DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Finnen vragen buitenlandsche militaire hulp D# strijd aan de Kareiische landengte. Steeds scherper protesten tegen het torpedeeren van neutrale schepen. De befeekenïs van het Australische leger. Eén Australiër staat gelijk met twee vijanden. Finsche regeering vraagt militairen steun van twee divisies. Zweden weigert. De algemeene toestand. S.s. „Alkmaar" op een rots geloopen. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. banco door bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. EERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. N©. 41 Dit nummei bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 17 Februari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang r T Be strijd in Finland is in een dergelijk gevaarlijk stadium gekomen, dat de Finnen met recht vreezen, dat zij het alleen niet meer af kunnen. Zij hebben daarom een beroep op Zweden gedaan en om twee divisies vrijwil ligers verzocht, wat Zweden evenwel waarschijnlijk voornamelijk uit on zekerheid over de houding van Duitschland heeft geweigerd. De Finnen zien nu de toegezegde hulp der geallieerden tegemoet maar men staat ook a dien opzichte voor moeilijke problemen, daar Zweden weigert deze troepen doortocht te verleenen, omdat men vreest daarmede de Zweedsche neutraliteit in gevaar te brengen. Wat de strijd in Finland betreft, zijn de Finnen op verscheidene punten van het front naar de tweede verdedigingslinies teruggetrokken. Waar schijnlijk hebben zij geen reserves genoeg om de Russen terug te kunnen werpen, al beteekent het verlies van de eerste linies niet, dat de sterke en zeer diepe Mannerheimlinie daardoor als verloren moet worden beschouwd. Het zal voor de vraag of de Russen kunnen stand houden, van groote betee- kenis zijn of deze over de noodige reserves kunnen beschikken. Steeds scherper worden de protesten van Noorwegen, Zweden en den laatsten tijd ook van Denemarken tegen het op groote schaal torpedeeren van neutrale handelsschepen. Amerika heeft, in verband met de redenen welke voor het torpedeeren van de Burgerdijk waren opgegeven, al infor maties in Berlijn ingewonnen en het tot zinken brengen van dit schip heeft in de Duitsche pers tot uitvoerige en voor de neutralen volkomen onbe grijpelijke commentaren aanleiding gegeven. (Van onzen correspondent). PARIJS, midden Febr. Australiërs hebben den naam van gast vrij te zijn, met een gemoedelijk en joviaal karakter, en afgaande op de indrukken welke de vertegenwoordiger der Australi sche regeering te Parijs bij mij opwekt, onderschrijf ik deze uitspraak gaarne ten volle; de eenvoudige, sportieve vijftiger, ■tegenover wien ik, mij bevind, hier in zijn groote werkkamer in de nabijheid van de Opéra, is inderdaad de gemoedelijkheid zelve, en is aanstonds bereid mij te woord te staan. Niettemin bevindt luitenant C. H. Voss zich reeds 27 jaar in Frankrijk, en is, naar zijn eigen zeggen, welhaast evenzeer Franschman als Australiër; oud-strijder en piloot uit den Wereldoorlog en gehuwd met een Francaise, beschouwt deze in wezen typische Australiër „la belle France" inderdaad als zijn tweede vader land; en overigens: zijn oudste zoon, even eens getrouwd niet een' Fransche vrouw, eveneens piloot ih deze stormdagen, dient op zijn beurt de zaak der vrijheid bij de Royal Air Force, „ergens in Frankrijk" De geschiedenis herhaalt zich „Bij alle verschil tusschen de twee oor logen zoo zegt luitenant Vos, kan men inderdaad, in menig opzicht, spreken van een herhaling van den gang van zaken „Hoe ging dat destijds toe met de Australiërs, kunt U mij niet iets vertellen uit dien tijd? Op welk moment vertrokken de Australische hulptroepen in die dagen, en welke rol speelden ze?" „Het eerste' contingent vrijwilligers, toentertijd, vertrok op den eersten No vember 1914 uit Australië en arrivieerde den vijfden December in Egypte; enkele maanden later ontscheepten deze Anzacs Australian New Zealand Army Corps zich aan de Dardanellen (25 April 1915) om na verloop van tijd opnieuw naar Egypte terug te keeren ter verdediging van het Suez-kanaal, en om kort daarop de campagne te beginnen, in Mesopotamië. In het jaar daarop, in 1916, vertrok op nieuw een contingent van vijf divisies uit Australië, met bestemming ditmaal naar Frankrijk; ze levérden spoedig slag bij Flembaix, Pozières en Thieval, terwijl in Maart 1917 deze keurtroepen van zich deden spreken bij Peronne, Lagineourt, Wijtschaete en Paschendaele; het aantal Australische vrijwilligers in dat jaar, op Fransehen bodem, bedroeg 350.000. De groote overwinning der Australiërs voltrok zich in Maart 1918, toen, ten over staan van den Duitschen opmarsch, onze troepen een tegenaanval inzetten bij Villers-Bretonneux en er den vijand ge decideerd versloegen; het herinnerings monument te Villers-Bretonneux werd, in bijzijn van koning George VI, ingewijd in Juli 1938. Op het tijdstip dat de wapenstilstand werd gesloten, bevonden er zich 400000 Australische vrijwilligers in Frankrijk, waarvan 330.000 rechtstreeks uit hun ver re vaderland waren gekomen. Helaas keerden velen daar niet weer; het Austra lische leger verloor in de jaren 1915118 63.000 man aan dooden en 167.009 man aan gewonden, zoodat de grootste helft van mijn landgenooten buiten gevecht werd gesteld Mijn Australische vriend Frank verze kerde mij zoojuist, dat de Australiërs tot de beste Imperiale troepen woraen gere kend,- en- derhalve steeds als' stoottroepen fungeeren; één Australiër, zoo zegt hij, staat namelijk gelijk met twee vijanden. Ik vrees echter dat Franky wel een beetje last heeft gehad van chauvinisme Oud-strijder luitenant-piloot Voss glim lacht. En toch zit er veel waarheid in die woorden; luister naar wat Captain Liddell Hart zegt in zijn boek Defence of Britain: „Tijdens den laatsten oorlog bestonden de stoottroepen van het Britsche leger, op alle slagvelden, dikwijls uit Australiërs, en het is noodzakelijk hierbij de nagedachte-' nis te eeren van generaal Monash, die destijds dit schitterende leger comman deerde." „En Uw landgenooten van heden zijn voornemens deze reputatie te handha ven?" „Wel, met het voorbeeld van hun voor gangers voor oogen, hebben zich momen teel reeds duizenden leden van het Austra lische vliegerkorps in Engeland ont scheept; ze staan onder bevel van Colonel Delarue, in wiens naam overigens reeds zijn afstamming is vervat. Ik geef U de verzekering, dat onder de bekwame lei ding van dezen oudstrijder uit den We reldoorlog, onze mannen met verbetenheid zullen vechten." „En met betrekking tot het huidige expeditie-leger, kunt U mij hier mogelijk eenige cijfers verstrekken?' „U zult begrijpen, dat in dit opzicht van confidenties geen sprake kan zijn; noch de juiste sterkte, noch de data van vertrek en aankomst van het Australische leger, kan ik U om voor de hand liggende rede nen noemen. De leiding van he. Australi sche korps berust bij Leutenant-Generaal Sir Thomas Blarney; Sir Blarney is een zeer populair en energiek soldaat; tijdens den wereldoorlog maak-te hij deel uit van den Staf van den toenmaligen bevelheb ber: Sir John Monash, en deed hij van zich spreken bij de veldslagen aan den Somme." Het gesprek komt dan nogmaals op de aviatiek, waaraan de heer Voss zijn hart beeft verpand. Hij vertelt me van de Royal Air Force, en van de verscheidene Austra liërs dié reeds den heldendood stierven tijdens luchtgevechten. „Zij stierven voor de vrijheid, aldus besluit mijn zegsman, niet slechts voor de vrijheid van Europa, maar voor die van de geheele wereld; en het is ter verdedi ging van de vrijheid eveneens, dat op dit moment het Fransche en Britsche rijk nog slechts één geheel vormen. Het is hierdoor dat de overwinning volkomen zeker is; de ontzaglijke materieele kracht der Gealli eerden, de macht van hun vliegwezen welke ik van het hoogste belang acht voor het beëindigen der vijandelijkheden ge voegd bij hun beheersching der zeeën, zul len uiteindelijk de beslissing brengen," (Tot zoover deze uiteenzetting van den Australischen vertegenwoordiger te Parijs. Zooals bekend zijn inmiddels Australische en Nieuw-Zeelandsche troe pen aangekomen in de Suez-kanaalzone en in Palestina, Red.) Zullen de geallieerden helpen Naar „Aftenbladet" meldt, heeft de Finsche regeering verklaard, dat Finland niet alleen stand kan houden en over twee divisies vrijwilligers van Zweden of elders moet beschik ken of zich om hulp tot de westelijke mogendheden moet wenden. Wij hebben in ons vorig nummer reeds gemeld, dat Zweden het verzoek heeft afgewezen. Officieelc. Zweedsche mededeeling. Gistermiddag is een officieel Zweedsch communiqué gepubliceerd, waarin gezegd wordt: „De Zweedsche regeering heeft bij ver schillende gelegenheden verzoeken van de Finsche regeering om levering van benoodigdheden ontvangen. In het alge meen zijn deze verzoeken ingewilligd. Het vraagstuk van de verzorging van ge wonden en invaliden uit Finland in Zwe den en van het overbrengen van burger arbeiders van Zweden naar Finland heeft geleid tot zekere maatregelen, die reeds zijn genomen. Gedurende hun bezoeken aan Stockholm 'hebben leden van de Finsche regeering het vraagstuk van hulp verleening door het beschikbaar stellen van manschappen opgeworpen. Het laatst gebeurde dat op 13 Februari, toen de Finsche minister van buitenlandsche za ken over dit onderwerp een bespreking had met den Zweedsche minister-presi dent, minister van buitenlandsche zaken en minister van defensie. Bij die gelegen heid sneed Tanner de kwestie van het zenden van Zweedsche troepen naar Fin land aan." Het communiqué vervolgt dan met de mededeeling, dat Zweden het ver zoek om directe militaire hulp heeft afgewezen. Het Zweedsche communiqué zegt nog, dat' de Finsche minister van buitenland sche zaken van Zweedsche zijde werd her innerd aan de richtsnoeren voor de Zweedsche hulp aan Finland, zooals die zijn uiteengezet in een rede van den eersten minister in den Rijksdag op 17 Januari en daar algemeen werden goed gekeurd. In dit standpunt, aldus het com muniqué, is geen verandering. Een Zweedsche persstem. Naar „Aftonbladet" meldt, hebben de Finnen medegedeeld, dat zij niet meer '.eer lang alleen stand zullen kunnen houden.. Of zij moeten vragen om een vrede op voorwaarden, die de belangen van Zweden evenzeer als de hunne zullen benadeelen, of zij moeten de beschikking hebben over hulp van Zweedsche vrijwil ligers tot een sterkte van twee operatie eenheden, d.w.z. twee divisies. Het alternatief is, da't de Finnen zich om hulp tot de Westelijke mogendheden wenden. De Zweedsche regeering, aldus „Aftenbladet", heeft de kwestie vier dagen iin overweging gehad. Tanner werd Dins dag van de definitieve weigering der Zweedsche regeering in kennis gesteld. Gemeld wordt, dat het Zweedsche kabinet ten deze eensgezind was. Een Finsch blad drukte gistermiddag een artikel af van den Zweedschen schrij ver Paul Djerre, dat verschenen is in een Stockholmsch dagblad. Na te hebben ge constateerd, dat geen enkel Zweedsch regiment naar Finland is gezonden, schrijft Djerre: Gelooven wij met geld ons te kunnen bevrijden van den. moreelen plicht jegens de wereld? Gelooven wij dus, dat de vrij heid met geld gekocht wordt? Hebben wij vergeten, dat onze minister van buiten landsche zaken op Nieuwjaarsdag openlijk gezegd heeft, dat ons land in gevaar ver keert te worden vernield? Thans weten wij allen, dat de eerste verdedigingslinie van het noordelijke land ligt op de Kare iische landengte. Er zijn alleen, nog dwa zen, die gelooven, dat het de laatste linie is. Neutraliteit en neutraliteit tot iederen prijs. Interventie in den Noordschen oorlog mag. ons niet mengen in den Europeeschen oorlog. Dat willen wij niet. Wij zijn ge komen op het oogenblik, waarcp men vrij- willigersregimenten naar het front kan zenden zonder de neutraliteit te schenden. Het bevel, dat men ze zou geven, zou kort zijn: Z. M. de koning veroorloft, dat dit regiment vertrekt als vrijwilligers ter ver dediging van het noorden. Zij, die niet willen komen, kunnen het zeggenen J alles zou geregeld zijn. Een les voor kleine neutralen. Wij hebben vechtende staten wel eens met vechtende menschen vergeleken en er zijn inderdaad merkwaardige overeenkomsten. Men geeft hoog op van eigen kracht en van de sympathie van sterke en machtige vrienden en teekent den vijand als een zwakkeling, die zich met moeite op de been houdt en zijn onmacht slechts door een bru taal en aanmatigend optreden weet te ver bergen. En is er hier en daar een kleine, werkelijk zwakke mogendheid, die niet in staat is zich tegen de agressie van zijn groote buren te verzetten, welnu, dan loopt men hem onder den voet en men kiest uit zijn bezit datgene wat men zelf wel zal kunnen gebruiken. Dat is in een wereld waar het recht van den sterkste de hoogste wet is in veler oog ontoelaatbaar. Men gunt den buurman geen enkele vergrooting van zijn bezit en men zou hem liefst zoo afhankelijk mogelijk hou den om zelf in de rij der machtigen een meer vooraanstaande plaats te kunnen inne men. Dat zegt men niet, maar men doet een beroep op het wereldgeweten op den na tuurlijken afkeer, dien ieder weldenkend mensch heeft van bruut geweld en van overweldiging van den kleine door den groote. Wat niet zeggen wil, dat niet over de ge heele wereld millioenen onbevooroordeelde menschen met hun sympathieën ten volle aan den kant van bedreigde of onder den voet geloopen kleine landen staan. Helaas, alleen de maatschappij heeft wet ten waarin ieders rechten en plichten worden geregeld en ook de macht die wetten te laten gehoorzamen. De staten onderling hebben in tijd van vrede wel dergelijke voorschriften ontwor pen, maar de wereld mist het machtige mi litaire lichaam, dat ze door allen kan doen eerbiedigen. En in oorlogstijd blijkt maar al te duidelijk, dat al die op moreele over wegingen steunende internationale over eenkomsten het papier niet waard zijn waarop zij werden geschreven. Omdat ten slotte de onbeperkte duikbootoorlog be wijst het weer iedere partij datgene doet waarmede het de bedreiging van eigen land kan breken en waarmee het voor eigen volk de beste resultaten kan behalen. Tsjecho-Slowakije is door Duitschland onder den voet geloopen en het dient er kend, dat de staten waar men thans be toogt, dat men niet zal rusten eer het weer in zijn volle onafhankelijkheid hersteld is, geen soldaat hebben uitgezonden om het te rédden toen het nog niet te laat was, al zou die militaire hulp destijds dan ook op groote moeilijkheden gestuit zijn. Polen is waarschijnlijk tegenover de be dreigingen van zijn grooten buurman dries ter opgetreden dan men van een dergelijken klejnen staat mocht verwachten, maar het werd gerugsteund door de militaire garan ties van zijn bondgenooten en voelde zich sterk met de wetenschap, dat een gewel dige militaire macht gereed stond om het bij den eersten stoot zoo krachtig mogelijk terzijde te staan. Maar Polen is, ondanks alle garanties, al leen in den strijd gelaten, het heeft alleen moeten vechten tegen een overmachtig, modern bewapend en goed georganiseerd leger en het is in den kortst mogelijken tijd van de landkaart verdwenen. En nu moge men zeggen, dat het te ver uit de .huurt lag om op doeltreffende Geen gevaar voor bemanning. De directie van de K.N.S.M. deelt mede: De gezagvoerder van het Neder- landsche s.s. „Alkmaar" metende 6982 ton, dat op 5 Februari van Amsterdam is vertrokken, op weg naar La Plata om een lading graan voor de regeering te halen, seint draadloos, dat hij is ge strand op een rots van South Cima Island (Santosgroep, O.N.O. van Madeira, 33,3 gr. n.b. 16,16 gr. w.l.) De gezagvoerder seint hierbij, dat hulp dringend wordt ver zocht. Voor de bemanning blijkt geen gevaar te bestaan» hulp te kunnen rekenen, daartegenover staat dan toch, dat men het, desondanks, die hulp ten volle gegarandeerd had. Toen kwam Finland aan de beurt en wij behoeven hier niet nader te verklaren hoe zeer de strijd van het kleine en dappere volk tegen den grooten overweldiger de sym pathie van alle staten heeft, zelfs van de meerderheid van het Duitsche volk, wat hieruit kan blijken, dat Duitschland tot dusverre heeft geweigerd den Russischen bondgenoot in den strijd tegen de Finnen ook maar eenige hulp te verleenen. Finland heeft een beroep op de hulp van alle beschaafde staten gedaan, maar tegen over Finland stond het machtige en naar men geloofde militair vrijwel onoverwin nelijke Rusland en het hulpgeroep van Fin land heeft in den beginne slechts zeer wei nig resultaat gehad. Eerst toen afdoende is gebleken, dat het roode leger niet de goed geoefende en ge organiseerde weermacht was, die men zich had voorgesteld, toen daarnaast duidelijk werd, dat Rusland niet van Duitschland was los te maken en dat men dus noodge dwongen wel met een toekomstig Russisch conflict rekening zou moeten houden, is men er van de zijde der geallieerden in het bijzonder van Engelsche zijde toe over gegaan definitief partij voor Finland en tegen Rusland te kiezen. De Volkenbondsvergadering heeft de hulp aan Finalnd gemakkelijker gemaakt door het gezamenlijk besluit van de voor naamste wereldstaten in dit geval partü t® kiezen tegen den onverlaat, die buiten, de gemeenschap van staten werd gesloten. Maar nog heeft de voorzichtigheid, het bedacht zijn allereerst op eigen behoud, er toe geleid, dat men voor de hulp aan Fin land den vorm van een financieele bij drage, een leening of een ambulance koos en nog dezer dagen is er zelfs in het zeer zeker anti-Russische Amerika heftig gede batteerd over de vraag in hoeverre men wellicht met Rusland of andere staten in moeilijkheden zou kunnen komen wanneer men Finland de noodige wapens bezorgde, zoodat de hulp tenslotte op een leening neerkomt waarvoor men het geld in het bedreigde land waarschijnlijk niet eens naar eigen inzicht mag besteden. Noorwegen en vooral Zweden hebben meer en meer open kaart gespeeld en den Finschen broeder, met wien zij het naast verwant zijn, de noodige hulp geboden. Men heeft daar groote sympathie met den be dreigden staat en heeft daarbij en ook hier komt de natuurlijke poging tot zelfbe houd weer naar voren overwogen of het niet verstandiger zou zijn Finland zoo krachtig mogelijk te maken om een Russi schen aanval op eigen gebied daardoor zoo mogelijk te voorkomen. Finland heeft in de uren waarin het voos zijn leven vocht, bedankt voor alle bewij zen van hulde en sympathie, die het in zoo overgroote mate heeft ontvangen en het heeft dankbaar gebruik gemaakt van de vrijwilligers en de wapenen, die men het in bescheiden mate heeft toegezonden. Maar de groote hulp, die den strijd kon doen keeren is uitgebleven Men heeft Fin land tegen een geweldige overmacht maan den lang vrijwel alleen laten staan. Men heeft gejuicht bij de successen van het dap pere kleine groepje zonder dat groepje op snelle en afdoende wijze te versterken. Eerst thans, nu er een ommekeer in hei succes van den strijd schijnt te komen, nu het langzamerhand duidelijk wordt, dat Finland wel tijdelijk kan stand houden maar op den duur voor de overmacht zal moeten bezwijken, nu eerst zijn er teekenen, dat het inderdaad binnen afzienbaren tijd de hulp zal krijgen waarop het zoo lang heeft gere kend. Thans staat Finland aan het eind van zijn krachten. „Geef mij twee divisies vrijwilligers" vraagt Finland aan Zweden, maar Zweden, beducht voor de gevolgen, heeft geweigerd. En omdat Duitschland heeft laten blijken, dat het de neutraliteit van Zweden geschon den acht als het geallieerde troepen door laat, is het te verwachten, dat ook daarvoor geen toestemming zal worden gegeven. En daarom ziet het er naar uit, dat de hulp aan Finland niet op tijd zal komen en deze kleine, dappere staat het lot van Polen zal moeten deelen. Er zit in dat alles een waarschuwing, die wij in deze tijden niet mogen misverstaan. Een kleine neutrale staat kan op veler sympathie rekenen, maar niet op daadwer kelijke hulp van welke zijde dan ook als die hulp voor dengene, die ze moet ver strekken, gevaarlijk of nadeelig kan zijn. De moraal daarvan is deze: „vertrouw op eigen kracht, reken niet op hulp van bui ten, maar wees paraat om elke bedreiging met de macht van eigen wapenen te kun nen keeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1