JCetk Schoot JiSmnieum De zorg voor de volksgezondheid. Gedetailleerde regeling voor zieken en gestichtsverpleegden. De voedselvoorziening is gewaarborgd. Vreemde vliegtuigen gesignaleerd. Toestellen beschoten en achtervolgd. Het weer in Februari, Patrouilleering mogelijk? Onderzoek door commissie- van 't Haaff. Voortduring van den staat van beleg. Bestrijding persexcessen. Het ontslag van generaal Reynders. TWEEDE BLAD. EVACUATIEPROBLEMEN. De zorg voor die evacuatie aangelegenhe den, die de volksgezondheid raken, is opge dragen aan een afzonderlijke subcommissie, onder leiding van den directeur-generaal van de volksgezondheid, dr. E. van den Berg. De subcommissie moet nagaan voor welk deel der te evacueeren bevolking maatrege len worden getroffen met het oog op de ge zondheidszorg, en zij moet haar aandacht schenken aan de gezondheidszorg in de vluchtoorden. De evacuatie-regeling. Wat het eerste punt betreft moet onderscheid worden gemaakt tus- schen de thuiszittende zieken en gebrekkigen en de bevolking van ziekenhuizen, sanatoria, gestichten, enz. Van de eerste categorie moeten de ver blijfplaatsen steeds beleend zijn aan de bur gemeesters, die voor het vervoer naar het station zorg dragen, waar de D. E. V. deze taak op zich neemt. In de vluchtoorden wor den zij ondergebracht bij particulieren of in ziekenhuizen. Van de ziekenhuizen zal een belangrijk deel kunnen worden ontslagen zonder dat opname in een ziekenhuis in het vluchtoord noodig is. Het vervoer geschiedt per ambu- lancetrein of auto door de D. E. V. Het vinden van een plaats voor de te eva cueeren gestichten was zeer moeilijk. Voor verpleegden in sanatoria en ai die patianten, waarbij aan de verpleging vrij hooge eischen moeten worden gesteld, zijn gestichten en gebouwen gevonden. Voor de bewoners die andere inrichtingen, zooals tehuizen voor ouden van dagen, zal men zich met gebouwen moeten behelpen, die aan redelijke eischen voldoen. In totaal heeft de commissie moeten zorgen voor 67 gestichten met ongeveer 4600 verpleegden. De gezondheidszorg. Wat de gezondheidszorg in de vluchtoorden betreft, moet er aan dacht worden geschonken aan de zekere niet denkbeeldige gevaren voor de uitbreiding van besmette lijke ziekten Bacillendragers van deze ziekten (typhus en paratyphus a en b) moeten worden ge concentreerd en onder toezicht gesteld. Reeds thans worden maatregelen genomen tot inenting op groote schaal der te evacu eeren bevolking. Ook op de gevaren van andere besmettelijke ziekte is men verdacht. Eén coördinatie van de noodvoorziening op ziekenhuisgebied wordt voorzien, terwijl voor voldoende geneeskundige hulp in den ruimsten zin van het woord, moet worden gezorgd. Voor de deelen van het land, die met isolement worden bedreigd (b.v. de eilanden) moeten speciale maatregelen wor den genomen, in het bizonder moet worden gezorgd voor specialistische (o.m. chirurgi sche) hulp-. Tenslotte moet de commissie haar aan dacht nog schenken aan het functionneeren der ziekenfondsen in de vluchtoorden, ge neesmiddelen, depóts, de melk- en water voorziening, den afvoer van huisvuil en ver moedelijk nog verschillende andere, niet al le te voorziene vraagstukken. De voedselvoorziening. Gezien het feit dat de bevolkingsvermeer dering in het gedeelte van het land, waar de vluchtoorden gelegen zullen zijn, onge veer 10 pet. bedraagt, behoeft men als ge heel gezien dus geen vrees te koesteren, dat deze vermeerdering tot bijzondere moeilijk heden bij de voedselvoorziening aanleiding zal geven. Men dient er op bedacht te zijn, dat het vervoer in dien tijd min of meer ontwricht kan zijn en dus onmiddellijke toevoer van grondstoffen niet altijd mogelijk is. Het rijksbureau voor voedselvoorziening in oorlogstijd heeft dan ook nauwkeurig nage gaan of er gedurende de eerste dagen in de eerste levensbehoeften ter plaatse waar ge- evacueerde bevolking zal worden onderge bracht, kan worden voorzien. Dit na te gaan klemt te meer, omdat, weliswaar de geheele bevolking in het gebied, waar de vluchtoorden gelegen zijn, slechts met 10 pet. toeneemt, doch in sommige gemeenten de bevolkingstoename tot 70 en 80 pet., in een enkel geval zelfs 100 pet. bedraagt. In het algemeen hebben de bakkers een paar weken voorraad bloem en meel, zoodat zelfs bij een totale verdubbeling van het inwonerstal in een gemeente toch altijd nog voor de eigen bevolking vermeerderd met de geëvacueerde een week voorraad aanwe zig is voor het bakken van brood. Niettemin wordt voorbereid om op het eerste sein bloem en meel te zenden van bepaalde de pots uit naar de betrokken gemeente. De Nederlandsche meelcentrale regelt dit. Zooals bekend is heeft de regeering groote hoeveelheden aardappelen aangekocht en opgeslagen om in de moeilijke maanden ten aanzien van de aardappelenvoorziening in de groote steden gedekt te zijn. Voor de voorziening met boter, margarine en vleesch behoeft geen zorg te bestaan. Bovendien zijn door het departement van sociale zaken in een groot aantal Neder landsche gemeenten busjes vleesch opgesla gen en beschikt ook de Nederlandsche Vee houderijcentrale zelf over een voorraad blikvleesch. Deze centrale beschikt verder over zoodanige voorraden varkensvleesch en spek, dat terstond in een extra-behoefte kan worden voorzien. Ook de melkvoorzie- ning is verzekerd. Maatregelen worden ge troffen, dat ook de voorziening van suiker, koffie, thee, gist e.d. voor de geëvacueerde bevolking gewaarborgd is. Als geheel gezien (groene erwten, bruine-, witte boonen) be hoeft voor peulvruchten geen enkele zorg te bestaan. Groenten zijn in zeer ruime mate aan wezig, terwijl, gelet op de groote voorraden van dit product, geen moeilijkheden te wachten zijn wat rijst betreft. Met voldoening kan dan ook geconstateerd worden, dat de voedselvoorziening ook ge durende de eerste dagen voor de geëvacu- eerden zonder al te groote moeilijkheden verzekerd is. Om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn zullen z.g. voedseltransporten (nl. auto's met brood, vetten, enz.) gereed ge houden worden, welke van het eerste oogen- blik van de evacuatie af gereed staan om daarheen gezonden te worden waar b.v. een groep geëvacueerden gestrand is. De regeeringspersdienst meldt, dat gistermiddag een tweetal vreem de vliegtuigen, waarvan de nationa liteit- niet kon worden vastgesteld, zich boven het centrum des lands hebben bevonden. Zij werden van verschillende plaatsen uit door batterijen luchtafweergeschut be schoten. Bovendien zijn vliegtuig- patrouilles opgestegen. Hierna heb ben de vreemde vliegtuigen ons rechtsgebied verlaten. Gemiddeld 4.5 graad te koud. Gemiddeld over de 5 hoofdstations was in Februari de ochtendtemperatuur 4.5 graad benedén normaal, aldus meldt het K.N.M.I. te De Bilt. De grootstè afwijkingen kwamen voor op den 13den en den 28sten, respectie velijk 16.5 graad beneden en 4.5 graad boven normaal. De gemiddelde maximum temperatuur was 4.5 graad en het gemiddel de minimum 4 graden beneden normaal. Het aantal ijsdagen (met een maximumtempe ratuur beneden het vriespunt) bedroeg te de Bilt 11 tegen 2 normaal, terwijl het- aan tal vorstdagen (met een minimum beneden het vriespunt) 20 bedroeg tegen 15 nor maal De neerslag was in de verschillende provincies 5 tot 40 pCt. beneden normaal. Te- de Bilt werden 46 uren zonneschijn waar genomen tegen 76 normaal. Wat de strengheid van den winter 1939/ 1940 betreft, is reeds vroeger medegedeeld, dat men tot 1829/1830 moet teruggaan om een kouderen winter aan te treffen. Ter ver gelijking geven wij hier voor de drie win termaanden de afwijkingen van de gemid delde maandtemperaturen beneden nor maal, volgens de waarnemingen van de Bilt en Zwanenburg. Dec. Jan. Febr. gem. 1939/1940 -1.6 gr. -7.2 gr. -4.0 gr. -4.3 gr. 4 1829/1830 -6.9 gr. -3.2 gr. -4.5 gr. -4.9 gr. De wintermaanden zijn derhalve gemid deld in 1829/1830 kouder geweest, waarbij nog komt, dat de vorst in 1829 reeds half November is begonnen, terwijl November 1939 warmer is geweest dan normaal. In haar vergadering van gisteren heeft de commissie van 't Haaff voor de veilig heid ter zee, naar aanleiding van de scheepsrampen van den laatsten tijd zich ernstig beraden omtrent de mogelijkheid den opvarenden meerdere veiligheid te bieden, waarbij zij onder het oog heeft gezien of deze door het in verband doen varen van twee of meer schepen, dan wel door middel van begeleidingsschepen kan worden verkregen. Ernstige moeilijkhe den van technischen aard verzetten zich evenwel tegen uitvoering zoowel van den eersten vorm als van den tweeden vorm van beveiliging. De commissie zal thans evenwel een onderzoek instellen naar de mogelijkheid van patrouilleering op een speciale, voor een groot deel afgebakende route, door een aantal kleinere schepen, waardoor opvarenden verzekerd zullen zijn dat bij een eventueel ongeval hulp steeds nabij is. Mocht, deze oplossing aanvaard kun nen worden, dan meent de commissie, dat daarmee een zeer goede beveiliging zal worden verkregen. In een nota aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het verslag over het wets ontwerp inzake het doen voortduren van den afgekondigden Staat van Beleg, schrijft de Minister van Defensie, dat ook naar het oordeel van de regeering de vraag, aandacht verdient, of de bevoegdheden, welke art. 37 van de Wet op den Staat van Oorlog en Be leg verleent, onder meer ter bestrijding van persexcessen, niet in eenigerlei vorm waren toe te kennen tijdens den Staat van Oorlog. Ten aanzien van het ontslag van den Op perbevelhebben van Land- en Zeemacht, ge neraal Reijnders, verwijst de minister naar hetgeen de regeering inmiddels heeft geant woord op de schriftelijke vraag van het lid der Kamer den heer Van Poll. Het spreekt na dat antwoord vanzelf, dat de ontslag aanvrage van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht niet verband houdt met de toepassing van de Oorlogswet. Anders had de regeering niet mogen verklaren, dat het verleenen van de verzochte inlich tingen strijdig zou zijn met het belang van den Staat, noch dat het hier betreft vragen van militair beleid, „waarover in het open baar geen gedachtenwisseling gevoerd en zelfs geen aanduiding gegeven kan worden zonder het Staatsbelang te schaden". Uit dit antwoord is duidelijk, dat het hier vragen van de hoogste orde betrof, niet zaken, waarover men gerust in het openbaar kan debat- teeren. Het is de regeering niet bekend, dat van de bevoegdheden, welke de militaire autori teiten krachtens den Staat van Beleg bezit ten, misbruik wordt gemaakt en wel met name tot het voeren van politieke actie in het leger en tot het bestrijden hun onwelge vallige politieke groepen. ALGEMEENE VERGADERING VAN „KERK EN VREDE". Gistermiddag werd te Amsterdam de zestiende algemeene vergadering gehou den van de Vereeniging van Christen anti-militaristen „Kerk en vrede". Dr. M. van der Voet, de vice-voorzitter wees er op, dat „Kerk en vrede", sinds de oprichting der vereeniging, nog nooit in zulke zware omstandigheden haar jaar vergadering heeft gehouden. De vereeni ging heeft betere tijden gekend. Maar op richting en bloeitijdperk mogen Verband gehouden hebben met een andere menta liteit dan thans heerscht, „Kerk en vrede" weigert zich een kind te noemen van een bepaalden tijdgeest die vruchtbaar was voor de vredesgedachte. Zij wil, ook in dezen tijd, zij het dan met gedunde gele deren, toonen, dat haar bestaansgrond niet van tijdsomstandigheden afhankelijk is, maar dat zij haar taak ziet in het ver vullen van een roeping, welke door geen verandering van omstandigheden te niet gedaan kan worden. Het spreekwoord „De tijden veranderen en wij met hen" moge zijn stempel drukken op allerlei practisch politieken arbeid, de religeuze critiek, welke gegrond is in het gebod Gods, heeft in alle omstandigheden haar onvergankelijke waarde te toonen. Het jaarverslag van den secretaris, dat een ledental vermeldt van 5589, waaron der 336 voorgangers en de rekening en verantwoording van den penningmeester met een eindcijfer van 11292,48 werden goedgekeurd. Mevr. F. de Boervan Iterson en ds. J. J. Buskes werden tot leden van het hoofdbestuur herkozen. ONZE POSTVLUCHTEN. De positie der Indië-vliegtuigen was gis teren: uitreis: Oehoe (von Weirother) te Ran goon (3 Maart te Bandoeng verwacht); Wie lewaal (van Veenendaal) te Alexandrië (6 Maart te Bandoeng verwacht); thuisreis: Gier (Scholte) te Alexandrië (2 Maart te Napels verwacht); Emoe (Tepas) te Rangoon (5 Maart te Napels verwacht). NAGEKOMEN PREDIKBEURTEN. HEILOO, 10 uur, ds. Prins van Wijngaar den, van Alkmaar (veranderde opgaaf). „AMELAND" EN DE „WADDENZEE" ZITTEN OP EEN MOSSEL- BANK. Passagiers en post op Ameland aangekomen. Gistermiddag zijn passagiers en post van de booten „Waddenzee" en „Ameland", 1 welke gistermiddag op twee kilometer af- 1 stand van Holwerd bij hun poging om van Hol werd naar Ameland te varen, in het ijs waren vastgeraakt, op het eiland aange- J komen. Met een barkas zijn de passagiers van de „Waddenzee" het eenige schip dat reizigers vervoerde van boord ge haald. De schepen zijn door het in beweging zijnde ijs op een mosselbank geschoven en daar gestrand. In verband met den lagen waterstand van het oogenblik er heerscht oostenwind, waardoor de water stand laag is en er is weinig verschil tus- schen de getijden zijn de postbooten niet vlot te krijgen. Er moet gewacht wor den op wind uit westelijke richtingen en hoog water, hetgeen nog geruimen tijd kan duren. De bemanningen blijven aan boord. Gevaar bestaat er niet, tenzij een sterke ijsgang in de Waddenzee zou ontstaan. CONFERENTIES VOOR NIET-KATHOLIEKEN. Men schrijft ons: De tweede conferentie voor niet-katho- lieken, die Donderdagavond in de katho lieke kerk aan de Nassaulaan werd ge houden, was weer zeer goed bezocht. Nadat de inleider pater dr. C. Pauwels nogmaals had gewezen op de mogelijk heid om mondeling of schriftelijk vragen te stellen, werd de vereering van Maria behandeld. Deze vereering komt vele niet-katholieken overdreven voor, doch zij is dit niet. Het moge waar zijn, dat er misschien wel eens een enkele katholiek gevonden wordt, die bij de Mariaver- eering niet de juiste maat in het oog houdt, doch we moeten rekening houden met de doorsnee-katholiek. Wanneer we in een God gelooven, is het toch logisch dat we een groote vereering moeten heb ben voor de moeder.van God. Vandaar dan ook, dat men in bijna alle kerken een Mariabeeld of een Maria-altaar aantreft, en in de huisgezinnen naast een kruis beeld ook een Mariabeeld vindt, en dat de Maria-feestdagen luisterrijk worden ge vierd. Het is niet waar, dat door de ver eering van Maria dë aandacht van Chris tus wordt afgeleid. Allereerst wilde de inleider verklaren wat de katholieken ge looven ten aanzien van Maria, om daarna te antwoorden op de verschillende be zwaren. Wij gelooven dat Maria de moe der van God is, die op aarde kwam en voor ons mensch is geworden. Maria, die een eenvoudige vrouw was en verloofd was met den eenvoudigen ambachtsman Jozef, werd op wonderbaarlijke wijze de BEL AMI. Harmonie. Een bepaald Parijsch milieu anno 1900 als achtergrond voor een film. Ruw geschat tien hoofdpersonen, vijf vrouwen en vijf mannen. Dat geeft precies vijf-en-twintig combinaties. En veel daaronder blijft het ook niet. Enkelen van hen getrouwd, maar dat doet hier overigens weinig terzake. Het verschil' tusschen de diverse verbintenissen is alleen gradueel. In wezen zijn ze alle gelijk, n.l. tijdelijk. Vandaag trouwen, morgen scheiden, volgende week het opnieuw pro- beeren met een anderad infinitum. Eén favoriet. Bel Ami. Enfin, U kent het versje natuurlijk. Zóó is het om een ge meenplaats te gebruiken: onweerstaanbaar. Getrouwd met de een, verliefd op een an der, een rendez-vous met een derde, een vierde in het verschiet. „Du hast Glück bei den Frau'n, bel ami"zingt Parijs. En de verbaasde toeschouwer, die even moet wen nen aan die Duitsch sprekende Parijze- naars, vraagt zich af, waar dat op uitloo- pen zal met dezen bel ami, die niets méér is dan dat. Geen nood, aan onzen chamanten vriend gelukte het via de vrouw van een krantenman carrière te maken in de „jour nalistiek". En daardoor komt hij meteen midden in de politieke arena terecht, weet een minister te wippen, diens plaats in en zijn dochter af te nemen. Maar na 24 uur neemt hij al weer zijn ontslag. Zijn aller nieuwste en allerbekoorlijke bevlieging (tot nu toe) wil dat dus dat gebeurt. Bel-Ami b lij f t Bel-AmiDe toeschouwer kan al leen hopen, dat dit niet in alle opzichten zoo zal zijn, want hij gunt de ministers dochter de ongeschonden illusie van een trouwen aanbidder graag. Deze film, gemaakt naar het boek van Guy de Maupassant, overdrijft. W i 1 ook overdrijven. Bepaalde toestanden in bepaal de milieu's in een bepaalden tijd persiflee- ren. En slaagt daar ook in, voorzoover het dan aan een buitenlandsche film, in het bi zonder aan een Duitsche, ooit gelukt de ty pische Fransche sfeer te teekenen. De sfeer van al de Fransche films, die door het bui tenland soms te benaderen is, maar niet te reconstrueeren. Dat deze film desondanks (en ondanks de handicap van het opval lende verschil in taal) een film is geworden, die velen zal amuseeren, is een verdienste van Willy Forst en zijn tegenspelers en -speelsters, die voor een vlotte vertolking van de intrige zorg dragen. Uit het voorprogramma noemen we: Het Paramount- en het Profilti-journaal, een „Kikker.idylle" (zoo heet het filmpje in derdaad!) en een wérkelijke idylle, een kleurensmyphonie, uitgevoerd door Para mount. STERREN GAAN NAAR HOLLYWOOD. Victoria-Theater. Nog geheel onder den indruk van de prachtigste ijsrevue, die men zich denken kan, een tooversprookje in de fijnste kleuren, met ijs- erikunstrijtafreelen, zooals men ze nog nimmer zag, verlieten gisteravond de talrijke bezoekers het Victoria-Theater, Met verwondering vraagt men zich af, hoe het mogelijk is zulke ijsballetten geheel in natuurlijke kleuren aan de toeschouwers op de film te laten zien. „Sterren gaan naar Holly wood", met de International Ice-Follies als de groote kunstenaars op de schaats, zal ieder willen zien en nog eens zien, omdat het een der mooiste films is, die men genieten kan. Larry Hall en Eddie Burgess zijn langen tijd bekend geweest als een duo van kunstrijders. Maar Larry wordt verliefd op een jonge cabaretzangeres: Mary Mc. Kay, die ook in het ijsnummer-wil optre den. Larry droomt van een sprookjesach tige revue op het ijs met Asschepoester als middelpunt, doch zijn directeur wil er niets van hooren en ontslaat het drietal. Op bijzondere wijze komt Mary, die on derwijl met Larry getrouwd is, in con tact met een der groote mannen van Hol lywood. Zij krijgt een contract en Larry, die het succes van Mary niet in den weg wil staan, gaat zijn eigen weg, terwijl Mary onder den naam Sandra Lee een ster wordt.' Doch ook Larry en zijn vriend Eddie hebben succes. Zij slagen erin geld te vinden voor de grootsche ijsrevue, die aan de fantasie van Larry is ontsproten en vieren in alle groote steden triomfen. De twee geliefden vinden echter elkander weer en de romance eindigt met de ijs- filmrevue naar het sprookje van Assche poester, met Sandra Lee in de hoofdrol. Men moet dit hebben gezien om het naar waarde te kunnen schatten. Joan Crawford toont zich als actrice in deze film van haar beste zijde. James Stewart en Lew Ayres vormen een stel prachtacteurs, maar tevens gaat de groote bewondering uit naar de leiders der In ternational Ice Follies Roy en Eddy Ship- stad en' Oscar Johnson, die met het Al- bertina Rasch-ballet wonderen hebben getooverd. Men mag deze niet verzuimen. Het voorprogramma bracht een paar zeer mooie journaals, een interessante sportfilm over tennis met Fred. Perry als hoofdacteur en een aardige klucht van de bekende kindergroep met Alfalfa aan het hcofd. KOUWE DRUKTE. City Theater. Het City Theater heeft de film va» de vorige week geprolongeerd, zoodat er opnieuw „kouwe drukte" wordt gegeven. George Formby is daarvan het middel punt en hij is een filmacteur van buiten gewone beteekenis omdat hij nu eenmaal een gezicht en een daarbij passende mi miek heeft, die alle toeschouwers aan het lachen kan brengen. Het is een film vol dwaze tooneeltjes, die een beetje los aan elkaar hangen, maar de hoofdfiguur wijkt niet van het witte doek en daarom is er altijd vroolijkheid en een spanningsvol af wachten wat er nog meer zal gebeuren. Als bediende van een fotograaf, als reporter en vooral als scheidsrechter bij een ijshockeywedstrijd is George Formby hier in zijn element en hij weet de toe schouwers voortdurend in de goede stem ming te houden. In het meer ernstige deel van deze film worden op de gladde baan zeer fraaie opnamen van kunstrijders ge geven. Vooraf: veel nieuws uit binnen- en buitenland, een screensong en een één- acter over filmopnamen met zang en dans. MR. MOTO OP HET EILAND DES DOODS. Roxy-theater. Een detective-film in groot formaat, waar in Peter Lorre als mr. Moto zich een speurder eerste klas toont, zich nu eens uit geeft voor een bekenden bandiet, wiens naam alleen reeds vrees en schrik inboe zemt, en dan weer een jacht ontketent op diamantsmokkelaars, die een moeras als toe vluchtsoord gebruiken en in hun zoo hoogst oneervol handwerk niet terugdeinzen voor moord. Verschillende telegrammen, verzon den door of namens mr. Moto, blijken valsch te zijn en slechts bestemd om hen, wier daden hij zou moeten ontmaskeren, op een dwaalspoor te brengen. Het komt zoo ver, dat de politie geen vertrouwen meer stelt in zijn hulp, welke door de regeering was in geroepen, en een paar maal zien we mr. Moto dan ook onder verdenking van mis drijf gearresteerd. En onder dit alles door houdt mr. Moto, zooals een goed detective betaamt, oogen en ooren wijd open en stelt zich op de hoogte van de geheimen van het moeras, waar het volgens de volksmeening „spookt'.', waarbij hij een goeden leidraad vindt in de verhalen over een geheimzinni- gen smokkelaar van een paar eeuwen gele den, welke geschiedenissen ook aan de door hem achtervolgde smokkelaars allerlei les sen en wenken blijken te hebben gegeven. De lezer begrijpt reeds, dat we hier geen resumé kunnen geven van den inhoud van deze film: de verwikkelingen zijn te talrijk en het verband tusschen één en ander is niet altijd even gemakkelijk aan te geven. Maar we verzekeren onomwonden dat deze rol prent voor alle liefhebbers van detective verhalen zeer veel aantrekkelijks bevat. Zij is vol actie en aan spannende, sensationeele scènes is waarlijk geen gebrek. Het spel van Peter Lorre in zijn succesrol is weer van bijzondere kwaliteit. Het voorprogramma geeft: een klucht, waarin een man voor roover speelt in zijn eigen huis; voorts een film over renpaar den en dan geïllustreerd nieuws. moeder van God. God schonk aan Maria, die Hij tot Zijn moeder had uitverkoren, de volheid van alle genaden en bewaarde haar voor de smet der zonde die alle menschen door den val van Adam heb ben, en die wij erfzonde noemen. Maria heeft dank zij de volheid der genaden nimmer een enkele zonde gedaan, zoodat er op haar leven geen enkele smet kleeft. Ook gelooven wij, dat God Zijn moeder in het werk der verlossing der menschen heeft laten deelen, voor zoover dat na tuurlijk voor een mensch mogelijk was. Uitvoerig verklaarde pater Pauwels ver volgens het nut om bij het bidden de voorspraak van Maria in te roepen. De bezwaren tegen de Mariavereering werden op duidelijke wijze weerlegd. Het is niet juist, dat de katholieken Maria, als een soort God verheffen, hetgeen o. m. ook wel duidelijk blijkt uit de litanieën, waarbij tot Maria wórdt gebeden, bid voor ons maar in die tot Jezus ont fermt U over ons. Wel vereeren wij Maria, die de Moeder van God is, maar wij aanbidden haar niet. Haar voorspraak bij Haar Zoon roepen wij echter gaarne in. Het is ook niet juist om te beweren, dat Maria de verlossing van Christus niet noodig .had. Zelf heeft Maria gesproken van haar Zaligmaker, en ook Maria is door Christus verlost geworden. Tot slot heeft pater Pauwels nog weer legd, dat Maria nog meerdere kinderen heeft, hetgeen zou moeten blijken uit het feit dat in het Evangelie gesproken wordt over de broeders en zusters van Christus. Het Evangelie is twintig eeuwen geleden geschreven en beschrijft den toestand zooals die toen was onder de joden. Men hechtte toen meer aan familiebanden, dan aan gezinsbanden, en met de broeders en zusters van Christus in het evangelie worden neven en nichten bedoeld. Aan de hand van verschillende teksten w?rd dit duidelijk aangetoond. Zeker is het dus dat Maria altijd maagd is gebleven. Met een opwekking om ook de volgen de conferentie te bezoeken werd besloten. OUDERAVOND TE NOORDSCHARWOUDE. In een der lokalen Van de openbare school werd Woensdagavond een ouder avond gehouden. De voorzitter, de heer J. Heidsma, opende de vergadering, welke door een 50-tal personen werd bijgewoond met een hartelijk woord van welkom. Hierna deed de heer Mallekote, het hoofd der school, eenige mededeelingen, o.m. over een ontvangen brief van een commissie voor het organiseeren van schoolreisjes. Deze commissie wilde gezamenlijk met verschil lende scholen voor de hoogste klassen een reisje naar Maastricht, Nijmegen of Wal cheren organiseeren. Na eenige besprekingen besloot men hierop niet in te gaan en zich bij de oude schoolreisjes te houden. Hierna heeft de heer Bierman, onderwij zer aan de school, een lezing gehouden over het onderwerp „De betere school", waarin spr. de onderwijsvernieuwing besprak. Hier aan dient echter ook de regeering mede te werken door vermindering van het klasse gemiddelde en de opleiding der onderwijzers meer in dien geest te leiden. De school moet meer aansluiten bij het kinderleven en bij het geven van onderwijs dient men zich af te vragen, wat het leven vraagt. Spr. heeft eenige stukjes voorgelezen uit de schriften voor vrij werk, waarvoor in zijn klas de ge legenheid wordt gegeven. Na de pauze heeft de heer Mallekote ge sproken over „Tucht".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 7