EEN VEELBEWOGEN VACANTIE Kou gevat N"akkertje IxuMeton tweede blad Vijf dooden b'i de ramP van de „Spaamdam". De boeg van het schip werd geheel opengescheurd. Leden der bemanning vertellen. Zoeken naar vermisten der „Sliedrecht" gestaakt. Periodieke verloven tijdens de a.s. feestdagen. Postpakketten naar het buitenland. Een nieuwe regeling. ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 28 NOVEMBER 1939. Volgens opgave van het depar tement van buitenlandsche zaken aan de Holland-Amerika Lijn zijn by de scheepsramp van het s.s. „Spaamdam" vijf personen om het leven gekomen, n.I. vier leden der bemanning en de eenige vrouwelijke passagier. Twee leden der bemanning, n.1. de ste wards Dirk Hendrik de Boer en Willem van der Vis, resp. 22 en 19 jaar oud, en de passagier mevr. Steffen-Gobel zijn ver dronken. Aan boord van het schip werd door de .„tnloffing gedood de 18-jarige matroos johan Cornelis Mikkelsen pe 62-jarige chef-hofmeester Lubertus Luchtenborg is aan boord van het red dingsvaartuig aan zijn verwondingen be zweken. De opvarenden werden, na de ontplof fing, die gistermorgen kwart voor tien laat svond, door een loodskotter aan boord genomen. Een reddingboot, die te hulp was gesneld, hoefde geen dienst te doen. Als eenige passagier bevond zich op de Spaamdam een bejaarde dame, die uit Amerika kwam en ondanks het langdurige oponthoud, had besloten aan boord te blijven. Bij de ontploffing werd he' schip aan den boeg tot aan het bovendek opengescheurd, waarbij het voor luik weggeslagen werd; een aan tal reddingbooten is vernield. Toen de reddingboot de plaats van de ramp verliet, was het wrak nog drijvende. Bij de Holland-Amerika-Lijn is gister in den laten middag van haar agent uit Londen bericht ontvangen, dat de gered den in goede conditie aan land zijn ge bracht. Maatregelen zijn getroffen om hen zoo spoedig mogelijk naar Londen te laten vertrekken. Leden der bemanning vertellen. Toen de opvarenden van de Spaam dam gisteravond in Londen aankwamen, hadden de meesten hunner v einig méér bij zich dan de kleeren, die zij droegen. De officieren vertelden, hoe de bemanning na de ontploffing van de mijn was aange treden op het sloependek met de zwemves ten aan. Een reddingboot met ongeveer acht personen liep vol bij het tewaterlaten en vier of vijf der inzittenden kwamen in zee terecht o.m. de eenige vrouwelijke passagier, de 74-jarige mevrouw Steffen. In het hotel, waar de bemanning werd ondergebracht, ontmoetten de schipbreu kelingen nog een aantal overlevenden van de „Simon Bolivar", zij werden verwel komd door vertegenwoordigers der reede- rij en der Nederlandsche kolonie in Lon den, die hen gelukwenschten met hun red ding. De 53-jarige matroos P. Penning vertel de nog hoe de mijn vlak onder het voor schip tot explosie was gekomen en het voorste deel van het schip geheel vernield lag. Penning was een van de personen, die in zee vielen, toen de bovengeroemde red dingboot volliep. Hij wist echter naar het schip terug te zwemmen en langs een touwladder aan boord te klimmen. Hij vond toen weer een plaats in een tweede reddingboot, die neergelaten werd. De stoker Oudenaarden, een man van middelbaren leeftijd, vertelde, dat hij in de stookruimte stond, toen een mijn ont plofte. Er ontstond een verschrikkelijk ge kraak en alles leek op mij neer te komen. Toen ik aan dek kwam, zag ik een jongen, die verschrikkelijke hoofdwonden had gekregen. Hij was klaarblijkelijk dood. Ik ging in een reddingboot -n wij zwalkten twee uur rond op het wilde water, voor wij opgepikt werden." In de zaal, waar de geredden den avond- maaltijd gebruikten, had men de portret ten opgehangen van koningin Wilhelmina, piinses Juliana, prins Bernhard en wijlen ningin Emma. Alle overleverden prezen ™st en kalmte, waarmede de gezag voerder en officieren hun bevelen gaven. te,!a'dlotelegrafist G. H. Vandenberg, veitelde over het vergaan van de Spaarn- het volgende: Ik lag te rusten in J hut toen de ontploffing kwam en ik wel°ngeveer een meter omhooggeslin- gerd. de telefoonverbinding met de brug was verbroken en de voornaamste antenne sloeg neer. De noodantenne, die van een ri!^ ma?ten af l0°Pt, bleef echter intact, k kon dus S.O.S. signalen geven en mede- deelen dat wij op een mijn waren geloo- pen. Ik kreeg onze positie van den stuur man en seinde die uit. Toen kreeg ik be vel in de reddingboot te gaan. De stuur man inspecteerde de voorste ruimen en wij konden het water hooren binnenstroo men. Het schip liep langzaam vol en zonk. Het was koud en er stond een snerpende wind. Wij hadden het schip in ongeveer tien minuten verlaten en waren niet lan ger dan een half uur in de booten ge weest, toen wij gered werden door een loodskotter. De bemanning van den loods kotter stond er verbaasd over, dat er zoo velen gered waren. Zij vertelden den schipbreukelingen, dat zij, ofschoon zij met hun kotter op twee mijl afstand lagen van de Spaarndam, toen de ontploffing zich voordeed, zij den schok gevoeld hadden. Het schip nog drijvende. Bij het aanbreken van den dag was de „Spaarndam" nog steeds drijvende. Het schip brandde van voor- tot achtersteven. Volgens bij de reederij van het m.s: „Sliedrecht" ontvangen rap porten bleef het zoeken met vlieg tuigen gedurende de laatste dagen zonder eenig resultaat. Men heeft tot zijn diep leedwezen moeten besluiten, op advies van tot oordeelen bevoegde Engelsche des kundigen, het zoeken te staken. De eenige hoop op redding blijft de mogelijkheid, dat de vermisten aan boord zijn genomen door een voorbijvarend schip, dat geen radio bericht kan of mag uitzenden. WATERSTAATS AANGELEGENHEDEN. Aan de Memorie van Antwoord inzake een wetsontwerp tot wijziging en verhooging der begrooting van waterstaat is het volgende ontleend: Zooals reeds werd medegedeeld, is de ver hooging van den gewonen dienst met ruim 4.500.000 in hoofdzaak het gevolg van de verhooging van het bedrijfsverlies van de Nederlandsche Spoorwegen met ruim 2.400.000 en van de uitkeeringen aan de provinciën ingevolge de wet van 27 Decem ber 1937 ten behoeve aan de tertiaire wegen tot een bedrag van rond 2.300.000. De meening, dat de te lage raming van het bedrijfsverlies er op wijst, dat te groote verwachtingen zijn gekoesterd over de groo- tere rendabiliteit der Nederlandsche Spoor wegen, zoo juist kunnen zijn, ware het niet, dat uit het begrootingsartikel voor 1938 be streden wordt het bedrijfsverlies over 1937. zijnde het laatste jaar vóór de reorganisatie van het spoorwegbedrijf in werking trad. De raming der uitgaven voor het volgende jaar pleegt te worden samengesteld aan de hand van gegevens over de eerste maanden van het loopend jaar, in vergelijking met de uitkomsten van de overeenkomstige maan den van het voorafgaande jaar; tegenvallers door minder snelle toeneming der ontvang sten in de volgende maanden zij bij het op maken der raming allerminst uitgesloten. Zooals bekend ligt het in het voornemen eerlang zoo mogelijk een annuiteit van 16 millioen op de begrooting te brengen ter geleidelijke dekking van het tekort in het spoorwegpensioenfonds. Militairen ingedeeld in zes ploegen. De regeeringspersdienst meldt, dat bij mi- nisterieele beschikking van 21 Nov. 1939 het volgende is vastgesteld: In verband met het in het tijdvak tusschen 4 Dec. 1939 en 2 Januari 1940 vallende St. Nicolaasfeest, de Kerstdagen en den Nieuw jaarsdag moeten, met betrekking tot het op deze feestdagen te verleenen periodiek ver lof, de voor dit verlof in aanmerking komen de militairen worden ingedeeld in zes ploe gen, hieronder aangeduid als ploeg a tot en met f. Het verlof voor deze ploegen wordt geregeld als volgt: ploeg a: vertrek op 3 Dec. na 16 uur; terugkeer op 6 Dec. per eerste reisgelegenheid. ploeg b: vertrek op 4 Dec. na 16 uur; terugkeer op 7 Dec. per eerste reisgelegenheid. ploeg c: vertrek op 24 Dec. in den voormiddag; terugkeer op 26 Dec. 's avonds. ploeg d: vertrek op 25 Dec. in den voormiddag; terugkeer op 27 Dec. 's avonds. ploeg e: vertrek op 30 Dec. in den voormiddag; terugkeer op 1 Jan. 's avonds. ploeg f: vertrek op 31 Dec. in den voormiddag; terugkeer op 2 Jan. 's avonds. (Het verlof op 1 en 2 Jan. 1940 wordt ge rekend te behooren tot de maand Dec. 1939). De nog resteerende twee dagen periodiek verlof moeten worden genoten op de hier boven niet genoemde data, te regelen door de troepencommandanten, met dien ver stande, dat geen vervoer mag plaats vin den: a. van de onderdeelen naar de haardste den op 20, 21, 22, 23, 26, 28, 29 Dec. en 1 en 2 Januari; b. van de haardsteden naar de onderdee len op 5, 22, 23, 24, 25, 28, 30 en 31 December en 3 en 4 Januari. Voor alle zendingen naar het buitenland, ook geschenkzendingen (z.g. Liebesgaben) welke voor uitvoer verboden goederen bevat ten dient, vóór de aanbieding aan de post kantoren, bij het crisisuitvoerbureau c.q. de betreffende uitvoercentrales dispensatie te worden aangevraagd. Voorshands is echter geen dispensatie noodig voor: 1. postpakketten, bestemd voor Duitsch- land, welke boter en/of kaas bevatten, tot een maximum van 5 kg. van elke soort. 2. postpakketten, verzonden door en aan particulieren en bestemd voor de Neder landsche overzeesche gewesten. 3. postpakketten, verzonden door particu lieren aan particulieren in het buitenland, indien deze pakketten oude, gedragen lijf goederen bevatten. 4. postpakketten, verzonden door particu lieren aan particulieren in het buitenland, welke de volgende levensmiddelen in de daarachter vermelde hoeveelheden bevat ten, met dien verstande, dat het totaal ge wicht aan levensmiddelen (behalve boter en kaas in voor Duitschland bestemde zendin gen) niet meer dan 3 kg. per pakket zal mogen bedragen: gebrande koffie, verpakt en onverpakt pond); suiker (1 pond); rijst (1 pond): cacaopoeder, chocolade en chocoladeproduc ten (te zamen niet meer dan pond); worst, vleesch in blik, spek en reuzel (te zamen niet meer dan 1 kg.); gecondenseer de melk (1 kg.); slaolie (1 flesch); harde zeep (3 stuks of het equivalent in vlokken of poedervorm). De overige, hier niet genoemde levens middelen, waarvan uitvoer verboden is, kun nen eveneens met deze pakketten worden verzonden, met dien verstande, dat de totale hoeveelheid levensmiddelen per pakket (met uitzondering van boter en kaas voor Duitschland) niet meer dan 3 kg. mag be dragen. Alleen thee mag nimmer zonder uitvoer- disDensatie worden uitgevoerd. Voor nadere inlichtingen wende men zich tot de postkantoren. VERLAGING JUSTITIEBEGROOTING 1938. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van het vierde hoofdstuk (justitie) der rijksbegrooting voor het dienstjaar 1938. Uit het ontwerp blijkt, dat tegenover de voorgestelde verhooging met 330.000 een verlaging met 395.000 staat, zoodat het eindcijfer 65.000 lager wordt. SCHUILLOOPGRAVEN VAN RIETPAKKEN. Eenige dagen geleden heeft de algemeene vereeniging voor de rietcultuur in Neder land te 's-Gravenhage in samenwerking met de Nederlandsche heidemaatschappij te Arnhem onder Wilnis proeven genomen, om, ter vervanging van stroopakken, riet in pakken te persen voor het maken van schuil- loopgraven. Dit proefpersen is goed ge slaagd. Rietpakken hebben o.a. het voordeel boven stroopakken, dat zij een langeren le vensduur hebben. Verder van belang is het, dat het riet, noodig voor het vervaardigen van pakken, in hoofdzaak voorkomt in het westelijk ge deelte van ons land, waar in de omgeving groote steden liggen. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem. DE BLOEMBOLLENCULTUUR EN DE OORLOG. Duizenden seringen naar de vuilnisbelt Nu het Britsche rijk zijn grenzen voor de Nederlandsche bloemen heeft gesloten, zijn de moeilijkheden voor de Aalsmeersche se ringencultuur zoodanig vergroot, dat meer dan de helft van de ter veiling aangevoerde seringen naar de vuilnisbelt gebracht moe ten worden. De Aalsmeersche tuinbouwbond heeft thans een deputatie naar 's-Gravenhage ge zonden, die-aan de regeering zal voorstellen een tweeledigen minimumprijs in te voeren. En wel één van 50 cent voor tien pakken se ringen van betere kwaliteit en één van 25 cent van 10 pakken van minder goede kwa liteit. Bij aanvaarding van dit voorstel zul len de seringen altijd een dezer minimum prijzen opbrengen. Vorig jaar werd op de beide plaatselijke veilingen tot een bedrag van 698.928 aan seringen verhandeld. Alleen op de C. A. V. beloopt de aanvoer reeds tien millioen stuks. Van de totale productie van ongeveer twaalf millioen stuks werden vorig jaar zeven mil lioen uitgevoerd naar Groot-Britannië. SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN. Op de vragen van mevrouw de Vries Bruins (s.d.) betreffende het voorkomen van ongedierte in de gevangenis te Schevenin- gen heeft de minister van justitie o.m. ge antwoord, dat inderdaad in de cellenbarak te Scheveningen een noodgebouw, over gebleven uit de vorige mobilisatie en niet in de strafgevangenis in enkele cellen ongedierte is aangetroffen. De wijze van behandeling der cellen, die sinds 1937 werd toegepast, heeft, tot voor korten tijd, uitstekende resultaten gehad. De laatste weken echter is in twee van deze bepleisterde cellen weer ongedierte aange troffen. Deze worden thans niet meer be woond en opnieuw gezuiverd. Het ligt in 's ministers voornemen, zoodra het in verband met den achterstand in de te executeéren vonnissen mogelijk is, de cellenbarak geheel te doen ontruimen. N.S.B. EN ONZE NEUTRALITEIT. De heer de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b) heeft aan de ministers van alge meene zaken en buitenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het waar, dat op 9 Nov. 1.1. eenige leden van de Duitsche geheime politie gewa pend de Nederlandsche grens bij Venlo heb ben overschreden en op Nederlandsch terri torium onder bedreiging met wapengeweld de inzittenden van een auto, waaronder een Nederlandsch officier, overmeesterd hebben? 2. Is het waar, dat de genoemde Duitschers een aantal der inzittende personen evenals de auto met geweld over de grens naar Duitschland gebracht hebben? 3. Indien de beide voorgaande vragen in bevestigenden zin worden beantwoord, heeft de regeering dan van de Duitsehe regeering volledige genoegdoening voor deze schending van onze souvereiniteit verlangd en daarbij de onmiddellijke invrijheidstelling van de ontvoerden, van welke nationaliteit ook, geëischt? Cfi«»-publicn(»e. VERVOER VAN ZAAIGRANEN EN -PEULVRUCHTEN. Naar ons van officieele zijde wordt medegedeeld, zal binnen korten tijd een regeling worden getroffen voor het ver voer van zomerzaaigranen en zaaipeul- vruchten, voorzoover het geen tuinbouw- zaden betreft. Hoewel het thans nog niet mogelijk' is daaromtrent nadere bijzonderheden te publiceeren, is, teneinde tegemoet te komen aan de vele verzoeken om spoedige in werkingtreding te bevorderen, besloten, dat handelaren en coöperaties, die voor het verhandelen en bewerken van zulk zaai goed in aanmerking wenschen te komen, reeds thans een verzoek om een daartoe strekkende overeenkomst met de Neder landsche Akkerbouwcentrale te mogen aangaan, kunnen indienen. Ook zij, die reeds een overeenkomst af sloten mei betrekking tot de winterzaai- granen, dienen een nieuwe overeenkomst met de genoemde centrale aan te gaan. Teneinde eventueele kwaliteitsverminde ring van voor den zaai bestemde producten tengevolge van opslag bij de telers, die daarvoor niet voldoende ingericht zijn, te voorkomen, zal reeds voor het afsluiten van een overeenkomst aan handelaren en coöperaties door den provincialen voedsel- commissaris, onder wien zij ressorteeren, toestemming kunnen worden gegeven tot het vervoeren van het door hen gekochte zaaigoed van de telers naar hun pakhuis. De aflevering aan andere handelaren of coöperaties en de definitieve afnemers kan echter niet eerder geschieden dan na dat een overeenkomst zal zijn afgesloten. 's-Gravenhage, 27 November 1939. BEGROOTING VAN FINANCIEN VOOR 1938. Ontwerp tot wijziging en verhooging. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van het zevende hoofd stuk a der rijksbegrooting voor het dienst jaar 1938. In de toelichting zegt de minister van financiën o.a.: De som van de op verschillende artikelen van derr gewonen dienst voorgestelde ver minderingen overtreft het totaal van de op andere posten van dezen dienst aangevraagde verhoogingen met 6.022.180. Tegenover deze vermindering staat de verhooging van den kapitaaldienst met 1.662.884.000 (in verband met de buitengewone aflossing van enkele 4 leeningen), zoodat het eindcijfer van de begrooting van hoofdstuk 7 a, voor het dienstjaar 1938 stijgt met het verschil tus schen beide vorengenoemde bedragen ad 1.656.861.818. MIJNEN AANGESPOELD. Te Ouddorp (Z.H.) zijn gister twee mij nen aangespoeld. Deze zijn onder bewaking gesteld en zullen gedemonteerd worden. AUTO SLIPTE EN SLOEG OVER DEN KOP. Bestuurder aan zijn verwondingen overleden. Gistermiddag om kwart over vier is te Nieuw-Amsterdam de 28-jarige automobi list R. Lamberts uit Nieuw-Amsterdam ge slipt. De auto sloeg over den kop en kwam vervolgens tegen een boom terecht. L. liep ernstige verwondingen op en moest naar het ziekenhuis te Emmen worden overge bracht. Bij aankomst aldaar bleek hij reeds te zijn overleden. Politie-inval in speelhol. - De Amster- damsche politie heeft Zaterdagavond een inval gedaan in een woning in de Derde Reguliersdwarsstraat, waarvan bekend was dat men er een hazardspel beoefende. De politie trof hier negen mannen aan, die allen naar het bureau werden overgebracht. De eigenaar van de woning werd wegens over treding van de wet op het hazardspel in het bureau opgesloten. De anderen konden na te zijn gehoord, heengaan. Steun aan „Artis" door de Provincie. - Ged. Staten van Noordholland stellen den Provincialen Staten voor, ten laste van dien dienst 1939 aan „Artis", tot dekking van het tekort over het boekjaar 1939/40, dat op rond 69.300 is geraamd, een subsidie te verleenen ten bedrage van een derde van het tekort, tot een maximum van 23.100, on der voorwaarde, dat de overige twee derden door de gemeente Amsterdam en/of door derden worden gedekt. Naar t Engelsch van Maxwell March. 11) Hoewel hij naar zijn beste weten den man Van zijn leven nog niet gezien had, was het type onmiskenbaar. Het groote, sombere ge»- zicht, de dicht opeengeplante grijze haren, zware, in blauw serge gekleede figuur, !naar bovenal de vreemde schoenen; de jonge inspecteur zag onmiddellijk, dat dit de "^-detective moest zijn. Er waren duizenden van die types over ngeland verspreid, mannen die door de re cherche waren afgedankt en die nu als ho- tel speurhodnen hun kostje bij elkaar schar relden. Toen de man David's glimlach zag keek 'J kinderlijk vergenoegd. -Ik dacht, dat u er niet aan zoudt denken °rn met mij te spreken, mijnheer", zei hij. roeger was ik brigadier bij de Yard o, la"g voor uw tijd. Maar ik heb er nog steeds e®n paar oude vrienden en zoodoende ken ik e nieuwe gezichten. Ik heet Bloomer j>lr)g hij verder, „ex-brigadier Bloomer. Ik onk niet, dat u hier voor een of ander ge- bent, is het wel mijnheer?" Hij sprak zoo ernstig, dat David alle moei te had, om zijn vroolijkheid te verbergen. „Wel neen. Daarvoor niet", zei hij. „Ik ben met vacantie". „O, zoo". Het was ex-brigadier Bloomer aan te zien, dat het hem erg tegenviel en hij zuchtte. „Het is een saai leven", vertrouw de hij David toe. „Niets gebeurt er hier. Ik ben hier nu al vijf jaar en heb nog nooit iets anders meegemaakt, dan een paar onbedui dende diestalletjes. Maar ik heb alles wat u betreft gevolgd, mijnheer. Dat was een prachtig stukje werk, als ik het zoo mag zeggen, toen u dien Eldorado-moordenaar te pakken kreeg". David voelde er niets voor, om te praten over zijn werkzaamheden, die in het verle den lagen, en zeker op het oogenblik niet, maar in weerwil van zijn eigen moeilijkhe den had hij toch te doen met dien ouden waakhond, wiens groote dagen voorbij wa ren, en daarom kwam de gedachte bij hem op, dat hij hem misschien toch nog wel zou kunnen gebruiken. „U hebt onder de gasten hier een zekeren Deane", zei hij. „Majoor Deane' „O?" De gewezen brigadier keek ineens belangstellend. „Is er iets mee? Hij gaat morgen weg. Ik hoorde, dat hij naar Arca- dian gaat. Om u de waarheid te zeggen, heb ik niet zooveel notitie van hem genomen. Vertelt u mij nu als het u belieft niet ver volgde hij met komische verslagenheid, „dat ik al die jaren heb zitten wachten, tot er iets zou gebeuren, en dat ik nu net iets mijn neus heb laten voorbijgaan?" David schudde zijn hoofd. „Maak je maai niet ongerust, brigadier", zei hij. Hij heeft heelemaal niets gedaan. Ik zou hem graag even spreken, dat is alles". „O, juist. Ik snap het, mijnheer". Ex-bri gadier Bloomer knikte begrijpend. „Ik zal hem in de gaten houden. Hij kan nu ieder oogenblik komen. Dus hij is interessant, denkt u?" En in gedachten verzonken ging hij voort: „Dat is nu al de tweede. Dikwijls komt het weer te voorschijn, maar steeds draait het weer op een teleurstelling uit", vervolgde hij na een kleine pauze. „Altijd heb ik weer hoop, als ik zooiets meemaak. Maar wat schiet ik er mee op? Het is finaal afgeloopen sinds ik de politie verliet. Geen vlekje op hun naam. Ik zal u vertellen, wat hier gebeurd is, mijnheer". Er was een zekere geanimeerdheid in zijn stem en hij ging naast David op den divan zitten. „Hij kwam pas vandaag. Doodkalm kwam hij hier binnenstappen. Ik veronderstel, dat hij dacht, dat er niemand was, die hem zou herkennen. Maar ik wel. Ik vergeet een ge zicht nooit". „Och kom", zei David. De praatgrage, oude man verveelde hem, maar hij durfde het niet te laten merken. D gewezen brigadier liet zijn stem wat dalen en sprak met groote plechtigheid: „Het geval van Fenchurch street". „Wat?" David keek hem verbaasd aan. De woorden zeiden hem niets. „Het geval van Fenchurch street", her haalde de huis-detective. „Ja, dat was lang voor uw tijd. Het zal een twintig jaar gele den zijn. Maar hgt verwekte indertijd veel opschudding. Een jonge man met een goede positie bij een zaakwaarnemerskantoor, nogal een heer, werd gearresteerd onder verdenking van inbraak op zijn eigen kan toor. Het was duidelijk, dat het zaakje door goede bekenden moest zijn opgeknapt, en er kwamen er maar twee voor in aanmerking. Bovendien was de nachtwaker overvallen en zwaar gewond. Tenslotte hebben we hem in zijn kraag gepakt en hij draaide erin voor zeven jaar. Natuurlijk is hij erg veran derd, Het is ook al twintig jaar geleden, dus dertien jaar sinds hij weer vrijkwam. Maar ik 1 'rende hem dadelijk, zoodra hij van- morcjn binnen kwam stappen. O, ik zou hem altijd herkend hebben. Ik vergeet een ge zicht nooit". „Dat is sterk", zei David, die alle moeite deed om belangstelling te toonen. „En hoe heette hij?" Ex-brigadier Bloomer zag er terneergesla gen uit. „Dat vraag ik mij ook af", zei hij. „Ik kan het mij maar niet herinneren. Ik kan het natuurlijk wel uitvinden, als ik dat zaakje nog eens nasla. Het zal mij wel weer tebinnen schieten. Nu noemt hij zich Birch, Lionel Birch, maar dat klopt niet. Dat was zijn naam niet. Ik ben hier juist naar toe gekomen, om hem nog eens goed op te ne men. Misschien als ik hem weer eens zie, dat de naam mij weer invalt. Dat is be paald een zwak van jnij", ging hij Vertrou welijk door. „Nooit zal ik een gezicht ver geten, maar namen kan ik niet onthouden". Hij schudde treurig het hoofd en David keek een anderen kant uit. Toen zij een tijdje zwijgend naast elkaar gezeten hadden, liet Bloomer een waar schuwend gekuch hooren. „Daar komt hij, mijnheer" fluisterde hij. „Hij komt juist uit de taxi. Ziet u hem? Die militair uitziende man met dat witte haar. Dat is de man, waar ik u zooeven van ver telde. Hij is zeven jaar in Dartmoor geweest Dat zou je niet aan hem zeggen, vindt u wel?" David keek naar buiten en zag een man, een beetje gewoon gekleed, maar met een goed voorkomen, uit een taxi stappen. Van de plaats waar hij zat, kon David de scher pe, doordringende oogen en de afgetobde, maar toch arendsachtige gelaatstrekken on derscheiden. Er was iets interessants in het gezicht en uit nieuwsgierigheid bleef hij nog even toe kijken. In plaats van te betalen, gaf hij den chauf feur een paar instructies en sprak nog te gen iemand, die blijkbaar nog in den wagen zat. Op dat oogenblik werd dan ook een meisje zichtbaar, dat zich naar buiten boog en den ouden man kuste. In het schelle licht van het hotel was haar gelaat goed te zien en David hoorde Bloomer fluisteren: „Nu nog mooier. Stel je toch voor! En datop zijn leeftijd". Maar inspecteur Biest keek strak voor zich uit, totaal uit het veld geslagen, voor den tweeden keer al dien dag. Want het meisje, dat den gedistingeerden man, waarvan Bloomer vertelde, had ge kust, was Judy Wellington (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 5