Het nut van camoyllape.
n&NvePtJP
Haansteen
Amerika's houding tegenover Finland.
ft
Amerikaansche geweren als „experiment"
tegen Rusland.
DE „WASSEN NEUS".
Waar is het mitrailleurs
nest
Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude
i
tAAAH
l
l'ERSCHAFT U WOLHEN VAN GENOT
m
Familie uit Heerhugowaard
in Amerika.
SteuUCeton
da
2—0
2—0
1—1
1—1
1—1
1—1
1—1
1—1
2—0
2—0
0—2
2—0
2—0
2—0
xx
2—0
2—0
2—0
1—1
2—0
k ge-
door
steld:
2—0
2—0
2—0
0—2
2—0
2—0
2—0
0—2
2—0
14—4
DERDE BLAD.
fc*
- vw V V 1
'"8'
New-York, 1940.
Franklin D. Roosevelt heeft zelden iets
gezegd, waarmee alle categorieën van bur
gers der Vereenigde Staten het zóó roerend
eens waren als met de woorden (in zijn
radio-rede bij het uitbreken van den oorlog
in Europa): „Amerika blijft neutraal, maar
niemand kan een denkend mensch dwingen,
blind of doof te zijn voor bepaalde feiten;
elk individu in de Vereenigde Staten heeft
het recht, er zijn eigen persoonlijke meening
op na te houden".
Van dat recht maken de Amerikanen dan
ook een onbeperkt gebruik, met het gevolg
dat de openbare meening, zooals die bij
voorbeeld in de pers tot uiting komt, alles
behalve neutraal is. Zij staat, wat den oorlog
tegen Duitschland betreft, vrijwel geheel en
al aan den kant der Geallieerden. Over
Duitschland en zijn regeeringsleiders spreekt
de heele pers op een zoo onomwonden
vijandigen toon als geen enkel blad in een
neutraal Europeesch land het zich zou kun
nen veroorloven omdat diplomatieke ver
wikkelingen er het onvermijdelijke gevolg
van zouden zijn. Maar de Vereenigde Staten
zijn machtig en liggen ver weg. Waarom
zoo wordt hier algemeen gedacht zouden
de Amerikaansche burgers en hun persorga
nen dus een blad voor den mond nemen!?
Hetzelfde geldt, zoo mogelijk in nog ster
kere mate, voor den Russisch-Finschen
oorlog. Rusland was hier de laatste jaren
vooral sedert de opkomst van de Duitsche
naticnaal-socialisten in groote kringen
veel meer in de gratie dan Duitschland. Die
sympathie verdween voor het grootste deel,
toen de Duitsch-Russische overeenkomst tot
stand kwam en het Roode leger kort daarna
Polen binnentrok. En het uiterst kleine
restje, dat er nadien van die sympathie nog
over was, werd weggevaagd bij het eerste
bombardement van Helsinki door Russische
vliegtuigen. De eenige openbare betuigingen
van vriendschap voor de Russen kan men
nu nog slechts vinden in het dagblad van de
communistische partij, dat zonder blikken
of blozen blijft spreken over de „Finsche
agressiviteit", waardoor Rusland tot een
definitieven oorlog zou zijn gedwongen!
Maar nu de sympathie voor de Sovjets ver
dwenen is, smelt ook de lezerskring van het
communistische blad als sneeuw voor de zon,
en op elke duizend Amerikanen zijn er nu
minstens 999, die om de wanhopige veront-
schuldigingspogingen van den „Daily Wor
ker" lachen of er hun schouders over op
halen
Finnen betalen goed!
Finland heeft altijd een wit voetje bij de
Amerikanen gehad. Als de Geallieerden hun
oorlogssehulden aan Amerika zouden heb
ben betaald, had het waarschijnlijk niemand
geïnteresseerd dat Finland zulks óók deed.
Maar het feit, dat Finland dë éénige cor
recte betaler is geweest, heeft de kleine
Noordelijke natie in Amerikaansche oogen
voorzien van een aureool van eerlijkheid
en fatsoen. Zoo profiteert Finland dus van
de omstandigheid, dat de anderen wanbe
talers zijn! Maar het is hier bovendien
oin minder materieele reednen populair. In
de eerste plaats hebben de Finnen, die in
Amerika wonen (en dat zijn er heel wat),
een goede reputatie verworven als betrouw
bare zakenlieden, ijverige arbeiders en be
kwame organisators. En in de tweede
plaats geniet de Finsche kunst in de Ver
eenigde Staten hoog aanzien; de muziek van
Sibelius heeft nergens zooveel enthousiaste
bewonderaars als hier en verscheidene Fin
sche zangers en musici behooren tot de lie
velingen van het Amerikaansche concert
publiek. In de meeste andere landen zou een
dergelijke gevoelsoverweging geen groote
rol spelen, als het om de buitenlandsche
politiek gaat, maar Amerika heeft in dit op
zicht een bijzondere mentaliteit. Bij het vele
grove materialisme van onze dagen is het
een verblijdende gedachte, dat in een geval
als dit de kunst een niet te onderschatten
bijdrage heeft geleverd tot de vriendschap
tusschen twee volken.
Een andere vraag is, hoe de vriendschap
nu op tastbare wijze tot uiting komt of zal
kunnen komen. Men weet, dat Amerika veel
doet voor hulpverleening aan de noodlij
dende Finsche bevolking en dat het comité
onder leiding van ex-president Hoover al
tweemaal een bedrag van honderdduizend
dollar naar Helsinki heeft gezonden. Het
comité zal dat nog verscheidene keeren kun
nen doen, want het publiek heeft zich ten
opzichte van Finland zeer vrijgevig getoond.
Vele dagbladen in alle deelen van de Ver
eenigde Staten hebben hun lezers opgewekt
tot het zenden van bijdragen en men kan er
zich een begrip van vormen, hoe daarop
is geantwoord, als men verneemt, dat één
enkel plaatselijk blad in Californië in een
paar weken meer dan zevenendertigduizend
dollar voor het comité heeft ontvangen!
Zoolang Finland bestaat
Maar al die duizenden zelfs al worden
het millioenen voor leniging van den
nood der burgerbevolking kunnen slechts
helpen, zoolang Finland bestaat. Tot de
handhaving der onafhankelijkheid van de
Finsche natie dragen zij maar in zeer ge
ringe mate bij. De Amerikaansche regeering'
zoowel als het publiek beseffen heel goed,
dat daarvoor hulp in anderen vorm, in den
vorm van wapenen, noodig is. Alleen de
groep van ultra-isolationisten, die in dit
geval stellig een minderheid vormt, is daar
tegen. Voor de meerderheid van het Ameri
kaansche volk en zijn volksvertegenwoordi
ging is de kwestie niet: „Moeten we Finland
helpen?", maar: „Hoe kunnen we Finland
het bést helpen, zonder zelf in moeilijk
heden te raken?" Die moeilijkheden betref
fen voornamelijk de wijze van betaling. Fin
land heeft geen geld genoeg ter beschikking
om de wapens, die het noodig heeft, a con
tant te koopen. De Finnen hebben de regee
ring te Washington laten weten, dat zij, om
althans vier maanden effectieven tegenstand
te kunnen bieden, een
crediet van zestig millioen dollar
zouden moeten krijgen. Nu verbiedt de
nieuwe neutraliteitswet het leveren van
wapens aan oorlogvoerende landen anders
dan tegen contante betaling. Washington zou
deze moeilijkheid kunnen omzeilen door te
zeggen, dat Finland „officieel" geen oorlog
voerend land is, want Moskou heeft het
nooit officieel den oorlog verklaard; het zou
dus in dit geval dezelfde ik-weet-van-niets-
houding kunnen aannemen, die het al twee
en een half jaar lang tegenover China .en
Japan aanneemt. Maar het vreest, dat zelfs
onder deze omstandigheden een oorlogscre-
diet aan Finland later als een precedent zou
kunnen worden beschouwd voor het ver-
leenen van soortgelijke credieten aan Enge
land en Frankrijk, iets wat uitdrukkelijk
door de neutraliteitswet wordt verboden om
dat het belang van Amerika bij den Euro-
peeschen oorlog daardoor gevaarlijk groot
zou worden. Vandaar dat Roosevelt dezer
dagen in zijn boodschap aan het Congres
uitsluitend wees op de wenschelijkheid van
een leening aan Finland „voor den aankoop
van landbouw- en industrie-producten, ex
clusief oorlogsmateriaal". Iedereen in Ame
rika begrijpt, dat dit een wassen neus is,
want als Finland zijn benoodigde landbouw-
en industrie-producten op crediet krijgt,
wordt daardoor geld vrijgemaakt, dat het
voor den aankoop van wapenen kan gebrui
ken, zoodat de leening dan indirect tóch een
oorlogscrediet wordt.
i Men wil helpen.
De meerderheid van het Amerikaansche
volk heeft tegen dien wassen neus, of liever:
tegen de werkelijkheid die daarachter schuil
gaat, volstrekt geen bezwaar, want die
meerderheid wil Finland helpen zooveel zij
kan, als Amerika daardoor zelf maar niet
in oorlogsgevaar komt. Die houding komt
het duidelijkst tot uiting in de bereidwillig
heid van de Amerikaansche leger-autoritei-
ten, ten gunste van de Finnen afstand te
doen van zekere wapenleveranties, die op
bestelling van het Amerikaansche leger
binnenkort zullen worden gedaan; die leger-
autoriteiten staan op het gezonde standpunt,
dat de Vereenigde Staten de eerste paar
maanden stellig niet in oorlog zullen raken
en dat men den vriend, die zoo dringend om
wapens verlegen is, gerust kan laten vóór
gaan. En een ander typisch voorbeeld van
de Amerikaansche mentaliteit is het plan,
verscheidene duizenden automatische ge
weren van het allernieuwste model aan
Finland te leveren tegen den prijs van
één dollar per stuk. De inkoopsprijs is tien
tallen malen hooger, maar zoo luidt het
officieele excuus men wil ze zoo goed
koop van de hand doen omdat de Finnen ze
dan „voor experimenteele doeleinden" zou
den kunnen gebruiken! Dat die experimen
ten op de lichamen van Russische soldaten
worden gemaakt en dat de Amerikaansche
wapenfabrikanten dezelfde geweren zelfs
tegen den twintigvoudigen prijs niet aan
Rusland zouden willen leveren, kan men al
of niet „neutraal" vindeh, maar zoo staan
de zaken nu eenmaal.
Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct.
(Van onzen militairen medewerker).
Een lezer, laten we hem X. noemen,
schreef ons naar aanleiding der versche
nen foto's van onze defensie-middelen, en
hij doelde meer speciaal op de als woon
huis gecamoufleerde kazematten: „of deze
methode van camoufleeren van militaire
punten een eventueelen vijand niet het
recht geeft civiele objecten te bombardee
ren, aangezien elke burgerwoning, of als
zoodanig uitziende objecten, kan worden
verdacht van een gecamoufleerd militair
punt te zijn. Ook vrees ik, dat een even-'
tueele vijand deze vindingrijkheid als vol
maakter zal verdenken, en dus niet slechts
als burgerwoning gecamoufleerde kaze
matten verwacht, doch tevens als burger-
j menschen gecamoufleerde soldaten, zoodat
de zoozeer bejammerde militaire actie
tegen burgerlijke objecten en burgerbe
volking door de deiensiemethoden als het
ware wordt uitgelokt."
Laten we den heer X. als antwoord er
allereerst op wijzen, dat het feit op zich
zelf, dat ergens een kazemat gebouwd
wordt, er op wijst, dat aldaar strijd ver
wacht wordt, beter gezegd, dat wijzelf
aldaar den vijand zullen opwachten en
bestrijden. Voorbereidingen worden gereed
gemaakt om de in die omgeving wonende
burgers te evacueeren, waaraan uitvoe
ring zal worden gegeven zoodra er kans
bestaat, dat daar ter plaatse de strijd zal
ontbranden. Dit evacueeren geschiedt in
het belang der bewoners zelf, doch ook uit
militair eigenbelang, om geen last te
hebben van in den'wég loopen der bur
gers, niet ook nog voor gewonde burgers
te moeten zorgen, bij eventueelen terug
tocht niet gehinderd te worden door ver
stopte wegen, waarop wegtrekkende be
woners met have en goed een heenkomen
zoeken enz. Breken dus ter plaatse vijan
delijkheden los, dan zullen er zich geen
burgers meer ophouden en van verdenken
van camouflage, voor zooverre het per
sonen betreft, kan geen sprake meer zijn.
En thans de achtergelaten woningen. De
aanrukkende vijand, gestuit door het vij
andelijke mitrailleur- of artillerie-vuur
uit de kazemat, zal met de hem ten dienste
staande middelen ons vuur willen uitdoo-
ven, om daarna te kunnen voorwaarts
gaan. Waar staat die mitrailleur echter op
gesteld? Hij zoekt met kijker of bloote oog,
ziet wel een net huisje met gordijntjes voor
de ramen en bloempotjes, doch geen mi
trailleur met bediening. Zoodra de vijan
delijke troep opstaat om voorwaarts te
gaan ratelt de mitrailleur weer en dwingt
dekking te zoeken. De vijand begrijpt niet
verder te kunnen, alvorens de mitrailleur
voorgoed tot zwijgen is gebracht. Op het
geluid afgaande weet hij wel zoo ongeveer
in welke richting de mitrailleur zich moet
bevinden, precies in welke richting en hoe
ver verwijderd weet hij echter niet. Zijn
artillerie zal er aan te pas moeten komen,
doch waar moet deze op richten? Zij kon
niet anders dan een heel vak in breedte en
's
■SR!
Mggiipll
Mm
s 5 8 i 44" Sggü r
In December j.l. is de familie
LeegwaterHoogland uit Heer
hugowaard, vader en moeder met
zes kinderen, varieerende van
IK tot 9 jaar, naar de Vereenigde
Staten van Amerika overgestoken.
In een Amerikaansche krant, The
Hammond Times werd het vol
gende verhaal van hun wederva
ren, verlucht door een groote foto
van het gezin, opgenomen.
Vader, moeder en zes kinderen verhui
zen naar de V. S.; leven samen met een
Highlandsche familietak.
Droorr.en van een nieuw levensbegin in
het land, dat gelijke kansen biedt voor
allen, zijn ten laatste werkelijkheid gewor
den voor een Hollandschen vader en moe
der van zes kinderen.
Het gezin kwam in Hammond aan op
1 Januari uit het verre Heerhugowaard
(Holland; dat 30 mijl van Amsterdam ligt
en 4000 mijl. van Hammond.
Verscheidene jaren geleden besloten
Klaas Leegwater, 35 j. en zijn vrouw,
Trijntje Hoogland, oud 34 jaar (dochter
van den bekenden heer J. Hoogland, uit
Broek op Langendijk, Red.) na te vragen
of de wonderlijke dingen, die zij over
Amerika gehoord hadden, waar waren. Zij
hadden verscheidene betrekkingen in
Highland en Hammond aan wie zij schre
ven. Hun. betrekkingen zijn de welbekende
families Zandstra en Van Til.
Toen hun Amerikaansche familie alles
bevestigde, wat hun vertéld was over de
vrijheden en de kansen in de V. S., begon
nen de jonge huisvader en zijn vrouw te
droomen van den dag, waarop zij voet op
den Amerikaanschen bodem zouden zetten.
Het verlangen van de familie om naar
Amerika te komen, werd bevorderd door
den heer en mevr. Henry R. van Til, hun
neef en nicht uit Highland, toen deze ge
durende 19 maanden Holland bezochten.
De Van Tils gingen in 1938 naar Holland
om verwanten te bezoeken en Van Til in
de gelegenheid te stellen filosofie en theo
logie te studeeren.
Terwijl Van Til de familie hielp om door
den administratieven rompslomp van het
immigratie-bureau heen te komen, ver
leende hij den jongen vader tevens zijn bij
stand om ontslag te verkrijgen uit den
militairen dienst in het Hollandsche leger.
Toen Duitschland Polen binnen viel,
waardoor een nieuwe wereldoorlog dreig
de, gelastte de Hollandsche regeering on
middellijk de mobilisatie van 500.000 man
en Leegwater werd ook opgeroepen.
Doortocht tusschen de mijnen, j
Het gezin verliet Holland op de „Volen- I
dam", een schip van de Holland-Amerika
lijn, en na twee weken varen op de hoogs
zeeën, zig-zag tusschen de mijnen door,
kwam het schip tenslotte op 1 Januari aan
in Hoboken (New-Yersey). De familie
reisde meteen door naar het huis van wij
len B. H. Zandstra, Route 1 te Hammond,
juist buiten de grens van Highland en be
woont thans een gedeelte van de groote
boerenwoning van Charles Zandstra. Mevr.
Zandstra, een van de eerste inwoners van
de streek, was een zuster van Leegwater's
moeder.
Leegwaters gezin bestaat uit: Martha ne
gen, John acht, Arthur zes, Martin vier,
Trena drie jaar en Jacob 18 maanden. Geen
van de familie kan een woord EngelseK
spreken maar allemaal leeren zij vlug de
Amerikaansche manieren en gewoonten
aan.
Verbaasd over Farmland.
Leegwater was een groentenkweeker in
Holland en verwacht, dat hij eenmaal zijn
eigen stukje grond bezitten zal, hier in een
streek, die beroemd is wegens haar uien,
kool en andere groenten. Hij zei, dat wat
de meeste indruk op hem gemaakt heeft,
toen hij op onderzoek uitging, was de over
vloed van terrein, geschikt voor het tuin
bouwbedrijf. Hij zei, dat iemand zich niet
kan voorstellen, hoe geweldig uitgestrekt
Amerika is als hij niet gewoond heeft in
een land, waar de oomstandigheden voor
het boerenbedrijf beperkte ruimte bieden
en iedere duim grond voor den landbouw
benut wordt. De heer en mevr. L. ver
baasden zich over de groote machines, die
dreunen langs hun nieuwe tehuis.
Martha, John en Arthur gaan al naa.r
school in Highland en leeren Engelsch.
De familie is verheugd, de veilige haven
te hebben gevonden, waar zij van ge
droomd hebben en zeggen, dat zij 't minst
niet teleurgesteld zijn. Het eenige waar zij
spijt over gevoelen, is dat ze meerdere
broers en zusters hebben moeten achter
laten. Maar zij hopen, dat de dag niet ver
verwijderd is, dat andere leden van hun'
familie in staat zullen zijn, naar Hammond
of Highland te verhuizen. Tot hij zelf een
bouwerij kan koopen, zal Leegwater Zand
stra helpen, 350 acres (ongeveer 140 bun
der) grond voor tuinbouw te bewerken.
Terwijl de Van Tils in Holland waren,
werd hun dochter Sandra Wilhelmina, nu
14 maanden oud, geboren. Zij werd Wil
helmina gedoopt, naar Hollands koningin.
Gedurende zijn verblijf in het buitenland
en terwijl hij in Holland studeerde, preek
te Van Til in Amsterdam voor reizigers,
die de Engelsche gereformeerde kerk
wenschten te bezoeken. Hij zal Zondag
preeken in Ann Arbor, Michigan. De Van
Tils hebben noveen dochter, Elissa Bar
bara, oud vier jaar. Mevr. Van Til is een
zuster van Bartel Zandstra, gemeente
secretaris van Highland.
diepte met haar vuur bestrooiën in de
hoop dan ook de mitrailleur en bemanning
te treffen. Hoe lang zal de vijandelijke ar
tillerie wel werk hebben voor er bij toeval
eens een voltreffer op de kazemat terecht
komt. En één voltreffer is niet voldoende!
Was de kazemat niet gecamoufleerd ge
weest en direct als zoodanig tv herkennen,
dan zou de artillerie al haar schoten pre
cies op de kazemat gericht hebben en het
zou een kwestie van niet te langen duur
zijn geweest, dat de lastige mitrailleur
buiten werking weer gesteld en de vijand
kon doorgaan met zijn opmarsch. Door
het camoufleeren hebben wél meerdere
woningen in de buurt geleden van het
vijandelijk artillerievuur, maarjiet hoofd
doel; tegenhouden van den vijand is ge
lukt.
Indien de heer X. bedoeld© bombardee-
ren door vliegtuigen, dan moeten we hem
doen opmerken, dat dergelijke camouflage
slechts tegen zicht van af den grond be
doeld is en een enkele kazemat geen doel
vormt voor luchtactie; deze heeft grootere
complexen noodig om tegenop te kunnen
treden. Wij gelooven dan ook, dat de heer
X gevaren ziet waar deze niet zijn. Camou
flage, als hier bedoeld, wordt en werd door
alle strijdmachten ter wereld steeds toe
gepast, en dit zal zoo blijven zoolang er
oorlogen zullen worden gevoerd.
DOOR WILKIE COLLINS
NEDERLANDSCHE BEWERKING
VAN A. 'A. HUMME Jr.
30)
Ik zag, dat mijnheer Godfrey's oogen door
het vertrek dwaalden, alsof zij iets zochten,
maar voor ik hem mijn hulp kon aanbie
den, scheen hij gevonden te hebben wat hij
noodig had. Hij kwam naar ons toe, de door
Rachel geteekende verklaring in de eene,
een doosje lucifers in de andere hand.
„Lieve tante, een geheimpje tusschen ons
drieën", zei hij glimlachend. „Lieve juf
frouw Clack, een bedrog, dat u met uw
sterk ontwikkeld gevoel voor rechtschapen
heid en vroomheid wel zult kunnen billij
ken! Wilt u beiden Rachel in den waan la
ten, dat ik haar edelmoedige zelfopoffering
heb aanvaard? En wilt u toezien, hoe ik dit
document in uw tegenwoordigheid vernie
tig, voor ik het huis verlaat?" Hij streek een
lucifer af, stak het papier in brand en leg
de het op een bord op tafel, waar het door
het vuur werd verteerd. „De kleine onaan
genaamheid, die ik misschien zal ondervin
den, is niets, vergeleken met het belang,
dat er in gelegen is, haar naam ongerept te
bewaren. Ziedaar! Het is een hoopje asch
geworden en onze lievej impulsieve Rachel
zal nooit weten wat ik heb gedaan".
Hij lachte ons vriendelijk toe, reikte ons
de hand en verdween.
Toen ik mij weer met lady Verinder al
leen bevond, informeerde ik natuurlijk naar
Rachels toestand, waarbij ik terloops ge
wag maakte van de geheimhouding, wat
betreft haar kwaal en de aangewende medi
cijn, die haar dochter moest gebruiken.
„Je hebt toevallig ontdekt, wat ik wilde
verzwijgen", zei mijn tante, tot mijn groo
te verbazing, „erf wat ik slechts aan mijn
zuster, mevrouw Ablewhite, en mijn advo
caat, mr. Bruff, heb verteld. Ik kan op hun
discretie rekenen en ik neem aan, als ik
jou de omstandigheden heb uitgelegd, dat
ik ook op jouw geheimhouding kan vertrou
wen. Heb je een dringende afspraak van
middag, Drusilla, of ben je vrij?"
Ik verzekerde haar, dat ik geheel te ha-
rer beschikking was.
„Blijf mij dan nog een uurtje gezelschap
houden", zij ze daarop. „Ik moet je een on
prettige mededeeling doen, en dan zal ik je
nog moeten verzoeken, mij een dienst te
bewijzen, als je dat tenminste wilt".
Onnoodig te zeggen, dat ik maar al te
gaarne bereid was, haar van dienst te kun
nen zijn.
„Wacht dan tot mijnheer Bruff om vijf
uur hier komt, dan kan je mijn testament
als getuige mede onderteekenen".
Haar testament! Ik dacht aan het flesch-
je, dat ik in haar doosje had gezien en aan
de blauwe tint, die ik door haar huid had
zien schemeren, als van een licht, niet van
deze wereld, dat zijn stralen uit een nog
niet gedolven graf vooruit zendt.
HOOFDSTUK III.
„Ik hen al geruimen tijd ernstig ziek,
Drusilla", begon mijn tante. „En, vreemd
genoeg, heb ik hier nooit iets van geweten.
Zooals je weet, bracht ik Rachel naar Lon
den om medisch onderzocht te worden, en
vond het beter twee doktoren te raadple
gen. Eén van hen was een vreemde, de an
der was een oud vriend van mijn echtgenoot
geweest, en nadat hij Rachel had onder
zocht en een recept had geschreven, ver
zocht hij om een onderhoud onder vier
oogen. Ik veronderstelde, dat hij nog iets
over mijn dochter wilde mededeelen en was
zeer verbaasd, toen hij mijn hand in de zij
ne nam en mij op ernstigen toon vertelde
dat ik, meer dan mijn dochter, de hulp van
een arts noodig had. Hij stelde mij verschil
lende vragen en ik merkte op, dat mijn ant
woorden hem schenen te verontrusten.
„Sedert meer dan twee jaren lijd ik aan
een verraderlijke hartkwaal, die, zonder
eenige waarschuwing, mijn gezondheidstoe
stand volkomen heeft ondermijnd. Ik kan
even goed nog een paar maanden leven, als
morgen plotseling door den dood getroffen
worden. De doktoren kunnen hieromtrent
geen uitsluitsel geven, maar ik wil niet dat
Rachel wordt ingelicht. Als zij de waarheid
wist, zou zij mijn toestand direct toeschrij
ven aan het voorgevallene met betrekking
tot den diamant en het arme kind zou zich
met zelfverwijt gaan kwellen, terwijl zij
hier niets aan kan doen. Beide doktoren
zijn het er over eens, dat de ziekte twee,
misschien reeds drie jaren geleden begon
nen is. Ik voel, dat je mijn geheim zult be
waren, Drusilla, want ik zie, dat mijn me
dedeeling je getroffen heeft".
Mijn arme tante vermoedde niet, dat ik
vervuld was van dankbaarheid, dat de
Voorzienigheid mij in staat stelde een ge
liefd familielid en medeschepsel, tot onder
gang gedoemdj voor te bereiden, voordat
zij den grooten stap moest ondernemen.
„O!" riep ik uit, terwijl ik haar omhels
de. „Ik zal nog zoo veel goed voor u kunnen
doen, voor wij elkaar vaarwel moeten zeg
gen". Ik oriemde daarop drie vriendinnen,
die zich van den vroegen morgen tot den la
ten avond in die buurt met godsvruchtig
werk onledig hieledn en verzocht mijn tante
haar keuze te bepalen, waarop de gekozene
ongetwijfeld, op mijn verzoek, al haar ga
ven voor het goede doel in het werk zou
stellen. Helaas, het resultaat was niet wat
ik verwahtc had. Lady Verinder keek ver
baasd en verschrikt en al mijn voorstellen
weerlegde zij met het uitermate wereldsche
bezwaar, dat zij zich niet sterk genoeg voel
de, vreemden te ontvangen, zoodat ik na
tuurlijk slechts voorloopig dit punt liet
rusten.
„U wilt toch wel wat lezen, lieve tante?"
vroeg ik toen op mijn innemendste manier.
„Ik zal u mijn eigen boeken brengen. Van
alel bladzijden, die u lezen moet, zijn de
punten omgeslagen en waar eeti potlood
streep staat, moet u even ophouden en u
afvragen: slaat dat op mij?"
Zoo slechts is de invloed van de wereld,
dat zelfs dit voortsel mijn tante scheen af
te schrikken. „Ik zal doen wat ik kan, Dru
silla, als ik je daar een genoegen mee doe",
zei ze met een uitdrukking van verwonde
ring in haar oogen, die mij pijnlijk trof. Ik
mocht werkelijk geen oogenblik verliezen
en ik zag op de klok, dat ik net tijd had om
naar huis te gaan en een aantal uitgelezen
werken bij elkaar te zoeken, om nog tijdig
voor het teekenen van het testament terug
te zijn.
Ik beloofde mijn tante om vijf uur terug
te komen, reed naar mijn woning en keerde
na eenigen tijd met twaalf goede boeken te»
rug.
De huisknecht, die opendeed, deelde mij
mede, dat dokter gekomen was, en verzocht
mij in de biblotheek te wachten, waar ik
ook mr. Bruff aantrof, die verbaasd scheen,
mij te zien.
„Wel, juffrouw Clack", riep hij uit, „wat
is het laatste nieuws uit liefdadigheids
kringen? Hoe gaat het met uw vriend, mijn
heer Godfrey Ablewhite, na het hardhandige
optreden van die schelme nin Northumber-
landstreet? Nou, op mijn club hoorde ik een
mooi verhaal over dien weldoener der
menschheid!"
„Ik houd mij ver van de wereldsche za
ken", antwoordde ik, „en ik bezit net het
voorrecht tot een club te behooren. Maar ik
ken dat verhaal waar u op zinspeelt en ik
weet ook, dat geen grover leugen ooit ver
teld is".
„Ja, natuurlijk, juffrouw Clack. U kiest
partij voor uw vriend, maar hij zal de we
reld hiet zoo gemakkelijk kunnen overtui
gen als een verzameling dames uit een lief
dadigheidscomité. De schijn is tegen hem.
Hij bevond zich in het huis, toen de diamant
verdween, en hij was daarna de eerste om
naar Londen te gaan. Dat zijn ongunstige
omstanidgheden, indien men ze beschouwt
in het licht van latere gebeurtenissen. Men
moet er uit afleiden, dat mijnheer Ablewhite
evenzeer geïnteresseerd was bij het juweel
als mijnheer Luker, en dat de Indiërs, on-
deker wie in het bezit van den steen was,
geen anderen uitweg wisten dan hen beiden
te fouilleeren".
Wordt vervolgd.