tM >©€s©©©©® Jtadiopeogtammo ImiCieton See-nAKKERTJE EEN VEELBEWOGEN VACANTIE Hotie inzake de leerlingenschaal verworpen. PARLEMEHT Minister Bolkestein wenscht het volgend jaar te beslissen. Postbeqrooting door de Eerste Kamer aangenomen. Kou gevaf EERSTE KAMER. Glimlachje. 4% DERDE BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 21 DECEMBER 1939. (Van onzei. parlementairen verslaggever) Om met het belangrijkste feit van den middag te beginnen: mr. Wendelaar (lib.) heeft gisteren toch nog de door hem aangekondigde motie tot verlaging van de leerlin genschaal nu (en niet het volgende jaar, gelijk minister Bolkestein in zijn memorie van antwoord als mo- gelijk had toegezegd) ingediend, ofschoon de heeren Tilanus (c.h.), Joekes (v.d.) en Moller (r.k.) hem daarvan probeerden te weerhou- den. Na hetgeen in den nacht en gistermiddag toen er gerepliceerd werd, over de leerlin genschaal en de wenschelijkheid van de verlaging daarvan, maar tevens over de ur- gentie om met de regeering de ontwikke- ling van de financieele mogelijkheden dit jaar nog af te wachten, was opgemerkt, stond het vrijwel vast, dat de motie het niet zou halen. De katholieken, de vrijz.-dem., de chr.-hist. en de anti-rev. deden er niet aan mee, dus was een meer- derheid niet te verwachten. Met 48 tegen 22 stemmen werd de motie dan ook verworpen. De voorstemmers waren de drie aanwe- zige liberalen, de eenige aanwezige n.s.b.-er. de heer van Houten (c.d.u.) wiens fractie ook al gehalveerd bleek, de communist Wijnkoop, die niet veel gezelschap van zijn partijgenooten ondervond, en de sociaal- democraten, waarvan nog 17 leden aanwe- zig waren. Een bepaald daverend succes had de motie-Wendelaar dus niet. Liberale inconsequentie. Mr. Joekes (v.d.) had des nachts mr. Wendelaar al inconseqentie verwetcn en dit bezwaar tegen diens houding gistermiddag bij de replieken herhaald. De heer Joekes redeneerde aldus: de liberalen hebben wel- iswaar loyalen steun aan dit kabinet toege zegd, maar ze verbonden er de voorwaarde aan, dat de financieele politiek van den mi nister van financien, jhr. de Geer zou wor- den gevolgd. Welnu, uitvloeisel van die financieele politiek is, dat dit jaar nog niet, in verband met de oorlogsomstandigheden en de daaruit voortkomende hooge lasten. een beslissing ten gunste van verlaging van de leerlingenschaal kan worden gednan. Die beslissing nu toch door te willen drijven, gaat in tegen het financieele regeeringsbe- leid, derhalve is de houding van de liberale inconsequent. Bovendien is dit kabinet ten aanzien van zijn toezeggingen met betrek- king tot de leerlingenschaal veel verder ge- gaan dan het vijfde kabinet-Colijn, dat een partieele herziening in het vooruitzicht stelde. Zou de motie-Wendelaar verworpen worden dan zou een verkeerden indruk worden gewekt en verwarring in den lande ontstaan. Vandaar, dat de heer Joekes op intrekking dier motie met klem aandrong. De heeren Tilanus en Moller hadden soort- gelijke argumenten gebruikt. Minister Bolkestein deed aan zijn opmer- kingen in de memorie van antwoord niet veel woorden toe. De toezegging, dat de re geering zal zien of iets ter verbetering kan worden gedaan, moest men niet als een „zoethoudertje" beschouwen (gelijk de heer van Houten zoo onvriendelijk was geweest op te merken). Gisteren voegde Z.E. daaraan nog toe, dat hij voortdurend diligent zou zijn om elke mogelijkheid te benutten ten einde de leerlingenschaal te verbeteren. „Als de Kamer dit niet wil aanvaarden, dan kan ik er ook niets aan doen", aldus be- sloot hij. De meerderheid heeft dit wel aan- vaard, gezien de omstandigheden van het oogenblik, zeggen we: gelukkig maar! De minister had overigens in antwoord op het debat van Dinsdagavond na midder- nacht tot kwart over een niet veel meer te vertellen. In zijn Utrechtsche rede had hij eenige richtlijnen voor het onderwijs aange- wezen, zonder daarbij eenige practische po litiek te bedrijven. Hij protesteerde met kracht tegen de misvatting als zou hij, door de openbare school als een richtings- school te kwalificeeren met een christelijk-humanistische karakter, die school den nek willen om- draaien. Wat de wet ten aanzien van het karakter van de openbare school voorschrijft, is zeer positief van inhoud de minister dacht er niet aan de wet te negeeren. Hooger- en middelbaar onderwijs. Bij de afdeeling „hooger onderwijs" spra- ken mevr. de Vries-Bruins (s.d.) en de hee ren Vos (lib.), Moller (r.k.), Duymaer van Twist (a.r.) en Zijlstra (a.r.), van wie laatstgenoemde zich verzette tegen den aan- drang van de anderen om een gewonen leerstoel hier of een bijzonderen leerstoel daar te .winnen, aangezien hij van oordeel was, dat de versobering het hooger onder wijs evengoed moest treffen, een uitspraak waarmede de minister het in het algemeen eens was. De bewindsman wees op de zeer bescheiden verhooging van enkele posten, om de benoeming van een paar hoogleera- ren mogelijk te maken, o.a. voor het onder wijs in den bouw van oorlogschepen aan de Technische Hoogeschool. Tevergeefs pleitte de heer Duymaer van Twist ook dezen keer voor een leerstoel in de homoeopathie; dat was waarschijnlijk de 33ste of 34ste keer. Zeker al een achttal jaren geleden vierde deze afgevaardigde met dit pleidooi een 25- jarig jubileum in de Kamer. Enfin, men zal in elk geval moeten toegeven, dat hij een ,.taaie" is! Bij de afdeeling „voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs" spraken mevr. Bakker-Nort (v.d.) en de heeren Faber (s.d.), Vos (lib.), Moller (r.k.) en van Dij- ken (a.r.) De minister moest wenschen be- treffende subsidies afwijzen, omdat er geen geld voor was. Eef van de eerste dingen. welke hij in de komende maanden zal on- derzoeken, is de mogelijkheid van een her ziening van het systeem der salarieering van de leeraren, doch de totale salarissom zal er geen verhooging door mogen ondergaan. Waar openbare middelbare scholen dicht bii elkaar liggen, zal de mogelijkheid van con- centratie kunnen worden overwogen. Nijverheidsonderwijs. De afdeeling „nijverheidsond(erwijs" trok eveneens de belangstelling der sprekers en spreeksters. Een zestal liet zich daarover hooren, van wie de heer van Sleen (s.d.) be- toogde, dat in het belang van een goede vakopleiding van den 2-jarigen naar den 3- jarigen cursus op de ambachtsscholen moet worden teruggekeerd, welk betoog door den heer Amelink werd weersproken, die zich beriep op het oordeel uit werkgevers- kringen en de gegevens van het onderwijs- verslag. De minister sloot zich volledig bij het betoog van dezen afgevaardigde aan. Aan de dames de VriesBruins (s.d.) en Bakker—Nort (v.d.) gaf hij toe dat de huis- houdcursussen van ,,Sociale Zaken voor de opleiding tot dienstbode naast de huishoud- opleiding van de nijverheidssrholen voor meisjes niet kan worden geduld; de cursus- sen (die overigens goed werk hebben ge daan) moeten onder een en het zelfde de- partement ressorteeren, waarmede minister van den Tempel onlangs accoord ging. De financieele omstandigheden zullen de in- voering van lichamelijke oefening op de nij- verheidsscholen wel verhinderen; er wordt op een school in den Haag een proef mede genomen, waarvan het resultaat moet wor den afgewacht. Voor het brengen van de leerlingen van de ambachtsscholen onder de ongevallenverzekering is geen geld, hoorde de heer van Sleen (s.d.) den minis ter verklaren. Lager onderwijs. Bij de afdeeling „lager onderwijs" waren vele sprekers ingeschreven. De heer Loe- rakker (r.k.) kwam met kracht op voor de algeheele afschaffing van het landbouw- verlof voor schoolkinderen, in de eerste plaats voor de kinderen zelf, die dikwijls 10 a 12 uur per dag moeten werken en aan de vacantie niet veel hebben, en verder in het belang van de landarbeiders, die van de kinderen concurrentie ondervinden, een be toog, dat door den heer van Sleen gesteund werd; de heer Krol (c.h.) kon niet alle op- merkingen van den heer Loerakker onder- schrijven, maar had toch ook bezwaar te gen dezen kinderarbeid. De heer Thijssen (s.d.) pleitte voor een billijke vergoeding van de lesuren der vakonderwijzers(essen), die, tengevolge van een eigenaardige wets- redactie op een bijzondere school lager kun nen worden gehonoreerd dan op een open- bare. De heer Roosjes (a.r.) zou hoe eer hoe beter van het instituut der kweekelingen met acte af willen zijn, als het maar kon; eveneens de heer Krol, die een vergoeding van f 700 a f 750 per jaar aan deze mis- deelde onderwijzers zou willeD zien toege- kend. Vandaag wordt er over deze afdeeling verder gesproken. De Eerste Kamer heeft gistermiddag nog eenige ontwerpen van belang behandeld. Aangezien de behandeling daarvan aan de overzijde van het Binnenhof slechts korten tijd achter ons ligt, behoeven we daarover niet uit te wijden. lets bijzonders is er niet bij gebeurd. Zonder discussie werd aangenomen de wijziging van de Pensioenwet voor de spoorwegambtenaren, waarin de bepaling voorkomt, dat men het einde van dit jaar tevens een einde is gekomen aan de korting op de pensioenen. Z. h. s. ging het wetsont- werp er door. De heeren van Rappard (lib.), van Ves- sem (n.s.b.) en de Rijke (n.s.b.) spraken bij de Po'stbegrooting, eerstgenoemde over al- lerlei aangelegenheden, tarieven, postbe- stellingen, postzegelautomaten e.d., de twee- de over de radio-omroep, die z.i. niet neu- traal genoeg en op niet hoog beschavings- peil stond; zijn partijgenoot over de leiding van het bedrijf, waarvoor hij waardeering had en over de Nozema, welke voorzitter niet tevens de minister van Justitie mag zijn, die voor deze radiofunctie nog eenige vergoeding ontvangt. Als naar gewoonte be- antwoordde minister van Boeijen de ge- maakte opmerkingen zeer uitvoerig. Hij zou de door den heer van Rappard geopper- de gedachte om althans op den Zaterdag- avond op het platteland een tweede postbe- stelling te brengen, overwegen. Zoodra het ook technisch mogelijk is, zal aandacht aan verlaging van de telefoontarieven worden besteed; voert men deze nu al in, dan zou het aantal aansluitingen in korten tijd te sterk kunnen toenemen. Den heer van Ves- sem hield de minister voor, dat de smaken ook inzake de radio-uitzendingen verschil- len, en aan mr. de Rijke verklaarde hij dat de minister van Justitie als voorzitter van de Nozema geen enkele vergoeding zal genieten. Bij het wetsontwerp tot vaststelling van nieuwe bepalingen betreffende de inenting tegen pokken voerden de heeren van Rap- nard lib.), van Asch van Wijk (a.r.), van Vessem, Reinalde (s.d.) en Kranenburg (v.d.) het woord. Alleen de twee laatste snrekers konden zich met moeite bij het ontwerp, dat nu een wettelijken drang, in stede van den indirecten dwang (die moest worden afgeschaft) neerleggen. Minister van den Tempel noemde, evenals in de Tweede Kamer, den vaccinatietoestand van ons volk onvoldoende. Het wetsontwerp werd, evenals de postbegrooting z. h. s. goedgekeurd. Werkverruimingscrediet. De wijziging van de begrooting van Fi nancien (verhooging van het crediet voor werkverruiming met 30 millioen) werd krachtig door de heeren Hiemstra (s.d.) en. Fleskens (r.k.) gesteund; de heeren Heldring (lib.) en von Bonninghausen (n.s.b.) had den eenige bezwaren, welke echter uit ge- heel verschillende gronden stamden, zooals men, na de behandeling van deze zaak in de Tweede Kamer, toen er een lang debat gevoerd werd, heeft begrepen. Minister van den Tempel kon op een niet onaanzienlijke verlaging van de werkloosheid sedert het vorige jaar omstreeks dezen tijd wijzen, namelijk van 347000 op Vrijdag 22 December. HILVERSUM, 301,5 M. (8—12.—, 4—7.30 en 9—12— VARA, de AV- RO van 12.4.en de VPRO van 7.309.8.ANP-ber., gr.pl. 10.VPRO-morgenwijding. 10.20 Gr.pl. 10.40 Decl. 11.Orgelspei. Als intermezzo gr.pL 12.De Pal- ladians. 12.45 ANP-ber., gr.pl. 1. Avro-Amus.-orkest. 2.Voor de vrouw. 2.10 Viool en piano. 2.40 Het Germaansche JoelfeesT en 't Christ. Volkskerstfeest, causerie. 3.Gr.pl. 3.30 Avro-dansorkest. 4.Gr.pl. met toelichting. 4.30 VARA-orkest. 5.Voor de kinderen. 5.30 VARA- orkest. 5.556.25 Rosian-orkest (op- namen). 6.30 Letterkundig overz. 6.50 Zang met pianobegeleiding. 7. Vrageubeantwoording over Sociaal- democratie en eigendom. 7.18 ANP- ber. 7.30 Weer kinderpostzegels, toe- spraak. Hierna ber. en mededeelin- gen. 7.35 De boeken van den Bij- bel, cyclus. 8.Zang met pianobe geleiding. 8.30 Cyclus ,,Het ontwa- ken van het platteland". 9.Radio- tooneel. 9.20 VARA-orkest en -Operettekoor en solisten. 10.10 Gr. pi. 10.15 De Ramblers. 10.40 VPRO- avondwijding. 11.ANP-ber. 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.30 Orgelspei. 11.40—12— Gr.pl. HILVERSUM, 1875 en 414,4 M. (Alg. progr. KRO). 8.ANP-ber. 8.05—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30 Bij- belsche causerie. 12.Ber. 12.15 Musiquette. 12.45 ANP-ber., gr.pl. 1.10 Bandi Balogh en zijn orkest. 1.25 Gr.pl. 1.45 Bandi Balogh en zijn orkest. 2.Orgelconcert en gr.pl. 3.Rococo-octet. (3.203.40 Gr.pl.) 4.Gr.pl. 4.15 KRO-orkest. (5. 5.15 Gr.pl.) 6— Gr.pl. 6.15 KRO- melodisten en solist. 7.Ber. 7.15 Sociale causerie. 7.35 Gr.pl. met toe lichting. 8.ANP-ber. 8.15 Rott. Philh. orkest en soliste. 9.Gr.pl. 9.15 KRO-New Style Artists. 10. Gr.pl. 10.10 Paul Godwin en zijn solisten-ensemble. 10.30 ANP-ber. 10.40 KRO-boys en solist. 11.10 12.Gr.pl. ENGELAND, 391 en 449 M. 12— Orgelspei. 12.20 Radiotooneel. 12.50 Jack Payne's Band. 1.20 Ber. 1.30 Cello en zang. 2.052.20 Radiotoo neel. 4.20 Ber. 4.35 Concert. 5.20 Kinderhalfuur. 5.50 Variete. 6.20 Ber. 6.35 Act. causer;e. 7.05 Variete. 7.20 Mededeelingen. 7.40 BBC- orkest. 8.20 Europe in travail, cau serie. 8.35 Variete. 9.20 Ber. 9.35 Radiotooneel. 10.35 Count Basie en zijn dansorkest (gr.pl.) 11.05 Het Taylor-strijkkwartet en solist. 11.40 BBC-Theater-orkest. 12.2012.35 Berichten. RADIO PARIS, 1648 M. 12.05 Gr.pl. 12.15 Lichte muziek. 1.05 't Bailly- orkest. 2.Gr.pl. 2.05 Zang. 2.16 Verv. concert. 3.20 Orgelspei. 3.50 Radiotooneel. 4.50 Zang. 5.35 Ka- mermuziek Hiema zang. 6.35 Fluit, fagot en zang. 7.20 Pianovoordracht. 7.50 Radiotoneel. 9.Gr.pl. 9.05 Herdenking van Racine. 11.Gr.pL 11.2011.50 Het Rhene Bp+on-orkest. KEULEN, 456 M. 5.50 H. Hagestedt's orkest. 7.408.50 Gr.pl. 9.30 Pia 10- voordr. 10.50 Gr.pl. 11.20 Concert. 12.20 Leo Eysoldt's kleinorkest. 1.35 Populair concert. 2.50 Omroepkoor en -orkest on "olisten. 4.30 HJ- ensemble. 4.50 Folkloristisch progr. 5.45 Verzoekprogr. 6.20 en 7.35 Gr.pL 9.50 Zie D.sender. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Germaine Ego's orkest. 1.502.20 Gr.pL 5.23 Pianovoordr. 5.50, 6.50, 7.20 en 7.45 Gr.pL 8.20 Voor de soldaten. 8.53 Radiotooneel. 9.50 Zang 10.3011.20 Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 en I.30—2.20, 5.20, 6.50 en 7.05 Gr.pL 8.20 Voor de soldaten. 8.50, 9.35 en 10.30—11.20 Het Belgische Nat. orkest mmv. solisten. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 Radiotooneel. 8.35 Omroeporkest 9.20 Ber. 9.50 Emanuel Rambour's orkest. 10.20 Politiek overz., hiema Omroeporkest. 11.20 Ber., hierna tot 12.20 Nachtconcert. GEMEENTELIJKE RADIODISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.8.20, Engelani 8.209.05, Brussel Fr. 9.059.20, Keulen 9.209.3C, D.sender 9.30 10.10, Hamburg 10.1011.20, Keulen II.20—12.20, Brussel VI. 12.20— 14.20, Danmarks Radio 14.2014.35, D.sender 14.3516.20, Keulen 16.20 16.50, Beromiinster 16.5017.20, Brussel Fr. 17.2018 20, Katowice 18.20—19.20, Brussel VI. 19.20—20.20 Fr. 20.20—21.20, Keulen 21.20—21.35 Brussel Fr. 21.3523.20, D.sender 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Enge- land 9.2011.20, Danmarks Radio 11.20—12—, Engeland 12—12.20, Brussel Fr. 12.2012.50, Engeland 12.5013.30, Parijs Radio 13.30 14.40, Hamburg 14.4014.50, Keulen 14.5015.50, Hamburg 15.5016.20, Engeland 16.2017.20, Brussel VI. 17.2018.05, Poste Parisien 18.05 18.20, Engeland 18.2018.35, Brussel Fr. 18.35—19.20. Keulen 19.20—19.30 Danmarks Radio 19.3021.20, Enge land 21.20—21.35, Motala 21.35— 22.20, Brussel VI. 22.20—22.35, En geland 22.3523.05, Brussel VL 23.05—23.20, Parijs Radio 23.20— 24—. Lijn 5: Diversen. 257000; de regeering zal krachtig met de werkloosheidsbestrijding voortgaan. Er werd nog een aanvang gemaakt met de behandeling van de kinderbijslagverze- kering, waarover de heeren de Bruyn (r.k.) en Diepenhorst (a.r.) zich met bewondering en warmte uitlieten. De heer ter Haar (c.h.) had min of meer principieele bezwaren in zoover als deze verzekering niet in het hui- dige stelsel past, aangezien het beginsel: loon naar behoefte niet wordt aanvaard. De heer de la Bella (s.d.) vreesde voor een loondrukkende werking van den kinder- bijslag, maar zou toch voorstemmen. Verder spraken nog de heeren Gelderman (lib.) die een afwachtende houding zou aanne- men en von Bonmnghausen (n.s.b., die zeer veel critiek had. We komen morgen op een en ander terug, want heden ging de behan deling verder. Bij de herv. gem. te dterleek is in de vacature van diaken herkozen de heer J. 71; p. In de vacature van ouderling (aftre- (I nd de heer C. Kok, die niet meer in aan- merking wenschte te komen) werd be- noemd de heer O. de Vries. Benoemd tot notabel der herv. gemeen- te te Graft de heer J. Voogt, tot diaken de heer S. Haas en tot ouderling, de heer B. Brugge. Ar Dat was een goed idee van tante Emma, deze gereedschapsdoos. Naar t Engelscb Van Maxwell March. 31) „Wel een lief kind", merkte hij op. ,,0, wees maar niet bang, liefste, ze is lang niet zoo mooi als jij. Maar ze ziet er niet kwaad uit. Als je alles goed beschouwt, is het eigenlijk zonde". Marguerite Ferney ging rechtop zitten en wel met meer kracht, dan men verwacht zou hebben van iemand, die verondersteld wordt aan een acute zenuwuitputting te lij- den. „Wat bedoel je? Je haalt geen dwaze stre- ken uit beloof het me! Bovendien, be- denk dat ik er nauw bij betrokken ben. Ik heb haar hier gebracht en ik ben volgens het testament de bevoordeelde. Zij zullen het mij lastig maken en niet jou. O, Charles, wees toch voorzichtig". Hij lachte om haar vrees, maar beloofde haar niets, een feit, dat Marguerite niet ontging. Webb stond op. „Kijk eens, Marguerite", zei hij. „Ik wilde het goed tot je door laten dringen, dat er een heel fortuin op het spel staat. Ik heb het testament nauwkeurig bestudeerd en ik weet best wat ik doe. Als dat meisje daar buiten, op den avond van haar vier en twintigsten verjaardag, dat is dus te zeggen binnen een paar maanden, getrouwd is, dan komt het heele fortuin van Silas Gillimot aan haar echtgenoot. Als zij op dien datum in leven is, maar ongetrouwd, dan krijgt zij een flink jaargeld van dat fortuin, maar het overgroote deel van het geld gaat dan naar de erfgenamen van Richard Ferney, jouw vader". Hij wachtte even en lachte. ,„Sir Silas, die er zoon' grooten afkeer van had, dat vrouwen de beschikking kregen over veel geld, kon ook niet weten, dat de twee zoons van je vader bij hetzelfde vlieg- ongeluk het leven zouden laten. Hij zal zich wel in zijn graf omdraaien, maar dat kun nen wij niet helpen. Het feit is, Marguerite, dat wij die driehonderdduizend pond wil len hebben of wat er althans van is over- gebleven, als die afzetter van een sir Leo er mee klaar is. En daar wilde ik nu juist eens over spre- ken", ging hij met nadruk verder. „Drie- honderdduizend pond! Denk eens aan, Marguerite. Ga eens na, wat dat voor ons zou beteekenen: voorgoed van onze schuld- eischers af en dan een luxe leventje. waar wij allebei niet buiten kunnen. Ik hoop niet, dat je mij met je dwaze scrupu- les tegen zult werken". Marguerite Ferney stond van haar stoel op. Haar uitzonderlijke schoonheid kwam door de lange zijden japon, die haar van hoofd tot voeten omsloot, des te meer uit. Zij begaf zich naar het venster en keek naar Judy, die nog steeds in den tuin van het kleine natuurlijke fort, waarin zij was opgesloten, heen en weer wandelde. Een sluw lachje gleed over haar lippen. ,.We moesten haar verborgen houden", zei ze. „We moeten haar verborgen houden, tot na haar verjaardag. Dat kan toch niet zoo moeilijk zijn. Jij met je vernuft, jij kunt er best iets op vinden". Webb schudde zij hoofd. „Dat is de bedoeling niet, Marguerite. Terwijl jij weg was, heb ik er over nage- dacht. Het is ons niet te doen om het halve fortuin, liefste. Ik stel mij zoo voor, dat er van de origineele som al een zeer belang- rijk deel verdwenen zal zijn. Het meisje kent ons nu. Als zij vandaag of morgen met het gerechtshof in aanraking komt en zij vertelt haar geschiedenis, dan is er heel veel kans dat zij met alles gaat strijken". De vrouw bij het raam keerde zich om en zag hem onderzoekend aan. „Wat heb je voor te stellen?" „Ik heb niets voor te stellen", zei hij. „Ik ben al besloten. Er is maar een weg, die ons zekerheid waarborgt". „En die is?" zei ze zachtjes. Webb glimlachte en keek naar buiten. „Onze kleine vriendin moet een ongeluk krijgen", zei hij. „Een doodelijk ongeluk". De vrouw stond onbeweeglijk stil. Ieder spoor van kleur was van haar gelaat ver dwenen en zij staarde haar metgezel aan en probeerde te raden wat er achter dien vreemden en raadselachtigen glimlach wel verborgen kon zyn. „Neen", zei ze plotseling. „Neen, dat kan niet. Dat is te gevaarlijk". „Nu ben je ernaast, mijn beste. Boven dien, daar hoef jij je hoofd niet over te bre- ken", zei hij kalm. „Alles zal zoo eenvou- dig en natuurlijk gebeuren, dat de politie alles wat zij maar wil zal kunnen vragen. zonder tot de een of andere minder pretti- ge conclusie te komen". Hij liet zich in een van de gemakkelijke stoelen neervallen en keek haar, blijkbaar erg met zichzelf ingenomen, uitdagend aan. Marguerite huiverde. Ze kende hem in de zen gemoedstoestand beter, dan wie ook Ze was geen kieskeurige vrouw, maar er waren oogenblikken, dat hij daar deed ont- stellen. Niet dat zij moreele bezwaren had. Dat was het woord niet, het ging meer om het meedoogenlooze in zijn manier van doen en de groote risico's, die hij nam. Zij wist met wien ze te doen had; een man, voor wien medelijden niet bestond en die zich niet be- kommerde om de belangen van andere menschen. Ondertusschen wandelde Judy nog doel- loos rond en wenschte zich geluk met de gunstige wending, die de gebeurtenissen ge nomen schenen te hebben. Ze durfde niet aan David denken, maar afgescheiden van hem en de gedachte aan zijn geplaagd en beangst gezicht, voelde zij zich veel geluk- kiger, dan in langen tijd het geval was ge weest. De vriendelijkheid van Marguerite Fer ney had haar heelemaal gerustgesteld. Ge- durende den langen rit in de auto, waarvan de gordijntjes waren neergelaten om voor onbescheiden blikken gevrijwaard te zijn, was Marguerite Ferney de innemendheid zelf geweest, in weerwil van den vreeselij- ken schok die ze zelf pas had ondervon- den. Het kwam bij het meisje op, dat ze er geen flauw idee van had, waar ze was, en hoe het huis met dien eigenaardigen, door rotsen omsloten tuin heette, maar het joeg haar geen angst aan en ze nam zich voor, het bij gelegenheid aan Marguerite te vra gen. Ze stond op het terras en staarde in de verte. Het was een heldere dag en ze kon nog net de omtrekken van een eenzaam huis tusschen het groen onderscheiden, maar buiten dat scheen er niets anders dan een uitgestrekt grijs-groen moeras te zijn. Daar stond Charles Carlton Webb, met zijn innemendste lachje op zijn gezicht. „Het spijt mij erg, dat ik u aan het schrik- ken gemaakt heb", zei hij, „maar Margueri te vraagt of u op haar kamer wilt komen. Het wordt al laat en het is een beetje frisch buiten. U zult wel vermoeid zijn, na zoo'n langen dag". Hij had een prettige, gemakkelijke ma nier van praten en een typische vrijmoedig- heid, die toch niet. onaangenaam aandeed. „0, ja, natuurlijk. Ik zal direct boven ko men". Toen zij omkeerde, lachte hij haar toe. „Ik zal mij even bekend moeten maken", zei hij. „Ik ben een neef van Marguerite. Ik houd een oogje op haar zaken. Miin naam is Webb". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9