De 164e Russische divisie verkeert
in groot gevaar.
Hevige Russische bombardementen.
Het incident van de Altmark.
TWEEDE BLAD.
4
De 164e divisie in gevaar.
De pogingen van het Russische opperbevel,
de 164e divisie, welker verbindingen zijn af
gesneden en die nabij Kitela wanhopiger,
tegenstand biedt, te ontzetten, zijn tot dus
ver mislukt. De Russen trachten deze divisie
te ravitailleeren door middel van vlieg
tuigen, doch het gebrek aan levensmiddelen
en munitie is zoo groot, dat de weerstands
kracht der divisie er aanzienlijk door ge
schaad wordt.
Het luchtalanm in Helsinki.
Sedert geruime tijd is te Helsinki niet
zoo vaak luchtalarm gemaakt als gister.
Zesmaal klonken de waarschuwingssirenes.
De trein van Turku naar Helsinki is op 40
k.m. van de hoofdstad door vijandelijke
vliegtuigen gebombardeerd. Hij moest zes
maal wegens luchtalarm stoppen, waarop de
passagiers een goed heenkomen zochten in
de langs de spoorlijn gelegen bosschen. Twee
personen werden door splinters van bre
kende treinruiten gewond. Ook het station
Karis op de lijn Pilku werd aangevallen.
Verder is ook Viborg verscheidene meden
hevig gebombardeerd.
Het scherpe vuur der luchtafweerbatte-
rijen en de bekwaamheid der Finsche ge
vechtspatrouilles hebben belet dat de Sov
jet-Russische bommenwerpers bij de over
vallen van gister het centrum der hoofdstad
bereikten. De buitenwijken werden echter
zwaar bestookt. In een enkele wijk kwamen
minstens zestig bommen neer.
Gistermiddag te 14.35 uur werd voor den
derden keer luchtalarm gemaakt te Hel
sinki. De alarmtoestand duurde tot 14.55
uur. Een vierde luchtalarm werd te 15.30
gemaakt tot 16 uur. Een kwartier later werd
een vijfde keer alarm gemaakt. Tijdens het
tweede alarm sprongen enkele kilometers
ten W. van de hoofdstad een aantal parachu
tisten omlaag, de meesten van hen werden
gedood, drie werden gevangen genomen. In
de omgeving van Helsinki werden tachtig
vijandelijke vliegtuigen gezien, die op groote
hoogte in formatie vlogen, drie bommen
werpers telkens vergezeld van twee verken
ners.
Het legerbericht.
In het laatste Finsche legerbericht wordt
o.a. gezegd:
De vijand heeft de aanvallen tusschen de
Finsche Golf en Moulajaervi voortgezet,
doch deze werden afgeslagen. In het Ooste
lijk deel van de landengte trachtte de
vijand over het Suvantomeer op te rukken
naar Voosuula, doch hij werd op het ijs tot
staan gebracht en trok terug met zware
verliezen. Te Taipale werden sterke aanval
lende Sovjet-troepen met zware verliezen
teruggedreven. Ten Noordoosten van het
Ladogameer gingen de Finsche troepen door
met het vernietigen van vijandelijke steun
punten en zij sloegen alle Russische tegen
aanvallen af. Te Kuhmo namen de Finnen
verscheidene Russische stellingen.
De Finsche kustbatterijen verspreidden
een vijandelijke afdeeling, die gesteund door
tanks en andere gemechaniseerde wapens,
over het Ladogameer trachtte op te rukken,
ten einde de Finsche stellingen rond Tai
pale om te buigen. De vijand verloor twee
honderd man. Ten N.O. van het Ladogameer
vernietigden de Finsche kustbatterijen mu
nitiebergplaatsen en een batterij zware
Russische artillerie.
De Finsche luchtmacht ging door met het
aanvallen van vijandelijke colonnes en
troepenconcentraties. De vijandelijke activi-
HET OOSTFRONT T N VAN HET LADOGA MEER
Het bijgaand kaartje geeft de positie der
Finnen weer ten Noorden van het Ladoga
meer, nadat zij hun front hadden geconso
lideerd na den slag bij Syskyarvi. Alhier
werd de 18e Russische divisie omsingeld en
vernietigd; ten Noorden van Kitela ver
keert de 164ste Russische divisie in ernstige
moeilijkheden. Aanvankelijk waren de Rus
sen ten Noorden van Loimola opgerukt en
bevonden zich tusschen Ruokojarvi en Sys-
kyjarvi toen de Finnen hen stelselmatig
wisten te omsingelen en terug te dringen.
Kitela was ernstig bedreigd, ook hier wisten
de Finnen de Rüssische eenheden te ver
spreiden en vele gevangenen te maken.
Daar, waar op de kaart de pijltjes zijn aan
gegeven, rukken de Finnen op.
teit in de lucht werd op groote schaal voort
gezet.
Van de Karelische landengte.
De laatste berichten uit Finland melden,
dat de Russen hun aanvallen uitgebreid heb
ben tot dwars over de Karelische landengte.
Ook hebben zij nogmaals getracht om
massa's manschappen te sturen over het ijs
van het meer Suvanto, dat twee tot vier mijl
breed is en nergens ook maar de geringste
dekking biedt. Men kon dan ook gister
avond waarnemen, hoe het ijs bezaaid ligt
met doode Russen.
Het Russische legerbericht.
Het Russische legerbericht luidt:
Op 20 Februari gingen de Sovjet-troepen
voort met succes het offensief op de Kareli
sche landengte tot ontwikkeling te brengen.
Zij bezetten de stad en zuiverden het schier
eiland Kojvisto (Bjorke) van vijanden en
maakten een groot aantal trofeeën buit.
In de andere sectoren deed zich niets van
belang voor.
De Sovjet-luchtmacht deed met succes
aanvallen op vijandelijke troepen en mili
taire doelen. 47 vijandelijke vliegtuigen
werden tijdens luchtgevechten omlaagge
haald.
Garibaldisten melden zich aan.
Naar de J o u r n a 1 uit Parijs meldt,
geven duizenden Italianen zich bij het Gari-
baldistenlegioen op voor dienstneming in
Finland. Er zijn Italianen, die zich op eigen
gelegenheid verbonden hebben 'n Finland
te strijden, doch dezer dagen zal het eerste
belangrijk detachement, bestaande uit ver
scheidene honderden Italianen, uit Frankrijk
vertrekken.
Men verwacht, dat 5000 tot 6000 Italianen
in Frankrijk zich bij de vrijwilligers in Fin
land zullen voegen. Ook in de Vereenigde
Staten echter wordt onder de Italianen een
krachtige propaganda voor hulpverleening
aan Finland gemaakt.
Verklaringen van den
gezagvoerder.
Koht antwoordt Chamberlain.
In een interview met het Noorsehe
Telegraaf agentschap naar aanleiding van
de bovenstaande door Chamberlain afge
legde verklaring heeft de Noorsehe mi
nister van buitenlandsche zaken, Koht, het
volgende verklaard:
1. Wat betreft de door Chamberlain
naar voren gebrachte theorie betreffende
het varen van oorlogsschepen door neu
trale territoriale wateren, heeft de Noor
sehe regeering gemeend, dat haar inzicht
volsterkt in overeenstemming was met dat
van Engeland.
In 1938 heeft de Noorsehe regeering de
bepalingen inzake de verplichtingen en
rechten van de neutraliteit herzien.
Onder deze bepalingen kwam er ook een
voor, die betrekking had op het recht van
een oorlogsschip eener oorlogvoerende
mogendheid, zich in de Noorsehe territo
riale wateren te bevinden. De Britsche
regeering meende, dat deze bepaling ook
betrekking had op het varen door de
Noorsehe wateren, terwijl de Noorsehe
regeering slechts het oog had op het ver
blijf in een haven van een oorlogsschip
eener oorlogvoerende mogendheid. In den
zomer van 1939 vroeg de Britsche aan de
Noorsehe regeering, hoe deze bepaling
moest worden opgevat en de Britsche re
geering wees er met nadruk op, dat oor
logsschepen het recht moesten hebben, zoo
lang zij kunnen in de Noorsehe territoriale
wateren te varen, ongeacht de 24-uurs
limiet. De Britsche regeering voegde hier
aan toe, dat een dergelijke regel in alle
andere landen gold.
De Noorsehe regeering antwoordde, dat.
zij de betreffende bepaling uitlegde op
dezelfde wijze als de Britsche regeering
zulks wenschte, en dat de Noorsehe regee
ring den tekst had opgesteld in overeen
stemming met de internationale conventie
van 1907, welke ook door de Britsche
regeering was onderteekend.
2. Het kan betwist worden of een re-
geeringsvaartuig als in het onderhavige
geval beschouwd moet worden als oor
logsschip of niet, doch het is duidelijk, dat
het in geen geval als een koopvaardijschip
kan worden beschouwd. En daar het in
ternationale recht slechts twee soorten
schepen kent, moet het als oorlogsschip
worden beschouwd, in dit geval als hulp-
schip voor de Duitsche marine. De Alt
mark kon bijgevolg dezelfde rechten laten
gelden als een oorlogsschip, met inbegrip
van het recht, zich niet te laten doorzoeken.
De Noorsehe' regeering, zoo vervolgde
Koht, heeft niet toegegeven aan druk van
welken kant ook. In dit, als in andere ge
vallen, heeft de Noorsehe regeering er
slechts naar gestreefd, te handelen over
eenkomstig de regels van het internatio
nale recht. De werken, die Britsche des
kundigen op het gebied van het interna
tionale recht hebben geschreven, wijzen
er met nadruk op, dat de aanwezigheid
van gevangenen aan boord van zulk een
schip geen verschil maakt en niet belet,
dat het schip recht op vrije doorvaart kan
doen gelden.
Verklaringen van den gezagvoerder.
Voor de microfoon van, den officieelen
Duitschen omroep heeft de gezagvoerder
van de Altmark, kapt. Dau, gister een
relaas gegeven van gebeurtenissen in de
Joessingfjord. Hij zeide o.m.: „Het schip
ligt thans met zijn achtersteven op de kust,
met gebroken roer en een beschadigde
schroef. Wij zullen probeeren het schip
vlot te krijgen en dan overwegen wat er
gedaan moet worden."
Verder verklaarde de gezagvoerder o.m.:
„Op 14 Februari kwam de Altmark in
Noorsehe wateren. Een loods kwam aan
boord en met hem een Noorsch vlootoffi-
cier, die inlichtingen vroeg over tonnage
van mijn schip, het aantal loden der be
manning en meer dergelijke vragen stelde.
Hij gaf mij verlof de reis in Noorsehe wa
teren voort te zetten."
Over het aan den grond zetten van de
Altmark zeide hij: „Ik manoeuvreerde le
Altmark zoodanig, dat zij op de rotsen
moest loopen, om het den Engelschen on
mogelijk te maken het schip te nemen en
er mee weg te varen. Ik gaf bevelen dat
er geenerlei weerstand moest worden ge
boden.'
De houding van Rusland.
De Russische pers kiest in de zaak der
Altmark partij ten gunste van het Duitsche
standpunt. Zoo publiceerden de te Moskou
verschijnde bladen een t< legrain uit Oslo
onder het opschrift „provoceerend optre
den der oorlogsaanstichters in Noorwegen",
waarin Engeland ervan beschuldigd wordt
DE FINSCHE TACTIEK.
In een gesprek met den correspondent van
het Noorsehe blad de „Dagens Nyheter"
heeft generaal Hagglund, de commandant
der Finsche troepen, die de 18de Russische
divisie hebben vernietigd, gezegd:
Indien wij ten Noorden van het Ladoga
meer tegen een Europeesch leger gevochten
zouden hebben, zouden wij het waarschijn
lijk allang over de grens teruggedrongen
hebben, omdat Europeesche soldaten met
eenig gezond verstand, indien zij in kleine
groepen omsingeld waren, zooals de Russen,
zich zouden hebben overgegeven, of ge
tracht hebben zich een doortocht te vechten.
De Russen doen geen van beide: zij graven
zich in en wachten, tot wij hen- uithonge
ren. Soms werpen zij barricaden op en ver
dedigen zij zich dapper, maar op sommige
plaatsen hadden zij zich zóó diep ingegra
ven, dat zij zelfs niet konden vechten. Op
één punt hadden zij de toegangen tot hun
schuilplaats versperd: zij bleven twee dagen
binnen zitten, tot wij hen moesten opblazen,
Het Finsche plan de campagne bij de ge
vechten ten Noorden van het Ladogameer,
aldus vervolgde de generaal, was eenvoudig
maar doeltreffend. Bij het begin van den
oorlog had Finland in deze streek slechts
enkele grenstroepen. De Russische divisie
trok langs den weg in marschcolonne op en
de Finsche grenswachters trokken zich terug.
Toen kwamen de Finsche skitroepen in actie.
Zij trokken aan beide zijden van de Rus
sen en evenwijdig met hen op. Toen zij de
achterhoede bereikt hadden, sneden zij den
Russen den terugtocht af. Dat was het
eerste stadium. De Finnen lieten slechts
weinig manschappen ter bewaking van
deze divisie achter en deze soldaten maakten
veel vertoon van bedrijvigheid, om de Rus
sen te doen gelooven, dat zij door een sterke
strijdmacht omringd waren. Intusschen
rukte het gros. der Finsche troepen verder
naar de grens op. Deze troepen zuiverden
den sector van Russen, die over de grens
kwamen om de vooruitgeschoven stellingen
te steunen. De geïsoleerde divisie heeft de
Finsche tactiek nooit begrepen en zelfs nooit
getracht door te breken. De Finnen conso
lideerden hun stellingen voorzichtig en stel
selmatig en omsingelden de Russen in kleine
groepen. Dat verklaart, dat zij in vergelij
king met de Russen zoo weinig mannen ver
loren. Bij deze typisch Finsche zuiverings
actie werden 160 Russen gevangen geno
men, terwijl er 300 sneuvelden: de Finnen
hadden drie dooden en zes gewonden.
De grootste Finsche verliezen ten Noorden
van het Ladogameer zijn veroorzaakt door
de Russische bombardementsvliegtuigen,
waartegen de Finnen niet genoeg gevechts
toestellen in het vuur kunnen brengen.
BELGISCH MINISTER WIJSi' OP HET
BÈLANG VAN KOOPVAARDIJ.
De Belgische minister van verkeer
Delfosse heeft bij de behandeling van zijn
begrooting verklaard, dat België om te
exporteeren een koopvaardij noodig heeft.
Op het oogenblik, zeide hij, is een plan in
studie, dat beoogt een organisme te vormen
voor het bevrachten en het beheeren van
buitenlandsche schepen. Hij stipte aan, dat
acht Amerikaansche schepen zonder kosten
voor den staat onder Belgische vlag zijn
gebracht. Na den oorlog zal het vraagstuk
der Belgische koopvaardij moeten worden
bezien in het licht der thans opgedane
ervaringen, teneinde aan het tekort aan
tonnage tegemoet te komen.
De minister verklaarde voorts, dat de
rationale radio-omroep-diensten gereor
ganiseerd en verbeterd zullen worden.
Voorts wees hij erop, dat België on
danks den oorlog evenals Nederland
het tourisme, waarvan 100.000 perso
nen leven, in stand moet houden.
België hoopt te kunnen profiteeren
van een groot bezoek van Neder-
landsche touristen. In deze richting
moeten pogingen worden aangewend.
ZWEDEN EN DE HULP AAN FINLAND.
De rechtsche partijen te Stockholm heb
ben naar aanleiding van den toestand, die
geschapen is door het standpunt dat de
regeering heeft ingenomen, een proclamatie
het licht doen zien, waarin o.a. gezegd wordt:
Het is onze plicht, de spontane hulp, welke
aan Finland verleend wordt, tot ontwikke
ling te brengen. Het is voor het Zweedsche
volks een gevoelskwestie en voor het land
een levenskwestie. Wij willen onze pogingen
voortzetten en zelfs verhaasten. De regee
ring moet het vertrouwen des volks genie
ten, doch dat vertrouwen moet gegrond zijn
op de zekerheid, dat de regeering alles doet
wat in haar vermogen is en alles wat van
haar verwacht wordt.
PROTEST DER REGEERING VAN
MANDSJOFKWO BIJ DE BRITSCHE
REGEERING.
De regeering van Mandsjoekwo heeft
besloten bij de Britsche regeering te pro
testeeren tegen de in beslagneming door
Engeland van Duitsche uitvoergoederen
aan boord van neutrale schepen. Dit pro
test is opgesteld in overleg met de
Japansche regeering.
Sedert het uitbreken van den oorlog
heeft Handspoekwo voor de industrieele
ontwikkeling van dit land uit Duitschland
machinerieëningevoerd ter waarde van
8.700.000 yen. Voor het uitbreken van den
oorlog waren deze bestellingen reeds in
Duitschland gedaan.
Onlangs heeft de Britsche regeering
evenwel haar maatregelen verscherpt tot
inbeslagneming van Duitsche uitvoergoe
deren. Zij beweert, dat de overdracht van
den eigendom van dergelijke Duitsche pro
ducten, welke op 27 November 1939 nog
niet geheel. waren betaald, nog niet was
geschied.
Daartegen protesteerde de regeering van
Mandsjoekwo.
op ongehoorde en grove wijze de Noorsehe
neutraliteit te hebben geschonden. Voor
de Komsomolskaye Prawda kan de geheele
zaak aldus samengevat worden: „Het En-
gelsch-Fransche oorlogsblok gaat van aan
maningen en bedreigingen over tot recht-
streeksche inmenging in de binnenlandsche
aangelegenheden der neutrale staten,"
DE KUSTWACHT MET 7'/2 c.M, KANON,
OPEN BRIEVEN VAN DEENSCHE
ZEELIEDENORGANISATIES.
Protesten bij de Britsche en de
Duitsche regeering.
Vertegenwoordigers der Deensche zeelie
denorganisaties, der vereeniging van Deen
sche stuurlieden, van de vereeniging van
Deensche stewards, van de vereeniging van
machinisten, van de vereeniging van radio-'
telegrafisten, van den bond van stokers en
van den bond van zeelieden, hebben in een
open brief een verzoek gericht aan de En-
gelsche en Duitsche regeering.
De brief aan de Engelsche regeering.
In den open brief aan de Engelsche regee
ring wordt gezegd: De neutrale zeelieden
wier werk het is de voor het Deensche
volk vitale goederen te transporteeren, pro
testeeren er tegen, dat zij in hun wettig en
vreedzaam bedrijf door de Engelsche regee
ring in controlehavens en oorlogszones wor
den gedwongen met het' gevolg, dat schepen
en vele menschenlevens verloren gaan.
Daarom veroorloven wij ons aan de hoog
geëerde Engelsche regeering in overweging
te geven, dat zij in overeenstemming met
haar herhaaldelijk gepubliceerde proclama
tie, waarin wordt gezegd, dat Engeland de
neutrale scheepvaart niet naar het leven
wil staan, haar houding tegenover de neu
trale scheepvaart zoodanig wijzigt, dat deze,
wanneer zij slechts optreedt in de vaart tus
schen neutrale landen, niet naar de gevaar
lijke oorlogszone zal worden gedwongen.
Het is soms moeilijk de schuld voor de
vele verliezen aan menschenlevens en sche
pen te verdeelen, wanneer de ondergang
een direct gevolg ervan is, dat een schip in
een zóne wordt gedwongen, waaromtrent te
voren is medegedeeld, dat schepen er in den
grond worden geschoten. Wij moeten van
meening zijn, dat er niet voldoende oorza
ken voor aanwezig kunnen zijn een schip ra
een in de gevaarlijke zóne gelegen controle
havens te brengen, daar de lading van een
schip kan worden gecontroleerd onder een
vorm, welke veiliger is voor menschen
levens en schip, of wanneer het schip een
lading vervoert, welke uitsluitend bestemd
is voor de consumptie van het Deensche
volk.
De brief aan de Duitsche regeering.
De open brief aan de Duitsche regeering
luidt als volgt:
De neutrale Deensche zeelieden zijn den
laatsten tijd het voorwerp geweest van het
zonder waarschuwing tot zinken brengen
hunner schepen met het gevolg, dat vele
zeelieden het leven hebben gelaten, ofschoon
deze schepen slechts met goederen in nor
male wettige vaart en zonder convooi voe
ren. Zij protesteeren tegen dezen vorm van
oorlogvoering. Wij doen voorts een beroep
op het solidariteitsgevoel, dat te allen tijde
onder zeelieden te merken is geweest, onge
acht de nationaliteit, een solidariteitsgevoel,
dat het te allen tijde voor zeelieden gelden
de heilige goed geschapen heeft, zonder te
letten op eigen gevaar en risico een in nood
verkeerend schip te hulp te snellen. Wij zijn
het erover eens, dat de vaart in de oorlogs
zones onder de tegenwoordige omstandig
heden met levensgevaar verbonden is.
De zeevaart is voor ons land en ons volk
noodzakelijk en wij nemen dit risico op ons.
Wij kunnen er ons echter niet bij neerleg
gen, dat de strijdende partijen den oorlog
voeren zonder rekening te houden met dat
wat als ridderlijkheid en zeemanseer wordt
beschouwd en zonder er rekening mede te
houden of het gaat om een vijandelijk be
wapend schip of een neutraal onbewapend
schip, dat vernietigd wordt. De Duitsche
duikbootcommandanten hebben verscheide
ne malen bewezen, dat ridderlijkheid en
zeemanseer met hun plicht jegens hun land
vereenigbaar is en deze ridderlijkheid is
oorzaak van de redding van vele menschen
levens geweest.
Wij verzoeken derhalve de hooggeëerde
Duitsche regeering, deze voorbeelden onder
de aandacht te brengen van alle comman
danten der Duitsche marine. Dit zal, afge
zien daarvan, dat het in overeenstemming
is met het volkenrecht, ertoe leiden, dat na
den oorlog alle zeevarenden elkaar weder
met wederzijdsch respect en vertrouwen
kunnen ontmoeten.
HET WATER IN BELGIE WAST.
De dooi heeft in België in verscheidene
gebieden tot ernstige overstroomingen ge
leid, o.a. in de Ardennen en in Henegouwen,
waar het water talrijke huizen is binnen
gedrongen. Het wegverkeer wordt ernstig
belemmerd en belangrijke schade is aange
richt. De aanhoudende was van sommige
rivieren heeft op verscheidene plaatsen on
gerustheid gewekt.
LUCHTAANVAL OP BRITSCHE
SCHEPEN.
Uit Londen wordt gemeld: Vijandelijke
vliegtuigen hebben gistermiddag ter hoogte
van de kust van Northumberland, Norfolk,
Lincolnshire en Suffolk aanvallen gedaan
op schepen.
Radioluisteraars aan de kust van Norfolk
hebben noodseinen gehoord van een aange
vallen schip. De reddingboot van Norfolk is
uitgevaren, nadat een nader bericht was
ontvangen, dat op 50 k.m. van de kust sche
pen werden gebombardeerd. In Zuid-Essex
werd machinegeweervuur gehoord. In dit
district werd luchtalarm gemaakt, waarna
de bevolking zich naar de schuilplaatsen
begaf. Vijf minuten later volgde het signaal:
alles veilig.
De Duitsche lezing.
Het Duitsche nieuwsbureau deelt mede:
Duitsche vliegtuigen hebben wederom ver
kenningsvluchten ondernomen aan de Brit
sche en de Schotsche kust. Hierbij kwam
het tot aanvallen op bewapende, resp. in
Britsch convooi varende schepen. De bijzon
derheden omtrent de resultaten worden nog
medegedeeld.
Nader werd gemeld: Bij de tegen de En
gelsche en Schotsche kust tot aan de Shet-
landeilanden uitgevoerde verkenningsvluch
ten zijn twee Engelsche mijnenleggers en een
gewapend koopvaardijschip tot zinken ge
bracht. Alle Duitsche vliegtuigen keerden,
zooals reeds gemeld is, ongedeerd naar hun
bases terug.
NIEUW FRANSCH PROTEST
TE TOKIO.
De Fransche ambassadeur Arsene Henry
heeft een bezoek gebracht aan den onder
minister van buitenlandsche zaken Tani
en opnieuw bij de Japansche regeering ge
protesteerd wegens Japansche luchtaan
vallen op den spoorweg van Yoenan. Reeds
op 5 Februari had Henry Tani een schrif
telijk protest overhandigd.
DE HANGENDE KWESTIES TUSSCHEN
JAPAN EN AMERIKA.
Officieel wordt door het Japansche de
partement van buitenlandsche zaken mee
gedeeld, dat een tiental van de ongeveer
230 hangende kwesties tusschen Japan en
de Ver. Staten in Tokio zijn geregeld, ter
wijl negen andere gevallen tusschen de Ja
pansche en Amerikaansche autoriteiten in
China zijn opgelost.
NEDERLANDSCHE HANDELS
DELEGATIE NAAR PARUS.
De Nederlandsche handelsdelegatie, welke,
naar vernomen wordt, de onderhandelingen
te Londen heeft beëindigd, is naar Parijs
vertrokken om overleg te plegen met de
Fransche regeering en de Nederlandsche
handelsdelegatie te Parijs.
OVERSTROOMINGEN IN GEBIED
VAN SMYRNA.
Door wolkbreukachtige regens wordt het
gebied wan Smyrna opnieuw geteisterd door
overstroomingen. De rivieren Geniz en
Baeirtchai zijn buiten haar oever getreden.
In Thracie is de ergemi buiten zijn oevers
getreden. Het water sleurde molens en
boerderijen weg en maakte verscheidene
slachtoffers.
WET TOT BESCHERMING VAN DEN
TURKSCHEN STAAT.
In een communqué van den Turkschen
minister-president wordt medegedeeld, dat
met ingang van gister de wet tot bescher
ming van den staat in werking is getreden.
REGEERING VAN IRAK AFGETREDEN.
Uit Bagdad wordt gemeld: De premier
van Irak, generaal Noeri Said, is afgetre
den. Men verwacht de vorming eener
nieuwe regeering, onder leiding van den
oud-minister-president Rasj id Ali Gailani.
PROTEST IN DE ZWEEDSCHE, KAMER.
Een der leden van het Zweedsche parle
ment heeft medegedeeld, dat in de vergade
ring van gister een motie van afkeuring is
opgesteld aan den minister-president. Over
eenkomstig de bepalingen van de grondwet
is de nota onder zegel overhandigd aan de
commissie voor de grondwet.
HET FRANSCHE LEGERBERICHT.
Het Fransche legerbericht van gisteravond
luidt: een kalme dag.
Het Fransche legerbericht luidt: „Eenig
artillerie- en infanterievuur op verschillen
de punten van het front, vooral in de Voge
zen en aan den Rijn",
NIEUWE ZWEEDSCHE GEZANT
TE MOSKOU.
Maandagavond is de nieuwe gezant van
Zweden te Moskou, Assarson, te Moskou
aangekomen. Hij werd ontvangen door een
vertegenwoordiger van de Sovjet-Russische
regeering en leden van de Zweedsche lega
tie.
DE „TROVINSKI GLASNIK"
VERSCHIJNT WEER.
Uit Belgrado: Het blad „Trovinski
Glasnik", dat in 1929 door de dictatuur
werd verboden, zal binnenkort weer ver
schijnen. Het is een democratisch, Fransch-
gezind blad, dat veel invloed uitoefende
op het politieke leven in Servië,