DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De jacht op Duitsche onderzeeërs en handelsschepen. N Amerika is niet bang voor het torpedeeren van zijn schepen. De kracht der Hannerheim-linie is ongebroken. DE FINNEN ZIJN EEN FAMILIEVOLK DE RUS IS EN BLIJFT EEN RUS. Protesten der Noorsche bladen tegen den oorlog ter zee. Nederlandsch protest te Berlijn. De algemeerie toestand. LKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. KERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 39 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 15 Februari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, 142e Jaargang Zooals bekend hebben de laatste dagen vele Duitsche handelsschepen, die in neutrale havens lagen, bevel gekregen naar Duitschland te vertrekken. In verband daarmede is de oorlogsvloot der geallieerden thans bijzonder actief. Er wordt op. groote schaal jacht op Duitsche onderzeeërs gemaakt, die juist in de laatste dagen vele vijandelijke en neutrale schepen tot zinken gebracht hebben. Fransche en Engelsche oorlogsschepen patrouilleeren op den Oceaan op zoek naar Duitsche handelsschepen die uit Vigo zijn ver trokken. In Amerika is men niet bezorgd, dat Amerikaansche schepen, die in het geval van de Burgerdijk verkeeren, getorpedeerd zullen worden. In officieele Amerikaansche kringen schijnt men algemeen van oordeel te zijn, dat Duitschland wel zal begrijpen, dat de duikbootoorlog in staat is Amerika's deelnemen aan den wereldoorlog te verhaasten. Te Helsinki is men er niet bevreesd voor, dat de Russen nog verder in de Mannerheimliniq. zullen doordringen, daar zij in den Summa-sector nog voor een gebied van 17 K.M. staan waarin men met de modernste afweer middelen den voortgang der troepen belemmert. Men neemt algemeen aaö, dat de enorme krachtsinspanning van de Russen tot oorzaak heeft, dat men zoo spoedig mogelijk met Finland wil afreke nen in verband met de mogelijkheid, dat men in Aziatisch gebied door de overzeesche legers der geallieerden kan worden aangevallen. (Van onze speciale correspondente.) Wanneer er nog steeds menschen be staan, die zoo „modern" zijn, dat zij geen rekening houden met wat vóór hun tijd bestond, dan zullen zij zeker verbaasd staan over het feit, dat er nog persoonlijkheden zijn als die, welke ik hier zal trachten voor U uit te beelden. Niet omdat ik mij verbeeld, dat deze „moderne" menschen hierdoor tot een beter inzicht zouden komen, maar om dat ik den indruk heb gekregen, dat de meest fanatieke „modernen", die vóór dezen oorlog zooveel hadden af te geven op het „ouderwetsche", dat uitgeroeid moest worden, thans zelf uitsterven. De minst bekrompenen onder hen heb ben misschien, zonder het zelf te weten, ook dit van de Finnen geleerd, dat „modern" te zijn op een gezonde wijze, niet beteekent uitroeien en afbreken, maar verder opbouwen op het funda ment, dat de „ouderwetsche" voorgan gers nagelaten hebben. De Finnen zijn een familievolk bij uitstek, eoo levenskrachtig, dat de jongeren zich al tijd kunnen permitteeren respect te toonen tegenover de ouderen in de familie, zoo levenskrachtig ook, dat de ouderen niet ge dwongen worden om zich te tooien met een soort kunstmatige „jeugd", maar veilig mo gen behouden hun begrippen van recht en onrecht, plichten en verantwoordelijkheden. In den laatsten tijd heb ik veel oude en „ouderwetsche" menschen hier te lande leeren kennen. Van haast ieder van hen mocht ik leeren, wat het voor een jong volk als het Finsche beteekent, het voorbeeld van de ouderen voor oogen te hebben. Want het zijn juist de ouderen die de bezwaren van het vroegere Russische regime hebben ondervonden die ook de beste lessen heb ben gegeven over de waarde van „ouder wetsche levensopvattingen. Zij hebben in daden bewezen, dat zij nooit opgeven en zich nooit overgeven. De meesten behooren wel tot het type, dat men in vroegere Fransche tijden noem de: pauvres honteux („stille armen"). Maar hier in Finland moet men er wel voor oppas sen geen medelijdende klank aan zijn woor den te geven, wanneer deze „stille armen" in de buurt zijn, want medelijden wil geen van hen verdragen! Geen medelijden en geen „weldadigheid", in het geheel geen hulp, die maar een schijntje van liefdadig heid heeft. De meesten van hen denken wel zooals 'n oude, hooge ambtenaar van die generatie, die ontslag kreeg onder het Bo- brikoff-regime, omdat hij de eerbied voor het recht in de eerste plaats, stelde en geen vrees koesterde voor de geweldsheerschappij van de Russische machthebbers. De meesten onder ons zullen wel instem men met wat deze oude heer ten antwoord gaf, toen men hem aangeraden had zich te wenden tot de zeer tactvolle Finsche nood hulp-instelling, die „De Volkshulp" genoemd wordt. Hij verklaarde zijn standpunt op de volgende wijze: „Ik heb lang geleefd, maar tot heden toe heb ik er op recht gehad, om dat ik het heb kunnen volhouden zonder vreemde hulp. Wanneer ik nu, terwijl mijn volk gedwongen is te vechten voor zijn leven en voor de zelfstandigheid van het land, het brood uit den mond zou nemen van de jóngeren, die al hun krachten noodig hebben, dan zou mijn heele leven een leugen zijn geweest. Neen, dat de Russen mij nu tenslotte hebben beroofd van het weinige, dat ik over had, dat is in mijn oogen slechts een bewijs, dat wij, die steeds tegenover de Russische machthebbers hebben gestaan, gelijk hadden. Dit is mijn trots en ik zou liever sterven dan deze overtuiging ver liezen". Deze oude heer woonde in een van de Zuid-Finsche kleine stadjes, die bloot staan aan de meeste aanvallen van de „Molotoff- sehe" lucht-moordenaars. Hij is reeds vele jaren weduwnaar, en zijn kinderen zijn vol wassen en getrouwd. De zoon is aan het front, de dochter woont in het buitenland. Daarom had hij reeds sinds lang zijn huis en haard opgegeven en woonde in een klein apartement in een villawijk. Hier had hij zich een gezéllig, klein toevluchtsoord ge schapen met behulp van de oude meubels, boeken en prenten, die zoo te zeggen het décor hadden gevormd van zijn leven ge durende veelvuldige jaren. Dit was zijn eigen persoonlijke wereld, waarin hij zijn be scheiden en stille leven leidde, in vrede met zich zelf en zijn omgeving. Deze idylle duurde topt het, oogenblik, dat een van de vele duizenden van de lucht- bommen, die de'Roode 'gangsterbende" liet vallen over de open Finsche kleinstad, dwars door het dak van de bungalow kraakte, die zijn thuis vormde. Het toeval wilde, dat de oude heer aan het noodlot ont kwam. Tegen alle gewoonten in had hij juist dien dag een uitnoodiging aangenomen voor een bezoek bij kennissen, en zoodra hij de bomexplosie had gehoord en zich herinner de, dat de oude, die hij bezocht, doodsbang voor een bombardement was, beschouwde hij het als een geluk in het ongeluk, dat de oude dame zoo doof was, dat zij de slagen, zoolang zij niet in haar eigen huis waren, niet kon hooren. Daarom bleef hij zitten en onderhield de oude dame over gemeenschap pelijke, óude herinneringen en liet niets merken van wat er buiten gebeurde. Maar wat hij voelde, toen hij naderhand voor de ruïnen van zijn eigen huis stond, daar heeft hij niets van gerept. Hij was toen naar een kleine kamer verhuisd, waar er juist plaats was voor de allernoodzakelijk ste meubels: een bed, een stoel en een kleine waschtafel etc., die hij voorloopig „ter leen" had gekregen. Met bewondering vertelde zijn'naaste omgeving, hoe hij reeds op dén dag na de catastrophe met humoris tische superioriteit over zijn verlies sprak. Zelf heb ik verbaasd gestaan over deze geestelijke kracht en elasticiteit, waarmede deze meer dan 70-jarige oude heer verstond zijn tegenslagen te dragen. „Het had veel, veel erger kunnen zijn", zei hij de laatste keer, dat ik hem bezocht. „Wat ik verloren heb, waren toch doode din gen, al waren zij voor mij levende herinne ringen, zoolang als ik ze had; deze herinne ringen zijn zoo levend als nooit te voren. En hier kreeg hij een schalksche schittering in het oog, dit moet men toch ondanks alles toegeven: De Rus is en blijft een Rus, ook al heeft hij nog zoo'n schoon masker voor. Ik heb nog eens gelijk gekregen, en daar houden wij ouderen van De Noorsche bladen blijven scherp protesteeren tegen de oorlogsvoering ter zee, in het bijzonder ten aanzien van de tot zinken brengen van schepen, welke op weg zijn van een neutrale haven naar een andere neutrale haven. Zij wijzen met kracht het door zekere Duitsche bladen ingenomen standpunt van de hand, dat neutrale schepen, welke, zooals Duitschland dat noemt, de oorlogszones langs de Britsche kust binnengaan, zich in dezelfde positie zouden bevinden als een neutrale auto, welke niemandsland zou binnenrijden. Een dergelijk beginsel, is, naar de Noor sche bladen zeggen, in strijd met het in ternationale recht. DE ZWEEDSCHE KOOPVAARDIJVLOOT. Den geleden verliezen ten spijt, is de tonnage der Zweedsche koopvaardij vloot gedurende het jaar 1939 eenigs- zins toegenomen. Eind 1938 bedroeg de gezamenlijke inhoud 1.605.902 ton, eind 1939 1.622.042 ton. De provinciale pers blijft protesteeren tegen de Duitsche strijdmethode ter zee. De conservatieve „Upsala" constateert, dat de Duitschers neutrale schepen, zelfs die, welke tusschen neutrale havens varen, zonder waarschuwing tot zinken brengen, zonder zich om het lot der be manning te bekommeren. De Duitschers brengen het Zweedsch economische le ven groote schade toe. Zij zullen den verloren invoer niet kunnen vervangen. Als geen uitvoer mogelijk is, kan ook niet worden ingevoerd en Zweden zou tot autarkie gedwongen worden. Duitschland zou daardoor belangrijke grondstoffen en een afzetmarkt verlie zen, wat in het geheel niet in het Duit sche belang is. Het boerenorgaan „Hal- lands Nyheter" betoogt, dat het voor de neutralen een levensbelang is met beide oorlogvoerende partijen handel te drij ven. Als men beweert, dat deze opvat ting niet neutraal is, vraagt men meer dan de neutralen kunnen toestaan. De sociaal-democratische „Laensde- mocraten" zegt, dat de Duitsche methode de neutralen op den langen duur tot wanhoop kan drijven en hen kan nopen de handelsbetrekkingen te verbreken. Torpedeering „Burgerdijk" apert onrechtmatige daad. 's-G ravenhage, 15 Febr. Naar wij vernemen heeft de Ne- derlandsche regeering naar aanlei ding van de torpedeering van d® Burgerdijk reeds haar ernstige be denkingen tegen deze daad aan de Duitsche regeering kenbaar ge maakt, in afwachting van het schriftelijk tot deze regeering te richten betoog. Dat de Nederlandsche regeering' volledige schadeloosstelling zal vorderen, kan als vanzelfsprekend worden aangenomen. In gezaghebbende kringen werd nog vernomen, dat, indien al, gezien het apert onrechtmatige van deze handeling, de mogelijkheid niet mag worden uitgesloten, dat de duik- bootcommandant tegen zijn instruc ties heeft gehandeld, dit de Dnit- sche regeering toch niet van haar verantwoordelijkheid zou kannen ontslaan. Bovendien zou er in het aangenomen geval voor haar alle reden bestaan aan de daad haat' goedkeuring te onthouden, tenein de de onderstelling te niet te doen dat Duitschland, door thans ook schepen, geladen met voor de volks voeding van neutrale staten onont beerlijke goederen, te torpedeeren, elementaire levensrechten van neu tralen zou willen aantasten. In dit verband werd nog in herinnering gebracht, dat het grootste deel der lading van de rechtstreeks naar Rotterdam en dus niet voor eenige belligerent® tusschenhaven bestem de Burgerdijk aan een Nederland sche regeeringsinstantie was ge adresseerd, waarvan de duikboot commandant zich zonder moeite kon overtuigen. HET TOT ZINKEN BRENGEN VAN SKANDINAVISCHE SCHEPEN, Het Duitsche gezantschap in Oslo ver klaart, dat in officieele kringen te Berlijn niets bekend is van een door Duitsche op treden tot zinken brengen van het Noorsche schip „Senstad", het Zweedsche schip „Ora- nia" en het beschieten van opvarenden van het Noorsche vaartuig „Enid", die zich in de booten hadden begeven. Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad. De bedreiging der neutrale scheepvaart. Terwijl men in Zweden en Noorwegen steeds luider protesteert tegen de zinlooze vernietiging van Scandinavische handels schepen, die veelal in de Oostzee tot zinken werden gebracht of voor goeden buit wer den verklaard en daarom een krachtige aaneensluiting der neutralen bepleit, blijft de Nederlandsche regeering nog steeds te vergeefs tegen de Duitsche maatregelen ter zee protesteeren. Ook wij hebben onzen tol aan dezen oor log moeten betalen en het allerergste is, dat die betaling niet alleen in kostbare goede ren, schepen en ladingen, maar tevens in menschenlevens moest geschieden. Half November werd het tankschip de Sliedreeht in den Oceaan getorpedeerd en het was toen, dat men een der grootste overtredingen van het internationale recht kon constateeren. Waarom het schip getorpedeerd werd en waarom de betrokken duikbootcomman dant de bemanning in felle kou in open booten volkomen aan haar lot heeft over gelaten zoodat het grootste deel daarvan is omgekomen, het is velen nog een raadsel. Was het omdat men vermoedde dat het schip een voor den vijand bestemde lading vervoerde of was het alleen het feit, dat het evenals alle andere koopvaarders in een Engelsche haven gecontroleerd zou moeten worden? Men neemt algemeen aan, dat de beman ning door verraad om het leven is geko men en het allerergste is, dat de aan de Duitschers verstrekte aanwijzingen mogelijk van zoogenaamde „Hollandsche" zijde zijn gekomen. Laten wij de talrijke Nederlandsche sche pen die op mijnen zijn geloopen buiten be schouwing, omdat niet te bewijzen is, dat die mijnen juist voor onze schepen gelegd waren, dan vinden wij als tweede slacht offer van den duikbootenoorlog de Arends- kèrk die half Januari op weg was naar Zuid-Afrika. Men zou zich kunnen "oor- stellen, dat men hier het motief had laten gelden, dat het schip wellicht goederen ver voerde, die men van Duitsche zijde als con trabande beschouwde. Maar als motief voor het torpedeeren werd aangegeven, dat het vaartuig goederen vervoerde naar een land (Zuid-Afrika) dat met Duitschland in oorlog is en onverschillig waaruit de lading bestond is dat schip toen tot zin ken gebracht. Waaruit de neutralen dus konden conclu- deeren, dat hun handelsvaart opnieuw in ernstige mate belemmerd werd, daar het on mogelijk wordt gemaakt de verbindingen tusschen Nederland en Zuid-Afrika te kun nen handhaven. Met de thans getorpedeerde Burgerdijk is het alweer een andere kwestie. De lading bestond naar gemeld wordt voor negen-tiende deel uit graan voor de Neder landsche regeering en er kan geen enkel motief zijn een schip daarom te torpedee ren, omdat bekend is, dat deze lading in Engeland volkomen ongemoeid wordt ge laten. Het schip had nog veevoeder en stuk goederen aan boord, maar het kon den duik bootcommandant eveneens blijken, dat deze niet voor Engeland maar voor Holland be stemd waren. Men was zelfs niet voorne mens een Engelsche haven aan te doen. Als de eenige reden was, dat het schip wellicht naar de Downs zou gaan, zou Ne derland de handelsvaart wel kunnen staken, want onze schepen varen niet vrijwillig naar de Engelsche havens, maar zijn door overmacht van Britsche zijde daartoe ge noodzaakt. Wij zijn in de positie van den kleinen jongen, die door twee groote ben gels wordt opgewacht. De eerste zegt: ik woon aan den overkant van de straat en als je uitgaat dan zal je eerst bij mij komen en anders zal ik je wel krijgen. En de tweede zegt: als je het waagt naar hem toe te gaan, dan sla ik je dood. Zoodat de van twee zijden bedreigde knaap tenslotte geen andere keuze heeft dan thuis te blijven of er toch op uit te trek ken in de hoop althans aan zijn gevaarlijk sten tegenstander te kunnen ontkomen. if In het geval van de Burgerdijk is thans, nu de kapitein zijn ervaringen heeft mede gedeeld, gebleken dat het schip in de buurt van de Scilly-eilanden, dus be trekkelijk dicht bij de Engelsche kust, getorpedeerd is geworden. Het stopte on middellijk op bevel, maar de duikbootcom mandant weigerde de scheepspapieren in te zien en gaf alleen bevel, dat bemanning en passagiers in de booten moesten gaan, waar na het vaartuig onmiddellijk getorpedeerd werd. Een van beiden: óf deze commandant had informaties over de lading, die hem aan de bestemming daarvan deden twijfelen, óf het feit alleen, dat men misschien ter controle naar de Downs zou stoomen, was voldoende voor de vernietiging van het kostbare vaartuig. Men heeft tot dusver in Duitschland telkens weer de een of andere reden gevon den waardoor het optreden van den duik bootcommandant „verklaard" kon worden, maar het zal in dit geval zeer moeilijk zijn die verklaring te geven. Volgens de Deutshe Allgemeine Zeitung spijt het Duitschland erg, dat men de neu tralen op deze wijze moet treffen, maar men moet nu eenmaal maatregelen nemen tegen schepen, die zich verdacht verdra gen of zich bij eën vijandelijk convooi aan sluiten. In beide gevallen is dat niet toepasselijk op de Burgerdijk, maar deze zou dan on der de derde categorie slachtoffers moeten vallen, namelijk het zich ophouden in En gelsche kustwateren, die het onmiddellijk strijdtooneel vormen en waarin zij dus het risico van dén oorlog loopen. Men beschouwt het zich bevinden van een neutraal schip in de kustwateren van Enge land zoo ongeveer als het rijden van een auto, die daar niets te maken heeft, in het land tusschen de Maginot- en de Sieg- friedlinie, waarbij men het daarom aan eigen onvoorzichtigheid te wijten heeft als de auto wordt vernietigd. Maar men bedenkt daarbij niet, dat geen sterveling zich vrijwillig in niemandsland zal wagen omdat er ook nog andere wegen zijn. Terwijl immers onze uitvarende sche pen wel genoodzaakt zijn langs Engeland of in andere deelen van Europa langs En- gelsch gebied te koersen en dat niet al leen, maar dat zij door de Britsche maat regelen bovendien gedwongen worden de normale route te verlaten om zich door zeer gevaarlijk zeegebied naar de Engelsche contrólehavens te begeven. En daarbij wordt dan van Duitsche zijde nog de mededeeling gegeven, dat de Brit ten onschuldig uitziende schepen als duik- bootvallen hebben ingericht en dat zij er bovendien nog gewapende koopvaarders op nahouden, waardoor de onderscheiding van vriend en vijand voor de Duitsche strijdkrachten onmogelijk is geworden. Het schijnt, dat de Burgerdijk bij het in 't zicht komen van de Duitsche duikboot een andere koers heeft gevolgd, wat den duik bootcommandant den indruk heeft kunnen geven, dat er iets niet in den haak was. Maar in elk geval had hij zich van de be trouwbaarheid van schip en lading bij de aanhouding kunnen overtuigen en dat hij zelfs weigerde de scheepspapieren in te zien maakt het zeer begrijpelijk, dat ook neu trale schepen langzamerhand alles in het werk stellen om aan een aanhouding te ont komen. Duitschland beroept zich thans op het prijsrecht van 1923 en het zal tenslotte onzerzijds wel weer bij protesten des noods krachtige protesten moeten blij ven, maar men vraagt zich toch steeds meer af of er inderdaad in den aan drang der Scandinavische staten, namelijk dat alle kleine neutralen zich aaneensluiten om krachtiger voor hun rechten te kunnen opkomen, niet een verstandige raad schuilt. Er is tenslotte een grens voor alles en dus ook voor de lankmoedigheid waarmede wij tot dusver zonder eenigen economischen tegenmaatregel onze beste en duurste koop vaarders laten vernielen en onze zeelieden aan de grootste gevaren blijven blootstellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1