HET ZEEGAT UIT.
f
Myra, het elfje en de booze kabouter Zwartvoet.
Spact
tBucgecliike Stand.
Jiadiaprngcanwta
Na een reis van vier en een
halve maand weer
thuis.
TWEEDE BLAD.
4
EEN MILLIOEN KRONEN VOOR DE
KUSTVERDEDIGING.
De Zweedsche regeering heeft een crediet
van een millioen kronen toegestaan door de
versterking van de kustverdediging.
VLEESCHDISTRIBUTIE IN ENGELAND
BEGINT 11 MAART.
De minister voor de voedselvoorziening,
Morrison, heeft medegedeeld, dat de vleesch-
distributie op 11 Maart zal beginnen.
DE OPVARENDEN VAN DE „COLUMBUS".
De verklaring van den Japanschen minis
ter van buitenlandsche zaken, Arita, volgens
welke het Japansche reederijen verboden is
burgers op dienstplichtigen leeftijd van oor
logvoerende staten te vervoeren, heeft de
positie der 512 Duitsche opvarenden van de
„Columbus", die over Japan naar Duitsch-
land zouden terugkeeren, gewijzigd.
De Amerikaansche immigratie-autoriteiten
verklaren, dat deze Duitschers niet langer
kunnen worden beschouwd als geredde zee
lieden, doch slechts als vreemdelingen, die
voor deportatie in aanmerking komen.
DE BEAVERBURN.
De Canadian Pacific Company ver
klaart, dat 76 mannen van de Beaverburn
gered zijn De .bemanning bestond uit 77
koppen.
SILLANPAA STELT GOUDEN MEDAILLE
BESCHIKBAAR.
De Finsche schrijver Sillanpaa, winnaar
van den Nobelprijs voor letterkunde, heeft
zijn land de bij dezen prijs behaorende 'gou
den medaille geschonken.
POSEN WORDT RIJKSGOUW
WARTHELAND.
Het Duitsche Staatsblad publiceert het
volgende decreet van den Führer en Rijks
kanselier:
„Mijn decreet over inlijving en bestuur
der oostelijke gebieden van den 8en October
1939 wijzig ik aldus, dat de Rijksgouw Po
sen in de toekomst genoemd wordt „Rijks
gouw Wartheland".
DUITSCHERS VAN PORTUGEESCH
SCHIP GEHAALD.
Zes Duitschers, verdacht van vijandelijke
activiteit, zijn door een Britsch oorlogsschip
gehaald van het Portugeesche lijnvaartuig
Nyassa. Het oorlogsschip had de Nyassa tij
dens het weekeinde aan de kust ter hoogte
van Kaapstad aangehouden. De Duitschers
zijn onder militaire bewaking in Kaapstad
aan land gebracht.
GRONDVERSCHUIVING EISCHT
NEGENTIEN DOODEN.
In het dorp Fuentes de Casna (Spanje)
zijn door een grondverschuiving elf huizen
bedolven. Als gevolg hiervan zijn negentien
personen om het leven gekomen en velen
gewond.
Wielrennen
ZESDAAGSCHE TE ANTWERPEN.
Gisteravond heeft zich bij de Zesdaagsche
te Antwerpen een ernstige valpartij voor
gedaan. De Belgische renner Vussers viel,
onze landgenoot Boeyen, die vlak achter
hem reed, kon niet meer uitwijken, viel over
hem heen en kwam op de baan terecht.
Hierbij liep Boeyen een lichte hersenschud
ding op, waarvoor de dokter hem volledige
rust voorschreef. Heden zal beslist worden
of de Nederlandsche renner den wedstrijd
kan voortzetten.
ALKMAAR.
GEBOREN:
Paulus H., z. van Johannes Jong en K. A.
Vijn. Cornelia Th., d. van Adrianus Bak
ker en E. Stet. Doedetje, d. van Pieter
Veenstra en F. van der Graaf.
GETROUWD:
Johannes Schoonhoven en Maartje Hazes.
OVERLEDEN:
Elisabeth Bruin, gehuwd met J. Korver,
73 jaar.
EGMOND AAN ZEE (Jan.)
Geboren: Lena, d. v. Willem Visser en
Aafje Groen. Jan Cornells, z. v. Simon
Blok en Aaltje Cornelis Heere. Agien, d
v. Petrus de Graaff en Arendje de Groot.
Annemarieke, d. v. Johannes Petrus
Berkhout en Maria Helene Klootwijk.
Ondertrouwd: Gerhardus Stefanus
Johannes Laarman te Medemblik en Maria
Baker. Pieter Meuldijk te Rotterdam en
Cornelia Zwart.
Getrouwd: Marinus Dekker en Engeli-
na Deker. Engel Nicolaas de Vrij en Eli
sabeth Zwart. Bernardus Eeltink, we
duwnaar van Anna Houtenbos en Grietje
Westen. Gerhardus Stefanus Johannes
Laarman, weduwnaar v. Geertje Rusten
burg te Medemblik en Maria Bakker, we
duwe van Dirk Groot. Jan Blok te Vel-
sen en Neeltje Groen.
Overleden: Aaltje van Pel, oud 85
jaar, wed. v. Klaas de Groot. Jacob
Zwart, oud 78 jaar, echtg. van Aagje Sto
ker.
ROEMEENSCHE HANDELSDELEGATIE
NAAR SOFIA.
Op 8 dezer zal te Sofia een Roemeensche
handelsdelegatie aankomen.
BRUSSEL KRIJGT NIEUW VLIEGVELD.
Het ministerie van verkeer is voornemens
te Brussel een vliegveld te doen inrichten
van 320 H.A. Het landingsterrein zal 2000
vierk. meter groot zijn.
Andere vliegvelden in het land zullen ge
moderniseerd worden.
HEERHUGOWAARD (Jan.)
Geboren: Barbara Wilhelmina, d. v.
Jc. de Lange en E. M. Bakker. Johanna,
d. v. A. Vlaar en A. Dekker. Joanna Ma
ria Epiphania, d. v. M. Dekker en J. Beers.
Joanna Anna, d. v. Adr. Vlaar en A.
Biersteker. Geertje, d. v. H. Bierman en
G. Klerk. Petrus Adrianus, z. v. J. A.
Bakker en C. Loos.
Ondertrouwd: Augustinus Bernar
dus de Betue en Grietje Hittema.
Getrouwd: J. Th. Meijer en C. Komen.
C. N. Hoogvorst en G. Ens.
Overleden: Alida Elisabeth Schuit, 5
dagen, d. v. C. J. Schuit en E. M. Koenis
(overl. te Alkmaar). Ariën de Graaf, 78
jaren, echtgen. v. M. Oost-Indië. Grietje
Mooij, 53 jaren, echtgen. v. A. Visser (overl.
te Alkmaar).
ACHT VLIEGTUIGEN BIJ BRAND OP
VLIEGVELD VERNIELD.
Bij een brand, welke gisteravond is uitge
broken in een groote hangar van het Bur
gervliegveld te Romford (Essex) zijn acht
vliegtuigen en vijf vliegtuigmotoren ver
nield. Persoonlijke ongelukken deden zich
niet voor.
BERGEN (Jan.)
Geboren: Johannes Catrinus, z. v.
Philip Cornelis Briefjes en Gerritje Blok
ker.
Getrouwd: Petrus van Diepen en Jo
hanna Bouma. Nicolaas Bijl en Margare-
tha van Wonderen.
SCHEEPVAARTLIJNEN.
Stoomvaart-Mij. Nederland.
Mapia thuisr. 7 Febr. te 7.25 uur van Hoek
van olland naar Rotterdam.
Boschfontein S.J.P.L. 5 Febr. te Balikpapan.
Donderdag 8 Februari.
HILVERSUM, 1875 en 414,4 M. (AVRO-
uitz.) 8.ANP-ber. 8.10 Gr.pl. 10.Mor
genwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.)
10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroeporkest.
11.Weekoverzicht. 11.15 Omroeporkest
en soliste. 12.15 Puszta-orkest. 12.45 ANP-
ber., gr.pl. 1.De Romancers en soliste.
2.Voor de vrouw. 2.30 Pianovoordracht.
3.Brei- en borduurcursus. 3.45 Gr.pl.
4.Voor zieken en thuiszittenden. 4.30
Avro-dansorkest. 5.Avro-Weekkaleidos-
coop, gelukwenschen. 5.30 Avro-Amus.-
orkest en solist. 6.30 Sportpr. 7.Voor de
kinderen. 7.05 Voor de soldaten. 7.30 En-
gelsche les. 8.ANP-ber., mededeelingen.
8.20 Concertgebouworkest. 9.15 Bouwers
van Nederland over zee, cyclus. 9.40 Gr.pl.
(met toelichting). 10.20 Viool en orgel.
11.ANP-ber. 11.10 Avro-dansorkest.
11.40—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (8.—9.15 en 11.—
2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—
12.8.ANP-ber. 8.059.15 en 10.
Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl.
11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO-
orkest. (12.45—1.10 ANP-ber., gr.pl.) 2.—
Handwerkuurtje. 2.55 Gr.pl. 3.Voor de
vrouw. 3.303.55 Gr.pl. 4.Bijbellezing.
5.Gr.pl. 5.15 Handenarbeid voor de
jeugd. 5.45 Gr.pl. 6.— Orgelconcert. 7.—
Ber. 7.15 Journ. weekoverzicht. 7.45 Gr.pl.
8.— ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Christ,
muziekver. „Harmonie". 9.Medische
causerie. 9.30 Bel Canto. 10.ANP-ber.,
act. halfuur. 10.30 Bel Canto. 11.15 Gr.pl.
Ca. 11.5012.Schriftlezing.
ENGELAND, 391 en 449 M. 12.20 Entr'acte
Players. 12.50 Gr.pl. 1.20 Ber. 1.30 Orgel
spel. 1.502.20 Viool en piano. 3.20 Jack
Payne en zijn band. 3.50 Lichte muziek uit
Turkije. 4.20 Causerie „Talking it over".
4.35 Variété. 5.20 Kinderuurtje. 5.50 Con
cert. 6.20 Ber. 6.35 Landbouwcauserie. 6.50
Kampconcert. 7.20 Londensch Philharmo-
nisch orkest. 8.05 Radiotooneel met mu
ziek. 8.50 Henry Hall en zijn orkest. 9.20
Ber. 9.35 Causerie „War Commentary".
9.50 Zang. 10.35 Kerkdienst. 10.55 Ambrose
en zijn orkest. 11.45 Sylvan Trio en solist.
12.20 Berichten.
RADIO PARIS, 1648 M. 12.05 Zang. 12.35
en 1.05 Pianovoordr. 1.35 Chansons. 2.
Gr.pl. 2.05 Fluit en fagot. 3.20 M. de Vil-
lers-orkest. 5.20 Radiotooneel. 9.50 Cello-
voordr. 10.20 Hongaarsch kwartet. 11.05
Radiotooneel. 11.35 Chansons. 12.0512.20
Bailly-orkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. Hagestedt's
orkest. 7.40 Gr.pl. 9.30 Zang. 10.50 Gr.pl.
11.20 Concert. 1.15 Tusschenspel. 1.35 Po
pulair concert. 3.35 L. Eysoldt's orkest. 5.10
Gr.pl. 6.50 O. Dobrindt's orkest. 7.35
12.20 Concerten,
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: '12.20,
12.50, 1.30—2.20, 5.20 en 7.35 Gr.pl. 8.20
Voor de soldaten. 8.50 Gev. progr. 10.30
1120 Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 Gr.
pl. 12.50 E. Loiseau's orkest. 1.502.20.
7 05 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Voor de soldaten.
8.50 en 9.50 Omroepsymph.-orkest en so
list. 10.30 Gertler-kwartet. Hierna tot 11.20
Gramofoonplaten.
GEMEENTELIJKE RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversun.
Lijn 3: Keulen 8.—8.20, Parijs Radio
8.20—8.35, Brussel Fr. 8.35—8.45, Engeland
8.459.20, Diversen 9.209.30, Keulen 9.30
9.50, Diversen 9.5011.20, Keulen 11.20
11.50, Diversen 11.5012.Keulen
12.—12.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Dan-
marks Radio 14.2015.50, Keulen 15.50
16.20, Diversen 16.2016.30, Keulen 16.30
16.50, Hamburg 16.5017.10, Danmarks
Radio 17.10—17.35, Florence 17.35—18.35,
Brussel Fr. 18.35—19.50, VI. 19.50—20.20,
Fr. 20.20—23.20, Diversen 23.20—23.30, D.-
sender 23.3024.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Engeland
9.2011.20, Danmarks Radio 11.2012.20,
Engeland 12.20—13.20, Brussel Fr. 13.20—
14.20, Motala 14.20—15.20, Engeland 15.20
16.20, Diversen 16.2016.35, Engeland
16.35—17.20, Motala 17.20—18.—, Boeda
pest 18.—18.35, Lond. Reg. 18.35—18.50,
Beromünster 18.5019.05, Lond. Reg. 19.05
19.30, Danmarks Radio 19.3021.20, Be
romünster 21.2021.30, Boedapest 21.30
22.05, Motala 22.05—22.20, Brussel VI.
22.20—22.55, Lond. Reg. 22.55—24.—.
Lijn 5: Diversen.
De stuurmansleerling Tjeerd Adema al
hier," is, naar wij vernamen, na een reis van
4 y. maand met de vrachtboot „Breda", een
10.000 tonner van de K.N.S.M., weer in de
ouderlijke woning teruggekeerd.
Voor het stuurmans-diploma is het noo-
dig, dat men, naast de opleiding van de Zee
vaartschool, ook een paar jaar op de groote
vaart de praktijk heeft meegemaakt. Onze
20-jarige stadgenoot heeft nu reeds twee
jaar Zeevaartschool en 1 y, jaar groote vaart
achter den rug en hoopt, na nog een jaar
Zeevaartschool, zijn stuurmansdiploma te
behalen.
Het varen in oorlogstijd, met het groote
mijnengevaar en de kans op torpedeering,
leek ons nu niet zoo bijzonder aantrekkelijk.
Met groote koppen hebben de couranten
wel vermeld „Nederland blijft varen", maar
wij wilden daarover wel eens het oordeel
weten van een eerlijken jongen, die al heel
wat zeelieden had leeren kennen, omdat wij
wel weten, dat degenen die zoo iets in de
kranten schrijft en er een gedicht of een
teekening op maakt, tenslotte toch maar een
mijnheer achter een schrijftafel is.
Ons interview met de geredde zeelieden
van de „Simon Bolivar" had ons de overtui
ging geschonken, dat de zeelieden thans aan
elk baantje aan land de voorkeur geven en
dat de meeste slechts blijven varen, omdat zij
ait niet kunnen krijgen en daarom de eenige
kans grijpen om voor hun gezinnen het
brood te verdienen.
Onze jonge zeeman, die in tal van bui
tenlandsche havens contact had gehad met
zeelieden van verschillende nationaliteit,
bevestigde ons, dat dit, behoudens uitzon
deringen, de motieven van alle zeelieden
zijn. De strijd tegen de elementen vreezen
onze zeelieden al evenmin als „De Vliegen
de Hollander" of de door de dichters be
zongen „Schipper Mauring". Het is het el
lendige mijnengevaar en de kkns om zonder
waarschuwing getorpedeerd te worden, dal
de kalmste zeelieden nerveus maakt. De
Engelschen varen momenteel het liefst bij
stormweer, omdat zij weten, dat een duik
boot dan de minste trefkans heeft.
Wij, neutralen, vreezen in de Noordzee en
het Kanaal het stormweer meer, omdat wij
weten, dat dan ook de verankerde mijnen
kunnen losslaan. Als neutralen verwachten
wij, dat onze schepen niet zonder onderzoek
naar contrabande in den grond worden ge
boord en als regel gebeurt dit ook niet.
Waar dit niet het geval is geweest, be
staat het vermoeden, dat de duikbootcom
mandant door verraad op de hoogte is ge
bracht, dat het schip contrabande vervoerde.
In alle havens heerscht er onder de zee
lieden ontstemming tegen Duitschland. Wij
ondervinden last met onze scheepvaart van
beide partijen, maar wie het aanhouden en
onderzoek van onze schiepen door Engeland
gelijkstelt met het torpedeeren van neu
trale schepen, waardoor reeds honderden
zeelieden den dood vonden, mist ten eenen-
male de bevoegdheid om te oordeelen. Dit
beteekent niet, dat ik, aldus onze jonge zee
man, die een nuchter oordeel heeft behou
den, van meening ben, dat Engeland in de
zelfde omstandigheden, waarin Duitschland
verkeert, anders zou handelen. Wij oor
deelen in de eerste plaats naar onze er
varing en dan is het een feit, dat wij in de
Downs, ik ben er zelf ook een paar maal
geweest, door de Engelschen zeer voorko
mend worden behandeld en dat de Engel-
sche oorlogvoering geen aanval op de neu
tralen is, die menschenlevens heeft gevor
derd, terwijl dit met de Duitsche wel het ge
val is.
Het beroep.
Op onze vraag of deze stuurmansleerling,
na alle ervaring van de laatste maanden,
nog voor zijn toekomstig beroep gevoelde,
antwoordde hij ons, dat hij geen mooier be
roep kent. Wel begrijp ik, zoo vervolgde hij,
dat de mannen, die al zoo'n twintig jaar de
zeeën hebben bevaren en steeds slechts en
kele dagen van het gezinsleven genieten,
daar wel eens beu van worden. Daarin moet
wel door langere tusschenperioden van rei
zen verandering komen.
Hoeveel reizen heb je nu al gemaakt?
In andelhalf jaar al tien reizen met acht
verschillende schepen van de K.N.S.M. De
eerste reis in 1938 ging naar de Middelland-
sche Zee, de Zwarte Zee en de Oostzee. De
voorlaatste reis was ik nog, vlak voor het
uitbreken van den wereldoorlog, in Dantzig.
Het Duitsche opleidingsschip, dat Gdynia
beschoten heeft, lag toen reeds in de Danf-
ziger haven, z.g. op bezoek.
Op je reizen heb je zeker al 't een en an
der meegemaakt?
Ja, nogal, zoo antwoordde de heer Adema.
Toen wij op de „Ulysses" voeren tijdens den
val van Barcelona, pikten wij nog een soort
vliegboot op, die wegens brandstofgebrek
niet verder kon en waarin een veertien man
van de regeeringstroepen waren gezeten, die
geprobeerd hadden naar Frankrijk te vluch
ten, maar in die poging door zes vliegtuigen
waren verhinderd. Wij hebben de mannen,
die reeds drie dagen en nachten in de boot
hadden gezworven, naar Algiers gebracht.
Onder hen bevonden zich gewonden, één
miste zelfs zijn arm. Zij werden door mili
taire dokters in Algiers afgehaald.
,9 September kwam ik op de Breda" van
de K.N.S.M. Wij vertrokken naar Curasao,
's Nachts waren wij in de Downs. Na onder
zoek van de papieren, er was zelfs niemand
aan boord geweest, konden wij den volgen
den dag reeds vertrekken. De bemanning
bestond uit 42 koppen. De boot had passa-
giersaccomodatie en was bezet met Duit
sche vluchtelingen. Na ruim twee weken be
reikten wij Curasao. Daar kregen wij een
groot aantal eerste klasse passagiers van de
„Costa Rica", een passagiersschip van de
K.N.S.M., aan boord. In Colon kwamen nog
meer passagiers aan boord, die ook naar
Chili en Peru moesten.
Wij hadden accomodatie voor 20 passa
giers. Aan boord bevonden zich er, toen wij
door het Panama-Kanaal voeren, wel 200.
De menschen sliepen op het tenten- en sloe-
pendek. Zij. die op een dergelijke chaos had
den gerekend, beschikten nog over een soort
veldbed op dek.
De tocht was niet berekend voor de voe
ding van zooveel menschen. Botsingen ble
ven dan ook niet u% Het was geweldig heet
en spoedig ontstond gebrek aan zoet water.
Het gebruikmaken van de badkamer moest
beperkt worden. De passagiers „kankerden";
ze hadden het niet prettig, maar hadden m.i
meer waardeering moeten toonen voor het
mogelijk, dat voor hen gedaan werd. Waar
dit kon, werd steeds onmiddellijk zoet water
ingeladen. In Equador, Arica, Peru en Chili
raakten wij de passagiers kwijt.
Uitstapjes.
Onderweg werden een massa havenplaat
sen aangedaan, zoodat met de reis van Cura
sao naar Chili een maand gemoeid ging. In
Curasao zijn wij, twee andere leerlingen en
mijn persoontje, nog een paar avonden uit
geweest. Aan boord wordt Curasao „de
gloeiende steen" genoemd en ook ons viel
het tegen.
In Colon, de uitgaansplaats voor de
scheepvaart, aan het begin van het Panama
kanaal, waar juist de Amerikaansche bezet
ting zwaar versterkt was, heerschte een ge
weldige drukte. Men vindt daar de groote
Atlantic Nightclub, die men ook steeds op de
radio kan hooren. Wii hebben het daar wel
gezellig gevonden.
In de havenplaatsen, die wij aandeden,
moesten de stukgoederen gelost worden en
als stuurmansleerlingen moesten wij in het
ruim het uitgaande goed controleeren, om
te voorkomen, dat verkeerde goederen wer
den uitgeladen.
In Valparaiso, de hoofdstad van Chili,
waar wij vier dagen bleven, raakten wij de
laatste passagiers kwijt. Wij bezochten van
daaruit Fina del Mar, een prachtig vacan-
tie-oord met een groot Casino, veel weelde
en rijkdom. Het was hier vrij koel, wat na
de heete reis door het Panamakanaal een
verademing was. In Valparaiso werden de
laatste goederen gelost.
De terugreis.
Van Valparaiso zouden wij naar Santos
varen om daar een lading koffie voor de
Nederlandsche regeering in te nemen. Dit
ging niet door en wij kregen orders, Toca-
pilla aan te doen, waar wij een volle lading
kunstmest innamen, waarmede wij aanvan
kelijk naar Holland zouden gaan. Tenslotte
vertrokken wij naar Noord-Amerika om een
deel van de lading in Florida en een ander
deel in Boston te lossen. In Boston bleek
de geheele lading vochtig geworden en de
kunstmest één stuk steen, zoodat die moest
worden uitgehakt, waardoor wij ruim een
week in Boston hebben gelegen.
Wij hebben Boston goed bekeken. Het was
er zeer koud. Alles zat onder de sneeuw en
het vroor er stevig. Prettig was het dus niet.
In Boston werd „De Breda" gecharterd
voor de Nederlandsche regeering en kregen
wij orders een lading graan in Baltimore in
te nemen. Van Boston trokken wij naar
New York, waar graanschotten in het schip
moesten worden aangebracht. Wij kwamen
van het noorden en voeren door de stad,
ook langs het wolkenkrabberskwartier. Wij
kwamen er met de Kerstdagen, die in Ame
rika al weken te voren feestelijk worden ge
vierd. Reeds in Boston waren de straten ver
sierd en dagelijks zond de radio Kerstliedjes
uit. In New York zijn wij haast iederen dag
uit geweest. Wij lagen in Brooklin, een
soort eiland, en maakten steeds voor vijf
cent van de ondergrondsche gebruik. Drie
stations zijn daar boven elkander gebouwd.
Wij vertrokken van het bovenste en kwa
men 's avonds terug aan het onderste, doch
wisten niet, dat wij daar moesten uitstappen
en met een lift naar boven. Wij bleven maar
rijden, dat kost niets meer. In Brodway
pikten wij tenslotte iemand van boord op.
Kom me eens opzoeken.
Ook in Boston werden wij een ervaring
rijker over Amerikaansche afstanden. In een
dancing hadden wij kennis gemaakt met een
aardig meisje, dat ons verzocht eens een
avondje op de thee te komen. Zij gaf ons
haar adres, met de mededeeling, dat ze niet
ver weg woonde. Ook de bus werd ons aan
gewezen en als echte Hollanders vertrokken
'wij den volgenden avond 8 uur met de
aangewezen bus, in de veronderstelling dat
wij er om half negen wel zouden zijn.
Er is daar éénrichting-verkeer en de bus
reed met een snelheid van 90 a 100 K.M. Na
anderhalf uur te hebben gereden de
chauffeur had ons reeds zijn ergernis over
onze vraag, of wij er nog niet waren, doen
blijken moesten wij nog in een andere
bus overstappen en stonden toen voor de
aangegeven straat die wel 5 K.M. lang was.
's Nachts om half twee stonden wij voor
bet huis van onze dulcinea. Moeder en doch
ter waren reeds naar bed, doch maakten zich
klaar ons te ontvangen. Het was een prach
tig groot houten huis. Toen wij binnen gela
ten waren, zaten wij in een vertrek met één
stoel en een bank. Wij dachten in de hall te
zitten, maar vernamen, dat dit de huiskamer
was en dat het huis door acht families be
woond werd. Na een uurtje konden wij weer
naar ons schip, waar wij den volgenden
morgen aankwamen. Wij hadden even een
theevisite gemaakt.
Een lading regeeringsgraan.
In Baltimore werd de lading regeerings
graan ingenomen. Daar lagen verschillende
schepen van Nederlandsche nationaliteit, o.a.
„De Alkmaar" van de K.N.S.M. die naar
Norfolk trok vlak bij Baltimore,
Naast ons lag een Engelschman met veel
buitenlanders, Denen en Belgen aan boord.
Dit schip had met zeven andere in convooi
gevaren, waarvan, er slechts twee waren
aangekomen.
Vier Januari vertrokken wij. De stemming
aan boord was vrij gedrukt, doch onderweg
werd dit al gauw beter en tenslotte zelfs
heel goed. Wij vertrokken met de sloepen
buiten boord. Het weer was echter zoo
slecht, dat één sloep uit de takels los sloeg
en wij genoodzaakt waren, de sloepen bin
nen boord te halen. Onderweg werden vlot
ten gemaakt, om als reddingmateriaal te
kunnen dienen. Twee dagen voor de Engel-
sche kust hadden wij door het slechte
weer geen bestek kunnen maken. De
kapitein had desondanks vrij goed richting
gehouden en wij kwamen in Landsend aan,
vanwaar wij naar de Downs stoomden, waar
nog een veertig schepen lagen, voor het
grootste deel Hollandsche.
Na twee dagen kregen wij onze papieren
terug en konden vertrokken. Dit geschiedde
's morgens om 6 uur met een aantal andere
schepen, w.o. ook ,,De Alkmaar". De oudste
gezagvoerder voer voorop. Vijf mijnen wer
den gesignaleerd, hetgeen per radio werd
doorgegeven.
Gedurende dezen tocht stond de kapitein
den geheelen dag op de brug. Een dubbele
uitkijkpost was uitgezet. De booten hingen
buiten boord en de ruiten van het stuurhuis
waren beplakt met papier. Wij passeerden
een Engelsche torpedoboot en twee torpedo
jagers, behoorende bij een convooi van tien
tankschepen. Wij waren blij toen wij de ha
ven van IJmuiden binnenliepen en spoedig
daarna Amsterdam bereikten.
Met den wensch, dat na zijn verdere studie
de oorlog beëindigd zal zijn, namen wij af
scheid van den jongeman, die in betrekkelijk
korten tijd heel wat van de wereld heeft be
keken.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De positie der Indië-vliegtuigen was gis
teren, uitreis: „Torenvalk" (van Dijk) te
Alexandrië (11 Febr. te Batavia verwacht);
„Wielewaal" (Frijns) te Singapore (7 Febr.
te Batavia verwacht).
Thuisreis: „Buizerd" (Sillevis) te Ran
goon (10 Febr te Napels verwacht); „Emoe"
(Schot) te Napels.
111. Het is een brief voor Myra. „Weest maar gerust,
buiten staat een rendier klaar, dat je zal brengen naar
een oud moedertje. Zij zal goed op je passen en wel
zorgen, dat je veilig terug komt naar je huisje in het
bos". „Ja, maar ga jij dan mee, Peter?" Kijk, een poosje
later zitten beiden op de rug van het rendier, dat haar
langs het fjordwater in veiligheid zal brengen.
112. „Hup, hup, hup", zegt Peter onder het rijden, „wat
kan jij rennen, rendier". „Ik zie 't huisje van 't oude
vrouwtje al", roept Myra. Peter en Myra springen op
de grond en lopen naar 't oude vrouwtje, dat hen vrien
delijk tegemoet komt. „Ga jij maar vast naar binnen,
lief elfje. Wij komen ook zo", zegt ze, terwijl ze Peter
begroet. Het rendier is naar de waterkant gelopen en
begint te grazen.