min
der over Italië en den Duce gesproken, wat
het vermoeden wettigt, dat men daarover
hoe langer hoe minder tevreden is geble
ken.
De heer Mussolini, die groote redevoerin
gen kon houden, heeft zich sedert eenigen
tijd in een nietszeggend of misschien ook
wel veelzeggend zwijgen gehuld. Hij
heeft zijn landgenooten het parool „zwijgen
en werken" gegeven en is daarna in een
soort orakel van Delphi veranderd, waar
van niemand goed begrijpt waar hij eigen
lijk heen wil.
Vast staat, dat Italië dezen oorlog liefst
zoo spoedig mogelijk wil beëindigen en
daarom van harte gaarne elk vredes-initia-
tief zou willen steunen. Vast staat ook, dat
het non-agressiepact dat Duitschland met
Rusland heeft gesloten in Italië de lust om
met Duitschland samen te gaan heel erg
bekoeld heeft.
„Italië wacht af wie de overwinnaar zal
zijn om zich daarbij aa# te sluiten", heeft
de heer Molotof kort geleden schamper op
gemerkt en dergelijke uitlatingen kunnen
niet andèrs dan den tegenzin om zich bij een
Duitsch-Russisch bondgenootschap te voe
gen in Italië versterken.
Italië gevoelt zich de natuurlijke bescher
mer van den Balkan, het vreest daarbij ten
zeerste den Russischen invloed in Oost-
Europa en nu Duitschland aan Rusland
blijkbaar de vrije hand laat, is men in
Italië gereserveerder in houding en uitla
tingen geworden dan ooit te voren gecon
stateerd werd.
Niet altijd gelukt het den heer Mussolini
zich aan een redevoering te onttrekken.
Dezer dagen was een groote en enthou
siaste menigte in Rome voor zijn paleis te-
samen gekomen, waaronder duizenden stu
denten van het fascistische universiteits
legioen, die de opening van het nieuwe aca
demische jaar gevierd hadden.
Toen moest Mussolini wel spreken, maar
hij heeft het zoo kort mogelijk gemaakt, hij
heeft over 't „libro" en „moschetto" gespro
ken, over het boek en over het geweer en
daarmede den wensch te kennen gegeven
dat in figuurlijken zin natuurlijk elke
student naast zijn boek zijn geweer moest
gereed houden.
En de kleine groep, die oudergewoonte
nog om Tunis en Corsica schreeuwde, werd
door de menigte overstemd. Die riep alleen
maar om den Duce alsof men nu wel begre
pen had, dat de heer Mussolini er momen
teel geen behoefte aan heeft zich minder
vriendschappelijk over den Franschen buur
man uit te laten.
In Parijs huldigt men de Italiaansche
oud-strijders en in Londen wordt de Ita
liaansche gezant als een te lang weggeble
ven logé op den schouder geklopt en aan
diverse feestmaaltijden als een der beste
vrienden van Engeland geprezen.
Het is of men daar begrijpt, dat het
Duitsch-Russisch non-agressiepact Italië tot
een koerswijziging deed besluiten, zoodat
het, inplaats van een vijand, in de toekomst
nog wel eens een vriend zou kunnen blij
ken.
Dat gaat men ook in Spanje begrijpen,
waar men meer dan ooit naar een vriend
schappelijke verhouding met Italië schijnt
te streven.
Generaal Franco heeft zijn redevoeringen
welke hy zelf blijkbaar heel belangrijk
vindt in boekvorm uitgegeven. Er is een
Italiaansche uitgave van verschenen en nie
mand minder dan de Italiaansche minister
Ciano heeft er een inleiding voor geschre
ven.
Die warme lof zegt het Spaansche blad
El Alcazar wekt de sympathie en de
dankbaarheid van het Spaansche volk en
draagt er toe bij, dat de broederlijke gene
genheid nog toeneemt tusschen twee
roomsch-katholieke volken, welker vriend
schap werd bezegeld door Italiaansch en
Spaansch bloed in den oorlog tegen het
bolsjewisme, den gemeenschappelijken
vijand der beschaving.
De Duce zal er wel niet op antwoorden.
Men verkeert in Italië nog altijd in de pe
riode van afwachten, maar naarmate de tijd
verstrijkt zonder éclatante Duitsche over
winningen en naarmate Rusland weer groo-
ter belangstelling voor Turkije en den ge-
heelen Balkan gaat toonen, behoeft men zich
in Frankrijk over het lot van Tunis en Cor
sica niet ongerust te maken.
„Werken en zwijgen", heeft Mussolini be
volen.
En met de grootste belangstelling wacht
men in alle landen ter wereld af wat hij zal
zeggen wanneer de oorlog in een zoodanig
stadium is gekomen, dat hij den zwijgplicht
niet langer noodzakelijk oordeelt.
Het voornaamste nieuws van heden is, dat
er in Londen een bijeenkomst is gehouden
van den Hoogen Raad van Oorlog waarin
de militaire toestand bestudeerd is en waar
bij men tot overeenstemming kwam over de
wijze waarop de Britsche en de Fransche
strijdkrachten zoo doeltreffend mogelijk
kunnen samenwerken.
Ér is thans weer een verklaring
van Chamberlain en Daladier gepubliceerd,
waarin wordt medegedeeld, dat men op-
nieuw over het gemeenschappelijk beleid
van den militairen- en economischen oorlog
heeft gesproken en de desbetreffende rege
lingen thans voltooid zijn. De uitvoering
der werkzaamheden is aan een coördinatie
commissie opgedragen.
Er is in Frankrijk een comité gevormd,
dat Tsjecho Slowakije in het buitenland zal
vertegenwoordigen en een Tsjecho Slo
waaksch leger voor deelneming aan den
strijd in Frankrijk zal oprichten.
Het Duitsche Nieuwsbureau spreekt na
drukkelijk de berichten in buitenlrndsche
bladen tegen, dat er in het Rijksprotectoraat
Bohemen en Moravië eenige onrust zou zijn,
tenzij dan een onbeteekenende opstandige
beweging in eenige intellectueele kringen.
In flagrante tegenstelling daarmede is het
bericht uit Praag waarin melding wordt ge
maakt van pogingen tot ordeverstoring
waarvan de raddraaiers contact zouden heb
ben met den vroegern president van Tsje
cho Slowakije Benesj en hoofdzakelijk stu
denten van de technische hoogescholen zou
den zijn.
Deze scholen zijn nu voor den duur van
drie jaren gesloten, er is een groote groep
S.S.-mannen naar Praag gezonden, negen
oproerkraaiers werden doodgeschoten en
meer dan duizend werden gearresteerd.
Dat ziet er volgens de Duitsche lezing
vrij onschuldig uit, maar deze massa
executie doet duidelijker dan alle verklarin
gen blijken, dat men een voorbeeld heeft
willen stellen uit vrees, dat de oproerige
beweging in het protectoraat tot een alge
meen verzet in Tsjecho Slowakije zou kun
nen leiden.