!huii£eUm Ne™AKKERTJE*X EEN VEELBEWOGEN VACANTIE Persoonlijke diensten voor hulp bij militaire werkzaamheden. Economische Zaken. Ware dag en"? Bekendmaking opperbevelhebber von land- en zeemacht. M. v. A. van minister Steenberghe. Wie vriiqesteld zijn van den dienst. Eerste Kamer. Verschillende ontwerpen aangenomen. Een korte vergadering. Aan de memorie van antwoord over de begrooting van het depar- tement van economische zaken aan de Eerste Kamer is het volgende ontleend: TWEEDE BLAD De opperbevelhebber van land- en zeemacht, aangewezen voor de uitoefenmg van het militair gezag in elk in staat van oorlog verklaard gedeelte van het grondgebied des rijks, heeft, in overleg met het be- trokken burgerlijk gezag, voor alle gemeenten des rijks een verorde- ning vastgesteld, waaraan wij het volgende ontleei.en: Inwoners van elke gemeenfe des rijks kunnen worden opgeroepen of aangewe?en tot het verrichten van persoonlijke diensten voor hulp b'ij militaire werkzaamheden. Onder militaire werkzaamheden worden begrepen werkzaamheden: a. tot het herstellen van de schade aan wegen, bruggen en soortgelijke werken, veroorzaakt door militaire operation, lucht- bombardementen of militaire transporter b. tot het aanleggen en opruimen van versterkingen, c. tot het aanbrengen en opruimen van hi idernissen en versperringen, d. tot het aanleggen, herstellen en afgra- ven van waterkeeringen, daaronder begre pen strand- en oeververdedigingen. leder mannelijk inwoner, als in boven bedoeld, die den 18-jarigen ieeftyd heeft bereikt en het 59ste levensjaar nog niet heeft volbraeht, en naar het oordeel van de in het volgende lid te vernielden autoritelt geschikt is om de in bovenstaande alinea bedoelde persoonlijke dien sten te verrichten, is verplieht om op het eerste heel, op tijd en plaats bij dat bevel bepaald, aanwezig te zijn en de hem alsdan op te dragen werkzaamheden. overeenkomstig de daarbij te stellen eischen, te ver richten. Het bevel en de opdracht kunnen worden gegeven: a. door den officier, die met de uitvoe- ring van de hierboven omschreven werk zaamheden is belast, b. namens de onder a bedoelde autoriteit door den burgemees* r der betrokken ge- meente. Het bevel en de opdracht worden in de eerste plaats gegeven aan die personen, die uit hoofde van hun beroep, voor zoover dal uit de gemeenteliike administratie blijkt, bi,|zondere geschiktheid bezitten tot het ver richten der werkzaamheden. Indien op deze wijze niet de beseKkkinf over het benoodig- de aantal personen word* verkregen, ge- schieden de verdere oproepingen zooveel mogelijk in volgorde van den leeftijd, aan- vangende met de jongsten. In het bevel wordt vermeld, of het rijwiel van den opgeroepenen, zoo mogelijk. dient te worden medegebracht en van welk ge- reedschap hij, zoo mogelijk, moet voorzien zijn. Wie vrijgesteld zijn. Leden van de .lgemeene Rekei.kamer. hoofden van departementen van algemeeti bestuur, leden van den Raad van State, leden van den Staten-Generaal, leden van de dagelijksche besturen van overheids- en semi-overheids-lichamen, geneeskundigen. apothekers en veeartsen, geestelijken en be. dienaren van den godsdienst, militairen in werkelijken dienst, personen, deel uitmaken- de van de rijks- en gemeentepolitie of van een gemeentelijk brandweercorps en perso nen, die een verklaring van een geneeskun- dige overleggen, waaruit blijkt, dat zij we- gens ziekte. ziels- of lichaamsgebreken blij- vend ongeschikt zjjn om diensten te ver- 36) Hij was niet heelemaal wat men noemt een innemend persoon, hij was onbedui- dend, knap en nietszeggend van uiterlijk, maar op dit moment scheen hy het met zichzelf getroffen te hebben en er was een trek van zelfgenoegzaamheid op zijn hoe- kig gelaat, terwjjl zijn ronde, donkere oogen schitterden en als die van een musch alles opnamen. Het gebeurde niet vaak, dat Nifty Mar tin uit vrijen wil op een politiebureau kwam. Hij vond het een buitenkansje. Hij had er toilet voor gemaakt en zijn lichte flanellen pak, hoewel goedkoop en van een beetje typischen snit, was tenminste nieuw en smetteloos. Hij zat erg op zijn gemak en zijn bruin- met-witte schoenen liepen nogal in het oog. Maar het viel te betwijfelen, of al die kleine dingen indruk maakten op inspec- teur Winn; hij liet er althans niets van merken. „Kijk eens, Martin", zei hij. „Is het niet bij je opgekomen, dat wij het een beetje vreemd zouden vinden. dat je een vier en •wintig uur liet voorbijgaan, voordat je richten, zijn van deze werkzaamheden vrij gesteld. Slechts bij noodzaak, indien geen vol- doend aantal andere personen beschikbaar is, worden het bevel en de opdracht, gegeven aan: personen, die een funetie hebben te ver- vullen by een luchtbeschermingsdlenst, per sonen, die lid zijn van een vrijwillige bur- gerwacht, welke als zoodanig is toegelaten ingevolge de wet op de weercorpsen, perso nen, in dienst van een bedrijf, hetwelk op- drachten uitvoert ten behoeve van defensie- organen, voor zoovei vanwege den minister van defensie wordt verklaard, dat deze per sonen voor de uitvoering dier opdrachten in het betrokken bedrijf niet kunnen worden gemist, personen die werkzaam zijn bij een degtructiebedrijf en personen, die lid zijn van een der transnortcolonnes van de N?- derlandsche vereeniging „He' roode kruis". Vergoedingen. Ter tegemoetkoming in de kosten van le- vensonderhoud van zich elf en van degenen, voor wier levensonderhoud hij aansprake lyk is, wordt aan dengene, die persoonlijke diensten in den zin van deze verordening verricht, door den officior, in overleg met den burgemeester der gemeente, waarin da werkzaamheden worden verricht, een be- drag toegekend, berekend naar de normen, welke gelden voor het loon, hetwelk wordt betaald voor overeenkomstigen arbeid ter plaatse, waar de werkzaamheden worden verricht. Voor het eventueel gebruik van rijwiel en gereedschap wordt een vergoeding toege kend. Het niet voldoen aan de bevelen, wordt gestraft met hech+enis van ten hoogste drie maanden. Ten aanzien van de werkzaamheden, in deze verordening bedoeld, worden de voor- schriften der Arbeidswet buiten werking ge- steld. De verordening kan worden aangehaald onder den titel ..Verordening hulp by mili taire werkzaamheden". RUBBERBESCHIKKING 1939 NO. 2. Verschenen is de rubberbeschikking 1939 no. 2. Rubber en rubberartikelen worden aangewezen als distributiegoederen in den zin van artikel 4 der distributiewet 1939. Er wordt ingesteld een rijksbureau voor rubber te Amsterdam. De dagelijksche leiding van het rijks bureau berust bij een directeur, die bij de uitvoering van deze regeling optreedt na mens den minister. Als directeur is aange wezen de heer H. van der Vaart. Er wordt ingesteld een commissie van bijstand. Tot lid en voorzitter dezer commissie is be- noemd: Jhr. Mr. W. J. de Jotige. De voorzitter van do commissie van by- stand is bevoegd contact-cornmissies in te stellen, welke den directeur op diens verzoek voorlichten omtrent door dezen te treffen regelingen. ledere onderneming is verplieht aan den directeur schriftelijk het verzoek te doen haar bij het rijksburpau in te schrijven. Het verzoek moet geschieden binnen een week na den dag van inwerkingtreding dezer be- scbikking. Artikel 11, lid 1 dezer beschikking luidt: Krachtens deze beschikking is het verbo- den rubber te bewerken, te verwerken, te doen bewerken of te doen verwerken, zon- der daartoe van den directeur verkregen schriftelijke vergunning. Voorts is het verboden rubber en auto- banden te verkoopen of af te leveren, zon- der daartoe van den directeur verkregen schriftelijke vergunning en te vervoeren zon- der een door of namens den directeur afge- geven vervoerbewijs. Op het tijdstip van in werkingtreding (1 Janunri 1940) dezer be schikking vervalt de rubber en rubber- artikelen-beschikking 1939 no. 1. met die kostbare inlichtingen van je aan kwam dragen? Waarom ben je niet direct naar ons toe gekomen?" Nifty Martin keek verongelijkt. „Ik heb genoeg aan mijn eigen leven, in- specteur", merkte hij op, „zonder mij met een andersmans zaken te bemoeien. En ik zou hier zeker niet zitten, als ik niet zoo'n goede vriend van den majoor was geweest. Wij kenden elkaar al jaren. Ik was er van ondersteboven, toen ik hoorde dat hij dood was". Winn had er blijkbaar niet veel vertrou- wen in. „Erg gevoelig, dat moet ik zeggen" zei hij. Zinspelende op een bekende Engel- sche werkinrichting voor misdadigers, ging hij voort: „Ik veronderstel dat je beiden In hetzelfde jaar in Borstal afgestudeerd bent, is het niet? Maar met mij ben je zoo gauw niet klaar. Je zult hier wel zijn gekomen. in de hoop een belooning te krijgen, en als je ons op het juiste spoor brengt, zal ik je die ook niet onthouden. Dus, als je iets te zeggen hebt, vooruit er dan mee, hoe eer- der hoe beter". Nifty Martin stond op, pakte zijn strooi- en hoed en ging naar de deur. De agent, die daar stond, week niet van zyn plaats en de stem van Winn klonk als een kanon- schot: „Stel je niet zoo aan, Martin. Ga zitten. Je bent hier gekomen om je verhaal te vertel- len en je komt er niet meer uit, voordat je dat gedaan hebt". Nifty Martin aarzelde, maar hij was niet groot en de kamer was vol agenten. Hij zocht zijn toevlucht in sarcasme. „Een mooi nummer bent u", zei hij. „Zoo echt gezellig. Zoo echt iemand waar mee te praten valt. Als er iemand hier komt Het stemt den minister tot voldoening, dat zijn beleid van vele zijden instemming mocht vinden. Het is ook de meening van den minister, dat de huidige ooriogs-econo- mie geen grondslag mag zijn van de in vredestijd te treffen maatregelen. Zoover dit mogelijk is, wenscht de regeering het particuliere bedrijfsleven vrij te laten. Mede door de in vredestijd vaak sterk ge- critiseerde economische maatregelen zijn de moeilijkheden van thans verminderd en is over het algemeen de voorraadposltie van ons land bevredigend te achten. Een sterke stijging van de kosten van het levensonderhoud moest worden voorkomen. Wanneer men het gemiddelde van de maand Augustus op 100 stelt, bedroeg de stijging op 12 December j.l, 5.6 pet. Gezien het feit, dat bepaalde prijsver- hoogingen, in verband met de sterk geste- gen aanvoerkosten, onvermiidelyk waren, kan een dergelijke stijging onder de huidi ge omstandipheden ongetwyfeld gunstig worden genoemd. AJs algemeen versehijnsel is prijsopdry- ving achterwege gebleven. Ten aanzien van de industrialisatie heeft de minister reeds meermalen als zijn stand- punt uiteengezet, dat hij de activlteit van het particuliere initiatief als de belangrijk- ste factor beschouwt voor onze verdere in- dustrieele pntwikkeling. De overheid dient daarbii stimuleerend, regelend, en waar de ontwikkeling zich in minder juiste inrieh- ting zou gaan bewegen remmend op te tre- den. Voor zoover eenigszins mogelijk zal de minister de middenstand by de distributie blijven inschakelen. Vanzelfsprekend zijn maatregelen als distributie, waarbij ook bij de meest soepele uitvoering toch steeds eenige hinder of vrijheidsbeperking ge- moeid is, ntet populair. De minister waakt er echter voor, dat er geen maatregelen genomen worden, waarvan het nut niet in verhouding staat tot de daarmede verbon- den lasten. Ten aanzien van de in het verslag geuite klacht, dat de minister met de belangen van de land- en tuinarbeiders geen rekening heeft gehouden bij het vaststellen van den prij- zen voor den oogst 1939 wijst hy er in de eerste plaats op, dat het niet te betwisten valt, dat een hoogere opbrengst in het land bouwbedryf ook den landarbeiders zeker op den duur ten goede komt. In verband hiermede en mede gezien de zeer onzekere aspecten voor het landbouwbedryf ten tijde van het vaststellen van de hoogere richt- prijzen, achtte de minister het, ook op grond van bezwaren van administratie en control®, niet juist om daarbij bindende voorwaarden te stellen ten aanzien van de loonen in het landbouwbedryf. De prijsver- hoogingen voor de akkerbouwproducten acht de minister alleszins redelijk. De export wordt met alle middelen, wel ke ten dienste staan, bevordard. Ook wat be- treft den tuinbouw is dit het geval. De veevoederpositie is van dien aard, dat thans een mchtstreeksche inperking van den veestapel niet in overweging hoeft worden gekomen. De vraag, of en zoo ja, in hoeverre de bestaande teeltregelingen voor rundvee en varkens onder de huidige omstandigheden gehandhaafd moeten worden, is nog in stu- die. Naar de meening van den minister kan vooralsnog niet op opheffing dezer rege lingen worden besloten in verband met de bestaande onzekerheid omtrent den toe- komstigen aanvoer van veevoeder en om trent het toekomstige verloop van den ex port. alsmede met het oog op de vleesch- positie. Tuinbouwteeltregeling. De nieuwe teeltregeling voor den tuinbouw zal op zoo soepel moge- lijke wijze worden uitgevoerd. Het ligt inderdaad in de bedoeling in de gemengde land- en tuinbouwbedrijven met een grooteren omvang dan 10 H.A. de ver- aanzetten met werkelijk bruikbare inlich tingen. die u weken en weken werk zullen besparen, hoe behandelt u hem dan? Nie* als een lord, zou ik denken. Aan de manier. waarop u met mij omspringt, zou men eer- der denken, dat u mij hier naar toe had ge- sleept, in plaats van dat ik uit eigen bewe- ging bij u op visite kom, om u de oorzaak van den dood van een ouden kameraad me de te deelen". Inspecteur Winn zuchtte. Maar, hoewel hy kort aangebonden was, was hij toch geen dwaas. Hij had er wel slag van, met menschen als Nifty Martin om te gaan. „Ik verzeker je, dat wij belang stellen in alles wat je uitvoert, Martin", zei hij grof. ,.Ik verzoek je, als je wat te vertellen hebt, ermee voor den dag te komen". De kleine man stak zijn hand in den zak en haalde een sigarettenkoker te voor- schijn. Een blik op den inspecteur vertelde hem, dat hij een beetje te ver ging, en onopval- lend borg hij den koker weer op zijn plaats. „Nu dan", zei hy, „in de eerste plaats wil ik u wel zeggen, dat u totaal op het ver- keerde spoor bent. U stuurt bloedhonden achter den verkeerden man aan. U denkt, dat Lionel Birch den majoor om zeep ge- bracht heeft. Laat ik u vertellen, dat u op een dwaalspoor bent. Hij was het niet. Dat weet ik toevallig". ,.0 ja?" teemde Winn. „En hoe komt het, dat jij zoo goed op de hoogte bent?" Nifty Martin haalde de schouders op. „Een ongeloovige Thomas bent u, vindt u zelf niet?" zei hij. „Ik weet het toeval lig, omdat ik alles gezien heb of tenmin ste bijna alles". (Van onzei- parlementairen verslaggever). Gistermiddag is de Eerste Kamer bijeen- geweest om een aantal wetsontwerpen af te doen, waaronder er waren die liefst zoo gauw mogelijk in het Staatsblad moeten ko men. Voordat zy met haar werkzaamheden begon, heeft de voorzitter, mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, in een kort, sympa- thiek speechje het op Tweeden Kerstdag overleden lid der Kamer, F. L. J. M. baron van Voorst tot Voorst herdacht. Weliswaar rraakte deze afgevaardigde slechts twee jaren lid van den Senaat uit (daarvdor 15 jaar in de Tweede Kamer) maar daar heeft men hem als een vriendelijk, ijverig mede- Ud sooedig leeren waardeeren. Namens de regeering sloot minister de Geer zich bij dep voorzitter aan, herinnerend aan den langen tijd dat zij elkaar in de Tweede Ka mer hadden gekend. Ook bij de regeering zal de heer van Voorst in vriendelijke her- innering blijven. Na deze korte, sobere plechtigheid, gedu- rende welke alle aanwezigen stonden. kreeg de regeering over het hoofd van den voor zitter heen eenige verwijten van den heer Pollema, (e.h.) te hooren over de hebbe- Hjkheid om nog altijd tusschen Kerstmis en Nieuwjaar een aantal wetsontwerpen be- handeid te krijgen, die, met een beetje goe- dep wil best wat eerder aan de orde hadden kunnen zijn gesteld, zoodat ook de Senaat gedurende die dagen althans vacantie zou hebben. Mr. Pollema vroeg de regeering er ook eens aan te denken, dat Kamerleden nog andere bezigheden hebben en dat zij dikwijls ver weg wonen, zoodat het hun al-. len waarlljk niet altijd gemakkelijk valt in een korte werkweek als deze een paar da gen nog aan den Kamerarbeid te geven. Mr. Pollema's betoog betrof vooral het onnoodi- ge vergaderen in dezen tijd. Inderdaad had hij geljlk; door een wat andere werkmethode BOND VAN NF.DERLANDSCHE ONDERWIJZERS. Afscheid Theo Thijssen. In een speciale bijeenkomst van den bond van Nederlandsche onderwijzers in het N.V. Huis te Utrecht is gistermiddag afscheid ge nomen van den heer Th. rhijssen in zijn funetie als tweede voorzitter van genoemden bond. De heer Thijssen blijft evenwel lid van de Tweede Kamer en van den Amster- damschen gemeenteraad. De afscheidsrede werd uitgesproken door den heer W. Ploeger uit Amsterdam, die op uitvoerige wijze de groote beteekenis schetste, die de heer Thijssen als bestuurder, als schrijver, paedagoog en politicus heeft gehad voor de bewuitwording van het on- derwijzerscorps. Namens de leden van den bond bood spr. een stamkapitaai aan voor een Thijssen- fonds, dat za: dienen om reeds verschenen en in de toekomst nog te verschijnen wer ken van den heer Thijssen zoo goedkoop uit te geven, dat zjj binnen het financieel be- reik vallen van iedereen. Namens de A.C.O. P (de moderne ccntrale van rijkspersoneel) sprak vervlgens de heer Luberti, die een ge- schenk aanbood. Bovendien werd nog het woord gevoerd door den heer Van Geuns en ten slotte namens het hoofdbestuur van den bond van Nederlandsche onderwijzers door den heer J. P W van Slui.is. De heer Thijs- gunningen tot het telen van tuinbouwge- wassen in te trekken, indien deze bedrijven geschikt zijn voor de teelt van land- bouwproducten. Er zal echter zooveel mogelijk met het belang van ieder bedrijf worden rekening gehouden. Ten aanzien van de bollenteelt wordt er op gewezen, dat in de bollenbedrijven een aanzienlijke inkrimping is voorgeschreven, zoodat er op het vrijkomende areaal in ieder geval iels geteld moet worden. De grond-soorten, waarop de bollencultuur werd en wordt be- oefend, zijn voor een groot deel ongeschikt voor de teelt van landbouwgewassen, al thans van granen. Het zal dus noodig zijn Sergeant M'Cabe liet een onderdrukten uitroep hooren en Winn ging rechtop zit ten. „Wil je daarmee zeggen, dat je in de ka mer was?" vroeg hij. „In de kamer? O hemel, neen!" Nifty lachte. „Als ik niet zoo'n uitstekend alibi had, zou ik niet hier zitten. Ik ben niet ge- schift. Ik weet genoeg van de politie, om te weten dat je er mee op moet passen. Ik was in de kamer aan den overkant van de straat £n er zijn twee of drie menschen, die kunnen getuigen, dat ik daar den heelen avond geweest ben. Ik lag geknield op een rustbank en leunde op de vensterbank in mijn hemdsmouwen, zooals iedere heer aan zee wel eens doet". M'Cabe kwam naar voren en fluisterde Winn een paar woorden in. Enkele onsa- menhangende zinnen konden gehoord wor den. „Dat kleine logement in White Horse Al- lee loopt achter het hotelalibi na- gegaan". Winn knikte geprikkeld en de brigadier trok zich terug. Het was duidelijk voor inspecteur Winn dat Nifty niets met den moord te maken had, want anders was hij niet ongevraagd op het tooneel verschenen. De inspecteur kuchte een paar maal. „Alles wat je me daar vertelt is van bui- tengewoon veel belang, Martin", zei hij. „Wees nog eens een beetje duidelijker. Je zegt, dat je den heelen avond uit het raam van het logement achter het hotel hebt ge- legen? Wat bedoel je daar precies mee?" „Nou, ik ben daar van negen uur af tot middernacht geweest. Vraag het mijn hos- pita. Vraag het haar dochter. Vraag het 2 op de departementen, die meer rekening hield met de belangen van de Eerste Kamer (de Tweede is immers met Kerstmis altijd op reces) zou aan deze bezwaren best tege- moet te komen zijn. De heeren van Embden (v.d.) en Van Rappard (lib.) vielen mr. Pollema bij, waarvoor deze dank betuigde, zonder echter in te gaan op het verzoek van prof, van Embden om tegelijk nu maar een voorstel te doen teneinde eenige wets ontwerpen van de lijst van het afdeelings- onderzoek te schrappen: hij verklaarde ech ter geen kwaad met grooter kwaad te wil- len vergelden. De voorzitter zweeg in alle talen, onge- twijfeld het dus met deze heeren eens ztfn- de, maar eveneens minister de Geer en de ministers Steenberghe, van den Tempel en Diixhoorn, die achter de regeeringstafe] za- ten, zwegen Wellicht dat van de zijde der regeering vandaag bij de openbare behandeling van nog ettelijke van die wetjes iets naar aan- leiding van dit verzoek nog is gezegd. De behandeling van de agenda zelf duur- de slechts kort. Van n. s. b.-zijde werden dezelfde bezwaren als in de Tweede Kamer ingebracht tegen een verhooging van het hoofdstuk nationale schulde der begrooting voor 1938, waarbij 8.1 millioen wordt aan- gevraaed voor de emissiekosten van de 1.6 milliard staatsleening van dat jaar, een be- drag dat de heer von Bonninghausen, die aan die leening hadden deelgenomen ook in die provisie hadden gedeeld. Toen hij over de mislukte staatsleening 1939 wilde gaan uitwijden verbood de voorzitter hem dit, daar dit buiten de orde was. Na een poging toch door te spreken werd hem het woord ontnomen. Minister de Geer deelde dezen afgevaar digde mede, dat ook de leening 1938 onder de gebruikelijke voorwaarden is gehouden en dat de ryksfondsen eveneens deel aan de provisie hadden gehad. Het wetsontwerp werd z. h. s. goedge- keurd, evenals een reeks andere ontwerpen, waartoe. behalve 'n groot aantal contingen- teeringen, onteigeningen e.d. behoorde het ontwerp tot verhooging van de Defensle- begrooting voor 1939, betrekking hebbend op het buitengewoon crediet van f 100 mil lioen. Na een goed half uur kon de Kamer in da afdeelingen gaan. sen dankte vervolgens de verschillende spre- kers. Hij gaf hierby de verzekerjng, dat hij in den strijd voor het volksonderwijs ook in de toekomst nog zijn deel zal blijven bij- dragen. BRAND IN MEUBELMAKERIJ TE AMSTERDAM. In den afgeloopen nacht is brand uitge- broken in perceel Dijkstraat 24, nabjj de Nieuwmarkt, te Amsterdam, waarvan het benedengedeelte in gebruik is bij de expe- diteurs-firma G. Wilhelmus en Zn. en de bovenverdieping met zolder is ingericht als meutaelmakerij van den heer Van der Kar. Op het brandalarm rukten de motorspui- ten van de posten de Ruijterkade en Katten- burg en de ladderwagen van het bureau Achtergracht uit. Het vuur, dat toen reeds hoog oplaaide en in den houtvoorraad gretig voedsel vond, werd met kracht bestreden en. binnen een half uur was men dan ook den. brand meester en bestond er geen gevaar voor uitbreiding. De meubelfabriek, waarin deze brand vermoedelijk is ontstaan en de daarboven gelegen zolder zijn een prooi der vlammen gaworden, terwjjl de benedenver- dieping gedeeltelijk is uitgebrand. De boternoteering. - De commissienotee- ring voor Nederlandsche boter is gisteren vastgesteld op 80 cent per kg. op de vrij komende gronden gedeeltelijk tuinbouwproducten te laten telen. Hiervoor zullen voornamelyk grovere tuinbouwge- wassen worden aangewezen, als peen en andere wortelgewassen. Er bestaat geen ge vaar, dat de voor de bollencultuur noodige vervangingsprodueten een beteekenenden invloed zullen hebben op de productie van tuinbouwgewassen. Nu de nieuwe regeling eenigen vasteren vorm heeft gekregen, zijn de normale overdrachten en de verleening van nieuwe tuinbouwteeltvergunningen in fceperkte mate wederom ter hand genomen. De definitieve regeling daarvan kan zeer spoedig tegemoet worden gezien. iedereen". „Dat zal ik", beloofde Winn. „En heb je gezien, dat Johnny Deane doodgeschoten werd?" Nifty aarzelde even. „Nou, eigenlijk wel en toch ook weer niet", zei hy ten laatste. „Maar ik zal het u vertellen. Ik was geko men om Johnny op te zoeken en er waren redenen waarom wij niet in hetzelfde hotel konden zijn. We waren dikke vrienden, dat moet u niet vergeten. Het is waar, dat hij een zaakje aan de hand had, en ik beloof de uit den weg te blyven, maar toch dicht genoeg in de buurt, voor het geval dat hij mii noodig mocht hebben, voelt u wat ik bedoel?" Over het gezicht van den briga dier vloog een grimmig lachje en inspec teur Winn keek voor zich op de papieren op zijn tafel. Het was duidelijk, dat Nifty Martin niet te veel in finesses wilde treden, en, als menschen van de politie, konden ze wel gissen waarom niet. „Ik nam mijn intrek in dat logement en zocht een kamer uit, waar ik die van Johnny kon overzien", zei Nitfy, die allang blij was, dat het pijnlijkste gedeelte van zijn verhaal zonder verdere navraag ach ter den rug was. „Op den avond, dat hij vermoord werd, zou Johnny naar den man toegaan, met wien hij zaken deed, en toen zei hij tegen mij: „Ik vertrouw het niet erg. Nifty. „Ik vind het beter, dat je mij erbij in haalt", zei ik tegen hem. „Doe niets overhaast, Johnny". Maar hij wilde niet naar mij luisteren en hij zei alleen: „Wacht by het raam op me en als je me thuis ziet komen, zal ik je door teekens laten weten, hoe ik gevaren ben, en dan kunnen wij misschien nog ergens iets gaan drinken". (Wordt vervolgd). Naar't Engelsch van Maxwell March.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6