M IVO ROL Weer in veilige hoven. „Holland" en „IJssel" te Amsterdam. 1 K.g. suiker op bon no. 12. 20 dagen geldig. Overheidscontro!e op fiSmvertooningen „besloten lering'. m Voortaan steeds een ver gunning noodig. Wetsontwerp ingediend. Om vier redenen werd het s.s. „Arendskerk" getorpedeerd. GEMENGD NIEUWS. Mooie. unite foruAea1 $euiêieim EEN VEELBEWOGEN VACANTIE 2 In den afgeloopen nacht om kwart over drie zijn de stoom- booten Holland en IJsel met de beide ijsbrekers Daniël Goedkoop en Wilhelmina Goedkoop voor de Oranjesluizen te Amsterdam aangekomen. Reeus vroeg in den avond had men gis teren'van Marker uit de schepen waarge nomen en om half tien zag ae vuurtoren wachter van Durgerdam aen schijnwerper van de Daniël. Met spanning werd uitgezien naar de vordering van de schepen, want het was bekend, dat juist het laatste gedeelte van den terugtocht uiterst zwaar zou zijn, daal de vorst en de wind hadden samengewerkt om een koek van gemiddeld zestig centi meter dikte over het water te leggen. Omstreeks middernacht circuleerde het bericht, dat de schepen tusschen het ijs zouden overnachten en bij het opkomen van de zon de reis zouden voortzetten. In derdaad lagen de schepen gedurende ruim een half uur stil, naar later bleek om ge legenheid te geven de vuren schoon te maken en een intiem afscheidsieestje te vieren. Met de haven in zicht riep de heer Koppe Jr. alle opvarenden aan boord van de Holland., om hen te danken voor de voortreffelijke wijze waarop zij zich van hun taak hadden gekweten, ook al had de tocht een agisch verloop gehad. Gedurende zes etmalen was de beman ning der schepen vrijwel voortdurend in touw geweest. Om kwart voor drie zagen de toeschou wers op de Oranjesluizen de schepen na deren en spoedig daarna hoorden wij het kraken van het brekende ijs. Voorop voeren de Daniël en de Wilhel mina, gevolgd door de IJsel en de Holland, die de reis op eigen kracht volbrachten en niet gesleept behoefden te worden. Om half vier lagen de Daniël en de Holland in de kolk. De stemming aan boord was opperbest. Iedereen was blij weer thuis te zijn na de spannende avonturen, welke beleefd waren. Een moeilqke reis. De sleepbooten hadden een zeer zware reis gehad naar de schepen toe. Om kwart over zes waren de Daniël en de Wilhel mina Woensdagochtend uit Amsterdam vertrokken. Op volle kracht was doorge varen tot des avonds kwart over tien. Toen woedde een felle sneeuwstorm. Het zicht bedroeg ten hoogste vijf meter, zoo dat de bemanningen van beide sleepbooten elkaar niet meer zagen. Om half zes werd Donderdag de reis weer hervat. Het ijs was gemiddeld vijftig tot zestig centimeter dik, waar door het uiterst moeilijk was te vorderen. Tegen half tien 's avonds werden de in het ijs be knelde schepen bereikt. Op enthousiaste wijze werd de beman ning der sleepbooten begroet. Een korte bespreking van de kapiteins, de chefs vat. den technischen dienst van de reederijen Koppe en Goedkoop en den heer Koppe Jr. had tot resultaat, dat besloten werd naar Amsterdam terug te keeren. Het werd niet mogelijk geacht Kampen te bereiken, daar juist in die richting het ijs zeer dik en glashard is. Gemakkelijke terugtocht. Gisterochtend om zes uur werd begon nen met- het uitbreken van de Holland en de IJsel, waarmede men na twee uur klaar was en toei. de totale kolenvoi.rraad over de vier schepen was verdeeld, werd om half twaalf de terugtocht aanvaard. Deze veiliep zeer vlot ,daar het mogelijk bleek van de geul, welke de sleepbooten op hun heenreis hadden gebroken, gebruik te maker.. Het weer was uitstekend. De lucht was helder en er stond vrijwel geen wind. Wel was het intens koud. De terugreis bin nen een etmaal volbracht, was een uitste kende prestatie. Het bleek thans, dat de schepen van het kruien van het ijs op Woensdag en Donderdag vrijwel geen schade hadden ondervonden. Het was mogelijk geweest de lekken te dichten, zoodat de schepen thans slechts zeer weinig water maken. Hoe groot de totale schade is, kan nu nog niet worden vastgesteld, al ver klaarde de heer Koppe, dat zij in de tienduizenden guldens zal be- loopen. Een dramatische reis is teneinde. Drie schepen voeren Maandag uit om den strijd aan te binden tegen het ijs, een der meest verbeten vijanden van de scheepvaart. Twee van de drie schepen keerden naar huis terug, zwaar bescha digd, voorloopig niet in staat om uit te varen. Het derde schip is achter gebleven. Een zaam ligt het nu te midden van het vijan dige ijs, dat wacht op zijn bondgenoot, den wind, om het vernielde schip geheel te vermorzelen. De overwinning van het ijs is wel vol komen. Van vandaag, 20 Januari, tot en met Donderdag 8 Februari zal bon 12 van de rijksdistributiekaart recht geven op het koopen van één kilo gram suiker. DE PLUIMVEETEELTREGELING VOOR HET JAAR 1940. Wenschen van de A.N.P.V, Het bestuur der algemeene Nederlandsche pluimveeteeltvereeniging (A.N.P.V.) alsme de de commissie's der in haar georganiseer de fokkers en houders van vermeerderings- bedrijven hebben zich tot den minister van economische zaken gewend met een be zwaarschrift, waarin zij zich teleurgesteld verklaren over de afgekondigde teeltrege- lmg voor het jaar 1940. Niet alleen, omdat deze een verplichte in krimping van het aantal kuikens met 20 pCt. voorschrijft, doch niet minder, omdat de bepalingen omtrent een met 100 pCt. ver hoogde broedvergunning vergeleken met die van 1938, indien de kuikenbroeder vele bestellingen weet te verzamelen, een ach teruitgang in de kwaliteit der af te leveren kuikens tengevolge moet hebben. Genoem de besturen zien daarin een stap terug op den weg, die naar verbetering van den pluimveestapel had geleid. Zij hebben geen bezwaar tegen een vrije concurrentie, wan neer deze met een goede kwaliteit der kui kens kan worden bevochten, doch een con- Cfi«n-pubacalie. REGISTRATIEKAARTEN VEESTAPEL. De Minister van Economische Zaken maakt bekend, dat de registratiekaarten, waarop de stand van den veestapel per 21 Januari 1940 des nachts 12 uur, alsmede eenige gegevens inzake op dezen datum aanwezige voorraden ingevuld moeten worden, vóór 25 Januari 1940 bij den plaatselijken bureauhouder in het district, waarin de georganiseerde zijn bedrijfsge bouwen gevestigd heeft, moeten zijn in geleverd. Iedere georganiseerde bij een provinciale landbouw-crisis-organisatie is verplicht, deze registratiekaart in te vullen en bij den plaatselijken bureauhouder in te leveren, 's-Gravenhage, 19 Januari 1940. currentie, welke tot prijzen leidt, waarvoor geen goed materiaal kan worden geleverd, achtten zij een gevaar voor de pluimvee houderij. Teneinde de fokkers en houders van ver- meerderingsbedrijven in de gelegenheid te blijven stellen goed pluimvee af te leveren, verzoeken zij den minister een in het request berekende steunregeling aan hen te willen verleenen. Zij achten het voor de be trokken bedrijven noodzakelijk, dat zij spoe dig zullen weten, of zij op bedoelden steun zullen kunnen rekenen. Zij zouden het diep betreuren, wanneer de resultaten welke mat de teeltregeling werden bereikt, weder ver loren zouden gaan en het is hun overtui ging, dat dit gevaar dreigt. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en aanvulling van de. bioscoopwet. Ter toelichting schrijven de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie o.a.: De behoefte heeft zich doen gevoelen om ontduiking van het preventief toezicht, neergelegd in art. 16 ,van de wet, tegen te gaan. Gebleken is n.l., dat getracht wordt films, welke niet voor openbare vertooning zijn toegelaten, te vertoonen in publieke bijeenkomsten, waaraan slechts naar den uiterlijken vorm het karakter van besloten gezelschap wordt gegeven. Men geeft dan op groote schaal aan een ieder, die zich meldt, lidmaatschapskaarten uit of ver schaft introductie, hetzij om niet, hetzij te gen een bedrag, dat naar den omvang veel eer entree voor eenmaal, dan contributie is. Gelijk bekend, is het volgens het stelsel van de bioscoopwet niet verboden niet-ge- keurde of niet-toegëlaten films i n b e- sloten kring te vertoonen. Welis waar is het besloten karakter der hiervoren bedoelde bijeenkomsten slechts schijn, maar bij gebrek aan positief bewijs kan hiertegen niet steeds voldoende worden opgetreden. Aldus wordt het voor aanhangers van stroomingen, gericht op ver storing van openbare orde en rust, mogelijk om door het vormen van zoogenaamde besloten gezelschap pen films, welke geschikt zijn om de openbare orde te ondermijnen, wel degelijk voor het publiek te vertoonen. Dat zulks bepaaldelijk in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden in hooge mate ongewenscht is, nu beroering onder de be volking zooveel mogelijk dient te worden vermeden, behoeft geen betoog. Wel mag de regeering hier met waar- deering gewag maken van het besluit van den Ned. Bioscoopbond, waarbij het den bij dien bond aangesloten leden verboden is, hun theaters voor het vertoonen van door de centrale commissie niet toegelaten films af te staan. Hierdoor wordt het euvel in geperkt. Anderzijds dient echter niet uit het oog te worden verloren, dat het voort schrijdende gebruik vatvsmalle films, voor de vertooning waarvan men geen bioscoop theater noodig heeft, de mogelijkheid van vertooningen als bovenbedoeld zeer in de hand werkt, terwijl de bedoelde bijeenkom sten ook veelal plaats- vinden in zalen, wel ke voor een bioscoppinstallatie bezitten, doch welker exploitanten niet bij den bios coopbond zijn aangesloten. De regeering zou in haar taak te kort schieten, indien zij zich niet van de midde len voorzag om tegen het aldus frustreeren van de bepalingen der bioscoopwet te kun nen optreden. Na afweging van de voor- en nadeelen, verbonden aan de verschillende mogelijk heden, is de regeering tot de overtuiging gekomen, dat de thans voorgedragen oplos sing het meest aanbeveling verdient. Zij bestaat hierin, dat de kring, waarbin nen geen andere dan door de „rijkscommis sie filmkeuring" toegelaten films mogen worden vertoond, in beginsel wordt ver ruimd door in art. 16, eerste lid, de woorden „in het openbaar" en „openbare" te doen vervallen. In een nieuw tweede lid wordt bepaald voor welke voorstellingen het verbod om andere dan door de rijkscommissie filmkeu ring toegelaten films te vertoonen niet zal gelden. Daarnevens schept een nieuwe be paling de mogelijkheid, dat films, die niet voor een willekeurig samengesteld bios cooppubliek in aanmerking kunnen komen voor een publiek van bepaalde bijzondere samenstelling wordt vertoond. De ministers denken hier o.a. aan gezelschappen, deskun dig op het gebied, waarop de film betrek king heeft. Bezwaren niet overwegend. Zij zien niet voorbij, dat het nieuwe stel sel tengevolge heeft, dat een bonafide ver- eeniging een volkomen onschuldige flim gedacht wordt b.v. aan een Alpenvereeni- ging, die een ski-film vertoont voor haar leden niet kan vertoonen zonder dat deze voor vertooning is toegelaten. Doch de vol strekte onmogelijkheid om voor het onder scheid tusschen honafide vereenigingen en vereenigingen, welke de kiem van wetsont duiking in zich dragen, een afdoend objec tief criterium vast te stellen, zoomede de onmogelijkheid een afdoende maatstaf te vinden, volgens welke bepaalde films zon der meer van het vereischte van vooraf gaande keuring zullen zijn vrijgesteld, no pen over dit bezwaar hen te stappen. Ove rigens wordt de toelating in de practijk zer gemakkelijk verkregen. In de tweede plaats strekt de wetsvoor- dracht om de werkingssfeer van de wet te verruimen, in dier zin, dat in het vervolg ook voor een niet-beroepsmatige vertooning van films in het openbaar vergunning van B. en W. zal zijn vereischt. Een derde onderdeel van de wetswijziging betreft het instellen van strafrechtelijke sancties op overtreding oer bij de wet ge stelde voorschriften. Wat de artikelen behelzen. Bij de afzonderlijke artikelen wordt nog het volgende toegelicht: Het eerstbedoelde voorstel heeft, zooals reeds hiervoren werd be toogd, de bedoeling om uit te spre ken, dat voor alle openbare bios coopvoorstellingen een vergunning vereischt .s. Door bij de vergunning te onderscheiden tusschen vergunningen voor een onbepaald aantal voorstellingen (vergunning a) en vergunningen voor enkele bepaaldelijk om schreven voorstellingen (vergunning b), kan de noodige soepelheid worden betracht, in geval het incidenteele voorstellingen betreft. Het is de bedoeling de vergunning b bepaal delijk te doen gelden voor de z.g. reizende bioscopen. Een andere wijziging opent de mogelijk heid om bij algemeenen maatregel van be stuur van het vertischte van vergunning vrij te stellen cultureele organisaties als volks universiteiten en instiuut voor arbeidersont wikkeling, zoomede patronaten en derge lijke inrichtingen, voor zoover de te geven voorstellingen als openbare kunnen worden aangemerkt. Het spreekt vanzelf, dat allen, die na het in werking treden dezer wet openbare bios coopvoorstellingen willen geven en die nog geen vergunning, gebaseerd op de thans gel dende wet, bezitten, ten spoedigste een aan vrage om een vergunning a of b zullen moe ten indienen. VERVOER EN AFLEVERING GROENE ERWTEN EN SPLITERWTEN. In aansluiting op een reeds eerder verschenen persbericht wordt er van officieele zijde aan herinnerd, dat, hoewel de ver koop van groene erwten en split- erwten aan uiteindelijke verbrui kers thans vrij is, elk ander ver voer en elke aflevering aan an dere personen zonder vergunning is verboden. Evenals tot nu toe het geval was, kun nen de genoemde producten uitsluitend betrokken worden van de vereeniging „De Korenbeurs" te Rotterdam, die den gros siers op aanvrage geleidebiljetten ver strekt voor het vervoeren naar en het afleveren aan winkeliers. Voorts wordt er de aandacht op geves tigd, dat ten aanzien van groene erwten en spliterwten thans wederom geldt het voorschrift van de prijsopdrijvings- sn hamsterwet 1939, dat geen grootere hoe veelheid tegelijk mag worden gekocht, dan men voor een periode van één week noo dig heeft. De Berlijnsche correspondent van het R.Nwsbl. meldt: Te Berlijn is men weinig te spreken over de reacties, die het torpedeeren van de Arendskerk in ons land heeft gewekt. In officieuze kringen zegt men „met verbazing" kennis te hebben genomen van den scher pen toon in een deel van de Nederlandsche pers. De commandant had volgens de Duitsche opvatting vier deugdelijke redenen om het schip te torpedeeren: ten eerste had het contrabande aan boord waaruit die contrabande bestond wordt niet gepreciseerd ten tweede weigerde de kapitein te stoppen op het desbetreffende bevel van den duikbooteommandant; ten derde vroeg de Arendskerk langs radio-telegrafi- schen weg om hulp, waardoor men het Duit sche oorlogsschip in gevaar bracht; en ten vierde was het schip onderweg naar Zuid-Afrika, waar het de haven van een oorlogvoerend land wilde aandoen. Op grond van deze vier overwegingen stelt men vast, dat de duikbootcommandant het recht had de Arendskerk te torpedeeren. De in Nederland geopperde veronderstelling, dat Duitschland de oologvoering ter zee hééft verscherpt, noemt men volkomen onjuist. BRAND IN MASTMAKERIJ TE LEMMER. Gistermiddag is brand uitgebroken in het perceel van de firma D. van der Neut, mast en blokmakerij te Lemmer. De brand liet zich ernstig aanzien, hoog sloegen de vlam men boven het dak uit. Met de stoombrand- spuit en twee slangen op de waterleiding was men het vuur tegen drie uur meester. De bovenverdieping brandde vrijwel ge heel uit. Eveneens werd een gedeelte van het dak vernield. De werkplaats bleef be houden, doch er was veel waterschade. De brand is waarschijnlijk in den schoorsteen ontstaan. BESCHERMT VOGELS TEGEN DE KOUDE. In verband met de zeer ongunstige om standigheden voor de in het wild levende vogels heeft de Nederlandsche vereeniging tot bescherming van vogels voer laten toe zenden aan boschwachters, opzichters enz. in verschillende deelen van het land, die zich bereid verklaard hadden hun zorgen aan de vogels te wijden. Nu de winter zoo lang duurt en het gewone voedsel door ijs en sneeuw zoo goed als onbereikbaar is, dringt de vereeniging er bij alle vogel vrienden op aan hun volle zorgen aan de vogels te wijden, zoowel door het beschik baar stellen van voer als van drinkwater. Bij strenge vorst moet het drinkwater in kleine hoeveelheden gegeven worden, opdat de vogels geen bad kunnen nemen, wat tot bevriezing der veeren aanleiding zou geven. De verbinding met Vlieland. - De post boot „Vlieland", welke Donderdagmiddag wegens ijs het eiland niet kon bereiken, is gistermorgen uit Harlingen op Vlieland aan gekomen. Om twaalf uur heeft men getracht naar Harlingen weg te varen, doch wegens zwaren ijsgang is dit mislukt. De post kon dan ook niet naar den vasten wal worden gebracht. Hedenochtend zou een nieuwe poging om met de „Vlieland" Harlingen te bereiken, in het werk worden gesteld. P. Louwerse werd 100 jaar geleden geboren. - Vandaag is het 100 jaar geleden, dat de bekende kinderschrijver P. Louwerse te Vlissingen werd geboren. Na een onder wijzersloopbaan, welke hij in 1888 wegens doofheid moest verlaten, kreeg hq groote bekendheid als schrijver van kinderboeken en ook als dichter. Bekend zijn de liederen: Op de groote stille heide en Waar de blanke top der duinen. Indische begrooting. - Verschenen is het voorloopig verslag van de Tweede Ka mer over de Indische begrooting voor 1940. D00S 20CT. TUBE 40 EN 60 CT. 54) „Nu, lieve", zei ze „zul je je goed houden? Ik vind me een echt mispunt om je zoo in de steek te laten, maar aan den anderen kant hebben de bedienden er al zoo op ge rekend, dat ik het ook niet leuk zou vinden, om hen weer teleur te stellen. Je kamer is al voor den nacht in orde gemaakt en in de eetkamer kun je alles vinden. Ik heb er 'n kouden maaltijd klaar laten zetten. We zul len alle deuren en vensters aan den voor kant afsluiten, zoodat je niets overkomen kan. Om tien uur of half elf zijn we weer terug. Dag!" Ze bukte zich, als om haar een kus te ge ven, maar ze bedacht zich nog. Het was net alsof er iets tusschen de beide vrouwen ge komen was. Judy had haar aarzeling be merkt en verwonderde er zich over, maar ze was het weer spoedig vergeten. Zij her haalde haar beweging, dat ze zich best zou kunnen redden, en Marguerite ging haaatig weg. Judy bleef haar nakijken en toen het slanke, gracieuze figuurtje in huis verdween sloeg ze haar oogen op en zag nog juist een Glimp van Carlton Webb, die uit het raam van de bibliotheek op haar neerkeek. Hij verdween op het zelfde oogenblik en zij had dus niet de gelegenheid om de uitdrukking van zijn gezicht waar te nemen, maar zij kreeg een onaangenaam gevoel, dat zij maar nigt thuis kon brengen. Zij verzette er zich tegen. Het was het vreeselijke lustelooze gevoel, dat haar zoo hulpeloos en bang maakte. Een uurtje later, toen de zon achter de rotsen aan het verdwijnen was, hetgeen de schaduwen in de laan en op het water daarachter langer maaktee hoorde zij de telefoon gaan. Die bleef natuurlijk bellen en het geluid klonk in den vallenden avond zóó dringend, dat zij opstond om te gaan luisteren. Ze had maar juist kracht genoeg om zich voort te bewegen en zij voelde zich erg licht in haar hoofd. Eindelijk kwam zij in de hal, waar de te lefoon was, en ze huiverde een beetje. Het leek er erg donker en eenzaam, omdat zij uit het volle licht kwam. Zij nam den hoorn op en hield die aan haar oor. Het eerste, wat ze te hooren kreeg was haar eigen naam. „Judy Wellington" zei een onduidelijke stem, die, zooals dat meer met die afgelegen lijnen het geval is. niet te herkennen was. „Ik zou graag even met Judy Welling ton spreken". „Ja?" antwoordde zij. Daar spreekt u mee. Met wien spreek ik?" „O, ben jij het Judy? Goddank! Kun je mij verstaan? Wat is dié lijn slecht. Ik ben het oom Jim". „O, lieve oom, ik zou je niet herkend hebben!" Er kwam zoo'n gevoel van vreugde over haar heen, dat iedere achterdocht oogen- blikkelijk verdween. „Luister eens, Judy". Hoewel de stem geenszins duidelijk was, klonk die toen dringend. „Ik kan niet bij het huis komen. Alle wegen worden bewaakt, ik moet je spreken. Dat is van het hoogste belang. Ik zal in het onbewoonde huis aan den an deren kant van de baai zijn. Ik geloof, dat je het van jullie huis uit kunt zien". „Ja, ik zie het", Haar stem was schril van opwinding. „Een alleenstaand huis, aan den overkant van de rivier". „Juist, dat is het. Daar ga ik naar toe. Zoodra als ik er ben, zal ik op een van de bovenkamers licht maken. Luister eens. Judy Ik had graag, dat je daar naar toe kwam. Zou dat gaan? Kan iemand je daar éen boot leenen?" „Ze zijn allemaal weg", zei ze, „maar dat zal wel gaan. Ik zal er wel op de een of andere manier zien te komen, schat, al zou i<c er heen moeten zwemmen". In haar opwinding vergat ze haar zwakte heelemaal. Haar eenige wensch was, om bij den man te komen, die haar geroepen had. „Ik zal een lichtje aansteken", vervolgde de stem. „Zie een boot te krijgen. Er zal er zeker wel eentje te vinden zijn, Dag, lieve ling, tot straks, hoor". Aan den anderen kant van den draad klonk een zachte tik en daarna was het stil. Judy bleef nog luisteren, maar ze kreeg niets meer te hooren. Ze hing den hoorn op en ging den tuin weer in. Door haar onwillekeurig gewone bewe gingen werd zij al heel gauw aan haar vreeselijke physieke zwakte herinerd. Maar ze was niet kleinzeerig en met inspanning van al haar krachten zette ze door. Ze dacht er geen moment aan, dat het een val strik kon zijn, en het verzoek was voor haar een bevel. Hoe dan ook, ze liep den tuin door en het strandje op. Ze had er een schuitenhuisje ontdekt en merkte tot haar groote verlich ting, dat het niet op slot was en dat er zich een kleine roeiboot in bevond. Eerst dacht ze, dat ze er nooit in zou sla gen om het bootje vlot te krijgen, maar al heel gauw merkte ze, dat de vloed opkwam, zoodat het straks door het opkomende wa ter van zelf los zou komeft. Ze strompelde naar haar zitje onder de boomen terug en bleef daar naar het huis aan den overkant van de baai zitten kijken. Door den grooten afstand leek het wel een speelgoedhuisje en hoewel ze zeker wist, dat ze er geen beweging in zou ontdekken, bleef ze er met gespannen aandacht naar turen. Ze ging zelfs nog het huis in om een ver rekijker te zoeken, maar toen ze die niet vond, kwam ze een beetje ontmoedigd weer terug. Tot overmaat van ramp werd haar ver moeidheid eerder erger dan minder, maar toen ze alles nog eens goed overdacht, meende ze het toch wel te kunnen bereiken, want het bootje was licht en de afstand leek niet zoo heel groot. Het water was zeer kalm, alleen hier en daar was het maar even gerimpeld. Zoo verstreek langzamerhand de tijd en de zon zonk steeds lager. Judy spande haar oogen in. Was dat met een lichtje? Eerst was zij er niet zeker van, of het niet de weerspiegeling was van een der laatste zon nestralen in de ruiten, maar toen het don kerder werd begreep ze, dat het inderdaad het afgesproken teeken moest zijn." Zoo snel haar vermoeide en stramme le dematen haar veroorloofden liep ze naar het schuitenhuisje. Het kleine bootje wiegde zacht heen en weer. Ze had maar één wensch en dat was om zoo spoedig mogelijk bij haar vader te komen. Ze stapte in en stuurde het bootje de kreek uit. Het viel haar niet mee en het leek wel of de roeispa nen van lood gemaakt waren. Maar het lichtje aan de andere zijde van het water trok haar onweerstaanbaar aan. Ze om klemde de riemen. Het leek nu een heel eind en zij wist dat haar nog een heel zwa re taak wachtte. Maar wat zij niet wist, was, dat er bij het opkomende getij in de rivier zulke gevaarlijke stroomingen ontstonden, dat zelfs de ervaren visschers van de Oost kust er bang voor waren; stroomingen waar niemand met een boot veilig doorheen kon komen. Judy zette de tanden op elkaar en bracht de boot naar het midden van den stroom, iets waar Carlton Webb, die, mijlen van die piek verwijderd, veilig en wel te midden van een bende getuigen in een draaimolen zat, op gespeculeerd had. (Wordt vervolgd) Naar 't Enge'.seh van Maxwell March.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6