Begrooting Economische Zaken aangenomen
VRAAG EN AANBOD
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
PARLEMENT
De visscherij wordt zooveel mogelijk
gesteund.
Binnanlandseh» Zaken aan
de orde.
Spit, rheumatiek?
Nee-nAKKERTJE
Buitenlandsche sprekers
in besloten kring
ongewenscht.
Minister de Geer sprak
Zelfde gedragslijn in
d« toekomst.
De Tweede Kamer heeft vertrouw
nieuwen minister, lri *Uri
Leerlingenschaal en spelling opnieuw ter Sp
Voorloopig vorslag der
Tweede Kamer.
WOENSDAGS en ZATERDA6&
35 cBnt per viff regeli,
ÜeuiiCetoit
TWEEDE BLAD
<V»n onzen parlementairen
medev erker).
Tegen huif vier gistermiddag was
de Tweede Kamer gereed met de
behandeling van de begrootingen
van Economische Zaken en van het
Landbouwcrisisfonds; ze werden
zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
En toen kon minister Steenberghe de wijk
nemen naar zijn departement, dat hy vier
middagen vrijwel niet heeft gezien.
Nadat hij Donderdagmiddag een begin
had gemaakt met zijn antwoord op de be
schouwingen over de afdeeüng Landbouw
en de afdeelingen van het Landbouwcrisis
fonds, zette hü dadelijk zijn rede voort.
Veel nieuws kon hij niet vertellen, nadat
hij de hoofdpunten bij het algemeepe debat
reeds had beantwoord. Hü was blij, ondanks
de bezuiniging, dezen keer nog wat meer
voor het landbouwonderwijs te hebben
kunnen doen. De steun aan de kleine boe
ren valt voor een deel onder de Sociale
Zaken, waarmee hü overleg pleegt. Er zijn
maatregelen genomen om meer opslagruim
te voor granen in te richten; met de beta
ling van de ingenomen granen heeft het
aanvankelijk wat gestokt, maar daarin is nu
verbetering gekomen. Waarschijnlijk zal de
volgende week de uitvoer van fijne zaaiza
den weer mogelijk zijn. Voor gebrek aan
kunstmest behoeft men zich voorloopig niet
ongerust te maken; de voorraden zijn groot
genoeg, ook van kalkstikstof ter verdelging
van onkruid. Om de kleine molenaars te
gerieven zullen wellicht verschillende van
dezen gecombineerd worden bij de verwer
king van mengvoer.
Binnen enkele weken hoopte de
minister voor het geheele land een
règeling tot stand te brengen waar
door de boeren voor de helft van
het veevoeder eigen granen mogen
gebruiken; ook daarvan profiteeren
de molenaars.
Met betrekking tot den tuinbouw
wees de bewindsman erop, dat de
tuinders er belang bij hebben niet
te veel producten aan te voeren;
hooge minimumprijzen prikkelen
tot „doordraaien". Met het oog op
een en_ ander was de minister niet
bereid eèn bijslag op den vergoe-
dingsprijs te geven.
Over den boterexport en de boterprijzen
wenschte hij niets mede te deelen, daar te
Londen momenteel onderhandelingen gaan
de zijn; Woensdag is een commissie van
belanghebbenden daarheen vertrokken.
Tenslotte deelde de minister bij deze afdee
üng nog mede, dat spoedig een noodregeling
ter bescherming van het natuurschoon kan
worden verwacht.
De nood der visscherij.
Met de visscherij is het op dit oogenblik
mis. De uitlatingen in mineur van de zeven
leden, die bij de desbetreffende afdeeling
der begrooting daarover spraken, waren
daarmede in overeenstemming. Het waren
de heeren Kievit (s.d.), Posthuma (c.d.u.),
Bakker (c.h.), dr. Vos (lib.), Schilthuis
(v.d.), Mes (r.k.) en Duymaer van Twist
(a.r.) Niet alleen de zeevisscherij, waaronder
men gewoonlijk de haringvisscherij verstaat,
maar ook de kust- en zoetwatervisscherij, de
mossel- en de oesterteelt en den garnalen-
visschers in het bijzonder gaat het slecht.
Waren het voor den oorlog de te kleine af
zet, of de te lage prijs bij groote aanvoeren,
de maatregelen waarmede buurlanden cf
landen in de buurt onzen invoer belemmer
den, die de malaise aanbrachten, nu doet de
orlog met zijn mijnengevaar er nog een
ivhapje op. En dat mijnengevaar is waarlijk
niet geringer dan in 1914-19181 De visschers
hebben de droeve herinnering aan het om
komen van 1022 van hun makkers flOtl
veduwen n or .veer 1800 kinderen acl -
'.eten. Geen wonder dat de animo om weer
gaan varen oi het oogenblik niet buiten
sport ie. Toch ga*., er wekelijks meer
loggers en reilers nrrr zee, ondan'. de gi>
varen; de regeering heeft maatregelen ge
nomen, waardoor het grootere risico voor
verliezen kan worden aanvaard. Met een en
ander waren de sprekers in de Kamer inge
nomen, maar toch waren er in de betrokken
kringen nog wenschen, waaraan zij uiting
gaven, zooals verzekering van de bemanning,
grootere tegemoetkoming bij de moiestver-
zekering, meer steun aan de garnalen- en
zoetwatervisschers en bevordering van de
consumptie van visch.
Niet alleen onder de gewone burgerij,
maar vooral onder de militairen waar mi
nister Dijxhoorn wel wat aan zou kunnen
doen en onder de werkloozen (voor wie
de hulp van minister van den Tempel werd
ingeroepen). Het eenige lichtpuntje vormt
de vangst van de snoekbaars en de bevredi
gende afzet daarvan, maar die komen hoofd
zakelijk den visschers op het IJsselmeer ten
goede, waarin deze vischsoort zich blijkbaar
erg thuis voelt (nu misschien niet meer...)
We zullen het by deze opsomming maar
laten; de nevenbedryven en de belangen van
de vischhandelaren en -venters kwamen
eveneens ter sprake.
Een algemeene wensch was er, namelijk,
dat het den minister zou behagen om het
subsidie aan het belangrijke particuliere vis
scherij proefstation te verhoogen. Daartoe
was de bewindsman echter niet bereid; het
vorige jaar had hij het subsidie al op 5000
gebracht, dit bedrag nu nog te verdubbelen,
zooals in het bijzonder de heer Kievit
wenschte, was hem onmogelijk.
Hij was bereid een onderzoek in
te stellen terzake van de molest-
verzekering van de kustvaarders;
voor de cascoverzekering komt er
een betere regeling en voor de gar-
nalenvisschers zou de minister ook
diverse wenschen overwegen. Wat
hy niet kon, dat was de smaak van
het Nederlandsche publiek veran
deren.
Als dit niet aan de zoetwatervisch wil,
dan doet ook een minister er niets aan. Het
schynt de snoekbaars wel te lusten en daar
om beschouwde hy de gunstige vangst en
ontvangst van deze visch als een „indirect
lichtpunt". Enkele sprekers, o.a. de heer
Duymaer van Twist, hadden geklaagd over
den hinder, welke de visschers in den Helder
ondervinden van het vroege sluitingsuur
van de haven voor visschersschepen, name
lijk al om vijf uur. De minister zal met zijn
ambtgenoot van defensie overleggen of het
mogelyk zot zijn dit uur wat later te stellen.
Zoowel de bcgrooting van het Landbouw
crisisfonds als die van economische zaken
gingen daarna onder den hamer door.
Binnenlandxche Zaken.
Toen loste minister van Boeyen zijn lange
collega achter de regeeringstafel af; nu
werden de sluizen der welsprekendheid voor
de begrooting van Binnenlandsche Zaken
opengezet, en wel in de eerste plaats over
de afdeeling „binnenlandsch bestuur". De
heer Duymaer van Twist kwam op zijn oude
chapiter van de de binnenscheepvaart nek
kende hooge scheepvaartgelden, zooals deze
in verschillenden vorm worden geheven,
terug. De heer Krol (c.h.) kon zich op dit
punt by dezen afgevaardigde aansluiten, er
op wijzend, dat deze heffingen bedoeld zijn
als een retributie, maar niet als een belas
ting. Hij waardeerde het dat de minister
zaken, ten aanzien waarvan verschil van
godsdienstig inzicht zich voordoet, zooals de
Zondagswet, de begrafeniswet en de bios-
Op vragen van den heer Vorrink (s.d,)
naar aanleiding van een bijeenkomst te Nij
megen van de aldaar gevestigde Duitsche
kolonie en een op die bijeenkomst door een
buitenlander gehouden rede, heeft de mi
nister van justitie het volgende geantwoord:
Het geldende spreekwoord voor buiten
landers heeft betrekking op openbare ver
gaderingen. De op 14 October 1.1. te Nij
megen gehouden vriendschappelijke bijeen
komst was niet openbaar, doch alleen toe
gankelijk voor genoodigden. Voorts is het
niet juist, dat dr. Vogler zich in *Un toe
spraak heeft bezig gehouden met het trek
ken van vergelijkingen tusschen Duitsch-
land en de democratische staten voor wat
hun respectieve oorlogskansen betreft. Wel
heeft de spreker het een en ander medege
deeld over de economische kracht van het
Duitsche rijk.
Hieruit blijkt, dat een overtreding van het
bestaande verbod niet heeft plaats geha<
Overigens zal uiteraard dit
verbod blijven gehandhaafd, terwijl
de minister voorts van meening is,
dat het minder gewenscht is, dat in
besloten bijeenkomsten, bezocht door
vreemdelingen zoowel als door Ne
derlanders, door buitenlandsche
sprekers onderwerpen van politieken
aard worden behandeld.
Bij den minister is in overweging
omtrent dit punt een nadere rege
ling te treffen.
od tijd.
Op vragen van Ridder van Rappard
(11b.) betreffende het tijdstip, waarop
de voorzitter van den raad van mi
nisters zijn radiorede naar aanleiding
van den internationalen toestand heeft
uitgesproken, heeft minister de Geer ge
antwoord, dat hij zijn radiorede op
Maandag 13 dezer te J uur heeft uitge
sproken, omdat hem dit het juiste oogen
blik scheen.
De vraag of niet beter ware geweest
zoo de minister zich onmiddellijk nadat
de regeering voornemens was ver
scherpte militaire maatregelen te tref
fen, tot het Nederlandsche volk had ge
wend, wordt ontkennend beantwoord.
Ook voortaan zal de minister indien
hy, naast de wyze, bedoelde in artikel
97, lid 2, der grondwet, meent de natie
ook rechtstreeks per radio te moeten
inlichten, daartoe het oogenblik kiezen,
waarop hem zulks noodig en mogelijk
voorkomt.
coopwet, niet wil laten rusten; uit vrüz. dem.
kring kreeg de bewindsman hierover even
eens een woord van lol; te hooren, toen mr.
Bijlsma deze zaken beAjprak en verklaarde,
dat ze waarlijk niet alleen op den weg van
een christelijk kabinet liggen.
Wat de financieele verhouding tusschen
het rijk en de gemeenten betreft, waarom
trent plannen worden voorbereid, vroeg deze
afgevaardigde den minister, wel te willen
bedenken dat de contribuabelen van ge
meenten en rijk gewoonlijk dezelfde belas
tingbetalers zljnl
Samenvoeging van kleine gemeenten was
een zyner wenschen; van den heer ter Laan
(s.d.) is het immer een hartéwensch geweest
en dies zaagde hij er dezen minister nog
maals over door, betoogend, dat door samen
voeging het gemeentebelang en het gemeen
schapsbelang beter kunnen worden behartigd
dan door dwerggemeenten beneden de dui
zend inwoners.
De heer Krijger (c.h.) zette een wydsch
betoog op over de urgentie van het inrichten
van een havenschap voor Rotterdam, dat
niet langer een haven gemeente, maar
een haven s t r e e k is. Dit feit is vereischt
een bijzondere behartiging van de verschil
lende samenvallende en soms uiteenloopen-
de gevallen. De zaken van de grootste haven
van het vaste land van Europa moeten wor
den waargenomen op een wijze, die in over
eenstemming is met de ontwikkeling van den
tijd, en wa' dit laatste betreft, is men in het
buitenland ons voor.
A.s. Dinsdag gaat de Kamer met deze be
grooting verder.
Aan h«t Voorloopig Verslag van de Twee-
de Kamer over het 6e hoofdstuk (onder
wijs) der riiksbegrooting voor 1940 Is het
volgende ontleend:
Algemeene beschouwingen,
Vele leden koesterden van het
optreden van den minister goede
verwachtingen op grond van diens
veeljarige persoonlijke ervaring,
waarbij hij er onder meer blyk van
heeft gegeven de behoefte aan ver
nieuwing van het onderwijs te ver
staan. Het had verscheidene leden
echter teleurgesteld, dat de millioe-
nennota en deze begrooting geen
voorstellen bevatten tot verbete
ring van het onderwijs. Vooral het
feit, dat op deze begrooting geen
gelden zijn uitgetrokken voor her
ziening van de leerlingenschalen,
betreurden zij ernstig.
Vele leden sloten zich bü den hooger
weergegeven aandrang tot herziening van
de leerlingenschalen aan.
Verscheidene leden meenden, dat de mi
litaire en economische maatregelen, welke
de regeering moet treffen om ons volksbe
staan te verzekeren, zoo groote kosten mee
brengen, dat aan allerlei andere verlangens
voorloopig het zwijgen moet worden opge
legd.
Van verschillende zyden werd de mee
ning uitgesproken, dat de resultaten van ons
onderwijs niet bevredigend zijn. Dit zou
voor een groot deel moeten worden toege
schreven aan de inrichting van het school
wezen, welke dringend herziening behoeft.
Vele leden zagen in de te ver doorgevoer
de differentiatie een ernstig gevaar voor de
ontwikkeling van het onderwijs.
De spelling,
Algemeen werd aangedrongen op een
spoedige en definitieve oplossing van het
spellingsvraagstuk. Sommige leden achtten
een wettelijke regeling van de spelling
noodzakelijk. Zy vroegen, of een dergelijke
regeling reeds in voorbereiding is en, zoo
ja, in welk stadium deze voorbereiding ver
keert.
Van verschillende zijden vestigde
men er de aandacht op, dat in een
groot aantal lagere scholen het vak
lichamelijke oefening in het geheel-
niet wordt onderwezen. Vele leden
achtten den tyd gekomen om dit
vak voor alle lagere scholen ver
plichtend te stellen.
Mocht de minister hiertoe niet aanstonds
kunnen overgaan, dan zou men er op wil
len aandringen, dat de minister de gemeen
tebesturen er op zal wijzen, dat de termijn
van opschorting der verplichting tot het ge
ven van onderwijs in de lichamelijke oefe
ning op 1 Januari 1941 niet zal worden ver
lengd. Enkele leden sloten zich by dezen
aandrang aan.
Vele leden vestigden er de aandacht op,
dat talrijke schoolgebouwen in gebruik
zijn genomen voor defensie-doeleinden.
Aangezien de huidige buitengewone om
standigheden nog langen tyd kunnen voort
duren, vroeg men, of de minister bij zijn
ambtgenoot van defensie er op wil aandrin
gen, om zoodanige maatregelen te treffen,
dat de schoolgebouwen weer kunnen wor
den vrijgegeven.
Hooger onderwijs.
De personeelsuitgaven werden te hoog, de
regeling der studentengelden te bezwarend
geacht.
Naar het oordeel van verscheidene leden
wordt aan de universiteiten de paedagogi-
sche wetenschap te veel als stiefkind behan
deld. Zij zouden op verbetering van dit
onderwijs willen aandringen.
V h
Vele leden wilden en ln'
na 6 October 1921 e l^Sïubsldi 1js
gerscholen en gymnasKti^ C
niet langer onthouden 8elsl
V an andere zyde Werrt
versobering geboden Z l» op«e«*rla s
doen zich te groot,
Vele leden hadden
zien, dat in deze begrootin» mmln« te
lijk hooger bedrag VSnLV*
onderwijs is uitgetrokkenZll
echter, dat de minister niet vL ^en
in 1940 mede te l
van nieuwe scholen, hoeuti prlch«»g
plaatsen aan een nieüwelS u°P
behoefte bestaat. Verscheiden 1511001
meenden ook in de huidige Ieden
heden te moeten blijven aandri^ *ndig"
herstel van de driejarige »mwSg*n, °P
andere leden bestreden deze onl u.Chooil'
Vele leden drongen am
van de getuigschriften der schSSg
maatschappelijke werksters, de S T
erkenning te stellen voorwaarden
voor dit onderwijs voldoende Smï?*en
beweging moeten laten. Wmt®
Sommige leden vroegen of H»
- indien verlag,ng va"
""ft1"'6" w»'d® SST
bereid is te bevorderen ,dat de JlfïïZ
optredende z.g. kweekelingen met v
een billijker vergoeding voor hun lrS
ontvangen. *'oew
Vele leden vestigden de aandacht op de
Alléén 2d« handsch goederen.
uitsluitend A contant
(Dinsdags en Vrijdag» lozende*
Heel billijk te koop aangeboden: een
hoogfrequent toestel. Te bevragen
Zr. v. d. KAMP, Julianastraat 5.
Wegens vertrek ter overname: eikenh.
slaapk. Ameublement, electr. kachel,
klok, kapstok, tuinbenoodigdheden.
RIPPINGSTRAAT 11.
Tc koop gevraagd:
roode basalttegels k-
WESTERWEG 149.
minstens 250
Te koop: Duitsche kruissn. Hirschfeld
piano 125, prachtig Amer. Worcester
Orgel 13 reg50, Handw. mach. 6
by D. BRUIN, Pr. Hendrikk. 528,
Broek op Langendijk.
Te koop: antiek halfmaantafeltje.
Ook op Zondag.
DORPSSTRAAT 96, Bergen-Binnen.
Te koop: een schuurtje 2)4 bij 2 meter,
zoo goed als nieuw met betonnen vloer,
Te bevragen bij C. J. GROOT, Zuider
vaart Stompetoren. Tel. 234, Zuid-
Schermer.
Heerenrywielen „Raleigh f 27 50,
Burgers E.N.R. 21, Heerenrywie en
18.50, 17.50, Damesrywielen
22.00, 18.50, 17.50, Jongensfiets
12.50, Transportrywiel 10'i7V'
alle met Torpedo-remnaaü
NIEROP's RIJWIELHANDEL, H
renstraat 10. Tel. 3827.
Naar 't Engelsch
van
Maxwtll March.
3).
„Daar kan ik ook niet bij", zei Sir Leo.
„Daar snap ik ook niets van, jongeman.
Maar u moet niet vergeten dat de arme ke
rel stomdronken was en misschien heb ik
hem te erg de les gelezen. Weet u, als wij
oude kerels er op los gaan, vergeten wij
dikwijls onszelf".
Hij lachte geringschattend en David wist
ineens dat hl) den man niet mocht. Hoe het
ook zij, in de waarheid van het geheele ver-
v haal had hij niet al te veel vertrouwen.
Hij betuigde zijn dank voor de inlichtingen
en vetrrok, na eenige formaliteiten met de
bedienden geregeld te hebben.
Een paar uur later stond hij in de kamer
van zijn chef op Scotland Yard.
De oude M'Quirk, gekleed in een grof,
bruin tweedcostuum, met zijn onafscheide
lijke pijp in den mond, deelde als gewoon
lijk de lakens uit.
„Ik mag je wel, David", zei hy, „maar je
bent gek. Bedenk dat je politieman bent en
geen helderziende. Stel de feiten vast: dat
is alles wat de vet van je vraagt. Vensters
dichtgestopi met papier deur op slot. sleutel
op de binnenplaats aan den kant van het
raam, berooide jongeman dood op de kamer
met de gaskraan wijd open dat is zelf
moord.
Neem een goeden raad van mij aan",
vervolgde hü, met het mondstuk van zijn
pijp naar den jongen man wijzende. „Ver
oorzaak geen rompslomp als die er niet is.
Maar zoek het uit, als die er wel is", ging hij
heel inconsequent verder.
„Goed, mijnheer", zei David, die zijn chef
genoeg kende om hem, noch door veront
schuldigingen, noch door verder aanhouden
lastig te vallen.
In ieder geval had hij het gevoel, zijn
plicht gedaan te heoben. Hij had er voor
zichtig op gewezen, dat een man, die zoo
dronken was, dat hy in bed geholpen moest
worden, zelfs als hy het gewild had onmo
gelijk in staat zou zyn, weer op te staan om
de ramen van papier te voorzien en de gas
kraan open te zetten.
De chef sprak nog door.
„Ik weet niet waar je je druk over maakt"
zei hy kribbig. „Jy schynt een manie voor
werk gekregen te hebben. Je staat op het
punt om met vacantie te gaan, is het niet?"
„Ja, mynheer. Twee weken. Myn vacan
tie begint morgen".
„Nu dan, ga er dan om 's hemelswil van
door", zei de oude man. „Maak dat je weg
komt en amuseer je. Wees een beetje men-
scheiyker voor een gelukje. Adieu myn
jongen en veel geluk. IngletonGray was
een zelfmoordenaar. Wacht het onderzoek
vanavond af en dan zul je het zien. Zelf
moord, tydeiyke krankzinnigheid. De arme
Bluffs-club zal de eerste jaren het hoofd
moeten buigen".
Terwyi inspecteur Biest wegging, bedacht
hy, dat alles, wat zyn chef gezegd had, op
profetie berustte. Hy lachte in zichzelf. Van
het oogenblik af, dat de chef de zaak niet
haa opgenomen en ook niet had willen op
nemen, was hy tactisch genoeg geweest om
er niet op te wyzen, dat hoewel de sleutel
van de kamer onder 't raam werd gevon
den, het nog niet vaststond, dat die dan uit
het raam geworpen moest zyn, doch dat het
zeer wel mogelijk was, dat iemand de kamer
aan den buitenkant asolot, om daarna den
sleutel op de plaats te brengen, waar die ge
vonden werd.
Toen hy door de gang naar zyn eigen ka
mer ging, bracht een bediende hem een
briefje. Het was van zyn nieuwen vriend
Jimmy Thorne, de jongen van de Bluffs-
club, van wien hy dien morgen zyn inlich
tingen had gekregen.
David glimlachte, toen hy het briefje las,
en zette wederom een goede aanteekening
op Jimmy's lystje.
Het briefje was de vervulling van een op
dracht, die hy hem gegeven had, alvorens
de club te verlaten".
„Beste mynheer inspecteur", luidde het.
„De heer waar U belang in stelt gaf John
son opdracht om te telefoneeren en een suite
voor hem te reserveeren in het Arcadian
hotel te Westbourne-on-Sea. Hoogachtend,
James Thorne".
„P.S. Ik dank U, dat U ervoor gezorgd
hebt, dat ik niet ontslagen ben".
David borg het briefje op in zyn zak. Toen
hy zyn kamer binnenging, groette een colle
ga hem.
„Hallo David. Je gaatmet vacantie, hè?
Gelukkige kerel jy, met dit weer. Waar ga
je naar toe?"
Inspecteur David Biest grynsde.
„Naar Arcadian hotel, Westborune-on-
Sea", zei hy.
HOOFDSTUK II.
Een byzondere kennismaking.
„Waarom gaat u niet eens een bad nemen,
mijnheer? De zee is prachtig".
De oude kelnner van de hall van het Ar
cadian hotel nam den jongen man met ge
duldige belangstelling op.
Drie dagen lang zat inspecteur David
Biest maar stil in een hoekje van de hall,
steeds maar uitkykende over de schitteren
de esplanade, en dat werkte bepaald op de
zenuwen van „cude Charlie".
Hy keek op en lachte om het voorstel.
„Denk je, dat ik mii verveel?" vroeg hy.
De oude Charlie had al in Arcadian be
diend, voordat de verbouwing het tot het
Mecca had gemaakt van de welgestelde va-
cantiegangers, die de in trek zynde kust
strook van Westbourne-on-Sea prefereerden.
Hy haastte zich om de inbreuk op de goe
de etikette weer teniet te doen.
„O neen, mynheer", zei hy. „Heelemaal
niet, mynheer, Natuuriyk niet, mynheer".
Dan heb je het glad mis" zei David, ter-
wyl hy lui in zyn diepen rieten stoel ging
zitten. „Ik verveel my afgryselyk, stierlyk.
Ik vraag me af, waarom ter wereld ik eigen
lyk hier naar toe ben gegaan. Het vergulde
leven van de Engelsche plezierzoekers trekt
my niet aan".
„O, dat moet u niet zeggen, mynheerl" De
oude Charlie was geschrokken. „Dat komt.
omdat u er niet aan meedoet, als ik het zoo
zeggen mag, mynheer. Toen ik u de"®e"^p
dag hier zoo zag zitten, dacht da.
iemand wachtte, die maar niet P
R David'» gezicht hetrok. De ouderman, was
niet ver van de waarheid. teeken
kostbare dagen en nog ssteeds g
van sir Leo, alhoewel er een suite^P
wachtte.
Oude Charlie schudde zyn
„Als het nu nog regende, zot b
kunnen indenken zei hy. zonneschijn
terend weer. Kyk eens naar den zo^
„p die rood- «'"•rt'jlSl
Is net een schilderytje. Het Daarom
jaar niets voor op We naar toe,
trekken wij de m®nscl? er meer.
mynheer. lederen dag kome u wat
moest er op uit gaan, mynheer
amuseeren". .j en de oude mart
David schudde zyn hoofd en
keek hem van terzijde aanm.jnheer-', zei M
Een geen aanstoot, my njet op
na'een «ogenblik* «jjj»
u gelet, er wordt geen fcen ik zek
maar ook niet genomen, dame was
van. Maar als u -"J®.
als gezelschap mee te gaan
David lachte hardop' s» zei hü-
Ik houd niet van dames
je maar geen z^ge" °m dames, "^"ykbaar
„U houdt niet van man bll)KD
Oude Charlie gaf den jojg^ je voorl
als hopeloos op. „Wei,
(Wordt
verv<
rolgd)-