rsU De Eerste Kamer over het beleid van minister Bolkestein. Instemming met streven naar onderwijs vernieuwing. Spellingskwestie urgent. En weer: de leerlingen- schaal WAAG UW GEZONDHEID NIET HET SLAGKRUISERPLAN Peulvruchten voor zieken en militairen. De de ondergang van „Burgerdijk". Commentaar in Britsche kringen. Eerste Kamen. van Onfortuinlijke landing de „Patrijs". De belastingdruk op de groote gezinnen. Het „groot eri vruchtbaar initiatief" van minister De Geer geprezen. Begrooting van financiën in de Eerste Kamer. TWEEDE BLAD. 2 Aan het voorloopig verslag van de Eerste Kamer over de begrooting van onderwijs, kunsten en wetenschappen voor 1940, ont- leenen wij het volgende: Algemeen erkende men gaarne 's minis ters uitgebreide ervaring en groote ver diensten op het terrein van het onderwijs, terwijl ook verschillende leden hunne in stemming betuigden met vele zijner denk beelden omtrent verbeteringen op dit ge bied, al ook omtrent de rechten van het bys zonder onderwijs. Deze leden betwijfelden echter of het den minister, gezien den slechts tweejarigen duur der loópende re- geerihgsperiode en den toestand van 's rijks financiën, zou zijh gegeven zijn denkbeelden te verwezenlijken. Onderwijsvernieuwing. Naar verschillende leden opmerkten, Zijn door het optreden van den minister inzon derheid twee algeméene vraagstukken ster ker op den voorgrond getreden: ten eerste dat van de „onderwijsvernieuwing" en ten tweede dat van de verhouding van openbaar en bijzonder onderwijs, van het karakter van het eerste en de financieele houding der overheid ten aanzien van het laatste. Mét streven naar onderwijsvernieuwing verdient huns inziens sympathie, vooral wanneer men het zoo formuleert als de mi nister deed in zijn rede op de vergadering van de Vrijz.-Dem. bond op 26 Nov. j.l. ên dë noodzakelijke Verbetering van het on derwijs allereerst beschouwt als een lang zaam voortgaand proces van practische her vorming. Andere leden verklaarden eveneens met belangstelling en discussie welke den laat- sten tijd over onderwijsvernieuwing wórdt gevoerd, te hebben gevolgd. Met name juichten zij het initiatief, door den hoofd inspecteur in de 3e hoofdinspectie genomen toe, Het streven van den minister het onderwijs meer te individualisee- ren dan tot hedên mogelijk is, vond bij een aantal andere leden even eens waardeering. Zij waren er evenwel van overtuigd, dat, zoo lang de leerlingenschaal niet is her zien, tot de verwezenlijking van dit ideaal geen pogingen kunnen wor den ondernomen. Sterke vereenvoudiging van de leerplan nen, in dezen zin, dat het aankweeken van velerlei parate kennis wijkt voor degelijk onderricht in de hoofdvakken en voldoende lichamelijke oefening op alle scholen, acht ten enkele leden voorts dringend noodig. Spelling. Met voldoening namen verschil lende leden ervan kennis, dat een wetsontwerp staat te worden inge diend om aan de regeling van de schrijfwijze der Nedorlandsche taal een wettelijke basis te geven. Verscheidene leden verklaarden, in af wachting van dit wetsontwerp zich van be schouwingen over deze aangelegenheid te willen onthouden, beschouwingen, welke trouwens, na al wat daarover reeds is ge schreven en gesproken, niets nieuws zouden kunnen bevatten. Huns inziens is deze ma terie „doodgepraat" en rest slechts het ne men van een beslissing. Mede met het oog op de komende examens achtten zij de kwes tie zeer urgent. Andere leden merkten op, dat een wet, wélke de regeering zou machtigen de huns inziens bedenkelijke aantasting van de spel ling der Nederlandsche taal te bestendigen, hun vooralsnog weinig aantrekkelijk voor kwam. Verschillende leden hadden met leedwe zen kennis genomen van 's ministers afwij zend standpunt omtrent het in overweging nemen van het vraagstuk van het verleenen van finaricieelen steun aan het bijzonder hooger onderwijs. Eenige leden, die ook ten vorigen jare hun geringe voldoening uitspraken over de resultaten van het middelbaar onderwijs, dat de leerlingen in vele gevallen met on voldoende verwerking van de leerstof en weinig zelfstandigheid in hun denken aan de practijk of het hooger onderwijs afle vert, herhaalden hun klacht tegenover den tegenwoordigen bewindsman, met wiens in zichten. zooals deze voor zijn optreden her haaldelijk ter openbare kennis zijn gebracht, zij in het algemeen instemden. Verscheidene leden betreurden, dat ook het middelbaar en het voorbereidend hooger onderwijs lijden onder de te sterke bezet ting van de klassen, terwijl bovendien vele leeraren met een overmatig aantal lesuren zijn belast. Zoodra, aldus deze leden, do noodzakelijke verlaging van de leerlingen- school voor het lager onderwijs wordt inge voerd, zal ook bij het middelbaar en voor bereidend hooger onderwijs een daarbij aansluitende verbetering moeten worden bevorderd. Lager onderwijs Ten aanzien van de wenschelijk- heid van verbetering der leerlingen- schaal achtten verscheidene leden het overbodig opnieuw in beschou wingen te treden, vermits eenig nieuw licht op deze aangelegenheid niet meer valt te werpen. Zij wil den slechts blijk geven van hun ern stige teleurstelling over het feit, dat de minister in zijne mëmorie van antwoord aan de Tweede Kamer volstond met mede te deelen, deze kwestie vóór het ontwerpen van de begrooting voor 1041 onder de öögen te zullen zien hetgeen uiteraard ook zónder deze mede- deeling zou moeten geschieden - en ten deze op geenerlei wijze zelfs de geringste toezegging deed, Wat voorts de positie van de kweekelin- gen met akte betreft, die zelfstandig een klasse waarnemen, merkten deze leden op, dat, indien de minister op dit punt geen voorstellen tot verbetering wil doen, om niet aldus een ongewenschten toestand te con- solideeren, dit op zichzelf is toe te juichen, doch dan toch dés te meer de verplichting zich opdringt om op ahdere, meer doeltref fende, wijze maatregelen tot verbetering van den huidigen wantoestand te nemen, Eenige andere leden merkten op, dat thans weliswaar de uitgaven op militair en economisch gebied als bezwaar worden ge noemd, doch ook vóór de mobilisatie voor verbetering van de leerlingenschaal geen geld heette aanwezig te zijn. Terugkeer tot de leerlingenschaal van 1923 zou slechts betrekkelijk geringe geldelijke offers vra gen, althans voor het eerste jaar naar schat ting niet meer dan negenhonderdduizend gulden. De aan het woord zijnde leden hoopten, dat alsnog een weg vóór het ver krijgen der benoodigde middelen zal kun nen worden gevonden. Andere leden konden het onder de tegen woordige omstandigheden dit kabinet moei lijk euvel duiden, dat het een verlaging van de leerlingenschaal niet verantwoord acht. Verschillene leden meenden, Ook na de Verklaring van den minister in de Tweede Kamer, erop te moeten wijzeh, dat de door den bewindsman zij het dan ook niet als zoodanig gehouden redevoering over ons onderwijs, voor zooveel deze rede handelde over de positie van het openbaar lager on derwijs, in enkele opzichten niet zeer geluk kig was. Was het niet een daad van beter beleid geweest, indien dé heer Bolkestein, toen hij eenmaal als minister was opgetre den, het houden van deze redevoering had nagelaten? Eenige andere leden sloten zich hierbij aan. De christelijk-humanistische richting aangewezen te noemen voor de openbare school, achtten zij onjuist. Deze school wordt tot nu toe beschouwd als vrij van tendentie en hierin ligt volgens deze leden haar kracht. Eenige leden hoopten, dat weldra de noo- dige lesuren in lichamelijke oefening in het leerplan zal worden opgenomen. Enkele leden bespraken de wenschelijk- heid van een wijziging in het Ü.L.Ö.-exa- men. Ook hier constateerden zij het ver schijnsel van overlading. Andere leden drongen met zeer veel klem et' bij den minister on aan, de spoedige tot standkoming van de regeling der onderwij zersopleiding te bevorderen. Kunsten en wetenschappen. Met bevrediging hadden vele leden ken nis genomen van de maatregelen, welke de regeering weldra zal treffen om de kunst schatten van onze openbare musea tegen luchtaanvallen te beschermen. Zij hoopten, dat deze spoedig ten uitvoer zullen worden gebracht en de niet geheel veilige over gangstoestand, welke thans bestaat, weldra tot het verleden zal behooren. DE LEIDSCHENDAMSCHE MOORD ZAAK. Vooronderzoek gesloten. Het voor-onderzoek In de strafzaak tegen den 29-jarigen vertegenwoordiger R. A., die verdacht wordt op 27 October van het vo rige jaar te Leidschendam den veehande laar C. van der Horst te hebben vermoord en beroofd, is gesloten. A., die nog steeds in het huis van bewaring te 's-Gravenhage vertoeft, werd precies een week na den moord te Rotterdam gearresteerd. Bij zijn aanhouding verklaarde hij wel bij den moord betrokken te zijn geweest, doch dat er een ander persoon bij aanwezig was. Deze houding heeft hij tot nu toe volgehou den. Er is evenwel, ondanks intensief speur werk geen spoor van een tweeden dader ge vonden. A. zal zich dus alleen te verant woorden hebben. Welke tenlastelegging zal worden uitge bracht, is nog niet bekend, daar de kennis geving van verdere vervolging nog niet is uitgegaan. Vermoed wordt, dat de zaak om streeks April ter openbare behandeling op de zitting van de Haagsche rechtbank zal dienen. ALS DS NIEREN niet behoorlijk werken, kun- neri verschijnselen ootreden eis rugpijn •pit, stijve en pijnlijke gewrichten, verstoorde nachtrust en verlies van kracht En wel. doordat het bloed dan niet gezuiverd wordt var de erin voorkómende onzuiverheden door déze bioedflltreerehde organen Laat het zoo ver niet komen voorkomen Is beter dan genezen. Gebruik tijdig Poster's Rugpijn Nieren Rillen, sinds laren bekend als het dluretlsch mlddet bij uitnemendheid Zorg. dat uw bloed steeds zuiver krachtig en leven gevend blijft BLENDED CIGARFTT Aandrang den Volksraad te passeeren. Het Eerste Kamerlid jhr. de Savornin Lohman (c.h.) heeft aan den voorzitter van den raad van ministers, en aan de ministers van defensie en van koloniën de volgende vragen gesteld: Is de regeering niet van oordeel, dat de af doening van het in te dienen wetsontwerp inzake de voorgenomen versterking van de vloot met slagkruisers van spoedeischenden aard is, zulks te meer, waar de behandeling van deze aangelegenheid" tóch reeds door verschillende omstandigheden aanzienlijke vertraging heeft ondervonden? Zoo de regeering van deze meening zou zijn, is zij dan bereid mee te deelen, waarom door haaf geen gebruik is gemaakt van de haar in Art, 71 de'r wet op de staatsinrichting van Nederlandsch-Indië verleende bevoegd heid, in dergelijk geval van het hooren Van den Volksraad af te zien? Is de regeering bereid te bevorderen, dat in elk geval het hooren van den Volksraad binnen dussdanig korten termijn geschiedt, dat het in te dienen wetsontwerp met dien spoed tot stand kan worden gebracht, als het belang en de urgentie der zaak vorderen? Met ingang van heden,. 16 Febr., geeft de bijzondere bon voor zieken en militairen, als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder b, van de peulvruchtenbeschikking 1940 1, recht op het koopen van een achtste kilogram peul vruchten. Reuter meldt, dat in officiêéle kringen te Londen geen verrassing is gewekt door de üuitsche bedreiging alle neutrale schepen te torpedeeren, welke den schijn hébben zich naar Groot-Britannië te begeven of Britsche controlehavens aan te doen. Langen tijd hebben de Duitschers neutrale schepen blootgesteld aan deze procedure, welke zij thans openlijk verkondigen. Deze kringen zijn van meening, dat het de bedoe ling der Duitschers is alle neutrale schepen op Noordzee, het Kanaal, de Golf van Bis- caye en Atlantischen Oceaan bevreesd te maken Frankrijk en Groot-Britannië aan te doen. Dit komt neer op het stellen van den eisch, dat de Scandinavische landen, als ook Nederland, België en landen, die handel drijven via de Middéllaiidsche zees:, er volkomen mede ophouden schepen Uit te zen den, omdat de Duftsche bedreiging zoo ruim is, dat zij. de scheepvaart op alle zeeën, welke toegang geven tot de Westersche mogendheden, be dreigen. v De mogelijkheid in convooi te varen. Te Londen heeft men alle vertrouwen, dat geen enkele neutrale mogendheid in feite zal worden afgeschrikt door een dergelijke bedreiging, welke slechts de Britsche opvat ting versterkt, dat het grootste percentage veiligheid voor de geheele scheepvaart slechts gelegen is in geallieerde convooien. Naar aanleiding hiervan merkt men in bevoegde Nederlandschn kringen Op, dat. zoöals bekend is, NederlandSGhè schepen nimmer in buitenlandsche convooien varen. Alleen materieele schade. Het K.L.M.-vliegtuig Patrijs, een toestel van het type D.C. 3, heeft gister op hét vliegveld Eelde een onfortuinlijke landing gemaakt. Tengevolge hiervan is o.m. het onderstel van het vliegtuig érnstig be schadigd. De Patrijs, bestuurd door Par- mentier, was gisterochtend met acht pas sagiers en een hoeveelheid post, van Schiphol gestart met bestemming de eilanden Schiermonnikoog en Ameland. Parmentier moest op Eelde een tusschen- landing maken. De landing op dit vlieg veld werd niet alleen ernstig bemoeilijkt door het minder goede zicht, maar vooral ook door de versch gevallen sneeuw, waardoor Parmentier de afzettingen van het vliegveld bijna niet kon waarnemen. Het onderstel van het vlieg tuig raakte tijdens dé landings manoeuvre een walletje, waar schijnlijk een hoop oude en stijf bevroren sneeuw, waardoor het zoo ernstig werd beschadigd, dat het vliegtuig op zijn buik terecht kwam, Parmentier slaagde er in grooter onheil te voorkomen en alsof er niets gebeurd was, gleed de Patrijs rustig op zijn buik over het met sneeuw bedekte veld om een eind verder tot stilstand te komen. Niet alleen het onderstel doch ook de schroeven werden bij deze mislukte landing bescha digd. Geen der inzittenden kreeg letsel. De op Eelde gestrande passaf'ers en post zijn gistermiddag met een ander toe stel naar Ameland en Schiermonnikoog vervoerd. --j Dcodelijk verkeersongeluk. - Gister middag is het achtjarig zoontje van den heer van der Linden uit Eindhoven op den Bosch - dijk te Eindhoven door een militaire auto, welke uit de richting Best kwam, aange reden en op slag gedood. (Van onzen parlementairen verslaggever). Nadat de Eerste Kamer gister ochtend het LeeningsontWerp in de afdeeltngen had onderzocht, heeft zij 's middags een aanvang gemaakt met de behandeling van de begroo ting van financiën voor 1940, waar over het debat is gevorderd tot minister de Geer. Hedenochtend zou de Senaat eerst in het openbaar de leening van 300 millioen be spreken en vervolgens luisteren naar het geen dé minister over zijn begrooting en de belastingpolitiek te vertellen heeft. Want de belastingen zijn een belangrijk punt in de besprekingen geweest. De heer Fleskens (r.k.) begon er al mede; de groote gezinnen hebben zijn bijzondere aandacht en hoe vele malen hebben we dezen afgevaardigden hun belangen niet bij diverse ministers van fi nanciën hooren bepleiten, wanneer er van belastingen sprake was! De heer Fleskens nu vond het erg jammer, dat minister de Geer mèt de nationale inkomsten- en winstbelasting van minister de Wilde ook de voordeêlen van diens ontwerp voor de be lastingbetalers heeft laten schieten. Vooral doelde hij op dê door mr. de Wilde voorge nomen teruggave van een zeker bedrag aan de groóte gezinnen als een compensatie voor de door hen ondervonden zwaten druk der indirecte belastingen. Met kracht drong de heer Fleskens er óp aan, dat minister de Geer bij zijn belastingplannen eveneens met de belangen van de groote gezinnen zou rekening houden. De heer de Zeeuw (s.d.) kon dezen aan drang niet ten volle apprecieeren. Hij herinnerde eraan, dat er in ons belastingstelsel al in velerlei opzicht met de groote gezinnen re kening wordt gehouden en dat des tijds het bezwaar tegen dat onder deel van de plannen van minister de Wilde was, dat dé ouden van dagen dah nog langer op een voorziening te hunnen behoeve zouden moeten wachten. En hij hield den héér Fleskens voor, dat deze nu wel oud-minister de Wilde mocht prijzen, maar dat uit den kring der geest verwanten van dezen a.r. bewindsman prof. Diepenhorst Was opgestaan om zijn vinger waarschuwend op té heffen, omdat een der gelijke terugbetaling aan de groote gezinnen niet in overeenstemming was met de a.r. beginselen. Lof voor minister de Geer. De soc.-dem. wethouder van Rotterdam prees minister de Geer voor zijn moed om in deze buitengewoon moeilijke tijdsomstandig heden het weinig benijdenswaardige ambt van minister van financiën te aanvaarden. Hij kon zich over het algemeen met zijn be leid vereenigen en bracht hulde aan zijn „groot en vruchtbaar initiatief". Ten aanzien van de dekking van de mobilisatiekosten had de regeering het juiste midden gevonden tusschen verzwaring van de lasten van het huidige en het nageslacht. Dat de minister met een ontwerp- Winstbelasting was gekomen was een der vruchten van het gemelde initiatief; daarmede had de be windsman tevens getoond de bakens te willen verzetten, want de druk der indirecte belastingen was in dé laatste jaren Onevenredig zwaar ge worden. Eindelijk was daarmede ook een denk beeld van wijlen Wibaut hoe vaak niet van regeeringszijde bestreden! verwezen lijkt. De heer de Zeeuw maakte nog eenige critische opmerkingen over de geste van den centralen beleggingsraad bij het bepalen van de rente van een gemeenteleening (Rotter dam had een wat hoogere rente moeten betalen dan zij aanvankelijk voornemens was geweest) en over de actie van het be leggingsfront, waarmede hij zich ook niet ge heel kon vereenigen. Het liefst had de heer de Zeeuw van den goudwinst van de Ned. Eank ook wat aan de gemeenten ten goede zien komen. Mr. van Lanschot (r.k.), die lid van den centralen beleggingsraad is, kwam dadelijk tegen deze critiek in het geweer, betoogend. dat met betrekking tot de taak van dien. raad velerlei misverstand bestaat. Zijn taak is, de gelden van de rijksfondsen zoo goed mogelijk te beleggen en het staatscrediet te steunen; ten aanzien van de rente van de bedoelde conversieleening van Rotterdam had dit college een z.i. volkomen juiste be slissing genomen. Het fondsenstelsel. De voorzitter van de katholieke fractie bezwoer den minister als het ware nu ein delijk eens op te houden met de halfslach tige fondsenpolitiek. De regeering besluite om óf van het fondsenstelsel af te stappen en een ander, bijv. het omslagsstélsel te aan vaarden, of ze passé het fondsenstelsel con sequent toe, maar zorge er dan ook voor dat de jaarlijks verplichte stortingen worden gedaan. Zoo als het nu gaat, loopt het spaak, aldus deze spreker. Tenslotte achtte deze afgevaardigde het gewenscht dat de regeering het oorlogsmo- lestrisico voor gebouwen (geschat op een waarde van 10 milliard) door hért land als geheel te laten dragen; sommige streken liggen veel minder gevaarlijk dan andere en zouden derhalve minder aan premie te be talen hebben. De ontwerping van een alge meen oorlogsfinancieringsplan kwam hem ook noodzakelijk voor. Het betoog, dat de heer Heldring (lib.) hield, kwam neer op scherpe bezuiniging op de staatsuitgaven, teneinde aan het gevaar van inflatie en ondragelijke belastingen te ontkomen. Na deze rede Vroeg de heer Bruineman (r.k.) bij interruptie: „Heeft U niets concreters?" Waarop de heer Heldring antwoordde, dat hij bij deze algemeene be schouwingen slechts in algemeene termen had gesproken. Van den heer von Bönninghausên (n.s.b.) vernamen we wederom een veroordeeling van het „demo-liberale" economische stel sel en een aanprijzing van de financiering®^ methoden, welke men in Duitschland en Japan volgt. Ook hij wenschte bezuiniging op de uitgaven en versobering van het le ven door het vermijden o.a. van onnoodige productie, herziening van de belastingpoli tiek, enz., enz. De heer Jansen de Limpens (r.k,) uitte eenige wenschen met betrekking tot de be lasting van onroerende goederen, in het bijzonder wat den aanslag betreft, welke in de practijk nog al eens tot onbillijkheden leidt. Mr. van Rappard (lib.) vroeg weder om de aandacht voor de meermalen door hem en anderen bepleite tegemoetkoming in de personeele belasting aan de eigenaars van landgoederen en kasteelen, die er niet meer of slechts sporadisch wonen (en dan nog maar in enkele vertrekken), terwijl zij toch voor de volle belasting worden aange slagen. De hooge belasting deed hen er vaak toe besluiten personeel af te danken en de huizen en kasteelen (waarin dikwijls inboe dels van kunstwaarde staan) niet langer te bewonen. Het gevolg is geweest, dat dè werkloosheid in die streken, ook doordat landarbeiders van de buitens gedaan kre gen. toenam- We zullen het hierbij laten en zoonoodig, op enkele punten, die we nu slechts even of niet vermeld hebben, bij des ministers ant woord terugkomen. FRANSCHE AMBULANCE VOOR FINLAND. Op doorreis te Amsterdam. Met den Parijschen trein is gisteravond een groep leden van de ambulance, welke in Frankrijk is uitgerust om naar Finland gezonden te worden, te Amsterdam gearri veerd. De ambulance beschikt over een uitste kende outillage. Hieronder bevindt zich een veldhospitaal van honderd bedden, een chirurgische afdeeling, waarin tegelijkertijd drie operaties kunnen worden verricht, een radiologische afdeeling, twaalf ambulance auto's en drie auto's voor andere transport- doeleinden. De personeelbezetting bestaat uit twee Fransche chirurgen, een radioloog, een hoofdverpleegster met tien gediplo meerde verpleegsters, waarvan twee in het bezit zijn van haar vliegbrevet, en 26 chauf feurs en chauffeuses. De chauffeurs ten deele lid van het American Legion, de chauffeuses allen in het bezit van het di ploma hulpverpleegsters, en' leden van de auto-transportafdeeling van het Fransche Roode Kruis. Behalve deze uitrusting beschikt de ex peditie voorts over een door het instituut Pasteur te Parijs geleverden voorraad van 60.000 ampullen, met een inhoud van 20 kubieke centimeter elk, verschillende sera en vaccines, voldoende om het geheele Flnsche leger in te enten, 20.000 ampullen morphine en vele andere medische hulp middelen. De kerngroep welke gisteravond in Am sterdam gearriverd is een aantal leden is al naar Finland vertrokken is hedenoch tend vroeg per K. L, M. vertrokken naar Stockholm, om vandaar naar Finland te reizen. KLEEREN VAN DIENSTMEISJE VATTEN VLAM. Ernstig gewond. Gistermiddag was een 26-jarig dienst meisje in een perceel aan de Frans van Mierisstraat te Amsterdam bezig met het verzorgen van de kachel der centrale ver warming. Zij kwam te dicht bij de kachel, waardoor haar kleeren vlam vatten. Met ernstige brandwonden overdekt moest het meisje per ziekenauto naar het ziekenhuis worden overgebracht. Groote landbouwschuur uitgebrand. Gistermiddag is tengevolge van het warm loopen van het vliegwiel van een dorschmachine brand uitgebroken in de kapitale schuur van den landbouwer W. Slebring, aan de Erikaschestraatwewg on der Emmen. In de schuur lag ongeveer 250 H.L. rogge, dat pas gedorscht was, opgeslagen, terwijl daar bovendien nog ongeveer 300 H.L. ongedorscht koren aanwezig was. Deze geheele graanvoorraad is verloren gegaan, benevens een groote partij con sumptieaardappelen. Drie paarden en de dorschmachine kon men in veiligheid brengen. De plaatselijke brandweer kon wegens gebrek aan bluschwater niets uit richten. De schuur is geheel uitgebrand. Verzekering dekt slechts gedeeltelijk de schade. GRONINGEN KRIJGT DE NOODIGE KOLEN. De minister van waterstaat heeft den burgemeester van Groningen in verband met het dreigend kolengebrek aldaar medegedeeld, dat er een voldoende hoe veelheid steenkool naar Groningen zal worden gezonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6