DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
België wil zelf beslissen wanneer het de hulp
der geallieerden noodig heeft
Diplomatiek overleg inzake het gebeurde
met de Asama Maru.
De strijd in Finland.
DE PERSMAATREGELEN IN BELGIE
Toepassing van een wet uit den
vorigen oorlog.
De algemeene toestand.
De neutralen
en de blokkade.
De Rritscbe oarnnUe voor
Reloië
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk f 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. KERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef. 3320, redactie 3330
No. 21
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Directeur: C. KRAK. Donderdag 25 Januari 1940
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
142e Jaargang
In het Britsche Lagerhuis is Engelands garantie aan België ter sprake ge
komen. Minister-president Chamberlain verklaarde, dat Engeland aan
België hulp beloofd heeft in geval het door Duitschland wordt aangevallen.
Hoe Engeland de garantie zal nakomen, heeft de volle aandacht der Britsche
regeering.
In België zelf is men van meening, dat over agressie of bedreiging met
agressie door de Belgische regeering zelf moet worden geoordeeld, zoodat
het verzoek om hulp van België moet uitgaan en niet een ander te beoor-
deelen heeft of België militairen steun der geallieerden noodig heeft. Ware
het anders, dan zou het geringste grensincident voor de geallieerden een
motief kunnen zijn om hun troepen naar Belgisch gebied te sturen.
Minister Arita heeft in Tokio een uiteenzetting van het gebeurde met
de Asama Maroe gegeven in een bijeenkomst van kabinetsleden en leden
van den Landdag en daarbij verklaard, dat de Japanscbe marine gereed is
om zoo noodig maatregelen te treffen. Van vele zijden dringt men er bij de
Japansche regeering op aan, krachtige maatregelen te nemen. In Londen
heeft de Japansche gezant naar aanleiding van deze kwestie een onderhoud
met minister Halifax gehad.
Ten N.O. van het Ladogameer wordt nog heftig gevochten, waarbij de
Finnen tot dusver de zware Russische aanvallen kunnen afslaan. Men ge
looft in Helsinki, dat het Russische offensief hier weldra tijdelijk zal ge
staakt worden, daar de ravitailleering der Russische troepen hier te groote
moeiijkheden oplevert.
(Van onzen correspondent.)
Brussel, 23 Januari 1940.
Be Belgische regeering heeft, zooals be
kend, de vorige week, een verbodsmaatregel
uitgevaardigd wat betreft het orgaan van
de Vlaamsche nationalisten „Volk en Staat"
en enkele andere weekbladen van minder
beteekenis. De schokkende gebeurtenissen
van den laatsten tijd maken het publiek on
gevoelig voor een verschijningsverbod ten
opzichte van een persorgaan. Herhaaldelijk
reeds hebben sedert het uitbreken van den
oorlog inbeslagnemingen plaats gehad van
binnen- en buitenlandsche dagbladen.
Het orgaan van de communisten „La
Voix du Peuple", dat dagelijks verscheen,
en het Vlaamsch communistische weekblad,
werden onlangs verboden.
Het optreden van de regeering tegen wat
genoemd wordt in algemeenen zin ontwrich
tende propaganda is gebeurd de vorige
week vrijwel onmiddellijk nadat de indruk
over de nieuwe mobilisatiemaatregelen
eenigszins was geluwd. Het vond zijn aan
leiding in kritiek op dé genomen maatrege
len. In „Volk en Staat" was een artikel ver
schenen waarin betoogd werd, dat de geno
men maatregelen onredelijk waren, dat de
helft van het leger moest worden gedemo
biliseerd, want dat 's lands economie zou
ten onder gaan en verder dat alles er op
wees dat de militairen hun invloed wilden
uitbreiden en een militaire dictatuur werd
voorbereid. Het artikel was geschreven door
Staf De Clerca, leider van het „Vlaamsch
Nationaal Verbond". Het dient gezegd, dat
nog verscheidene andere bladen hadden op
gemerkt, dat de vorming van het algemeen
hoofdkwartier geen reden mocht zijn om de
normale werking van de grondwettelijke in
stellingen te verhinderen. In zijn interpel
latie welke in den Senaat heeft plaats gehad
heeft de minister van binnenlandsche zaken,
van der Poorten aan den interpellant, mr.
Borginon, doen opmerken, dat ook tegen
„De Volksgazet" maatregelen waren over
wogen, maar dat dit blad op zijn uitlatingen
terug is gekomen.
De eerste minister heeft een verklaring
afgelegd waaruit blijkt, dat de vrees vol
gens dewelke de militaire autoriteiten in de
plaats zouden treden van de burgerlijke en
de grondwettelijke instellingen buiten wer
king zouden worden gesteld totaal onge
grond is. „De Volksgazet", waarin Cam.
Huysmans invloed uitoefent, schreef harer
zijds dat vrienden, waarin zij volstrekt ver
trouwen heeft, haar hebben overtuigd dat
de regeering haar volle gezag handhaaft en
dat haar eerste vrees ongegrond was. Er
kunnen geen persorganen worden aange
haald die den maatregel tegen „Volk en
Staat" afkeuren.
De houding van het blad vertoonde ook
een zeker dubbelzinnigheid vergeleken bij
de houding van de VI.-nationalistische par
lementsleden die er voor opkomen dat zij
de regeering in haar strenge neutraliteits
positie rechtzinnig wenschen te steunen.
Censuur wordt door de grondwet verbo
den en de grondwet kan noch geheel noch
gedeeltelijk buiten werking worden ge
steld. Nochtans wordt aanvaard dat om
standigheden zooals de oorlog censuur kun
nen rechtvaardigen. Zij werd ingesteld door
de besluitwet van 16 October 1916. De
grondwettelijkheid van deze besluitwet
werd door het Hof van Cassatie bekrachtigd,
doch de vraag is of zij thans van toepassing
kan worden geacht. De wet voorziet dat zij
van kracht is als het land in staat van oor
log of in staat van beleg verkeert. België
heeft op 3 September een neutraliteitsver-
klaring afgelegd. Bijgevolg is het land niet
in staat van beleg of in staat van oorlog. De
wet op de strafrechtspleging voor het leger
verklaart dat zij van kracht wordt in oor
logstijd van den dag bij Koninklijk Besluit
bepaald voor het mobiel maken van hel
leger en buiten werking wordt gesteld den
dag dat het leger op vredesvoet wordt ge
bracht. Doch de toepassing bij uitbreiding
en analogie van een wettekst op een andere
wet wordt door de juristen niet aanvaard.
Dit belet niet, dat de regeering zich op de
wet blijft beroepen om controle uit te
oefenen op de pers. Deze controle bestaat
in de toepassing van het verbod dagbladen,
brochures, geschriften, teekeningen, pren
ten, uit te geven of te verspreiden of in
lichtingen bekend te maken welke „den
vijand" kunnen bevoordeelen of een ongun-
stigen invloed kunnen uitoefenen op den
geest van de soldaten en de bevolking. De
regeering moet dus interpretatief te werk
gaan.
Practisch ligt het voor de hand dat de
regeering zich door geen juridische bezwa
ren wenscht te laten weerhouden in haar
taak om de positie van het land volledig te
verdedigen. In perskringen is herhaaldelijk
betoogd, bij elke argumentatie tot hand
having van de persvrijheid, dat deze vrij
heid geen voorwendsel kan zijn tot onder
mijning van de grond wetttelijke instellingen
of slooping van het gezag. Persvrijheid mag
geen bandeloosheid zijn. In werkelijkheid
blijkt hierdoor dat in het openbaar recht
een stadium ontbreekt dat ligt tusschen den
vredestijd en den oorlogstijd. In dezen
toestand is het oorlogsgevaar reeds beslo
ten en aan de daarmee verband houdende
gevaren moet het hoofd worden geboden.
Het is een feit, dat het verschijningsver
bod ook gepaard gaat met een onderzoek
om uit te maken of de geldbronnen niet uit
het buitenland afkomstig zijn, daar het voe
ren van propaganda om de integriteit van
DE CONTRABANDECONTROLE.
Het Britsche ministerie van economischen
oorlog deelt mede, dat zich op 23 Januari in
de drie controlebases van het vereenigd
koninkrijk 35 neutrale schepen bevonden.
Daarvan lagen 25 schepen daar vijf dagen
or -korter. Tot het totaal behoorden 19 Ne-
derlandsche schepen, 4 Noorsche, 3 Belgi
sche, 3 Finsche, 2 Zweedsche en 2 Deensche.
JOEGOSLAVISCHE TORPEDOJAGER
GEZONKEN.
De Joegoslavische torpedojager Loebliana
is gistermiddag, na op een zich onder water
bevindend rif te zijn gestooten, is de Adria-
tische zeehaven Sibenik gezonken. Er zou
den talrijke slachtoffers te betreuren zijn.
De ramp geschiedde toen het schip met
twee andere torpedojagers, de Belgrado en
de Zagreb, manoeuvreerde om de haven
binnen te komen. De autoriteiten hebben
terstond een onderzoek ingesteld en de ha
ven door politie laten afzetten.
Het gerucht gaat, dat de commandant van
den gezonken oorlogsbodem zich van het
leven heeft beroofd.
Met betrekking tot het vergaan van den
Joegoslavischen torpedojager Loebliana in de
haven van Sibenik wordt nader gemeld, dat
de storm, die vandaag aan de Joegoslavische
Adriat.ische zeekust woedde sterke stroo
mingen aan den haveningang tengevolge had
en het manoeuvreeren zeer bemoeilijkte. De
Loebliana slaagde erin, de haven binnen te
komen, doch door den stroom werd de oor
logsbodem op een rif gedreven.
Terstond stroomde het" water de machine
kamer binnen het schip zonx vrijwel onmid
dellijk. Toen de ramp zich afspeelde had de
Loebliana 130 man aan boord. De torpedo
jagers Belgrado en Zagreb snelden direct
té hulp, doch toen zij ter plaatse waren,
was de Loebliana reeds onder water ver
dwenen. Daardoor heeft men ook het aantal
slachtoffers nog niet kunnen vaststellen.
De Loebliana was in-Joegoslavië gebouwd
en in 1938 te Split te water gelaten. Het was
een der vier torpedojagers der Joegoslavi
sche marine.
Kapitein Achlin, de commandant van de
Loebliana, die gered kon worden, is in ver
band met het onderzoek in verzekerde be
waring gesteld.
HET BELGISCHE SCHII' „MEUSE"
VERMOEDELIJK VERGAAN.
Officieel wordt vernomen, dat aan den
oever van de Theems bij Gravesend een
vlot is gevonden, dat heeft behoord aan het
Belgische schip „Meuse", dat sedert enkele
da'To werd vermist. Op het vlot lag hét
stoffelijk overschot van vier opvarenden
van de „Meuse", waaronder dat van den ka
pitein van Dijck.
De zeelieden zijn niet omgekomen van
honger of dorst, want op het vlot waren nog
levensmiddelen, men veronderstelt, dat de
schipbreukelingen tengevolge van koude om
het leven zi.in gekomen. Vermoedelijk is het
schio'met de geheele bemanning verloren.
Naar nader wordt vernomen bevonden
zich aan boord van het Belgische" vracht
schip „Meuse" dat als verloren moet wor
den beschouwd, twaalf personen en niet,
zooals gisteren werd gemeld, zeven.
LADING CELLULOSE VERBEURD
VERKLAARD.
Een Noorsch schip, dat verscheidene da
gen te Hamburg was vastgehouden, is thans
weer vrijgelaten, zijn lading cellulose is ech
ter verbeurd verklaard.
Een Zweedsch en een Finsch schip zijn
met hun lading geconfisqueerd.
DE AANHOUDING VAN JAPANSCHE
SCHEPEN.
Uit San Francisco wordt gemeld:
De Japansche scheepvaartlijn „L.ppon
Yoesen Kaisja" heeft medegedeeld, dat zij
geen dienstplichtige Duitschers meer zal ver
voeren. De bemanning van de tot zinken ge
brachte „Columbus" zal daardoor niet van
de schepen dezer reederij gebruik kunnen
maken om den stillen Oceaan over te ste
ken. De N.Y.K. is eigenaresse van de „Asama
Maroe" en de „Tatoeta Maroe".
hetland te schenden, afbreuk te doen aan
de onafhankelijkheid van het rijk of de
trouw der staatsburgers aan het wankelen
te brengen, met uit het buitenland afkom
stige middelen, veroordeeld kan worden tot
vijf jaar gevangenisstraf.
De juridische betwisting is ten slotte
slechts theoretisch. De Kamercommissie van
Justitie heeft te kennen gegeven dat de
kwestie zou moeten onderzocht worden door
de regeering en nieuwe wettelijke maat
regelen zou moeten voorstellen aan het par
lement om de besluitwet van 1916 ook in
den huidigen toestand van neutraliteit van
toepassing te maken zonder dat zulks tot
misverstand zou kunnen aanleiding geven.
Niet de maatregelen zelf worden door de
critiek beoogd, maar de vorm en de basis
waarop zij steunen.
Het is uit de verklaringen van diverse
staten wel gebleken, dat men er slaar aller
minst enthousiast over is, dat minister
Churchill dezer dagen openlijk de positie
der neutralen heeft besproken en als gevolg
daarvan een groot deel der Britsche en
Fransche pers eveneens tot de conclusie
is gekomen, dat die neutralen het Europee-
sche conflict eigenlijk veel te gemakkelijk
opnemen.
Wanneer er een keuze moet worden ge
daan tusschen een Europa, dat door dictato
ren geregeerd zal worden of het werelddeel
waarin groote en kleine staten in vrede en
vriendschap met en naast elkaar zullen
leven, dan is zoo betoogt men thans in
de pers der geallieerde staten -L de keuze
niet moeilijk.
Polen en Tsjecho-Slowakije hebben be
lwezen wat den kleinen neutralen te wach
ten staat als Duitschland zou overwinnen.
Welnu, waar Engeland en Frankrijk voor
namelijk voor de vrijheid en zelfstandig
heid der kleine neutralen strijden, is het
vanzelfsnrekend. dat die neutralen zelf niet
met de handen in de zakken naar de vecht
partij staan te kijken, maar een handje mee
helpen om den strijd zoo spoedig mogelijk
te hunnen gunste te kunnen beëindigen.
Men heeft zich alom afgevraagd wat een
man als Churchill, die precies den militai
ren en economischen toestand van Enge
land en Frankrijk kan beoordeelen, er toe
bewogen heeft een dergelijke houding aan
te nemen.
Men mag er veilig uit concludeeren, dat
het de geallieerden niet onwelgevallig zou
zijn als b.v. de Scandinavische staten als
mede Nederland en België hun neutrali-
teitshoudirig lieten varen en openlijk de
zijde der geallieerden zouden kiezen. Dat
men deze staten in den grooten strijd zou
willen betrekken, kan natuurlijk het ge
volg zijn van militaire overwegingen omdat
men heel goed begrijpt, dat het vastloopen
der troepen aan de Maginot- en Siegfried-
linie elke militaire actie van beteekenis on
mogelijk maakt en de oorlog daardoor nog
jaren zal kunnen duren.
Men zou wanneer de kleine neutrale
staten in Noord- en West-Europa in den
strijd werden betrokken natuurlijk een
geheel anderen toestand krijgen. Men zou
kunnen trachten een omtrekkende bewe
ging naar het Noorden te maken en wat het
inschakelen van Nederland en België be
treft is het duidelijk, dat het Duitsche front,
niet langer tot de Siegfriedlinie beperkt,
honderden kilometers langer zou worden,
dat de kracht van dat front in dezelfde mate
In het Lagerhuis heeft Henderson Ste
wart den premier gister gevraagd, of de
verklaring van generaal Gort, volgens wel
ke de Fransch—Britsche garanties bliksem
snel in werking zouden treden, bij een aan
val op België, de weloverwogen opvatting
der regeering weergeeft. Chamberlain ant
woordde, dat de regeering haar volle aan
dacht wijdt aan de vraag, door welke mid
delen Engeland zijn garantietoezeggingen
van welken aard zal nakomen. De premier
herinnerde aan het verdrag van Locarno
van 1925, bevestigd in 1936. aan de Britsch-
Fransche verklaring, die daarop volgde en
aan die, door den ambassadeur te Brussel
op 27 Augustus 1939 tegenover den koning
der Belgen afgelegd.
Stewart stelde daarop de vraag: „Wat is
het criterium voor een aanval?"
Zou het een bedreiging met aanval in
houden en wie zou daarover beslissen?"
Hierop antwoordde Chamberlain: „De re
geering moet zich het recht voorbehouden
daarover te beslissen".
Naar aanleiding van de door Chamber
lain in het Lagerhuis afgelegde verklaring
betreffende de garantie aan België, in het
bijzonder zijn opmerking, dat de regeering
zich het recht moet voorbehouden te be
slissen, wanneer sprake is van agressie,
wordt er, naar de diplomatieke correspon
dent van Reuter meldt, in Belgische kringen
te Londen op gewezen, dat de voornaam
ste factor, die de garantie van kracht zou
doen worden, moet zijn een door België zelf
te doen verzoek, de bepalingen der garan
tie van kracht te doen worden.
DE STRIJD IN CHINA.
Uit Tokio wordt gemeld: Japansche troe
pen hebben zich meester gemaakt van
Siautsjang en verscheidene strategische pun
ten in de provincie Tsjeriang. Zij hebben
hierbij een geheele Chineesche compagnie
gevangen «rnomen.
Zie verder Buitenland pag. 3, Ze blad. i
zou afnemen als de lengte zou toenemen en
dat er dus meer kans zou zijn den strijd op
Duitsch gebied over te brengen.
Het is moeilijk te beoordeelen of in dat
geval de geallieerden dan wel Duitschland
in het voordeel zouden komen. Want ook
Duitschland zou daardoor meer bewegings
vrijheid krijgen al zou het in België op een
zeer sterken gordel van versterkingen stui
ten en al zou onze waterlinie bij een doel
treffende verdediging wel eens even groote
moeilijkheden kunnen bieden als de Russen
in de sneeuw- en ijsvelden van Finland heb
ben gevonden.
Bovendien is het duidelijk, dat Duitsch
land er onmiddellijk twee vijanden bij zou
krijgen die hun huid duur zouden verkoo-
pen en wanneer ook de Scandinavische lan
den in den oorlog werden betrokken zou de
militaire krachtsverhouding zich wel eens
spoedig ten gunste der democratische staten
kunnen wijzigen.
Evenwel er zijn nog andere factoren dan
militaire welke het voor de geallieerden
wenschelijk kunnen maken, dat neutrale
staten de zijde van Frankrijk en Engeland
kiezen.
Duitschland wordt geblokkeerd, maar
iedereen begrijpt wel, dat een blokkade die
alleen aan den Westkant gevoerd wordt
weinig doeltreffend is als naar het Oosten,
naar het Noorden en Zuiden alle deuren van
het groote Duitsche rijk voor in- en uitvoer
blijven openstaan.
En ondanks alle verzekeringen hoe ver
schrikkelijk het Europa zal zijn waarin
Duitschland niet volkomen overwonnen en
gezuiverd is, blijven tal van neutrale
staten maar handelsovereenkomsten met
Berlijn sluiten.
Wat Duitschlands metaal-positie betreft
kunnen Zweden, Noorwegen en eenige bal-
kanlanden ijzererts en chroomerts leveren,
Zuid-Slavië koper en lood, België koper, tin,
radium en kobalt- en Nederland tin, in zoo
verre men dat tenminste door de Engelsche
contrabande-bepalingen zelf nog uit eigen
koloniaal gebied of overzeesche staten kan
invoeren. Rusland kan mangaanerts leveren,
maar de transportmoeilijkheden zijn zoo
groot, dat de Russische hulp meestal onvol
doende is.
Duitschianu neeit wat zijn vaak precair
geachte metaalpositie betreft, behoorlijke
reserves, maar zoo lang het voldoende kan
invoeren behoeft het die reserves niet aan
te spreken en daarom dringt het Engelsche
blad de Times er ten sterkste op aan, dat
de geallieerden maatregelen zullen nemen
indien zij althans hun economischen oorlog
binnen een redelijken tijd doeltreffend wil
len maken. Het eenige wat men in Engeland
en Frankrijk tot dusver daartegen heeft
kunnen doen is alles wegkoopen waaraan
men denkt, dat het naar Duitschland zal
kunnen gaan, zooals men ook in Roemenië
zooveel petroleum,, gekocht heeft, dat
Duitschland zijn portie niet meer kon krij
gen. Engeland zou nu zoo spoedig mogelijk
groote hoeveelheden ijzererts in Zweden
moeten koopen. Natuurlijk is dat een ge
vaarlijke politiek omdat men daardoor in de
geallieerde staten ook veel moet koopen
waaraan men geen behoefte heeft en andere
artikelen in ruil moet geven die men zelf
liever zou houden.
Wanneer de neutralestaten nu maar be
sloten zich bij Engeland en Frankrijk aan
te sluiten om gezamenlijk tegen Duitsch
land ten strijde te trekken dan zou alles
heel wat eenvoudiger zijn. Dan werd uit "tal
van neutrale landen de uitvoer naar
Duitschland eenvoudig stop gezet en dan
was er een zeer moeilijk probleem opge
lost, een probleem dat, naar men in de ge
allieerde staten heel goed begrijpt, een der
moeilijkste uit den geheelen oorlog zal blij
ken.
Wanneer men in Duitschland b.v. zoo on
verstandig zou zijn de Belgische grens te
schenden en België zijn gebied onmiddellijk
voor de troepen der geallieerden openstelde,
dan zou men dat in Engeland en Frankrijk
met alle spijtbetuigingen voor België eri
met verontwaardigde artikelen over den
nieuwen aanval op een kleinen neutralen
staat waarschijnlijk niet onfortuinlijk
vinden.
Want dan zou Duitschland er zelf toe
meewerken, dat tot stand kwam wat de heer
Churchill nog dezer dagen vanzelfsprekend
geacht heeft.
Wanneer Duitschland zoo verstandig is de
neutralen buiten den strijd te laten, mag,
ondanks de min of meer dreigenden toon in
de Engelsche pers, gerust geconstateerd
worden, dat wij van de zijde der geallieer
den voor opzettelijke schending van ons ge
bied niet hebben te vreezen.
Want Engeland, dat voor'de vrijheid en
de levensrechten van kleine naties strijdt,
zou tegenover een wereld van toeziende
staten al een heel zonderling figuur maken
als het in dien strijd zelf tot aantasting van
het gebied der kleine neutralen in Europa
zou besluiten.