M IVO ROL
Weer in veilige hoven.
„Holland" en „IJssel"
te Amsterdam.
1 K.g. suiker op bon
no. 12.
20 dagen geldig.
Overheidscontro!e op fiSmvertooningen
„besloten lering'.
m
Voortaan steeds een ver
gunning noodig.
Wetsontwerp ingediend.
Om vier redenen werd het
s.s. „Arendskerk"
getorpedeerd.
GEMENGD NIEUWS.
Mooie. unite foruAea1
$euiêieim
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
2
In den afgeloopen nacht om
kwart over drie zijn de stoom-
booten Holland en IJsel met de
beide ijsbrekers Daniël Goedkoop
en Wilhelmina Goedkoop voor de
Oranjesluizen te Amsterdam
aangekomen.
Reeus vroeg in den avond had men gis
teren'van Marker uit de schepen waarge
nomen en om half tien zag ae vuurtoren
wachter van Durgerdam aen schijnwerper
van de Daniël.
Met spanning werd uitgezien naar de
vordering van de schepen, want het was
bekend, dat juist het laatste gedeelte van
den terugtocht uiterst zwaar zou zijn, daal
de vorst en de wind hadden samengewerkt
om een koek van gemiddeld zestig centi
meter dikte over het water te leggen.
Omstreeks middernacht circuleerde het
bericht, dat de schepen tusschen het ijs
zouden overnachten en bij het opkomen
van de zon de reis zouden voortzetten. In
derdaad lagen de schepen gedurende ruim
een half uur stil, naar later bleek om ge
legenheid te geven de vuren schoon te
maken en een intiem afscheidsieestje te
vieren. Met de haven in zicht riep de heer
Koppe Jr. alle opvarenden aan boord van
de Holland., om hen te danken voor de
voortreffelijke wijze waarop zij zich van
hun taak hadden gekweten, ook al had de
tocht een agisch verloop gehad.
Gedurende zes etmalen was de beman
ning der schepen vrijwel voortdurend in
touw geweest.
Om kwart voor drie zagen de toeschou
wers op de Oranjesluizen de schepen na
deren en spoedig daarna hoorden wij het
kraken van het brekende ijs.
Voorop voeren de Daniël en de Wilhel
mina, gevolgd door de IJsel en de Holland,
die de reis op eigen kracht volbrachten en
niet gesleept behoefden te worden.
Om half vier lagen de Daniël en de
Holland in de kolk. De stemming aan boord
was opperbest. Iedereen was blij weer
thuis te zijn na de spannende avonturen,
welke beleefd waren.
Een moeilqke reis.
De sleepbooten hadden een zeer zware
reis gehad naar de schepen toe. Om kwart
over zes waren de Daniël en de Wilhel
mina Woensdagochtend uit Amsterdam
vertrokken. Op volle kracht was doorge
varen tot des avonds kwart over tien.
Toen woedde een felle sneeuwstorm. Het
zicht bedroeg ten hoogste vijf meter, zoo
dat de bemanningen van beide sleepbooten
elkaar niet meer zagen.
Om half zes werd Donderdag de
reis weer hervat.
Het ijs was gemiddeld vijftig
tot zestig centimeter dik, waar
door het uiterst moeilijk was te
vorderen. Tegen half tien
's avonds werden de in het ijs be
knelde schepen bereikt.
Op enthousiaste wijze werd de beman
ning der sleepbooten begroet.
Een korte bespreking van de kapiteins,
de chefs vat. den technischen dienst van de
reederijen Koppe en Goedkoop en den heer
Koppe Jr. had tot resultaat, dat besloten
werd naar Amsterdam terug te keeren.
Het werd niet mogelijk geacht Kampen te
bereiken, daar juist in die richting het ijs
zeer dik en glashard is.
Gemakkelijke terugtocht.
Gisterochtend om zes uur werd begon
nen met- het uitbreken van de Holland en
de IJsel, waarmede men na twee uur klaar
was en toei. de totale kolenvoi.rraad over
de vier schepen was verdeeld, werd om
half twaalf de terugtocht aanvaard. Deze
veiliep zeer vlot ,daar het mogelijk bleek
van de geul, welke de sleepbooten op hun
heenreis hadden gebroken, gebruik te
maker.. Het weer was uitstekend. De lucht
was helder en er stond vrijwel geen wind.
Wel was het intens koud. De terugreis bin
nen een etmaal volbracht, was een uitste
kende prestatie.
Het bleek thans, dat de schepen
van het kruien van het ijs op
Woensdag en Donderdag vrijwel
geen schade hadden ondervonden.
Het was mogelijk geweest de
lekken te dichten, zoodat de
schepen thans slechts zeer
weinig water maken. Hoe groot
de totale schade is, kan nu nog
niet worden vastgesteld, al ver
klaarde de heer Koppe, dat zij in
de tienduizenden guldens zal be-
loopen.
Een dramatische reis is teneinde.
Drie schepen voeren Maandag uit om
den strijd aan te binden tegen het ijs, een
der meest verbeten vijanden van de
scheepvaart. Twee van de drie schepen
keerden naar huis terug, zwaar bescha
digd, voorloopig niet in staat om uit te
varen.
Het derde schip is achter gebleven. Een
zaam ligt het nu te midden van het vijan
dige ijs, dat wacht op zijn bondgenoot, den
wind, om het vernielde schip geheel te
vermorzelen.
De overwinning van het ijs is wel vol
komen.
Van vandaag, 20 Januari, tot en
met Donderdag 8 Februari zal bon
12 van de rijksdistributiekaart recht
geven op het koopen van één kilo
gram suiker.
DE PLUIMVEETEELTREGELING
VOOR HET JAAR 1940.
Wenschen van de A.N.P.V,
Het bestuur der algemeene Nederlandsche
pluimveeteeltvereeniging (A.N.P.V.) alsme
de de commissie's der in haar georganiseer
de fokkers en houders van vermeerderings-
bedrijven hebben zich tot den minister van
economische zaken gewend met een be
zwaarschrift, waarin zij zich teleurgesteld
verklaren over de afgekondigde teeltrege-
lmg voor het jaar 1940.
Niet alleen, omdat deze een verplichte in
krimping van het aantal kuikens met 20
pCt. voorschrijft, doch niet minder, omdat de
bepalingen omtrent een met 100 pCt. ver
hoogde broedvergunning vergeleken met
die van 1938, indien de kuikenbroeder vele
bestellingen weet te verzamelen, een ach
teruitgang in de kwaliteit der af te leveren
kuikens tengevolge moet hebben. Genoem
de besturen zien daarin een stap terug op
den weg, die naar verbetering van den
pluimveestapel had geleid. Zij hebben geen
bezwaar tegen een vrije concurrentie, wan
neer deze met een goede kwaliteit der kui
kens kan worden bevochten, doch een con-
Cfi«n-pubacalie.
REGISTRATIEKAARTEN VEESTAPEL.
De Minister van Economische Zaken
maakt bekend, dat de registratiekaarten,
waarop de stand van den veestapel per
21 Januari 1940 des nachts 12 uur, alsmede
eenige gegevens inzake op dezen datum
aanwezige voorraden ingevuld moeten
worden, vóór 25 Januari 1940 bij den
plaatselijken bureauhouder in het district,
waarin de georganiseerde zijn bedrijfsge
bouwen gevestigd heeft, moeten zijn in
geleverd.
Iedere georganiseerde bij een provinciale
landbouw-crisis-organisatie is verplicht,
deze registratiekaart in te vullen en bij
den plaatselijken bureauhouder in te
leveren,
's-Gravenhage, 19 Januari 1940.
currentie, welke tot prijzen leidt, waarvoor
geen goed materiaal kan worden geleverd,
achtten zij een gevaar voor de pluimvee
houderij.
Teneinde de fokkers en houders van ver-
meerderingsbedrijven in de gelegenheid te
blijven stellen goed pluimvee af te leveren,
verzoeken zij den minister een in het
request berekende steunregeling aan hen te
willen verleenen. Zij achten het voor de be
trokken bedrijven noodzakelijk, dat zij spoe
dig zullen weten, of zij op bedoelden steun
zullen kunnen rekenen. Zij zouden het diep
betreuren, wanneer de resultaten welke mat
de teeltregeling werden bereikt, weder ver
loren zouden gaan en het is hun overtui
ging, dat dit gevaar dreigt.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en aanvulling van de. bioscoopwet.
Ter toelichting schrijven de ministers van
binnenlandsche zaken en van justitie o.a.:
De behoefte heeft zich doen gevoelen om
ontduiking van het preventief toezicht,
neergelegd in art. 16 ,van de wet, tegen te
gaan. Gebleken is n.l., dat getracht wordt
films, welke niet voor openbare vertooning
zijn toegelaten, te vertoonen in publieke
bijeenkomsten, waaraan slechts naar den
uiterlijken vorm het karakter van besloten
gezelschap wordt gegeven. Men geeft dan
op groote schaal aan een ieder, die zich
meldt, lidmaatschapskaarten uit of ver
schaft introductie, hetzij om niet, hetzij te
gen een bedrag, dat naar den omvang veel
eer entree voor eenmaal, dan contributie is.
Gelijk bekend, is het volgens het stelsel
van de bioscoopwet niet verboden niet-ge-
keurde of niet-toegëlaten films i n b e-
sloten kring te vertoonen. Welis
waar is het besloten karakter der hiervoren
bedoelde bijeenkomsten slechts schijn, maar
bij gebrek aan positief bewijs kan hiertegen
niet steeds voldoende worden opgetreden.
Aldus wordt het voor aanhangers
van stroomingen, gericht op ver
storing van openbare orde en rust,
mogelijk om door het vormen van
zoogenaamde besloten gezelschap
pen films, welke geschikt zijn om
de openbare orde te ondermijnen,
wel degelijk voor het publiek te
vertoonen.
Dat zulks bepaaldelijk in de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden in hooge mate
ongewenscht is, nu beroering onder de be
volking zooveel mogelijk dient te worden
vermeden, behoeft geen betoog.
Wel mag de regeering hier met waar-
deering gewag maken van het besluit van
den Ned. Bioscoopbond, waarbij het den bij
dien bond aangesloten leden verboden is,
hun theaters voor het vertoonen van door
de centrale commissie niet toegelaten films
af te staan. Hierdoor wordt het euvel in
geperkt. Anderzijds dient echter niet uit het
oog te worden verloren, dat het voort
schrijdende gebruik vatvsmalle films, voor
de vertooning waarvan men geen bioscoop
theater noodig heeft, de mogelijkheid van
vertooningen als bovenbedoeld zeer in de
hand werkt, terwijl de bedoelde bijeenkom
sten ook veelal plaats- vinden in zalen, wel
ke voor een bioscoppinstallatie bezitten,
doch welker exploitanten niet bij den bios
coopbond zijn aangesloten.
De regeering zou in haar taak te kort
schieten, indien zij zich niet van de midde
len voorzag om tegen het aldus frustreeren
van de bepalingen der bioscoopwet te kun
nen optreden.
Na afweging van de voor- en nadeelen,
verbonden aan de verschillende mogelijk
heden, is de regeering tot de overtuiging
gekomen, dat de thans voorgedragen oplos
sing het meest aanbeveling verdient.
Zij bestaat hierin, dat de kring, waarbin
nen geen andere dan door de „rijkscommis
sie filmkeuring" toegelaten films mogen
worden vertoond, in beginsel wordt ver
ruimd door in art. 16, eerste lid, de woorden
„in het openbaar" en „openbare" te doen
vervallen.
In een nieuw tweede lid wordt bepaald
voor welke voorstellingen het verbod om
andere dan door de rijkscommissie filmkeu
ring toegelaten films te vertoonen niet zal
gelden. Daarnevens schept een nieuwe be
paling de mogelijkheid, dat films, die niet
voor een willekeurig samengesteld bios
cooppubliek in aanmerking kunnen komen
voor een publiek van bepaalde bijzondere
samenstelling wordt vertoond. De ministers
denken hier o.a. aan gezelschappen, deskun
dig op het gebied, waarop de film betrek
king heeft.
Bezwaren niet overwegend.
Zij zien niet voorbij, dat het nieuwe stel
sel tengevolge heeft, dat een bonafide ver-
eeniging een volkomen onschuldige flim
gedacht wordt b.v. aan een Alpenvereeni-
ging, die een ski-film vertoont voor haar
leden niet kan vertoonen zonder dat deze
voor vertooning is toegelaten. Doch de vol
strekte onmogelijkheid om voor het onder
scheid tusschen honafide vereenigingen en
vereenigingen, welke de kiem van wetsont
duiking in zich dragen, een afdoend objec
tief criterium vast te stellen, zoomede de
onmogelijkheid een afdoende maatstaf te
vinden, volgens welke bepaalde films zon
der meer van het vereischte van vooraf
gaande keuring zullen zijn vrijgesteld, no
pen over dit bezwaar hen te stappen. Ove
rigens wordt de toelating in de practijk
zer gemakkelijk verkregen.
In de tweede plaats strekt de wetsvoor-
dracht om de werkingssfeer van de wet te
verruimen, in dier zin, dat in het vervolg
ook voor een niet-beroepsmatige vertooning
van films in het openbaar vergunning van
B. en W. zal zijn vereischt.
Een derde onderdeel van de wetswijziging
betreft het instellen van strafrechtelijke
sancties op overtreding oer bij de wet ge
stelde voorschriften.
Wat de artikelen behelzen.
Bij de afzonderlijke artikelen wordt nog
het volgende toegelicht:
Het eerstbedoelde voorstel heeft,
zooals reeds hiervoren werd be
toogd, de bedoeling om uit te spre
ken, dat voor alle openbare bios
coopvoorstellingen een vergunning
vereischt .s.
Door bij de vergunning te onderscheiden
tusschen vergunningen voor een onbepaald
aantal voorstellingen (vergunning a) en
vergunningen voor enkele bepaaldelijk om
schreven voorstellingen (vergunning b), kan
de noodige soepelheid worden betracht, in
geval het incidenteele voorstellingen betreft.
Het is de bedoeling de vergunning b bepaal
delijk te doen gelden voor de z.g. reizende
bioscopen.
Een andere wijziging opent de mogelijk
heid om bij algemeenen maatregel van be
stuur van het vertischte van vergunning vrij
te stellen cultureele organisaties als volks
universiteiten en instiuut voor arbeidersont
wikkeling, zoomede patronaten en derge
lijke inrichtingen, voor zoover de te geven
voorstellingen als openbare kunnen worden
aangemerkt.
Het spreekt vanzelf, dat allen, die na het
in werking treden dezer wet openbare bios
coopvoorstellingen willen geven en die nog
geen vergunning, gebaseerd op de thans gel
dende wet, bezitten, ten spoedigste een aan
vrage om een vergunning a of b zullen moe
ten indienen.
VERVOER EN AFLEVERING GROENE
ERWTEN EN SPLITERWTEN.
In aansluiting op een reeds
eerder verschenen persbericht
wordt er van officieele zijde aan
herinnerd, dat, hoewel de ver
koop van groene erwten en split-
erwten aan uiteindelijke verbrui
kers thans vrij is, elk ander ver
voer en elke aflevering aan an
dere personen zonder vergunning
is verboden.
Evenals tot nu toe het geval was, kun
nen de genoemde producten uitsluitend
betrokken worden van de vereeniging „De
Korenbeurs" te Rotterdam, die den gros
siers op aanvrage geleidebiljetten ver
strekt voor het vervoeren naar en het
afleveren aan winkeliers.
Voorts wordt er de aandacht op geves
tigd, dat ten aanzien van groene erwten
en spliterwten thans wederom geldt het
voorschrift van de prijsopdrijvings- sn
hamsterwet 1939, dat geen grootere hoe
veelheid tegelijk mag worden gekocht, dan
men voor een periode van één week noo
dig heeft.
De Berlijnsche correspondent van het
R.Nwsbl. meldt:
Te Berlijn is men weinig te spreken over
de reacties, die het torpedeeren van de
Arendskerk in ons land heeft gewekt. In
officieuze kringen zegt men „met verbazing"
kennis te hebben genomen van den scher
pen toon in een deel van de Nederlandsche
pers.
De commandant had volgens de Duitsche
opvatting vier deugdelijke redenen om het
schip te torpedeeren: ten eerste had
het contrabande aan boord waaruit die
contrabande bestond wordt niet gepreciseerd
ten tweede weigerde de kapitein
te stoppen op het desbetreffende bevel van
den duikbooteommandant; ten derde
vroeg de Arendskerk langs radio-telegrafi-
schen weg om hulp, waardoor men het Duit
sche oorlogsschip in gevaar bracht; en ten
vierde was het schip onderweg naar
Zuid-Afrika, waar het de haven van een
oorlogvoerend land wilde aandoen.
Op grond van deze vier overwegingen
stelt men vast, dat de duikbootcommandant
het recht had de Arendskerk te torpedeeren.
De in Nederland geopperde veronderstelling,
dat Duitschland de oologvoering ter zee hééft
verscherpt, noemt men volkomen onjuist.
BRAND IN MASTMAKERIJ TE LEMMER.
Gistermiddag is brand uitgebroken in het
perceel van de firma D. van der Neut, mast
en blokmakerij te Lemmer. De brand liet
zich ernstig aanzien, hoog sloegen de vlam
men boven het dak uit. Met de stoombrand-
spuit en twee slangen op de waterleiding
was men het vuur tegen drie uur meester.
De bovenverdieping brandde vrijwel ge
heel uit. Eveneens werd een gedeelte van
het dak vernield. De werkplaats bleef be
houden, doch er was veel waterschade. De
brand is waarschijnlijk in den schoorsteen
ontstaan.
BESCHERMT VOGELS TEGEN DE
KOUDE.
In verband met de zeer ongunstige om
standigheden voor de in het wild levende
vogels heeft de Nederlandsche vereeniging
tot bescherming van vogels voer laten toe
zenden aan boschwachters, opzichters enz.
in verschillende deelen van het land, die
zich bereid verklaard hadden hun zorgen
aan de vogels te wijden. Nu de winter zoo
lang duurt en het gewone voedsel door ijs
en sneeuw zoo goed als onbereikbaar is,
dringt de vereeniging er bij alle vogel
vrienden op aan hun volle zorgen aan de
vogels te wijden, zoowel door het beschik
baar stellen van voer als van drinkwater.
Bij strenge vorst moet het drinkwater in
kleine hoeveelheden gegeven worden, opdat
de vogels geen bad kunnen nemen, wat tot
bevriezing der veeren aanleiding zou geven.
De verbinding met Vlieland. - De post
boot „Vlieland", welke Donderdagmiddag
wegens ijs het eiland niet kon bereiken, is
gistermorgen uit Harlingen op Vlieland aan
gekomen. Om twaalf uur heeft men getracht
naar Harlingen weg te varen, doch wegens
zwaren ijsgang is dit mislukt. De post kon
dan ook niet naar den vasten wal worden
gebracht. Hedenochtend zou een nieuwe
poging om met de „Vlieland" Harlingen te
bereiken, in het werk worden gesteld.
P. Louwerse werd 100 jaar geleden
geboren. - Vandaag is het 100 jaar geleden,
dat de bekende kinderschrijver P. Louwerse
te Vlissingen werd geboren. Na een onder
wijzersloopbaan, welke hij in 1888 wegens
doofheid moest verlaten, kreeg hq groote
bekendheid als schrijver van kinderboeken
en ook als dichter. Bekend zijn de liederen:
Op de groote stille heide en Waar de blanke
top der duinen.
Indische begrooting. - Verschenen is
het voorloopig verslag van de Tweede Ka
mer over de Indische begrooting voor 1940.
D00S 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
54)
„Nu, lieve", zei ze „zul je je goed houden?
Ik vind me een echt mispunt om je zoo in
de steek te laten, maar aan den anderen
kant hebben de bedienden er al zoo op ge
rekend, dat ik het ook niet leuk zou vinden,
om hen weer teleur te stellen. Je kamer is
al voor den nacht in orde gemaakt en in de
eetkamer kun je alles vinden. Ik heb er 'n
kouden maaltijd klaar laten zetten. We zul
len alle deuren en vensters aan den voor
kant afsluiten, zoodat je niets overkomen
kan. Om tien uur of half elf zijn we weer
terug. Dag!"
Ze bukte zich, als om haar een kus te ge
ven, maar ze bedacht zich nog. Het was net
alsof er iets tusschen de beide vrouwen ge
komen was. Judy had haar aarzeling be
merkt en verwonderde er zich over, maar
ze was het weer spoedig vergeten. Zij her
haalde haar beweging, dat ze zich best zou
kunnen redden, en Marguerite ging haaatig
weg.
Judy bleef haar nakijken en toen het
slanke, gracieuze figuurtje in huis verdween
sloeg ze haar oogen op en zag nog juist een
Glimp van Carlton Webb, die uit het raam
van de bibliotheek op haar neerkeek. Hij
verdween op het zelfde oogenblik en zij had
dus niet de gelegenheid om de uitdrukking
van zijn gezicht waar te nemen, maar zij
kreeg een onaangenaam gevoel, dat zij
maar nigt thuis kon brengen.
Zij verzette er zich tegen. Het was het
vreeselijke lustelooze gevoel, dat haar zoo
hulpeloos en bang maakte.
Een uurtje later, toen de zon achter de
rotsen aan het verdwijnen was, hetgeen de
schaduwen in de laan en op het water
daarachter langer maaktee hoorde zij de
telefoon gaan. Die bleef natuurlijk bellen en
het geluid klonk in den vallenden avond
zóó dringend, dat zij opstond om te gaan
luisteren. Ze had maar juist kracht genoeg
om zich voort te bewegen en zij voelde zich
erg licht in haar hoofd.
Eindelijk kwam zij in de hal, waar de te
lefoon was, en ze huiverde een beetje. Het
leek er erg donker en eenzaam, omdat zij
uit het volle licht kwam.
Zij nam den hoorn op en hield die aan
haar oor. Het eerste, wat ze te hooren kreeg
was haar eigen naam. „Judy Wellington"
zei een onduidelijke stem, die, zooals dat
meer met die afgelegen lijnen het geval is.
niet te herkennen was.
„Ik zou graag even met Judy Welling
ton spreken".
„Ja?" antwoordde zij. Daar spreekt u
mee. Met wien spreek ik?"
„O, ben jij het Judy? Goddank! Kun je
mij verstaan? Wat is dié lijn slecht. Ik ben
het oom Jim".
„O, lieve oom, ik zou je niet herkend
hebben!"
Er kwam zoo'n gevoel van vreugde over
haar heen, dat iedere achterdocht oogen-
blikkelijk verdween.
„Luister eens, Judy". Hoewel de stem
geenszins duidelijk was, klonk die toen
dringend. „Ik kan niet bij het huis komen.
Alle wegen worden bewaakt, ik moet
je spreken. Dat is van het hoogste belang.
Ik zal in het onbewoonde huis aan den an
deren kant van de baai zijn. Ik geloof, dat
je het van jullie huis uit kunt zien".
„Ja, ik zie het", Haar stem was schril
van opwinding. „Een alleenstaand huis, aan
den overkant van de rivier".
„Juist, dat is het. Daar ga ik naar toe.
Zoodra als ik er ben, zal ik op een van de
bovenkamers licht maken. Luister eens.
Judy Ik had graag, dat je daar naar toe
kwam. Zou dat gaan? Kan iemand je daar
éen boot leenen?"
„Ze zijn allemaal weg", zei ze, „maar dat
zal wel gaan. Ik zal er wel op de een of
andere manier zien te komen, schat, al zou
i<c er heen moeten zwemmen".
In haar opwinding vergat ze haar zwakte
heelemaal. Haar eenige wensch was, om
bij den man te komen, die haar geroepen
had.
„Ik zal een lichtje aansteken", vervolgde
de stem. „Zie een boot te krijgen. Er zal er
zeker wel eentje te vinden zijn, Dag, lieve
ling, tot straks, hoor".
Aan den anderen kant van den draad
klonk een zachte tik en daarna was het
stil. Judy bleef nog luisteren, maar ze
kreeg niets meer te hooren. Ze hing den
hoorn op en ging den tuin weer in.
Door haar onwillekeurig gewone bewe
gingen werd zij al heel gauw aan haar
vreeselijke physieke zwakte herinerd. Maar
ze was niet kleinzeerig en met inspanning
van al haar krachten zette ze door. Ze
dacht er geen moment aan, dat het een val
strik kon zijn, en het verzoek was voor
haar een bevel.
Hoe dan ook, ze liep den tuin door en het
strandje op. Ze had er een schuitenhuisje
ontdekt en merkte tot haar groote verlich
ting, dat het niet op slot was en dat er zich
een kleine roeiboot in bevond.
Eerst dacht ze, dat ze er nooit in zou sla
gen om het bootje vlot te krijgen, maar al
heel gauw merkte ze, dat de vloed opkwam,
zoodat het straks door het opkomende wa
ter van zelf los zou komeft.
Ze strompelde naar haar zitje onder de
boomen terug en bleef daar naar het huis
aan den overkant van de baai zitten kijken.
Door den grooten afstand leek het wel een
speelgoedhuisje en hoewel ze zeker wist, dat
ze er geen beweging in zou ontdekken,
bleef ze er met gespannen aandacht naar
turen.
Ze ging zelfs nog het huis in om een ver
rekijker te zoeken, maar toen ze die niet
vond, kwam ze een beetje ontmoedigd weer
terug.
Tot overmaat van ramp werd haar ver
moeidheid eerder erger dan minder, maar
toen ze alles nog eens goed overdacht,
meende ze het toch wel te kunnen bereiken,
want het bootje was licht en de afstand leek
niet zoo heel groot. Het water was zeer
kalm, alleen hier en daar was het maar even
gerimpeld.
Zoo verstreek langzamerhand de tijd en
de zon zonk steeds lager. Judy spande haar
oogen in. Was dat met een lichtje? Eerst
was zij er niet zeker van, of het niet de
weerspiegeling was van een der laatste zon
nestralen in de ruiten, maar toen het don
kerder werd begreep ze, dat het inderdaad
het afgesproken teeken moest zijn."
Zoo snel haar vermoeide en stramme le
dematen haar veroorloofden liep ze naar het
schuitenhuisje. Het kleine bootje wiegde
zacht heen en weer. Ze had maar één
wensch en dat was om zoo spoedig mogelijk
bij haar vader te komen. Ze stapte in en
stuurde het bootje de kreek uit. Het viel
haar niet mee en het leek wel of de roeispa
nen van lood gemaakt waren. Maar het
lichtje aan de andere zijde van het water
trok haar onweerstaanbaar aan. Ze om
klemde de riemen. Het leek nu een heel
eind en zij wist dat haar nog een heel zwa
re taak wachtte. Maar wat zij niet wist, was,
dat er bij het opkomende getij in de rivier
zulke gevaarlijke stroomingen ontstonden,
dat zelfs de ervaren visschers van de Oost
kust er bang voor waren; stroomingen waar
niemand met een boot veilig doorheen kon
komen.
Judy zette de tanden op elkaar en bracht
de boot naar het midden van den stroom,
iets waar Carlton Webb, die, mijlen van die
piek verwijderd, veilig en wel te midden
van een bende getuigen in een draaimolen
zat, op gespeculeerd had.
(Wordt vervolgd)
Naar 't Enge'.seh
van
Maxwell March.