f 38,2 millioen voor versterking van de luchtafweer. Een merkwaardig rivierdorp aan de grens Kanonnen, jachtvliegtuigen en verkenners. Vragen over de miltvuur epidemie. Faciliteiten der spoorwegen voor militairen. MINISTER DIJXHOORN BEANTWOORDT VRAGEN. De torpedeering van de „Arendskerk". Langs grenzen en inundaties. Een brug vloog op 10 centimeter na in de lucht. Langs de Belgische grens. V verdubl Ernstige do Felle t TWEEDE BLAD T TV In de Memorie van Toelichting op een suppletoire defensiebegrooting deelt mi nister Dijxhoorn o.m. het volgende mee: Verdere verbetering van de materieele uitrusting van de weermacht is met het oog op de tijdsomstandigheden noodzake lijk. Voor het doen van herstellingen aan boord van de kruiser „Sumatra" wordt aangevraagd 300.000. De mijnenveger „Willem van Ewijck", die op 8 September 1939 bij West-Terschelling is vergaan moet worden vervangen. Het nieuwe schip is, zooals bij de be handeling van de defensiebe grooting reeds in de Kamer werd medegedeeld, op stapel gezet. De minister vraagt hiertoe een be drag van 800.000.aan, De minister verwacht, dat ie bouwtijd ongeveer 8 maanden zal vorderen. Luchtverdediging. Van de versterking van de luchtafweer, waaraan de regeering voor een deel reeds uitvoering heeft gegeven, heeit de minis ter aangevraagd in totaal een bedrag van 38.26 millioen gulden. Gelet op het groote belang van een krachtige luchtverdediging, aldus zegt de minister, mede met het oog op de hand having van de neutraliteit achtte de re geering het noodzakelijk de luchtdoelbe strijdingsmiddelen op korten termijn te versterken. Tengevolge van de bijzondere omstandigheden moest omtrent de aankoop van het gewenschte materieel terstond worden beslist. Uitstel zou de levering in de weegschaal hebben gesteld. Om deze reden heeft de regeering zeer tot haar leedwezen aan haar plannen uitvoering moeten geven alvorens daaromtrent dê goedkeuring van de Staten-Generaal was verkregen. Dit betreft den aankoop van: 20 batterijen middelbare lucht doelartillerie met bijbehoorende munitie en vuurleidingstoestel len 16.610.000); de bij deze 20 batterijen be- noodigde zoeklichtinstallaties 4.400.000); het zoeklichtmaterieel, hetwelk aan de voorgenomen organisatie voor de luchtverdediging nog ontbrak 1.750.000); 20 luchtdoelkanonnen van klein kaliber met munitie en toebehoo- ren, bestemd voor de luchtverde diging van gemeenten en particu liere bedrijven 2.260.006). Deze gelden vloeien later weder grootendeels in de schatkist terug. Voor de aanschaffing van vliegtuigen is in de verhooging 'n bedrag van 13.000.000 opgenomen, waarvan om de zooeven ge noemde redenen, reeds een bedrag van rond 6.000.000 is besteed alvorens daar omtrent de goedkeuring van de Staten- Generaal werd verkregen. De mogelijkheid deed zich nl. voor om een aantal jacht vliegtuigen, welke voor export gereed stonden, tegen aannemelijke voorwaarden terstond over te nemen en met deze tóe stellen te voorzien in een dringende be hoefte. Bij één der jachtafdeelingen toch ontbraken, tengevolge van afvoering van materiaal, een aantal toestellen, terwijl de overige van verouderd model waren en op het punt stonden te worden afgevoerd, waardoor een geheele jachtafdeeling dreigde te worden uitgeschakeld. Het resteerende bedrag ad 7.000.6060 houdt rekening met een vervangingspro gramma, dat is opgemaakt met het doel aan de Nederlandsche vliegtuigindustrie de behoefte van de weermacht tijdig ken baar te maken, waardoor die industrie in de gelegenheid is de verlangde types te ontwikkelen en tijdig te leveren. Het thans ontworpen programma omvat de aan schaffing van strategische verkenners, eenheidsverkenners en lesvliegtuigen ter vervanging van verouderd en verbruikt materieel tot een totaal bedrag van 11.060.060, waarvan 7 060.060 thans wordt aangevraagd en 4.000.000 is aan gevraagd op de defensiebegrooting voor het jaar 1940. Het ligt voorts in het voornemen na af loop van de mobilisatie magazijnen en werkplaatsen van het luchtvaartbedrijf niet weder op een beperkte ruimte terug te brengen, doch een gedeelte blijvend te vestigen binnen de vesting Holland. Van het daartoe benoodigde bedrag 1.660.060) wordt thans een eerste ter mijn ad 700.000 aangevraagd. Welke maatregelen werden genomen. In antwoord op vragen zegt de minister van economische zaken t.a.v. het heerschen- de miltvuur o.m. het volgende: Het is onjuist, dat aan een of meer fabrie ken van mengvoeders ontnomen Is de haar door het rijksbureau voor veevoedervoor ziening in oorlogstijd verleende mengver- gunning, op grond van het feit, dat niet ont- lijmd beendermeel zou zijn verwerkt in mengvoeders. Wel is aan de door de Nederlandsche meelcentrale erkende fabrikanten van mengvoeders verboden, hun voor de ver vaardiging dezer mengvoeders voorgeschre ven mineraalmengsels te betrekken van een bepaalden fabrikant van mineraalmengsels, die, in strijd met de geldende voorschriften, Zijn mineralen met niet ontlijmd beender meel in plaats van met ontlijmd beender meel had samengesteld. Vrijwel in alle ge vallen werden mengvoeders van deze fa briek gebruikt. Hoewel niet met zekerheid, kan toch met een zeer groote mate van waarschijnlijkheid worden aangenomen, dat de miltvuurgeval- len veroorzaakt zijn door vermenging van niet ontlijmd, met miltvuur besmet been dermeel van buitenlandsche herkomst. Gelet op de jarenlange ervaring heeft er tot voor kort met het oog op de hygiënische vereischten geen voldoende aanleiding be staan, bijzondere maatregelen te nemen met betrelcking tot den invoer van alle produc ten van dierlijken oorsprong, mede uit de overweging den handel niet ónhoodig te be lemmeren. Zoodra evenwel gebleken was, dat de recente gevallen van miltvuur zeer waarschijnlijk veroorzaakt waren door de vermenging van geïmporteerd beendermeel, heeft de minister onverwijld bevorderd, dat maatregelen van vèrstrekkenden aard met betrekking tot den import Zijn genomen. Naar de mêening van den minister zijn de maatregelen ter voorkoming Van uitbrei ding voldoende gebleken. In dit verband Wijst hij èróp, dat het aantal gevallen van miltvuur is teruggeloopen tot nagenoeg het normale getal. Maatregelen om een herha- lihg van het nu voorgevallene zooveel moge lijk te voorkomen, zijn reeds genomen (K.B. van 16 Januari j.l.) Daar maatregelen getroffen zijn, de be smette partijen te blokkeeren en van de be drijven te verwijderen en anderzijds de vee- voêderfabrikanten en ook de landbouwers in dê gelegenheid zijn gesteld, door een soe pele toepassing van de geldende voorschrif ten ten aanzien van het vervoer (verstrek king van extra-bestelbonnen) hun voor raad aan te vullen, kan de minister geen aanleiding vinden, den veehouders boven dien toe te staan uit eigen voorraad meer voeder te gebruiken dan waarvoor reeds toestemming is verleend vóór het optreden van de miltvuur-eruptie. T.a.v. de kwestie van schadevergoeding wijst de minister op de mogelijkheden, die le Veewet te dezen aanzien geeft. Speciale abonnementen. De Néderlandsche Spoorwegen kondigen enkele maatregelen aan, die zij ten behoeve van de mili tairen getroffen hebben. Toen het vorig jaar de mobilisatie in ons land afgekondigd werd en een groot deel der mannelijke Nederlanders zich in het veldgrijs moest steken, hébben de Ned srlandsche Spoorwegen een nieuw soort abonnement ingevoerd. Dit zijn abon nementen, welke de practisch normale geldigheid van dertig dagen bezitten, doch wier groote attractie daarin bestaat, dat dit dertig willekeurige dagen zijn, die binnen een tijdvak van acht maanden vallen en die dus vooral voor hen, die tijdens periodieke verloven hun zaken trachtej bij te houden, zeer gemakkelijk en voordeelig bleken. Deze abonnementen nu zullen de Nederlandsche Spoorwegen met ingang van heden verkrijgbaar stellen voor alle gemobiliseerden, onverschillig of zij vóór het in dienst treden al dan niet abonnementhouder der Nederlandsche Spoorwegen zijn geweest. Dat zij dat wel waren, gold tot nu toe namelijk als de con ditie sine qua non. Alleen wordt hun, die tijdens de mobilisatie geen abonnement in leverden, bij de eerste verstrekking de ge bruikelijke toeslag in rekenihg gebracht. Bezoek aan zieke militairen. De spoorwegen zullen een belangrijke reductie verleenen voor het bezoeken van zieke militairen. Aan de echtgenooten, ongehuwde kin deren en ouders van militairen, die in een ziekeninrichting verpleegd worden, zal nu voor het bezoeken van den patiënt een maal per week een reductie van 56 op den enkelen-reisprijs worden verleend, hetgeen een belangrijke besparing betee- kent. Deze goedkoope .plaatskaarten zijn aan de stations verkrijgbaar, op vertoon van een door den chef/geneesheer-directeur, van de zieken-inrichting, waar de patient verpleegd wordt, afgegeven bewijs. De reductie wordt verleend, nadat de patient minstens veertien dagen in het ziekenhuis heeft doorgebracht. Reductie voor officieren. Ook voor de officieren van land- en zee macht en der kon. marechaussee hadden de spoorwegen een belangrijke faciliteit in petto. Deze is thans van kracht gewor den. De officieren, die in uniform, doch voor eigen rekening reizen, behoeven in 't vervolg slechts 56 pet. van den enkèlen- reisprijs té betalen. Tot nu toe gold deze regeling alleen voor militairen in uniform beneden den rang van Officier. INBRAAK BIJ JAMIN TE ROTTERDAM. Gister ontdekte de chef Van het filiaal der firma C. Jamin aan de Kruiskade té Rotterdam, dat in den nacht van Zondag op Maandag in dit pand was ingebroken. Op de eerste verdieping was de brandkast van haar plaats gesleept en omver ge worpen. De achterzijde bad mén openge scheurd. Een bedrag van tweeduizend gulden wordt vermist. De politie heeft geen sporen van braak kunnen vinden. Menagegeld. Op een schriftelijke vraag van het lid der Tweede Kamer, den heer Wijnkoop (c.p.n.), of het waar is, dat bij verlof geen menage- geld uitbetaald wordt aan hen, die voor eerste oefening zijn opgekomen en tevens dat in het algemeen eerst van 1 December af menagegeld wordt uitbetaald, heeft de minister van defensie bevestigend geant woord. Aan het verzoek van den heer Wijn koop om menagegeld ook aan dienstplichti gen voor eerste oefening onder de wapenen, te verstrekken, kan de minister niet vol doen. Hierbij merkt hij op, dat ook vóór het afkondigen van de algemeene mobilisatie aan deze dienstplichtigen geen menagegeld werd uitgekeerd. De minister is niet bereid terugwerkende kracht aan den op 1 December 1939 inge- ganen maatregel te geven. Officiersopleiding. Op Vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer van Sleen (s.d.a.p.) betreffende de officiersopleiding, heeft de minister van defensie o.m. geantwoord: Evenals zulks vóór het afkondigen van de algemeene mobilisatie het geval was, kunnen Ook gedurende de mobilisatie slechts die ge gadigden voor de officiersopleiding voor plaatsing in aanmerking komen, die de eerste oefening nog niet hebben volbracht. Menige onderwijzer, die vroegtijdig de studie voor de hoofdakte opneemt, vraagt en verkrijgt uitstel van eerste oefening tot hij zijn studie heeft beëindigd. Gedurende den mobilisatietijd wordt echter voor deze studie geer. uitstel verleend en zullen er in derdaad slechts weinig dienstplichtigen, be- hoorende tot de jongste lichting zijn, die reeds op zoo jeugdigen leeftijd de hoofdakte hebben verworven. De minister vindt in een en ander echter geen aanleiding om den hoofdakte-eisch te doen vervallen en derhalve de opleiding tot onderwijzer, met betrekking tot plaatsing bij de officiersopleiding, gelijk te stelLen met die aan de H.B.S. Er is een overvloed van gegadigden, die wel aan de gestelde eischen voldoen. Het slagkruiserplan. Op vragen van het lid der Tweede Ka mer, den heer Bajette (r.k.) betreffende het propageeren door een officier van den ma- rinestraf van het z.g. slagkruiserplan in een persbijeenkomst, heeft de minister van defensie geantwoord, dat hij het niet toelaat baar acht, dat hangende een over bedoeld vraagstuk door regeering en volksvertegen woordiging te nemen beslissing aldus door een officieele instantie wordt getracht in vloed uit te oefenen op de openbare mee ning. Hij heeft maatregelen genomen om zulks in de toekomst te voorkomen. De mobilisatie-vergoeding. Op vragen van het lid der Tweede Ka mer, den heer van Sleen (s.d.a.p.), betref fende toepassing van de mobilisatievergoe- dingsbeschikking heeft de minister van defensie als volgt geantwoord: Het is den minister inderdaad gebleken, dat sommige burgemeésters nadere aanwijzin gen hebben afgewacht, alvorens de vergoe dingsbedragen voor hen, die vóór hun op komst werkloozensteun genoten, te herzien in verband met de verhooging, die de steun bedragen met ingang van 17 December 1939 hebben ondergaan. Hierin is inmiddels voor zien bij een aan de burgemeesters gericht rondschrijven, dat tevens nog enkele andérê voorzieningen treft. De ingang van de ver hooging is ook voor de kostwinnersvergoe ding gesteld op 17 December 1939. Er is alle reden om aan te nemen, dat de mobilisatievergoedingsbeschikking over het algemeen op juiste wijze wordt toegepast, Het ligt echter voor de hand, dat ten gevolge van het groote aantal vergoeding vragénden, van de schier onbegrensde verscheidenheid van omstandigheden, waarin zij verkeeren, alsmede van het groote aantal gemeenten, welke de beschikking moeten toepassen, zich wel eens gevallen voordoen, waarin aanvankelijk de beschikking niet op de juiste Wijze wordt toegepast. Indien dit blijkt, wordt van voorlichting gediend. Ten gevolge van het groot aantal verzoek schriften, dat tegen de Verwachting in nog dagelijks bij het departement blijft in komen, alsmede van een groot aantal zieken bij de desbetreffende afdeelingén van het departement, is vertraging in de afdoening van de verzoekschriften ontstaan. De mi nister hoopt, door deze afdeeling uit te brei den, binnen redelijken tijd dit bezwaar te hebben overwonnen. Tegen het instellen van provinciale beroepscolleges heeft de minister bezwaar. Nederlandsch protest te Berlijn. 's-G ravenhagC) 19 F e b r. De Regeeringspersdienst meldt: De uitkomst van hét onderzoek, door de regeering ingesteld naar de omstandigheden waaronder het m.s. Arendskerk" Van d N.V. Vereenigde Nederlandsche Scheep vaartmaatschappij op 15 Januari j.l. op weg naar Zuid-Afrika is getorpedeerd, heeft haar aanlei ding gegeven aan Hr. Ms. gezant te Berljjn opdracht te geven tot het uitbrengen van een breedvoe rig gemotiveerd protest tegen deze ongerechtvaardigde vernietiging van een Nederlandsch schip, zich daarbij alle rechten of schadever goeding voorbehoudend en maat regelen verzoekend tegen her haling. (Van onzen specialen verslaggever). „Dit kanaal? Daar komt geen vijand over als wij het niet willen!" De infanteriekapi- tein, in wiens sector langs een breede vaart, ergens aan de Brabantsch-Belgische grens, wij belandden, wijst ons zijnvoortreffelijk gecamoufleerde stellingen, die volkomen aangepast zijn aan de bebouwing langs het water. Het dorp strekt zich uit aan beide oevers, maar de huizen aan den overkaht zijn slechts zwak bezet. De hoofdweer- standslijn loopt door de huizen aan den Noordelijken kant, en deze worden in het front beschermd door het kanaal zelf, door geweldige prikkeldraadversperringen langs de oevers, en door de in het voorterrein ge plaatste voorposten. „Geen raam of deur, of er zit wat achter! Loopt u maar eens mee, dan zult u rare ontdekkingen doen! „De kapitein heeft in derdaad kans gezien, een tweede dorp te stichten midden in het eerste, een soort Van coulissen-dorp. In een tuintje is een nieuw schuurtje gebouwd, maarde mu ren zijn van gewapend beton, tachtig cen timeter dik, en het dak bestaat uit plaat ijzer, rails en zand. Er zit ook een venster in, erg lief, met een geranium in een potje, maar die geranium heeft nooit water noo- dig, en het raam, ook al blikkert de zon nog zoo verleidelijk in de ruiten, kan niet om hoog. De artist van de compagnie schilder de het er netjes op, en zelfs de weerschijn in het vensterglas gaf hij met realistische allure weer. Dit schuurtje is men raadt het al een fort in zakformaat, zware en lichte mitrailleurs hebben er achter stevige dekking een welgekozen opstelling. ,Elk huis heeft er wat bijgekregen de laatste maanden", zegt de kapitein. „Hét een een nieuwe W.C., het ander een prieel tje, een varkenshok, een kippenren, een hooiberg, een konijnenbewaarplaats voor mijn part, maar het komt allemaal op het zelfde neer: gewapend beton, rails en zand, en dwarse schietsleuven om flankèerend vuur te kunnen geven met de automatische wapens. Daar komt geen muis doorheen) laat staan een vijandelijke infanterist". Verderop, buiten de bebouwde kom, zijn de infantêriëstéllingên in dén kanaaldijk inge graven, gewapend-beton kazematten voor P.A.G. en zware mitrailleurs, om de dertig veertig meter, en daartusschen de opstel lingen voor de geweerschutters, één gewel dige concentratie van vuurwapenen, met daarvoor als natuurlijke hindernis het diep liggende veenkanaal, waarin elke vechtwa- gen of tank onherroepelijk blijft steken. Achter deze weerstandslijn, op 4 a 500 me ter, ontwaart men al weer het prikkeldraad van de volgende, hiermee parallel loopende stelling, die dien tweeden stoot zal hebben op te vangen, En overal zijn, ondanks de nijpende koude, de pioniers druk in de weer met den uitbouw en pérfectionneering hun ner stellingen. Even blijven houweel en spade rusten als hêt gezelschap journalisten en fotografen de loopgraaf binnenwandelt, maar dan zit het tempo er al weer in, Trouwens, de eenige manier om warm te blijven bij vijftien graden onder nul. Een stad aan een breede rivier ergens in het grensgebied. Een brug verbindt de beide oever. Maar één druk óp de knop en zij vliegt om hoog. „Hier komt geen vijand over", zegt rustig de kapitein, „in het allerlaatste geval gaat allés de lucht in!" Hoe wordt nu een dergelijk belangrijk object bewaakt? Men hééft aan beide oevers in de eerste plaats de permanente rivier kazematten, die ook in vredestijd steeds be zet zijn. De automatische wapens in deze kazematten staan haarfijn gericht op het hart van de brug, en de bediëningsman- schappen Zitten achter hun geweldig zware dekking als in Abrahams schoot. Op de brug zélf én inde uiterwaarden staan zwa re mitrailleurs opgesteld, en bovendien zijn langs de oevers prikkeldraadversperringen aangebr&éht. Des nachts houdt een stoom- bootpattöüiile, voorzien van schijnwerpers, onder de brug dê wacht. Dat er terdege opgelet en gewaakt wordt, ondervond dezer dagen een sergeant, die DE NEDERLANDSCHE AMBULANCE VOOR FINLAND. Leider benoemd. De ambulance-commissie van het Ne derlandsche Roode Kruis heeft in haar vergadering van Zaterdag j.l. tot leider der ambulance naar Finland benoemd dr. W. J. Roos Van den Berg te Deventer, die deze benoeming reeds heeft aanvaard. Dr. W. J. Roos van den Berg, werd in 1886 in Rotterdam geboren. Hij studeerde in Utrecht, werd in 1911 arts en promo veerde in 1914. Hij was assistent van prof. Kouwer in de vrouwenkliniek in Utrecht en vestigde zich daarna als arts te L i m n e n. In het begin van 1922 ging dr. Roos van den Berg naar Indië en werd daar geneesheer-direc teur van het ziekenhuis te Tasikmalaja en in 1924 geneesheer-directeur van het ge meentelijk ziekenhuis te Bandoeng. In 1938 keerde hij flaar Nederland terug. Hij maak te Vöorts nog een reis als scheepsarts op de „Tajandoeh." In zijn tweede artikel voert onze verslaggever den lezer langs de stellingen, hindernissen en verster kingen in de Brabantsche en Lim- burgsche grensgebieden. We maken kennis met een „schijn"-dorpje, we bekijken een onzer groote vaste omogen eens wat nader, stellen 'n brug „scherp" en kunnen ten slotte bij een alarm-oefening de paraatheid van het Nederlandsche leger aan de praktijk toetsen. even een onderzoek naar de springlading onder de brug moest instellen, maar verge ten had, de wacht te waarschuwen", zoo vertelt dé kapitein. „De stoombootpatröUille kreeg hem in de gaten, en reeds werden de wapens op hem aangelegd, toen hij door te zwaaien met zijn electrische zaklantaarn de patrouille duidelijk maakte, dat d» zaak oké was. Slechts een paar seconden later... en de sergeant zou het niet overleefd heb ben!" Natuurlijk is er dag en nacht aan beide zijden van de brug een dubbelpost; wórdt één van de twee posten aangevallen, dan trekt nummer twee, die dertig meter ver derop staat, snel een ketting over den weg, zoodat geen enkele wagen de brug oprijden kan. We stellen een brug „scherp". Maar hoe wordt nu een brug in tijd van. nood opgeblazen? „Een klein kunstje", zegt een stoere ser geant-majoor van de politie-troepen, die het ons zal demonstreeren, en hij opent een klein kastje terzijde van de brug. „Eerst zullen we de brug scherp stellen, en daar voor is niets anders noodig, dan dit staafje, het zoogenaamde gloeiings-slagpijpjè, even door %te schuiven, zoodat het in de er voor liggende boorpatroon terecht komt. Hup, daar gaat het. Nu is de stroomkring geslo ten en de brug staat scherp'". „Maar waarom vliegt nu de brug nog niet omhoog?", vraagt een ongeduldige Amerikaansche collega, die blijkbaar in de veronderstelling verkeerde dat bij wijze van vriendelijke attentie voor de gasten er één brugje aan gewaagd zou worden. Ne derland heeft er toch zooveel, en in het veen ziet men niet op een turfje. „Een moment, heeren", zegt de majoor en grijnst eens naar zijn manschappen, „niet zoo ongeduldig, we zijn er nog niet. Als we de brug opblazen, blijven we liefst zelf in leven, en daarom nemen we deZe kabelhas pel in de hand, en rollen de Op dèn stroom kring aangesloten kabel af, tot we achter de 100 meter achterwaarts gelegen dekking zijn gekomen. U ziet allmaal wel dit bruine taschje, dat aan een riem om mijn schouder hangt? Daar zit een batterij in, onderaan bengéit een stekker, die druk ik in het stopcantact van de haspel, en floep gaat de brug..." Even houden we allemaal de adem in, want de stekker hangt nu ge vaarlijk dicht bij de kabelhaspel, die de majoor ter demonstratie even heeft opgetild. Het scheelt geen tien centimeter meer, of de brug floept inderdaad en wij floe pen meeBij driehonderd kilo gram springstof komt hét er im mers op een paar journalisten meer of minder niet aan! „Een pracht bericht voor dè voorpagina", mijmert een ambitieus collega, ên een an der overweegt: „Schitterende vacatures al lemaal". Maar de majoor maakt aan allé sènsatie een einde, door het slagpijpje weer terug te trekken en den stekker in het taSchjè öp te bergen. De voorstelling gaat niet door! Diep beneden ons vloeit traag hét met ijsschotsen bedekte water van het drukbe varen kanaal voorbij, sneeuwvlakken dwarrelen door de lucht en stuiven langs de nette zwarte doosjes die hier en dé&ï tegen de ijzeren balken zijn aangelegd één stekker in ééh stopcontact, en er blijft niets anders over dan een ruïne van ver wrongen ijzer Boven in het wachthuisje halverwege den bovenbouw van de brug, vliegt plotse ling de deur open, dé hoornblazer laat hei alarmsignaal schetteren: de vier langgerek te stooten klinken onheilspellend In dé grauwe avondlucht. Uit de barak achter den dijk komen de manschaopen aange draafd, hêt geweer in de hand, gasmasker op den rug; ze rennen over de brug, gooien de versperringen dwars over den weg, slui ten het hek van de brug, stellen het zoek licht in op het voorterrein, en wie geen snéciale taak heeft, staat op zijn post, het geweer thans in den aanslag, gereed om te vuren op al wat zich verdacht zou gedra gen. Er Zijn na het blazen van het alarmsig naal geen twee minuten verloopen en reeds bevindt de geheele bezetting zich op het bedreigde punt, zonder onnoodig geschreeuw, snel en toch kalm, want ieder weet wat hem te doen staat. Weer klinkt er een hoorngeschal: verza melen, einde der oefening. En even vlug als de Versperring gesteld werd, wordt zij weer langs den weg gelegd, de hekkeh gaan open, het zoeklicht doöft uit, het geweer gaat in de rust, de haanpal om, de sectie marcheert terug naar het kwartier Zij heeft haar plicht gedaan, en haar pa raatheid ondubbelzinnig getoond! 4* F. 1.50 PER FLA Verbindii Vamr trein, uit Den trekt, Woerden loopen, beide li; In Gouda Haag en R< ontspoorde wagens. De wagenv uit Den Haag in Utrecht, Woerden ee trein kon reiken. De opdracht, 1 ringe snelheic Hierdo ernstig op het spoorde grooter De spooi dat railb ongeval Uiteraard en Rotterdarr volkomen in de treinen va Woerden en Een tweede keersomleggir de lijn Leidei uit de rails ook deze baai De reiziger dam kunnen Utrecht. Zij en Dordrecht Met het op Bóékën van moeid zijn. Drie Gisteravond nog onópgehe ken in een co gebauwde, wc Broek in Wat den dijk lang moet in de z hooischuur z geen hooi opj van den vrac wijl er zich kon tijdig g( welke niet ve de. De vlamme krachtigen w in het van h< bestond uit een zolderver de gezinnen v len. De plaa aanvankelijk brand dreigd* gende wonin Amsterdamse drie wóninge brand. Een u voorkomen. Van den in aantal militai ligheid wordt zijn zeven p zijn bij burer dergebracht. zinnen was De plaatse gin met pech spuit, vermO' defect Was. I spuit gérequi het vuur kor HET V De 21-jarj sinds Vrijdai is weer terec dag door de verstraat te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6