Maansteen
f p 1
m
rPB4
Seuittetm
J^covUtdacii llieiws
DEN HELDER
NOORDSCHARWOUDE
ZIJPE
Nootjes voor den grasland
gebruiker.
TWEEDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 FEBRUARI 1940.
r- U j
1
r:;-
b-fid>
X tv
-
- ,'?<S
■H
DOOR WILKIE COLLINS
NEDERLANDSCHE BEWERKING
VAN A. A. HUMME Jr.
20)
„Ja", antwoordde Cuff. „Daar komt het
op neer. Juffrouw Verinder heeft van het
begin af aan den Maansteen in haar bezit
gehad en heeft Rosanna Spearman in ver
trouwen genomen, er op rekenende, dat wij
Rosanna van diefstal zouden verdenken.
Daar heeft u de heele zaak in een paar
woorden uiteengezet'
Geef mij daar een verklaring van", was
al "wat ik kon uitbrengen.
„Die zult u morgen hebben. Als juffrouw
Ve'rinder weigert haar voorgenomen be
zoek aan haar tante uit te stellen, hetgeen
zij zal doen, zooals u zult zien, zal ik ge
noodzaakt zijn, de heele zaak aan lady Ve
rinder uit te leggen, waarbij ik om uw aan
wezigheid zal verzoeken'
Meer wilde hij niet loslaten, en waar mijn
eetlust nu geheel verdwenen was, zorgde ik
er voor dat Cuff bediend werd, waarna ik
mij naar het terras begaf, om mijn gedach
ten den vrijen loop te laten. Ik werd hier
in na eenigen tijd gestoord door Samuel,
die mij een briefje van mijn meesteres
bracht.
Zij deelde mij hierin mede, dat de com
missaris te Frisinghall haar bericht had
gezonden, dat in het begin van de volgen
de week de drie Indiërs weer op vrije voe
ten zouden moeten worden gesteld, dus als
zij nogmaals ondervraagd moesten worden,
moesten wij hier niet te lang mee wachten
Zij had vergeten Cuff tijdens het laatste
onderhoud hiervan in kennis te stellen en
verzocht mij dit verzuim te herstellen.
Ik vond Cuff in druk gesprek met den
tuinman gewikkeld, een flesch whisky tus-
schen hen in op tafel.
Hij las 'het bericht aandachtig, herinner
de zich dat inspecteur Seegrave in zijn
rapport melding had gemaakt van een ont
dekkingsreiziger, die de taal der Indiërs
sprak, en verzocht mij zijn adres op het
briefje te schrijven. Hij wilde hem dan op
zoeken als hij naar Frisinghall ging.
In de gang kwam ik mijn dochter tegen,
die daar stond te wachten tot juffrouw Ra
chel haar zou bellen om haar koffers voor
de aanstaande reis te pakken. Zij was in
een verre van opgewekte stemming.
„Alles schijnt verkeerd te gaan, vader",
zei ze. „Ik heb een gevoel, alsof een onheil
boven ons hoofd hangt".
Ik dacht er precies zoo over, maar liet
hiervan tegenover mijn dochter niets blij
ken en sprak er over heen. Daar juffrouw
Rachel een oogenblik daarnabelde, haastte
Penelope zich naar haar meesteres, terwijl
ik mij naar de vestibule begaf, om den ba
rometer te raadplegen.
Toen ik bij de deur kwam, die toegang
gaf tot de bediendenkamer, werd deze van
de andere zijde opengerukt door Rosanna
Spearman, die met een smartelijke uitdruk
king op haar gelaat en haar hand tegen
haar boezem gedrukt voorbij wilde loopen.
„Wat scheelt er aan, kind?" vroeg ik, haar
tegenhoudende. „Ben je ziek?"
„Laat mij met rust!" antwoordde zij, ter
wijl ze mijn. hand van zich afduwde en zich
haastig verwijderde. Ik riep de keukenmeid
die in de buurt was, om een oogje op haar
te hóuden, waarop Cuff, die mij blijkbaar
gehoord had, uit mijn kamer kwam en
vroeg wat er gebeurd was. „Niets", ant
woordde ik.
Mijnheer Franklin kwam een oogenblik
later bij mij en vroeg, of ik iets van Rosan
na Soearman gezien had.
„Zij liep mij juist voorbij, mijnheer", ant
woordde ik, „blijkbaar erg in den put".
„Daar ben ik misschien de oorzaak van,
Betteredge".
„U, mijnheer!"
„Ik kan er geen verklaring voor vinden",
zei mijnheer Franklin, „maar als zij iets
afweet van de verdwijning van den dia
mant, geloof ik dat zij op het punt stond
een bekentenis af te leggen".
„Was het een toevallige ontmoeting?"
vroeg ik.
„Ik zocht wat afleiding aan de biljartta
fel, toen Rosanna, zoo wit als een doek, bin
nenkwam. Ik vroeg of ze mij wilde spre
ken, waarop ze antwoordde: „Ja, als ik den
moed kan vinden". Ik kon maar één uit
legging aan dit antwoord geven en ik vond
het een zeer pijnlijke situatie. „Ik begrijp
je niet", zei ik. „Is er iets, dat ik voor je
doen kan?" en om mij een houding te ge
ven, ging ik door met biljarten. Dit bleek
echter een verkeerde uitwerking te hebben,
want ik hoorde haar mompelen: „Hij kijkt
alleen maar naar de biljartballen. Mij wil
hij niet eens aanzien", en voor ik haar kon
tegenhouden, was ze weggeloopen. Wil je
zoo goed zijn, haar uit te leggen, Bettered
ge. dat ik niets onvriendelijks bedoelde? Ik
heb weliswaar onvriendelijke gedachten
jegens haar gekoesterd en gehoopt, dat zij
voor de verdwijning van den diamant aan
sprakelijk zoo kunnen worden gesteld, niet
omdat ik haar een kwaad hart toedraag,
maar Hij voltooide zijn zin niet, doch
ik begreep, wat hij had willen zegen. Eerst
als de verdwijning van den Maansteen op
een ander kon worden teruggebracht, zou
Cuff's verdenking van juffrouw Rachel
worden afgewenteld. Het ging er niet lang
er om haar zenuwen te kalmeeren doch om
haar onschuld te bewijzen.
Ik hoorde, dat Rosanna naar bed was ge
gaan en verzocht had met rust te worden
gelaten, dus als zij een bekentenis had wil
len afleggen had zij dit plan voorloopig
opgegeven.
Toen ik de ramen sloot en de lichten
wilde dooven, hoorde ik uit de gang, die
naar juffrouw Rachels kamer voerde het
geluid van een diepe, regelmatige ademha
ling. Om den hoek kijkende, zag ik Cuff
een rooden zakdoek om het hoofd gebon
den, zijn jas als een kussen opgerold, op
drie stoelen uitgestrekt, in diepen slaap
verzonken. Ik liep op hem toe, waarop hij
onmiddellijk, als een waakhond, klaar wak
ker werd.
„Wat doet u hier?" vroeg ik. „Waarom
ligt u niet in bed?"
„Omdat ik tot het ongelukkige slag men-
schen behoor, die niet op een eerlijke en
tegelijkertijd gemakkelijke manier hun
brood kunnen verdienen", antwoordde hij.
„Er bestaat verband tusschen den tijd waar
op Rosanna Spearman dezen avond van
haar wandeling terugkeerde en het oogen
blik waarop juffrouw Verinder mededee-
ling deed van haar besluit het huis te ver
laten. Wat het ook zij, dat Rosanna Spear
man verborgen heeft, naar mijn meening is
het duidelijk, dat de jonge dame niet kon
vertrekken, alvorens zij zeker wist, dat het
verborgen was. Die twee moeten vanavond
al eenmaal contact met elkaar hebben ge
had en als ze vannacht, wanneer iedereen
naar bed is, nogmaals een bespreking wil
len houden, zal ik ze dat beletten. Als ik
soms uw nachtrust verstoor, mijnheer Bet
teredge, geef dan mij niet de schuld, maar
den diamant".
„Ik wenschte, dat die diamant nooit in
dit huis gekomen ware!" barstte ik uit.
Cuff keek met een droevigen blik naar
de drie stoelen, waarop hij zich voorgeno
men had, den nacht door te brengen en zei:
„Ik ben het roerend met u eens".
(Wordt vervolgd)".
Nieuw gebouw voor sociale zaken.
Gistermorgen vond, in tegenwoordigheid
van den heer Meyer de Vries, regeerings-
gemachtigde van het departement van
sociale zaken, en vele genoodigden de
officieele opening plaats van het nieuwe
gebouw van den dienst voor sociale zaken
aan den Kanaalweg alhier, aldus het Vbld.
De burgemeester, de heer G. Ritmeester,
wees op het belang van de totstandkoming
van dit prachtige gebouw zoowel voor de
gemeente als de ambtenaren en vooral voor
hen, die genoodzaakt zijn van den dienst
gebruik te maken. Hij dankte allen, die aan
de totstandkoming hadden medegewerkt,
ten zeerste.en hoopte, dat het gebouw vele
nuttige diensten aan de gemeenschap zou
bewijzen.
De heer Meijer de Vries sprak, als ver
tegenwoordiger van den minister, het
openingswoord, waarbij hij er op wees, dat
de zorgen voor hen, die hulp noodig heb
ben, in de laatste tientallen jaren zeer be
langrijk waren gestegen.
Jusit in deze sombere tijden is het te
waardeeren, dat het Nederlandsche volk,
behalve de versterking van de defensie,
zulke belangrijke- werken kan uitvoeren
in het belang van hen, die maatschappelijk
hulp van noode hebben.
De heer W. Kraak sprak namens de drie
plaatselijke bestuurdersbonden waardee-
rende woorden aan het adres van den ge
meenteraad voor de belangrijke verbete-
rin, die dit gebouw voor de werkloozen
beteekent.
Hiema bezichtigden de vele genoodig
den het gebouw, waarna men zich in het
Zeebad Huisduinen aan een koffiemaaltijd
vereenigde.
Begrafenisvereeniging.
Maandagavond hield de begrafenisver
eeniging alhier haar algemeene jaarvergade
ring ten huize van den heer G. Oud, onder
leiding van den heer J. Heidsnia. In verband
met de gestelde leeftijdsgrens van 60 jaar
voor bestuursleden deelde hij mede, dal
deze het volgend jaar zullen moeten aftre
den.
De secretaris, de heer K. de Vries, deelde
in zijn jaarverslag mede, dat het ledental
399 bedraagt. Er zijn 4 begrafenissen voor
leden en 8 voor niet-leden uitgevoerd. Aan
de nagedachtenis van den heer D. Mienes,
die vele jaren de vereeniging gediend heeft,
werden waardeerende woorden gewijd.
Het besluit tot het aanschaffen van nieu
we kleeding is in verband met de tijdsom
standigheden uitgesteld.
De rekening van den penningmeester, den
heer A. Swager, gaf een totaalcijfer aan
van 1458.11. Het kassaldo was 171.03. Het
bezit der vereeniging is gestegen tot
2364.86 (v. j. 2114.36).
De voorzitter deelde mede, dat de heer
A. Swager als bestuurslid bedankt, omdat
hij plaats wil maken voor een jongere. De
voorzitter heeft den heer Swager, die vanaf
de oprichting bestuurslid is geweest, harte
lijk toegesproken en een enveloppe met in
houd overhandigd. De heer Swager was
hiervoor zeer erkentelijk.
De aftredende bestuursleden, de heeren
R. v. d. Ploeg, J. Ootjers Rz. en K. de Vries,
werden met groote meerderheid van stem
men herkozen. In de vacature-Swager werd
de heer H. Slikker gekozen. De heeren K.
de Vries en J. Meeldijk werden aangewezen
als afgevaardigden naar de bondsvergade
ring.
Men had geen voorstellen voor de alg.
vergadering van den bond.
Bij de rondvraag werd een loonsverhoo-
ging voor de dragers besproken. Het bestuur
zal hierover in contact treden met de andere
Langendijker vereenigingen.
Ook zal het geven van een gratificatie
aan den gem. veldwachter door het bestuur
worden besproken.
Een welkom geschenk!
Door een onbekenden gever is dezer da
gen aan een aantal arme gezinnen in deze
gemeente een wollen deken geschonken.
Subsidie wijkverpleging.
Aan de gemeente Zijpe is een provin
ciale subsidie van 600 toegekend in de kos
ten der wijkverpleging.
Het zal aandachtige lezers opgevallen zijn,
dat ik me met de grondsoorten niet veel heb
opgehouden.
Dat zal ik ook nu niet doen. Niet omdat er
geen verschil is. Maar omdat de grasboer
bijna alle grasland voldoende tot zijn recht
kan brengen op de beschreven basis. Als hij
maar geen zotte dingen doet, niet traag is in
zijn taak, en niet wijs boven hetgeen men
behoort wijs te zijn.
Ook over de bewaring en 't gebruik van
stalmest en ier schrijf ik nu nog niet. Laat
ons de ier voor 't grasland als een (zeer te
waardeeren) extraatje beschouwen en onze
verdere bemesting er niet merkbaar om be
krimpen.
Ik kom nog even op de indeeling in per-
ceelen terug.
Er zijn genoeg practici, die zooveel en
zulke kleine perceelen óf te bewerkelijk óf
te dwaas óf te duur vinden. Dit laatste -we
gens de hekken. Anderen weten zeker, dat
de koeien van een ruime uitloop houden
en dat ze anders gauw onrustig worden en
minderen in de melk.
Dwaas? Dan a. u. b. niet doen.
Duur? 't Valt mee. Dj kosten zoo laag
mogelijk houden en verdeeld denken over
eenige jaren.
Houden de koeien van 'n grooten uitloop?
Neen, ze houden van lekker gras en dan
veel
MUSSOLINI reikt op den 17en verjaardag
van het corps der „Moschettieri del Duce", de
lijfgarde van den Duce, onderscheidingen uit
DE BANDJIRS welke kortelings Java hebben geteisterd, vergen
veel herstelarbeid. Het construeeren van een noodbrug naast de
door het water vernielde sporbrug bij Probolinggo.
Worden ze onrustig? Ja, als ze honger
krijgen! Of als ze de kwaliteit van Uw
gras niet lekker vinden.
Minderen in de 'melk? Zeker, als ze...,
(zie hierboven).
Bewerkelijk? Inderdaad: vaak verweiden
en in 't land melken, veel kuilen, veel
hooien. Bezwaar? Dan niet doen! H. P.
DE VEERDIENST BIJ TIEL is weer in dienst gesteld, nu de Waal
daar niet meer „zit". Met moeite baant het bootje zich een weg tus
schen de groote ijsschotsen.
TWAALF SCHOKKERS zijn door het kruiende ijs nabij Dreumel op den dijk
gedrongen. De schepen, die met hun voorsteven opgedreven tegen de ijsschotsen
zitten, verkeeren in een gevaarlijke positie. Er bestaat groote kans dat zij bij in-
tredenden dooi hun evenwicht verliezen en zullen omslaan.
I)E BRITSCHE TORPEDOJAGER „COSSACK" heeft Zaterdag de bevrijde
Britsche gevangenen van de „Altmark" in de haven van Leith aan wal gebracht.
De bevrijde gevangenen bij aankomst in Leith.
illjii
HH
Dr. Roos van den Berg, die met de leiding
van de Nederlandsche ambulance
voor Finland is belast.