rsU
De Eerste Kamer over het beleid van
minister Bolkestein.
Instemming met streven naar onderwijs
vernieuwing.
Spellingskwestie urgent.
En weer: de leerlingen-
schaal
WAAG UW
GEZONDHEID NIET
HET SLAGKRUISERPLAN
Peulvruchten voor zieken
en militairen.
De
de
ondergang van
„Burgerdijk".
Commentaar in Britsche
kringen.
Eerste Kamen.
van
Onfortuinlijke landing
de „Patrijs".
De belastingdruk op de groote gezinnen.
Het „groot eri vruchtbaar initiatief" van
minister De Geer geprezen.
Begrooting van financiën in
de Eerste Kamer.
TWEEDE BLAD.
2
Aan het voorloopig verslag van de Eerste
Kamer over de begrooting van onderwijs,
kunsten en wetenschappen voor 1940, ont-
leenen wij het volgende:
Algemeen erkende men gaarne 's minis
ters uitgebreide ervaring en groote ver
diensten op het terrein van het onderwijs,
terwijl ook verschillende leden hunne in
stemming betuigden met vele zijner denk
beelden omtrent verbeteringen op dit ge
bied, al ook omtrent de rechten van het bys
zonder onderwijs. Deze leden betwijfelden
echter of het den minister, gezien den
slechts tweejarigen duur der loópende re-
geerihgsperiode en den toestand van 's rijks
financiën, zou zijh gegeven zijn denkbeelden
te verwezenlijken.
Onderwijsvernieuwing.
Naar verschillende leden opmerkten, Zijn
door het optreden van den minister inzon
derheid twee algeméene vraagstukken ster
ker op den voorgrond getreden: ten eerste
dat van de „onderwijsvernieuwing" en ten
tweede dat van de verhouding van openbaar
en bijzonder onderwijs, van het karakter
van het eerste en de financieele houding
der overheid ten aanzien van het laatste.
Mét streven naar onderwijsvernieuwing
verdient huns inziens sympathie, vooral
wanneer men het zoo formuleert als de mi
nister deed in zijn rede op de vergadering
van de Vrijz.-Dem. bond op 26 Nov. j.l. ên
dë noodzakelijke Verbetering van het on
derwijs allereerst beschouwt als een lang
zaam voortgaand proces van practische her
vorming.
Andere leden verklaarden eveneens met
belangstelling en discussie welke den laat-
sten tijd over onderwijsvernieuwing wórdt
gevoerd, te hebben gevolgd. Met name
juichten zij het initiatief, door den hoofd
inspecteur in de 3e hoofdinspectie genomen
toe,
Het streven van den minister het
onderwijs meer te individualisee-
ren dan tot hedên mogelijk is, vond
bij een aantal andere leden even
eens waardeering. Zij waren er
evenwel van overtuigd, dat, zoo
lang de leerlingenschaal niet is her
zien, tot de verwezenlijking van dit
ideaal geen pogingen kunnen wor
den ondernomen.
Sterke vereenvoudiging van de leerplan
nen, in dezen zin, dat het aankweeken van
velerlei parate kennis wijkt voor degelijk
onderricht in de hoofdvakken en voldoende
lichamelijke oefening op alle scholen, acht
ten enkele leden voorts dringend noodig.
Spelling.
Met voldoening namen verschil
lende leden ervan kennis, dat een
wetsontwerp staat te worden inge
diend om aan de regeling van de
schrijfwijze der Nedorlandsche taal
een wettelijke basis te geven.
Verscheidene leden verklaarden, in af
wachting van dit wetsontwerp zich van be
schouwingen over deze aangelegenheid te
willen onthouden, beschouwingen, welke
trouwens, na al wat daarover reeds is ge
schreven en gesproken, niets nieuws zouden
kunnen bevatten. Huns inziens is deze ma
terie „doodgepraat" en rest slechts het ne
men van een beslissing. Mede met het oog
op de komende examens achtten zij de kwes
tie zeer urgent.
Andere leden merkten op, dat een wet,
wélke de regeering zou machtigen de huns
inziens bedenkelijke aantasting van de spel
ling der Nederlandsche taal te bestendigen,
hun vooralsnog weinig aantrekkelijk voor
kwam.
Verschillende leden hadden met leedwe
zen kennis genomen van 's ministers afwij
zend standpunt omtrent het in overweging
nemen van het vraagstuk van het verleenen
van finaricieelen steun aan het bijzonder
hooger onderwijs.
Eenige leden, die ook ten vorigen jare
hun geringe voldoening uitspraken over de
resultaten van het middelbaar onderwijs,
dat de leerlingen in vele gevallen met on
voldoende verwerking van de leerstof en
weinig zelfstandigheid in hun denken aan
de practijk of het hooger onderwijs afle
vert, herhaalden hun klacht tegenover den
tegenwoordigen bewindsman, met wiens in
zichten. zooals deze voor zijn optreden her
haaldelijk ter openbare kennis zijn gebracht,
zij in het algemeen instemden.
Verscheidene leden betreurden, dat ook
het middelbaar en het voorbereidend hooger
onderwijs lijden onder de te sterke bezet
ting van de klassen, terwijl bovendien vele
leeraren met een overmatig aantal lesuren
zijn belast. Zoodra, aldus deze leden, do
noodzakelijke verlaging van de leerlingen-
school voor het lager onderwijs wordt inge
voerd, zal ook bij het middelbaar en voor
bereidend hooger onderwijs een daarbij
aansluitende verbetering moeten worden
bevorderd.
Lager onderwijs
Ten aanzien van de wenschelijk-
heid van verbetering der leerlingen-
schaal achtten verscheidene leden
het overbodig opnieuw in beschou
wingen te treden, vermits eenig
nieuw licht op deze aangelegenheid
niet meer valt te werpen. Zij wil
den slechts blijk geven van hun ern
stige teleurstelling over het feit, dat
de minister in zijne mëmorie van
antwoord aan de Tweede Kamer
volstond met mede te deelen, deze
kwestie vóór het ontwerpen van de
begrooting voor 1041 onder de
öögen te zullen zien hetgeen
uiteraard ook zónder deze mede-
deeling zou moeten geschieden -
en ten deze op geenerlei wijze zelfs
de geringste toezegging deed,
Wat voorts de positie van de kweekelin-
gen met akte betreft, die zelfstandig een
klasse waarnemen, merkten deze leden op,
dat, indien de minister op dit punt geen
voorstellen tot verbetering wil doen, om niet
aldus een ongewenschten toestand te con-
solideeren, dit op zichzelf is toe te juichen,
doch dan toch dés te meer de verplichting
zich opdringt om op ahdere, meer doeltref
fende, wijze maatregelen tot verbetering
van den huidigen wantoestand te nemen,
Eenige andere leden merkten op, dat
thans weliswaar de uitgaven op militair en
economisch gebied als bezwaar worden ge
noemd, doch ook vóór de mobilisatie voor
verbetering van de leerlingenschaal geen
geld heette aanwezig te zijn. Terugkeer tot
de leerlingenschaal van 1923 zou slechts
betrekkelijk geringe geldelijke offers vra
gen, althans voor het eerste jaar naar schat
ting niet meer dan negenhonderdduizend
gulden. De aan het woord zijnde leden
hoopten, dat alsnog een weg vóór het ver
krijgen der benoodigde middelen zal kun
nen worden gevonden.
Andere leden konden het onder de tegen
woordige omstandigheden dit kabinet moei
lijk euvel duiden, dat het een verlaging
van de leerlingenschaal niet verantwoord
acht.
Verschillene leden meenden, Ook na de
Verklaring van den minister in de Tweede
Kamer, erop te moeten wijzeh, dat de door
den bewindsman zij het dan ook niet als
zoodanig gehouden redevoering over ons
onderwijs, voor zooveel deze rede handelde
over de positie van het openbaar lager on
derwijs, in enkele opzichten niet zeer geluk
kig was. Was het niet een daad van beter
beleid geweest, indien dé heer Bolkestein,
toen hij eenmaal als minister was opgetre
den, het houden van deze redevoering had
nagelaten?
Eenige andere leden sloten zich hierbij
aan. De christelijk-humanistische richting
aangewezen te noemen voor de openbare
school, achtten zij onjuist. Deze school
wordt tot nu toe beschouwd als vrij van
tendentie en hierin ligt volgens deze leden
haar kracht.
Eenige leden hoopten, dat weldra de noo-
dige lesuren in lichamelijke oefening in het
leerplan zal worden opgenomen.
Enkele leden bespraken de wenschelijk-
heid van een wijziging in het Ü.L.Ö.-exa-
men. Ook hier constateerden zij het ver
schijnsel van overlading.
Andere leden drongen met zeer veel klem
et' bij den minister on aan, de spoedige tot
standkoming van de regeling der onderwij
zersopleiding te bevorderen.
Kunsten en wetenschappen.
Met bevrediging hadden vele leden ken
nis genomen van de maatregelen, welke de
regeering weldra zal treffen om de kunst
schatten van onze openbare musea tegen
luchtaanvallen te beschermen. Zij hoopten,
dat deze spoedig ten uitvoer zullen worden
gebracht en de niet geheel veilige over
gangstoestand, welke thans bestaat, weldra
tot het verleden zal behooren.
DE LEIDSCHENDAMSCHE MOORD
ZAAK.
Vooronderzoek gesloten.
Het voor-onderzoek In de strafzaak tegen
den 29-jarigen vertegenwoordiger R. A., die
verdacht wordt op 27 October van het vo
rige jaar te Leidschendam den veehande
laar C. van der Horst te hebben vermoord
en beroofd, is gesloten. A., die nog steeds
in het huis van bewaring te 's-Gravenhage
vertoeft, werd precies een week na den
moord te Rotterdam gearresteerd. Bij zijn
aanhouding verklaarde hij wel bij den
moord betrokken te zijn geweest, doch dat
er een ander persoon bij aanwezig was.
Deze houding heeft hij tot nu toe volgehou
den. Er is evenwel, ondanks intensief speur
werk geen spoor van een tweeden dader ge
vonden. A. zal zich dus alleen te verant
woorden hebben.
Welke tenlastelegging zal worden uitge
bracht, is nog niet bekend, daar de kennis
geving van verdere vervolging nog niet is
uitgegaan. Vermoed wordt, dat de zaak om
streeks April ter openbare behandeling op
de zitting van de Haagsche rechtbank zal
dienen.
ALS DS NIEREN niet behoorlijk werken, kun-
neri verschijnselen ootreden eis rugpijn
•pit, stijve en pijnlijke gewrichten, verstoorde
nachtrust en verlies van kracht En wel.
doordat het bloed dan niet gezuiverd wordt
var de erin voorkómende onzuiverheden door
déze bioedflltreerehde organen Laat het zoo
ver niet komen voorkomen Is beter dan
genezen. Gebruik tijdig Poster's Rugpijn
Nieren Rillen, sinds laren bekend als het
dluretlsch mlddet bij uitnemendheid Zorg.
dat uw bloed steeds zuiver krachtig en leven
gevend blijft
BLENDED
CIGARFTT
Aandrang den Volksraad
te passeeren.
Het Eerste Kamerlid jhr. de Savornin
Lohman (c.h.) heeft aan den voorzitter van
den raad van ministers, en aan de ministers
van defensie en van koloniën de volgende
vragen gesteld:
Is de regeering niet van oordeel, dat de af
doening van het in te dienen wetsontwerp
inzake de voorgenomen versterking van de
vloot met slagkruisers van spoedeischenden
aard is, zulks te meer, waar de behandeling
van deze aangelegenheid" tóch reeds door
verschillende omstandigheden aanzienlijke
vertraging heeft ondervonden?
Zoo de regeering van deze meening zou
zijn, is zij dan bereid mee te deelen, waarom
door haaf geen gebruik is gemaakt van de
haar in Art, 71 de'r wet op de staatsinrichting
van Nederlandsch-Indië verleende bevoegd
heid, in dergelijk geval van het hooren Van
den Volksraad af te zien?
Is de regeering bereid te bevorderen, dat
in elk geval het hooren van den Volksraad
binnen dussdanig korten termijn geschiedt,
dat het in te dienen wetsontwerp met dien
spoed tot stand kan worden gebracht, als het
belang en de urgentie der zaak vorderen?
Met ingang van heden,. 16 Febr., geeft de
bijzondere bon voor zieken en militairen,
als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder b, van
de peulvruchtenbeschikking 1940 1, recht op
het koopen van een achtste kilogram peul
vruchten.
Reuter meldt, dat in officiêéle kringen te
Londen geen verrassing is gewekt door de
üuitsche bedreiging alle neutrale schepen
te torpedeeren, welke den schijn hébben
zich naar Groot-Britannië te begeven of
Britsche controlehavens aan te doen.
Langen tijd hebben de Duitschers neutrale
schepen blootgesteld aan deze procedure,
welke zij thans openlijk verkondigen. Deze
kringen zijn van meening, dat het de bedoe
ling der Duitschers is alle neutrale schepen
op Noordzee, het Kanaal, de Golf van Bis-
caye en Atlantischen Oceaan bevreesd te
maken Frankrijk en Groot-Britannië aan te
doen.
Dit komt neer op het stellen van
den eisch, dat de Scandinavische
landen, als ook Nederland, België
en landen, die handel drijven via de
Middéllaiidsche zees:, er volkomen
mede ophouden schepen Uit te zen
den, omdat de Duftsche bedreiging
zoo ruim is, dat zij. de scheepvaart
op alle zeeën, welke toegang geven
tot de Westersche mogendheden, be
dreigen. v
De mogelijkheid in convooi te varen.
Te Londen heeft men alle vertrouwen, dat
geen enkele neutrale mogendheid in feite
zal worden afgeschrikt door een dergelijke
bedreiging, welke slechts de Britsche opvat
ting versterkt, dat het grootste percentage
veiligheid voor de geheele scheepvaart
slechts gelegen is in geallieerde convooien.
Naar aanleiding hiervan merkt men in
bevoegde Nederlandschn kringen Op, dat.
zoöals bekend is, NederlandSGhè schepen
nimmer in buitenlandsche convooien varen.
Alleen materieele
schade.
Het K.L.M.-vliegtuig Patrijs, een toestel
van het type D.C. 3, heeft gister op hét
vliegveld Eelde een onfortuinlijke landing
gemaakt. Tengevolge hiervan is o.m. het
onderstel van het vliegtuig érnstig be
schadigd. De Patrijs, bestuurd door Par-
mentier, was gisterochtend met acht pas
sagiers en een hoeveelheid post, van
Schiphol gestart met bestemming de
eilanden Schiermonnikoog en Ameland.
Parmentier moest op Eelde een tusschen-
landing maken. De landing op dit vlieg
veld werd niet alleen ernstig bemoeilijkt
door het minder goede zicht, maar vooral
ook door de versch gevallen sneeuw,
waardoor Parmentier de afzettingen van
het vliegveld bijna niet kon waarnemen.
Het onderstel van het vlieg
tuig raakte tijdens dé landings
manoeuvre een walletje, waar
schijnlijk een hoop oude en stijf
bevroren sneeuw, waardoor het
zoo ernstig werd beschadigd, dat
het vliegtuig op zijn buik terecht
kwam,
Parmentier slaagde er in grooter onheil
te voorkomen en alsof er niets gebeurd
was, gleed de Patrijs rustig op zijn buik
over het met sneeuw bedekte veld om een
eind verder tot stilstand te komen. Niet
alleen het onderstel doch ook de schroeven
werden bij deze mislukte landing bescha
digd. Geen der inzittenden kreeg letsel.
De op Eelde gestrande passaf'ers en
post zijn gistermiddag met een ander toe
stel naar Ameland en Schiermonnikoog
vervoerd.
--j
Dcodelijk verkeersongeluk. - Gister
middag is het achtjarig zoontje van den heer
van der Linden uit Eindhoven op den Bosch -
dijk te Eindhoven door een militaire auto,
welke uit de richting Best kwam, aange
reden en op slag gedood.
(Van onzen parlementairen
verslaggever).
Nadat de Eerste Kamer gister
ochtend het LeeningsontWerp in de
afdeeltngen had onderzocht, heeft
zij 's middags een aanvang gemaakt
met de behandeling van de begroo
ting van financiën voor 1940, waar
over het debat is gevorderd tot
minister de Geer.
Hedenochtend zou de Senaat eerst in het
openbaar de leening van 300 millioen be
spreken en vervolgens luisteren naar het
geen dé minister over zijn begrooting en de
belastingpolitiek te vertellen heeft. Want de
belastingen zijn een belangrijk punt in de
besprekingen geweest. De heer Fleskens
(r.k.) begon er al mede; de groote gezinnen
hebben zijn bijzondere aandacht en hoe vele
malen hebben we dezen afgevaardigden hun
belangen niet bij diverse ministers van fi
nanciën hooren bepleiten, wanneer er van
belastingen sprake was! De heer Fleskens
nu vond het erg jammer, dat minister de
Geer mèt de nationale inkomsten- en
winstbelasting van minister de Wilde ook
de voordeêlen van diens ontwerp voor de be
lastingbetalers heeft laten schieten. Vooral
doelde hij op dê door mr. de Wilde voorge
nomen teruggave van een zeker bedrag aan
de groóte gezinnen als een compensatie voor
de door hen ondervonden zwaten druk der
indirecte belastingen. Met kracht drong de
heer Fleskens er óp aan, dat minister de
Geer bij zijn belastingplannen eveneens met
de belangen van de groote gezinnen zou
rekening houden.
De heer de Zeeuw (s.d.) kon dezen aan
drang niet ten volle apprecieeren.
Hij herinnerde eraan, dat er in
ons belastingstelsel al in velerlei
opzicht met de groote gezinnen re
kening wordt gehouden en dat des
tijds het bezwaar tegen dat onder
deel van de plannen van minister de
Wilde was, dat dé ouden van dagen
dah nog langer op een voorziening
te hunnen behoeve zouden moeten
wachten.
En hij hield den héér Fleskens voor, dat
deze nu wel oud-minister de Wilde mocht
prijzen, maar dat uit den kring der geest
verwanten van dezen a.r. bewindsman prof.
Diepenhorst Was opgestaan om zijn vinger
waarschuwend op té heffen, omdat een der
gelijke terugbetaling aan de groote gezinnen
niet in overeenstemming was met de a.r.
beginselen.
Lof voor minister de Geer.
De soc.-dem. wethouder van Rotterdam
prees minister de Geer voor zijn moed om in
deze buitengewoon moeilijke tijdsomstandig
heden het weinig benijdenswaardige ambt
van minister van financiën te aanvaarden.
Hij kon zich over het algemeen met zijn be
leid vereenigen en bracht hulde aan zijn
„groot en vruchtbaar initiatief". Ten aanzien
van de dekking van de mobilisatiekosten had
de regeering het juiste midden gevonden
tusschen verzwaring van de lasten van het
huidige en het nageslacht.
Dat de minister met een ontwerp-
Winstbelasting was gekomen was
een der vruchten van het gemelde
initiatief; daarmede had de be
windsman tevens getoond de bakens
te willen verzetten, want de druk
der indirecte belastingen was in dé
laatste jaren Onevenredig zwaar ge
worden.
Eindelijk was daarmede ook een denk
beeld van wijlen Wibaut hoe vaak niet
van regeeringszijde bestreden! verwezen
lijkt. De heer de Zeeuw maakte nog eenige
critische opmerkingen over de geste van den
centralen beleggingsraad bij het bepalen van
de rente van een gemeenteleening (Rotter
dam had een wat hoogere rente moeten
betalen dan zij aanvankelijk voornemens
was geweest) en over de actie van het be
leggingsfront, waarmede hij zich ook niet ge
heel kon vereenigen. Het liefst had de heer
de Zeeuw van den goudwinst van de Ned.
Eank ook wat aan de gemeenten ten goede
zien komen.
Mr. van Lanschot (r.k.), die lid van den
centralen beleggingsraad is, kwam dadelijk
tegen deze critiek in het geweer, betoogend.
dat met betrekking tot de taak van dien.
raad velerlei misverstand bestaat. Zijn taak
is, de gelden van de rijksfondsen zoo goed
mogelijk te beleggen en het staatscrediet te
steunen; ten aanzien van de rente van de
bedoelde conversieleening van Rotterdam
had dit college een z.i. volkomen juiste be
slissing genomen.
Het fondsenstelsel.
De voorzitter van de katholieke fractie
bezwoer den minister als het ware nu ein
delijk eens op te houden met de halfslach
tige fondsenpolitiek. De regeering besluite
om óf van het fondsenstelsel af te stappen
en een ander, bijv. het omslagsstélsel te aan
vaarden, of ze passé het fondsenstelsel con
sequent toe, maar zorge er dan ook voor dat
de jaarlijks verplichte stortingen worden
gedaan. Zoo als het nu gaat, loopt het spaak,
aldus deze spreker.
Tenslotte achtte deze afgevaardigde het
gewenscht dat de regeering het oorlogsmo-
lestrisico voor gebouwen (geschat op een
waarde van 10 milliard) door hért land als
geheel te laten dragen; sommige streken
liggen veel minder gevaarlijk dan andere en
zouden derhalve minder aan premie te be
talen hebben. De ontwerping van een alge
meen oorlogsfinancieringsplan kwam hem
ook noodzakelijk voor.
Het betoog, dat de heer Heldring (lib.)
hield, kwam neer op scherpe bezuiniging op
de staatsuitgaven, teneinde aan het gevaar
van inflatie en ondragelijke belastingen te
ontkomen. Na deze rede Vroeg de heer
Bruineman (r.k.) bij interruptie: „Heeft U
niets concreters?" Waarop de heer Heldring
antwoordde, dat hij bij deze algemeene be
schouwingen slechts in algemeene termen
had gesproken.
Van den heer von Bönninghausên (n.s.b.)
vernamen we wederom een veroordeeling
van het „demo-liberale" economische stel
sel en een aanprijzing van de financiering®^
methoden, welke men in Duitschland en
Japan volgt. Ook hij wenschte bezuiniging
op de uitgaven en versobering van het le
ven door het vermijden o.a. van onnoodige
productie, herziening van de belastingpoli
tiek, enz., enz.
De heer Jansen de Limpens (r.k,) uitte
eenige wenschen met betrekking tot de be
lasting van onroerende goederen, in het
bijzonder wat den aanslag betreft, welke in
de practijk nog al eens tot onbillijkheden
leidt. Mr. van Rappard (lib.) vroeg weder
om de aandacht voor de meermalen door
hem en anderen bepleite tegemoetkoming
in de personeele belasting aan de eigenaars
van landgoederen en kasteelen, die er niet
meer of slechts sporadisch wonen (en dan
nog maar in enkele vertrekken), terwijl zij
toch voor de volle belasting worden aange
slagen. De hooge belasting deed hen er vaak
toe besluiten personeel af te danken en de
huizen en kasteelen (waarin dikwijls inboe
dels van kunstwaarde staan) niet langer te
bewonen. Het gevolg is geweest, dat dè
werkloosheid in die streken, ook doordat
landarbeiders van de buitens gedaan kre
gen. toenam-
We zullen het hierbij laten en zoonoodig,
op enkele punten, die we nu slechts even of
niet vermeld hebben, bij des ministers ant
woord terugkomen.
FRANSCHE AMBULANCE VOOR
FINLAND.
Op doorreis te Amsterdam.
Met den Parijschen trein is gisteravond
een groep leden van de ambulance, welke
in Frankrijk is uitgerust om naar Finland
gezonden te worden, te Amsterdam gearri
veerd.
De ambulance beschikt over een uitste
kende outillage. Hieronder bevindt zich een
veldhospitaal van honderd bedden, een
chirurgische afdeeling, waarin tegelijkertijd
drie operaties kunnen worden verricht, een
radiologische afdeeling, twaalf ambulance
auto's en drie auto's voor andere transport-
doeleinden. De personeelbezetting bestaat
uit twee Fransche chirurgen, een radioloog,
een hoofdverpleegster met tien gediplo
meerde verpleegsters, waarvan twee in het
bezit zijn van haar vliegbrevet, en 26 chauf
feurs en chauffeuses. De chauffeurs ten
deele lid van het American Legion, de
chauffeuses allen in het bezit van het di
ploma hulpverpleegsters, en' leden van de
auto-transportafdeeling van het Fransche
Roode Kruis.
Behalve deze uitrusting beschikt de ex
peditie voorts over een door het instituut
Pasteur te Parijs geleverden voorraad van
60.000 ampullen, met een inhoud van 20
kubieke centimeter elk, verschillende sera
en vaccines, voldoende om het geheele
Flnsche leger in te enten, 20.000 ampullen
morphine en vele andere medische hulp
middelen.
De kerngroep welke gisteravond in Am
sterdam gearriverd is een aantal leden is
al naar Finland vertrokken is hedenoch
tend vroeg per K. L, M. vertrokken naar
Stockholm, om vandaar naar Finland te
reizen.
KLEEREN VAN DIENSTMEISJE
VATTEN VLAM.
Ernstig gewond.
Gistermiddag was een 26-jarig dienst
meisje in een perceel aan de Frans van
Mierisstraat te Amsterdam bezig met het
verzorgen van de kachel der centrale ver
warming. Zij kwam te dicht bij de kachel,
waardoor haar kleeren vlam vatten. Met
ernstige brandwonden overdekt moest het
meisje per ziekenauto naar het ziekenhuis
worden overgebracht.
Groote landbouwschuur uitgebrand.
Gistermiddag is tengevolge van het
warm loopen van het vliegwiel van een
dorschmachine brand uitgebroken in de
kapitale schuur van den landbouwer W.
Slebring, aan de Erikaschestraatwewg on
der Emmen.
In de schuur lag ongeveer 250 H.L.
rogge, dat pas gedorscht was, opgeslagen,
terwijl daar bovendien nog ongeveer 300
H.L. ongedorscht koren aanwezig was.
Deze geheele graanvoorraad is verloren
gegaan, benevens een groote partij con
sumptieaardappelen. Drie paarden en de
dorschmachine kon men in veiligheid
brengen. De plaatselijke brandweer kon
wegens gebrek aan bluschwater niets uit
richten. De schuur is geheel uitgebrand.
Verzekering dekt slechts gedeeltelijk de
schade.
GRONINGEN KRIJGT DE NOODIGE
KOLEN.
De minister van waterstaat heeft den
burgemeester van Groningen in verband
met het dreigend kolengebrek aldaar
medegedeeld, dat er een voldoende hoe
veelheid steenkool naar Groningen zal
worden gezonden.