De 164e Russische divisie verkeert in groot gevaar. Hevige Russische bombardementen. Het incident van de Altmark. TWEEDE BLAD. 4 De 164e divisie in gevaar. De pogingen van het Russische opperbevel, de 164e divisie, welker verbindingen zijn af gesneden en die nabij Kitela wanhopiger, tegenstand biedt, te ontzetten, zijn tot dus ver mislukt. De Russen trachten deze divisie te ravitailleeren door middel van vlieg tuigen, doch het gebrek aan levensmiddelen en munitie is zoo groot, dat de weerstands kracht der divisie er aanzienlijk door ge schaad wordt. Het luchtalanm in Helsinki. Sedert geruime tijd is te Helsinki niet zoo vaak luchtalarm gemaakt als gister. Zesmaal klonken de waarschuwingssirenes. De trein van Turku naar Helsinki is op 40 k.m. van de hoofdstad door vijandelijke vliegtuigen gebombardeerd. Hij moest zes maal wegens luchtalarm stoppen, waarop de passagiers een goed heenkomen zochten in de langs de spoorlijn gelegen bosschen. Twee personen werden door splinters van bre kende treinruiten gewond. Ook het station Karis op de lijn Pilku werd aangevallen. Verder is ook Viborg verscheidene meden hevig gebombardeerd. Het scherpe vuur der luchtafweerbatte- rijen en de bekwaamheid der Finsche ge vechtspatrouilles hebben belet dat de Sov jet-Russische bommenwerpers bij de over vallen van gister het centrum der hoofdstad bereikten. De buitenwijken werden echter zwaar bestookt. In een enkele wijk kwamen minstens zestig bommen neer. Gistermiddag te 14.35 uur werd voor den derden keer luchtalarm gemaakt te Hel sinki. De alarmtoestand duurde tot 14.55 uur. Een vierde luchtalarm werd te 15.30 gemaakt tot 16 uur. Een kwartier later werd een vijfde keer alarm gemaakt. Tijdens het tweede alarm sprongen enkele kilometers ten W. van de hoofdstad een aantal parachu tisten omlaag, de meesten van hen werden gedood, drie werden gevangen genomen. In de omgeving van Helsinki werden tachtig vijandelijke vliegtuigen gezien, die op groote hoogte in formatie vlogen, drie bommen werpers telkens vergezeld van twee verken ners. Het legerbericht. In het laatste Finsche legerbericht wordt o.a. gezegd: De vijand heeft de aanvallen tusschen de Finsche Golf en Moulajaervi voortgezet, doch deze werden afgeslagen. In het Ooste lijk deel van de landengte trachtte de vijand over het Suvantomeer op te rukken naar Voosuula, doch hij werd op het ijs tot staan gebracht en trok terug met zware verliezen. Te Taipale werden sterke aanval lende Sovjet-troepen met zware verliezen teruggedreven. Ten Noordoosten van het Ladogameer gingen de Finsche troepen door met het vernietigen van vijandelijke steun punten en zij sloegen alle Russische tegen aanvallen af. Te Kuhmo namen de Finnen verscheidene Russische stellingen. De Finsche kustbatterijen verspreidden een vijandelijke afdeeling, die gesteund door tanks en andere gemechaniseerde wapens, over het Ladogameer trachtte op te rukken, ten einde de Finsche stellingen rond Tai pale om te buigen. De vijand verloor twee honderd man. Ten N.O. van het Ladogameer vernietigden de Finsche kustbatterijen mu nitiebergplaatsen en een batterij zware Russische artillerie. De Finsche luchtmacht ging door met het aanvallen van vijandelijke colonnes en troepenconcentraties. De vijandelijke activi- HET OOSTFRONT T N VAN HET LADOGA MEER Het bijgaand kaartje geeft de positie der Finnen weer ten Noorden van het Ladoga meer, nadat zij hun front hadden geconso lideerd na den slag bij Syskyarvi. Alhier werd de 18e Russische divisie omsingeld en vernietigd; ten Noorden van Kitela ver keert de 164ste Russische divisie in ernstige moeilijkheden. Aanvankelijk waren de Rus sen ten Noorden van Loimola opgerukt en bevonden zich tusschen Ruokojarvi en Sys- kyjarvi toen de Finnen hen stelselmatig wisten te omsingelen en terug te dringen. Kitela was ernstig bedreigd, ook hier wisten de Finnen de Rüssische eenheden te ver spreiden en vele gevangenen te maken. Daar, waar op de kaart de pijltjes zijn aan gegeven, rukken de Finnen op. teit in de lucht werd op groote schaal voort gezet. Van de Karelische landengte. De laatste berichten uit Finland melden, dat de Russen hun aanvallen uitgebreid heb ben tot dwars over de Karelische landengte. Ook hebben zij nogmaals getracht om massa's manschappen te sturen over het ijs van het meer Suvanto, dat twee tot vier mijl breed is en nergens ook maar de geringste dekking biedt. Men kon dan ook gister avond waarnemen, hoe het ijs bezaaid ligt met doode Russen. Het Russische legerbericht. Het Russische legerbericht luidt: Op 20 Februari gingen de Sovjet-troepen voort met succes het offensief op de Kareli sche landengte tot ontwikkeling te brengen. Zij bezetten de stad en zuiverden het schier eiland Kojvisto (Bjorke) van vijanden en maakten een groot aantal trofeeën buit. In de andere sectoren deed zich niets van belang voor. De Sovjet-luchtmacht deed met succes aanvallen op vijandelijke troepen en mili taire doelen. 47 vijandelijke vliegtuigen werden tijdens luchtgevechten omlaagge haald. Garibaldisten melden zich aan. Naar de J o u r n a 1 uit Parijs meldt, geven duizenden Italianen zich bij het Gari- baldistenlegioen op voor dienstneming in Finland. Er zijn Italianen, die zich op eigen gelegenheid verbonden hebben 'n Finland te strijden, doch dezer dagen zal het eerste belangrijk detachement, bestaande uit ver scheidene honderden Italianen, uit Frankrijk vertrekken. Men verwacht, dat 5000 tot 6000 Italianen in Frankrijk zich bij de vrijwilligers in Fin land zullen voegen. Ook in de Vereenigde Staten echter wordt onder de Italianen een krachtige propaganda voor hulpverleening aan Finland gemaakt. Verklaringen van den gezagvoerder. Koht antwoordt Chamberlain. In een interview met het Noorsehe Telegraaf agentschap naar aanleiding van de bovenstaande door Chamberlain afge legde verklaring heeft de Noorsehe mi nister van buitenlandsche zaken, Koht, het volgende verklaard: 1. Wat betreft de door Chamberlain naar voren gebrachte theorie betreffende het varen van oorlogsschepen door neu trale territoriale wateren, heeft de Noor sehe regeering gemeend, dat haar inzicht volsterkt in overeenstemming was met dat van Engeland. In 1938 heeft de Noorsehe regeering de bepalingen inzake de verplichtingen en rechten van de neutraliteit herzien. Onder deze bepalingen kwam er ook een voor, die betrekking had op het recht van een oorlogsschip eener oorlogvoerende mogendheid, zich in de Noorsehe territo riale wateren te bevinden. De Britsche regeering meende, dat deze bepaling ook betrekking had op het varen door de Noorsehe wateren, terwijl de Noorsehe regeering slechts het oog had op het ver blijf in een haven van een oorlogsschip eener oorlogvoerende mogendheid. In den zomer van 1939 vroeg de Britsche aan de Noorsehe regeering, hoe deze bepaling moest worden opgevat en de Britsche re geering wees er met nadruk op, dat oor logsschepen het recht moesten hebben, zoo lang zij kunnen in de Noorsehe territoriale wateren te varen, ongeacht de 24-uurs limiet. De Britsche regeering voegde hier aan toe, dat een dergelijke regel in alle andere landen gold. De Noorsehe regeering antwoordde, dat. zij de betreffende bepaling uitlegde op dezelfde wijze als de Britsche regeering zulks wenschte, en dat de Noorsehe regee ring den tekst had opgesteld in overeen stemming met de internationale conventie van 1907, welke ook door de Britsche regeering was onderteekend. 2. Het kan betwist worden of een re- geeringsvaartuig als in het onderhavige geval beschouwd moet worden als oor logsschip of niet, doch het is duidelijk, dat het in geen geval als een koopvaardijschip kan worden beschouwd. En daar het in ternationale recht slechts twee soorten schepen kent, moet het als oorlogsschip worden beschouwd, in dit geval als hulp- schip voor de Duitsche marine. De Alt mark kon bijgevolg dezelfde rechten laten gelden als een oorlogsschip, met inbegrip van het recht, zich niet te laten doorzoeken. De Noorsehe' regeering, zoo vervolgde Koht, heeft niet toegegeven aan druk van welken kant ook. In dit, als in andere ge vallen, heeft de Noorsehe regeering er slechts naar gestreefd, te handelen over eenkomstig de regels van het internatio nale recht. De werken, die Britsche des kundigen op het gebied van het interna tionale recht hebben geschreven, wijzen er met nadruk op, dat de aanwezigheid van gevangenen aan boord van zulk een schip geen verschil maakt en niet belet, dat het schip recht op vrije doorvaart kan doen gelden. Verklaringen van den gezagvoerder. Voor de microfoon van, den officieelen Duitschen omroep heeft de gezagvoerder van de Altmark, kapt. Dau, gister een relaas gegeven van gebeurtenissen in de Joessingfjord. Hij zeide o.m.: „Het schip ligt thans met zijn achtersteven op de kust, met gebroken roer en een beschadigde schroef. Wij zullen probeeren het schip vlot te krijgen en dan overwegen wat er gedaan moet worden." Verder verklaarde de gezagvoerder o.m.: „Op 14 Februari kwam de Altmark in Noorsehe wateren. Een loods kwam aan boord en met hem een Noorsch vlootoffi- cier, die inlichtingen vroeg over tonnage van mijn schip, het aantal loden der be manning en meer dergelijke vragen stelde. Hij gaf mij verlof de reis in Noorsehe wa teren voort te zetten." Over het aan den grond zetten van de Altmark zeide hij: „Ik manoeuvreerde le Altmark zoodanig, dat zij op de rotsen moest loopen, om het den Engelschen on mogelijk te maken het schip te nemen en er mee weg te varen. Ik gaf bevelen dat er geenerlei weerstand moest worden ge boden.' De houding van Rusland. De Russische pers kiest in de zaak der Altmark partij ten gunste van het Duitsche standpunt. Zoo publiceerden de te Moskou verschijnde bladen een t< legrain uit Oslo onder het opschrift „provoceerend optre den der oorlogsaanstichters in Noorwegen", waarin Engeland ervan beschuldigd wordt DE FINSCHE TACTIEK. In een gesprek met den correspondent van het Noorsehe blad de „Dagens Nyheter" heeft generaal Hagglund, de commandant der Finsche troepen, die de 18de Russische divisie hebben vernietigd, gezegd: Indien wij ten Noorden van het Ladoga meer tegen een Europeesch leger gevochten zouden hebben, zouden wij het waarschijn lijk allang over de grens teruggedrongen hebben, omdat Europeesche soldaten met eenig gezond verstand, indien zij in kleine groepen omsingeld waren, zooals de Russen, zich zouden hebben overgegeven, of ge tracht hebben zich een doortocht te vechten. De Russen doen geen van beide: zij graven zich in en wachten, tot wij hen- uithonge ren. Soms werpen zij barricaden op en ver dedigen zij zich dapper, maar op sommige plaatsen hadden zij zich zóó diep ingegra ven, dat zij zelfs niet konden vechten. Op één punt hadden zij de toegangen tot hun schuilplaats versperd: zij bleven twee dagen binnen zitten, tot wij hen moesten opblazen, Het Finsche plan de campagne bij de ge vechten ten Noorden van het Ladogameer, aldus vervolgde de generaal, was eenvoudig maar doeltreffend. Bij het begin van den oorlog had Finland in deze streek slechts enkele grenstroepen. De Russische divisie trok langs den weg in marschcolonne op en de Finsche grenswachters trokken zich terug. Toen kwamen de Finsche skitroepen in actie. Zij trokken aan beide zijden van de Rus sen en evenwijdig met hen op. Toen zij de achterhoede bereikt hadden, sneden zij den Russen den terugtocht af. Dat was het eerste stadium. De Finnen lieten slechts weinig manschappen ter bewaking van deze divisie achter en deze soldaten maakten veel vertoon van bedrijvigheid, om de Rus sen te doen gelooven, dat zij door een sterke strijdmacht omringd waren. Intusschen rukte het gros. der Finsche troepen verder naar de grens op. Deze troepen zuiverden den sector van Russen, die over de grens kwamen om de vooruitgeschoven stellingen te steunen. De geïsoleerde divisie heeft de Finsche tactiek nooit begrepen en zelfs nooit getracht door te breken. De Finnen conso lideerden hun stellingen voorzichtig en stel selmatig en omsingelden de Russen in kleine groepen. Dat verklaart, dat zij in vergelij king met de Russen zoo weinig mannen ver loren. Bij deze typisch Finsche zuiverings actie werden 160 Russen gevangen geno men, terwijl er 300 sneuvelden: de Finnen hadden drie dooden en zes gewonden. De grootste Finsche verliezen ten Noorden van het Ladogameer zijn veroorzaakt door de Russische bombardementsvliegtuigen, waartegen de Finnen niet genoeg gevechts toestellen in het vuur kunnen brengen. BELGISCH MINISTER WIJSi' OP HET BÈLANG VAN KOOPVAARDIJ. De Belgische minister van verkeer Delfosse heeft bij de behandeling van zijn begrooting verklaard, dat België om te exporteeren een koopvaardij noodig heeft. Op het oogenblik, zeide hij, is een plan in studie, dat beoogt een organisme te vormen voor het bevrachten en het beheeren van buitenlandsche schepen. Hij stipte aan, dat acht Amerikaansche schepen zonder kosten voor den staat onder Belgische vlag zijn gebracht. Na den oorlog zal het vraagstuk der Belgische koopvaardij moeten worden bezien in het licht der thans opgedane ervaringen, teneinde aan het tekort aan tonnage tegemoet te komen. De minister verklaarde voorts, dat de rationale radio-omroep-diensten gereor ganiseerd en verbeterd zullen worden. Voorts wees hij erop, dat België on danks den oorlog evenals Nederland het tourisme, waarvan 100.000 perso nen leven, in stand moet houden. België hoopt te kunnen profiteeren van een groot bezoek van Neder- landsche touristen. In deze richting moeten pogingen worden aangewend. ZWEDEN EN DE HULP AAN FINLAND. De rechtsche partijen te Stockholm heb ben naar aanleiding van den toestand, die geschapen is door het standpunt dat de regeering heeft ingenomen, een proclamatie het licht doen zien, waarin o.a. gezegd wordt: Het is onze plicht, de spontane hulp, welke aan Finland verleend wordt, tot ontwikke ling te brengen. Het is voor het Zweedsche volks een gevoelskwestie en voor het land een levenskwestie. Wij willen onze pogingen voortzetten en zelfs verhaasten. De regee ring moet het vertrouwen des volks genie ten, doch dat vertrouwen moet gegrond zijn op de zekerheid, dat de regeering alles doet wat in haar vermogen is en alles wat van haar verwacht wordt. PROTEST DER REGEERING VAN MANDSJOFKWO BIJ DE BRITSCHE REGEERING. De regeering van Mandsjoekwo heeft besloten bij de Britsche regeering te pro testeeren tegen de in beslagneming door Engeland van Duitsche uitvoergoederen aan boord van neutrale schepen. Dit pro test is opgesteld in overleg met de Japansche regeering. Sedert het uitbreken van den oorlog heeft Handspoekwo voor de industrieele ontwikkeling van dit land uit Duitschland machinerieëningevoerd ter waarde van 8.700.000 yen. Voor het uitbreken van den oorlog waren deze bestellingen reeds in Duitschland gedaan. Onlangs heeft de Britsche regeering evenwel haar maatregelen verscherpt tot inbeslagneming van Duitsche uitvoergoe deren. Zij beweert, dat de overdracht van den eigendom van dergelijke Duitsche pro ducten, welke op 27 November 1939 nog niet geheel. waren betaald, nog niet was geschied. Daartegen protesteerde de regeering van Mandsjoekwo. op ongehoorde en grove wijze de Noorsehe neutraliteit te hebben geschonden. Voor de Komsomolskaye Prawda kan de geheele zaak aldus samengevat worden: „Het En- gelsch-Fransche oorlogsblok gaat van aan maningen en bedreigingen over tot recht- streeksche inmenging in de binnenlandsche aangelegenheden der neutrale staten," DE KUSTWACHT MET 7'/2 c.M, KANON, OPEN BRIEVEN VAN DEENSCHE ZEELIEDENORGANISATIES. Protesten bij de Britsche en de Duitsche regeering. Vertegenwoordigers der Deensche zeelie denorganisaties, der vereeniging van Deen sche stuurlieden, van de vereeniging van Deensche stewards, van de vereeniging van machinisten, van de vereeniging van radio-' telegrafisten, van den bond van stokers en van den bond van zeelieden, hebben in een open brief een verzoek gericht aan de En- gelsche en Duitsche regeering. De brief aan de Engelsche regeering. In den open brief aan de Engelsche regee ring wordt gezegd: De neutrale zeelieden wier werk het is de voor het Deensche volk vitale goederen te transporteeren, pro testeeren er tegen, dat zij in hun wettig en vreedzaam bedrijf door de Engelsche regee ring in controlehavens en oorlogszones wor den gedwongen met het' gevolg, dat schepen en vele menschenlevens verloren gaan. Daarom veroorloven wij ons aan de hoog geëerde Engelsche regeering in overweging te geven, dat zij in overeenstemming met haar herhaaldelijk gepubliceerde proclama tie, waarin wordt gezegd, dat Engeland de neutrale scheepvaart niet naar het leven wil staan, haar houding tegenover de neu trale scheepvaart zoodanig wijzigt, dat deze, wanneer zij slechts optreedt in de vaart tus schen neutrale landen, niet naar de gevaar lijke oorlogszone zal worden gedwongen. Het is soms moeilijk de schuld voor de vele verliezen aan menschenlevens en sche pen te verdeelen, wanneer de ondergang een direct gevolg ervan is, dat een schip in een zóne wordt gedwongen, waaromtrent te voren is medegedeeld, dat schepen er in den grond worden geschoten. Wij moeten van meening zijn, dat er niet voldoende oorza ken voor aanwezig kunnen zijn een schip ra een in de gevaarlijke zóne gelegen controle havens te brengen, daar de lading van een schip kan worden gecontroleerd onder een vorm, welke veiliger is voor menschen levens en schip, of wanneer het schip een lading vervoert, welke uitsluitend bestemd is voor de consumptie van het Deensche volk. De brief aan de Duitsche regeering. De open brief aan de Duitsche regeering luidt als volgt: De neutrale Deensche zeelieden zijn den laatsten tijd het voorwerp geweest van het zonder waarschuwing tot zinken brengen hunner schepen met het gevolg, dat vele zeelieden het leven hebben gelaten, ofschoon deze schepen slechts met goederen in nor male wettige vaart en zonder convooi voe ren. Zij protesteeren tegen dezen vorm van oorlogvoering. Wij doen voorts een beroep op het solidariteitsgevoel, dat te allen tijde onder zeelieden te merken is geweest, onge acht de nationaliteit, een solidariteitsgevoel, dat het te allen tijde voor zeelieden gelden de heilige goed geschapen heeft, zonder te letten op eigen gevaar en risico een in nood verkeerend schip te hulp te snellen. Wij zijn het erover eens, dat de vaart in de oorlogs zones onder de tegenwoordige omstandig heden met levensgevaar verbonden is. De zeevaart is voor ons land en ons volk noodzakelijk en wij nemen dit risico op ons. Wij kunnen er ons echter niet bij neerleg gen, dat de strijdende partijen den oorlog voeren zonder rekening te houden met dat wat als ridderlijkheid en zeemanseer wordt beschouwd en zonder er rekening mede te houden of het gaat om een vijandelijk be wapend schip of een neutraal onbewapend schip, dat vernietigd wordt. De Duitsche duikbootcommandanten hebben verscheide ne malen bewezen, dat ridderlijkheid en zeemanseer met hun plicht jegens hun land vereenigbaar is en deze ridderlijkheid is oorzaak van de redding van vele menschen levens geweest. Wij verzoeken derhalve de hooggeëerde Duitsche regeering, deze voorbeelden onder de aandacht te brengen van alle comman danten der Duitsche marine. Dit zal, afge zien daarvan, dat het in overeenstemming is met het volkenrecht, ertoe leiden, dat na den oorlog alle zeevarenden elkaar weder met wederzijdsch respect en vertrouwen kunnen ontmoeten. HET WATER IN BELGIE WAST. De dooi heeft in België in verscheidene gebieden tot ernstige overstroomingen ge leid, o.a. in de Ardennen en in Henegouwen, waar het water talrijke huizen is binnen gedrongen. Het wegverkeer wordt ernstig belemmerd en belangrijke schade is aange richt. De aanhoudende was van sommige rivieren heeft op verscheidene plaatsen on gerustheid gewekt. LUCHTAANVAL OP BRITSCHE SCHEPEN. Uit Londen wordt gemeld: Vijandelijke vliegtuigen hebben gistermiddag ter hoogte van de kust van Northumberland, Norfolk, Lincolnshire en Suffolk aanvallen gedaan op schepen. Radioluisteraars aan de kust van Norfolk hebben noodseinen gehoord van een aange vallen schip. De reddingboot van Norfolk is uitgevaren, nadat een nader bericht was ontvangen, dat op 50 k.m. van de kust sche pen werden gebombardeerd. In Zuid-Essex werd machinegeweervuur gehoord. In dit district werd luchtalarm gemaakt, waarna de bevolking zich naar de schuilplaatsen begaf. Vijf minuten later volgde het signaal: alles veilig. De Duitsche lezing. Het Duitsche nieuwsbureau deelt mede: Duitsche vliegtuigen hebben wederom ver kenningsvluchten ondernomen aan de Brit sche en de Schotsche kust. Hierbij kwam het tot aanvallen op bewapende, resp. in Britsch convooi varende schepen. De bijzon derheden omtrent de resultaten worden nog medegedeeld. Nader werd gemeld: Bij de tegen de En gelsche en Schotsche kust tot aan de Shet- landeilanden uitgevoerde verkenningsvluch ten zijn twee Engelsche mijnenleggers en een gewapend koopvaardijschip tot zinken ge bracht. Alle Duitsche vliegtuigen keerden, zooals reeds gemeld is, ongedeerd naar hun bases terug. NIEUW FRANSCH PROTEST TE TOKIO. De Fransche ambassadeur Arsene Henry heeft een bezoek gebracht aan den onder minister van buitenlandsche zaken Tani en opnieuw bij de Japansche regeering ge protesteerd wegens Japansche luchtaan vallen op den spoorweg van Yoenan. Reeds op 5 Februari had Henry Tani een schrif telijk protest overhandigd. DE HANGENDE KWESTIES TUSSCHEN JAPAN EN AMERIKA. Officieel wordt door het Japansche de partement van buitenlandsche zaken mee gedeeld, dat een tiental van de ongeveer 230 hangende kwesties tusschen Japan en de Ver. Staten in Tokio zijn geregeld, ter wijl negen andere gevallen tusschen de Ja pansche en Amerikaansche autoriteiten in China zijn opgelost. NEDERLANDSCHE HANDELS DELEGATIE NAAR PARUS. De Nederlandsche handelsdelegatie, welke, naar vernomen wordt, de onderhandelingen te Londen heeft beëindigd, is naar Parijs vertrokken om overleg te plegen met de Fransche regeering en de Nederlandsche handelsdelegatie te Parijs. OVERSTROOMINGEN IN GEBIED VAN SMYRNA. Door wolkbreukachtige regens wordt het gebied wan Smyrna opnieuw geteisterd door overstroomingen. De rivieren Geniz en Baeirtchai zijn buiten haar oever getreden. In Thracie is de ergemi buiten zijn oevers getreden. Het water sleurde molens en boerderijen weg en maakte verscheidene slachtoffers. WET TOT BESCHERMING VAN DEN TURKSCHEN STAAT. In een communqué van den Turkschen minister-president wordt medegedeeld, dat met ingang van gister de wet tot bescher ming van den staat in werking is getreden. REGEERING VAN IRAK AFGETREDEN. Uit Bagdad wordt gemeld: De premier van Irak, generaal Noeri Said, is afgetre den. Men verwacht de vorming eener nieuwe regeering, onder leiding van den oud-minister-president Rasj id Ali Gailani. PROTEST IN DE ZWEEDSCHE, KAMER. Een der leden van het Zweedsche parle ment heeft medegedeeld, dat in de vergade ring van gister een motie van afkeuring is opgesteld aan den minister-president. Over eenkomstig de bepalingen van de grondwet is de nota onder zegel overhandigd aan de commissie voor de grondwet. HET FRANSCHE LEGERBERICHT. Het Fransche legerbericht van gisteravond luidt: een kalme dag. Het Fransche legerbericht luidt: „Eenig artillerie- en infanterievuur op verschillen de punten van het front, vooral in de Voge zen en aan den Rijn", NIEUWE ZWEEDSCHE GEZANT TE MOSKOU. Maandagavond is de nieuwe gezant van Zweden te Moskou, Assarson, te Moskou aangekomen. Hij werd ontvangen door een vertegenwoordiger van de Sovjet-Russische regeering en leden van de Zweedsche lega tie. DE „TROVINSKI GLASNIK" VERSCHIJNT WEER. Uit Belgrado: Het blad „Trovinski Glasnik", dat in 1929 door de dictatuur werd verboden, zal binnenkort weer ver schijnen. Het is een democratisch, Fransch- gezind blad, dat veel invloed uitoefende op het politieke leven in Servië,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 8