Begrooting Economische Zaken aangenomen VRAAG EN AANBOD EEN VEELBEWOGEN VACANTIE PARLEMENT De visscherij wordt zooveel mogelijk gesteund. Binnanlandseh» Zaken aan de orde. Spit, rheumatiek? Nee-nAKKERTJE Buitenlandsche sprekers in besloten kring ongewenscht. Minister de Geer sprak Zelfde gedragslijn in d« toekomst. De Tweede Kamer heeft vertrouw nieuwen minister, lri *Uri Leerlingenschaal en spelling opnieuw ter Sp Voorloopig vorslag der Tweede Kamer. WOENSDAGS en ZATERDA6& 35 cBnt per viff regeli, ÜeuiiCetoit TWEEDE BLAD <V»n onzen parlementairen medev erker). Tegen huif vier gistermiddag was de Tweede Kamer gereed met de behandeling van de begrootingen van Economische Zaken en van het Landbouwcrisisfonds; ze werden zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. En toen kon minister Steenberghe de wijk nemen naar zijn departement, dat hy vier middagen vrijwel niet heeft gezien. Nadat hij Donderdagmiddag een begin had gemaakt met zijn antwoord op de be schouwingen over de afdeeüng Landbouw en de afdeelingen van het Landbouwcrisis fonds, zette hü dadelijk zijn rede voort. Veel nieuws kon hij niet vertellen, nadat hij de hoofdpunten bij het algemeepe debat reeds had beantwoord. Hü was blij, ondanks de bezuiniging, dezen keer nog wat meer voor het landbouwonderwijs te hebben kunnen doen. De steun aan de kleine boe ren valt voor een deel onder de Sociale Zaken, waarmee hü overleg pleegt. Er zijn maatregelen genomen om meer opslagruim te voor granen in te richten; met de beta ling van de ingenomen granen heeft het aanvankelijk wat gestokt, maar daarin is nu verbetering gekomen. Waarschijnlijk zal de volgende week de uitvoer van fijne zaaiza den weer mogelijk zijn. Voor gebrek aan kunstmest behoeft men zich voorloopig niet ongerust te maken; de voorraden zijn groot genoeg, ook van kalkstikstof ter verdelging van onkruid. Om de kleine molenaars te gerieven zullen wellicht verschillende van dezen gecombineerd worden bij de verwer king van mengvoer. Binnen enkele weken hoopte de minister voor het geheele land een règeling tot stand te brengen waar door de boeren voor de helft van het veevoeder eigen granen mogen gebruiken; ook daarvan profiteeren de molenaars. Met betrekking tot den tuinbouw wees de bewindsman erop, dat de tuinders er belang bij hebben niet te veel producten aan te voeren; hooge minimumprijzen prikkelen tot „doordraaien". Met het oog op een en_ ander was de minister niet bereid eèn bijslag op den vergoe- dingsprijs te geven. Over den boterexport en de boterprijzen wenschte hij niets mede te deelen, daar te Londen momenteel onderhandelingen gaan de zijn; Woensdag is een commissie van belanghebbenden daarheen vertrokken. Tenslotte deelde de minister bij deze afdee üng nog mede, dat spoedig een noodregeling ter bescherming van het natuurschoon kan worden verwacht. De nood der visscherij. Met de visscherij is het op dit oogenblik mis. De uitlatingen in mineur van de zeven leden, die bij de desbetreffende afdeeling der begrooting daarover spraken, waren daarmede in overeenstemming. Het waren de heeren Kievit (s.d.), Posthuma (c.d.u.), Bakker (c.h.), dr. Vos (lib.), Schilthuis (v.d.), Mes (r.k.) en Duymaer van Twist (a.r.) Niet alleen de zeevisscherij, waaronder men gewoonlijk de haringvisscherij verstaat, maar ook de kust- en zoetwatervisscherij, de mossel- en de oesterteelt en den garnalen- visschers in het bijzonder gaat het slecht. Waren het voor den oorlog de te kleine af zet, of de te lage prijs bij groote aanvoeren, de maatregelen waarmede buurlanden cf landen in de buurt onzen invoer belemmer den, die de malaise aanbrachten, nu doet de orlog met zijn mijnengevaar er nog een ivhapje op. En dat mijnengevaar is waarlijk niet geringer dan in 1914-19181 De visschers hebben de droeve herinnering aan het om komen van 1022 van hun makkers flOtl veduwen n or .veer 1800 kinderen acl - '.eten. Geen wonder dat de animo om weer gaan varen oi het oogenblik niet buiten sport ie. Toch ga*., er wekelijks meer loggers en reilers nrrr zee, ondan'. de gi> varen; de regeering heeft maatregelen ge nomen, waardoor het grootere risico voor verliezen kan worden aanvaard. Met een en ander waren de sprekers in de Kamer inge nomen, maar toch waren er in de betrokken kringen nog wenschen, waaraan zij uiting gaven, zooals verzekering van de bemanning, grootere tegemoetkoming bij de moiestver- zekering, meer steun aan de garnalen- en zoetwatervisschers en bevordering van de consumptie van visch. Niet alleen onder de gewone burgerij, maar vooral onder de militairen waar mi nister Dijxhoorn wel wat aan zou kunnen doen en onder de werkloozen (voor wie de hulp van minister van den Tempel werd ingeroepen). Het eenige lichtpuntje vormt de vangst van de snoekbaars en de bevredi gende afzet daarvan, maar die komen hoofd zakelijk den visschers op het IJsselmeer ten goede, waarin deze vischsoort zich blijkbaar erg thuis voelt (nu misschien niet meer...) We zullen het by deze opsomming maar laten; de nevenbedryven en de belangen van de vischhandelaren en -venters kwamen eveneens ter sprake. Een algemeene wensch was er, namelijk, dat het den minister zou behagen om het subsidie aan het belangrijke particuliere vis scherij proefstation te verhoogen. Daartoe was de bewindsman echter niet bereid; het vorige jaar had hij het subsidie al op 5000 gebracht, dit bedrag nu nog te verdubbelen, zooals in het bijzonder de heer Kievit wenschte, was hem onmogelijk. Hij was bereid een onderzoek in te stellen terzake van de molest- verzekering van de kustvaarders; voor de cascoverzekering komt er een betere regeling en voor de gar- nalenvisschers zou de minister ook diverse wenschen overwegen. Wat hy niet kon, dat was de smaak van het Nederlandsche publiek veran deren. Als dit niet aan de zoetwatervisch wil, dan doet ook een minister er niets aan. Het schynt de snoekbaars wel te lusten en daar om beschouwde hy de gunstige vangst en ontvangst van deze visch als een „indirect lichtpunt". Enkele sprekers, o.a. de heer Duymaer van Twist, hadden geklaagd over den hinder, welke de visschers in den Helder ondervinden van het vroege sluitingsuur van de haven voor visschersschepen, name lijk al om vijf uur. De minister zal met zijn ambtgenoot van defensie overleggen of het mogelyk zot zijn dit uur wat later te stellen. Zoowel de bcgrooting van het Landbouw crisisfonds als die van economische zaken gingen daarna onder den hamer door. Binnenlandxche Zaken. Toen loste minister van Boeyen zijn lange collega achter de regeeringstafel af; nu werden de sluizen der welsprekendheid voor de begrooting van Binnenlandsche Zaken opengezet, en wel in de eerste plaats over de afdeeling „binnenlandsch bestuur". De heer Duymaer van Twist kwam op zijn oude chapiter van de de binnenscheepvaart nek kende hooge scheepvaartgelden, zooals deze in verschillenden vorm worden geheven, terug. De heer Krol (c.h.) kon zich op dit punt by dezen afgevaardigde aansluiten, er op wijzend, dat deze heffingen bedoeld zijn als een retributie, maar niet als een belas ting. Hij waardeerde het dat de minister zaken, ten aanzien waarvan verschil van godsdienstig inzicht zich voordoet, zooals de Zondagswet, de begrafeniswet en de bios- Op vragen van den heer Vorrink (s.d,) naar aanleiding van een bijeenkomst te Nij megen van de aldaar gevestigde Duitsche kolonie en een op die bijeenkomst door een buitenlander gehouden rede, heeft de mi nister van justitie het volgende geantwoord: Het geldende spreekwoord voor buiten landers heeft betrekking op openbare ver gaderingen. De op 14 October 1.1. te Nij megen gehouden vriendschappelijke bijeen komst was niet openbaar, doch alleen toe gankelijk voor genoodigden. Voorts is het niet juist, dat dr. Vogler zich in *Un toe spraak heeft bezig gehouden met het trek ken van vergelijkingen tusschen Duitsch- land en de democratische staten voor wat hun respectieve oorlogskansen betreft. Wel heeft de spreker het een en ander medege deeld over de economische kracht van het Duitsche rijk. Hieruit blijkt, dat een overtreding van het bestaande verbod niet heeft plaats geha< Overigens zal uiteraard dit verbod blijven gehandhaafd, terwijl de minister voorts van meening is, dat het minder gewenscht is, dat in besloten bijeenkomsten, bezocht door vreemdelingen zoowel als door Ne derlanders, door buitenlandsche sprekers onderwerpen van politieken aard worden behandeld. Bij den minister is in overweging omtrent dit punt een nadere rege ling te treffen. od tijd. Op vragen van Ridder van Rappard (11b.) betreffende het tijdstip, waarop de voorzitter van den raad van mi nisters zijn radiorede naar aanleiding van den internationalen toestand heeft uitgesproken, heeft minister de Geer ge antwoord, dat hij zijn radiorede op Maandag 13 dezer te J uur heeft uitge sproken, omdat hem dit het juiste oogen blik scheen. De vraag of niet beter ware geweest zoo de minister zich onmiddellijk nadat de regeering voornemens was ver scherpte militaire maatregelen te tref fen, tot het Nederlandsche volk had ge wend, wordt ontkennend beantwoord. Ook voortaan zal de minister indien hy, naast de wyze, bedoelde in artikel 97, lid 2, der grondwet, meent de natie ook rechtstreeks per radio te moeten inlichten, daartoe het oogenblik kiezen, waarop hem zulks noodig en mogelijk voorkomt. coopwet, niet wil laten rusten; uit vrüz. dem. kring kreeg de bewindsman hierover even eens een woord van lol; te hooren, toen mr. Bijlsma deze zaken beAjprak en verklaarde, dat ze waarlijk niet alleen op den weg van een christelijk kabinet liggen. Wat de financieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten betreft, waarom trent plannen worden voorbereid, vroeg deze afgevaardigde den minister, wel te willen bedenken dat de contribuabelen van ge meenten en rijk gewoonlijk dezelfde belas tingbetalers zljnl Samenvoeging van kleine gemeenten was een zyner wenschen; van den heer ter Laan (s.d.) is het immer een hartéwensch geweest en dies zaagde hij er dezen minister nog maals over door, betoogend, dat door samen voeging het gemeentebelang en het gemeen schapsbelang beter kunnen worden behartigd dan door dwerggemeenten beneden de dui zend inwoners. De heer Krijger (c.h.) zette een wydsch betoog op over de urgentie van het inrichten van een havenschap voor Rotterdam, dat niet langer een haven gemeente, maar een haven s t r e e k is. Dit feit is vereischt een bijzondere behartiging van de verschil lende samenvallende en soms uiteenloopen- de gevallen. De zaken van de grootste haven van het vaste land van Europa moeten wor den waargenomen op een wijze, die in over eenstemming is met de ontwikkeling van den tijd, en wa' dit laatste betreft, is men in het buitenland ons voor. A.s. Dinsdag gaat de Kamer met deze be grooting verder. Aan h«t Voorloopig Verslag van de Twee- de Kamer over het 6e hoofdstuk (onder wijs) der riiksbegrooting voor 1940 Is het volgende ontleend: Algemeene beschouwingen, Vele leden koesterden van het optreden van den minister goede verwachtingen op grond van diens veeljarige persoonlijke ervaring, waarbij hij er onder meer blyk van heeft gegeven de behoefte aan ver nieuwing van het onderwijs te ver staan. Het had verscheidene leden echter teleurgesteld, dat de millioe- nennota en deze begrooting geen voorstellen bevatten tot verbete ring van het onderwijs. Vooral het feit, dat op deze begrooting geen gelden zijn uitgetrokken voor her ziening van de leerlingenschalen, betreurden zij ernstig. Vele leden sloten zich bü den hooger weergegeven aandrang tot herziening van de leerlingenschalen aan. Verscheidene leden meenden, dat de mi litaire en economische maatregelen, welke de regeering moet treffen om ons volksbe staan te verzekeren, zoo groote kosten mee brengen, dat aan allerlei andere verlangens voorloopig het zwijgen moet worden opge legd. Van verschillende zyden werd de mee ning uitgesproken, dat de resultaten van ons onderwijs niet bevredigend zijn. Dit zou voor een groot deel moeten worden toege schreven aan de inrichting van het school wezen, welke dringend herziening behoeft. Vele leden zagen in de te ver doorgevoer de differentiatie een ernstig gevaar voor de ontwikkeling van het onderwijs. De spelling, Algemeen werd aangedrongen op een spoedige en definitieve oplossing van het spellingsvraagstuk. Sommige leden achtten een wettelijke regeling van de spelling noodzakelijk. Zy vroegen, of een dergelijke regeling reeds in voorbereiding is en, zoo ja, in welk stadium deze voorbereiding ver keert. Van verschillende zijden vestigde men er de aandacht op, dat in een groot aantal lagere scholen het vak lichamelijke oefening in het geheel- niet wordt onderwezen. Vele leden achtten den tyd gekomen om dit vak voor alle lagere scholen ver plichtend te stellen. Mocht de minister hiertoe niet aanstonds kunnen overgaan, dan zou men er op wil len aandringen, dat de minister de gemeen tebesturen er op zal wijzen, dat de termijn van opschorting der verplichting tot het ge ven van onderwijs in de lichamelijke oefe ning op 1 Januari 1941 niet zal worden ver lengd. Enkele leden sloten zich by dezen aandrang aan. Vele leden vestigden er de aandacht op, dat talrijke schoolgebouwen in gebruik zijn genomen voor defensie-doeleinden. Aangezien de huidige buitengewone om standigheden nog langen tyd kunnen voort duren, vroeg men, of de minister bij zijn ambtgenoot van defensie er op wil aandrin gen, om zoodanige maatregelen te treffen, dat de schoolgebouwen weer kunnen wor den vrijgegeven. Hooger onderwijs. De personeelsuitgaven werden te hoog, de regeling der studentengelden te bezwarend geacht. Naar het oordeel van verscheidene leden wordt aan de universiteiten de paedagogi- sche wetenschap te veel als stiefkind behan deld. Zij zouden op verbetering van dit onderwijs willen aandringen. V h Vele leden wilden en ln' na 6 October 1921 e l^Sïubsldi 1js gerscholen en gymnasKti^ C niet langer onthouden 8elsl V an andere zyde Werrt versobering geboden Z l» op«e«*rla s doen zich te groot, Vele leden hadden zien, dat in deze begrootin» mmln« te lijk hooger bedrag VSnLV* onderwijs is uitgetrokkenZll echter, dat de minister niet vL ^en in 1940 mede te l van nieuwe scholen, hoeuti prlch«»g plaatsen aan een nieüwelS u°P behoefte bestaat. Verscheiden 1511001 meenden ook in de huidige Ieden heden te moeten blijven aandri^ *ndig" herstel van de driejarige »mwSg*n, °P andere leden bestreden deze onl u.Chooil' Vele leden drongen am van de getuigschriften der schSSg maatschappelijke werksters, de S T erkenning te stellen voorwaarden voor dit onderwijs voldoende Smï?*en beweging moeten laten. Wmt® Sommige leden vroegen of H» - indien verlag,ng va" ""ft1"'6" w»'d® SST bereid is te bevorderen ,dat de JlfïïZ optredende z.g. kweekelingen met v een billijker vergoeding voor hun lrS ontvangen. *'oew Vele leden vestigden de aandacht op de Alléén 2d« handsch goederen. uitsluitend A contant (Dinsdags en Vrijdag» lozende* Heel billijk te koop aangeboden: een hoogfrequent toestel. Te bevragen Zr. v. d. KAMP, Julianastraat 5. Wegens vertrek ter overname: eikenh. slaapk. Ameublement, electr. kachel, klok, kapstok, tuinbenoodigdheden. RIPPINGSTRAAT 11. Tc koop gevraagd: roode basalttegels k- WESTERWEG 149. minstens 250 Te koop: Duitsche kruissn. Hirschfeld piano 125, prachtig Amer. Worcester Orgel 13 reg50, Handw. mach. 6 by D. BRUIN, Pr. Hendrikk. 528, Broek op Langendijk. Te koop: antiek halfmaantafeltje. Ook op Zondag. DORPSSTRAAT 96, Bergen-Binnen. Te koop: een schuurtje 2)4 bij 2 meter, zoo goed als nieuw met betonnen vloer, Te bevragen bij C. J. GROOT, Zuider vaart Stompetoren. Tel. 234, Zuid- Schermer. Heerenrywielen „Raleigh f 27 50, Burgers E.N.R. 21, Heerenrywie en 18.50, 17.50, Damesrywielen 22.00, 18.50, 17.50, Jongensfiets 12.50, Transportrywiel 10'i7V' alle met Torpedo-remnaaü NIEROP's RIJWIELHANDEL, H renstraat 10. Tel. 3827. Naar 't Engelsch van Maxwtll March. 3). „Daar kan ik ook niet bij", zei Sir Leo. „Daar snap ik ook niets van, jongeman. Maar u moet niet vergeten dat de arme ke rel stomdronken was en misschien heb ik hem te erg de les gelezen. Weet u, als wij oude kerels er op los gaan, vergeten wij dikwijls onszelf". Hij lachte geringschattend en David wist ineens dat hl) den man niet mocht. Hoe het ook zij, in de waarheid van het geheele ver- v haal had hij niet al te veel vertrouwen. Hij betuigde zijn dank voor de inlichtingen en vetrrok, na eenige formaliteiten met de bedienden geregeld te hebben. Een paar uur later stond hij in de kamer van zijn chef op Scotland Yard. De oude M'Quirk, gekleed in een grof, bruin tweedcostuum, met zijn onafscheide lijke pijp in den mond, deelde als gewoon lijk de lakens uit. „Ik mag je wel, David", zei hy, „maar je bent gek. Bedenk dat je politieman bent en geen helderziende. Stel de feiten vast: dat is alles wat de vet van je vraagt. Vensters dichtgestopi met papier deur op slot. sleutel op de binnenplaats aan den kant van het raam, berooide jongeman dood op de kamer met de gaskraan wijd open dat is zelf moord. Neem een goeden raad van mij aan", vervolgde hü, met het mondstuk van zijn pijp naar den jongen man wijzende. „Ver oorzaak geen rompslomp als die er niet is. Maar zoek het uit, als die er wel is", ging hij heel inconsequent verder. „Goed, mijnheer", zei David, die zijn chef genoeg kende om hem, noch door veront schuldigingen, noch door verder aanhouden lastig te vallen. In ieder geval had hij het gevoel, zijn plicht gedaan te heoben. Hij had er voor zichtig op gewezen, dat een man, die zoo dronken was, dat hy in bed geholpen moest worden, zelfs als hy het gewild had onmo gelijk in staat zou zyn, weer op te staan om de ramen van papier te voorzien en de gas kraan open te zetten. De chef sprak nog door. „Ik weet niet waar je je druk over maakt" zei hy kribbig. „Jy schynt een manie voor werk gekregen te hebben. Je staat op het punt om met vacantie te gaan, is het niet?" „Ja, mynheer. Twee weken. Myn vacan tie begint morgen". „Nu dan, ga er dan om 's hemelswil van door", zei de oude man. „Maak dat je weg komt en amuseer je. Wees een beetje men- scheiyker voor een gelukje. Adieu myn jongen en veel geluk. IngletonGray was een zelfmoordenaar. Wacht het onderzoek vanavond af en dan zul je het zien. Zelf moord, tydeiyke krankzinnigheid. De arme Bluffs-club zal de eerste jaren het hoofd moeten buigen". Terwyi inspecteur Biest wegging, bedacht hy, dat alles, wat zyn chef gezegd had, op profetie berustte. Hy lachte in zichzelf. Van het oogenblik af, dat de chef de zaak niet haa opgenomen en ook niet had willen op nemen, was hy tactisch genoeg geweest om er niet op te wyzen, dat hoewel de sleutel van de kamer onder 't raam werd gevon den, het nog niet vaststond, dat die dan uit het raam geworpen moest zyn, doch dat het zeer wel mogelijk was, dat iemand de kamer aan den buitenkant asolot, om daarna den sleutel op de plaats te brengen, waar die ge vonden werd. Toen hy door de gang naar zyn eigen ka mer ging, bracht een bediende hem een briefje. Het was van zyn nieuwen vriend Jimmy Thorne, de jongen van de Bluffs- club, van wien hy dien morgen zyn inlich tingen had gekregen. David glimlachte, toen hy het briefje las, en zette wederom een goede aanteekening op Jimmy's lystje. Het briefje was de vervulling van een op dracht, die hy hem gegeven had, alvorens de club te verlaten". „Beste mynheer inspecteur", luidde het. „De heer waar U belang in stelt gaf John son opdracht om te telefoneeren en een suite voor hem te reserveeren in het Arcadian hotel te Westbourne-on-Sea. Hoogachtend, James Thorne". „P.S. Ik dank U, dat U ervoor gezorgd hebt, dat ik niet ontslagen ben". David borg het briefje op in zyn zak. Toen hy zyn kamer binnenging, groette een colle ga hem. „Hallo David. Je gaatmet vacantie, hè? Gelukkige kerel jy, met dit weer. Waar ga je naar toe?" Inspecteur David Biest grynsde. „Naar Arcadian hotel, Westborune-on- Sea", zei hy. HOOFDSTUK II. Een byzondere kennismaking. „Waarom gaat u niet eens een bad nemen, mijnheer? De zee is prachtig". De oude kelnner van de hall van het Ar cadian hotel nam den jongen man met ge duldige belangstelling op. Drie dagen lang zat inspecteur David Biest maar stil in een hoekje van de hall, steeds maar uitkykende over de schitteren de esplanade, en dat werkte bepaald op de zenuwen van „cude Charlie". Hy keek op en lachte om het voorstel. „Denk je, dat ik mii verveel?" vroeg hy. De oude Charlie had al in Arcadian be diend, voordat de verbouwing het tot het Mecca had gemaakt van de welgestelde va- cantiegangers, die de in trek zynde kust strook van Westbourne-on-Sea prefereerden. Hy haastte zich om de inbreuk op de goe de etikette weer teniet te doen. „O neen, mynheer", zei hy. „Heelemaal niet, mynheer, Natuuriyk niet, mynheer". Dan heb je het glad mis" zei David, ter- wyl hy lui in zyn diepen rieten stoel ging zitten. „Ik verveel my afgryselyk, stierlyk. Ik vraag me af, waarom ter wereld ik eigen lyk hier naar toe ben gegaan. Het vergulde leven van de Engelsche plezierzoekers trekt my niet aan". „O, dat moet u niet zeggen, mynheerl" De oude Charlie was geschrokken. „Dat komt. omdat u er niet aan meedoet, als ik het zoo zeggen mag, mynheer. Toen ik u de"®e"^p dag hier zoo zag zitten, dacht da. iemand wachtte, die maar niet P R David'» gezicht hetrok. De ouderman, was niet ver van de waarheid. teeken kostbare dagen en nog ssteeds g van sir Leo, alhoewel er een suite^P wachtte. Oude Charlie schudde zyn „Als het nu nog regende, zot b kunnen indenken zei hy. zonneschijn terend weer. Kyk eens naar den zo^ „p die rood- «'"•rt'jlSl Is net een schilderytje. Het Daarom jaar niets voor op We naar toe, trekken wij de m®nscl? er meer. mynheer. lederen dag kome u wat moest er op uit gaan, mynheer amuseeren". .j en de oude mart David schudde zyn hoofd en keek hem van terzijde aanm.jnheer-', zei M Een geen aanstoot, my njet op na'een «ogenblik* «jjj» u gelet, er wordt geen fcen ik zek maar ook niet genomen, dame was van. Maar als u -"J®. als gezelschap mee te gaan David lachte hardop' s» zei hü- Ik houd niet van dames je maar geen z^ge" °m dames, "^"ykbaar „U houdt niet van man bll)KD Oude Charlie gaf den jojg^ je voorl als hopeloos op. „Wei, (Wordt verv< rolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6