f 38,2 millioen voor versterking van de
luchtafweer.
Een merkwaardig rivierdorp aan de grens
Kanonnen, jachtvliegtuigen en
verkenners.
Vragen over de miltvuur
epidemie.
Faciliteiten der spoorwegen
voor militairen.
MINISTER DIJXHOORN
BEANTWOORDT
VRAGEN.
De torpedeering van de
„Arendskerk".
Langs grenzen en inundaties.
Een brug vloog op 10 centimeter na
in de lucht.
Langs de Belgische
grens.
V
verdubl
Ernstige
do
Felle t
TWEEDE BLAD
T
TV
In de Memorie van Toelichting op een
suppletoire defensiebegrooting deelt mi
nister Dijxhoorn o.m. het volgende mee:
Verdere verbetering van de materieele
uitrusting van de weermacht is met het
oog op de tijdsomstandigheden noodzake
lijk.
Voor het doen van herstellingen aan
boord van de kruiser „Sumatra" wordt
aangevraagd 300.000.
De mijnenveger „Willem van
Ewijck", die op 8 September 1939
bij West-Terschelling is vergaan
moet worden vervangen. Het
nieuwe schip is, zooals bij de be
handeling van de defensiebe
grooting reeds in de Kamer werd
medegedeeld, op stapel gezet. De
minister vraagt hiertoe een be
drag van 800.000.aan,
De minister verwacht, dat ie bouwtijd
ongeveer 8 maanden zal vorderen.
Luchtverdediging.
Van de versterking van de luchtafweer,
waaraan de regeering voor een deel reeds
uitvoering heeft gegeven, heeit de minis
ter aangevraagd in totaal een bedrag van
38.26 millioen gulden.
Gelet op het groote belang van een
krachtige luchtverdediging, aldus zegt de
minister, mede met het oog op de hand
having van de neutraliteit achtte de re
geering het noodzakelijk de luchtdoelbe
strijdingsmiddelen op korten termijn te
versterken. Tengevolge van de bijzondere
omstandigheden moest omtrent de aankoop
van het gewenschte materieel terstond
worden beslist. Uitstel zou de levering in
de weegschaal hebben gesteld. Om deze
reden heeft de regeering zeer tot haar
leedwezen aan haar plannen uitvoering
moeten geven alvorens daaromtrent dê
goedkeuring van de Staten-Generaal was
verkregen. Dit betreft den aankoop van:
20 batterijen middelbare lucht
doelartillerie met bijbehoorende
munitie en vuurleidingstoestel
len 16.610.000);
de bij deze 20 batterijen be-
noodigde zoeklichtinstallaties
4.400.000);
het zoeklichtmaterieel, hetwelk
aan de voorgenomen organisatie
voor de luchtverdediging nog
ontbrak 1.750.000);
20 luchtdoelkanonnen van klein
kaliber met munitie en toebehoo-
ren, bestemd voor de luchtverde
diging van gemeenten en particu
liere bedrijven 2.260.006).
Deze gelden vloeien later weder
grootendeels in de schatkist terug.
Voor de aanschaffing van vliegtuigen is
in de verhooging 'n bedrag van 13.000.000
opgenomen, waarvan om de zooeven ge
noemde redenen, reeds een bedrag van
rond 6.000.000 is besteed alvorens daar
omtrent de goedkeuring van de Staten-
Generaal werd verkregen. De mogelijkheid
deed zich nl. voor om een aantal jacht
vliegtuigen, welke voor export gereed
stonden, tegen aannemelijke voorwaarden
terstond over te nemen en met deze tóe
stellen te voorzien in een dringende be
hoefte. Bij één der jachtafdeelingen toch
ontbraken, tengevolge van afvoering van
materiaal, een aantal toestellen, terwijl de
overige van verouderd model waren en op
het punt stonden te worden afgevoerd,
waardoor een geheele jachtafdeeling
dreigde te worden uitgeschakeld.
Het resteerende bedrag ad 7.000.6060
houdt rekening met een vervangingspro
gramma, dat is opgemaakt met het doel
aan de Nederlandsche vliegtuigindustrie
de behoefte van de weermacht tijdig ken
baar te maken, waardoor die industrie in
de gelegenheid is de verlangde types te
ontwikkelen en tijdig te leveren. Het thans
ontworpen programma omvat de aan
schaffing van strategische verkenners,
eenheidsverkenners en lesvliegtuigen ter
vervanging van verouderd en verbruikt
materieel tot een totaal bedrag van
11.060.060, waarvan 7 060.060 thans
wordt aangevraagd en 4.000.000 is aan
gevraagd op de defensiebegrooting voor
het jaar 1940.
Het ligt voorts in het voornemen na af
loop van de mobilisatie magazijnen en
werkplaatsen van het luchtvaartbedrijf
niet weder op een beperkte ruimte terug
te brengen, doch een gedeelte blijvend te
vestigen binnen de vesting Holland. Van
het daartoe benoodigde bedrag
1.660.060) wordt thans een eerste ter
mijn ad 700.000 aangevraagd.
Welke maatregelen werden
genomen.
In antwoord op vragen zegt de minister
van economische zaken t.a.v. het heerschen-
de miltvuur o.m. het volgende:
Het is onjuist, dat aan een of meer fabrie
ken van mengvoeders ontnomen Is de haar
door het rijksbureau voor veevoedervoor
ziening in oorlogstijd verleende mengver-
gunning, op grond van het feit, dat niet ont-
lijmd beendermeel zou zijn verwerkt in
mengvoeders.
Wel is aan de door de Nederlandsche
meelcentrale erkende fabrikanten van
mengvoeders verboden, hun voor de ver
vaardiging dezer mengvoeders voorgeschre
ven mineraalmengsels te betrekken van een
bepaalden fabrikant van mineraalmengsels,
die, in strijd met de geldende voorschriften,
Zijn mineralen met niet ontlijmd beender
meel in plaats van met ontlijmd beender
meel had samengesteld. Vrijwel in alle ge
vallen werden mengvoeders van deze fa
briek gebruikt.
Hoewel niet met zekerheid, kan toch met
een zeer groote mate van waarschijnlijkheid
worden aangenomen, dat de miltvuurgeval-
len veroorzaakt zijn door vermenging van
niet ontlijmd, met miltvuur besmet been
dermeel van buitenlandsche herkomst.
Gelet op de jarenlange ervaring heeft er
tot voor kort met het oog op de hygiënische
vereischten geen voldoende aanleiding be
staan, bijzondere maatregelen te nemen met
betrelcking tot den invoer van alle produc
ten van dierlijken oorsprong, mede uit de
overweging den handel niet ónhoodig te be
lemmeren. Zoodra evenwel gebleken was,
dat de recente gevallen van miltvuur zeer
waarschijnlijk veroorzaakt waren door de
vermenging van geïmporteerd beendermeel,
heeft de minister onverwijld bevorderd, dat
maatregelen van vèrstrekkenden aard met
betrekking tot den import Zijn genomen.
Naar de mêening van den minister zijn de
maatregelen ter voorkoming Van uitbrei
ding voldoende gebleken. In dit verband
Wijst hij èróp, dat het aantal gevallen van
miltvuur is teruggeloopen tot nagenoeg het
normale getal. Maatregelen om een herha-
lihg van het nu voorgevallene zooveel moge
lijk te voorkomen, zijn reeds genomen (K.B.
van 16 Januari j.l.)
Daar maatregelen getroffen zijn, de be
smette partijen te blokkeeren en van de be
drijven te verwijderen en anderzijds de vee-
voêderfabrikanten en ook de landbouwers
in dê gelegenheid zijn gesteld, door een soe
pele toepassing van de geldende voorschrif
ten ten aanzien van het vervoer (verstrek
king van extra-bestelbonnen) hun voor
raad aan te vullen, kan de minister geen
aanleiding vinden, den veehouders boven
dien toe te staan uit eigen voorraad meer
voeder te gebruiken dan waarvoor reeds
toestemming is verleend vóór het optreden
van de miltvuur-eruptie.
T.a.v. de kwestie van schadevergoeding
wijst de minister op de mogelijkheden, die
le Veewet te dezen aanzien geeft.
Speciale abonnementen.
De Néderlandsche Spoorwegen
kondigen enkele maatregelen aan,
die zij ten behoeve van de mili
tairen getroffen hebben.
Toen het vorig jaar de mobilisatie in
ons land afgekondigd werd en een groot
deel der mannelijke Nederlanders zich in
het veldgrijs moest steken, hébben de
Ned srlandsche Spoorwegen een nieuw
soort abonnement ingevoerd. Dit zijn abon
nementen, welke de practisch normale
geldigheid van dertig dagen bezitten, doch
wier groote attractie daarin bestaat, dat
dit dertig willekeurige dagen zijn,
die binnen een tijdvak van acht maanden
vallen en die dus vooral voor hen, die
tijdens periodieke verloven hun zaken
trachtej bij te houden, zeer gemakkelijk en
voordeelig bleken. Deze abonnementen nu
zullen de Nederlandsche Spoorwegen met
ingang van heden verkrijgbaar stellen
voor alle gemobiliseerden, onverschillig
of zij vóór het in dienst treden al dan niet
abonnementhouder der Nederlandsche
Spoorwegen zijn geweest. Dat zij dat wel
waren, gold tot nu toe namelijk als de con
ditie sine qua non. Alleen wordt hun, die
tijdens de mobilisatie geen abonnement in
leverden, bij de eerste verstrekking de ge
bruikelijke toeslag in rekenihg gebracht.
Bezoek aan zieke militairen.
De spoorwegen zullen een belangrijke
reductie verleenen voor het bezoeken van
zieke militairen.
Aan de echtgenooten, ongehuwde kin
deren en ouders van militairen, die in een
ziekeninrichting verpleegd worden, zal nu
voor het bezoeken van den patiënt een
maal per week een reductie van 56 op
den enkelen-reisprijs worden verleend,
hetgeen een belangrijke besparing betee-
kent.
Deze goedkoope .plaatskaarten zijn aan
de stations verkrijgbaar, op vertoon van
een door den chef/geneesheer-directeur,
van de zieken-inrichting, waar de patient
verpleegd wordt, afgegeven bewijs. De
reductie wordt verleend, nadat de patient
minstens veertien dagen in het ziekenhuis
heeft doorgebracht.
Reductie voor officieren.
Ook voor de officieren van land- en zee
macht en der kon. marechaussee hadden
de spoorwegen een belangrijke faciliteit
in petto. Deze is thans van kracht gewor
den. De officieren, die in uniform, doch
voor eigen rekening reizen, behoeven in
't vervolg slechts 56 pet. van den enkèlen-
reisprijs té betalen. Tot nu toe gold deze
regeling alleen voor militairen in uniform
beneden den rang van Officier.
INBRAAK BIJ JAMIN TE ROTTERDAM.
Gister ontdekte de chef Van het filiaal
der firma C. Jamin aan de Kruiskade té
Rotterdam, dat in den nacht van Zondag
op Maandag in dit pand was ingebroken.
Op de eerste verdieping was de brandkast
van haar plaats gesleept en omver ge
worpen. De achterzijde bad mén openge
scheurd. Een bedrag van tweeduizend
gulden wordt vermist. De politie heeft geen
sporen van braak kunnen vinden.
Menagegeld.
Op een schriftelijke vraag van het lid der
Tweede Kamer, den heer Wijnkoop (c.p.n.),
of het waar is, dat bij verlof geen menage-
geld uitbetaald wordt aan hen, die voor
eerste oefening zijn opgekomen en tevens
dat in het algemeen eerst van 1 December
af menagegeld wordt uitbetaald, heeft de
minister van defensie bevestigend geant
woord. Aan het verzoek van den heer Wijn
koop om menagegeld ook aan dienstplichti
gen voor eerste oefening onder de wapenen,
te verstrekken, kan de minister niet vol
doen. Hierbij merkt hij op, dat ook vóór het
afkondigen van de algemeene mobilisatie
aan deze dienstplichtigen geen menagegeld
werd uitgekeerd.
De minister is niet bereid terugwerkende
kracht aan den op 1 December 1939 inge-
ganen maatregel te geven.
Officiersopleiding.
Op Vragen van het lid der Tweede Kamer,
den heer van Sleen (s.d.a.p.) betreffende de
officiersopleiding, heeft de minister van
defensie o.m. geantwoord:
Evenals zulks vóór het afkondigen van de
algemeene mobilisatie het geval was, kunnen
Ook gedurende de mobilisatie slechts die ge
gadigden voor de officiersopleiding voor
plaatsing in aanmerking komen, die de
eerste oefening nog niet hebben volbracht.
Menige onderwijzer, die vroegtijdig de
studie voor de hoofdakte opneemt, vraagt
en verkrijgt uitstel van eerste oefening tot
hij zijn studie heeft beëindigd. Gedurende
den mobilisatietijd wordt echter voor deze
studie geer. uitstel verleend en zullen er in
derdaad slechts weinig dienstplichtigen, be-
hoorende tot de jongste lichting zijn, die
reeds op zoo jeugdigen leeftijd de hoofdakte
hebben verworven.
De minister vindt in een en ander echter
geen aanleiding om den hoofdakte-eisch te
doen vervallen en derhalve de opleiding tot
onderwijzer, met betrekking tot plaatsing
bij de officiersopleiding, gelijk te stelLen met
die aan de H.B.S. Er is een overvloed van
gegadigden, die wel aan de gestelde eischen
voldoen.
Het slagkruiserplan.
Op vragen van het lid der Tweede Ka
mer, den heer Bajette (r.k.) betreffende het
propageeren door een officier van den ma-
rinestraf van het z.g. slagkruiserplan in een
persbijeenkomst, heeft de minister van
defensie geantwoord, dat hij het niet toelaat
baar acht, dat hangende een over bedoeld
vraagstuk door regeering en volksvertegen
woordiging te nemen beslissing aldus door
een officieele instantie wordt getracht in
vloed uit te oefenen op de openbare mee
ning. Hij heeft maatregelen genomen om
zulks in de toekomst te voorkomen.
De mobilisatie-vergoeding.
Op vragen van het lid der Tweede Ka
mer, den heer van Sleen (s.d.a.p.), betref
fende toepassing van de mobilisatievergoe-
dingsbeschikking heeft de minister van
defensie als volgt geantwoord:
Het is den minister inderdaad gebleken,
dat sommige burgemeésters nadere aanwijzin
gen hebben afgewacht, alvorens de vergoe
dingsbedragen voor hen, die vóór hun op
komst werkloozensteun genoten, te herzien
in verband met de verhooging, die de steun
bedragen met ingang van 17 December 1939
hebben ondergaan. Hierin is inmiddels voor
zien bij een aan de burgemeesters gericht
rondschrijven, dat tevens nog enkele andérê
voorzieningen treft. De ingang van de ver
hooging is ook voor de kostwinnersvergoe
ding gesteld op 17 December 1939.
Er is alle reden om aan te nemen, dat de
mobilisatievergoedingsbeschikking over het
algemeen op juiste wijze wordt toegepast,
Het ligt echter voor de hand, dat ten gevolge
van het groote aantal vergoeding vragénden,
van de schier onbegrensde verscheidenheid
van omstandigheden, waarin zij verkeeren,
alsmede van het groote aantal gemeenten,
welke de beschikking moeten toepassen,
zich wel eens gevallen voordoen, waarin
aanvankelijk de beschikking niet op de
juiste Wijze wordt toegepast. Indien dit
blijkt, wordt van voorlichting gediend.
Ten gevolge van het groot aantal verzoek
schriften, dat tegen de Verwachting in
nog dagelijks bij het departement blijft in
komen, alsmede van een groot aantal zieken
bij de desbetreffende afdeelingén van het
departement, is vertraging in de afdoening
van de verzoekschriften ontstaan. De mi
nister hoopt, door deze afdeeling uit te brei
den, binnen redelijken tijd dit bezwaar te
hebben overwonnen. Tegen het instellen van
provinciale beroepscolleges heeft de minister
bezwaar.
Nederlandsch protest
te Berlijn.
's-G ravenhagC) 19 F e b r.
De Regeeringspersdienst meldt:
De uitkomst van hét onderzoek,
door de regeering ingesteld naar
de omstandigheden waaronder het
m.s. Arendskerk" Van d N.V.
Vereenigde Nederlandsche Scheep
vaartmaatschappij op 15 Januari
j.l. op weg naar Zuid-Afrika is
getorpedeerd, heeft haar aanlei
ding gegeven aan Hr. Ms. gezant
te Berljjn opdracht te geven tot
het uitbrengen van een breedvoe
rig gemotiveerd protest tegen deze
ongerechtvaardigde vernietiging
van een Nederlandsch schip, zich
daarbij alle rechten of schadever
goeding voorbehoudend en maat
regelen verzoekend tegen her
haling.
(Van onzen specialen
verslaggever).
„Dit kanaal? Daar komt geen vijand over
als wij het niet willen!" De infanteriekapi-
tein, in wiens sector langs een breede vaart,
ergens aan de Brabantsch-Belgische grens,
wij belandden, wijst ons zijnvoortreffelijk
gecamoufleerde stellingen, die volkomen
aangepast zijn aan de bebouwing langs het
water. Het dorp strekt zich uit aan beide
oevers, maar de huizen aan den overkaht
zijn slechts zwak bezet. De hoofdweer-
standslijn loopt door de huizen aan den
Noordelijken kant, en deze worden in het
front beschermd door het kanaal zelf, door
geweldige prikkeldraadversperringen langs
de oevers, en door de in het voorterrein ge
plaatste voorposten.
„Geen raam of deur, of er zit wat achter!
Loopt u maar eens mee, dan zult u rare
ontdekkingen doen! „De kapitein heeft in
derdaad kans gezien, een tweede dorp te
stichten midden in het eerste, een soort
Van coulissen-dorp. In een tuintje is een
nieuw schuurtje gebouwd, maarde mu
ren zijn van gewapend beton, tachtig cen
timeter dik, en het dak bestaat uit plaat
ijzer, rails en zand. Er zit ook een venster
in, erg lief, met een geranium in een potje,
maar die geranium heeft nooit water noo-
dig, en het raam, ook al blikkert de zon nog
zoo verleidelijk in de ruiten, kan niet om
hoog. De artist van de compagnie schilder
de het er netjes op, en zelfs de weerschijn
in het vensterglas gaf hij met realistische
allure weer. Dit schuurtje is men raadt
het al een fort in zakformaat, zware en
lichte mitrailleurs hebben er achter stevige
dekking een welgekozen opstelling.
,Elk huis heeft er wat bijgekregen de
laatste maanden", zegt de kapitein. „Hét
een een nieuwe W.C., het ander een prieel
tje, een varkenshok, een kippenren, een
hooiberg, een konijnenbewaarplaats voor
mijn part, maar het komt allemaal op het
zelfde neer: gewapend beton, rails en zand,
en dwarse schietsleuven om flankèerend
vuur te kunnen geven met de automatische
wapens. Daar komt geen muis doorheen)
laat staan een vijandelijke infanterist".
Verderop, buiten de bebouwde kom, zijn de
infantêriëstéllingên in dén kanaaldijk inge
graven, gewapend-beton kazematten voor
P.A.G. en zware mitrailleurs, om de dertig
veertig meter, en daartusschen de opstel
lingen voor de geweerschutters, één gewel
dige concentratie van vuurwapenen, met
daarvoor als natuurlijke hindernis het diep
liggende veenkanaal, waarin elke vechtwa-
gen of tank onherroepelijk blijft steken.
Achter deze weerstandslijn, op 4 a 500 me
ter, ontwaart men al weer het prikkeldraad
van de volgende, hiermee parallel loopende
stelling, die dien tweeden stoot zal hebben
op te vangen, En overal zijn, ondanks de
nijpende koude, de pioniers druk in de weer
met den uitbouw en pérfectionneering hun
ner stellingen. Even blijven houweel en
spade rusten als hêt gezelschap journalisten
en fotografen de loopgraaf binnenwandelt,
maar dan zit het tempo er al weer in,
Trouwens, de eenige manier om warm te
blijven bij vijftien graden onder nul.
Een stad aan een breede rivier
ergens in het grensgebied. Een brug
verbindt de beide oever. Maar één
druk óp de knop en zij vliegt om
hoog. „Hier komt geen vijand
over", zegt rustig de kapitein, „in
het allerlaatste geval gaat allés de
lucht in!"
Hoe wordt nu een dergelijk belangrijk
object bewaakt? Men hééft aan beide oevers
in de eerste plaats de permanente rivier
kazematten, die ook in vredestijd steeds be
zet zijn. De automatische wapens in deze
kazematten staan haarfijn gericht op het
hart van de brug, en de bediëningsman-
schappen Zitten achter hun geweldig zware
dekking als in Abrahams schoot. Op de
brug zélf én inde uiterwaarden staan zwa
re mitrailleurs opgesteld, en bovendien zijn
langs de oevers prikkeldraadversperringen
aangebr&éht. Des nachts houdt een stoom-
bootpattöüiile, voorzien van schijnwerpers,
onder de brug dê wacht.
Dat er terdege opgelet en gewaakt wordt,
ondervond dezer dagen een sergeant, die
DE NEDERLANDSCHE AMBULANCE
VOOR FINLAND.
Leider benoemd.
De ambulance-commissie van het Ne
derlandsche Roode Kruis heeft in haar
vergadering van Zaterdag j.l. tot leider
der ambulance naar Finland benoemd dr.
W. J. Roos Van den Berg te Deventer, die
deze benoeming reeds heeft aanvaard.
Dr. W. J. Roos van den Berg, werd in
1886 in Rotterdam geboren. Hij studeerde
in Utrecht, werd in 1911 arts en promo
veerde in 1914.
Hij was assistent van prof. Kouwer in
de vrouwenkliniek in Utrecht en vestigde
zich daarna als arts te L i m n e n. In het
begin van 1922 ging dr. Roos van den Berg
naar Indië en werd daar geneesheer-direc
teur van het ziekenhuis te Tasikmalaja en
in 1924 geneesheer-directeur van het ge
meentelijk ziekenhuis te Bandoeng. In 1938
keerde hij flaar Nederland terug. Hij maak
te Vöorts nog een reis als scheepsarts op
de „Tajandoeh."
In zijn tweede artikel voert onze
verslaggever den lezer langs de
stellingen, hindernissen en verster
kingen in de Brabantsche en Lim-
burgsche grensgebieden. We maken
kennis met een „schijn"-dorpje, we
bekijken een onzer groote vaste
omogen eens wat nader, stellen 'n
brug „scherp" en kunnen ten
slotte bij een alarm-oefening de
paraatheid van het Nederlandsche
leger aan de praktijk toetsen.
even een onderzoek naar de springlading
onder de brug moest instellen, maar verge
ten had, de wacht te waarschuwen", zoo
vertelt dé kapitein. „De stoombootpatröUille
kreeg hem in de gaten, en reeds werden de
wapens op hem aangelegd, toen hij door te
zwaaien met zijn electrische zaklantaarn de
patrouille duidelijk maakte, dat d» zaak
oké was. Slechts een paar seconden later...
en de sergeant zou het niet overleefd heb
ben!"
Natuurlijk is er dag en nacht aan beide
zijden van de brug een dubbelpost; wórdt
één van de twee posten aangevallen, dan
trekt nummer twee, die dertig meter ver
derop staat, snel een ketting over den weg,
zoodat geen enkele wagen de brug oprijden
kan.
We stellen een brug „scherp".
Maar hoe wordt nu een brug in tijd van.
nood opgeblazen?
„Een klein kunstje", zegt een stoere ser
geant-majoor van de politie-troepen, die
het ons zal demonstreeren, en hij opent een
klein kastje terzijde van de brug. „Eerst
zullen we de brug scherp stellen, en daar
voor is niets anders noodig, dan dit staafje,
het zoogenaamde gloeiings-slagpijpjè, even
door %te schuiven, zoodat het in de er voor
liggende boorpatroon terecht komt. Hup,
daar gaat het. Nu is de stroomkring geslo
ten en de brug staat scherp'".
„Maar waarom vliegt nu de brug nog
niet omhoog?", vraagt een ongeduldige
Amerikaansche collega, die blijkbaar in de
veronderstelling verkeerde dat bij wijze
van vriendelijke attentie voor de gasten er
één brugje aan gewaagd zou worden. Ne
derland heeft er toch zooveel, en in het veen
ziet men niet op een turfje.
„Een moment, heeren", zegt de majoor en
grijnst eens naar zijn manschappen, „niet
zoo ongeduldig, we zijn er nog niet. Als we
de brug opblazen, blijven we liefst zelf in
leven, en daarom nemen we deZe kabelhas
pel in de hand, en rollen de Op dèn stroom
kring aangesloten kabel af, tot we achter
de 100 meter achterwaarts gelegen dekking
zijn gekomen.
U ziet allmaal wel dit bruine taschje, dat
aan een riem om mijn schouder hangt?
Daar zit een batterij in, onderaan bengéit
een stekker, die druk ik in het stopcantact
van de haspel, en floep gaat de brug..."
Even houden we allemaal de adem
in, want de stekker hangt nu ge
vaarlijk dicht bij de kabelhaspel,
die de majoor ter demonstratie
even heeft opgetild. Het scheelt
geen tien centimeter meer, of de
brug floept inderdaad en wij floe
pen meeBij driehonderd kilo
gram springstof komt hét er im
mers op een paar journalisten meer
of minder niet aan!
„Een pracht bericht voor dè voorpagina",
mijmert een ambitieus collega, ên een an
der overweegt: „Schitterende vacatures al
lemaal".
Maar de majoor maakt aan allé sènsatie
een einde, door het slagpijpje weer terug
te trekken en den stekker in het taSchjè öp
te bergen.
De voorstelling gaat niet door!
Diep beneden ons vloeit traag hét met
ijsschotsen bedekte water van het drukbe
varen kanaal voorbij, sneeuwvlakken
dwarrelen door de lucht en stuiven langs
de nette zwarte doosjes die hier en dé&ï
tegen de ijzeren balken zijn aangelegd
één stekker in ééh stopcontact, en er blijft
niets anders over dan een ruïne van ver
wrongen ijzer
Boven in het wachthuisje halverwege
den bovenbouw van de brug, vliegt plotse
ling de deur open, dé hoornblazer laat hei
alarmsignaal schetteren: de vier langgerek
te stooten klinken onheilspellend In dé
grauwe avondlucht. Uit de barak achter
den dijk komen de manschaopen aange
draafd, hêt geweer in de hand, gasmasker
op den rug; ze rennen over de brug, gooien
de versperringen dwars over den weg, slui
ten het hek van de brug, stellen het zoek
licht in op het voorterrein, en wie geen
snéciale taak heeft, staat op zijn post, het
geweer thans in den aanslag, gereed om te
vuren op al wat zich verdacht zou gedra
gen.
Er Zijn na het blazen van het alarmsig
naal geen twee minuten verloopen en reeds
bevindt de geheele bezetting zich op het
bedreigde punt, zonder onnoodig geschreeuw,
snel en toch kalm, want ieder weet wat
hem te doen staat.
Weer klinkt er een hoorngeschal: verza
melen, einde der oefening. En even vlug
als de Versperring gesteld werd, wordt zij
weer langs den weg gelegd, de hekkeh gaan
open, het zoeklicht doöft uit, het geweer
gaat in de rust, de haanpal om, de sectie
marcheert terug naar het kwartier
Zij heeft haar plicht gedaan, en haar pa
raatheid ondubbelzinnig getoond!
4*
F. 1.50 PER FLA
Verbindii
Vamr
trein,
uit Den
trekt,
Woerden
loopen,
beide li;
In Gouda
Haag en R<
ontspoorde
wagens.
De wagenv
uit Den Haag
in Utrecht,
Woerden ee
trein kon
reiken. De
opdracht, 1
ringe snelheic
Hierdo
ernstig
op het
spoorde
grooter
De spooi
dat railb
ongeval
Uiteraard
en Rotterdarr
volkomen in
de treinen va
Woerden en
Een tweede
keersomleggir
de lijn Leidei
uit de rails
ook deze baai
De reiziger
dam kunnen
Utrecht. Zij
en Dordrecht
Met het op
Bóékën van
moeid zijn.
Drie
Gisteravond
nog onópgehe
ken in een co
gebauwde, wc
Broek in Wat
den dijk lang
moet in de z
hooischuur z
geen hooi opj
van den vrac
wijl er zich
kon tijdig g(
welke niet ve
de.
De vlamme
krachtigen w
in het van h<
bestond uit
een zolderver
de gezinnen v
len. De plaa
aanvankelijk
brand dreigd*
gende wonin
Amsterdamse
drie wóninge
brand. Een u
voorkomen.
Van den in
aantal militai
ligheid wordt
zijn zeven p
zijn bij burer
dergebracht.
zinnen was
De plaatse
gin met pech
spuit, vermO'
defect Was. I
spuit gérequi
het vuur kor
HET V
De 21-jarj
sinds Vrijdai
is weer terec
dag door de
verstraat te