KIORTH STATE
Voorstel tot herwaardeering van den goud
voorraad der Nederl. Bank.
Een boekenwinst van
f 221 miilioen.
Verlof aan vrijwilligers
voor Finland thans
ongewenscht.
EEN VERGADERING MET
HINDERNISSEN.
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
2
Ingediend is een wetsontwerp tot
voorloopige voorziening ten aanzien
van de waardebepaling van den
voorraad gouden munt en gouden
muntmateriaal van de Nederland-
sche Bank en regeling van de gevol
gen dier voorziening.
In de Memorie van Toelichting zegt de mi
nister, dat sedert .Nederland in September
1936 den gouden standaard heeft verlaten,
in de boeken der Nederlandsche Bank de
waardeering van den aan haar toebehooren
den goudvoorraad gehandhaafd is op den
grondslag van den ouden aankoopprijs van
goud, welke prijs laatstelijk 1647.50 per kg
fijn bedroeg. De depreciatie van den gulden
is derhalve bij die waardeering buiten aan
merking gebleven, eenerzij ds omdat ook in
andere landen, met name in Engeland, een
herwaardeering van den goudvoorraad niet
had plaatsgevonden, anderzijds in verband
met de mogelijkheid, dat binnen betrekke
lijk korten tijd tot het herstel van den inter
nationalen goud enstandaard en een defini
tieve stabilisatie van de nationale geldeen-
heden zou besloten kunnen worden.
De nadeel en, die naar het oordeel der
regeering moesten worden aanvaard, betref
fen in de eerste plaats de financiering van
het egalisatiefonds en voorts de voortzetting
van de afschrijving op het door de Neder
landsche Bank geleden pondenverlies over
eenkomstig de bij de wet van 27 Mei 1932
getroffen regeling. In beide opzichten is in
de eerste plaats het financieel belang van
den staat in het geding. De minister becijfert
het nadeel uit hoofde van deze beide om
standigheden op omstreeks 2% millioen per
jaar. Hierbij valt in het oog te houden, aldus
betoogt hij, dat, zou de rente op de geld
markt een verdere stijging gaan vertoonen,
dit nadeel dientengevolge aanmerkelijk zou
kunnen toenemen.
De minister is thans tot de slotsom geko
men, dat het blijven volgen van bovenge'
noemde gedragslijn, het brengen van niet
orhelaneriike offer-; voor het instandhouden
van een fictie onjuist zou zijn. Alle groote
landen en de rvergroote meerderheid der
overige landen he'ohen thans de denreciatie
van hun munteenheid in de boekhouding der
circulatiebanken rot uitdrukking gebracht
Dit moet er toe leiden, dat een terugkeer
tot de oude pariteit en een belangrijke ver
mindering van de huidige depreciatie niet
langer geacht kunnen worden op het terrein
der redelijke vewaehtingen te liggen. Bo
vendien is duidelijk tot uiting gekomen, dat
op een herstel van den gouden standaard en
een definitieve stabilisatie van de nationale
geldeenheden binnen betrekkeliik korten
termijn niet valt te rekenen. Men moge
zulks betreuren, het feit valt niet te ontken
nen en de regeering acht zich vernlicht uit
dit feit de conseouenties te trekken.
De minister is niet van oordeel,
dat thans tot de wettelijke stabilisa
tie van den gulden zou zijn over te
gaan. Zoolang belangrijke andere
landen niet tot het herstel van den
internationalen gouden standaard
bereid zijn, dient, naar zijn meening,
ook Nederland zijn vrijheid te be
houden. Het karakter van een zwe
vende valuta wordt derhalve door
de voorgestelde regeling niet aan
den gulden ontnomen.
Deze regeling beoogt, bij wijze
van voorloopige voorziening, gelijk
in de considerans wordt vermeld, te
geraken tot een herwaardeering van
den goudvoorraad van de Neder
landsche Bank op den grondslag
van een depreciatie van den gulden
met 18 ten honderd.
Dit percentage stemt ongeveer overeen
met de geringste depreciatie, welke de gul
den sedert het verlaten door Nederland van
den gouden standaard, heeft vertoond. De
tegenwoordige depreciatie bedraagt ten
naastebij 22 ten honderd. De minister meent
echter met het oog op het zooeven omschre
ven karakter van den gulden als zwevende
valuta en in verband met de abnormaal
hooge kosten welke onder de geldende om
standigheden aan goudverzendingen verbon
den zijn voorshands niet verder te mogen
gaan dan in het wetsontwerp wordt voorge
steld.
Door de thans voorgestelde her
waardeering van den goudvoorraad
van de Nederlandsche Bank wordt
een winst in guldens genoteerd
groot 221.000.000.
Tengevolge van de depreciatie met 18
zal n.l. de prijs van kg fijn stijgen van
1647.50 tot 2009. De hierbovengenoemde
winst zal worden bestemd:
1 tot vereffening van het destijds door de
Nederlandsche Bank geleden ponden
verlies ten bedrage van 30 millioen.
2 ter versterking van den kapitaaldienst
van het thans in voorbereiding zijnde
leeningsfonds tot een bedrag van 117
millioen gulden.
3 tot delging van het door het Egalisatie
fonds geleden boekverlies als gevolg
van de verschaffing van middelen aan
dit Fond"- -or middel van rentedra
gend sch dpapier, waartoe het res
tant zal worden bestemd.
De minister wil de voorgestelde regeling
op 31 Maart a.s. doen ingaan.
PSEUDO-GEESTELIJKE AANGEHOUDEN
TE ROERMOND.
Een goede vangst.
De politie te Roermond is et in geslaagd
de hand te leggen op zekeren C., geboren
te Wittem, die zich jarenlang voor geeste
lijke heeft uitgegeven en als zoodanig
heeft rondgezworven in Oostenrijk,
Duitschland, België, Frankrijk en Italië.
Ook in ons land heeft hij op verscheidene
plaatsen zijn practijken uitgeoefend.
Vrijdagavond om zeven uur werd de po
litie te Roermond opgebeld door een
geestelijke uit deze gemeente rret de rae-
dedeeling, dat zich iemand in zijn gezel
schap bevond die zich als geestelijke voor
deed, doch dirn hij niet vertrouwde. Na dit
telefoontje achtte de pseudo-geestelijke het
blijkbaar raadzamer zich uit de voeten te
maken. Hij had evenwel bij den geeste
lijke, dien hij had bezocht, een adres ach
tergelaten, waar hij den nacht zou door
brengen. De politie vervoegde z:ch aan dit
adres, waar zij een onderzoek instelde.
Men vond o.a. een koffer met waschgced
en priesterkleeren, w.o. een bonnet en
steek. Bij verder onderzpek bleek, dat de
gezochte zich ook te Maasnie! had opge
houden. Hier kreeg de politie eenige nade
re gegevens. Het signalement kon thans
worden samengesteld, waarop de politie
radio-omroep dit verspreidde. Het bleek,
dat de man zich van Roermond naar
Nijmegen had begeven, waar hij in een
klooster had overnacht.
Hij werd hier door de recherche achter
haald en op transport gesteld naar Roer
mond, waar hij Maandagavond arriveerde
en nog denzelfden avond aan een schern
verhoor wemd onderworpen. Hierbij kwam
vast te staan, dat de man zich bij zijn om
zwervingen had schuldig gemaakt aan
diefstal en oplichting. Onder 't voorwend
sel, dat hij over eenige maanden te Mar
seille tot priester zou worden gewijd had
hij geld en onderdak weten te verkrijgen.
De man had ii verschalende kloosters en
seminaries vertoefd. Gister is hij ter be
schikking van de justitie gesteld.
ffwespifn
Akkertje
1 j AMERICAN «/CIGARETTES
Op een schriftelijke vraag van het
lid der Tweede Kamer, den heer Van
der Goes van Naters (s.d.), betref
fende het verleenen van verlof aan
Nederlandsche vrijwilligers, zich in
Finschen krijgsdienst te begeven,
heeft de minister van algemeene
zaken a.i., voorzitter van den raad
van ministers geantwoord, dat de
regeering het in de bestaande tijds
omstandigheden ongewenscht acht te
bevorderen, dat aan Nederlanders
verlof wordt verleend in vreemden
krijgsdienst te treden.
N.S.B.-VERGADERING IN MILITAIR
GEBOUW.
Op schriftelijke vragen van het lid der
Tweede Kamer, de heer van der Goes van
Naters betreffende het houden van een
vergadering der N.S.B. in een gebouw,
waarin een militaire commandopost geves
tigd was, en het waarnemen van een tunctie
ïr. den „Nationalen Jeugdstorm" door een
reserve-kapitein, heeft de minister van de
fensie, geantwoord, dat het onderzoek ge
leid heeft tot de volgende conclusie:
a. Op 29 Nov. 1939 is in een hotel te Zeist
door de leden van de groepen Zeist en Drie
bergen van de N.S.B. een besloten verga
dering gehouden.
b. Voor het houden van de onder a. be
doelde besloten vergadering was geen
vergunning vereischt, noch van de burger
lijke, noch vap de militaire autoriteiten.
c. De zaal, waarin de vergadering werd
gehouden de beneden-achterzaal ligt
geheel afgescheiden van de localiteiten
op de eerste verdieping waarin de com
mandopost van den kantonnementscom-
mandant is gevestigd; zaal en commando
post kunnen niet door denzelfden ingang
worden bereikt; bovendien worden op de
i eerste verdieping de kamers, waarin de
bureau van de commandoposten gevestigd
zijn, door militair personeel bewaakt.
d. Er zijn geen militairen in de vergade
ring aanwezig geweest. Evenmin hebben
zich, gedurende de vergadering, militairen
opgehouden in de straat, waar het hotel is
gelegen.
e. De betrokken reserve-kapitein heeft
met de vergadering geen enkele bemoeienis
gehad.
Ontslag uit den dienst.
Deze conclusie geeft den minister geen
aanleiding tot het treffen van maatregelen.
Afgescheiden van het vorenstaande is meer-
bedoelde reserve-kapitein bij koninklijk be
sluit van 17 Januari eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend op grond van het
feit, dat hij nadat de minister van defen
sie hem er op had gewezen, dat aansluiting
bij of eenigerlei steunverleening aan den
nationalen jeugdstorm op grond van het be
paalde in de ministerieele beschikking van
10 Maart 1933, in strijd is met de plichten
van den militairen ambtenaar en derhalve
voor hem is verboden niet binnen rede
lijken tijd voor het lidmaatschap van den
nationalen jeugdstorm heeft bedankt.
DE VORST EN DE TUINBOUW IN HET
WESTLAND.
Bij den dooi is in het Westland gebleken,
dat de strenge vorst der laatste weken zeer
groote schade heeft aangericht aan de tuirj-
bouwgewassen. Vooral de te veld staande
spruitkool blijkt voor een groot gedeelte
vernietigd te zijn. Deze groote schade is
dus een herhaling van de vorstschade van
December 1938, toen vrijwel alle tuinbouw
producten vernietigd werden.
De tuinbouwers, vooral de spruittelers,
worden financieel zwaar getroffen.
Men verwacht ook, dat de glasandijvie
veel geleden zal hebben van de vorst. Over
het behoud van bloemkool- en slaplanten
zijn de verwachtingen ook niet hoog ge
spannen.
MAN EN VROUW BEWUSTELOOS
DOOR RIOOLGAS
Ongeval te Weesp.
Gistermorgen vroeg werden in een
woonhuis te Weesp een man en een vrouw
in diep bewusteloozen toestand aange
troffen.
Het parket uit Amsterdam stelde on
middellijk een onderzoek in. Het bleek,
dat hoogstwaarschijnlijk gas uit een riool
is ontsnapt. Dit riool, waarin onder gewone
omstandigheden voldoende buitenlucht
kan doordringen, was in deze dagen van
vorst en sneeuw volkomen afgesloten,
zoodat de ontwikkelde gassen een uitweg
zochten door een opening in een oud ge
deelte van het riool. Deze gassen zijp toen
in de woning terecht gekomen. Reeds
eenige dagen hadden de bewoners een
zonderlinge lucht in hun huis opgemerkt.
Zij waren echter niet naar bouw- en wo
ningtoezicht gegaan. In het riool bevonden
zich waarschijnlijk ook resten van wasch-
benzine, afkomstig van een naburige
garage.
AANGEHOUDEN WEGENS POGING
TOT DOODSLAG.
De Amsterdamsche politie heeft een
27-jarigen man in zijn woning in de Jan
Hanzer.straat aangehouden, verdacht van
poging tot doodslag. Hij had op den avond
an 8 Januari jl. een koopman in de Ten
fatestraat, bij wien hij als knecht in
lenst was, na een woordenwisseling op
het hoofd geslagen. Naar hij bij zijn ver
hoor bekende, omdat de baas onbillijk
tegen hem was opgetreden. De verdachte
had eenigen tijd geleden een hersenschud
ding opgeloopen en de gevolgen daarvan
waren nog steeds in zijn gedragingen
merkbaar. De man zal voor den officier
van justitie worden geleid.
NIET ZELF DISTRIBUTIESTAMKAARTEN
VERANDEREN.
Hoewel de distributiestamkaart nog niet
in gebruik is genomen ten dienste van de
distributie, is het goed, dat onder de aan
dacht van het publiek wordt gebracht, dat
het niet geoorloofd is, dat de houders van
deze kaarten wijzigingen aanbrengen in de
daarop gestelde gegevens.
Alle wijzigingen of aanvullingen op de
distributiestamkaarten b.v. in verband
met huwelijk of met verhuizing naar een
andere gemeente behooren te worden
aangebracht door den burgemeester of den
daartoe door dezen aangewezen ambtenaar
in de gemeente, waar men zich vestigt.
Het bovenstaande is niet van toepassing
op de rijksdistributiekaarten. Op deze kaar
ten kunnen de houders zelfs de verschillen
de gegevens vermelden. Adresveranderingen
binnen de gemeente worden op de distribu
tie-stamkaarten niet aangeteekend.
FELLE BRAND TE ZUTFEN.
Gistermiddag heeft in de Turfstraat te
Zutfen een felle brand gewoed in het
magazijn van rijwielen en onderdeelen,
electrische artikelen, enz. van den heer
Besselink.
Het vuur ontstond door het springen
van een flesch benzol en nam spoedig een
dreigend karakter aan. De bewoners kon
den zich nog juist bijtijds ir veiligheid
stellen.
Met groot materiaal rukte de Zutfensche
brandweer uit. Zeven stralen werden op
het brandende huis gericht, terwijl tege
lijkertijd de omliggende winkelhuizen
werden beschermd. Deze liepen dan ook
slechts waterschade op. de bram weer kon
niet verhinderen, dat het winkelpand en
de daarbSven gelegen woning geheel uit
brandden,
VLIEGTUIG EN VRACHTAUTO'S
NAAR URK.
Gistermiddag is de K.L.M.-piloot Bax met
een Fokker 7, komende van Schiphol, op
Urk geland. Het toestel had een hoeveel
heid post en tien kisten gist medegenomen.
Op den terugtocht nam de machine enkele
passagiers en post mede. Vanochtend is
wederom tweemaal een vliegtuig van Schip
hol naar Urk vertrokken voor het vervoe
ren van post en passagiers.
Van Lemmer komen regelmatig vracht
auto's met levensmiddelen over het ijs naar
Urk.
PARLEMENT
Eerste hamer
Minister Weiter kwam
te laat.
De Eerste Kamer was gisteravond bijeen
geroepen ter behandeling van een kleuie
agenda, waarop een drietal hamerstukken
voorkwam en een z.g.n. 5 a-contract, een
concessie-verleening volgens art. 5 a der
Indische Mijnwet aan de N.V. Mijnbouw
Maatschappij „Celebes" voor de opsporing
en ontginning van ijzer, nikkel, kobalt,
chroom en mangaan in een terrein, gelegen
in de residentiën Celebes en onderhoorig-
heden en Menado. Alleen bij dit laatste
ontwerp was eenige discussie te verwach
ten. Voor een onderhandschen verkoop van
grond te Amsterdam, de goedkeuring van de
heffing van een invoerrecht op zinkwit, en
de voorloopige gemeentelijke indeeling van
eenige gebieden langs den rand van den
Noordoostelijken polder zouden de sluizen
der welsprekendheid wel niet loskomen, on
danks het feit, dat de ministers van Boeijen
en de Geer aanwezig waren om eventueele
sprekers te woord te staan. Inderdaad gin
gen ze ook onder den hamer door.
Bij 't 5 a-contract stak de heer Vijlbrief
(s.d.) van wal, ongetwijfeld zich opmakend
om de bezwaren van zijn fractie, die dezelf
de zouden zijn als die van geestverwanten
in de Tweede Kamer en van een deel, zij 't
eveneens een minderheid, van den Volks
raad, uiteen te zetten, toen we eensklaps
minister van Boeijen naar den voorzitter
zagen schietèn en hem iets in 't oor fluiste
ren. Wat baron de Vos van Steenwijk niet,
maar de perstribune en wellicht eenige Ka
merleden wél hadden opgemerkt was, dat
de minister van koloniën achter de regee-
ringstafel ontbrak!
De voorzitter verzocht den heer Vijlbrief
wel zoo goed te willen zijn z'n rede af te
breken, omdat minister Weiter niet aanwe
zig was en minister van Boeijen niet ge
machtigd was hem te vervangen. In ver
band waarmede hij aan de Kamer voorstel
de de behandeling van het wetsontwerp tot
een volgende vergadering uit te stellen. De
Kamer had dezen keer onverwacht een
„vroegertje".
Vandaag behandelde de Senaat de be
grooting van buitenlandsche zaken.
De oorzaak van het feit, dat de minister
van koloniën niet op tijd verscheen, lag in
het feit, dat hij op weg naar het Binnenhof
vertraging ondervond doordat zijn auto te
kampen had met de gladheid. De minister
kwam slechts enkele minuten te laat in de
Kamer, doch de vergadering was inmid
dels verdaagd.
DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA
PER AUTO NAAR MARKEN.
Gistermiddag werd Monnikendam ver
rast door de komst van de koningin en prin
ses Juliana, die even over half vier per auto
in het dorp arriveerden. Op den Zuiderzee
dijk verlieten de vorstelijke personen den
wagen en begaven zij zich een oogenblik
op het ijs om te genieten van den prachti-
gen aanblik en de vroolijke bedrijvigheid
van de schaatsenrijders in oogenschouw te
nemen.
Daarna stapten beiden weer in de auto,
waarmede zij den tocht over de Gouwzee
naar het eiland Marken voortzetten.
Hierop volgde een tweede auto, waarin
het gevolg gezeten was.
Omstreeks half vijf keerden de auto's in
Monnikendam terug.
In vrij snelle vaart hadden de auto's
in totaal drie in getal naar Marken gere
den, vanwaar langs denzelfden weg de
terugtocht werd gemaakt. De bezoeksters
waren op het eiland niet aan land gegaan.
Oude man aan brandwonden overleden. -
Gisteravond is in het perceel Tweede Wete
ringdwarsstraat 35 te Amsterdam een 64-
jarige man op een petroleumkachel gevallen.
Er ontstond een kleine binnenbrand, welke
de brandweer spoedig had gebluscht. De
oude man bekwam deerlijke brandwonden
en moest naar het Binnengasthuis worden
overgebracht. Hier is hij kort na aankomst
overleden.
J^uMeion
Naa» t En^elsch
van
Maxwell March.
57)
Hij hoorde haar zuchten en hij voelde
haar kleine, koude hand, die de zijne zocht
Toen viel plotseling het felle licht van een
sterke zaklantaarn op zijn gezicht en een
stem, die hij allerminst verwacht had zei
zacht:
„Inspecteur Biest, als ik het wel heb. Mis
schien wilt u zoo goed zijn, om uw handen
boven uw hoofd te houden. Er is een revol
ver op u gericht, Ik heb twee helpers aan
boord en ik kan u wel verzekeren, dat zii
een paar vormen, dat zelfs door een man
van uw postuur niet met bloote handen
moet worden aangepakt en zeker niet in 'n
boot, die zulk een kostbare lading heeft".
David gehoorzaamde. Het bloed in zijn
hersens scheen ijs te worden, want zonder
verderen uitleg wist hij, dat de man, voor
zijn oogen door het felle licht onzichtbaar
niemand anders was dan Saxon Marsh, zijn
en Judy's gevaarlijkste vijand.
HOOFDSTUK XXI.
Mijn toekomstige vrouw.
„Hoewel het wel uw laatste bootreis za)
zijn, inspët leur, hoop ik toch, dat u zich op
uw gemak zult voelen".
Bij het zwakke schijnsel, dat terugkaatste
van den lichtbundel, die de boot in de goe
de richting moest houden, kon David nog
juist het skeletachtige gezicht van den man,
die tegenover hem zat, onderscheiden,
Judy lag als een klein, zielig hoopje op
de bank naast hem. De twee leden van de
bemanning hadden hun handen'vol, de een
met het stuurrad en de ander met het zoek
licht.
De kleine roeiboot was niet meer te zien,
want de motorboot liep op volle kracht en
had den steven naar de open zee gewend.
David was m.achteloos. Hij wist, dat hun
eenige kans op redding daarin bestond, dat
hij zich kalm hield en rustig zijn tijd af
wachtte. De zware revolver van Saxon
Marsh was steeds op zijn lichaam gericht
en hij was ervan overtuigd, dat de man bij
de minste beweging zonder aarzelen zou
schieten.
„Ik voel mij volkomen op mijn gemak,
mijnheer Marsh", loog David. „Zelfs mijn
kleeren beginnen weer op te drogen. Als
het niet al te brutaal is, zou ik wel graag
willen weten waar we naar toe gaan".
Saxon Marsh lachte wreed. „Dat is niet te
veel gevraagd. Ofschoon u ons niet aldoor
zult vergezellen, inspecteur, vind ik toch
wel, dat u er in zekeren zin recht op hebt.
om te weten wat ik met u en uw jonge
vriendin voor heb, In de eerste plaats", ver
volgde hij op een rustigen conversatietoon,
„zult u er misschien belang in stellen, te
hooren, dat u het niet zoo heel lang meer
maken zult. En het komt alleen doordat ik
liever reis met een levenden man dan met
een lijk aan boord, anders was u al dood
geweest, een kieskeurigheid, die u misschien
niet van mij verwacht had. Ik vind het be
ter, uw lichaam aan de volle zee toe te ver
trouwen, inspecteur. Het strookt ook beter
met mijn voornemens, als u met gespleten
schedel op de een of andere vreemde kust
aanspoelt".
Hier hield hij een kleine pauze,
„De vreemde politie zal ook niet zooveel
gevoelige belangstelling voor het lot van
een Engelschen confrère aan den dag leg
gen, als de Londensche politie voor hun
direeten collega. Daar ik misschien nog van
plan ben om weer naar Engeland terug te
keeren, wil ik mij ervoor vrijwaren, dat ze
mij dan met een stelletje officieële vragen
komen lastig vallen".
David ging makkelijk achterover zitten
en keek den man met half gesloten oogen
aan. Hij vroeg zich af, wat voor een kron
kel in de koude, berekenende hersenen het
wel kon zijn, die Marsh.er toe bracht, om
zijn toekomstige slachtoffers met zichtbaar
genoegen te martelen. De man had er ple
zier in, voelde hij instinctief. Er klonk onmis
kenbaar voldoening in zijn stem, een soort
tevredenheid, die hij blijkbaar niet onder
zich kon houden, zelfs niet, als hij dat ge
wild had.
David besloot die zwakheid uit te bui
ten. Het was wel een stroohalmpje, waar
hij zich aan vastgreep, maar het was in elk
geval toch iets.
„Ik bewonder uw overleg, mijnheer
Marsh", zei hij, „En bent u van plan met
deze boot Engeland te verlaten? Ik geloof
wel, dat u het Kanaal er mee oversteken
kunt".
„Mijn waarde heer", zei Marsh geamu
seerd, „ik ben niet jong meer. Op mijn
leeftijd gaat men niet meer op avontuur
uit. Mijp jacht wacht op me. Sinds van
avond zes uur wacht het al op me. Ik kom
dus niet eens zooveel te laat. Mijn kapitein
kan tevreden zijn, want ik ben niet altijd
zoo punctueel. Maar dank zij een gelukki
ge omstandigheid, en u niet te vergeten,
mijn beste inspecteur, ben ik in staat ge
weest, alles wat ik mij voorgenomen had.
met een minimum moeite en risico voor
mijzelf af te doen. Maar dat kunt u natuur
lijk niet begrijpen".
„Dat vrees ik ook", merkte David droog
jes op. Hoewel hij zich heel goed in be
dwang hield, vond hij die rustige stem, die
al die schurkachtige onthullingen deed, om
razend van te worden.
„Daar wij toch nog éven den tijd heb
ben, kan ik het u misschien nog wel duide
lijk maken".
Weer was aan zijn stem te hooren, dat
hij erg met zich zelf en zijn schurkenstre
ken was ingenomen.
„Door omstandigheden ben ik genood
zaakt, het land voor korten tijd te verlaten
Ik ben namelijk bang, dat ik dezen morgen
door een vreeselijk vervelende jonge dame
herkend ben en daar zij in gezelschap was
van een actief uitziend inspecteur van poli
tie, oordeelde ik het beter, om voor een
tijdje te verdwijnen. En daarom heb ik mij
In verbinding gesteld met den kapitein van
mijn jacht.
„Niettemin was ik besloten, om dat, waar
ik mijn zinnen op gezet had, niet prijs te
geven. Ik ben een welgesteld man, inspec
teur Biest, en ik wensch dat tot mijn dood
toe te blijven, Daarom was ik van plan het
fortuin en passant mee te nemen, Ik hoop
niet, dat ik u verveel?"
„Geen sprake van", zei David laconiek,
Saxon Marsh zuchtte. „Wat plezierig is
het toch, om een belangstellend toehoorder
te hebben! Heusch, inspecteur, het zal mij
werkelijk verdriet doen u te moeten ver
liezen. Nu dan, ik had mij op de hoogte ge
steld waar mijn fortuin zich bevond en
toen kwam het bij mij op, daar de vesting
aan de landzijde zoo goed beschermd was,
dat het van den zeekant uit misschien be
ter zou gaan. Ik kwam dan ook de kust
langs, om juffrouw Wellington uit de ar
men van haar, door zich zelf tot bescher
mers gepromoveerde gastheer en gast
vrouw over te nemen en haar op romanti
sche wiize te ontvoeren, wat, haar jeugd In
aanmerking genomen, wel niet in slechte
aarde zal vallen. Ik geef toe, dat kidnappen
want ik ben bang, dat 't inderdaad kidnap
pen is geweest, mij wel den noodigen last
zou kunnen opleveren, maar ik ben wer
kelijk verheugd, u te kunnen zeggen, dat
alles dank zij uw hulp practisch zonder de
minste moeite is verloopen. Uw verschij
ning, mijn beste inspecteur, is eigenlijk het
eenige, waar ik geen rekening mee gehou
den heb. Ik vrees, dat het u uw leven zal
kosten, maar zooals de zaken nu staan, zie
ik niet in, hoe dat verholpen zou kunnen
worden".
Hij zweeg en bleef raadselachtig zitten
lachen, terwijl de revolver nog aldoor op
den jongen man gericht was.
Judy bewoog zich, maar ze deed geen
pogingen om op te staan en Saxon Marsh
klopte haar zonder haar aan te zien op den
schouder, want zijn oogen gingen geen se
conde van zijn gevangene af.
(Wordt vervolgd)