Haansteen
<v
De evacuatie van den veestapel
200.000 stuks rundvee moeten worden
afgevoerd.
Het grootste deel wordt
ingeblikt.
En weer: Schending van
Heder anasch rechts-
*yeoied.
Groninger kustvaarder
behouden thuis.
Bommen vielen in de
nabijheid.
21 jarig meisie verdwenen.
Ondergang van de „Ida".
VA"*'-"6
Correct optreden van
een Duitsche
duikboot.
Drie
kinderen door
iis gezakt.
Twee verdronken.
het
üeuiUetan
Veilighe
voo
De aanslag
TWEEDE BLAD.
EVA CU A TIEPROBLEMEN
Wij eindigen deze artikelenreeks
met eenige mededeelingen over de
evacuatie van het vee uit de te
ontruimen gebieden.
Met de voorbereiding en eventueele uit
voering van het wegvoeren van het vee uit
die gebieden, welke in bepaalde omstan
digheden ontruimd moeten worden, is door
de ministers van defensie en economische
zaken belast het Bureau Ontruiming, het
welk een onderdeel is van het onder leiding
van den regeeringscommissaris ir. S. L. Lou-
wes staande Rijksbureau Voedselvoorzie
ning in oorlogstijd.
Onder dit bureau ressorteeren vijf in
specteurs, die ieder in hun ressort deze vee
evacuatie voorbereiden en daartoe overleg
plegen met de betrokken militaire autoritei
ten en de respectieve burgemeesters.
In elke evacuatie-gemeente is door den
óminister van economische zaken 'n plaatse
lijk leider aangesteld, die in overleg met
den inspecteur de noodige voorbereidingen
treft. Onder hem Staan weer buurt- en
groepsleiders, terwijl tenslotte voor elke
10 koeien een verzorger is aangewezen.
Het vee, dat op de boerderij door den
staat van de betrokken landbouwers wordt
overgenomen, zal in kleine groepen en, op
dat zij militaire transporten en den afvoer
van burgerbevolking zoo weinig mogelijk
hinderen, zooveel mogelijk langs binnenwe
gen worden afgevoerd naar afvoerhavens of
doorvoerplaatsen, waar met de leiding ter
plaatse belast zijn lading- en voedingsmees-
ters, en waar, evenals laadhavens kracht
voer gereed ligt voor het vee, dat daar en
kele dagen moet blijven. Eveneens is ge
zorgd voor voedsel en onderdak voor de
verzorgers, met behulp van de medewer
king verkregen van verschillende plaatse
lijke organisaties. Het vervoer van het vee
van de afvoerhavens naar de uitlaadhavens
geschiedt door de zorgen van de directie
van. den etappen- en verkeersdienst.
Na aankomst van het vee op de
plaats van bestemming (ten deele
het abattoir, doch de capaciteit
hiervan is uiteraard beperkt).
Wordt het ingekwartierd in stal
len, welke nu reeds geïnventari
seerd zijn, waarna ook dit vee naar
de abattoirs gaat en wordt inge
blikt.
Voor dit inblikken worden vleeschwaren-
en groentenconservenfabrieken ingescha
keld.
Het af te voeren is nu reeds nauwkeurig
geregistreed en getaxeerd, teneinde een
herstel in den ouden toestand mogelijk te
maken zoodra hier de gelegenheid voor is.
De stieren en het aan besmettelijke ziek
ten lijdende ve worden ter plaatse geslacht
en niet afgevoerd. Bijzondere maatregelen
zijn door een speciale commissie getroffen
voor het stamboekvee. Dit zal niet worden
afgemaakt maar met speciale zorg vervoerd
worden naar bijzondere stallen. Het moet
n.l. later weer dienen bij den her-opbouw
van den veestapel in de verlaten gebieden.
Varkens worden niet geëvacueerd. Dit
brengt te veel moeilijkheden met zich me
de. Een uitzondering wordt gemaakt voor
fokvarkens. Ook het pluimvee wordt niet
geëvacueerd.
De paarden worden ter beschikking van
den burgemeester gesteld om behulpzaam te
zijn bij de evacuatie van de burgerbevol
king, daarna worden ze door het bureau
ontruiming afgevoerd.
Getallen.
Om eenig idee te geven van den omvang
van de organisatie mogen op de volgende
getallen gewezen worden.
Het aantal stuks eventueel af te voeren
rundvee bedraagt pl.m. 200.000 d.w.z. er
zijn bjj de uitvoering ongeveer 20 000 ver
zorgers betrokken, benevens een paar hon
derd plaatselijke leiders, buurt- en groeps
leiders, die geïnstrueerd moeten worden ge
maakt om als elegitimatie bewijzen, spoor
kaartjes etc. opdat zij zich zonder noode-
loos ongemak na het wegbrengen van het
vee bij hun inmiddels geëvacueerde gezin
nen kunnen voegen.
Het betreft hier ongeveer 20,000 bedrij
ven en bedrijfjes, welke dus geregistreerd
moeten worden en waar getaxeerd is.
Iedere bij de evacuatie betrokken boer
weet thans de plaats, waarheen zijn vee
gaat, evenzeer mag met voldoening gewag
worden gemaakt van de groote medewer
king van alle bij de evacuatie betrokkenen.
Vliegtuigen boven
ons land.
De regeeringspers'dienstmeldde
Zaterdag het volgende:
Ter aanvulling van het bericht be
treffende de beide vreemde vliegtui
gen, welke zich Vrijdag om het
middaguur boven het centrum des
lands hebben bevonden kan worden
medegedeeld, dat óp grond van
nader binnengekomen gegevens met
zekerheid is komen vast te staan, dat
één der beide vliegtuigen de Duitsche
nationaliteit bezat.
Behalve de beide vliegtuigen, die
boven Utrecht werden waargenomen,
is op Vrijdag te 4.15 uur 's namiddags
een Engelsch vliegtuig binnen Neder-
landsch territoriaal gebied bij Vlie
land gesignaleerd.
Dit vliegtuig verwijderde zich na
beschieting van den grond af buiten
Nederlandsch rechtsgebied.
Zaterdagochtend tusschen 9.15 en
10.00 uur heeft een Duitsch vliegtuig
de provincie Groningen overvlogen.
Het werd boven Woldendorp, Appin-
gedam en Slochteren waargenomen.
Vastgesteld is, dat naast het balken-
kruis de letter D voorkwam.
Voorts heeft zich Zaterdagochtend
tmstreeks 10 uu. een Duitsch vliegtuig
boven den Moerdijk bevonden en een
ander boven Beierland.
Na beschieting door luchtdoelartil
lerie verwijderden deze vliegtuigen
zich.
Zoowel te Londen ten aanzien van
het Engelsche vliegtuig, als te Ber
lijn ten aanzien van de Duitsche vlieg
tuigen zal geprotesteerd worden.
Het Nederlandschè motorschip „de Ruy-
ter", thuisbehoorende te Scheveningen, is
gistermiddag op weg van Engeland naar
Antwerpen, te Vlissingen aangekomen.
De kapitein, de heer G. de Ruiter, heeft
het cargadoorskantoor J. G. Mulder te Gro
ningen gerapporteerd, dat in den nacht van
Zaterdag op Zondag op de Noordzee bom
men uit vliegtuigen van onbekende nationa
liteit zijn geworpen, welke in de nabijheid
van het schip terecht kwamen. In de buurt
van de „Ruyter" bevonden zich ook het Ne-
derlandsche motorschip „Nottingham" en
het Nederlandsche motorschip „Friso". De
twee schepen waren eveneens op weg naar
Nederland. De vliegtuigen vlogen op 70 tot
100 meter.
De heer de Ruiter bevond zich in de ka
juit toen hij een ontploffing hoorde. Hij snel
de naar boven en zag toen het vliegtuig,
waarvan hij de nationaliteit niet kon vast
stellen. Even later volgde een tweede ont
ploffing, spoedig gevolgd door een derde,
veroorzaakt door een bom, welke achter
zijn schip was terecht gekomen.
De ontploffingen hebben geen schade
aangericht. Niemand werd gedeerd. De „De
Ruyter" zou heden de reis naar Antwerpen
voortzetten.
BEGRAFENIS JOHAN BRAAKENSIEK.
Onder groote belangstelling is Zaterdag
middag op Zorgvlied het stoffelijk overschot
van den teekenaar-schilder Johan Braa-
kensiek ter aarde besteld. In de aula heeft
prof. Huib Luns, als voorzitter van Arti et
Amicitae het woord gevoerd. Hij wees op
het werk van Braakensiek als journaljist-
teekenaar, wiens prenten door de massa
werden begrepen en die de moraliteit in
publiek- en volkenrecht steeds hebben vol
gehouden.
De heeT Jordaan sprak namens de Groene
Amsterdammer. Nederland heeft Braaken
siek zoo zeide hij geëerd en liefgehad
Hij was een baanbrekend kunstenaar, met
een schitterend vakmanschap hetgeen blijkt
uit het feit dat hij een halve eeuw als tee
kenaar de eerste plaats bezette. Tenslotte
spraken de heeren Bobeldijk en Doornbos
als vrienden der familie Braakensiek.
Een dochter dankte vervolgens voor de
belangstelling.
LEIDER VAN DE AMBULANCE NAAR
FINLAND BENOEMD.
De ambulance-commissie van het Neder
landsche Roode Kruis heeft, daartoe gerech
tigd door het dagelijksch bestuur in haar
vergadering van Zaterdag 2 Maart, benoemd
tot leider van de ambulance naar Finland
den heer F. H. Meihuizen, arts te Rotter
dam, die deze benoeming heeft aanvaard.
AANVARING OP DEN NIEUWEN
WATERWEG.
Vrijdagnacht heeft op den Nieuwen Wa
ter veg ter hoogte van de Vlaardingsche
kunstmestfabriek een aanvaring plaats ge
had tusschen het Duitsche s.s. „Chios" en
het Britsche s.s. „Melito". De Chios kwam
den Waterweg binnen op weg naar Rotter
dam, waar de lading gelost moest worden.
Het Engelsche s.s. „Melito" was uitgaand
met een lading stukgoed. Het weer was
helder en het zicht goéd; zoodat vermoed
wordt, dat de kapiteins van beide schepen
elkaar verkeerd begrepen hebben, want
met vrij groote vaart voeren ze op elkaar
in. De schepen werden vrij ernstig bescha
digd aan den voorsteven. De Chios kon zijn
reis naar Rotterdam voortzetten en nam lig
plaats in de Waalhaven, de Melito had zoo
danige schade opgeloopen dat het schip naar
Rotterdam moets terugkeeren, waar het in
de Jobshaven voor anker ging,
BRANDENDE BALLON GEDAALD TE
HOORNAAR,
Vanochtend werd- boven de gemeente
Noordeloos een sperballon waargenomen,
welke werd begeleid door een Nederlandsch
vliegtuig. ,-c".
Boven den polder Grootewaard steeg
plotseling een rookpluim uit den kabel
ballon, welke in de gemeente Hoornaar
brandend daalde. Een gedeelte van den bal
lon was reeds terecht gekomen in den tuin
van het postkantoor. Vermoed wordt, dat de
ballon door het vliegtuig, -dat hem bege
leidde is beschoten.
DEELNEMER AAN STILLEN OMGANG
VERDRONKEN.
Zondagochtend, na afloop van den stillen
omgang, begaf een 56-jarig inwoner van
Budel (N.B.) die aan de bedevaart had deel
genomen, zich i aar het koffiehuis van de
Noord- en Zuidhollandsche Tramweg Mij.,
tegenover het Centraal Station. Hij nam
plaats op het terras aan het water. Door on
verklaarbare oorzaak men vermoedt, dat
de man op een gegeven oogenblik achteruit
is geloopen geraakte hij te water en ver
dween in de diepte. Toen de drenkeling na
eenigen tiid was opgehaa.ld, bleken de
levensgeesten geweken.
Zwitsersche ambulance vcor Finland. -
Gistermiddag is de Zwit'ser'sohe ambulance
voor Finland met den Parijschen trein op
doorreis in ons land aangekomen. De leider,
dr. Nicole, is reeds in Stockholm om de noo
dige voorbereidingen te treffen.
Sinds Woensdag niet
teruggekeerd.
Woensdagavond heeft het. 21-jarige
meisje Theodora Goosens, dat bij een fa
milie aan de veemarkt te Breda in dienst
was, het huis van haar patroon verlaten
om eenboodschap te doen. Sindsdien - is
het meisje spoorloos. Men tast volkomen
in het duister omtrent haar lot.
Op 1 Maart zou zij haar betrekking
verlaten. Woensdagavond vroeg zij aan
den heer des huizes of zij even een bood
schap mocht doen, hetgeen hij goed vond.
Zij keerde dien avond niet terug. Men
vond dit wel vreemd, maar zocht er niets
achter. Het meisje stond goed bekend. Men
hield rekening met de mogelijkheid dat zij
zich ergens was gaan presenteeren en dat
zij daarover met haar ouders, die in Zun
dert wonen, wilde spreken. Ze had haar
fiets meegenomen. Toen Theodora den vol
genden dag niet bij de familie in Breda
terugkeerde, stelde men een onderzoek in.
Het bleek, dat zij niet naar huis was ge
gaan. Aangezien men vermoedde, dat haar
een ongeluk was overkomen, heeft de poli
tie in de singels gedregd, evenwel zonder
resultaat.
De bemanning te
Rotterdam.
Met het s.s. „Batavier II", dat Zaterdag
middag te Rotterdam arriveerde, is de uit
drie leden bestaande bemanning van het
motorschip „Ida", dat op 26 Februari j.l.
nabij Engeland verging, in het moeder
land teruggekeerd. De kapitein is nog in
Engeland.
De „Ida" was een Groningsch motor
schip, dat slechts zelden naar Holland
kwam Het voer regelmatig tusschen de
verschillende Engelsche havens. Op de
laatste reis was het bijna 200 ton metende
schip op 24 Februari met- een lading van
130 ton oud ij-zer uit Plymouth vertrokken
naar Adrosson op de westkust van Schot
land. Op 26 Februari des nachts twee uur
ging plotseling een hevige schok door het
schip, met het gevolg, dat het eensklaps
zwaar begon te trillen. Er werd een schui
vend geluid gehoord en de kapitein, die
alleen cp de brug stond, begreep, dat de
„Ida" een onder water liggend voorwerp
moest hebben geraakt.
Uit de machinekamer kwam de mede-
deeling dat het schip lek was gestooten.
Het bleek, dat de „Ida" zich juist in een
zeer diep zeegedeelte bevond, want er
werd geen grond gepeild. Het was dan ook
een raadsel, wat het voorwerp, waarop het
schip was lek gestooten, geweest was Een
mijn had de kapitein niet gezien en er was
geen reden om aan te nemen, dat er een
scheepswrak of een duikboot in de buurt
was. Toen men in de sloep ging bevond
men zich 36 mijl uit de-kust.
De „I-da" zonk langzaam weg. Het schip
bleek niet meer te redden. Om drie uur
verdween het onder den waterspiegel. De
schipbreukelingen zetten toen de zeilen
op om te trachten met den vrij sterken
zuidwestenwind de kust van Wales te be
reiken.
Na een moeilijke reis is dit gelukt. Om
twaalf uur 's middags kwam de sloep te
Saint David aan land.
t it I C A W
Men meldt ons van welingelichte
Zijde, dat op 17 Februari jl. op 300 mijl
bewesten de Scilly-eilanden het Neder
landsche s.s. „Soestërberg", geladen met
mais voor de Nederlandsche regeêring,
door een Duitsche onderzeeboot werd
aangehouden. Nadat de eerste stuurman
zich met de papieren naar de duikboot
had begeven en deze waren nagezien,
werden hem nog enkele nadere vragen
gesteld. Hierna werd medegedeeld, dat
het schip de reis kon vervolgen.
Aangezien het hier een schip betreft,
in dezelfde omstandigheden verkeeren-
de als het getorpedeerde stoomschip
„Burgerdijk", wordt het te bevoegder
plaatse als een eisch van billijkheid
tegenover de Duitsche marine en dege
nen die hare gedragslijn bepalen, aan
gemerkt, dat ook aan dit voorval, waar
bij de duikboot zich geheel volgens de
hierbij geldende maatstaven heeft ge
dragen, openbaarheid worde gegeven.
WACHTMEESTER-ADMINISTRATEUR
NAM STEEKPENNINGEN AAN.
De militaire politie te Den Haag heeft een
bij het algemeen paardendepot op Houtrust
gedetacheerden wachtmeester-administra
teur gearresteerd.
Van begin December tot ongeveer media
Januari heeft deze wachtmeester van een
groentehandelaar uit Wateringen, die in den
Haag een aantal filialen heeft, steekpennin
gen aangenomen voor een totaal bedrag van
ongeveer 400. De leverantie van groenten,
die wekelijks betaald werden en dié voor
een bepaalde periodee bij inschrijving wer
den toegewezen, waren van dien omvang,
dat de groentehandelaar den wachtmeester
elke week op den betaaldag 25 overhan
digde. Hij was bang voor concurrentie en
zooals hij de politie bij zijn verhoor mee
deelde, ging hij van het standpunt uit:
„voor wat, hoort wat". Tegen den groente
handelaar is proces-verbaal opgemaakt, ter
wijl de wachtmeester voorloopig in bewa
ring is gesteld
Gistermorgen zijn te Zalk (O.) drie kin
deren door het ijs gezakt,'dat zich in den
nacht van Zaterdag op Zondag op de Kleine
Ank bij het stoomgemaal te Aassum had ge
vormd. Het ijslaagje was zeer dim. Twee kin
deren uit het gezin van der Stouwe, een
jongen van negen en een meisje van tien
jaar zijn verdronken. Hun speelmakkertje,
een kind van dén landbouwer Lans, kon
worden gered. Omtrent het noodlottig onge
luk wordt nader gemeld, dat de elfjarige
Dirk, zijn tienjarig zusje Mina, kinderen
van den landbouwer Jan van der Stouwe,
en de negenjarige Jan, zoontje van den
timmerman Lans, allen wonende te Loe-
lucht bij Zalk, zich gistermorgen op het on
geveer vier centimeter dikke ijs hadden be
geven. Het ijs was niet sterk genoeg om de
kinderen te dragen. Toeh zij ongeveer drie
meter van den kant waf en, zakten zij" er.
door. Het meisje schoof onder het ijs, de
"beide jongens wisten het hoofd bovén te
houden.'Op hun hulpgeroep snelde "de.land
bouwer Piet Lans, een oom van Jan Lans,
toe. Hij begaf zich ook op het ijs en geraak
te eveneens te water. Desalniettemin wist
hij zijn neefje op den wal te duwen, zelf
kan hij den kant evenwel niét bereiken. In
middels waren een landbouwer en de vader,
van de kinderen van der Stouwe op het
hulpgeroep komen toeloopen. Het gelukte
hun P. Lans en de beide kinderen op den
wal te brengen.' Bij de beide kinderen kon
slechts den dood worden geconstateerd.
ITALIAANSCHE KOLENSCHEPEN
NAAR ROTTERDAM
TERUG.
Zaterdagmorgen vroeg zijn vier Italiaan-
sche schepen, die te Rotterdam Duitsche
kolen hadden ingenomen, vertrokken. Het
zijn de stoomschepen Liana,' Orata, Numidia
en Felce. In verband met de Engelsche
contrabandemaatregelen, die met ingang
van middernacht waren ingegaan, hebben
de kapiteins van alle schepén bij het passee-
ren van Maassluis echter opdracht gekregen
naar Rotterdam terug te keeren. Omstreeks
twaalf" uur Zaterdagmiddag kwamen" "de
schepen in Rotterdam terug, waar zij. lig
plaats hebben genomen in de Waalhaven.
Zij zullen daar wachten op'instructies. Wan
neer de schepen thans zullen vertrekken
is niet bekend.
DOOR W1LKIK COLLINS
NEDERLANDSCHE BEWERKING
VAN A. A. HUMME Jr.
31)
„Laat ik u dan vertellen, mijnheer Bruff,
dat mijnhelr Godfrey Ablewhite nog gein
twee uur geleden in dit huis was en dat juf
frouw Verinder zelf zijn onschuld, wat be
treft de verdwijning van den Maansteen
heeft bekend gemaakt".
Het deed mij onuitsprekelijk genoegen te
zien, dat mijnheer Bruff door mijn woorden
geheel uit het veld scheen geslagen.
„Als Rachel dit gezegd heeft juffrouw
Clack, kan ik niet anders verklaren, dan dat
ik evenzeer van zijn onschuld overtuigd ben
als u. Ik heb mij door den schijn laten be
driegen en ik zal dit onrecht herstellen, door
in het vervolg dezen laster te weerleggen,
wanneer er in mijn bijzijn over wordt ge
sproken".
Na dit gezegd te hebben, nam de advocaat
zijn paperassen op, waarna wij ons zwij
gend naar lady Verinder's kamer begaven.
HOOFDSTUK IV.
De onderteekening van het testament nam
veel minder tijd in beslag, dan ik had ge
dacht en toen mr. Bruff weer4 vertrokken
was, zei mijn tante, op het testament terug
komend: „Je moet niet denken, dat ik jou
vergeten heb, Drusilla. Ik was van plan, je
het jou toegedachte legaat persoonlijk te
geven".
Dit was een prachtige gelegenheid, die ik
niet ongebruikt voorbij wilde laten gaan,
met andere woorden, ik deed direct mijn
tasch open en haalde er het bovenste boek
uit.
„Als u dit met aandacht wilt lezen, lieve
tante, heeft u mij alles gegeven, wat ik van
u wensch", zei ik, haar het boek overrei
kend, dat ik had opengeslagen bij een zeer
welsprekend hoofdstuk.
De arme lady Verinder, die gedachteloos
tegen de kussens van haar divan leunde,
schijnbaar in verlegenheid gebracht terug.
„Ik vrees, Drusilla", zei ze, „dat ik moet
wachten, tot ik wat beter ben, voordat ik
dat kan lezen. De dokter heeft mij juist
verteld, dat mijn toestand vandaag minder
goed is".
„Misschien voelt u zich straks weer beter,
of u zoudt morgenochtend kunnen ontwa
ken met het gevoel, dat u iets mist en dan
zou dit boekje die leemte kunnen vullen.
Ik zal het dus maar hier laten, tante. De
dokter kan daar toch geen bezwaar tegen
hebben".
Met deze woorden schoof ik het halver
wege onder de kussens, dicht bij haar zak
doek en reukfleschje, zoodat haar hand, in
dien zij een dezer voorweipen zocht, met
het boek in aanraking moest komen en wie
weet, zou het tenslotte een snaar in haar
gemoed beroeren. Het leek mij nu verstan
dig, haar met haar gedachten alleen te la
ten en ik nam afscheid met de belofte, den
volgenden dag terug te komen.
Ik ging eerst nog even naar de biblio
theek, waar ik op tafel twee boeken zag
liggen, zoogenaamde lichte lectuur, die ze
ker door den dokter waren aanbevolen en
die ik dan ook onmiddellijk door twee van
mijn meegebrachte werken aan het oog
onttrok. In de ontbijtkamer stond de kooi
met de kanarie, die mijn tante zelf gewoon
was te verzorgen. Ik legde een boek tus
schen het vogelzaad en vervolgde zoo mijn
weg door de verschillende kamers. Ten
slotte had ik nog één boek over en de bad
kamer was de eenige kamer, waar ik nog
niet was geweest. Een innerlijke stem zei
mij, niet terug te deinzen en ook hier het
zaad uit te strooien. Ik zag een peignoir
over een stoelleuning geworpen en daarin
een zak,' waarin ik nu mijn laatste boek
stopte.
Nu kon ik naar huis gaan, een rustig en
tevreden mensch, overtuigd dat ik in het
huis van mijn rijke tante den waren rijk
dom had gebracht.
Den volgenden middag keerde ik terug,
met de bedoeling naar den toestand van
mijn tante te informeeren en op den inge
slagen weg voort te gaan, en hoorde van
Samuel, den bediende, dat zij een onrusti-
gen nacht had doorgebracht en nu probeer
de, wat te slapen. Ik liep voorzichtig de trap
op, naar de zitkamer en wilde juist hier
binnengaan, toen er'op de voordeur werd
geklopt. Ik had geen tijd meer om in de bi
bliotheek te gaan, waar ik veronderstseld
werd te zullen wachten, doch bedacht, dat
dit van geen belang zou zijn, aangezien mijn
tante toch geen bezoek ontving. Het bleek
echter een bevoorrecht persoon te zijn, die
eveneens zijn weg naar boven nam, zoodat
ik niet beter wist te doen dan een zijver
trek in te gaan, dat in verbinding stond
met een zitkamer en daarvan door gordij
nen kon wórden afgescheiden. Ik trok deze
gordijnen dicht en verwachtte, dat de be
zoeker, waarschijnlijk de dokter of mijn
heer Bruff, niet langer dan vijf minuten zou
hoeven te wachten alvorens bij de patiënte
te worden geroepen. Ik had mij hierin ech
ter vergist en hoorde hem rusteloos heen en
weer loopen en in zichzelf praten. Toen ik
de zware gordijnen een weinig op zij schoof,
hoorde ik hem zeggen: „Vandaag zal ik het
doen", en de stem, die ik hoorde, was van
mijnheer Godfrey Ablewhite.
HOOFDSTUK V.
Ik het verschrikt het gordijn los. Wat zou
hij van plan zijn? Zou hij ons in den steek
laten met onze Kleeding voor Moeders, of
zich uit het comité terugtrekken? Deze
twijfel werd zoo ondragelijk, dat ik juist
van plan was uit mijn schuilplaats te voor
schijn te komen om hem te smeeken, uit
uit naam van alle dames-comité's in Lon
den, zich nader te verklaren, toen ik een
tweede stem in de kamer hoorde, die mij
onaangenaam in de ooren lonk die van
Rachel Verinder.
„Waarom ben je hierheen gekomen, God
frey?" vroeg zij. „Waarom ben je niet in de
bibliotheek gegaan?"
Hij lachte en antwoordde: „Juffrouw
Clack zit in de bibliotheek".
„Clack in de bibliotheek!" Zij ging met
een op den divan zitten. „Je hebt gelijk,
Godfrey. Dan kunnen we beter hier blij
ven". .j
Ik begon het benauwd te krijgen. Na wat
ik juist gehoord had, was het onmogelijk
om mij te vertoonen en ik kon mij evenmin
verwijderen, daar er, behalve den schoor
steen, geen anderen uitweg bestond.
„Ga niet naast mij zitten, Godfrey, maar
neem een stoel", zei Rachel. „Ik zie de men-
schen graag tegenover mij, wanneer ik met
hen spreek".
Hij voldeed aan dit verzoek en nu kon ik,
door een kier, precies zijn gezicht zien,
waarop ik, tot mijn afschuw, dezelfde yer-
heerlijkte uitdrukking zag, waarmede hij
in Exeter Hall, ten bate van duizenden on
gelukkige medeschepselen, zijn pleidooi
hield en waardoor hij mij vóór zich had "ge
wonnen. Natuurlijk kon zij evenmin weer
stand aan hem bieden en rfti begreep ik de
beteekenis van de woordèn, die hij zich had
laten ontvallen, toen hij zich alleen waan-
de.-
„Heb je onze afspraak vergeten, God
frey? De laatste maal, dat wij elkaar al
leen spraken, in onzen tuin in Yorkshire,
hebben we toch afgesproken, dat Wij niet
meer dan neef en nicht voor elkaar zouden
zijn".
„Ik vergeet die 'afspraak iederen keer dat
ik je zie, Rachel".""
„Kom dan maar niet meer hier".
Wordt vervolgd.
TWEEDE
Maatregele
Staatsblad no
1 Maart 1940 tot
besluit. Onder
een nieuwe bijla
als titel: „bijzond
gende oorlogsomsl
o.m. bepaald, dat
1. Aan boord
of meer reddingsl
voorzoover deze
artikel 58 van he
een boot voorzien
oliemotor van volde
stuwingswerktuig
te sleepen.
Dit voorschrift
schepen, welker
de Oostzee, de N(
grensd door de
en lands end-kaa
2. Aan boord
giersschip zijnde,
schrevene in artike
sluit, reddingvlotter
zijn naar den vet
eerste 10 opvare
volgende 20 op va
volgende 2 opvar
de overigen voer
vendien moeten
ten minste 25
aan boord zijn.
Aan boord van
boven het voorges
56 en 57 van het
vlotten of sloepen
drijvende toestellei
van het aantal opvi
de vlotten en sloep
opdrijven.
Aan boord van
het aantal redding
artikel 54 van het
tal reddinggordels
komende met 25
den aan boord
50 van het aanti
van schepen, geen
De kapitein, die
militair vliegtuig
moet daaraan onn
tevens de aart uit
is verboden, wanr
of onderzeeboot in
zaak koers en/of
varen is verboden
de radiotelegraaf
in Nederland, noc
landsche vlaggen
tenlandsche havens
plaatse is voorgesch
De kapitein van
verplicht vóór het
ven, voordat geva;
nengevaren, een
waarbij de booten
draaid en zoo nood
gevierd, en de pass
aangetrokken redd
moeten plaats nem<
Voorts beval de
schriften met betri
van schip en rede
latie, de plichten
schriften van tech
Dader
gea
Door een z
door de ople
woordigheid
Haagsche ree
geslaagd de
aanslag op me
te Soesterberg
Omstreeks zes
twee in burger
agenten in de bos
Nieboerweg te D<
grond liggen sla;
"wakker, waarop
te keer ging en v<
glaasjes bier hau
uitsliep en naar
De agenten wie
Leeuwenkamp, de
bekend was, meer
den aangehouden n
Naar zijn naam
een anderen naam
den man meenam
Duinstraat.
Hij weigerde da
woord te geven, w
werd en de politie
hem vond, waarin
beidsbeurs in Ame
fen, ten name van
na deze vondst we
verklaren.
Hij werd hierna
hoofdbureau van
eele dienst C, in teg
hoofdcommissaris i
G. van der Mey er
Pool hem een voo
Tijdens dit verh
praten gegaan, doe
wijze, dat men uit
wijs kon. Tenslotte
kamp te zijn, doch
dat hij den aanslag
niet. Leeuwenkamj
Soest gesteld.
Militair met zij
dagmiddag is in de
de 22-jarige militah
het remmen met zij
vallen. Met een he
ernstige hoofdwonde
hospitaal overgebrac