Myra, het elfje eri de booze kabouter Zwartvoet. Ispaarverzekering bij de Victoria. Voor ongeveer 10 cents per week krijgt U later 100 gulden. Vraag eens inlichtingen op onder staande bon. Een kalender of kinderboek krijgt D er gratis bij. Help Uw kind te paard. fiCTOPIA ff Het Franache Geetboek. Merkwaardige diplomatieke documenten over de voorgeschiedenis van den oorlog. MET OF TEGEN POLEN. QenteeHleeodeH HEERMUGOWAARD ooueel Lau Ezerman overleden. TWEEDE BLAD Help üw kind te paard, als hij groot la geworden. Sluit een N.V. VERZEKER INGSIANX HON voor grati» kinderboek of kalender en inlichtingen. Naarst j2 Adreei Zend aem« N.V. V1CTOÈ1A Kelsertgt. 126, Amrterdam SCHILDERIJ VAN REMBRANDT IN RUSLAND ONTDEKT. In kisten, die achtergelaten waren in het „Ossolineuw Lwow", een stichting die in het begin van de negentiende eeuw in Moskou opgericht, was, is het origineel gevonden van een schilderij van Rembrandt, „portret van man en vrouw".' Ook is het origineele manuscript van den roman van Adam Mickiewitsj, „Pan Ta- deuz" gevonden. HET BELGISCHE KABINET BIJEEN. De Belgische kabinetsraad is gistermiddag bijeengekomen en heeft zekere voorstellen bestudeerd, die gedaan waren door den mi nister van landsverdediging betreffende de passieve luchtbescherming. Voorts heeft de raad de algemeene politiek der regeering onder oogen gezien en een zeker aantal ad ministratieve besluiten genomen. In hoofdzaak wijdde de kabinetsraad zich aan de bespreking van den economischen, financieelen en socialen toestand des lands. RAAD VAN STATE VERGADERT. Uit Dublin wordt gemeld: Voor het eerst sedrt hij twee jaar geleden krachtens de nieuwe grondwet van Eire wordt ingesteld, is de Raad van State gister op verzoek van president Hyde bijeengekomen om na te gaan of de wet inzake de bestrijding van de ter reur die de vorige week door Dail en Senaat is aangenomen, niet in strijd met de grond wet is. DUITSCHE HULP AAN TURKIJE. Het speciale Duitsche vliegtuig, dat de door de Duitsche regeering geschonken me dicamenten en chirurgische instrumenten ten behoeve van de slachtoffers der aardbe ving naar Turkije overbracht, is gister te Istanboel aangekomen. Het vliegt naar Ber lijn terug om een tweede lading te halen. DALADIER HEEFT EEN ONGEVAL. Het bureau van den minister-president deelt mede: „minister-president Daladier heeft Zondagmiddag een ongeval van niet emstigen aard gehad. De dokters hebben vastgesteld, dat de middenvoetsbeentjes van een der voeten gebroken zijn. Zij zijn gezet en de toestand van den premier is bevredi gend." Na door de dokters behandeld te zijn, heert Daladier zich naar 't departement van oorlog begeven, waar hij zijn werkzaam heden onverwijld heeft hervat. BIJEENKOMST VAN ZWEEDSCHEN RIJKSDAG. In de gisteren gehouden buitengewone bijeenkomst van den Zweedschen rijksdag werd het door de regeering ingediende wetsontwerp tot bestrijding van spionnage en sabotage na een kort debat eenstemmig aangenomen. Tegen de algemeene verwachting, is niet besloten tot een verscherpin" der perswetgeving. HOTEL TE HELSINKI IN BRAND. De Zweedsche bladen melden, dat het Bristol hotel te Helsinki vanmorgen door brand vernield is. Volgens onbevestigde ge ruchten zou de brand aan sabotage te wij ten zijn. Het is nog niet bekend, of zich persoonlijke ongelukken hebben voorgedaan. MODERNE MACHINES VOOR UW DRUKWERK! ALKMAARSCHE OURANT TEL. 3320. (Van onzen Parijschen correspondent.) Parijs, begin Jan. Ofschoon enkele gegevens uit het Fransche Geelboek reeds bekendheid verwierven, is de historische waarde van deze publicatie van dien aard, dat het alleszins gerechtvaardigd lijkt, nog even de aandacht te vragen voor deze actueele, en in menig opzicht sensa- tioneele uitgave. Het boek telt 349 blz. en 373 documenten; het geeft in feite een samenvatting van al wat zich, met betrekking tot de Fransche diplomatie, afspeelde in het tijdsbestek gelegen tus- schen München en het uitbreken van het huidige conflict. Doch tusschen de honderden documenten zijn er een paar, die, mogelijk meer dan de andere, de aandacht trekken, waarbij zich twee brieven bevinden, die sterk frappeeren doordat zij beide, vrijwel op hetzelfde tijd stip, getuigen van een geloof in een komend Duitsch offensief; opmerkelijk hier is echter, dat, met betrekking tot den aard van dit offensief, de inzichten diametraal tegenover gesteld waren. Het eene document is van den Franschen gezant te Berlijn Coulondre, en is gedagtee- kend 15 December 1938; het andere epistei is afkomstig van den Franschen vertegen woordiger te Sofia, Ristelhueber, en dateert van 16 December 1938. Coulondre schetst in zijn rapport den op zet van wat hij noemt „de groote Duitsche Onderneming". Het doel, volgens hem, zou voorzitten een stuw te bewerkstelligen naar het Oosten, met als uiteindelijke opgave: de stichting van een Groot-Oekraine. „Met be trekking tot den Oekraine, valt te signalee- ren aldus schrijft Coulondre dat men sinds een tiental dagen in nationaal-socialis- tische kringen nergens anders meer over spreekt. Zoowel het studie-centrum van Ro senberg, als de diensten van Göbbels, het organisme Oost-Europa onder leiding van den vroegeren minister Curtius, zoowel als de spionnage-diensten, houden zich met de kwestie bezig. Wegen en middelen zijn hierbij, naar het schijnt, nog in onderzoek, doch het doei daarentegen is vastgesteld: het creëeren van een Groot-Oekraine, welke de voedings bodem zou moeten worden van Duitschland. Uiteraard zal het hiertoe noodig zijn, tot een afrekening te komen met Roemenië, Polen en Rusland, doch het Duitsche dynamisme staat voor niets, en reeds heden kan men in militaire kringen hooren spreken over een stuw tot aan den Kaukasus en Bakou". Tezelfdertijd echter, dat Coulondre zijn waarschuwing in zee stuurde, kreeg Kiossei- wanof, de minister-president van Bulgarije, geheel andere inlichtingen te zijner beschik king. Hij lichtte den Franschen vertegen woordiger te Sofia, hierover in, die niet aar zelde Bonnet zijn gegevens te verstrekken. „Volgens Kiosseiwanof moet Polen het meest bedreigd zijn; ook de Poolsch-Russi- sche toenadering zou wijzen op dit gevaar. Doch de twee Slavische volken verafschu wen elkaar dusdanig, dat hun entente slechts kortstondig en fictief kan zijn. Daarentegen sloot de heer Kiosseiwanof de mogelijkheid niet uit van een toenadering tusscheh het Rijk en Rusland, zeker niet indien de Komintern kon besluit haar propaganda te staken. Het is steeds de droom geweest van een deel van den Duitschen Generalen Staf, en het zou, bij een vierde verdeeling van Polen, Duitschland veroorloven zijn machti gen opmarsch naar het Oosten te vervolgen". Op dit punt gekomen, spreekt de Fransche pers van het dubbele spel van Hitler;1 beide documenten schijnen namelijk gegrond op juiste inlichtingen, waaruit men concludeert, dat de Duitsche diplomatie terzelfdertijd twee mogelijkheden uitwerkte, waarbij, tot op het allerlaatste oogenblik, het alternatief bleef: met "Polen tegen Stalin, of met Stalin tegen Polen. Ter staving van dit inzicht, verwijst men dan mede naar het diploma tieke offensief, dat zich afspeelde In de maanden Januari en Maart te Warschau. Berlijn zou toen namelijk aan kolonel Beek hebben voorgeslagen: een nauwe samenwer king, gericht tegen Rusland. Het is de Fransche ambassadeur te War schau, Léon Noël, die, bij schrijven van 30 April 1939, hier melding van maakt. „Een mijner collega's vernam van een zeer intiem medewerker van kolonel Beek, dat in September, Januari en Maart j.l., de Duitsche regeering aan Polen een samen werking zou hebben voorgesteld tegen Mos kou. Op een vraag van mijn collega ant woordde de medewerker van kolonel Beek, met een vermijding van bijzonderheden, dat deze voorstellen veel verder gingen dan de Poolsche adhaesie aan het anti-Komintern pact". Hoe dit ook zij, enkele maanden later nam de heer von Ribbentrop het vliegtuig naar Moskou, waarmee, alweer volgens de Fran sche pers, definitief de teerling werd gewor pen bij dit groote pokerspel, en wel ten na- deele van Polen. Toch reeds veel eerder, op 7 Mei, dank zij enkele confidenties van een intiem mede werker van Hitler, is de Fransche gezant Coulondre op de hoogte van de komende dingen. Het document, waarin dit vertrou welijk onderhoud vervat is, vormt stellig een der interessante deelen in het Geelboek; enkele zinsneden mogen hier volgen. Coulondre vraagt: „Denkt ge dus dat Hitier den strijd zal aanbinden zonder eerst alle troeven in handen te hebben? Dat zou in tegenstelling staan tot zijn gebruikelijke werkwijze, welke hem, zonder slag of stoot, al zijn vorige successen opleverde". „Is het U dan niet opgevallen in zijn laat ste redevoering aldus de Duitsche zegs man dat hij geen enkele zinspeling maakte met betrekking tot Rusland? En heeft u niet getroffen de wijze waarop, hedenmorgen, de pers spreekt van Molotov en van Rusland? Ik kan U werkelijk niet meer zeggen, doch ge zult eens vernemen, dat er zich in het Oosten iets bezig te vol trekken is (was etwat im Osten im Gange ist)". „Maar hoe rijmt ge deze nieuwe oriënta tie met de verklaring van den Führer, in zijn redevoeringen, dat er slechts één land is waarmee hij zich nóóit zou kunnen ver staan: het Rusland der Sovjets?',' vroeg Coulondre. „Wanneer het op de uitvoering van een plan neerkomt, zijn er geen juridische en idealogische overwegingen meer, die stand houden. Gij weet zeer goed, dat eertijds een katholieke koning niet aarzelde een alliantie aan te gaan met de Turken. En overigens, zijn de twee regimes werkelijk wel verschil lend? Zijn ze op economisch terrein niet vrijwel gelijkwaardig, hoewel wij, in zekere mate, de privé-onderneming nog gehand haafd hebben? In het kort, concludeert X. kan de toe stand als volgt worden saamgevat: de Polen meenen onbeschaamd tegen ons te kunnen zijn, aangezien ze zich sterk voelen met de hulp van Frankrijk en Engeland, en omdat ze meenen, te kunnen rekenen op mate- rieele hulp van Russische zijde. Ze vergis sen zich echter in hun berekeningen: zooals Hitier de Oostenrijksche en Tsjechische kwestie meende niet te kunnen regelen, zon der goedkeuring van Italië, zoo denkt hij er heden evenmin aan de Poolsche affaire op te lossen zonder Rusland. Geloof me, er zijn reeds drie verdeelingen van Polen ge weest, doch ge zult een vierde beleven!" Spoedig hierna doen zich, ook in de han delswereld, de eerste reacties gevoelen, van de Duitsch-Russische onderhandelingen. In een kennisgeving gedateerd 4 Juli 1939, geeft de Fransche consul te Hamburg als volgt zijn indrukken weer. „In economische kringen te Hamburg maakt men zich sedert eenigen tijd bezorgd, over de snelle evolutie van het Nationaal- Socialistische regime naar autarkie en col lectivisme. Men verbergt hierbij de vrees niet, dat een politieke samenwerking tus-' schen Berlijn en Moskou, eerstdaags, dezen gang van zaken nog zou bespoedigen. Boven dien is men van oordeel dat deze samenwer king het gevaar, van een komenden aanval van het Rijk op Polen, zou doen toenemen, en aldus het uitbreken van een wereldbrand zou verhaasten". Uit het verdere verloop der dingen weten wij dat deze inzichten, helaas, maar al te juist zijn gebleken. 63. „Zo Akita, wat heb je daar nu meegebracht", zegt zijn vriendje. Verbaasd bekijken de kinderen het kleine elfje, dat staat te rillen van de kou. „Kom, ga maar mee naar binnen. Mijn moeder is heel lief en zal vast goed voor je zijn". „Dat elfje heb ik in de sneeuw gevonden, Moeder, ze komt uit het Zuiden", roept Akita vanuit de L„urcpening. „Als ik hier blijven mag, zal ik U met alles helpen", zegt Myra. 64. Diezelfde dag nog maakt Akita's moeder een warm pakje voor Myra van zeehondenvel met bont afgezet. Ze krijgt ook nieuwe schoentjes van rendiervel. „Och, wat ben ik nu mooi", roept ze blij en danst door de hut heen. „Kom kinderen, ik zal jullie een mooi verhaal vertellen van de zon en de regen. Kom, ga mee naar buiten, daar kan ik beter vertellen dan hier. Maar wie is die man, die daar aankomt?" De raad dezer gemeente kwam Maan dagmiddag bijeen in het raadhuis. Voorzit ter was de heer PI. Tromp, loco-burgemees ter. Afwezig waren de burgemeester we gens ziekte, en voorts de heeren Oudeman, Wagenaar en Van Elten, vermoedelijk door de gladheid der wegen. De voorzitter opende de vergadering met alle leden van den raad, den burgemeester en alle gemeentenaren met hunne gezin nen veel geluk en voorspoed toe te wen- schen in het nieuw begonnen jaar. Spr. hoopte en vertrouwde, dat alle leden ook in 1940 onvermoeid zullen medewerken in het belang der gemeente en hij ver wachtte zulks ook van de gemeenteambte naren, van wie, wanneer de voorteekenen niet bedriegen, in 1940 weer buitengewoon veel zal worden gevraagd. Spr. hoopte, dat zij de kracht en de werklust mogen behou den om den moeilijkheden te overwinnen. Voorts sprak hij den innigen wensch uit dat ons land niet zal worden betrokken in het Europeesche conflict. Bij de ingek. stukken was 'n verzoek van P. Groot aan het Kabelpad om hem weder het bouwland te verhuren gelegen aan voor noemd Kabelpad, groot 33 A„ 32 c.A. B. en W. stelden voor het genoemde perceel te verhuren voor 42 per jaar. Aldus besloten. B. en W. stelden voor de tijdelijke aan stelling van den hulplijnwerker van het G. E. B., den heer C. M. Groot, met één jaar te verlengen met ingang van 1 Jan. 1940. Werd z. h. s. aangenomen. B. en W. boden de ontwerp begrooting aan voor het G E. B. voor de gemeente voor het jaar 1940. Besloten werd tot het aangaan van een vaste geldleening groot 52300 tot bestrij ding van buitengewone uitgaven gedurende de jaren 1,936 tot en met 1939. Hierna kreeg nog de heer Kooij gelegen heid een vraag te doen betreffende de glad de wegen en herinnerde er aan, dat in de vorige raadsvergadering is toegezegd dat een onderzoek zal worden ingesteld. In an dere gemeenten in onze omgeving wordt ge regeld gestrooid, terwijl wij in onze ge meente niets gedaan wordt, zoodat het bij een gladden weg zeer gevaarlijk is. Spr. gaf B. en W. den raad studie te maken van 'n zandstrooier welke zeer goedkoop werkt en een breedte van circa 8 meter bestrijkt. De voorzitter antwoordde dat de ziekte van den burgemeester het onderzoek heeft vertraagd. Spr. hoopte dat men hier tot goede oplossing zou komen. Op den Uitkijk, N. V. Gebr. Zomer en Keuning's Uitg. Mij. Wage- ringen. Een uit het Engelsch vertaald artikel geeft een beschouwing over bezwaren en voordeelen van een ev. inval door Duitsch land in Nederland; terwijl een artikel uit het Duitsch laat zien, hoe Zweden reeds maatregelen tegen Rusland nam in den Czarentijd. Foto's toonen o.a. een ijzererts- mijn met 'n vooraad (naar schatting) van een miliard ton Een biografie van Man- nerheim, den Finschen generalissimus (uit 't Fransch) wordt gevolgd door een Ame- rikaansch exposé over de petroleumveldeïi in Polen: Duitschland haalt uit zijn Poolsche buit meer dan een millioen L. per dag de Russen uit de hunne natuurlijk heel wat meer. Het dagelijksch le.ven van de Britsche luchtmacht in Frankrijk, een stuk over Hore Belisha (Britsch minister van oorlog) en een over Cordell Huil (leider van het departement van buitenlandsche zaken der Vereenigde Staten); de ervaringen van Duitschers, in Polen krijgsgevangen ge maakt; het Oostenrijk van gisteren en he den; Gibraltar; Japan; Cuba over dit alles licht de buitenlandsche pers den lezer voor. Trucs bij het geldsmokkelen; hoe de ham ster (ook woelmuis genaamd) hamstert; d? ontwikkeling van het Dornierbedrijf in Friedrichshafen dat de bekende vliegtui gen bouwt; enz. De kroniek van ds. Boer- koel bespreekt Roemenië als de geschikste invalspoort in den Balkan voor Rusland. Moskou is met Sinterklaas als begonnen met de gebruikelijke preparatieven: n.l. de be schuldiging van wanbestuur, onderdrukking der minderheden, onmacht om zichzelf te verdedigen: Stalin is al van te voren ge rechtvaardigd, wanneer hij zich „bescher mend" over Roemenië ontfermt. Maar nu zal het de vraag zijn. hoe Mussolini dit op neemt. Rome blijft ontwrikbaar in zijn feilen haat tegen het bolsjewisme, lees: heeft zelf aspiraties op den Balkan. De Kerst psalm. waarmede de predikant besluit, doet hem „zien, over dit alles heen Interes sant is de uiteenzetting, hoe de tarwe sinds meer dan een eeuw „het" object is van spe culatie, en wat dat voor gevolgen heeft. Kortweg: gruwelijk. F. W. R. „De blindengeleidehond", door P. H. van der Most. In de serie „Weten en Kunnen" is bij de N. V. Uitgevers Mij. Kosmos te Amsterdam verschenen „De blindengeleidehond", een werkje van Ph. van der Most, technisch lei der van de Ned. Blindengeleidehonden- school. Zooals van dezen schrijver te ver wachten was, geeft hij tal van bijzonderhe den over den hond, speciaal natuurlijk ten aanzien van die dieren, welke bestemd zijn om de functie van geleider te vervullen, maar ook voor den gewonen houder van een hond is er veel wetenswaardigs uit het boekje te putten. Zoo schrijft hij b.v. over de voeding en verzorging en karakter van den hond iets waar iedere houder van een dergelijk huisdier wel wat aan heeft. Maar overigens staat het boekdeeltje na tuurlijk in het teeken van het belang dat de blinde heeft bij den hond, terwijl er ook veel in staat over de houding van den be langhebbende tegenover het dier, het af richten, enz. 3k wilde dat ik Uw zelfbe- heersctoocj bod kapitein Hier.' neem eenWIHGS Dat iit geheim, dar) kenje geen zenuw- achtigheid meer. In dezen tijd meep dan ooit ookvoorU Wings sigaretten Een begaafd tooneelspeler. In het ziekenhuis „De Lichten berg" te Amersfoort, waar hij, Zon dagmorgen, een operatie heeft on dergaan, is gisteravond overleden de bekende tooneelspeler Lau Ezer- Lau Ezerman wera op 11 Febr. 1892 te Rotterdam geboren en bereikte dus den leeftijd van 47 jaar. Hij bezocht de H.B.S. in zijn geboorte plaats en was aanvankelijk bestemd voor den kaashandel. Het tooneelspelen zat hem echter in het bloed en op advies van Alida Tartaud, die hem in een dilletantenvereeni- ging had opgemerkt, meldde hij zich als leerling aan de tooneelschool. Daar studeer de hij twee jaar en was toen gedwongen de school te verlaten omdat hij het reglement had overtreden, door voor te zijn afgestu deerd, ergens een engagement te sluiten. Eenige jaren werkte hij voor een filmfa briek in Haarlem, waar hij de moeilijkhe den van dc- filmindustrie in haar begintijd van nabij leerde kennen. In deze periode heeft hij samengewerkt met Louis Bouw meester. Ezermans loopbaan was rijk aan afwisseling. Vele gezelschappen hebben hem onder hun leden mogen tellen. Na vele omzwervingen kwam hij via de operette bij „Het Tooneel" van Willem Royaards, dat hij na twee jaar verwisselde voor „Het Hollandsch Tooneel" onder lei ding van Louis de Vries. In 1919 trad hij voor „Het Schouwtooneel" onder Adriaan van der Horst en Jan Musch op en na op heffing van dat gezelschap zag men hem bij het „Nieuw Schouwtooneel". Toen hij dit verliet, vatte hij het plan op om zich te wijden aan de kleinkunst. Groote bekend heid kreeg hij de laatste jaren bij het A.B. C.-cabaret, tot hetwelk hij in 1937 toetrad. In 1938 vierde hij bij dit gezelschap zijn zil veren *ioneeliubileum in d° revue „Dr. A..B.C." Bij „Het Schouwtooneel" brak Ezermans groote tijd aan. Stond hij voordien nog wel eens op den achtergrond, bij dit gezelschap kon hij zijn vooral komisch talent volkomen ontplooien. Hij speelde hier Ibsen, Björn- son, Molière en Heijermans. Van zijn rollen worden hier de voornaamste genoemd: De keukenmeester (in Peer Gynt), Peter Stock- mann (in Een vijand van het volk), de gen darme (in De opgeknoopte, die werd af ge knoopt), Filippijn (in Krelis Louwen), Tho mas Treek (in De Spaansche Brabander), Jacobson (in Een faillissement), de pastoor (in Pirandello's: Het leven, dat ik je gege ven heb), de opzichter (in In den nacht van 17 April), Rudolf van Brammen (in De fa milie Stastok), Kopperlith (in Woutertje Pieterse), Verbene en van Velthuizen (in Kinderen van ons volk, van Anton Coolen), de Jonker (in De vier jaargetijden, van den zelfden schrijver) en pechvogel (in Kome dianten, van Ostroski). De velen, die Ezerman persoonlijk heb ben gekend, zullen de herinnering behou den aan een zeer sympathiek en goed mensch, een serieus artist en toegewijden vriend. Zijn heengaan, op zoo betrekkelijk jeugdigen leeftijd zal vooral in tooneel- kringen diepe ontroering gewekt hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 8