JCetk Schoot
JiSmnieum
De zorg voor de volksgezondheid.
Gedetailleerde regeling voor zieken
en gestichtsverpleegden.
De voedselvoorziening is
gewaarborgd.
Vreemde vliegtuigen
gesignaleerd.
Toestellen beschoten
en achtervolgd.
Het weer in Februari,
Patrouilleering mogelijk?
Onderzoek door commissie-
van 't Haaff.
Voortduring van den
staat van beleg.
Bestrijding persexcessen.
Het ontslag van generaal
Reynders.
TWEEDE BLAD.
EVACUATIEPROBLEMEN.
De zorg voor die evacuatie aangelegenhe
den, die de volksgezondheid raken, is opge
dragen aan een afzonderlijke subcommissie,
onder leiding van den directeur-generaal
van de volksgezondheid, dr. E. van den
Berg.
De subcommissie moet nagaan voor welk
deel der te evacueeren bevolking maatrege
len worden getroffen met het oog op de ge
zondheidszorg, en zij moet haar aandacht
schenken aan de gezondheidszorg in de
vluchtoorden.
De evacuatie-regeling.
Wat het eerste punt betreft moet
onderscheid worden gemaakt tus-
schen de thuiszittende zieken en
gebrekkigen en de bevolking van
ziekenhuizen, sanatoria, gestichten,
enz.
Van de eerste categorie moeten de ver
blijfplaatsen steeds beleend zijn aan de bur
gemeesters, die voor het vervoer naar het
station zorg dragen, waar de D. E. V. deze
taak op zich neemt. In de vluchtoorden wor
den zij ondergebracht bij particulieren of in
ziekenhuizen.
Van de ziekenhuizen zal een belangrijk
deel kunnen worden ontslagen zonder dat
opname in een ziekenhuis in het vluchtoord
noodig is. Het vervoer geschiedt per ambu-
lancetrein of auto door de D. E. V.
Het vinden van een plaats voor de te eva
cueeren gestichten was zeer moeilijk. Voor
verpleegden in sanatoria en ai die patianten,
waarbij aan de verpleging vrij hooge eischen
moeten worden gesteld, zijn gestichten en
gebouwen gevonden.
Voor de bewoners die andere inrichtingen,
zooals tehuizen voor ouden van dagen, zal
men zich met gebouwen moeten behelpen,
die aan redelijke eischen voldoen. In totaal
heeft de commissie moeten zorgen voor 67
gestichten met ongeveer 4600 verpleegden.
De gezondheidszorg.
Wat de gezondheidszorg in de
vluchtoorden betreft, moet er aan
dacht worden geschonken aan de
zekere niet denkbeeldige gevaren
voor de uitbreiding van besmette
lijke ziekten
Bacillendragers van deze ziekten (typhus
en paratyphus a en b) moeten worden ge
concentreerd en onder toezicht gesteld.
Reeds thans worden maatregelen genomen
tot inenting op groote schaal der te evacu
eeren bevolking. Ook op de gevaren van
andere besmettelijke ziekte is men verdacht.
Eén coördinatie van de noodvoorziening
op ziekenhuisgebied wordt voorzien, terwijl
voor voldoende geneeskundige hulp in den
ruimsten zin van het woord, moet worden
gezorgd. Voor de deelen van het land, die
met isolement worden bedreigd (b.v. de
eilanden) moeten speciale maatregelen wor
den genomen, in het bizonder moet worden
gezorgd voor specialistische (o.m. chirurgi
sche) hulp-.
Tenslotte moet de commissie haar aan
dacht nog schenken aan het functionneeren
der ziekenfondsen in de vluchtoorden, ge
neesmiddelen, depóts, de melk- en water
voorziening, den afvoer van huisvuil en ver
moedelijk nog verschillende andere, niet al
le te voorziene vraagstukken.
De voedselvoorziening.
Gezien het feit dat de bevolkingsvermeer
dering in het gedeelte van het land, waar
de vluchtoorden gelegen zullen zijn, onge
veer 10 pet. bedraagt, behoeft men als ge
heel gezien dus geen vrees te koesteren, dat
deze vermeerdering tot bijzondere moeilijk
heden bij de voedselvoorziening aanleiding
zal geven.
Men dient er op bedacht te zijn, dat het
vervoer in dien tijd min of meer ontwricht
kan zijn en dus onmiddellijke toevoer van
grondstoffen niet altijd mogelijk is.
Het rijksbureau voor voedselvoorziening in
oorlogstijd heeft dan ook nauwkeurig nage
gaan of er gedurende de eerste dagen in de
eerste levensbehoeften ter plaatse waar ge-
evacueerde bevolking zal worden onderge
bracht, kan worden voorzien. Dit na te
gaan klemt te meer, omdat, weliswaar de
geheele bevolking in het gebied, waar de
vluchtoorden gelegen zijn, slechts met 10 pet.
toeneemt, doch in sommige gemeenten de
bevolkingstoename tot 70 en 80 pet., in een
enkel geval zelfs 100 pet. bedraagt.
In het algemeen hebben de bakkers een
paar weken voorraad bloem en meel, zoodat
zelfs bij een totale verdubbeling van het
inwonerstal in een gemeente toch altijd nog
voor de eigen bevolking vermeerderd met
de geëvacueerde een week voorraad aanwe
zig is voor het bakken van brood. Niettemin
wordt voorbereid om op het eerste sein
bloem en meel te zenden van bepaalde de
pots uit naar de betrokken gemeente. De
Nederlandsche meelcentrale regelt dit.
Zooals bekend is heeft de regeering groote
hoeveelheden aardappelen aangekocht en
opgeslagen om in de moeilijke maanden ten
aanzien van de aardappelenvoorziening in
de groote steden gedekt te zijn.
Voor de voorziening met boter, margarine
en vleesch behoeft geen zorg te bestaan.
Bovendien zijn door het departement van
sociale zaken in een groot aantal Neder
landsche gemeenten busjes vleesch opgesla
gen en beschikt ook de Nederlandsche Vee
houderijcentrale zelf over een voorraad
blikvleesch. Deze centrale beschikt verder
over zoodanige voorraden varkensvleesch
en spek, dat terstond in een extra-behoefte
kan worden voorzien. Ook de melkvoorzie-
ning is verzekerd. Maatregelen worden ge
troffen, dat ook de voorziening van suiker,
koffie, thee, gist e.d. voor de geëvacueerde
bevolking gewaarborgd is. Als geheel gezien
(groene erwten, bruine-, witte boonen) be
hoeft voor peulvruchten geen enkele zorg te
bestaan.
Groenten zijn in zeer ruime mate aan
wezig, terwijl, gelet op de groote voorraden
van dit product, geen moeilijkheden te
wachten zijn wat rijst betreft.
Met voldoening kan dan ook geconstateerd
worden, dat de voedselvoorziening ook ge
durende de eerste dagen voor de geëvacu-
eerden zonder al te groote moeilijkheden
verzekerd is.
Om op alle eventualiteiten voorbereid te
zijn zullen z.g. voedseltransporten (nl.
auto's met brood, vetten, enz.) gereed ge
houden worden, welke van het eerste oogen-
blik van de evacuatie af gereed staan om
daarheen gezonden te worden waar b.v. een
groep geëvacueerden gestrand is.
De regeeringspersdienst meldt,
dat gistermiddag een tweetal vreem
de vliegtuigen, waarvan de nationa
liteit- niet kon worden vastgesteld,
zich boven het centrum des lands
hebben bevonden. Zij werden van
verschillende plaatsen uit door
batterijen luchtafweergeschut be
schoten. Bovendien zijn vliegtuig-
patrouilles opgestegen. Hierna heb
ben de vreemde vliegtuigen ons
rechtsgebied verlaten.
Gemiddeld 4.5 graad
te koud.
Gemiddeld over de 5 hoofdstations was in
Februari de ochtendtemperatuur 4.5 graad
benedén normaal, aldus meldt het K.N.M.I.
te De Bilt. De grootstè afwijkingen kwamen
voor op den 13den en den 28sten, respectie
velijk 16.5 graad beneden en 4.5 graad
boven normaal. De gemiddelde maximum
temperatuur was 4.5 graad en het gemiddel
de minimum 4 graden beneden normaal. Het
aantal ijsdagen (met een maximumtempe
ratuur beneden het vriespunt) bedroeg te de
Bilt 11 tegen 2 normaal, terwijl het- aan
tal vorstdagen (met een minimum beneden
het vriespunt) 20 bedroeg tegen 15 nor
maal De neerslag was in de verschillende
provincies 5 tot 40 pCt. beneden normaal. Te-
de Bilt werden 46 uren zonneschijn waar
genomen tegen 76 normaal.
Wat de strengheid van den winter 1939/
1940 betreft, is reeds vroeger medegedeeld,
dat men tot 1829/1830 moet teruggaan om
een kouderen winter aan te treffen. Ter ver
gelijking geven wij hier voor de drie win
termaanden de afwijkingen van de gemid
delde maandtemperaturen beneden nor
maal, volgens de waarnemingen van de Bilt
en Zwanenburg.
Dec. Jan. Febr. gem.
1939/1940 -1.6 gr. -7.2 gr. -4.0 gr. -4.3 gr.
4 1829/1830 -6.9 gr. -3.2 gr. -4.5 gr. -4.9 gr.
De wintermaanden zijn derhalve gemid
deld in 1829/1830 kouder geweest, waarbij
nog komt, dat de vorst in 1829 reeds half
November is begonnen, terwijl November
1939 warmer is geweest dan normaal.
In haar vergadering van gisteren heeft
de commissie van 't Haaff voor de veilig
heid ter zee, naar aanleiding van de
scheepsrampen van den laatsten tijd zich
ernstig beraden omtrent de mogelijkheid
den opvarenden meerdere veiligheid te
bieden, waarbij zij onder het oog heeft
gezien of deze door het in verband doen
varen van twee of meer schepen, dan wel
door middel van begeleidingsschepen kan
worden verkregen. Ernstige moeilijkhe
den van technischen aard verzetten zich
evenwel tegen uitvoering zoowel van den
eersten vorm als van den tweeden vorm
van beveiliging.
De commissie zal thans evenwel een
onderzoek instellen naar de mogelijkheid
van patrouilleering op een speciale, voor
een groot deel afgebakende route, door
een aantal kleinere schepen, waardoor
opvarenden verzekerd zullen zijn dat bij
een eventueel ongeval hulp steeds nabij
is. Mocht, deze oplossing aanvaard kun
nen worden, dan meent de commissie, dat
daarmee een zeer goede beveiliging zal
worden verkregen.
In een nota aan de Tweede Kamer naar
aanleiding van het verslag over het wets
ontwerp inzake het doen voortduren van
den afgekondigden Staat van Beleg, schrijft
de Minister van Defensie, dat ook naar het
oordeel van de regeering de vraag, aandacht
verdient, of de bevoegdheden, welke art. 37
van de Wet op den Staat van Oorlog en Be
leg verleent, onder meer ter bestrijding van
persexcessen, niet in eenigerlei vorm waren
toe te kennen tijdens den Staat van Oorlog.
Ten aanzien van het ontslag van den Op
perbevelhebben van Land- en Zeemacht, ge
neraal Reijnders, verwijst de minister naar
hetgeen de regeering inmiddels heeft geant
woord op de schriftelijke vraag van het lid
der Kamer den heer Van Poll. Het spreekt
na dat antwoord vanzelf, dat de ontslag
aanvrage van den Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht niet verband houdt met
de toepassing van de Oorlogswet. Anders
had de regeering niet mogen verklaren,
dat het verleenen van de verzochte inlich
tingen strijdig zou zijn met het belang van
den Staat, noch dat het hier betreft vragen
van militair beleid, „waarover in het open
baar geen gedachtenwisseling gevoerd en
zelfs geen aanduiding gegeven kan worden
zonder het Staatsbelang te schaden".
Uit dit antwoord is duidelijk, dat
het hier vragen van de hoogste orde
betrof, niet zaken, waarover men
gerust in het openbaar kan debat-
teeren.
Het is de regeering niet bekend, dat van
de bevoegdheden, welke de militaire autori
teiten krachtens den Staat van Beleg bezit
ten, misbruik wordt gemaakt en wel met
name tot het voeren van politieke actie in
het leger en tot het bestrijden hun onwelge
vallige politieke groepen.
ALGEMEENE VERGADERING VAN
„KERK EN VREDE".
Gistermiddag werd te Amsterdam de
zestiende algemeene vergadering gehou
den van de Vereeniging van Christen
anti-militaristen „Kerk en vrede".
Dr. M. van der Voet, de vice-voorzitter
wees er op, dat „Kerk en vrede", sinds de
oprichting der vereeniging, nog nooit in
zulke zware omstandigheden haar jaar
vergadering heeft gehouden. De vereeni
ging heeft betere tijden gekend. Maar op
richting en bloeitijdperk mogen Verband
gehouden hebben met een andere menta
liteit dan thans heerscht, „Kerk en vrede"
weigert zich een kind te noemen van een
bepaalden tijdgeest die vruchtbaar was
voor de vredesgedachte. Zij wil, ook in
dezen tijd, zij het dan met gedunde gele
deren, toonen, dat haar bestaansgrond
niet van tijdsomstandigheden afhankelijk
is, maar dat zij haar taak ziet in het ver
vullen van een roeping, welke door geen
verandering van omstandigheden te niet
gedaan kan worden. Het spreekwoord
„De tijden veranderen en wij met hen"
moge zijn stempel drukken op allerlei
practisch politieken arbeid, de religeuze
critiek, welke gegrond is in het gebod
Gods, heeft in alle omstandigheden haar
onvergankelijke waarde te toonen.
Het jaarverslag van den secretaris, dat
een ledental vermeldt van 5589, waaron
der 336 voorgangers en de rekening en
verantwoording van den penningmeester
met een eindcijfer van 11292,48 werden
goedgekeurd. Mevr. F. de Boervan
Iterson en ds. J. J. Buskes werden tot
leden van het hoofdbestuur herkozen.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De positie der Indië-vliegtuigen was gis
teren:
uitreis: Oehoe (von Weirother) te Ran
goon (3 Maart te Bandoeng verwacht); Wie
lewaal (van Veenendaal) te Alexandrië (6
Maart te Bandoeng verwacht);
thuisreis: Gier (Scholte) te Alexandrië (2
Maart te Napels verwacht); Emoe (Tepas)
te Rangoon (5 Maart te Napels verwacht).
NAGEKOMEN PREDIKBEURTEN.
HEILOO, 10 uur, ds. Prins van Wijngaar
den, van Alkmaar (veranderde opgaaf).
„AMELAND" EN DE „WADDENZEE"
ZITTEN OP EEN MOSSEL-
BANK.
Passagiers en post op Ameland
aangekomen.
Gistermiddag zijn passagiers en post
van de booten „Waddenzee" en „Ameland", 1
welke gistermiddag op twee kilometer af- 1
stand van Holwerd bij hun poging om van
Hol werd naar Ameland te varen, in het ijs
waren vastgeraakt, op het eiland aange- J
komen. Met een barkas zijn de passagiers
van de „Waddenzee" het eenige schip
dat reizigers vervoerde van boord ge
haald.
De schepen zijn door het in beweging
zijnde ijs op een mosselbank geschoven en
daar gestrand. In verband met den lagen
waterstand van het oogenblik er
heerscht oostenwind, waardoor de water
stand laag is en er is weinig verschil tus-
schen de getijden zijn de postbooten
niet vlot te krijgen. Er moet gewacht wor
den op wind uit westelijke richtingen en
hoog water, hetgeen nog geruimen tijd kan
duren. De bemanningen blijven aan boord.
Gevaar bestaat er niet, tenzij een sterke
ijsgang in de Waddenzee zou ontstaan.
CONFERENTIES
VOOR NIET-KATHOLIEKEN.
Men schrijft ons:
De tweede conferentie voor niet-katho-
lieken, die Donderdagavond in de katho
lieke kerk aan de Nassaulaan werd ge
houden, was weer zeer goed bezocht.
Nadat de inleider pater dr. C. Pauwels
nogmaals had gewezen op de mogelijk
heid om mondeling of schriftelijk vragen
te stellen, werd de vereering van Maria
behandeld. Deze vereering komt vele
niet-katholieken overdreven voor, doch
zij is dit niet. Het moge waar zijn, dat er
misschien wel eens een enkele katholiek
gevonden wordt, die bij de Mariaver-
eering niet de juiste maat in het oog
houdt, doch we moeten rekening houden
met de doorsnee-katholiek. Wanneer we
in een God gelooven, is het toch logisch
dat we een groote vereering moeten heb
ben voor de moeder.van God. Vandaar
dan ook, dat men in bijna alle kerken een
Mariabeeld of een Maria-altaar aantreft,
en in de huisgezinnen naast een kruis
beeld ook een Mariabeeld vindt, en dat de
Maria-feestdagen luisterrijk worden ge
vierd. Het is niet waar, dat door de ver
eering van Maria dë aandacht van Chris
tus wordt afgeleid. Allereerst wilde de
inleider verklaren wat de katholieken ge
looven ten aanzien van Maria, om daarna
te antwoorden op de verschillende be
zwaren. Wij gelooven dat Maria de moe
der van God is, die op aarde kwam en
voor ons mensch is geworden. Maria, die
een eenvoudige vrouw was en verloofd
was met den eenvoudigen ambachtsman
Jozef, werd op wonderbaarlijke wijze de
BEL AMI.
Harmonie.
Een bepaald Parijsch milieu anno 1900 als
achtergrond voor een film. Ruw geschat
tien hoofdpersonen, vijf vrouwen en vijf
mannen. Dat geeft precies vijf-en-twintig
combinaties. En veel daaronder blijft het
ook niet. Enkelen van hen getrouwd, maar
dat doet hier overigens weinig terzake. Het
verschil' tusschen de diverse verbintenissen is
alleen gradueel. In wezen zijn ze alle gelijk,
n.l. tijdelijk. Vandaag trouwen, morgen
scheiden, volgende week het opnieuw pro-
beeren met een anderad infinitum.
Eén favoriet. Bel Ami. Enfin, U kent het
versje natuurlijk. Zóó is het om een ge
meenplaats te gebruiken: onweerstaanbaar.
Getrouwd met de een, verliefd op een an
der, een rendez-vous met een derde, een
vierde in het verschiet. „Du hast Glück bei
den Frau'n, bel ami"zingt Parijs. En de
verbaasde toeschouwer, die even moet wen
nen aan die Duitsch sprekende Parijze-
naars, vraagt zich af, waar dat op uitloo-
pen zal met dezen bel ami, die niets méér
is dan dat. Geen nood, aan onzen chamanten
vriend gelukte het via de vrouw van een
krantenman carrière te maken in de „jour
nalistiek". En daardoor komt hij meteen
midden in de politieke arena terecht, weet
een minister te wippen, diens plaats in en
zijn dochter af te nemen. Maar na 24 uur
neemt hij al weer zijn ontslag. Zijn aller
nieuwste en allerbekoorlijke bevlieging (tot
nu toe) wil dat dus dat gebeurt. Bel-Ami
b lij f t Bel-AmiDe toeschouwer kan al
leen hopen, dat dit niet in alle opzichten
zoo zal zijn, want hij gunt de ministers
dochter de ongeschonden illusie van een
trouwen aanbidder graag.
Deze film, gemaakt naar het boek van
Guy de Maupassant, overdrijft. W i 1 ook
overdrijven. Bepaalde toestanden in bepaal
de milieu's in een bepaalden tijd persiflee-
ren. En slaagt daar ook in, voorzoover het
dan aan een buitenlandsche film, in het bi
zonder aan een Duitsche, ooit gelukt de ty
pische Fransche sfeer te teekenen. De sfeer
van al de Fransche films, die door het bui
tenland soms te benaderen is, maar niet te
reconstrueeren. Dat deze film desondanks
(en ondanks de handicap van het opval
lende verschil in taal) een film is geworden,
die velen zal amuseeren, is een verdienste
van Willy Forst en zijn tegenspelers en
-speelsters, die voor een vlotte vertolking
van de intrige zorg dragen.
Uit het voorprogramma noemen we: Het
Paramount- en het Profilti-journaal, een
„Kikker.idylle" (zoo heet het filmpje in
derdaad!) en een wérkelijke idylle, een
kleurensmyphonie, uitgevoerd door Para
mount.
STERREN GAAN NAAR HOLLYWOOD.
Victoria-Theater.
Nog geheel onder den indruk van de
prachtigste ijsrevue, die men zich denken
kan, een tooversprookje in de fijnste
kleuren, met ijs- erikunstrijtafreelen,
zooals men ze nog nimmer zag, verlieten
gisteravond de talrijke bezoekers het
Victoria-Theater, Met verwondering
vraagt men zich af, hoe het mogelijk is
zulke ijsballetten geheel in natuurlijke
kleuren aan de toeschouwers op de film
te laten zien. „Sterren gaan naar Holly
wood", met de International Ice-Follies
als de groote kunstenaars op de schaats,
zal ieder willen zien en nog eens zien,
omdat het een der mooiste films is, die
men genieten kan.
Larry Hall en Eddie Burgess zijn langen
tijd bekend geweest als een duo van
kunstrijders. Maar Larry wordt verliefd
op een jonge cabaretzangeres: Mary Mc.
Kay, die ook in het ijsnummer-wil optre
den. Larry droomt van een sprookjesach
tige revue op het ijs met Asschepoester
als middelpunt, doch zijn directeur wil er
niets van hooren en ontslaat het drietal.
Op bijzondere wijze komt Mary, die on
derwijl met Larry getrouwd is, in con
tact met een der groote mannen van Hol
lywood. Zij krijgt een contract en Larry,
die het succes van Mary niet in den weg
wil staan, gaat zijn eigen weg, terwijl
Mary onder den naam Sandra Lee een
ster wordt.' Doch ook Larry en zijn vriend
Eddie hebben succes. Zij slagen erin geld
te vinden voor de grootsche ijsrevue, die
aan de fantasie van Larry is ontsproten
en vieren in alle groote steden triomfen.
De twee geliefden vinden echter elkander
weer en de romance eindigt met de ijs-
filmrevue naar het sprookje van Assche
poester, met Sandra Lee in de hoofdrol.
Men moet dit hebben gezien om het naar
waarde te kunnen schatten.
Joan Crawford toont zich als actrice in
deze film van haar beste zijde. James
Stewart en Lew Ayres vormen een stel
prachtacteurs, maar tevens gaat de groote
bewondering uit naar de leiders der In
ternational Ice Follies Roy en Eddy Ship-
stad en' Oscar Johnson, die met het Al-
bertina Rasch-ballet wonderen hebben
getooverd. Men mag deze niet verzuimen.
Het voorprogramma bracht een paar
zeer mooie journaals, een interessante
sportfilm over tennis met Fred. Perry als
hoofdacteur en een aardige klucht van de
bekende kindergroep met Alfalfa aan het
hcofd.
KOUWE DRUKTE.
City Theater.
Het City Theater heeft de film va» de
vorige week geprolongeerd, zoodat er
opnieuw „kouwe drukte" wordt gegeven.
George Formby is daarvan het middel
punt en hij is een filmacteur van buiten
gewone beteekenis omdat hij nu eenmaal
een gezicht en een daarbij passende mi
miek heeft, die alle toeschouwers aan het
lachen kan brengen. Het is een film vol
dwaze tooneeltjes, die een beetje los aan
elkaar hangen, maar de hoofdfiguur wijkt
niet van het witte doek en daarom is er
altijd vroolijkheid en een spanningsvol af
wachten wat er nog meer zal gebeuren.
Als bediende van een fotograaf, als
reporter en vooral als scheidsrechter bij
een ijshockeywedstrijd is George Formby
hier in zijn element en hij weet de toe
schouwers voortdurend in de goede stem
ming te houden. In het meer ernstige deel
van deze film worden op de gladde baan
zeer fraaie opnamen van kunstrijders ge
geven.
Vooraf: veel nieuws uit binnen- en
buitenland, een screensong en een één-
acter over filmopnamen met zang en dans.
MR. MOTO OP HET EILAND
DES DOODS.
Roxy-theater.
Een detective-film in groot formaat, waar
in Peter Lorre als mr. Moto zich een
speurder eerste klas toont, zich nu eens uit
geeft voor een bekenden bandiet, wiens
naam alleen reeds vrees en schrik inboe
zemt, en dan weer een jacht ontketent op
diamantsmokkelaars, die een moeras als toe
vluchtsoord gebruiken en in hun zoo hoogst
oneervol handwerk niet terugdeinzen voor
moord. Verschillende telegrammen, verzon
den door of namens mr. Moto, blijken valsch
te zijn en slechts bestemd om hen, wier
daden hij zou moeten ontmaskeren, op een
dwaalspoor te brengen. Het komt zoo ver,
dat de politie geen vertrouwen meer stelt in
zijn hulp, welke door de regeering was in
geroepen, en een paar maal zien we mr.
Moto dan ook onder verdenking van mis
drijf gearresteerd. En onder dit alles door
houdt mr. Moto, zooals een goed detective
betaamt, oogen en ooren wijd open en stelt
zich op de hoogte van de geheimen van het
moeras, waar het volgens de volksmeening
„spookt'.', waarbij hij een goeden leidraad
vindt in de verhalen over een geheimzinni-
gen smokkelaar van een paar eeuwen gele
den, welke geschiedenissen ook aan de door
hem achtervolgde smokkelaars allerlei les
sen en wenken blijken te hebben gegeven.
De lezer begrijpt reeds, dat we hier geen
resumé kunnen geven van den inhoud van
deze film: de verwikkelingen zijn te talrijk
en het verband tusschen één en ander is niet
altijd even gemakkelijk aan te geven. Maar
we verzekeren onomwonden dat deze rol
prent voor alle liefhebbers van detective
verhalen zeer veel aantrekkelijks bevat. Zij
is vol actie en aan spannende, sensationeele
scènes is waarlijk geen gebrek.
Het spel van Peter Lorre in zijn succesrol
is weer van bijzondere kwaliteit.
Het voorprogramma geeft: een klucht,
waarin een man voor roover speelt in zijn
eigen huis; voorts een film over renpaar
den en dan geïllustreerd nieuws.
moeder van God. God schonk aan Maria,
die Hij tot Zijn moeder had uitverkoren,
de volheid van alle genaden en bewaarde
haar voor de smet der zonde die alle
menschen door den val van Adam heb
ben, en die wij erfzonde noemen. Maria
heeft dank zij de volheid der genaden
nimmer een enkele zonde gedaan, zoodat
er op haar leven geen enkele smet kleeft.
Ook gelooven wij, dat God Zijn moeder
in het werk der verlossing der menschen
heeft laten deelen, voor zoover dat na
tuurlijk voor een mensch mogelijk was.
Uitvoerig verklaarde pater Pauwels ver
volgens het nut om bij het bidden de
voorspraak van Maria in te roepen.
De bezwaren tegen de Mariavereering
werden op duidelijke wijze weerlegd. Het
is niet juist, dat de katholieken Maria, als
een soort God verheffen, hetgeen o. m.
ook wel duidelijk blijkt uit de litanieën,
waarbij tot Maria wórdt gebeden, bid
voor ons maar in die tot Jezus ont
fermt U over ons. Wel vereeren wij
Maria, die de Moeder van God is, maar
wij aanbidden haar niet. Haar voorspraak
bij Haar Zoon roepen wij echter gaarne
in. Het is ook niet juist om te beweren,
dat Maria de verlossing van Christus niet
noodig .had. Zelf heeft Maria gesproken
van haar Zaligmaker, en ook Maria is
door Christus verlost geworden.
Tot slot heeft pater Pauwels nog weer
legd, dat Maria nog meerdere kinderen
heeft, hetgeen zou moeten blijken uit het
feit dat in het Evangelie gesproken wordt
over de broeders en zusters van Christus.
Het Evangelie is twintig eeuwen geleden
geschreven en beschrijft den toestand
zooals die toen was onder de joden. Men
hechtte toen meer aan familiebanden, dan
aan gezinsbanden, en met de broeders en
zusters van Christus in het evangelie
worden neven en nichten bedoeld. Aan de
hand van verschillende teksten w?rd dit
duidelijk aangetoond. Zeker is het dus
dat Maria altijd maagd is gebleven.
Met een opwekking om ook de volgen
de conferentie te bezoeken werd besloten.
OUDERAVOND TE NOORDSCHARWOUDE.
In een der lokalen Van de openbare
school werd Woensdagavond een ouder
avond gehouden. De voorzitter, de heer J.
Heidsma, opende de vergadering, welke door
een 50-tal personen werd bijgewoond met
een hartelijk woord van welkom.
Hierna deed de heer Mallekote, het hoofd
der school, eenige mededeelingen, o.m. over
een ontvangen brief van een commissie voor
het organiseeren van schoolreisjes. Deze
commissie wilde gezamenlijk met verschil
lende scholen voor de hoogste klassen een
reisje naar Maastricht, Nijmegen of Wal
cheren organiseeren. Na eenige besprekingen
besloot men hierop niet in te gaan en zich
bij de oude schoolreisjes te houden.
Hierna heeft de heer Bierman, onderwij
zer aan de school, een lezing gehouden over
het onderwerp „De betere school", waarin
spr. de onderwijsvernieuwing besprak. Hier
aan dient echter ook de regeering mede te
werken door vermindering van het klasse
gemiddelde en de opleiding der onderwijzers
meer in dien geest te leiden. De school moet
meer aansluiten bij het kinderleven en bij
het geven van onderwijs dient men zich af
te vragen, wat het leven vraagt. Spr. heeft
eenige stukjes voorgelezen uit de schriften
voor vrij werk, waarvoor in zijn klas de ge
legenheid wordt gegeven.
Na de pauze heeft de heer Mallekote ge
sproken over „Tucht".