Het nut van camoyllape. n&NvePtJP Haansteen Amerika's houding tegenover Finland. ft Amerikaansche geweren als „experiment" tegen Rusland. DE „WASSEN NEUS". Waar is het mitrailleurs nest Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude i tAAAH l l'ERSCHAFT U WOLHEN VAN GENOT m Familie uit Heerhugowaard in Amerika. SteuUCeton da 2—0 2—0 1—1 1—1 1—1 1—1 1—1 1—1 2—0 2—0 0—2 2—0 2—0 2—0 xx 2—0 2—0 2—0 1—1 2—0 k ge- door steld: 2—0 2—0 2—0 0—2 2—0 2—0 2—0 0—2 2—0 14—4 DERDE BLAD. fc* - vw V V 1 '"8' New-York, 1940. Franklin D. Roosevelt heeft zelden iets gezegd, waarmee alle categorieën van bur gers der Vereenigde Staten het zóó roerend eens waren als met de woorden (in zijn radio-rede bij het uitbreken van den oorlog in Europa): „Amerika blijft neutraal, maar niemand kan een denkend mensch dwingen, blind of doof te zijn voor bepaalde feiten; elk individu in de Vereenigde Staten heeft het recht, er zijn eigen persoonlijke meening op na te houden". Van dat recht maken de Amerikanen dan ook een onbeperkt gebruik, met het gevolg dat de openbare meening, zooals die bij voorbeeld in de pers tot uiting komt, alles behalve neutraal is. Zij staat, wat den oorlog tegen Duitschland betreft, vrijwel geheel en al aan den kant der Geallieerden. Over Duitschland en zijn regeeringsleiders spreekt de heele pers op een zoo onomwonden vijandigen toon als geen enkel blad in een neutraal Europeesch land het zich zou kun nen veroorloven omdat diplomatieke ver wikkelingen er het onvermijdelijke gevolg van zouden zijn. Maar de Vereenigde Staten zijn machtig en liggen ver weg. Waarom zoo wordt hier algemeen gedacht zouden de Amerikaansche burgers en hun persorga nen dus een blad voor den mond nemen!? Hetzelfde geldt, zoo mogelijk in nog ster kere mate, voor den Russisch-Finschen oorlog. Rusland was hier de laatste jaren vooral sedert de opkomst van de Duitsche naticnaal-socialisten in groote kringen veel meer in de gratie dan Duitschland. Die sympathie verdween voor het grootste deel, toen de Duitsch-Russische overeenkomst tot stand kwam en het Roode leger kort daarna Polen binnentrok. En het uiterst kleine restje, dat er nadien van die sympathie nog over was, werd weggevaagd bij het eerste bombardement van Helsinki door Russische vliegtuigen. De eenige openbare betuigingen van vriendschap voor de Russen kan men nu nog slechts vinden in het dagblad van de communistische partij, dat zonder blikken of blozen blijft spreken over de „Finsche agressiviteit", waardoor Rusland tot een definitieven oorlog zou zijn gedwongen! Maar nu de sympathie voor de Sovjets ver dwenen is, smelt ook de lezerskring van het communistische blad als sneeuw voor de zon, en op elke duizend Amerikanen zijn er nu minstens 999, die om de wanhopige veront- schuldigingspogingen van den „Daily Wor ker" lachen of er hun schouders over op halen Finnen betalen goed! Finland heeft altijd een wit voetje bij de Amerikanen gehad. Als de Geallieerden hun oorlogssehulden aan Amerika zouden heb ben betaald, had het waarschijnlijk niemand geïnteresseerd dat Finland zulks óók deed. Maar het feit, dat Finland dë éénige cor recte betaler is geweest, heeft de kleine Noordelijke natie in Amerikaansche oogen voorzien van een aureool van eerlijkheid en fatsoen. Zoo profiteert Finland dus van de omstandigheid, dat de anderen wanbe talers zijn! Maar het is hier bovendien oin minder materieele reednen populair. In de eerste plaats hebben de Finnen, die in Amerika wonen (en dat zijn er heel wat), een goede reputatie verworven als betrouw bare zakenlieden, ijverige arbeiders en be kwame organisators. En in de tweede plaats geniet de Finsche kunst in de Ver eenigde Staten hoog aanzien; de muziek van Sibelius heeft nergens zooveel enthousiaste bewonderaars als hier en verscheidene Fin sche zangers en musici behooren tot de lie velingen van het Amerikaansche concert publiek. In de meeste andere landen zou een dergelijke gevoelsoverweging geen groote rol spelen, als het om de buitenlandsche politiek gaat, maar Amerika heeft in dit op zicht een bijzondere mentaliteit. Bij het vele grove materialisme van onze dagen is het een verblijdende gedachte, dat in een geval als dit de kunst een niet te onderschatten bijdrage heeft geleverd tot de vriendschap tusschen twee volken. Een andere vraag is, hoe de vriendschap nu op tastbare wijze tot uiting komt of zal kunnen komen. Men weet, dat Amerika veel doet voor hulpverleening aan de noodlij dende Finsche bevolking en dat het comité onder leiding van ex-president Hoover al tweemaal een bedrag van honderdduizend dollar naar Helsinki heeft gezonden. Het comité zal dat nog verscheidene keeren kun nen doen, want het publiek heeft zich ten opzichte van Finland zeer vrijgevig getoond. Vele dagbladen in alle deelen van de Ver eenigde Staten hebben hun lezers opgewekt tot het zenden van bijdragen en men kan er zich een begrip van vormen, hoe daarop is geantwoord, als men verneemt, dat één enkel plaatselijk blad in Californië in een paar weken meer dan zevenendertigduizend dollar voor het comité heeft ontvangen! Zoolang Finland bestaat Maar al die duizenden zelfs al worden het millioenen voor leniging van den nood der burgerbevolking kunnen slechts helpen, zoolang Finland bestaat. Tot de handhaving der onafhankelijkheid van de Finsche natie dragen zij maar in zeer ge ringe mate bij. De Amerikaansche regeering' zoowel als het publiek beseffen heel goed, dat daarvoor hulp in anderen vorm, in den vorm van wapenen, noodig is. Alleen de groep van ultra-isolationisten, die in dit geval stellig een minderheid vormt, is daar tegen. Voor de meerderheid van het Ameri kaansche volk en zijn volksvertegenwoordi ging is de kwestie niet: „Moeten we Finland helpen?", maar: „Hoe kunnen we Finland het bést helpen, zonder zelf in moeilijk heden te raken?" Die moeilijkheden betref fen voornamelijk de wijze van betaling. Fin land heeft geen geld genoeg ter beschikking om de wapens, die het noodig heeft, a con tant te koopen. De Finnen hebben de regee ring te Washington laten weten, dat zij, om althans vier maanden effectieven tegenstand te kunnen bieden, een crediet van zestig millioen dollar zouden moeten krijgen. Nu verbiedt de nieuwe neutraliteitswet het leveren van wapens aan oorlogvoerende landen anders dan tegen contante betaling. Washington zou deze moeilijkheid kunnen omzeilen door te zeggen, dat Finland „officieel" geen oorlog voerend land is, want Moskou heeft het nooit officieel den oorlog verklaard; het zou dus in dit geval dezelfde ik-weet-van-niets- houding kunnen aannemen, die het al twee en een half jaar lang tegenover China .en Japan aanneemt. Maar het vreest, dat zelfs onder deze omstandigheden een oorlogscre- diet aan Finland later als een precedent zou kunnen worden beschouwd voor het ver- leenen van soortgelijke credieten aan Enge land en Frankrijk, iets wat uitdrukkelijk door de neutraliteitswet wordt verboden om dat het belang van Amerika bij den Euro- peeschen oorlog daardoor gevaarlijk groot zou worden. Vandaar dat Roosevelt dezer dagen in zijn boodschap aan het Congres uitsluitend wees op de wenschelijkheid van een leening aan Finland „voor den aankoop van landbouw- en industrie-producten, ex clusief oorlogsmateriaal". Iedereen in Ame rika begrijpt, dat dit een wassen neus is, want als Finland zijn benoodigde landbouw- en industrie-producten op crediet krijgt, wordt daardoor geld vrijgemaakt, dat het voor den aankoop van wapenen kan gebrui ken, zoodat de leening dan indirect tóch een oorlogscrediet wordt. i Men wil helpen. De meerderheid van het Amerikaansche volk heeft tegen dien wassen neus, of liever: tegen de werkelijkheid die daarachter schuil gaat, volstrekt geen bezwaar, want die meerderheid wil Finland helpen zooveel zij kan, als Amerika daardoor zelf maar niet in oorlogsgevaar komt. Die houding komt het duidelijkst tot uiting in de bereidwillig heid van de Amerikaansche leger-autoritei- ten, ten gunste van de Finnen afstand te doen van zekere wapenleveranties, die op bestelling van het Amerikaansche leger binnenkort zullen worden gedaan; die leger- autoriteiten staan op het gezonde standpunt, dat de Vereenigde Staten de eerste paar maanden stellig niet in oorlog zullen raken en dat men den vriend, die zoo dringend om wapens verlegen is, gerust kan laten vóór gaan. En een ander typisch voorbeeld van de Amerikaansche mentaliteit is het plan, verscheidene duizenden automatische ge weren van het allernieuwste model aan Finland te leveren tegen den prijs van één dollar per stuk. De inkoopsprijs is tien tallen malen hooger, maar zoo luidt het officieele excuus men wil ze zoo goed koop van de hand doen omdat de Finnen ze dan „voor experimenteele doeleinden" zou den kunnen gebruiken! Dat die experimen ten op de lichamen van Russische soldaten worden gemaakt en dat de Amerikaansche wapenfabrikanten dezelfde geweren zelfs tegen den twintigvoudigen prijs niet aan Rusland zouden willen leveren, kan men al of niet „neutraal" vindeh, maar zoo staan de zaken nu eenmaal. Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct. (Van onzen militairen medewerker). Een lezer, laten we hem X. noemen, schreef ons naar aanleiding der versche nen foto's van onze defensie-middelen, en hij doelde meer speciaal op de als woon huis gecamoufleerde kazematten: „of deze methode van camoufleeren van militaire punten een eventueelen vijand niet het recht geeft civiele objecten te bombardee ren, aangezien elke burgerwoning, of als zoodanig uitziende objecten, kan worden verdacht van een gecamoufleerd militair punt te zijn. Ook vrees ik, dat een even-' tueele vijand deze vindingrijkheid als vol maakter zal verdenken, en dus niet slechts als burgerwoning gecamoufleerde kaze matten verwacht, doch tevens als burger- j menschen gecamoufleerde soldaten, zoodat de zoozeer bejammerde militaire actie tegen burgerlijke objecten en burgerbe volking door de deiensiemethoden als het ware wordt uitgelokt." Laten we den heer X. als antwoord er allereerst op wijzen, dat het feit op zich zelf, dat ergens een kazemat gebouwd wordt, er op wijst, dat aldaar strijd ver wacht wordt, beter gezegd, dat wijzelf aldaar den vijand zullen opwachten en bestrijden. Voorbereidingen worden gereed gemaakt om de in die omgeving wonende burgers te evacueeren, waaraan uitvoe ring zal worden gegeven zoodra er kans bestaat, dat daar ter plaatse de strijd zal ontbranden. Dit evacueeren geschiedt in het belang der bewoners zelf, doch ook uit militair eigenbelang, om geen last te hebben van in den'wég loopen der bur gers, niet ook nog voor gewonde burgers te moeten zorgen, bij eventueelen terug tocht niet gehinderd te worden door ver stopte wegen, waarop wegtrekkende be woners met have en goed een heenkomen zoeken enz. Breken dus ter plaatse vijan delijkheden los, dan zullen er zich geen burgers meer ophouden en van verdenken van camouflage, voor zooverre het per sonen betreft, kan geen sprake meer zijn. En thans de achtergelaten woningen. De aanrukkende vijand, gestuit door het vij andelijke mitrailleur- of artillerie-vuur uit de kazemat, zal met de hem ten dienste staande middelen ons vuur willen uitdoo- ven, om daarna te kunnen voorwaarts gaan. Waar staat die mitrailleur echter op gesteld? Hij zoekt met kijker of bloote oog, ziet wel een net huisje met gordijntjes voor de ramen en bloempotjes, doch geen mi trailleur met bediening. Zoodra de vijan delijke troep opstaat om voorwaarts te gaan ratelt de mitrailleur weer en dwingt dekking te zoeken. De vijand begrijpt niet verder te kunnen, alvorens de mitrailleur voorgoed tot zwijgen is gebracht. Op het geluid afgaande weet hij wel zoo ongeveer in welke richting de mitrailleur zich moet bevinden, precies in welke richting en hoe ver verwijderd weet hij echter niet. Zijn artillerie zal er aan te pas moeten komen, doch waar moet deze op richten? Zij kon niet anders dan een heel vak in breedte en 's ■SR! Mggiipll Mm s 5 8 i 44" Sggü r In December j.l. is de familie LeegwaterHoogland uit Heer hugowaard, vader en moeder met zes kinderen, varieerende van IK tot 9 jaar, naar de Vereenigde Staten van Amerika overgestoken. In een Amerikaansche krant, The Hammond Times werd het vol gende verhaal van hun wederva ren, verlucht door een groote foto van het gezin, opgenomen. Vader, moeder en zes kinderen verhui zen naar de V. S.; leven samen met een Highlandsche familietak. Droorr.en van een nieuw levensbegin in het land, dat gelijke kansen biedt voor allen, zijn ten laatste werkelijkheid gewor den voor een Hollandschen vader en moe der van zes kinderen. Het gezin kwam in Hammond aan op 1 Januari uit het verre Heerhugowaard (Holland; dat 30 mijl van Amsterdam ligt en 4000 mijl. van Hammond. Verscheidene jaren geleden besloten Klaas Leegwater, 35 j. en zijn vrouw, Trijntje Hoogland, oud 34 jaar (dochter van den bekenden heer J. Hoogland, uit Broek op Langendijk, Red.) na te vragen of de wonderlijke dingen, die zij over Amerika gehoord hadden, waar waren. Zij hadden verscheidene betrekkingen in Highland en Hammond aan wie zij schre ven. Hun. betrekkingen zijn de welbekende families Zandstra en Van Til. Toen hun Amerikaansche familie alles bevestigde, wat hun vertéld was over de vrijheden en de kansen in de V. S., begon nen de jonge huisvader en zijn vrouw te droomen van den dag, waarop zij voet op den Amerikaanschen bodem zouden zetten. Het verlangen van de familie om naar Amerika te komen, werd bevorderd door den heer en mevr. Henry R. van Til, hun neef en nicht uit Highland, toen deze ge durende 19 maanden Holland bezochten. De Van Tils gingen in 1938 naar Holland om verwanten te bezoeken en Van Til in de gelegenheid te stellen filosofie en theo logie te studeeren. Terwijl Van Til de familie hielp om door den administratieven rompslomp van het immigratie-bureau heen te komen, ver leende hij den jongen vader tevens zijn bij stand om ontslag te verkrijgen uit den militairen dienst in het Hollandsche leger. Toen Duitschland Polen binnen viel, waardoor een nieuwe wereldoorlog dreig de, gelastte de Hollandsche regeering on middellijk de mobilisatie van 500.000 man en Leegwater werd ook opgeroepen. Doortocht tusschen de mijnen, j Het gezin verliet Holland op de „Volen- I dam", een schip van de Holland-Amerika lijn, en na twee weken varen op de hoogs zeeën, zig-zag tusschen de mijnen door, kwam het schip tenslotte op 1 Januari aan in Hoboken (New-Yersey). De familie reisde meteen door naar het huis van wij len B. H. Zandstra, Route 1 te Hammond, juist buiten de grens van Highland en be woont thans een gedeelte van de groote boerenwoning van Charles Zandstra. Mevr. Zandstra, een van de eerste inwoners van de streek, was een zuster van Leegwater's moeder. Leegwaters gezin bestaat uit: Martha ne gen, John acht, Arthur zes, Martin vier, Trena drie jaar en Jacob 18 maanden. Geen van de familie kan een woord EngelseK spreken maar allemaal leeren zij vlug de Amerikaansche manieren en gewoonten aan. Verbaasd over Farmland. Leegwater was een groentenkweeker in Holland en verwacht, dat hij eenmaal zijn eigen stukje grond bezitten zal, hier in een streek, die beroemd is wegens haar uien, kool en andere groenten. Hij zei, dat wat de meeste indruk op hem gemaakt heeft, toen hij op onderzoek uitging, was de over vloed van terrein, geschikt voor het tuin bouwbedrijf. Hij zei, dat iemand zich niet kan voorstellen, hoe geweldig uitgestrekt Amerika is als hij niet gewoond heeft in een land, waar de oomstandigheden voor het boerenbedrijf beperkte ruimte bieden en iedere duim grond voor den landbouw benut wordt. De heer en mevr. L. ver baasden zich over de groote machines, die dreunen langs hun nieuwe tehuis. Martha, John en Arthur gaan al naa.r school in Highland en leeren Engelsch. De familie is verheugd, de veilige haven te hebben gevonden, waar zij van ge droomd hebben en zeggen, dat zij 't minst niet teleurgesteld zijn. Het eenige waar zij spijt over gevoelen, is dat ze meerdere broers en zusters hebben moeten achter laten. Maar zij hopen, dat de dag niet ver verwijderd is, dat andere leden van hun' familie in staat zullen zijn, naar Hammond of Highland te verhuizen. Tot hij zelf een bouwerij kan koopen, zal Leegwater Zand stra helpen, 350 acres (ongeveer 140 bun der) grond voor tuinbouw te bewerken. Terwijl de Van Tils in Holland waren, werd hun dochter Sandra Wilhelmina, nu 14 maanden oud, geboren. Zij werd Wil helmina gedoopt, naar Hollands koningin. Gedurende zijn verblijf in het buitenland en terwijl hij in Holland studeerde, preek te Van Til in Amsterdam voor reizigers, die de Engelsche gereformeerde kerk wenschten te bezoeken. Hij zal Zondag preeken in Ann Arbor, Michigan. De Van Tils hebben noveen dochter, Elissa Bar bara, oud vier jaar. Mevr. Van Til is een zuster van Bartel Zandstra, gemeente secretaris van Highland. diepte met haar vuur bestrooiën in de hoop dan ook de mitrailleur en bemanning te treffen. Hoe lang zal de vijandelijke ar tillerie wel werk hebben voor er bij toeval eens een voltreffer op de kazemat terecht komt. En één voltreffer is niet voldoende! Was de kazemat niet gecamoufleerd ge weest en direct als zoodanig tv herkennen, dan zou de artillerie al haar schoten pre cies op de kazemat gericht hebben en het zou een kwestie van niet te langen duur zijn geweest, dat de lastige mitrailleur buiten werking weer gesteld en de vijand kon doorgaan met zijn opmarsch. Door het camoufleeren hebben wél meerdere woningen in de buurt geleden van het vijandelijk artillerievuur, maarjiet hoofd doel; tegenhouden van den vijand is ge lukt. Indien de heer X. bedoeld© bombardee- ren door vliegtuigen, dan moeten we hem doen opmerken, dat dergelijke camouflage slechts tegen zicht van af den grond be doeld is en een enkele kazemat geen doel vormt voor luchtactie; deze heeft grootere complexen noodig om tegenop te kunnen treden. Wij gelooven dan ook, dat de heer X gevaren ziet waar deze niet zijn. Camou flage, als hier bedoeld, wordt en werd door alle strijdmachten ter wereld steeds toe gepast, en dit zal zoo blijven zoolang er oorlogen zullen worden gevoerd. DOOR WILKIE COLLINS NEDERLANDSCHE BEWERKING VAN A. 'A. HUMME Jr. 30) Ik zag, dat mijnheer Godfrey's oogen door het vertrek dwaalden, alsof zij iets zochten, maar voor ik hem mijn hulp kon aanbie den, scheen hij gevonden te hebben wat hij noodig had. Hij kwam naar ons toe, de door Rachel geteekende verklaring in de eene, een doosje lucifers in de andere hand. „Lieve tante, een geheimpje tusschen ons drieën", zei hij glimlachend. „Lieve juf frouw Clack, een bedrog, dat u met uw sterk ontwikkeld gevoel voor rechtschapen heid en vroomheid wel zult kunnen billij ken! Wilt u beiden Rachel in den waan la ten, dat ik haar edelmoedige zelfopoffering heb aanvaard? En wilt u toezien, hoe ik dit document in uw tegenwoordigheid vernie tig, voor ik het huis verlaat?" Hij streek een lucifer af, stak het papier in brand en leg de het op een bord op tafel, waar het door het vuur werd verteerd. „De kleine onaan genaamheid, die ik misschien zal ondervin den, is niets, vergeleken met het belang, dat er in gelegen is, haar naam ongerept te bewaren. Ziedaar! Het is een hoopje asch geworden en onze lievej impulsieve Rachel zal nooit weten wat ik heb gedaan". Hij lachte ons vriendelijk toe, reikte ons de hand en verdween. Toen ik mij weer met lady Verinder al leen bevond, informeerde ik natuurlijk naar Rachels toestand, waarbij ik terloops ge wag maakte van de geheimhouding, wat betreft haar kwaal en de aangewende medi cijn, die haar dochter moest gebruiken. „Je hebt toevallig ontdekt, wat ik wilde verzwijgen", zei mijn tante, tot mijn groo te verbazing, „erf wat ik slechts aan mijn zuster, mevrouw Ablewhite, en mijn advo caat, mr. Bruff, heb verteld. Ik kan op hun discretie rekenen en ik neem aan, als ik jou de omstandigheden heb uitgelegd, dat ik ook op jouw geheimhouding kan vertrou wen. Heb je een dringende afspraak van middag, Drusilla, of ben je vrij?" Ik verzekerde haar, dat ik geheel te ha- rer beschikking was. „Blijf mij dan nog een uurtje gezelschap houden", zij ze daarop. „Ik moet je een on prettige mededeeling doen, en dan zal ik je nog moeten verzoeken, mij een dienst te bewijzen, als je dat tenminste wilt". Onnoodig te zeggen, dat ik maar al te gaarne bereid was, haar van dienst te kun nen zijn. „Wacht dan tot mijnheer Bruff om vijf uur hier komt, dan kan je mijn testament als getuige mede onderteekenen". Haar testament! Ik dacht aan het flesch- je, dat ik in haar doosje had gezien en aan de blauwe tint, die ik door haar huid had zien schemeren, als van een licht, niet van deze wereld, dat zijn stralen uit een nog niet gedolven graf vooruit zendt. HOOFDSTUK III. „Ik hen al geruimen tijd ernstig ziek, Drusilla", begon mijn tante. „En, vreemd genoeg, heb ik hier nooit iets van geweten. Zooals je weet, bracht ik Rachel naar Lon den om medisch onderzocht te worden, en vond het beter twee doktoren te raadple gen. Eén van hen was een vreemde, de an der was een oud vriend van mijn echtgenoot geweest, en nadat hij Rachel had onder zocht en een recept had geschreven, ver zocht hij om een onderhoud onder vier oogen. Ik veronderstelde, dat hij nog iets over mijn dochter wilde mededeelen en was zeer verbaasd, toen hij mijn hand in de zij ne nam en mij op ernstigen toon vertelde dat ik, meer dan mijn dochter, de hulp van een arts noodig had. Hij stelde mij verschil lende vragen en ik merkte op, dat mijn ant woorden hem schenen te verontrusten. „Sedert meer dan twee jaren lijd ik aan een verraderlijke hartkwaal, die, zonder eenige waarschuwing, mijn gezondheidstoe stand volkomen heeft ondermijnd. Ik kan even goed nog een paar maanden leven, als morgen plotseling door den dood getroffen worden. De doktoren kunnen hieromtrent geen uitsluitsel geven, maar ik wil niet dat Rachel wordt ingelicht. Als zij de waarheid wist, zou zij mijn toestand direct toeschrij ven aan het voorgevallene met betrekking tot den diamant en het arme kind zou zich met zelfverwijt gaan kwellen, terwijl zij hier niets aan kan doen. Beide doktoren zijn het er over eens, dat de ziekte twee, misschien reeds drie jaren geleden begon nen is. Ik voel, dat je mijn geheim zult be waren, Drusilla, want ik zie, dat mijn me dedeeling je getroffen heeft". Mijn arme tante vermoedde niet, dat ik vervuld was van dankbaarheid, dat de Voorzienigheid mij in staat stelde een ge liefd familielid en medeschepsel, tot onder gang gedoemdj voor te bereiden, voordat zij den grooten stap moest ondernemen. „O!" riep ik uit, terwijl ik haar omhels de. „Ik zal nog zoo veel goed voor u kunnen doen, voor wij elkaar vaarwel moeten zeg gen". Ik oriemde daarop drie vriendinnen, die zich van den vroegen morgen tot den la ten avond in die buurt met godsvruchtig werk onledig hieledn en verzocht mijn tante haar keuze te bepalen, waarop de gekozene ongetwijfeld, op mijn verzoek, al haar ga ven voor het goede doel in het werk zou stellen. Helaas, het resultaat was niet wat ik verwahtc had. Lady Verinder keek ver baasd en verschrikt en al mijn voorstellen weerlegde zij met het uitermate wereldsche bezwaar, dat zij zich niet sterk genoeg voel de, vreemden te ontvangen, zoodat ik na tuurlijk slechts voorloopig dit punt liet rusten. „U wilt toch wel wat lezen, lieve tante?" vroeg ik toen op mijn innemendste manier. „Ik zal u mijn eigen boeken brengen. Van alel bladzijden, die u lezen moet, zijn de punten omgeslagen en waar eeti potlood streep staat, moet u even ophouden en u afvragen: slaat dat op mij?" Zoo slechts is de invloed van de wereld, dat zelfs dit voortsel mijn tante scheen af te schrikken. „Ik zal doen wat ik kan, Dru silla, als ik je daar een genoegen mee doe", zei ze met een uitdrukking van verwonde ring in haar oogen, die mij pijnlijk trof. Ik mocht werkelijk geen oogenblik verliezen en ik zag op de klok, dat ik net tijd had om naar huis te gaan en een aantal uitgelezen werken bij elkaar te zoeken, om nog tijdig voor het teekenen van het testament terug te zijn. Ik beloofde mijn tante om vijf uur terug te komen, reed naar mijn woning en keerde na eenigen tijd met twaalf goede boeken te» rug. De huisknecht, die opendeed, deelde mij mede, dat dokter gekomen was, en verzocht mij in de biblotheek te wachten, waar ik ook mr. Bruff aantrof, die verbaasd scheen, mij te zien. „Wel, juffrouw Clack", riep hij uit, „wat is het laatste nieuws uit liefdadigheids kringen? Hoe gaat het met uw vriend, mijn heer Godfrey Ablewhite, na het hardhandige optreden van die schelme nin Northumber- landstreet? Nou, op mijn club hoorde ik een mooi verhaal over dien weldoener der menschheid!" „Ik houd mij ver van de wereldsche za ken", antwoordde ik, „en ik bezit net het voorrecht tot een club te behooren. Maar ik ken dat verhaal waar u op zinspeelt en ik weet ook, dat geen grover leugen ooit ver teld is". „Ja, natuurlijk, juffrouw Clack. U kiest partij voor uw vriend, maar hij zal de we reld hiet zoo gemakkelijk kunnen overtui gen als een verzameling dames uit een lief dadigheidscomité. De schijn is tegen hem. Hij bevond zich in het huis, toen de diamant verdween, en hij was daarna de eerste om naar Londen te gaan. Dat zijn ongunstige omstanidgheden, indien men ze beschouwt in het licht van latere gebeurtenissen. Men moet er uit afleiden, dat mijnheer Ablewhite evenzeer geïnteresseerd was bij het juweel als mijnheer Luker, en dat de Indiërs, on- deker wie in het bezit van den steen was, geen anderen uitweg wisten dan hen beiden te fouilleeren". Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 11