DE REDE VAN CHURCHILL
De Russische aanvallen duren voort.
Een vurig pleidooi voor nationale
krachtsinspanning.
Fransche legerberichten.
Finsche gevangenen krijgen amnestie om
aan het front te strijden.
TWEEDE BLAD.
3
Zaterdagmiddag heeft de Britsche mi
nister van marine, Churchill, voor een
groote vergadering te Manchester zijn
reeds aangekondigde rede gehouden.
Het is, zoo zeide Churchill o. m., onmo
gelijk te zeggen wat het verloop van den
oorlog zal zijn, doch wij zijn er zeker van,
dat tenslotte het recht zal zegevieren. Wij
zijn vastbesloten, onze rol waardig en
trouw tot het einde toe te vervullen.
Na herinnerd te hebben aan de pogin
gen, die de vijand onderneemt om „den
overzeeschen handel, waarvan wij leven"
te vernietigen, vervolgde spr.: geleerd
door de harde ervaring, pas ik er steeds
zorgvuldig voor op, overmatig optimistisch
te zijn of overdreven voorstellingen van
succes te doen. Doch ik denk, dat u het
met mij eens zult zijn, dat de marine de
natie tot dusver niet in den steek heeft
gelaten. Wij moeten een meedoogenlooze
tol betalen voor de beheersching der
zeeën.
Tot dusver is onze strijd ter zee onmis
kenbaar met succes bekroond. De Duitsche
handel en scheepvaart zijn van de zeeën
verdreven. Minstens de helft van de
U-booten, waarmede de vijand den oorlog
is begonnen, is vernietigd en de nieuw
bouw is achtergebleven bij wat wij oor
spronkelijk hadden geschat. Wij zien geen
reden waarom het mijnengevaar niet even
doeltreffend onder de knie kan worden
gekregen als in den vorigen oorlog. Laat
daarom niemand den moed verliezen als
hij leest van de dagelijksche verliezen.
Laat ieder bedenken, dat na vijf maanden
van verwoeden zeeoorlog de kansen 500
tegen 1 staan tegen het zinken van een
schip, dat zich houdt aan de instructies
van de admiraliteit en zich bij de Britsche
convooien aansluit.
Zeer belangrijke versterkingen zijn in
aantocht, zoowel voor onze marine als
voor onze koopvaardij, ten einde aan
nieuwe gevaren en nieuwe aanslagen,
waaraan wij in de toekomst zouden kun
nen blootstaan, het hoofd te bieden.
Sprekende over het distributiestelsel,
zeide Churchill: dit is geen tijd voor ge
mak en comfort. Het is een tijd om te
durven en te volharden. Daarom stellen
wij ons zelf op rantsoen, terwijl onze
bronnen zich uitbreiden.
Een incident.
De rede van Churchill werd daarop
onderbroken door een man achter in de
zaal, die enkele malen riep: „Wij willen
Mosley". (Mosley is de leider der Brit
sche fascisten). Na enkele oogenblikken
vervolgde Churchill zijn rede met de
woorden „in ons nationale streven hebben
wij behoefte aan alle soorten activiteit",
waarop het gehoor in luid gelach uit
barstte.
Churchill vervolgde: ik twijfel er
niet aan, dat gij u soms afvraagt
waarom wij nog niet uit de lucht zijn
aangevallen. Eén ding is zeker. Het is
niet uit een valsch gevoel van kiesch-
heid, dat Duitschland zich tot dusver
hiervan onthouden heeft.
Doch dan doet zich de vraag voor
of wij niet zelf hadden moeten be
ginnen. Zouden wij niet, in plaats van
boven geheel Duitschland pamfletten
uit te werpen, bommen moeten heb
ben laten vallen? Doch in dit opzicht
bestaat er voor mij geen twijfel, dat
onze politiek juist is geweest.
Spr. ging voort: wij gebruiken nog niet
al onze hulpbronnen, anders zouden er
niet nog 1.300.000 werkloozen zijn. Doch
het proces breidt zich iederen dag uit en
het tempo wordt sneller. Daarom twijfel
ik er niet aan, dat deze extra maanden
van voorbereiding tot den oorlog een
meevaller voor ons zijn en dat, wat ook in
de toekomst moge gebeuren en mits wij
onze waakzaamheid niet laten verslappen,
Hitier zijn beste kans reeds voorbij heeft
laten gaan.
Churchill deed vervolgens een beroep
op de arbeiders. Millioenen arbeiders zul
len noodig zijn en meer dan een millioen
vrouwen moeten kloekmoedig haar intre
de doen in onze oorlogsindustrie. Als de
vakvereenigingsleden om vaderlandslie
vende of internationale redenen speciale
usances, zooals zij deze zoo zorgvuldig in
het leven hebben geroepen, voor den duur
van den oorlog terzijde stellen, behoeven
zij niet bevreesd te zijn, dat deze niet ten
volle in eere hersteld zullen worden, na
dat de oorlog is gewonnen.
Na er aan te hebben herinnerd, dat En
geland de laatste 250 jaar met verschei
dene Europeesche landen oorlog gevoerd
heeft en ze alle tot een goed einde ge
bracht heeft, zeide Churchill: In dezer
oorlog vechten wij niet slechts voor or
zelf, doch voor de parlementaire instel
lingen, waar zij ook zijn ingevoerd. Een
der dingen, die deze oorlog zal doen blij
ken, is of in den tegenwoordigen tijd de
volle sterkte van naties bereikt kan wor
den onder totalitaire stelsels, die door
middel van Gepeoe of Gestapo werken.
Datgene wat wij van het optreden der
Russen tegen de heldhaftige Finnen
(langdurig applaus) hebben gezien, moet
zeker aan de Britsche en Fransche demo
cratieën en parlementen nieuwen moed
geven in hun eigen strijd tegen het nazi-
despotisme.
Churchill wees nog eens op het gevaar
van onderschatting van den vijand.
Toch, zeide hij, heb ik het gevoel, dat
het keizerlijke Duitschland van 1914 een
sterkere gemeenschap was dan het nazi-
Duitschland, waar wij thans tegenover
staan.
Churchill schilderde de toestanden in
de aan Duitschland onderworpen gebie-
deh van Tsjecho-Slowakije en Polen.
Acht millioen Tsjechen, aldus Churchill,
zuchten onder het juk der Duitsche nazi's,
doch alles wat den Tsjechen is aangedaan,
zinkt in het niet bij de wreedheden, die
aan de Polen worden bedreven. In het
door Duitschland bezette Polen heerscht
de afschuwelijkste terreur. Naar schatting
zijn meer dan 15.000 intellectueele lei
ders doodgeschoten.
Churchill besloot met een vurig plei
dooi voor een nationale krachtsinspan
ning. Er mag, zeide hij, geen week, geen
dag, ja geen uur verloren gaan.
DE AANHOUDING VAN DE
„ASAMA MAROE".
De Britsche ambassadeur Craigie heeft
een onderhoud met den Japanschen
minister van buitenlandsche zaken, Arita,
gehad. Na afloop is het volgende commu^
niqué gepubliceerd:
„De Britsche ambassadeur heeft den
Japanschen minister van buitenlandsche
zaken een nota overhandigd, die het ant
woord der Britsche regeering op het Ja-
pansche protest in verband met de kwestie
der „Asama Maroe" bevatte. De geheele
kwestie werd besproken, waarbij beide
partijen haar standpunt handhaafden.
Men is overeengekomen, dat de gedach-
tenwisseling de volgende week zal worden
voortgezet en dat de tekst van de Britsche
nota binnen enkele dagen tegelijkertijd te
Tokio en Londen zal worden gepubliceerd.
De woordvoerder van het ministerie
van buitenlandsche zaken heeft ver
klaard, dat het Britsche antwoord, hoewel
het omvangrijk is, slechts een .juridische
uiteenzetting van het Engelsche standpunt
inhoudt. Aria heeft den ambassadeur aan
de positie van Japan herinnerd en ge
vraagd, dat de Britsche regeering haar op
vatting zal herzien.
De buitenlandsche concessies in
Tientsin.
Volgens een officieele Japansche mede-
deeling zouden van gistermiddag 4 uur af
de staaldraden, welke de Britsche en Fran
sche concessie van Tientsin omgeven, elec-
trisch geladen worden, om den vrijen door
tocht te verhinderen, en personen van anti-
Japansche gezindheid te weren. Voorts zal
de controle op den toevoer van levensmid
delen binnen de beide concessies verscherpt
worden.
DUITSCHFINSCHE OVEREENKOMST.
De Berlingske Tidente verneemt uit Ber
lijn, dat de besprekingen tusschen Duitsch
land en Finland zijn afgesloten met de ver
lenging van de clearing-overeenkomst tot
einde 1940.
Het blad voegt hieraan toe, dit hieruit
blijkt dat Duitschland en Finland normale
betrekkingen onderhouden, terwijl het de
Duitsche verklaring, dat het zich geheel bui
ten het FinschRussische conflict wenscht
te houden, bevestigd.
Noodlottige val. - De landbouwer G. J.
Brilman, wonende in de buurtschap Loo on
der Bathmen, had Donderdag het ongeluk
van den hooizolder op den dorschvloer te
vallen. Hij werd hierbij zoo ernstig gewond,
dat hij Zaterdag aan de gevolgen is over
leden.
LAGERHUISDEBATTEN IN DE
KOMENDE WEEK.
Het belangwekkendste parlementaire de
bat van de komende week zal a.s. Donder
dag zijn, wanneer het Lagerhuis een motie
zal behandelen van de labourpartij, waarin
om de benoeming verzocht wordt van een
minister voor de economische organisatie.
Men verwacht, dat Chamberlain en Simon
daarbij het woord zullen voeren en naar
vernomen wordt, zal een zeer belangwek
kend verslag .gegeven worden van de vor
deringen, welke reeds op het gebied van de
economische coördinatie gemaakt zijn. Chur
chill zal deze week het besluit van de regee
ring bekend maken betreffende controle op
den scheepsbouw. Men verwacht, dat even
als in den vorigen oorlog, een controleur zal
worden aangewezen die de behoeften van de
admiraliteit en van de koopvaardij moet
coördineeren wat de nieuwe tonnage betreft,
teneinde onnoodige concurrentie te voorko
men. Er zal deze week geen verklaring van
Chamberlain komen over den oorlogstoe
stand. Dinsdag zal er in het Lagerhuis een
bespreking gevoerd worden over de com
pensatie aan werklieden.
DE AMERIKAANSCHE
PROTESTANTSCHE KERKEN EN DE
BENOEMING VAN MYRON TAYLOR.
Het federale comité der christelijke ker
ken in de Vereenigde Staten heeft een ma
nifest gepubliceerd, waarin de leden worden
uitgenoodigd het streven van alle kerken en
godsdiensten naar een blijvende vrede te
steunen.
Het manifest behandelt voorts de benoe
ming van Myron Taylor bij het Vaticaan:
Het zegt „indien deze benoeming een eerste
stap naar vestiging van blijvende diploma
tieke betrekkingen zou blijken te zijn, zullen
wij genoopt zijn ons daartegen te verzetten,
omdat dit een schending van het beginsel
van scheiding tusschen kerk en staat, den
grondslag der Amerikaansche politiek, zou
beteekenen
INTERNEERING VAN OPVARENDEN
VAN GRAF SPEE IN MONTEVIDEO.
De regeering van Uruquey heeft bij de
creet bepaald, dat de veertien leden der
Graf Spee, die zich nog steeds in Uruquay
bevinden, zullen worden geinterneerd.
De Duitsche legatie had gevraagd de tot
deze veertien behoorende officieren te be
schouwen als hulp-vlootattaches. Bij de ge
ïnterneerden zijn ook de vier mannen, die
de Graf Spee in de lucht hebben laten vlie
gen en aan boord van de Tacoma werden
gearresteerd. Zij zijn allen gewond en be
vinden zich thans in een ziekenhuis.
Het Zondagavond uitgegeven Fransche le-
gerbericht luidt: De bedrijvigheid der voor
uitgeschoven elementen is vandaag hervat
op eenige punten van het front.
Het Fransche legerbericht van vanochtend
luidt: „Niets te melden".
CHINEESCHE SUCCESSEN.
Het Chineesche Telegraafagentschap
meldt: volgens de laatste telegrammen
van het front in Zuid-China zouden de
Chineesche troepen er in geslaagd zijn vijf
plaatsjes te heroveren, gelegen op den weg
van Yamtsjau naar Nanning, aan de grens
der provincies Kwangsi en Kwantoeng. In
Noord-China is de stad Payi in Ghansi,
op ongeveer 30 km. van Yehangtse door
de Chineezen heroverd na successen, die
zij sinds enkele dagen in dit gebied boek
ten. Tenslotte worden de gevechten
voortgezet in de kustprovincie van Tsje-
kiang, waar zij gunstig verloopen voor de
Chineesche elementen, die in noordelijke
richting tot tegenaanvallen zijn overge
gaan en de Japanneezen hebben terugge
dreven voorbij Siausjan, Bij hun terug
tocht hebben de Japanneezen 2000 Chi
neesche boeren meegevoerd, die zij dwon
gen te werken aan het wederopbouwen
van een groote haven aan de rivier ten
zuiden van Hangtsjau.
In gevechten van man tegen man wordt
de strijd om de stad Hsiausjan in het
noordoosten van Sjekiang voortgezet. De
Chineezen zijn hier Zaterdag drie maal
binnengedrongen.
DOOI BELEMMERT KRIJGS
VERRICHTINGEN AAN WESTELIJK
FRONT.
De ingetreden dooi en de hiermede ge
aard gaande modder blijven de krijgsver-
'chtingen aan het westelijk front belem-
eren. De zwaarbewolkte lucht en de drei-
?nde regenbuien hebben bovendien alle
activiteit in de lucht tijdelijk stilgelegd.
GEEN DUITSCHE SOLDATEN IN DE
WESTELIJKE OEKRAÏNE.
Verantwoordelijke kringen hebben Tass
gemachtigd de berichten van buitenlandsche
zijde tegen te spreken over de aanwezig
heid van Duitsche troepen in oost-Galicië
en de westelijke Oekraine. Tass verklaart,
dat geen enkele buitenlandsche soldaat of
officier zich heeft bevonden op gebied van
de westelijke Oekraine, te meer daar de be
trekkingen van goede nabuurschap tusschen
de U.S.S.R. en Duitschland de mogelijkheid
uitsluiten van het stationneeren van leger
eenheden van het eene land op gebied, dat
aan het andere land toebehoort.
DE „CITY OF FLINT" THUIS.
Het Amerikaansche s.s. „City of Flint",
dat vier maanden geleden door het vest
zak-slagschip „Deutschland" werd buitge
maakt, en na vele avonturen door toedoen
van de Noorsche autoriteiten weder werd
vrijgelaten, is Zaterdag te Baltimore aan
gekomen na een reis van 113 dagen. De
leden der bemanning werden als helden ver
welkomd.
ACADEMIE HULDIGT PROF. HEYMANS.
De Belgische Koninklijke academie der
geneeskunde heeft Zaterdag in tegenwoor
digheid van talrijke figuren uit de -wereld
der wetenschap te Brussel plechtig hulde ge
bracht aan prof. Heymans, winnaar van den
Nobelprijs.
LABOURLEIDER RICHT ZICH TOT DE
NEUTRALEN.
Herbert Morrison, de leider van de afdee-
ling Londen der arbeiderspartij, heeft op een
arbeidersoonferentie te Manchester ver
klaard, dat de overwinning der geallieerden
spoediger zou komen, als zij „welwillendheid
en allen mogelijken steun" ondervonden.
Morrison zeide: Ik verzoek den neutralen,
groot en klein, eerbiedig, de feiten van deze
gevaarlijke wereld te erkennen, er is slechts
één hoop op een behoorlijke wereld, name
lijk dat alle vredelievende naties zich aan
eensluiten voor de verzekering van orde en
veiligheid in de internationale betrekkingen
en voor de bevordering van het economische
welzijn van allen. Tenzij zij dit doen, zal
de vrijheid van alle naties, stuk voor stuk,
vernietigd worden.
BEPERKING VAN VERKEER TUSSCHEN
BELGIE EN DUITSCHLAND
OPGEHEVEN.
Sedert Zaterdagochtend is de Belgisch—
Duitsche grens bij de post Hauset weer
open. De trams van Eupen daar de Duitsche
grens (Koepfchen) zullen weer rijden, na
dat de sneeuw van de trambaan is verwij
derd. De toestand is hiermede weer de zelfde
als voor den 13en dezer, toen speciale voor
zorgsmaatregelen werden genomen.
FELLE KOUDE IN ENGELAND.
De Britsche censor heeft thans de berich
ten over de felle koude in Engeland vrijge
geven. Deze koude is de hevigste sedert 46
jaar. In het centrum van Londen werd 14
graden vorst geconstateerd. Te Kingston
bij Londen was de Theems dichtgevroren
en tot 12 kilometer boven Londen is de
rivier dichtgevroren geweest. De ijsgang
beneden Kingston was zoo groot, als sedert
1894 niet meer is gezien.
Tengevolge van het bevriezen van de
waterleidingen waren duizenden huizen in
de groote steden zonder water.
VERGADERING VAN DEN
ROEMEENSCHEN MINISTERRAAD.
De ministerraad heeft vandaag vergaderd
te Tsjisinau, de hoofdstad van Bessarabie,
teneinde besluiten te nemen inzake de eco
nomische problemen van deze landstreek,
hetgeen vergemakkelijkt werd door het
nauwe contact met de streek.
Dit is de tweede keer, dat de ministerraad
vergadert in de provincie, tenaanzien waar
van hij besluiten moet nemen. Den eersten
keer is dit gebied op 20 Januari te Cluj, de
hoofdstad van Transsylvanië.
Het legerbericlit.
Het Finsche legerbericht van gister luidt:
Op de Karelische landengte niets bijzon
ders te melden. Ten Noord-Oosten van het
Ladogameer waren de vijandelijke aanval
len zwakker dan de vorige dagen. De door
de Sovjets geleden verliezen bedroegen
verscheidene honderden dooden. De -Finnen
vernietigden een Russische transport
colonne van ongeveer 200 paarden. Zij ver
nielden bovendien drie tanks. In den sector
Aittojoki van weerskanten levendige activi
teit van patrouilles en artillerie. Een tank
werd vernield. In de richting van Ilomantsi
sloegen de Finnen een vijandelijken aanval
welke met vrij zwakke krachten onder
nomen was af.
Op zee: Niets bijzonder te melden. Acti
viteit van de kustbatterijen en van de in
fanterie der kustverdediging op de vleugels
van het front te land.
De vijand heeft gisteren met enkele toe
stellen boven Noord-Finland gevlogen. Rus
sische vliegtuigen bombardeerden Savos-
koski, Huhma, Sotkamo en Lieksae. Volgens
tot dusver verkregen inlichtingen werd een
persoon gedood. Gisteren zijn drie Russi
sche toestellen neergehaald.
Een nieuw Russisch offensief?
Volgens te Helsinki ontvangen berichten
van het front hebben de Russen ten N.O.
van het Ladogameer, dat inmiddels geheel
is dichtgevroren, een winteroffensief ge
opend. Terwijl de Finsche stellingen op de
Karelische landengte door lang aanhoudend
trommelvuur werden overstelpt en de Fin
sche troepen aldaar werden vastgehouden
door een verhoogde activiteit van de vlie
gers, hebben de Russen, naar verluidt, aan
het front naar Loimola en Kitelae eenige
divisies opgesteld, die moeten pogen zich een
weg te banen in den rug van de Mannerheim-
linie.
Ruassche duikboot op mijn geloopen.
Een Russische duikboot is in het Finsche
mijnenveld op een mijn geloopen en gezon
ken.
Troepen van beter gehalte.
De Russische troepen, die aan de Noorde
lijke Finsche grens in den strijd zijn gewor
pen, zijn, naar gemeld wordt, van een beter
type dan die welke gedurende de eerste
dagen van den oorlog werden gebruikt.
Men schat, dat 50.000 man Russische troe
pen zich aan het front van Salla verschanst
hebben en een aantal anderen aan het front
van Petsamo.
De Finsche opmarsch in het Noorden is
den laatsten tijd vertraagd. Een der redenen
hiervan is, naar men gelooft, de betere Rus
sische organisatie sedert generaal Stern het
bevel op zich nam.
Honderd Russische tanks buitge
maakt.
Volgens een telegram uit Helsinki hebben
de Finnen bij de gevechten bij het Ladoga
meer honderd Russische tanks buitgemaakt.
Kroonstad toch gebombardeerd?
De correspondent van de Stockholm
Tidningen bericht aan zijn blad, dat hij de
bevestiging heeft ontvangen, dat niettegen
staande de tegenspraken, Kroonstad wel
degelijk door de Finsche luchtmacht is ge
bombardeerd. De Finsche vliegers hebben
kunnen zien, dat schepen in brand vlogen.
Parlementslid gesneuveld.
Lauri Simojoki, lid van het Finsche par
lement, is gesneuveld. Hij was een der lei
ders van de in November 1938 ontbonden
fascistische partij. Op 20-jarigen leeftijd
heeft hij deelgenomen aan den bevrijdings
oorlog. Hij was luthersch predikant.
Gevangenen vroegen amnestie.
Een aantal gedetineerden van de Finsche
strafgevangenissen hebben den president
der republiek gevraagd hen gratie te ver-
leenen, teneinde hun misdrijven goed te ma
ken door dienst aan het front. De president
heeft hierin toegestemd en hij heeft thans
een aantal brieven ontvangen van deze man
nen, waarin zij hun vreugde te kennen
geven, iets voor het vaderland te kunnen
doen.
Lichting 1898 in Finland opgeroepen.
Aanplakbiljetten hebben gister lichting
1898 (landweer eerste klas) per 2 Februari
opgeroepen. Hiermede staan 21 lichtingen
in actieven dienst. De dienstplichtigen moe
ten uitrustingsstukken, als schoeisel en
ski's, meebrengen.
Bezoek van Worosjilof aan Leningrad.
De militaire correspondent van Reuter
schrijft, dat maarschalk Worosjilof een be
zoek zal brengen aan het front in Finland
en hij hecht groote beteekenis aan dit be
zoek. Worosjilof is nauw met Stalin verbon
den. De 59-jarige maarschalk is thans opper
bevelhebber van het roode leger, vloot en
luchtmacht en de correspondent van Reuter
verwacht, dat zijn bezoek aan Leningrad ten
doel heeft de actie van deze drie onder -
deelen der weermacht te coördineeren.
De actie van de Zweedsche vrijwilligers.
De speciale correspondent van Reuter
seint uit Haparanda, in Zweden, nabij de
Finsche grens:
Deze kleine stad, op 40 km afstand van
den Poolcirkel, is vol Zweedsche troepen en
schildwachten met stalen bajonetten bewa
ken alle openbare gebouwen, overal worden
witgeschilderde vrachtwagens en ambu
lances gebruikt voor het vervoeren van
voorraden en medische behoeften van het
Zweedsche hulpfonds. De wagens dreunen
af en aan naar en van de grens. De trein
naar Haparanda was vol Zweedsche vrij
willigers, die zich naar Finland begaven.
Allen waren in gewone kleeren gestoken.
Zij droegen een insigne, dat bestaat uit vier
ineengeslagen handen, zinnebeeld voor de
vier Scandinavische landen. In hun vroolijk
gekleurde truien en skibroeken zagen zij er
uit als padvinders, die met vacantie gingen
skiën in plaats van naar de Finsche slag
velden. Onderweg pikten wij aan tusschen-
stations nog meer vrijwilligers op.
In Haparanda zijn al vele vluchtelingen
aangekomen. Reeds omstreeks 3000 geëva-
cueerden, voor het meerendeel vrouwen en
kinderen, zijn de grensbrug gepasseerd. Zij
zijn naar verschillende deelen van Zweden
gezonden. Gister zag ik groepen Finsche
vrouwen en jonge kinderen, van hoofd tot
voeten gehuld in bont, wachtende in een
ijzige koude bij de douaneautoriteiten op
verlof om Zweden te mogen binnengaan,
waar de sympathie voor de Finnen niet bij
woorden blijft.
Op het station van Haparanda is een vol
ledige organisatie gevestigd voor de behan
deling van dit probleem. Onder controle van
drie dames uit Stockholm biedt hier een vol
ledige staf van Zweedsche meisjes, voor het
meerendeel studenten, vrijwillig zijn
diensten aan en werkt dag en nacht aan het
verstrekken van voedsel en kleeding aan de
geëvacueerden.
Dagö en Osei.
Uit Tallin wordt vernomen, dat alle artsen,
met inbegrip van de districtsdokters, die
staatsambtenaar zijn, welke op de eilanden
Dagö en Osei hun practijk uitoefenden, ver
trokken zijn van deze eilanden, waar de
Russen thans bases gevestigd hebben. De
regeering was verplicht eenigen dokters
bevel te geven derwaarts te gaan, Hoofd
zakelijk zijn dit jonge artsen, die pas hun
studie beëindigd hebben. In de door de Rus
sische troepen bezette streken worden door
hen herhaaldelijk huiszoekingen verricht om
na te gaan of de particulieren geen wapens
verborgen houden.
Eveneens uit Tallin wordt vernomen,
dat de Sovjet-autoriteiten 200 wagons heb
ben gehuurd van Letland voor het vervoer
van levensmiddelen naar Leningrad.
Estlandsche vrijwilligers in Finland.
Vernomen wordt, dat het aantal Estland
sche vrijwilligers, die strijden in het Finsche
leger, gestegen is tot 2000.
Het Russische legerbericht.
Het Russische legerbericht van Zondag
luidt:
Op 28 Januari heeft zich niets belangrijks
aan het front voorgedaan.
GRIEKSCHE SCHEPEN OPGEBRACHT.
Naar van Malta wordt gemeld, hebben de
Engelschen twee met vijgen geladen Griek-
sche schepen aangehouden, en als prijs op
gebracht. Tevens is een Grieksche schip
met een lading St. Jansbrood, op weg van
Kreta naar den Piraeus naar Malta opge
bracht. De schepen zijn aangehouden in de
Grieksche territoriale wateren.
DUITSCHE GEZANT TERUGGEKEERD.
De Duitsche gezant te Boekarest, Fabri-
cius, is per vliegtuig uit Berlijn, waar hij
een conferentie heeft bijgewoond, te Boeka
rest teruggekeerd. Hij is onmiddellijk in
contact getreden met de Duitsche in-
dustrieele en economische deskundigen, die
op het oogenblik in Boekarest vertoeven.
DE VERLIEZEN VAN DE ZWEEDSCHE
SCHEEPVAART.
Nya Dagligt Allehanda schrijft, dat tot
dusver 29 Zweedsche schepen, tezamen rond
60.000 bruto registerton, door den oorlog
verloren zijn gegaan. Ongeveer 20 Zweed
sche matrozen zijn daarbij om het leven
gekomen. In de eerste vijf maanden van
den wereldoorlog verloor de Zweedsche
koopvaardijvloot slechts 16 schepen met
een inhoud van 17.778 bruto registerton.
DE BELGISCHE COMMUNISTISCHE
PARTIJ.
De Gazette meldt, dat Guilmin, liberaal
afgevaardigde van Namen, Dinsdag bij
het bureau van de Kamer een wetsont
werp zal indienen, strekkende tot ontbin
ding van de communistische partij.
DUITSCHERS VAN BOORD VAN POR-
TUGEESCH SCHIP GEHAALD.
Het Portugeesche stoomschip Quanza,
dat komende uit Afrika te Lissabon is
gearriveerd, werd tijdens zijn laatste reis
twee keeren aangehouden door geallieer
de oorlogsbodems.
Den eersten keer had de bemanning
van een Engelsch oorlogsschip aan boord
van de Quanza vier Duitschers gear
resteerd, terwijl het den tweeden keer een
Fransch oorlogsschip was geweest, dat
het Portugeesche stoomschip had aange
houden en twee Duitschers van boord
heeft gehaald. De andere Duitschers die
zich aan boord bevonden, waren niet van
den dienstplichtigen leeftijd en werden
ongemoeid gelaten.
HET BEZOEK VAN CLODIUS AAN ROME.
Voorstellen, die dr. Clodius te Rome naar
voren heeft gebracht, zijn uiteraard geheim
gehouden. Er wordt echter vernomen, dat
Italië verschillende voordeelen aangeboden
zijn, wanneer faciliteiten aan Duitschland
zouden worden verleend voor een snelle le
vering van Roemeensche olie, Italiaansche
hennep en Italiaansch rollend spoorweg
materiaal, vrachtwagens en auto's.
DE GEZONKEN ENGELSCHE
DUIKBOOTEN.
Twee man, een officier en een stoker
van de duikbooten, die in de Duitsche
Bocht gezonken zijn, hebben thans iets
van zich laten hooren. Het blijkt, dat zij
in Duitschland krijgsgevangen zijn. Zij
waren reeds als vermist opgegeven.