een veelbewogen
vacantie
Koortsig
AKKERTJE
VRAAG EN AANBOD
9ieui£Cetm
^Olympische dag" voor gemobiliseerde»!
O. en O.
In de toekomst ook sportbeoefening
in dienstverband.
WOENSDAGS an ZATERDAGS.
35 cent per vijf regels,
De moeilijkheden van onze
scheepvaart.
Nederland blijft varen.
BEGROOTING VAN
FINANCIEN.
Memorie van Antwoord
van minister
De Geer.
Aangespoelde mijnen
leveren gevaar op.
Men kome niet op het strand.
^VVEEDE BLAD.
Vaardigheidsproeven en wed
strijden.
Voetbal en athletiek.
Kapitein Lotsy, die zooals men weet, be
last is met de sportieve ontwikkeling van
gemobiliseerden, heeft over de werk
zaamheden in de afgeloopen maanden het
een en ander medegedeeld. Het eerste, dat
kapitein Lotsy in deze functie heeft ge
daan, is, een oriënteerende rondreis langs
jj6t veldleger te maken. Sport, aldus kapi
tein Lotsy, heeft een tweeledig doel in het
leger. Ten eerste om onze soldaten lichame
lijk te ontwikkelen en ons leger daardoor
nog meer paraat te maken en ten tweede
als ontspanning. Uiteraard zijn die beide
taken niet altijd scherp te onderscheiden.
Mede wei king der sportbonden.
Alle groote sportbonden hebben hun
medewerking toegezegd en kapitein Lotsy
wilde er nog eens den nadruk op leggen, dat
hij de medewerking van allen op even groo-
ten prijs stelde, zulks in tegenspraak met
onmogelijke beweringen van een of andere
zijde, dat dit niet het geval is.
Een eerste moeilijkheid vormt in deze,
zooals vrijwel overal elders, het financieele
gedeelte. Wel is een belangrijke som ter be
schikking gesteld, doch over het geheele
land genomen, beteekent dat nog niet zoo'
veel. Kapitein Lotsy deed daarom een be
roep op de particulieren, vooral nu het St,
Kicolaas- en Kerstfeest in aantocht is, om bij
de feestpaketten voor gemobiliseerden iets
op het gebied van de sport in te sluiten.
Voetbal en athletiek
Zonder van eenzijdigheid beschul
digd te willen worden, moest kapi
tein Lotsy toch mededeelen, dat de
voetbalsport ongeveer 90 pCt. van
het totaal in beslag neemt, zoodat in
de eerste plaats daarop de aandach'
moet worden gericht.
Hier te lande zijn 6000 voetballen besteld,
doch nog slechts gedeeltelijk zijn afgeleverd.
Naast voetbal is athletiek de belangrijkste
sport. Een moeilijkheid daarbij vormen de
lokaliteiten. Waar in kleine plaatsen bijna
alle gebouwen /oor huisvesting van mili
tairen gerequireer^ zijn, blijft er nauwelijks
ruimte over voor indoortraining.
Het spreekt vanzelf, dat sport slechts doel
matig beoefend kan worden onder deskun
dige leiding en hiertoe heeft men zich zoo
wel met de sportbonden, als met de mili
taire autoriteiten in verbinding gesteld om
na te gaan, waar de sportleiders en trainers
ingedeeld zijn en daarna door overplaat
sing te bewerkstelligen, dat zij gelijkelijk
over het geheele land worden verdeeld.
Sport in dienstveroand.
Het tot nu toe behandelde heeft alleen be
trekking op de sport buiten dienstverband,
waaraan vrijwillig kan worden deelgeno
men. Daarnaast ligt het in de bedoeling ook
de sport in het leger als verplicht in te
voeren, omdat op deze wijze de paraatheid
van de gemobiliseerden belangrijk toe
neemt.
Het ligt in 't voornemen van den
opperbevelhebber van land- en zee
macht te bevorderen, dat één uur
per dag aan de lichamelijke ontwik
keling der gemobiliseerden wordt
besteed en dat een volle sportmid
dag per week wordt gehouden.
Men denkt bij voorkeur aan een dag
midden in de week, opdat de belangen van
de clubs niet in het gedrang komen.
Vaardigheidsproeven.
Wie geregeld oefent, wil daarvan ook wel
--resultaat zien. Om den ijver van de ge
mobiliseerden tc prikkelen, bestaat daarom
net plan om vaardigheidsproeven in te stel
len met een distinctief (een kruisje of iets
ergelijks) als belooning. Deze proeven zul-
en speciaal voor de gemobiliseerden ont
worpen moeten worden, want de H.L.O.-
proeven worden te licht, de N.O.C.-proeven
daarentegen te zwaar geacht.
Zwemmen.
De uitvoering van het doel elk Neder-
landsch soldaat zwemmer te maken brengt
vooral in de wintermaanden moeilijkheden
mede. Toch zal gedaan worden wat mogelijk
is.
Het doel is verder om in elk kantonnement
eén sportleider aan te wijzen, die verant
woordelijk is voor de sportbeoefening in
zijn ressort. Onder deze sportleiders staan
de instructeurs. De sportleiders zullen gere
geld contact met kapitein Lotsy houden.
Ter vergemakkelijking van de taak der
sportleiders is men bezig aan de samen
stelling van een handleiding voor gym
nastiek, speciaal voor gemobiliseerden pas
klaar gemaakt. Het zoeken is nu naar vol
doende ruimte om de oefeningen te houden.
Op turntoestellen rekent men niet al te vast,
de meesten zijn al blii een behoorlijke loca-
liteit te hebben gevonden. De sportbonden
kunnen op dit gebied prachtig werk ver
richten, verschillende bonden doen dit reeds.
Wedstrijden.
Het organiseeren van een competitie en
van andere sportevenementen voor militai
ren staat eveneens op het programma en het
behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat dit
een stimulans vormt voor de sportbeoefe
ning.
Zelfs ligt het in de bedoeling een
groote sportdemonstratie te organi
seeren in den geest van den Olym-
pischen dag, doch voor het zoover is,
moet natuurlijk nog heel wat werk
verzet worden.
Men moet, zoo meent kapitein Lotsy,
evenwel van bovena niet teveel regelen.
Heeft men eenmaal een bepaalde regeling
getroffen, dan moet veel aan het initiatief
van de plaatselijke leiders worden over
gelaten. Zoo b.v. onderlinge competities.
Ook de instelling van militaire bekers kan
het beoefenen van sport sterk stimuleeren.
Hoofdzaak echter is, dat ieder militair aan-
sport gaat doen.
Ook aan tafeltennis en boksen zal de
noodige aandacht worden geschonken. Er
zijn reeds 600 tennistafels voor dit spel be
steld. De betrokken bonden hebben hun
medewerking toegezegd. Dé. sportevenemen
ten, naar analogie van de cabaret-voorstel
lingen zullen het meest in de groote steden
worden gehouden om zooveel mogelijk
menschen te trekken en de opbrengst op
deze wijze zoo belangrijk mogelijk te doen
zijn. Deze komt dan weer ten goede aan
de gemobiliseerden in de kleine objecten.
Juist voor deze kleine objecten moeten we in
de bres staan, zoo besloot kapitein Lotsy,
want voor hen dreigt het spook der verve
ling het meest.
Alléén 2de handsch goederen.
uitsluitend contant
(Dinsdags en Vrijdags inxendes*
Te koop antieke Friesche stoelklokken,
Friesche staartklokken met naam en
datum en ander mechaniek, theestoof,
kop. vijzel, blauwe borden en ander
mooi antiek; M. Beers, Gr. Nieuwl. 62.
Te koop: een prima orgel, goed onder
houden, prijs 55.
A. J. OVERDIJK, Breedstraat 49,
Alkmaar.
Te koop: belastingvrije gebruikte
Motor D.K.W., tevens zwaardere
Motoren en prima gebruikt Philips
Radiotoestel.
N. RUITER, Dijk 20, Alkmaar.
Te koop uit netten inboedel: mooi
Amerikaansch huisorgel (koopje).
Pracht Damesschrijfbureautje voor
15, Handnaaimachine m. g. 12.
DEKKER, Spoorstraat 5.
Te koop uit netten inboedel: pracht
veerenbedstel (6 deelig), koopje.
Veerenbed voor 7.50, mooi Fornuis,
Ledikanten, Stoelen, Litsjumeau, enz.
DEKKER, Spoorstraat 5.
Te koop gebruikte Heeren-, Dames-
en Kinderschoenen, waarbij zoo goed
als nieuwe. JAN BRAUNECK,
Ridderstraat 9.
Het Naaimachinehuis heeft hand
machine met motor en lamp. ring-
spoel merk Singer z. g. a. n. Koopje.
Handm. nieuw houtwerk, iets besch.
lage pr. J. H. de Boer, Geesters. 48.
Te koop gevraagd gebruikte hand- of
trapnaaimachine. Brieven met prijs
opgave onder letter Z 555 aan het
bureau van dit blad.
Te koop een huisbioscoop, compleet
met films, zoowel voor 120 als 220
volt en een stel rolschaatsen.
A. F. DE VRIES, Druivenlaan 39.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De positie der postvliegtuigen was giste
ren: Uitreis: Buizerd te Alexandrië en Gier
te Singapore. Thuisreis: Wielewaal te Ran-
goon en Torenvalk te Napels.
NIEUWE VERKOOP
MOGELIJKHEDEN
die zijn er thans voor den
actieven zakenman. Het publiek is en
moet, tengevolge van allerlei omstan
digheden, wel anders koopen. Dit
levert nieuwe verkoop-mogelijk
heden. Laat juist thans weten waar
mee U het publiek kunt helpen.
Smeedt het ijzer als het heet is.
's-G r a v e n h a g e, 28 Nov. 1939.
Officieus verluidt:
De verscherping van den oorlog ter zee,
als gevolg van nieuwe, door beide partijen
getroffen maatregelen, baart ook hier te
lande begrijpelijk nieuwe zorg, in het bij
zonder in die kringen welke direct of indi
rect tot de scheepvaart in betrekking staan.
Met voldoening kan daartegen
over wordc-n vastgesteld: Nederland
blijft varen. Na de ramp met de
„Simon Bolivar" is er in onze
scheepvaartkringen ernstig beraad
gehouden, waaraan ook de marine-
autoriteiten met hunne technische
adviezen hebben deelgenomen, en
men ziet onze schepen onder het
nemen van nieuwe veiligheidsmaat
regelen tegen mijnengevaar zee
kiezen met aanvaarding van onver
mijdelijke risico's.
Verdediging der neutraliteit.
Inmiddels zijn de diplomatieke organen
in actie om onze rechten als neutrale staat
naar beide zijden te verdedigen. Tegen het
gisteren te Londen afgekondigde Koninklijk
besluit om de blokkade-maatregelen ook
over den Duitschen uitvoer uit te breiden,
is terstond na aankondiging in het Lagerhuis
door Hr. Ms. gezant te Londen in opdracht
onzer regeering krachtig geprotesteerd.
Tegen andere vormen van belemmering of
ingevaarbrenging van onze scheepvaart in
strijd met het volkenrecht blijven even
krachtige vertoogen zeker niet uit zoodra
deze kunnen berusten op even stellige ge
gevens.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
van den minister van financiën op de op
merkingen uit de Tweede Kamer aan
gaande de begrooting 1940 van het depar
tement van financiën. Hieraan wordt het
volgende ontleend:
Dat in de opheffing van het
zoogenaamde bankgeheim een
uitstekend hulpmiddel bij de be
strijding van de fraude zou kun
nen worden gevonden, schijnt den
minister-een illusie.
Wijziging van de regeling der beta
lingstermijnen in dier voege, dat iederen
contribuabele twaalf betalingstermijnen
worden gewaarborgd, acht de minister
niet wenschelijk en ook niet noodig.
Zooals reeds medegedeeld werd hoopt de
regeering bij aanstaande herziening van
de inkomstenbelasting aandacht te wijden
aan versterking van den kinderaftrek.
In de meening van verscheidene leden,
dat de verhouding tusschen directe en in
directe belastingen, thans niet in overeen
stemming is met de sociale rechtvaardig
heid, deelt de minister niet.
Zooals blijkt uit de nota betreffende
den toestand van 's rijks financiën, stelt de
regeering zich voor, de vereischte ver
sterking der middelen in de eerste plaats
te vinden door een herziening van de in
komstenbelasting en vervanging van de
dividend- en tantièmebelasting door een
winstbelasting. Zij acht het evenwel niet
uitgesloten dat in de toe komst ook nog
tot een verdere verzwaring van enkele
indirecte belastingen zal moeten worden
overgegaan.
Werkloozenuitkeering.
De door verscheidene leden met betrek
king tot de ten vorigen jare ter sprake ge
brachte uitkeeringen aan werkloozen ge
maakte opmerkingen geven den minister
aanleiding tot het volgende bescheid. De
toepassing van de wet op de inkomsten
belasting ten aanzien van door werkloozen
genoten uitkeeringen hangt in beginsel
niet af van de vraag, of de werklooze is
georganiseerd of niet, doch enkel van de
vraag of hij een recht op uitkeering kan
doen gelden. Uitkeeringen uit een werk-
loozenkas zijn verschuldigde, van het leven
afhankelijke periodieke uitkeeringen, val
lende onder art. 8 der wet op. de inkom
stenbelasting en dientengevolge belastbaar.
Dit is niet het geval met uitkeeringen, die
ingevolge een gemeentelijke steunregeling
of van een instelling van weldadigheid
worden ontvangen. Vandaar het verschil
in behandeling.
Bij de voorgenomen herziening van de
inkomstenbelasting zal de minister nagaan,
of het mogelijk is, de hier bepleite verlich
ting van druk der vermogensbelasting, in
de gevallen waarin zij haar doel van aan
vullingsbelasting ver voorbij schiet, aan te
brengen.
Wegens het ontbreken van aftrek
voor noodzakelijk levensonderhoud en
van progressie in de nieuw ontwor
pen inkomstenheffing werden som
mige indirecte belastingen verlaagd. Nu
de nieuwe heffing niet zal doorgaan, is
dit motief voor de voorgenomen verla
gingen vervallen, ook die voor gedistil
leerd en bier, die ook om andere redenen
minder wenschelijk was zoolang fiscale
overwegingen, ontleend aan den smokkel
handel, deze niet noodig maken. Het ac
cres van den jongsten tijd schijnt daarop
niet te wijzen.
De minister is van oordeel, dat een wij
ziging van de motorrijtuigenbelasting als
in eens ingediend wetsontwerp was voor
gesteld, in de tegenwoordige omstandig
heden geen aanbeveling verdient.
Ontwerp wordt gewijzigd.
Het nog aanhangige ontwerp tot
wijziging van de wet tot bevorde
ring van de richtige heffing der
directe belastingen zal ongewij
zigd door den minister niet kun
nen worden gehlndhaafd.
Hij overweegt, in hoever het ontwerp,
naast de voorgenomen winstbelasting,
voldoende reden van bestaan heeft om het
in gewijzigden vorm voor verdere behan
deling in aanmerking te doen komen.
De minister deelt niet de vrees der leden
hier aan het woord, dat de actie van het
z.g. beleggingsfront zou leiden tot het
vasthouden van beschikbare kapitalen. Zij
ziet voorshands geen aanleiding maatre
gelen te treffen om de geste van dat front
tegen te gaan.
Ten aanzién van het representatief ge
bouw op „Sorghvliet", deelt de minister
in de meening van vele leden, dat de
edelmoedige schenking van het terrein
Sorghvliet groote waardeering verdient en
dat de volledige totstandkoming van de
schenking niet in de waagschaal mag wor
den gesteld. De minister heeft dan ook het
voornemen te bevorderen, dat de staat de
voorwaarde van de schenking betreffende
de stichting van een representatief gebouw
nakomt en dat met den bouw zal worden
begonnen vóór den fatalen datum van 5
Juni 1940; natuurlijk tenzij de schenkers
met het oog op de zeer bijzondere tijdsom
standigheden in eenig uitstel zouden wil
len toestemmen, waartoe hij reeds in
October stappen heeft gedaan, maar waar
omtrent nog geen overeenstemming is
verkregen.
De „Sliedrecht".
Zoo zal ten aanzien van de vernieti
ging van de Sliedrecht in volle zee,
in den Atlantischen Oceaan ten wes
ten van Ierland, een beslissing
worden genomen zoodra de rappor
ten ontvangen zijn van het verhoor
dat een onzer te Londen geplaatste
consulaire ambtenaren thans in
Glasgow aan de door ontberingen
verzwakte overlevenden heeft kun
nen afnemen. Dan zal blijken of
en bij wie er een stap zal moeten
worden gedaan.
Overbodig is het, in dergelijke gevallen
de vraag op te werpen of de regeering daar
aan volle aandacht zal wijden. Zij is er zich
te allen tijde van bewust dat dit tot haar
onmiddellijke taak behoort en handelt met
den in elk bijzonder geval mogelijken spoed.
V eilig heidsmaatregelen.
Voor de veiligheid van de vaart wordt
nog op andere wijze gewaakt. De zich steeds
scherper ontwikkelende mijnenoorlog is
voor Nederlandsche deskundigen aanleiding
tot het doen van onderzoekingen, waarvan
de opzet is aan onze scheepvaart een groo-
tere mate van veiligheid te verzekeren.
In het gezicht van de toenemende ram
pen ter zee moge het althans eenige gerust
stelling baren dat, daar waar men dit ver
wachten moet, bij de regeering zoowel als in
de leidende kringen der naastbetrokken
particulieren, bewust gehandeld wordt om
onze welbegrepen belangen actief te be
schermen.
Nu door de aanhoudende Zuid-Wester
stormen en het daarmede gepaard gaande
hooge water veel mijnen op de stranden
aanspoelen, wordt het. publiek nogmaals met
klem gewaarschuwd tegen het gevaar van
deze helsche machines. Onder de mijnen,
welke de zee op de stranden werpt, bevin
den zich de nieuwste modellen, welke bij
de Nederlandsche marine nog vrij onbekend
zijn.
Zoolang een mijn niet stilligt, levert zij op
een afstand van 1200 meter gevaar op. Wel
is waar wordt de omgeving van een aange
spoelde mijn terstond door wachtposten en
roode vlaggen afgezet en aangeduid, doch er
blijken nieuwsgierige personen te zijn, die
langs binnenpaadjes of dwars door de dui
nen toch op net strand en in een gevaarlijke
zone komen. Vooral de strandjutters behoo-
ren.tot deze lieden. Zij brengen zich zelf en
vaak ook anderen in gevaar. Onder geen
voorwaarde mag men een mijn aanraken.
Ieder, die een mijn waarneemt, melde dit
onmiddellijk bij den militairen commandant
ter plaatse.
Steun aan „Artis". - De Amsterdamsche
raad heeft gisteravond het voorstel om aan
„Artis" over het jaar 1939-1940 eeen subsi
die toe te kennen van 46.200 aangeno
men.
Naar t Engelsch
van
Maxwell March.
12)
taxi reed weg en de man, die ex-bri
gadier Bloomer had aangeduid als Lionel
irch, kwam langzaam de rood bekleede
all binnen. Het was duidelijk te zien, dat
e man in gedachten, en zeker geen plezie
rde gedachten, verdiept was, want hij liep
ee' langzaam en zijn oogen staarden droef
geestig, zonder iemand te zien.
°en hij naderbij kwam, had David zijn
e®^le indrukken al verwerkt. De man, die
j nu Lionel Birch noemde, moest betere
.agen gekend hebben. Ontegenzeggelijk had-
0e jaren in de gevangenis hun stempel
P hem gedrukt, maar 't was duidelijk, dat,
ooals zoo vaak in dergelijke gevallen ge
urt, zijn geest niet gebroken noch dat zijn
angeboren waardigheid verdwenen was.
°en de nieuw-aangekomene de hall hal-
r, r^o.86 doorgeloopen was, stond hij met n
stil en scheen zich voor het eerst bewust
Z1.in, dat hij een klein koffertje van hage-
- senl®er in de hand hield, want een uit-
op van ontsteltenis ontsnapte hem, toen hij
le<- gewaar werd.
J~avid. volgde zijn blik en als er nog on-
orheid mocht bestaan omtrent het meisje
n de taxi, dan had hij nu zekerheid. Ook
het koffertje was hem bekend. Het was van
Judy. Hij had het dien middag nog op haar
schoot gezien.
Het was glashelder wat er gebeurd was.
De oude man had het voor haar gedragen
en had het bij vergissing meegenomen, toen
hij uit de taxi stapte, en omdat het de in
grediënten voor Judy's vermomming bevat
te, kon David zijn ontsteltenis best begrijpen,
voor het geval hij deelgenoot was van haar
geheim.
De man liep snel terug naar de stoep en
staarde hulpeloos naar de leege straat.
Eerst, scheen hij te willen doorloopen,
maar hij veranderde van gedachte en kwam
terug langs de twee politiemannen.
„Hij heeft haar koffertje op den kop ge
tikt", fluisterde ex-brigadier Bloomer. „Ik
ben benieuwd of
David stootte hem aan. „Haal geen dom
me dingen uit", zei hij zachtje, en ex-briga-
dier Bloomer hield verder zijn mond.
De oude man was naar de portiersloge ge
gaan en waar zij zaten konden zij het on
derhoud gemakkelijk volgen. Zijn stem was
prettig en beschaafd en deed David denken
aan een andere stem, die hij laatst gehoord
had, maar hij kon niet thuis brengen waar.
„Ik heb zoojuist een ergerlijke fout be
gaan", zei mijnheer Birch. „Een dame liet
mij in haar taxi meerijden. Ik droeg haar
koffertje en ik heb het dom genoeg bij mij
gehouden. Zij logeert in het Arcadian-hotel.
Kunt u het door een boy direct laten bezor
gen?"
De ander, achter het bureau gezeten, keek
verbaasd op.
„Het is na tienen, mijnheer', zei hij. „Bij
na elf uur. Ik vrees, dat ik nu geen jongens
meer heb".
Hij sprak beleefd, maar liet duidelijk uit
komen, dat hij tot zijn spijt aan een derge
lijk onredelijk verzoek onmogelijk kon vol
doen.
Er kwam een blosje op de wangen van den
ouden heer.
„Maar er moet toch wel iemand zijn", zei
hij zacht. „Kunt u me geen kruier bezor
gen? Ik moet het nog terstond naar het Ar
cadian-hotel laten brengen. Het is van veel
belang".
De bediende keek niet vriendelijk. „Het
spijt mij, mijnheer, maar er is niemand
meer", zei hij kort. ,,'t Is al laat, weet u". En
hij voegde er met een duidelijken blik in de
richting van de deur aan toe: „Het is prach
tig weer, mijnheer".
De gevolgtrekking lag voor de hand. Mijn
heer Birch's kleur werd donkerder en aan
zijn oogen was het te zien, dat hij er erg
meer in zat.
„Ja, ja", zei hij. „Dat is het zeker. Maar
ik denk er niet aan om zelf te gaan".
Ze waren op een dood punt gekomen. De
bediende wilde graag beleefd blijven, maar
was besloten om niet meer te helpen en de
oude man treuzelde nog.
Impulsief stond David op. Hij was wel
voor Johnny gekomen, maar Johnny kon
wachten. Bovendien, was ex-brigadier Bloo
mer er niet om een oogje in het zeil te hou
den? Hier werd hem een kans geboden waar
hij van ganscher harte naar verlangde; vijf
minuten conversatie met Judy Wellington,
dus tijd genoeg om alles uiteen te zetten.
Hij stapte er meteen op af.
„Neemt u mij niet kwalijk", zei hy glim
lachende, „ik kan het niet helpen, dat ik uw
moeilijkheden mede heb aangehoord. Ik lo
geer in het Arcadian. Ik kwam hier naar toe
om een praatje te maken met een vriend
van mij" hij duidde hierbij in de richting
van brigadier Bloomer, die glom van trots
door deze betiteling „en ik ga nu weer
terug. Met alle plezier wil ik iets voor u
meenemen".
Birch keerde zich tot hem om. David's
stem en verschijning boezemden blijkbaar
vertrouwen in en de oude man lachte.
Blijkbaar was Davids voorstel voor hem
een groote opluchting en in weerwil van
de bedenkelijke inlichtingen, die hij van hem
gekregen had, voelde David zich eenigszins
tot hem aangetrokken.
„Het is werkelijk heel erg vriendelijk van
u, mijnheer", zei Birch met geestdrift. „Als
u de \e~dheid wilt hebben om het koffertje
mede ia nemen en te zorgen dat het op de
goede plaats komt, zal juffrouw Wellington
u erg dankbaar zijn. Ik ben bang, dat het
arme kind anders in groote ongelegenheid
zou geraken".
De rustige, beschaafde stem riep weer even
iets wakker iri het onderbewustzijn van Da
vid, maar het hooren van Judy's naam be
lette hem er verder over na te denken.
De heer Birch liet hem haar naam op den
achterkant van een enveloppe opschrijven,
hoewel de jonge man hem had kunnen ver
tellen, dat het een onmogelijkheid was om
juist dien naam te vergeten.
David nam het koffertje over en zag nog
juist, hoe de bediende hem wantrouwend
aanzag en even daarna op Bloomer afstapte,
met wien hij fluisterend een apartje had.
David had er plezier in. Als mijnheer
Lionel Birch vertrouwen toonde in totaal
onbekenden, de bediende van het Empress
Hotel deed het zeker niet.
Ex-brigadier Bloomer stelde hem klaar
blijkelijk gerust, want de bediende scheen
voldaan en gaf hem zelfs een genadig knik
je.
Birch was erg dankbaar en gaf David zon
der te overdrijven te verstaan, dat hij hem
een grooten dienst bewees.
Bloomer ging met den inspecteur mee
naar de deur.
„Bent u iets op het spoor, mijnheer?",
fluisterde hij met zoo'n kinderlijke begee-
righeid, dat David het niet over zijn hart
kon verkrijgen, om hem teleur te stellen.
„Ik weet het niet, Bloomer", zei hij som
ber. „Ik weet het nog niet. Houdt een oogje
op Deane. als je wilt. Met een uurtje ben
ik weer terug. Ik hoop, dat ik hem nog
even te spreken krijg".
,,'t Komt in orde, kapitein", zei Bloomer,
zich een familiariteit veroorlovende, ,,'t
Komt in orde, ik zal hem voor u vasthou
den".
En op luider toon ging hij voort: „Goe
denavond, mijnheer Biest. Welterusten,
mijnheer".
David liep met groote stappen de straat
op, het koffertje in zijn hand geklemd, als
of het zijn eenige hoop op redding was.
Hij was zoo in gedachten verdiept, zoo
vervuld met het onderwerp van het komen
de gesprek, dat zijn gewone oplettendheid
hem in den steek liet en hij de uitgeteerde,
in een zwarte jas gehulde gestalte, die zich
haastig in de schaduw terugtrok en hem
met een vreemde uitdrukking in zijn flet-
sche, diepliggende oogen nakeek, niet eens
opmerkte.
(Wordt vervolgd).