een veelbewogen vacantie Koortsig AKKERTJE VRAAG EN AANBOD 9ieui£Cetm ^Olympische dag" voor gemobiliseerde»! O. en O. In de toekomst ook sportbeoefening in dienstverband. WOENSDAGS an ZATERDAGS. 35 cent per vijf regels, De moeilijkheden van onze scheepvaart. Nederland blijft varen. BEGROOTING VAN FINANCIEN. Memorie van Antwoord van minister De Geer. Aangespoelde mijnen leveren gevaar op. Men kome niet op het strand. ^VVEEDE BLAD. Vaardigheidsproeven en wed strijden. Voetbal en athletiek. Kapitein Lotsy, die zooals men weet, be last is met de sportieve ontwikkeling van gemobiliseerden, heeft over de werk zaamheden in de afgeloopen maanden het een en ander medegedeeld. Het eerste, dat kapitein Lotsy in deze functie heeft ge daan, is, een oriënteerende rondreis langs jj6t veldleger te maken. Sport, aldus kapi tein Lotsy, heeft een tweeledig doel in het leger. Ten eerste om onze soldaten lichame lijk te ontwikkelen en ons leger daardoor nog meer paraat te maken en ten tweede als ontspanning. Uiteraard zijn die beide taken niet altijd scherp te onderscheiden. Mede wei king der sportbonden. Alle groote sportbonden hebben hun medewerking toegezegd en kapitein Lotsy wilde er nog eens den nadruk op leggen, dat hij de medewerking van allen op even groo- ten prijs stelde, zulks in tegenspraak met onmogelijke beweringen van een of andere zijde, dat dit niet het geval is. Een eerste moeilijkheid vormt in deze, zooals vrijwel overal elders, het financieele gedeelte. Wel is een belangrijke som ter be schikking gesteld, doch over het geheele land genomen, beteekent dat nog niet zoo' veel. Kapitein Lotsy deed daarom een be roep op de particulieren, vooral nu het St, Kicolaas- en Kerstfeest in aantocht is, om bij de feestpaketten voor gemobiliseerden iets op het gebied van de sport in te sluiten. Voetbal en athletiek Zonder van eenzijdigheid beschul digd te willen worden, moest kapi tein Lotsy toch mededeelen, dat de voetbalsport ongeveer 90 pCt. van het totaal in beslag neemt, zoodat in de eerste plaats daarop de aandach' moet worden gericht. Hier te lande zijn 6000 voetballen besteld, doch nog slechts gedeeltelijk zijn afgeleverd. Naast voetbal is athletiek de belangrijkste sport. Een moeilijkheid daarbij vormen de lokaliteiten. Waar in kleine plaatsen bijna alle gebouwen /oor huisvesting van mili tairen gerequireer^ zijn, blijft er nauwelijks ruimte over voor indoortraining. Het spreekt vanzelf, dat sport slechts doel matig beoefend kan worden onder deskun dige leiding en hiertoe heeft men zich zoo wel met de sportbonden, als met de mili taire autoriteiten in verbinding gesteld om na te gaan, waar de sportleiders en trainers ingedeeld zijn en daarna door overplaat sing te bewerkstelligen, dat zij gelijkelijk over het geheele land worden verdeeld. Sport in dienstveroand. Het tot nu toe behandelde heeft alleen be trekking op de sport buiten dienstverband, waaraan vrijwillig kan worden deelgeno men. Daarnaast ligt het in de bedoeling ook de sport in het leger als verplicht in te voeren, omdat op deze wijze de paraatheid van de gemobiliseerden belangrijk toe neemt. Het ligt in 't voornemen van den opperbevelhebber van land- en zee macht te bevorderen, dat één uur per dag aan de lichamelijke ontwik keling der gemobiliseerden wordt besteed en dat een volle sportmid dag per week wordt gehouden. Men denkt bij voorkeur aan een dag midden in de week, opdat de belangen van de clubs niet in het gedrang komen. Vaardigheidsproeven. Wie geregeld oefent, wil daarvan ook wel --resultaat zien. Om den ijver van de ge mobiliseerden tc prikkelen, bestaat daarom net plan om vaardigheidsproeven in te stel len met een distinctief (een kruisje of iets ergelijks) als belooning. Deze proeven zul- en speciaal voor de gemobiliseerden ont worpen moeten worden, want de H.L.O.- proeven worden te licht, de N.O.C.-proeven daarentegen te zwaar geacht. Zwemmen. De uitvoering van het doel elk Neder- landsch soldaat zwemmer te maken brengt vooral in de wintermaanden moeilijkheden mede. Toch zal gedaan worden wat mogelijk is. Het doel is verder om in elk kantonnement eén sportleider aan te wijzen, die verant woordelijk is voor de sportbeoefening in zijn ressort. Onder deze sportleiders staan de instructeurs. De sportleiders zullen gere geld contact met kapitein Lotsy houden. Ter vergemakkelijking van de taak der sportleiders is men bezig aan de samen stelling van een handleiding voor gym nastiek, speciaal voor gemobiliseerden pas klaar gemaakt. Het zoeken is nu naar vol doende ruimte om de oefeningen te houden. Op turntoestellen rekent men niet al te vast, de meesten zijn al blii een behoorlijke loca- liteit te hebben gevonden. De sportbonden kunnen op dit gebied prachtig werk ver richten, verschillende bonden doen dit reeds. Wedstrijden. Het organiseeren van een competitie en van andere sportevenementen voor militai ren staat eveneens op het programma en het behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat dit een stimulans vormt voor de sportbeoefe ning. Zelfs ligt het in de bedoeling een groote sportdemonstratie te organi seeren in den geest van den Olym- pischen dag, doch voor het zoover is, moet natuurlijk nog heel wat werk verzet worden. Men moet, zoo meent kapitein Lotsy, evenwel van bovena niet teveel regelen. Heeft men eenmaal een bepaalde regeling getroffen, dan moet veel aan het initiatief van de plaatselijke leiders worden over gelaten. Zoo b.v. onderlinge competities. Ook de instelling van militaire bekers kan het beoefenen van sport sterk stimuleeren. Hoofdzaak echter is, dat ieder militair aan- sport gaat doen. Ook aan tafeltennis en boksen zal de noodige aandacht worden geschonken. Er zijn reeds 600 tennistafels voor dit spel be steld. De betrokken bonden hebben hun medewerking toegezegd. Dé. sportevenemen ten, naar analogie van de cabaret-voorstel lingen zullen het meest in de groote steden worden gehouden om zooveel mogelijk menschen te trekken en de opbrengst op deze wijze zoo belangrijk mogelijk te doen zijn. Deze komt dan weer ten goede aan de gemobiliseerden in de kleine objecten. Juist voor deze kleine objecten moeten we in de bres staan, zoo besloot kapitein Lotsy, want voor hen dreigt het spook der verve ling het meest. Alléén 2de handsch goederen. uitsluitend contant (Dinsdags en Vrijdags inxendes* Te koop antieke Friesche stoelklokken, Friesche staartklokken met naam en datum en ander mechaniek, theestoof, kop. vijzel, blauwe borden en ander mooi antiek; M. Beers, Gr. Nieuwl. 62. Te koop: een prima orgel, goed onder houden, prijs 55. A. J. OVERDIJK, Breedstraat 49, Alkmaar. Te koop: belastingvrije gebruikte Motor D.K.W., tevens zwaardere Motoren en prima gebruikt Philips Radiotoestel. N. RUITER, Dijk 20, Alkmaar. Te koop uit netten inboedel: mooi Amerikaansch huisorgel (koopje). Pracht Damesschrijfbureautje voor 15, Handnaaimachine m. g. 12. DEKKER, Spoorstraat 5. Te koop uit netten inboedel: pracht veerenbedstel (6 deelig), koopje. Veerenbed voor 7.50, mooi Fornuis, Ledikanten, Stoelen, Litsjumeau, enz. DEKKER, Spoorstraat 5. Te koop gebruikte Heeren-, Dames- en Kinderschoenen, waarbij zoo goed als nieuwe. JAN BRAUNECK, Ridderstraat 9. Het Naaimachinehuis heeft hand machine met motor en lamp. ring- spoel merk Singer z. g. a. n. Koopje. Handm. nieuw houtwerk, iets besch. lage pr. J. H. de Boer, Geesters. 48. Te koop gevraagd gebruikte hand- of trapnaaimachine. Brieven met prijs opgave onder letter Z 555 aan het bureau van dit blad. Te koop een huisbioscoop, compleet met films, zoowel voor 120 als 220 volt en een stel rolschaatsen. A. F. DE VRIES, Druivenlaan 39. ONZE POSTVLUCHTEN. De positie der postvliegtuigen was giste ren: Uitreis: Buizerd te Alexandrië en Gier te Singapore. Thuisreis: Wielewaal te Ran- goon en Torenvalk te Napels. NIEUWE VERKOOP MOGELIJKHEDEN die zijn er thans voor den actieven zakenman. Het publiek is en moet, tengevolge van allerlei omstan digheden, wel anders koopen. Dit levert nieuwe verkoop-mogelijk heden. Laat juist thans weten waar mee U het publiek kunt helpen. Smeedt het ijzer als het heet is. 's-G r a v e n h a g e, 28 Nov. 1939. Officieus verluidt: De verscherping van den oorlog ter zee, als gevolg van nieuwe, door beide partijen getroffen maatregelen, baart ook hier te lande begrijpelijk nieuwe zorg, in het bij zonder in die kringen welke direct of indi rect tot de scheepvaart in betrekking staan. Met voldoening kan daartegen over wordc-n vastgesteld: Nederland blijft varen. Na de ramp met de „Simon Bolivar" is er in onze scheepvaartkringen ernstig beraad gehouden, waaraan ook de marine- autoriteiten met hunne technische adviezen hebben deelgenomen, en men ziet onze schepen onder het nemen van nieuwe veiligheidsmaat regelen tegen mijnengevaar zee kiezen met aanvaarding van onver mijdelijke risico's. Verdediging der neutraliteit. Inmiddels zijn de diplomatieke organen in actie om onze rechten als neutrale staat naar beide zijden te verdedigen. Tegen het gisteren te Londen afgekondigde Koninklijk besluit om de blokkade-maatregelen ook over den Duitschen uitvoer uit te breiden, is terstond na aankondiging in het Lagerhuis door Hr. Ms. gezant te Londen in opdracht onzer regeering krachtig geprotesteerd. Tegen andere vormen van belemmering of ingevaarbrenging van onze scheepvaart in strijd met het volkenrecht blijven even krachtige vertoogen zeker niet uit zoodra deze kunnen berusten op even stellige ge gevens. Verschenen is de Memorie van Antwoord van den minister van financiën op de op merkingen uit de Tweede Kamer aan gaande de begrooting 1940 van het depar tement van financiën. Hieraan wordt het volgende ontleend: Dat in de opheffing van het zoogenaamde bankgeheim een uitstekend hulpmiddel bij de be strijding van de fraude zou kun nen worden gevonden, schijnt den minister-een illusie. Wijziging van de regeling der beta lingstermijnen in dier voege, dat iederen contribuabele twaalf betalingstermijnen worden gewaarborgd, acht de minister niet wenschelijk en ook niet noodig. Zooals reeds medegedeeld werd hoopt de regeering bij aanstaande herziening van de inkomstenbelasting aandacht te wijden aan versterking van den kinderaftrek. In de meening van verscheidene leden, dat de verhouding tusschen directe en in directe belastingen, thans niet in overeen stemming is met de sociale rechtvaardig heid, deelt de minister niet. Zooals blijkt uit de nota betreffende den toestand van 's rijks financiën, stelt de regeering zich voor, de vereischte ver sterking der middelen in de eerste plaats te vinden door een herziening van de in komstenbelasting en vervanging van de dividend- en tantièmebelasting door een winstbelasting. Zij acht het evenwel niet uitgesloten dat in de toe komst ook nog tot een verdere verzwaring van enkele indirecte belastingen zal moeten worden overgegaan. Werkloozenuitkeering. De door verscheidene leden met betrek king tot de ten vorigen jare ter sprake ge brachte uitkeeringen aan werkloozen ge maakte opmerkingen geven den minister aanleiding tot het volgende bescheid. De toepassing van de wet op de inkomsten belasting ten aanzien van door werkloozen genoten uitkeeringen hangt in beginsel niet af van de vraag, of de werklooze is georganiseerd of niet, doch enkel van de vraag of hij een recht op uitkeering kan doen gelden. Uitkeeringen uit een werk- loozenkas zijn verschuldigde, van het leven afhankelijke periodieke uitkeeringen, val lende onder art. 8 der wet op. de inkom stenbelasting en dientengevolge belastbaar. Dit is niet het geval met uitkeeringen, die ingevolge een gemeentelijke steunregeling of van een instelling van weldadigheid worden ontvangen. Vandaar het verschil in behandeling. Bij de voorgenomen herziening van de inkomstenbelasting zal de minister nagaan, of het mogelijk is, de hier bepleite verlich ting van druk der vermogensbelasting, in de gevallen waarin zij haar doel van aan vullingsbelasting ver voorbij schiet, aan te brengen. Wegens het ontbreken van aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud en van progressie in de nieuw ontwor pen inkomstenheffing werden som mige indirecte belastingen verlaagd. Nu de nieuwe heffing niet zal doorgaan, is dit motief voor de voorgenomen verla gingen vervallen, ook die voor gedistil leerd en bier, die ook om andere redenen minder wenschelijk was zoolang fiscale overwegingen, ontleend aan den smokkel handel, deze niet noodig maken. Het ac cres van den jongsten tijd schijnt daarop niet te wijzen. De minister is van oordeel, dat een wij ziging van de motorrijtuigenbelasting als in eens ingediend wetsontwerp was voor gesteld, in de tegenwoordige omstandig heden geen aanbeveling verdient. Ontwerp wordt gewijzigd. Het nog aanhangige ontwerp tot wijziging van de wet tot bevorde ring van de richtige heffing der directe belastingen zal ongewij zigd door den minister niet kun nen worden gehlndhaafd. Hij overweegt, in hoever het ontwerp, naast de voorgenomen winstbelasting, voldoende reden van bestaan heeft om het in gewijzigden vorm voor verdere behan deling in aanmerking te doen komen. De minister deelt niet de vrees der leden hier aan het woord, dat de actie van het z.g. beleggingsfront zou leiden tot het vasthouden van beschikbare kapitalen. Zij ziet voorshands geen aanleiding maatre gelen te treffen om de geste van dat front tegen te gaan. Ten aanzién van het representatief ge bouw op „Sorghvliet", deelt de minister in de meening van vele leden, dat de edelmoedige schenking van het terrein Sorghvliet groote waardeering verdient en dat de volledige totstandkoming van de schenking niet in de waagschaal mag wor den gesteld. De minister heeft dan ook het voornemen te bevorderen, dat de staat de voorwaarde van de schenking betreffende de stichting van een representatief gebouw nakomt en dat met den bouw zal worden begonnen vóór den fatalen datum van 5 Juni 1940; natuurlijk tenzij de schenkers met het oog op de zeer bijzondere tijdsom standigheden in eenig uitstel zouden wil len toestemmen, waartoe hij reeds in October stappen heeft gedaan, maar waar omtrent nog geen overeenstemming is verkregen. De „Sliedrecht". Zoo zal ten aanzien van de vernieti ging van de Sliedrecht in volle zee, in den Atlantischen Oceaan ten wes ten van Ierland, een beslissing worden genomen zoodra de rappor ten ontvangen zijn van het verhoor dat een onzer te Londen geplaatste consulaire ambtenaren thans in Glasgow aan de door ontberingen verzwakte overlevenden heeft kun nen afnemen. Dan zal blijken of en bij wie er een stap zal moeten worden gedaan. Overbodig is het, in dergelijke gevallen de vraag op te werpen of de regeering daar aan volle aandacht zal wijden. Zij is er zich te allen tijde van bewust dat dit tot haar onmiddellijke taak behoort en handelt met den in elk bijzonder geval mogelijken spoed. V eilig heidsmaatregelen. Voor de veiligheid van de vaart wordt nog op andere wijze gewaakt. De zich steeds scherper ontwikkelende mijnenoorlog is voor Nederlandsche deskundigen aanleiding tot het doen van onderzoekingen, waarvan de opzet is aan onze scheepvaart een groo- tere mate van veiligheid te verzekeren. In het gezicht van de toenemende ram pen ter zee moge het althans eenige gerust stelling baren dat, daar waar men dit ver wachten moet, bij de regeering zoowel als in de leidende kringen der naastbetrokken particulieren, bewust gehandeld wordt om onze welbegrepen belangen actief te be schermen. Nu door de aanhoudende Zuid-Wester stormen en het daarmede gepaard gaande hooge water veel mijnen op de stranden aanspoelen, wordt het. publiek nogmaals met klem gewaarschuwd tegen het gevaar van deze helsche machines. Onder de mijnen, welke de zee op de stranden werpt, bevin den zich de nieuwste modellen, welke bij de Nederlandsche marine nog vrij onbekend zijn. Zoolang een mijn niet stilligt, levert zij op een afstand van 1200 meter gevaar op. Wel is waar wordt de omgeving van een aange spoelde mijn terstond door wachtposten en roode vlaggen afgezet en aangeduid, doch er blijken nieuwsgierige personen te zijn, die langs binnenpaadjes of dwars door de dui nen toch op net strand en in een gevaarlijke zone komen. Vooral de strandjutters behoo- ren.tot deze lieden. Zij brengen zich zelf en vaak ook anderen in gevaar. Onder geen voorwaarde mag men een mijn aanraken. Ieder, die een mijn waarneemt, melde dit onmiddellijk bij den militairen commandant ter plaatse. Steun aan „Artis". - De Amsterdamsche raad heeft gisteravond het voorstel om aan „Artis" over het jaar 1939-1940 eeen subsi die toe te kennen van 46.200 aangeno men. Naar t Engelsch van Maxwell March. 12) taxi reed weg en de man, die ex-bri gadier Bloomer had aangeduid als Lionel irch, kwam langzaam de rood bekleede all binnen. Het was duidelijk te zien, dat e man in gedachten, en zeker geen plezie rde gedachten, verdiept was, want hij liep ee' langzaam en zijn oogen staarden droef geestig, zonder iemand te zien. °en hij naderbij kwam, had David zijn e®^le indrukken al verwerkt. De man, die j nu Lionel Birch noemde, moest betere .agen gekend hebben. Ontegenzeggelijk had- 0e jaren in de gevangenis hun stempel P hem gedrukt, maar 't was duidelijk, dat, ooals zoo vaak in dergelijke gevallen ge urt, zijn geest niet gebroken noch dat zijn angeboren waardigheid verdwenen was. °en de nieuw-aangekomene de hall hal- r, r^o.86 doorgeloopen was, stond hij met n stil en scheen zich voor het eerst bewust Z1.in, dat hij een klein koffertje van hage- - senl®er in de hand hield, want een uit- op van ontsteltenis ontsnapte hem, toen hij le<- gewaar werd. J~avid. volgde zijn blik en als er nog on- orheid mocht bestaan omtrent het meisje n de taxi, dan had hij nu zekerheid. Ook het koffertje was hem bekend. Het was van Judy. Hij had het dien middag nog op haar schoot gezien. Het was glashelder wat er gebeurd was. De oude man had het voor haar gedragen en had het bij vergissing meegenomen, toen hij uit de taxi stapte, en omdat het de in grediënten voor Judy's vermomming bevat te, kon David zijn ontsteltenis best begrijpen, voor het geval hij deelgenoot was van haar geheim. De man liep snel terug naar de stoep en staarde hulpeloos naar de leege straat. Eerst, scheen hij te willen doorloopen, maar hij veranderde van gedachte en kwam terug langs de twee politiemannen. „Hij heeft haar koffertje op den kop ge tikt", fluisterde ex-brigadier Bloomer. „Ik ben benieuwd of David stootte hem aan. „Haal geen dom me dingen uit", zei hij zachtje, en ex-briga- dier Bloomer hield verder zijn mond. De oude man was naar de portiersloge ge gaan en waar zij zaten konden zij het on derhoud gemakkelijk volgen. Zijn stem was prettig en beschaafd en deed David denken aan een andere stem, die hij laatst gehoord had, maar hij kon niet thuis brengen waar. „Ik heb zoojuist een ergerlijke fout be gaan", zei mijnheer Birch. „Een dame liet mij in haar taxi meerijden. Ik droeg haar koffertje en ik heb het dom genoeg bij mij gehouden. Zij logeert in het Arcadian-hotel. Kunt u het door een boy direct laten bezor gen?" De ander, achter het bureau gezeten, keek verbaasd op. „Het is na tienen, mijnheer', zei hij. „Bij na elf uur. Ik vrees, dat ik nu geen jongens meer heb". Hij sprak beleefd, maar liet duidelijk uit komen, dat hij tot zijn spijt aan een derge lijk onredelijk verzoek onmogelijk kon vol doen. Er kwam een blosje op de wangen van den ouden heer. „Maar er moet toch wel iemand zijn", zei hij zacht. „Kunt u me geen kruier bezor gen? Ik moet het nog terstond naar het Ar cadian-hotel laten brengen. Het is van veel belang". De bediende keek niet vriendelijk. „Het spijt mij, mijnheer, maar er is niemand meer", zei hij kort. ,,'t Is al laat, weet u". En hij voegde er met een duidelijken blik in de richting van de deur aan toe: „Het is prach tig weer, mijnheer". De gevolgtrekking lag voor de hand. Mijn heer Birch's kleur werd donkerder en aan zijn oogen was het te zien, dat hij er erg meer in zat. „Ja, ja", zei hij. „Dat is het zeker. Maar ik denk er niet aan om zelf te gaan". Ze waren op een dood punt gekomen. De bediende wilde graag beleefd blijven, maar was besloten om niet meer te helpen en de oude man treuzelde nog. Impulsief stond David op. Hij was wel voor Johnny gekomen, maar Johnny kon wachten. Bovendien, was ex-brigadier Bloo mer er niet om een oogje in het zeil te hou den? Hier werd hem een kans geboden waar hij van ganscher harte naar verlangde; vijf minuten conversatie met Judy Wellington, dus tijd genoeg om alles uiteen te zetten. Hij stapte er meteen op af. „Neemt u mij niet kwalijk", zei hy glim lachende, „ik kan het niet helpen, dat ik uw moeilijkheden mede heb aangehoord. Ik lo geer in het Arcadian. Ik kwam hier naar toe om een praatje te maken met een vriend van mij" hij duidde hierbij in de richting van brigadier Bloomer, die glom van trots door deze betiteling „en ik ga nu weer terug. Met alle plezier wil ik iets voor u meenemen". Birch keerde zich tot hem om. David's stem en verschijning boezemden blijkbaar vertrouwen in en de oude man lachte. Blijkbaar was Davids voorstel voor hem een groote opluchting en in weerwil van de bedenkelijke inlichtingen, die hij van hem gekregen had, voelde David zich eenigszins tot hem aangetrokken. „Het is werkelijk heel erg vriendelijk van u, mijnheer", zei Birch met geestdrift. „Als u de \e~dheid wilt hebben om het koffertje mede ia nemen en te zorgen dat het op de goede plaats komt, zal juffrouw Wellington u erg dankbaar zijn. Ik ben bang, dat het arme kind anders in groote ongelegenheid zou geraken". De rustige, beschaafde stem riep weer even iets wakker iri het onderbewustzijn van Da vid, maar het hooren van Judy's naam be lette hem er verder over na te denken. De heer Birch liet hem haar naam op den achterkant van een enveloppe opschrijven, hoewel de jonge man hem had kunnen ver tellen, dat het een onmogelijkheid was om juist dien naam te vergeten. David nam het koffertje over en zag nog juist, hoe de bediende hem wantrouwend aanzag en even daarna op Bloomer afstapte, met wien hij fluisterend een apartje had. David had er plezier in. Als mijnheer Lionel Birch vertrouwen toonde in totaal onbekenden, de bediende van het Empress Hotel deed het zeker niet. Ex-brigadier Bloomer stelde hem klaar blijkelijk gerust, want de bediende scheen voldaan en gaf hem zelfs een genadig knik je. Birch was erg dankbaar en gaf David zon der te overdrijven te verstaan, dat hij hem een grooten dienst bewees. Bloomer ging met den inspecteur mee naar de deur. „Bent u iets op het spoor, mijnheer?", fluisterde hij met zoo'n kinderlijke begee- righeid, dat David het niet over zijn hart kon verkrijgen, om hem teleur te stellen. „Ik weet het niet, Bloomer", zei hij som ber. „Ik weet het nog niet. Houdt een oogje op Deane. als je wilt. Met een uurtje ben ik weer terug. Ik hoop, dat ik hem nog even te spreken krijg". ,,'t Komt in orde, kapitein", zei Bloomer, zich een familiariteit veroorlovende, ,,'t Komt in orde, ik zal hem voor u vasthou den". En op luider toon ging hij voort: „Goe denavond, mijnheer Biest. Welterusten, mijnheer". David liep met groote stappen de straat op, het koffertje in zijn hand geklemd, als of het zijn eenige hoop op redding was. Hij was zoo in gedachten verdiept, zoo vervuld met het onderwerp van het komen de gesprek, dat zijn gewone oplettendheid hem in den steek liet en hij de uitgeteerde, in een zwarte jas gehulde gestalte, die zich haastig in de schaduw terugtrok en hem met een vreemde uitdrukking in zijn flet- sche, diepliggende oogen nakeek, niet eens opmerkte. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 5