tM
>©€s©©©©® Jtadiopeogtammo
ImiCieton
See-nAKKERTJE
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
Hotie inzake de leerlingenschaal verworpen.
PARLEMEHT
Minister Bolkestein wenscht het volgend
jaar te beslissen.
Postbeqrooting door de Eerste
Kamer aangenomen.
Kou gevaf
EERSTE KAMER.
Glimlachje.
4%
DERDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 21 DECEMBER 1939.
(Van onzei. parlementairen
verslaggever)
Om met het belangrijkste feit
van den middag te beginnen: mr.
Wendelaar (lib.) heeft gisteren toch
nog de door hem aangekondigde
motie tot verlaging van de leerlin
genschaal nu (en niet het volgende
jaar, gelijk minister Bolkestein in
zijn memorie van antwoord als mo-
gelijk had toegezegd) ingediend,
ofschoon de heeren Tilanus (c.h.),
Joekes (v.d.) en Moller (r.k.) hem
daarvan probeerden te weerhou-
den.
Na hetgeen in den nacht en gistermiddag
toen er gerepliceerd werd, over de leerlin
genschaal en de wenschelijkheid van de
verlaging daarvan, maar tevens over de ur-
gentie om met de regeering de ontwikke-
ling van de financieele mogelijkheden dit
jaar nog af te wachten, was opgemerkt,
stond het vrijwel vast, dat de motie het niet
zou halen.
De katholieken, de vrijz.-dem.,
de chr.-hist. en de anti-rev. deden
er niet aan mee, dus was een meer-
derheid niet te verwachten. Met 48
tegen 22 stemmen werd de motie
dan ook verworpen.
De voorstemmers waren de drie aanwe-
zige liberalen, de eenige aanwezige n.s.b.-er.
de heer van Houten (c.d.u.) wiens fractie
ook al gehalveerd bleek, de communist
Wijnkoop, die niet veel gezelschap van zijn
partijgenooten ondervond, en de sociaal-
democraten, waarvan nog 17 leden aanwe-
zig waren. Een bepaald daverend succes
had de motie-Wendelaar dus niet.
Liberale inconsequentie.
Mr. Joekes (v.d.) had des nachts mr.
Wendelaar al inconseqentie verwetcn en dit
bezwaar tegen diens houding gistermiddag
bij de replieken herhaald. De heer Joekes
redeneerde aldus: de liberalen hebben wel-
iswaar loyalen steun aan dit kabinet toege
zegd, maar ze verbonden er de voorwaarde
aan, dat de financieele politiek van den mi
nister van financien, jhr. de Geer zou wor-
den gevolgd. Welnu, uitvloeisel van die
financieele politiek is, dat dit jaar nog niet,
in verband met de oorlogsomstandigheden
en de daaruit voortkomende hooge lasten.
een beslissing ten gunste van verlaging van
de leerlingenschaal kan worden gednan. Die
beslissing nu toch door te willen drijven,
gaat in tegen het financieele regeeringsbe-
leid, derhalve is de houding van de liberale
inconsequent. Bovendien is dit kabinet ten
aanzien van zijn toezeggingen met betrek-
king tot de leerlingenschaal veel verder ge-
gaan dan het vijfde kabinet-Colijn, dat een
partieele herziening in het vooruitzicht
stelde. Zou de motie-Wendelaar verworpen
worden dan zou een verkeerden indruk
worden gewekt en verwarring in den lande
ontstaan. Vandaar, dat de heer Joekes op
intrekking dier motie met klem aandrong.
De heeren Tilanus en Moller hadden soort-
gelijke argumenten gebruikt.
Minister Bolkestein deed aan zijn opmer-
kingen in de memorie van antwoord niet
veel woorden toe. De toezegging, dat de re
geering zal zien of iets ter verbetering kan
worden gedaan, moest men niet als een
„zoethoudertje" beschouwen (gelijk de heer
van Houten zoo onvriendelijk was geweest
op te merken).
Gisteren voegde Z.E. daaraan nog toe,
dat hij voortdurend diligent zou zijn om
elke mogelijkheid te benutten ten einde de
leerlingenschaal te verbeteren.
„Als de Kamer dit niet wil aanvaarden,
dan kan ik er ook niets aan doen", aldus be-
sloot hij. De meerderheid heeft dit wel aan-
vaard, gezien de omstandigheden van het
oogenblik, zeggen we: gelukkig maar!
De minister had overigens in antwoord
op het debat van Dinsdagavond na midder-
nacht tot kwart over een niet veel meer te
vertellen. In zijn Utrechtsche rede had hij
eenige richtlijnen voor het onderwijs aange-
wezen, zonder daarbij eenige practische po
litiek te bedrijven.
Hij protesteerde met kracht tegen
de misvatting als zou hij, door de
openbare school als een richtings-
school te kwalificeeren met een
christelijk-humanistische karakter,
die school den nek willen om-
draaien. Wat de wet ten aanzien
van het karakter van de openbare
school voorschrijft, is zeer positief
van inhoud de minister dacht er niet
aan de wet te negeeren.
Hooger- en middelbaar onderwijs.
Bij de afdeeling „hooger onderwijs" spra-
ken mevr. de Vries-Bruins (s.d.) en de hee
ren Vos (lib.), Moller (r.k.), Duymaer van
Twist (a.r.) en Zijlstra (a.r.), van wie
laatstgenoemde zich verzette tegen den aan-
drang van de anderen om een gewonen
leerstoel hier of een bijzonderen leerstoel
daar te .winnen, aangezien hij van oordeel
was, dat de versobering het hooger onder
wijs evengoed moest treffen, een uitspraak
waarmede de minister het in het algemeen
eens was. De bewindsman wees op de zeer
bescheiden verhooging van enkele posten,
om de benoeming van een paar hoogleera-
ren mogelijk te maken, o.a. voor het onder
wijs in den bouw van oorlogschepen aan de
Technische Hoogeschool. Tevergeefs pleitte
de heer Duymaer van Twist ook dezen keer
voor een leerstoel in de homoeopathie; dat
was waarschijnlijk de 33ste of 34ste keer.
Zeker al een achttal jaren geleden vierde
deze afgevaardigde met dit pleidooi een 25-
jarig jubileum in de Kamer. Enfin, men zal
in elk geval moeten toegeven, dat hij een
,.taaie" is!
Bij de afdeeling „voorbereidend hooger
en middelbaar onderwijs" spraken mevr.
Bakker-Nort (v.d.) en de heeren Faber
(s.d.), Vos (lib.), Moller (r.k.) en van Dij-
ken (a.r.) De minister moest wenschen be-
treffende subsidies afwijzen, omdat er geen
geld voor was. Eef van de eerste dingen.
welke hij in de komende maanden zal on-
derzoeken, is de mogelijkheid van een her
ziening van het systeem der salarieering van
de leeraren, doch de totale salarissom zal er
geen verhooging door mogen ondergaan.
Waar openbare middelbare scholen dicht bii
elkaar liggen, zal de mogelijkheid van con-
centratie kunnen worden overwogen.
Nijverheidsonderwijs.
De afdeeling „nijverheidsond(erwijs" trok
eveneens de belangstelling der sprekers en
spreeksters. Een zestal liet zich daarover
hooren, van wie de heer van Sleen (s.d.) be-
toogde, dat in het belang van een goede
vakopleiding van den 2-jarigen naar den 3-
jarigen cursus op de ambachtsscholen moet
worden teruggekeerd, welk betoog door
den heer Amelink werd weersproken, die
zich beriep op het oordeel uit werkgevers-
kringen en de gegevens van het onderwijs-
verslag. De minister sloot zich volledig bij
het betoog van dezen afgevaardigde aan.
Aan de dames de VriesBruins (s.d.) en
Bakker—Nort (v.d.) gaf hij toe dat de huis-
houdcursussen van ,,Sociale Zaken voor de
opleiding tot dienstbode naast de huishoud-
opleiding van de nijverheidssrholen voor
meisjes niet kan worden geduld; de cursus-
sen (die overigens goed werk hebben ge
daan) moeten onder een en het zelfde de-
partement ressorteeren, waarmede minister
van den Tempel onlangs accoord ging. De
financieele omstandigheden zullen de in-
voering van lichamelijke oefening op de nij-
verheidsscholen wel verhinderen; er wordt
op een school in den Haag een proef mede
genomen, waarvan het resultaat moet wor
den afgewacht. Voor het brengen van de
leerlingen van de ambachtsscholen onder
de ongevallenverzekering is geen geld,
hoorde de heer van Sleen (s.d.) den minis
ter verklaren.
Lager onderwijs.
Bij de afdeeling „lager onderwijs" waren
vele sprekers ingeschreven. De heer Loe-
rakker (r.k.) kwam met kracht op voor de
algeheele afschaffing van het landbouw-
verlof voor schoolkinderen, in de eerste
plaats voor de kinderen zelf, die dikwijls
10 a 12 uur per dag moeten werken en aan
de vacantie niet veel hebben, en verder in
het belang van de landarbeiders, die van de
kinderen concurrentie ondervinden, een be
toog, dat door den heer van Sleen gesteund
werd; de heer Krol (c.h.) kon niet alle op-
merkingen van den heer Loerakker onder-
schrijven, maar had toch ook bezwaar te
gen dezen kinderarbeid. De heer Thijssen
(s.d.) pleitte voor een billijke vergoeding
van de lesuren der vakonderwijzers(essen),
die, tengevolge van een eigenaardige wets-
redactie op een bijzondere school lager kun
nen worden gehonoreerd dan op een open-
bare. De heer Roosjes (a.r.) zou hoe eer hoe
beter van het instituut der kweekelingen
met acte af willen zijn, als het maar kon;
eveneens de heer Krol, die een vergoeding
van f 700 a f 750 per jaar aan deze mis-
deelde onderwijzers zou willeD zien toege-
kend.
Vandaag wordt er over deze afdeeling
verder gesproken.
De Eerste Kamer heeft gistermiddag nog
eenige ontwerpen van belang behandeld.
Aangezien de behandeling daarvan aan de
overzijde van het Binnenhof slechts korten
tijd achter ons ligt, behoeven we daarover
niet uit te wijden. lets bijzonders is er niet
bij gebeurd.
Zonder discussie werd aangenomen de
wijziging van de Pensioenwet voor de
spoorwegambtenaren, waarin de bepaling
voorkomt, dat men het einde van dit jaar
tevens een einde is gekomen aan de korting
op de pensioenen. Z. h. s. ging het wetsont-
werp er door.
De heeren van Rappard (lib.), van Ves-
sem (n.s.b.) en de Rijke (n.s.b.) spraken bij
de Po'stbegrooting, eerstgenoemde over al-
lerlei aangelegenheden, tarieven, postbe-
stellingen, postzegelautomaten e.d., de twee-
de over de radio-omroep, die z.i. niet neu-
traal genoeg en op niet hoog beschavings-
peil stond; zijn partijgenoot over de leiding
van het bedrijf, waarvoor hij waardeering
had en over de Nozema, welke voorzitter
niet tevens de minister van Justitie mag
zijn, die voor deze radiofunctie nog eenige
vergoeding ontvangt. Als naar gewoonte be-
antwoordde minister van Boeijen de ge-
maakte opmerkingen zeer uitvoerig. Hij
zou de door den heer van Rappard geopper-
de gedachte om althans op den Zaterdag-
avond op het platteland een tweede postbe-
stelling te brengen, overwegen. Zoodra het
ook technisch mogelijk is, zal aandacht aan
verlaging van de telefoontarieven worden
besteed; voert men deze nu al in, dan zou
het aantal aansluitingen in korten tijd te
sterk kunnen toenemen. Den heer van Ves-
sem hield de minister voor, dat de smaken
ook inzake de radio-uitzendingen verschil-
len, en aan mr. de Rijke verklaarde hij dat
de minister van Justitie als voorzitter van
de Nozema geen enkele vergoeding zal
genieten.
Bij het wetsontwerp tot vaststelling van
nieuwe bepalingen betreffende de inenting
tegen pokken voerden de heeren van Rap-
nard lib.), van Asch van Wijk (a.r.), van
Vessem, Reinalde (s.d.) en Kranenburg
(v.d.) het woord. Alleen de twee laatste
snrekers konden zich met moeite bij het
ontwerp, dat nu een wettelijken drang, in
stede van den indirecten dwang (die moest
worden afgeschaft) neerleggen. Minister
van den Tempel noemde, evenals in de
Tweede Kamer, den vaccinatietoestand van
ons volk onvoldoende. Het wetsontwerp
werd, evenals de postbegrooting z. h. s.
goedgekeurd.
Werkverruimingscrediet.
De wijziging van de begrooting van Fi
nancien (verhooging van het crediet voor
werkverruiming met 30 millioen) werd
krachtig door de heeren Hiemstra (s.d.) en.
Fleskens (r.k.) gesteund; de heeren Heldring
(lib.) en von Bonninghausen (n.s.b.) had
den eenige bezwaren, welke echter uit ge-
heel verschillende gronden stamden, zooals
men, na de behandeling van deze zaak in
de Tweede Kamer, toen er een lang debat
gevoerd werd, heeft begrepen.
Minister van den Tempel kon op
een niet onaanzienlijke verlaging
van de werkloosheid sedert het
vorige jaar omstreeks dezen tijd
wijzen, namelijk van 347000 op
Vrijdag 22 December.
HILVERSUM, 301,5 M. (8—12.—,
4—7.30 en 9—12— VARA, de AV-
RO van 12.4.en de VPRO van
7.309.8.ANP-ber., gr.pl.
10.VPRO-morgenwijding. 10.20
Gr.pl. 10.40 Decl. 11.Orgelspei.
Als intermezzo gr.pL 12.De Pal-
ladians. 12.45 ANP-ber., gr.pl. 1.
Avro-Amus.-orkest. 2.Voor de
vrouw. 2.10 Viool en piano. 2.40 Het
Germaansche JoelfeesT en 't Christ.
Volkskerstfeest, causerie. 3.Gr.pl.
3.30 Avro-dansorkest. 4.Gr.pl.
met toelichting. 4.30 VARA-orkest.
5.Voor de kinderen. 5.30 VARA-
orkest. 5.556.25 Rosian-orkest (op-
namen). 6.30 Letterkundig overz.
6.50 Zang met pianobegeleiding. 7.
Vrageubeantwoording over Sociaal-
democratie en eigendom. 7.18 ANP-
ber. 7.30 Weer kinderpostzegels, toe-
spraak. Hierna ber. en mededeelin-
gen. 7.35 De boeken van den Bij-
bel, cyclus. 8.Zang met pianobe
geleiding. 8.30 Cyclus ,,Het ontwa-
ken van het platteland". 9.Radio-
tooneel. 9.20 VARA-orkest en
-Operettekoor en solisten. 10.10 Gr.
pi. 10.15 De Ramblers. 10.40 VPRO-
avondwijding. 11.ANP-ber. 11.10
Jazzmuziek (gr.pl.) 11.30 Orgelspei.
11.40—12— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 414,4 M.
(Alg. progr. KRO). 8.ANP-ber.
8.05—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30 Bij-
belsche causerie. 12.Ber. 12.15
Musiquette. 12.45 ANP-ber., gr.pl.
1.10 Bandi Balogh en zijn orkest.
1.25 Gr.pl. 1.45 Bandi Balogh en zijn
orkest. 2.Orgelconcert en gr.pl.
3.Rococo-octet. (3.203.40 Gr.pl.)
4.Gr.pl. 4.15 KRO-orkest. (5.
5.15 Gr.pl.) 6— Gr.pl. 6.15 KRO-
melodisten en solist. 7.Ber. 7.15
Sociale causerie. 7.35 Gr.pl. met toe
lichting. 8.ANP-ber. 8.15 Rott.
Philh. orkest en soliste. 9.Gr.pl.
9.15 KRO-New Style Artists. 10.
Gr.pl. 10.10 Paul Godwin en zijn
solisten-ensemble. 10.30 ANP-ber.
10.40 KRO-boys en solist. 11.10
12.Gr.pl.
ENGELAND, 391 en 449 M. 12—
Orgelspei. 12.20 Radiotooneel. 12.50
Jack Payne's Band. 1.20 Ber. 1.30
Cello en zang. 2.052.20 Radiotoo
neel. 4.20 Ber. 4.35 Concert. 5.20
Kinderhalfuur. 5.50 Variete. 6.20
Ber. 6.35 Act. causer;e. 7.05 Variete.
7.20 Mededeelingen. 7.40 BBC-
orkest. 8.20 Europe in travail, cau
serie. 8.35 Variete. 9.20 Ber. 9.35
Radiotooneel. 10.35 Count Basie en
zijn dansorkest (gr.pl.) 11.05 Het
Taylor-strijkkwartet en solist. 11.40
BBC-Theater-orkest. 12.2012.35
Berichten.
RADIO PARIS, 1648 M. 12.05 Gr.pl.
12.15 Lichte muziek. 1.05 't Bailly-
orkest. 2.Gr.pl. 2.05 Zang. 2.16
Verv. concert. 3.20 Orgelspei. 3.50
Radiotooneel. 4.50 Zang. 5.35 Ka-
mermuziek Hiema zang. 6.35 Fluit,
fagot en zang. 7.20 Pianovoordracht.
7.50 Radiotoneel. 9.Gr.pl. 9.05
Herdenking van Racine. 11.Gr.pL
11.2011.50 Het Rhene Bp+on-orkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. Hagestedt's
orkest. 7.408.50 Gr.pl. 9.30 Pia 10-
voordr. 10.50 Gr.pl. 11.20 Concert.
12.20 Leo Eysoldt's kleinorkest. 1.35
Populair concert. 2.50 Omroepkoor
en -orkest on "olisten. 4.30 HJ-
ensemble. 4.50 Folkloristisch progr.
5.45 Verzoekprogr. 6.20 en 7.35
Gr.pL 9.50 Zie D.sender.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Germaine
Ego's orkest. 1.502.20 Gr.pL 5.23
Pianovoordr. 5.50, 6.50, 7.20 en 7.45
Gr.pL 8.20 Voor de soldaten. 8.53
Radiotooneel. 9.50 Zang 10.3011.20
Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 en
I.30—2.20, 5.20, 6.50 en 7.05 Gr.pL
8.20 Voor de soldaten. 8.50, 9.35 en
10.30—11.20 Het Belgische Nat.
orkest mmv. solisten.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.35 Radiotooneel. 8.35 Omroeporkest
9.20 Ber. 9.50 Emanuel Rambour's
orkest. 10.20 Politiek overz., hiema
Omroeporkest. 11.20 Ber., hierna tot
12.20 Nachtconcert.
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.8.20, Engelani
8.209.05, Brussel Fr. 9.059.20,
Keulen 9.209.3C, D.sender 9.30
10.10, Hamburg 10.1011.20, Keulen
II.20—12.20, Brussel VI. 12.20—
14.20, Danmarks Radio 14.2014.35,
D.sender 14.3516.20, Keulen 16.20
16.50, Beromiinster 16.5017.20,
Brussel Fr. 17.2018 20, Katowice
18.20—19.20, Brussel VI. 19.20—20.20
Fr. 20.20—21.20, Keulen 21.20—21.35
Brussel Fr. 21.3523.20, D.sender
23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Enge-
land 9.2011.20, Danmarks Radio
11.20—12—, Engeland 12—12.20,
Brussel Fr. 12.2012.50, Engeland
12.5013.30, Parijs Radio 13.30
14.40, Hamburg 14.4014.50, Keulen
14.5015.50, Hamburg 15.5016.20,
Engeland 16.2017.20, Brussel VI.
17.2018.05, Poste Parisien 18.05
18.20, Engeland 18.2018.35, Brussel
Fr. 18.35—19.20. Keulen 19.20—19.30
Danmarks Radio 19.3021.20, Enge
land 21.20—21.35, Motala 21.35—
22.20, Brussel VI. 22.20—22.35, En
geland 22.3523.05, Brussel VL
23.05—23.20, Parijs Radio 23.20—
24—.
Lijn 5: Diversen.
257000; de regeering zal krachtig
met de werkloosheidsbestrijding
voortgaan.
Er werd nog een aanvang gemaakt met
de behandeling van de kinderbijslagverze-
kering, waarover de heeren de Bruyn (r.k.)
en Diepenhorst (a.r.) zich met bewondering
en warmte uitlieten. De heer ter Haar (c.h.)
had min of meer principieele bezwaren in
zoover als deze verzekering niet in het hui-
dige stelsel past, aangezien het beginsel:
loon naar behoefte niet wordt aanvaard. De
heer de la Bella (s.d.) vreesde voor een
loondrukkende werking van den kinder-
bijslag, maar zou toch voorstemmen. Verder
spraken nog de heeren Gelderman (lib.)
die een afwachtende houding zou aanne-
men en von Bonmnghausen (n.s.b., die zeer
veel critiek had. We komen morgen op een
en ander terug, want heden ging de behan
deling verder.
Bij de herv. gem. te dterleek is in de
vacature van diaken herkozen de heer J.
71; p. In de vacature van ouderling (aftre-
(I nd de heer C. Kok, die niet meer in aan-
merking wenschte te komen) werd be-
noemd de heer O. de Vries.
Benoemd tot notabel der herv. gemeen-
te te Graft de heer J. Voogt, tot diaken de
heer S. Haas en tot ouderling, de heer B.
Brugge.
Ar
Dat was een goed idee van
tante Emma, deze gereedschapsdoos.
Naar t Engelscb
Van
Maxwell March.
31)
„Wel een lief kind", merkte hij op. ,,0,
wees maar niet bang, liefste, ze is lang niet
zoo mooi als jij. Maar ze ziet er niet kwaad
uit. Als je alles goed beschouwt, is het
eigenlijk zonde".
Marguerite Ferney ging rechtop zitten en
wel met meer kracht, dan men verwacht
zou hebben van iemand, die verondersteld
wordt aan een acute zenuwuitputting te lij-
den.
„Wat bedoel je? Je haalt geen dwaze stre-
ken uit beloof het me! Bovendien, be-
denk dat ik er nauw bij betrokken ben. Ik
heb haar hier gebracht en ik ben volgens
het testament de bevoordeelde. Zij zullen
het mij lastig maken en niet jou. O, Charles,
wees toch voorzichtig".
Hij lachte om haar vrees, maar beloofde
haar niets, een feit, dat Marguerite niet
ontging.
Webb stond op.
„Kijk eens, Marguerite", zei hij. „Ik wilde
het goed tot je door laten dringen, dat er
een heel fortuin op het spel staat. Ik heb
het testament nauwkeurig bestudeerd en ik
weet best wat ik doe. Als dat meisje daar
buiten, op den avond van haar vier en
twintigsten verjaardag, dat is dus te zeggen
binnen een paar maanden, getrouwd is, dan
komt het heele fortuin van Silas Gillimot
aan haar echtgenoot. Als zij op dien datum
in leven is, maar ongetrouwd, dan krijgt zij
een flink jaargeld van dat fortuin, maar
het overgroote deel van het geld gaat dan
naar de erfgenamen van Richard Ferney,
jouw vader".
Hij wachtte even en lachte.
,„Sir Silas, die er zoon' grooten afkeer van
had, dat vrouwen de beschikking kregen
over veel geld, kon ook niet weten, dat de
twee zoons van je vader bij hetzelfde vlieg-
ongeluk het leven zouden laten. Hij zal zich
wel in zijn graf omdraaien, maar dat kun
nen wij niet helpen. Het feit is, Marguerite,
dat wij die driehonderdduizend pond wil
len hebben of wat er althans van is over-
gebleven, als die afzetter van een sir Leo
er mee klaar is.
En daar wilde ik nu juist eens over spre-
ken", ging hij met nadruk verder. „Drie-
honderdduizend pond! Denk eens aan,
Marguerite. Ga eens na, wat dat voor ons
zou beteekenen: voorgoed van onze schuld-
eischers af en dan een luxe leventje.
waar wij allebei niet buiten kunnen. Ik
hoop niet, dat je mij met je dwaze scrupu-
les tegen zult werken".
Marguerite Ferney stond van haar stoel
op. Haar uitzonderlijke schoonheid kwam
door de lange zijden japon, die haar van
hoofd tot voeten omsloot, des te meer uit.
Zij begaf zich naar het venster en keek
naar Judy, die nog steeds in den tuin van
het kleine natuurlijke fort, waarin zij was
opgesloten, heen en weer wandelde.
Een sluw lachje gleed over haar lippen.
,.We moesten haar verborgen houden",
zei ze. „We moeten haar verborgen houden,
tot na haar verjaardag. Dat kan toch niet
zoo moeilijk zijn. Jij met je vernuft, jij
kunt er best iets op vinden".
Webb schudde zij hoofd.
„Dat is de bedoeling niet, Marguerite.
Terwijl jij weg was, heb ik er over nage-
dacht. Het is ons niet te doen om het halve
fortuin, liefste. Ik stel mij zoo voor, dat er
van de origineele som al een zeer belang-
rijk deel verdwenen zal zijn. Het meisje
kent ons nu. Als zij vandaag of morgen met
het gerechtshof in aanraking komt en zij
vertelt haar geschiedenis, dan is er heel
veel kans dat zij met alles gaat strijken".
De vrouw bij het raam keerde zich om
en zag hem onderzoekend aan.
„Wat heb je voor te stellen?"
„Ik heb niets voor te stellen", zei hij. „Ik
ben al besloten. Er is maar een weg, die
ons zekerheid waarborgt".
„En die is?" zei ze zachtjes.
Webb glimlachte en keek naar buiten.
„Onze kleine vriendin moet een ongeluk
krijgen", zei hij. „Een doodelijk ongeluk".
De vrouw stond onbeweeglijk stil. Ieder
spoor van kleur was van haar gelaat ver
dwenen en zij staarde haar metgezel aan
en probeerde te raden wat er achter dien
vreemden en raadselachtigen glimlach wel
verborgen kon zyn.
„Neen", zei ze plotseling. „Neen, dat kan
niet. Dat is te gevaarlijk".
„Nu ben je ernaast, mijn beste. Boven
dien, daar hoef jij je hoofd niet over te bre-
ken", zei hij kalm. „Alles zal zoo eenvou-
dig en natuurlijk gebeuren, dat de politie
alles wat zij maar wil zal kunnen vragen.
zonder tot de een of andere minder pretti-
ge conclusie te komen".
Hij liet zich in een van de gemakkelijke
stoelen neervallen en keek haar, blijkbaar
erg met zichzelf ingenomen, uitdagend aan.
Marguerite huiverde. Ze kende hem in de
zen gemoedstoestand beter, dan wie ook
Ze was geen kieskeurige vrouw, maar er
waren oogenblikken, dat hij daar deed ont-
stellen.
Niet dat zij moreele bezwaren had. Dat
was het woord niet, het ging meer om het
meedoogenlooze in zijn manier van doen en
de groote risico's, die hij nam. Zij wist met
wien ze te doen had; een man, voor wien
medelijden niet bestond en die zich niet be-
kommerde om de belangen van andere
menschen.
Ondertusschen wandelde Judy nog doel-
loos rond en wenschte zich geluk met de
gunstige wending, die de gebeurtenissen ge
nomen schenen te hebben. Ze durfde niet
aan David denken, maar afgescheiden van
hem en de gedachte aan zijn geplaagd en
beangst gezicht, voelde zij zich veel geluk-
kiger, dan in langen tijd het geval was ge
weest.
De vriendelijkheid van Marguerite Fer
ney had haar heelemaal gerustgesteld. Ge-
durende den langen rit in de auto, waarvan
de gordijntjes waren neergelaten om voor
onbescheiden blikken gevrijwaard te zijn,
was Marguerite Ferney de innemendheid
zelf geweest, in weerwil van den vreeselij-
ken schok die ze zelf pas had ondervon-
den.
Het kwam bij het meisje op, dat ze er
geen flauw idee van had, waar ze was, en
hoe het huis met dien eigenaardigen, door
rotsen omsloten tuin heette, maar het joeg
haar geen angst aan en ze nam zich voor,
het bij gelegenheid aan Marguerite te vra
gen. Ze stond op het terras en staarde in
de verte.
Het was een heldere dag en ze kon nog
net de omtrekken van een eenzaam huis
tusschen het groen onderscheiden, maar
buiten dat scheen er niets anders dan een
uitgestrekt grijs-groen moeras te zijn.
Daar stond Charles Carlton Webb, met
zijn innemendste lachje op zijn gezicht.
„Het spijt mij erg, dat ik u aan het schrik-
ken gemaakt heb", zei hij, „maar Margueri
te vraagt of u op haar kamer wilt komen.
Het wordt al laat en het is een beetje frisch
buiten. U zult wel vermoeid zijn, na zoo'n
langen dag".
Hij had een prettige, gemakkelijke ma
nier van praten en een typische vrijmoedig-
heid, die toch niet. onaangenaam aandeed.
„0, ja, natuurlijk. Ik zal direct boven ko
men".
Toen zij omkeerde, lachte hij haar toe.
„Ik zal mij even bekend moeten maken",
zei hij. „Ik ben een neef van Marguerite. Ik
houd een oogje op haar zaken. Miin naam
is Webb". (Wordt vervolgd).