!huii£eUm
Ne™AKKERTJE*X
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
Persoonlijke diensten voor hulp bij militaire
werkzaamheden.
Economische Zaken.
Ware dag en"?
Bekendmaking opperbevelhebber von
land- en zeemacht.
M. v. A. van minister
Steenberghe.
Wie vriiqesteld zijn van
den dienst.
Eerste Kamer.
Verschillende ontwerpen
aangenomen.
Een korte vergadering.
Aan de memorie van antwoord
over de begrooting van het depar-
tement van economische zaken aan
de Eerste Kamer is het volgende
ontleend:
TWEEDE BLAD
De opperbevelhebber van land-
en zeemacht, aangewezen voor de
uitoefenmg van het militair gezag
in elk in staat van oorlog verklaard
gedeelte van het grondgebied des
rijks, heeft, in overleg met het be-
trokken burgerlijk gezag, voor alle
gemeenten des rijks een verorde-
ning vastgesteld, waaraan wij het
volgende ontleei.en:
Inwoners van elke gemeenfe des rijks
kunnen worden opgeroepen of aangewe?en
tot het verrichten van persoonlijke diensten
voor hulp b'ij militaire werkzaamheden.
Onder militaire werkzaamheden worden
begrepen werkzaamheden:
a. tot het herstellen van de schade aan
wegen, bruggen en soortgelijke werken,
veroorzaakt door militaire operation, lucht-
bombardementen of militaire transporter
b. tot het aanleggen en opruimen van
versterkingen,
c. tot het aanbrengen en opruimen van
hi idernissen en versperringen,
d. tot het aanleggen, herstellen en afgra-
ven van waterkeeringen, daaronder begre
pen strand- en oeververdedigingen.
leder mannelijk inwoner, als in
boven bedoeld, die den 18-jarigen
ieeftyd heeft bereikt en het 59ste
levensjaar nog niet heeft volbraeht,
en naar het oordeel van de in het
volgende lid te vernielden autoritelt
geschikt is om de in bovenstaande
alinea bedoelde persoonlijke dien
sten te verrichten, is verplieht om
op het eerste heel, op tijd en plaats
bij dat bevel bepaald, aanwezig te
zijn en de hem alsdan op te dragen
werkzaamheden. overeenkomstig de
daarbij te stellen eischen, te ver
richten.
Het bevel en de opdracht kunnen worden
gegeven:
a. door den officier, die met de uitvoe-
ring van de hierboven omschreven werk
zaamheden is belast,
b. namens de onder a bedoelde autoriteit
door den burgemees* r der betrokken ge-
meente.
Het bevel en de opdracht worden in de
eerste plaats gegeven aan die personen, die
uit hoofde van hun beroep, voor zoover dal
uit de gemeenteliike administratie blijkt,
bi,|zondere geschiktheid bezitten tot het ver
richten der werkzaamheden. Indien op deze
wijze niet de beseKkkinf over het benoodig-
de aantal personen word* verkregen, ge-
schieden de verdere oproepingen zooveel
mogelijk in volgorde van den leeftijd, aan-
vangende met de jongsten.
In het bevel wordt vermeld, of het rijwiel
van den opgeroepenen, zoo mogelijk. dient
te worden medegebracht en van welk ge-
reedschap hij, zoo mogelijk, moet voorzien
zijn.
Wie vrijgesteld zijn.
Leden van de .lgemeene Rekei.kamer.
hoofden van departementen van algemeeti
bestuur, leden van den Raad van State,
leden van den Staten-Generaal, leden van
de dagelijksche besturen van overheids- en
semi-overheids-lichamen, geneeskundigen.
apothekers en veeartsen, geestelijken en be.
dienaren van den godsdienst, militairen in
werkelijken dienst, personen, deel uitmaken-
de van de rijks- en gemeentepolitie of van
een gemeentelijk brandweercorps en perso
nen, die een verklaring van een geneeskun-
dige overleggen, waaruit blijkt, dat zij we-
gens ziekte. ziels- of lichaamsgebreken blij-
vend ongeschikt zjjn om diensten te ver-
36)
Hij was niet heelemaal wat men noemt
een innemend persoon, hij was onbedui-
dend, knap en nietszeggend van uiterlijk,
maar op dit moment scheen hy het met
zichzelf getroffen te hebben en er was een
trek van zelfgenoegzaamheid op zijn hoe-
kig gelaat, terwjjl zijn ronde, donkere
oogen schitterden en als die van een musch
alles opnamen.
Het gebeurde niet vaak, dat Nifty Mar
tin uit vrijen wil op een politiebureau
kwam. Hij vond het een buitenkansje. Hij
had er toilet voor gemaakt en zijn lichte
flanellen pak, hoewel goedkoop en van een
beetje typischen snit, was tenminste nieuw
en smetteloos.
Hij zat erg op zijn gemak en zijn bruin-
met-witte schoenen liepen nogal in het
oog.
Maar het viel te betwijfelen, of al die
kleine dingen indruk maakten op inspec-
teur Winn; hij liet er althans niets van
merken.
„Kijk eens, Martin", zei hij. „Is het niet
bij je opgekomen, dat wij het een beetje
vreemd zouden vinden. dat je een vier en
•wintig uur liet voorbijgaan, voordat je
richten, zijn van deze werkzaamheden vrij
gesteld.
Slechts bij noodzaak, indien geen vol-
doend aantal andere personen beschikbaar
is, worden het bevel en de opdracht, gegeven
aan:
personen, die een funetie hebben te ver-
vullen by een luchtbeschermingsdlenst, per
sonen, die lid zijn van een vrijwillige bur-
gerwacht, welke als zoodanig is toegelaten
ingevolge de wet op de weercorpsen, perso
nen, in dienst van een bedrijf, hetwelk op-
drachten uitvoert ten behoeve van defensie-
organen, voor zoovei vanwege den minister
van defensie wordt verklaard, dat deze per
sonen voor de uitvoering dier opdrachten in
het betrokken bedrijf niet kunnen worden
gemist, personen die werkzaam zijn bij een
degtructiebedrijf en personen, die lid zijn
van een der transnortcolonnes van de N?-
derlandsche vereeniging „He' roode kruis".
Vergoedingen.
Ter tegemoetkoming in de kosten van le-
vensonderhoud van zich elf en van degenen,
voor wier levensonderhoud hij aansprake
lyk is, wordt aan dengene, die persoonlijke
diensten in den zin van deze verordening
verricht, door den officior, in overleg met
den burgemeester der gemeente, waarin da
werkzaamheden worden verricht, een be-
drag toegekend, berekend naar de normen,
welke gelden voor het loon, hetwelk wordt
betaald voor overeenkomstigen arbeid ter
plaatse, waar de werkzaamheden worden
verricht.
Voor het eventueel gebruik van rijwiel en
gereedschap wordt een vergoeding toege
kend.
Het niet voldoen aan de bevelen, wordt
gestraft met hech+enis van ten hoogste drie
maanden.
Ten aanzien van de werkzaamheden, in
deze verordening bedoeld, worden de voor-
schriften der Arbeidswet buiten werking ge-
steld.
De verordening kan worden aangehaald
onder den titel ..Verordening hulp by mili
taire werkzaamheden".
RUBBERBESCHIKKING 1939 NO. 2.
Verschenen is de rubberbeschikking 1939
no. 2. Rubber en rubberartikelen worden
aangewezen als distributiegoederen in den
zin van artikel 4 der distributiewet 1939. Er
wordt ingesteld een rijksbureau voor rubber
te Amsterdam.
De dagelijksche leiding van het rijks
bureau berust bij een directeur, die bij de
uitvoering van deze regeling optreedt na
mens den minister. Als directeur is aange
wezen de heer H. van der Vaart. Er wordt
ingesteld een commissie van bijstand. Tot
lid en voorzitter dezer commissie is be-
noemd: Jhr. Mr. W. J. de Jotige.
De voorzitter van do commissie van by-
stand is bevoegd contact-cornmissies in te
stellen, welke den directeur op diens verzoek
voorlichten omtrent door dezen te treffen
regelingen.
ledere onderneming is verplieht aan den
directeur schriftelijk het verzoek te doen
haar bij het rijksburpau in te schrijven. Het
verzoek moet geschieden binnen een week
na den dag van inwerkingtreding dezer be-
scbikking.
Artikel 11, lid 1 dezer beschikking luidt:
Krachtens deze beschikking is het verbo-
den rubber te bewerken, te verwerken, te
doen bewerken of te doen verwerken, zon-
der daartoe van den directeur verkregen
schriftelijke vergunning.
Voorts is het verboden rubber en auto-
banden te verkoopen of af te leveren, zon-
der daartoe van den directeur verkregen
schriftelijke vergunning en te vervoeren zon-
der een door of namens den directeur afge-
geven vervoerbewijs. Op het tijdstip van in
werkingtreding (1 Janunri 1940) dezer be
schikking vervalt de rubber en rubber-
artikelen-beschikking 1939 no. 1.
met die kostbare inlichtingen van je aan
kwam dragen? Waarom ben je niet direct
naar ons toe gekomen?"
Nifty Martin keek verongelijkt.
„Ik heb genoeg aan mijn eigen leven, in-
specteur", merkte hij op, „zonder mij met
een andersmans zaken te bemoeien. En ik
zou hier zeker niet zitten, als ik niet zoo'n
goede vriend van den majoor was geweest.
Wij kenden elkaar al jaren. Ik was er van
ondersteboven, toen ik hoorde dat hij dood
was".
Winn had er blijkbaar niet veel vertrou-
wen in. „Erg gevoelig, dat moet ik zeggen"
zei hij. Zinspelende op een bekende Engel-
sche werkinrichting voor misdadigers, ging
hij voort: „Ik veronderstel dat je beiden In
hetzelfde jaar in Borstal afgestudeerd bent,
is het niet? Maar met mij ben je zoo gauw
niet klaar. Je zult hier wel zijn gekomen.
in de hoop een belooning te krijgen, en als
je ons op het juiste spoor brengt, zal ik je
die ook niet onthouden. Dus, als je iets te
zeggen hebt, vooruit er dan mee, hoe eer-
der hoe beter".
Nifty Martin stond op, pakte zijn strooi-
en hoed en ging naar de deur. De agent,
die daar stond, week niet van zyn plaats en
de stem van Winn klonk als een kanon-
schot:
„Stel je niet zoo aan, Martin. Ga zitten. Je
bent hier gekomen om je verhaal te vertel-
len en je komt er niet meer uit, voordat je
dat gedaan hebt".
Nifty Martin aarzelde, maar hij was niet
groot en de kamer was vol agenten. Hij
zocht zijn toevlucht in sarcasme.
„Een mooi nummer bent u", zei hij. „Zoo
echt gezellig. Zoo echt iemand waar mee
te praten valt. Als er iemand hier komt
Het stemt den minister tot voldoening,
dat zijn beleid van vele zijden instemming
mocht vinden. Het is ook de meening van
den minister, dat de huidige ooriogs-econo-
mie geen grondslag mag zijn van de in
vredestijd te treffen maatregelen. Zoover
dit mogelijk is, wenscht de regeering het
particuliere bedrijfsleven vrij te laten.
Mede door de in vredestijd vaak sterk ge-
critiseerde economische maatregelen zijn de
moeilijkheden van thans verminderd en is
over het algemeen de voorraadposltie van
ons land bevredigend te achten.
Een sterke stijging van de kosten van het
levensonderhoud moest worden voorkomen.
Wanneer men het gemiddelde van de
maand Augustus op 100 stelt, bedroeg de
stijging op 12 December j.l, 5.6 pet.
Gezien het feit, dat bepaalde prijsver-
hoogingen, in verband met de sterk geste-
gen aanvoerkosten, onvermiidelyk waren,
kan een dergelijke stijging onder de huidi
ge omstandipheden ongetwyfeld gunstig
worden genoemd.
AJs algemeen versehijnsel is prijsopdry-
ving achterwege gebleven.
Ten aanzien van de industrialisatie heeft
de minister reeds meermalen als zijn stand-
punt uiteengezet, dat hij de activlteit van
het particuliere initiatief als de belangrijk-
ste factor beschouwt voor onze verdere in-
dustrieele pntwikkeling. De overheid dient
daarbii stimuleerend, regelend, en waar de
ontwikkeling zich in minder juiste inrieh-
ting zou gaan bewegen remmend op te tre-
den.
Voor zoover eenigszins mogelijk zal de
minister de middenstand by de distributie
blijven inschakelen. Vanzelfsprekend zijn
maatregelen als distributie, waarbij ook bij
de meest soepele uitvoering toch steeds
eenige hinder of vrijheidsbeperking ge-
moeid is, ntet populair. De minister waakt
er echter voor, dat er geen maatregelen
genomen worden, waarvan het nut niet in
verhouding staat tot de daarmede verbon-
den lasten.
Ten aanzien van de in het verslag geuite
klacht, dat de minister met de belangen van
de land- en tuinarbeiders geen rekening heeft
gehouden bij het vaststellen van den prij-
zen voor den oogst 1939 wijst hy er in de
eerste plaats op, dat het niet te betwisten
valt, dat een hoogere opbrengst in het land
bouwbedryf ook den landarbeiders zeker
op den duur ten goede komt. In verband
hiermede en mede gezien de zeer onzekere
aspecten voor het landbouwbedryf ten tijde
van het vaststellen van de hoogere richt-
prijzen, achtte de minister het, ook op
grond van bezwaren van administratie en
control®, niet juist om daarbij bindende
voorwaarden te stellen ten aanzien van de
loonen in het landbouwbedryf. De prijsver-
hoogingen voor de akkerbouwproducten acht
de minister alleszins redelijk.
De export wordt met alle middelen, wel
ke ten dienste staan, bevordard. Ook wat be-
treft den tuinbouw is dit het geval.
De veevoederpositie is van dien aard, dat
thans een mchtstreeksche inperking van den
veestapel niet in overweging hoeft worden
gekomen.
De vraag, of en zoo ja, in hoeverre de
bestaande teeltregelingen voor rundvee en
varkens onder de huidige omstandigheden
gehandhaafd moeten worden, is nog in stu-
die. Naar de meening van den minister kan
vooralsnog niet op opheffing dezer rege
lingen worden besloten in verband met de
bestaande onzekerheid omtrent den toe-
komstigen aanvoer van veevoeder en om
trent het toekomstige verloop van den ex
port. alsmede met het oog op de vleesch-
positie.
Tuinbouwteeltregeling.
De nieuwe teeltregeling voor den
tuinbouw zal op zoo soepel moge-
lijke wijze worden uitgevoerd.
Het ligt inderdaad in de bedoeling in de
gemengde land- en tuinbouwbedrijven met
een grooteren omvang dan 10 H.A. de ver-
aanzetten met werkelijk bruikbare inlich
tingen. die u weken en weken werk zullen
besparen, hoe behandelt u hem dan? Nie*
als een lord, zou ik denken. Aan de manier.
waarop u met mij omspringt, zou men eer-
der denken, dat u mij hier naar toe had ge-
sleept, in plaats van dat ik uit eigen bewe-
ging bij u op visite kom, om u de oorzaak
van den dood van een ouden kameraad me
de te deelen".
Inspecteur Winn zuchtte. Maar, hoewel
hy kort aangebonden was, was hij toch
geen dwaas. Hij had er wel slag van, met
menschen als Nifty Martin om te gaan.
„Ik verzeker je, dat wij belang stellen in
alles wat je uitvoert, Martin", zei hij grof.
,.Ik verzoek je, als je wat te vertellen hebt,
ermee voor den dag te komen".
De kleine man stak zijn hand in den zak
en haalde een sigarettenkoker te voor-
schijn.
Een blik op den inspecteur vertelde hem,
dat hij een beetje te ver ging, en onopval-
lend borg hij den koker weer op zijn
plaats.
„Nu dan", zei hy, „in de eerste plaats wil
ik u wel zeggen, dat u totaal op het ver-
keerde spoor bent. U stuurt bloedhonden
achter den verkeerden man aan. U denkt,
dat Lionel Birch den majoor om zeep ge-
bracht heeft. Laat ik u vertellen, dat u op
een dwaalspoor bent. Hij was het niet. Dat
weet ik toevallig".
,.0 ja?" teemde Winn. „En hoe komt het,
dat jij zoo goed op de hoogte bent?"
Nifty Martin haalde de schouders op.
„Een ongeloovige Thomas bent u, vindt
u zelf niet?" zei hij. „Ik weet het toeval
lig, omdat ik alles gezien heb of tenmin
ste bijna alles".
(Van onzei- parlementairen
verslaggever).
Gistermiddag is de Eerste Kamer bijeen-
geweest om een aantal wetsontwerpen af te
doen, waaronder er waren die liefst zoo
gauw mogelijk in het Staatsblad moeten ko
men. Voordat zy met haar werkzaamheden
begon, heeft de voorzitter, mr. W. L. baron
de Vos van Steenwijk, in een kort, sympa-
thiek speechje het op Tweeden Kerstdag
overleden lid der Kamer, F. L. J. M. baron
van Voorst tot Voorst herdacht. Weliswaar
rraakte deze afgevaardigde slechts twee
jaren lid van den Senaat uit (daarvdor 15
jaar in de Tweede Kamer) maar daar heeft
men hem als een vriendelijk, ijverig mede-
Ud sooedig leeren waardeeren. Namens de
regeering sloot minister de Geer zich bij
dep voorzitter aan, herinnerend aan den
langen tijd dat zij elkaar in de Tweede Ka
mer hadden gekend. Ook bij de regeering
zal de heer van Voorst in vriendelijke her-
innering blijven.
Na deze korte, sobere plechtigheid, gedu-
rende welke alle aanwezigen stonden. kreeg
de regeering over het hoofd van den voor
zitter heen eenige verwijten van den heer
Pollema, (e.h.) te hooren over de hebbe-
Hjkheid om nog altijd tusschen Kerstmis
en Nieuwjaar een aantal wetsontwerpen be-
handeid te krijgen, die, met een beetje goe-
dep wil best wat eerder aan de orde hadden
kunnen zijn gesteld, zoodat ook de Senaat
gedurende die dagen althans vacantie zou
hebben. Mr. Pollema vroeg de regeering
er ook eens aan te denken, dat Kamerleden
nog andere bezigheden hebben en dat zij
dikwijls ver weg wonen, zoodat het hun al-.
len waarlljk niet altijd gemakkelijk valt in
een korte werkweek als deze een paar da
gen nog aan den Kamerarbeid te geven. Mr.
Pollema's betoog betrof vooral het onnoodi-
ge vergaderen in dezen tijd. Inderdaad had
hij geljlk; door een wat andere werkmethode
BOND VAN NF.DERLANDSCHE
ONDERWIJZERS.
Afscheid Theo Thijssen.
In een speciale bijeenkomst van den bond
van Nederlandsche onderwijzers in het N.V.
Huis te Utrecht is gistermiddag afscheid ge
nomen van den heer Th. rhijssen in zijn
funetie als tweede voorzitter van genoemden
bond. De heer Thijssen blijft evenwel lid
van de Tweede Kamer en van den Amster-
damschen gemeenteraad.
De afscheidsrede werd uitgesproken door
den heer W. Ploeger uit Amsterdam, die op
uitvoerige wijze de groote beteekenis
schetste, die de heer Thijssen als bestuurder,
als schrijver, paedagoog en politicus heeft
gehad voor de bewuitwording van het on-
derwijzerscorps.
Namens de leden van den bond bood spr.
een stamkapitaai aan voor een Thijssen-
fonds, dat za: dienen om reeds verschenen
en in de toekomst nog te verschijnen wer
ken van den heer Thijssen zoo goedkoop uit
te geven, dat zjj binnen het financieel be-
reik vallen van iedereen. Namens de A.C.O.
P (de moderne ccntrale van rijkspersoneel)
sprak vervlgens de heer Luberti, die een ge-
schenk aanbood. Bovendien werd nog het
woord gevoerd door den heer Van Geuns en
ten slotte namens het hoofdbestuur van den
bond van Nederlandsche onderwijzers door
den heer J. P W van Slui.is. De heer Thijs-
gunningen tot het telen van tuinbouwge-
wassen in te trekken, indien deze bedrijven
geschikt zijn voor de teelt van land-
bouwproducten. Er zal echter zooveel
mogelijk met het belang van ieder bedrijf
worden rekening gehouden. Ten aanzien
van de bollenteelt wordt er op gewezen,
dat in de bollenbedrijven een aanzienlijke
inkrimping is voorgeschreven, zoodat er op
het vrijkomende areaal in ieder geval iels
geteld moet worden. De grond-soorten,
waarop de bollencultuur werd en wordt be-
oefend, zijn voor een groot deel ongeschikt
voor de teelt van landbouwgewassen, al
thans van granen. Het zal dus noodig zijn
Sergeant M'Cabe liet een onderdrukten
uitroep hooren en Winn ging rechtop zit
ten.
„Wil je daarmee zeggen, dat je in de ka
mer was?" vroeg hij.
„In de kamer? O hemel, neen!" Nifty
lachte. „Als ik niet zoo'n uitstekend alibi
had, zou ik niet hier zitten. Ik ben niet ge-
schift. Ik weet genoeg van de politie, om
te weten dat je er mee op moet passen. Ik
was in de kamer aan den overkant van de
straat £n er zijn twee of drie menschen, die
kunnen getuigen, dat ik daar den heelen
avond geweest ben. Ik lag geknield op een
rustbank en leunde op de vensterbank in
mijn hemdsmouwen, zooals iedere heer aan
zee wel eens doet".
M'Cabe kwam naar voren en fluisterde
Winn een paar woorden in. Enkele onsa-
menhangende zinnen konden gehoord wor
den.
„Dat kleine logement in White Horse Al-
lee loopt achter het hotelalibi na-
gegaan".
Winn knikte geprikkeld en de brigadier
trok zich terug.
Het was duidelijk voor inspecteur Winn
dat Nifty niets met den moord te maken
had, want anders was hij niet ongevraagd
op het tooneel verschenen.
De inspecteur kuchte een paar maal.
„Alles wat je me daar vertelt is van bui-
tengewoon veel belang, Martin", zei hij.
„Wees nog eens een beetje duidelijker. Je
zegt, dat je den heelen avond uit het raam
van het logement achter het hotel hebt ge-
legen? Wat bedoel je daar precies mee?"
„Nou, ik ben daar van negen uur af tot
middernacht geweest. Vraag het mijn hos-
pita. Vraag het haar dochter. Vraag het
2
op de departementen, die meer rekening
hield met de belangen van de Eerste Kamer
(de Tweede is immers met Kerstmis altijd
op reces) zou aan deze bezwaren best tege-
moet te komen zijn. De heeren van Embden
(v.d.) en Van Rappard (lib.) vielen mr.
Pollema bij, waarvoor deze dank betuigde,
zonder echter in te gaan op het verzoek
van prof, van Embden om tegelijk nu maar
een voorstel te doen teneinde eenige wets
ontwerpen van de lijst van het afdeelings-
onderzoek te schrappen: hij verklaarde ech
ter geen kwaad met grooter kwaad te wil-
len vergelden.
De voorzitter zweeg in alle talen, onge-
twijfeld het dus met deze heeren eens ztfn-
de, maar eveneens minister de Geer en de
ministers Steenberghe, van den Tempel en
Diixhoorn, die achter de regeeringstafe] za-
ten, zwegen
Wellicht dat van de zijde der regeering
vandaag bij de openbare behandeling van
nog ettelijke van die wetjes iets naar aan-
leiding van dit verzoek nog is gezegd.
De behandeling van de agenda zelf duur-
de slechts kort. Van n. s. b.-zijde werden
dezelfde bezwaren als in de Tweede Kamer
ingebracht tegen een verhooging van het
hoofdstuk nationale schulde der begrooting
voor 1938, waarbij 8.1 millioen wordt aan-
gevraaed voor de emissiekosten van de 1.6
milliard staatsleening van dat jaar, een be-
drag dat de heer von Bonninghausen, die
aan die leening hadden deelgenomen ook in
die provisie hadden gedeeld. Toen hij over
de mislukte staatsleening 1939 wilde gaan
uitwijden verbood de voorzitter hem dit,
daar dit buiten de orde was. Na een poging
toch door te spreken werd hem het woord
ontnomen.
Minister de Geer deelde dezen afgevaar
digde mede, dat ook de leening 1938 onder
de gebruikelijke voorwaarden is gehouden
en dat de ryksfondsen eveneens deel aan de
provisie hadden gehad.
Het wetsontwerp werd z. h. s. goedge-
keurd, evenals een reeks andere ontwerpen,
waartoe. behalve 'n groot aantal contingen-
teeringen, onteigeningen e.d. behoorde het
ontwerp tot verhooging van de Defensle-
begrooting voor 1939, betrekking hebbend
op het buitengewoon crediet van f 100 mil
lioen.
Na een goed half uur kon de Kamer in da
afdeelingen gaan.
sen dankte vervolgens de verschillende spre-
kers. Hij gaf hierby de verzekerjng, dat hij
in den strijd voor het volksonderwijs ook in
de toekomst nog zijn deel zal blijven bij-
dragen.
BRAND IN MEUBELMAKERIJ
TE AMSTERDAM.
In den afgeloopen nacht is brand uitge-
broken in perceel Dijkstraat 24, nabjj de
Nieuwmarkt, te Amsterdam, waarvan het
benedengedeelte in gebruik is bij de expe-
diteurs-firma G. Wilhelmus en Zn. en de
bovenverdieping met zolder is ingericht als
meutaelmakerij van den heer Van der Kar.
Op het brandalarm rukten de motorspui-
ten van de posten de Ruijterkade en Katten-
burg en de ladderwagen van het bureau
Achtergracht uit. Het vuur, dat toen reeds
hoog oplaaide en in den houtvoorraad gretig
voedsel vond, werd met kracht bestreden en.
binnen een half uur was men dan ook den.
brand meester en bestond er geen gevaar
voor uitbreiding. De meubelfabriek, waarin
deze brand vermoedelijk is ontstaan en de
daarboven gelegen zolder zijn een prooi der
vlammen gaworden, terwjjl de benedenver-
dieping gedeeltelijk is uitgebrand.
De boternoteering. - De commissienotee-
ring voor Nederlandsche boter is gisteren
vastgesteld op 80 cent per kg.
op de vrij komende gronden gedeeltelijk
tuinbouwproducten te laten telen. Hiervoor
zullen voornamelyk grovere tuinbouwge-
wassen worden aangewezen, als peen en
andere wortelgewassen. Er bestaat geen ge
vaar, dat de voor de bollencultuur noodige
vervangingsprodueten een beteekenenden
invloed zullen hebben op de productie van
tuinbouwgewassen. Nu de nieuwe regeling
eenigen vasteren vorm heeft gekregen, zijn
de normale overdrachten en de verleening
van nieuwe tuinbouwteeltvergunningen in
fceperkte mate wederom ter hand genomen.
De definitieve regeling daarvan kan zeer
spoedig tegemoet worden gezien.
iedereen".
„Dat zal ik", beloofde Winn. „En heb je
gezien, dat Johnny Deane doodgeschoten
werd?"
Nifty aarzelde even. „Nou, eigenlijk wel
en toch ook weer niet", zei hy ten laatste.
„Maar ik zal het u vertellen. Ik was geko
men om Johnny op te zoeken en er waren
redenen waarom wij niet in hetzelfde hotel
konden zijn. We waren dikke vrienden, dat
moet u niet vergeten. Het is waar, dat hij
een zaakje aan de hand had, en ik beloof
de uit den weg te blyven, maar toch dicht
genoeg in de buurt, voor het geval dat hij
mii noodig mocht hebben, voelt u wat ik
bedoel?" Over het gezicht van den briga
dier vloog een grimmig lachje en inspec
teur Winn keek voor zich op de papieren
op zijn tafel. Het was duidelijk, dat Nifty
Martin niet te veel in finesses wilde treden,
en, als menschen van de politie, konden ze
wel gissen waarom niet.
„Ik nam mijn intrek in dat logement en
zocht een kamer uit, waar ik die van
Johnny kon overzien", zei Nitfy, die allang
blij was, dat het pijnlijkste gedeelte van
zijn verhaal zonder verdere navraag ach
ter den rug was. „Op den avond, dat hij
vermoord werd, zou Johnny naar den man
toegaan, met wien hij zaken deed, en toen
zei hij tegen mij: „Ik vertrouw het niet
erg. Nifty. „Ik vind het beter, dat je mij
erbij in haalt", zei ik tegen hem. „Doe niets
overhaast, Johnny". Maar hij wilde niet
naar mij luisteren en hij zei alleen: „Wacht
by het raam op me en als je me thuis ziet
komen, zal ik je door teekens laten weten,
hoe ik gevaren ben, en dan kunnen wij
misschien nog ergens iets gaan drinken".
(Wordt vervolgd).
Naar't Engelsch
van
Maxwell March.