Haansteen <v De evacuatie van den veestapel 200.000 stuks rundvee moeten worden afgevoerd. Het grootste deel wordt ingeblikt. En weer: Schending van Heder anasch rechts- *yeoied. Groninger kustvaarder behouden thuis. Bommen vielen in de nabijheid. 21 jarig meisie verdwenen. Ondergang van de „Ida". VA"*'-"6 Correct optreden van een Duitsche duikboot. Drie kinderen door iis gezakt. Twee verdronken. het üeuiUetan Veilighe voo De aanslag TWEEDE BLAD. EVA CU A TIEPROBLEMEN Wij eindigen deze artikelenreeks met eenige mededeelingen over de evacuatie van het vee uit de te ontruimen gebieden. Met de voorbereiding en eventueele uit voering van het wegvoeren van het vee uit die gebieden, welke in bepaalde omstan digheden ontruimd moeten worden, is door de ministers van defensie en economische zaken belast het Bureau Ontruiming, het welk een onderdeel is van het onder leiding van den regeeringscommissaris ir. S. L. Lou- wes staande Rijksbureau Voedselvoorzie ning in oorlogstijd. Onder dit bureau ressorteeren vijf in specteurs, die ieder in hun ressort deze vee evacuatie voorbereiden en daartoe overleg plegen met de betrokken militaire autoritei ten en de respectieve burgemeesters. In elke evacuatie-gemeente is door den óminister van economische zaken 'n plaatse lijk leider aangesteld, die in overleg met den inspecteur de noodige voorbereidingen treft. Onder hem Staan weer buurt- en groepsleiders, terwijl tenslotte voor elke 10 koeien een verzorger is aangewezen. Het vee, dat op de boerderij door den staat van de betrokken landbouwers wordt overgenomen, zal in kleine groepen en, op dat zij militaire transporten en den afvoer van burgerbevolking zoo weinig mogelijk hinderen, zooveel mogelijk langs binnenwe gen worden afgevoerd naar afvoerhavens of doorvoerplaatsen, waar met de leiding ter plaatse belast zijn lading- en voedingsmees- ters, en waar, evenals laadhavens kracht voer gereed ligt voor het vee, dat daar en kele dagen moet blijven. Eveneens is ge zorgd voor voedsel en onderdak voor de verzorgers, met behulp van de medewer king verkregen van verschillende plaatse lijke organisaties. Het vervoer van het vee van de afvoerhavens naar de uitlaadhavens geschiedt door de zorgen van de directie van. den etappen- en verkeersdienst. Na aankomst van het vee op de plaats van bestemming (ten deele het abattoir, doch de capaciteit hiervan is uiteraard beperkt). Wordt het ingekwartierd in stal len, welke nu reeds geïnventari seerd zijn, waarna ook dit vee naar de abattoirs gaat en wordt inge blikt. Voor dit inblikken worden vleeschwaren- en groentenconservenfabrieken ingescha keld. Het af te voeren is nu reeds nauwkeurig geregistreed en getaxeerd, teneinde een herstel in den ouden toestand mogelijk te maken zoodra hier de gelegenheid voor is. De stieren en het aan besmettelijke ziek ten lijdende ve worden ter plaatse geslacht en niet afgevoerd. Bijzondere maatregelen zijn door een speciale commissie getroffen voor het stamboekvee. Dit zal niet worden afgemaakt maar met speciale zorg vervoerd worden naar bijzondere stallen. Het moet n.l. later weer dienen bij den her-opbouw van den veestapel in de verlaten gebieden. Varkens worden niet geëvacueerd. Dit brengt te veel moeilijkheden met zich me de. Een uitzondering wordt gemaakt voor fokvarkens. Ook het pluimvee wordt niet geëvacueerd. De paarden worden ter beschikking van den burgemeester gesteld om behulpzaam te zijn bij de evacuatie van de burgerbevol king, daarna worden ze door het bureau ontruiming afgevoerd. Getallen. Om eenig idee te geven van den omvang van de organisatie mogen op de volgende getallen gewezen worden. Het aantal stuks eventueel af te voeren rundvee bedraagt pl.m. 200.000 d.w.z. er zijn bjj de uitvoering ongeveer 20 000 ver zorgers betrokken, benevens een paar hon derd plaatselijke leiders, buurt- en groeps leiders, die geïnstrueerd moeten worden ge maakt om als elegitimatie bewijzen, spoor kaartjes etc. opdat zij zich zonder noode- loos ongemak na het wegbrengen van het vee bij hun inmiddels geëvacueerde gezin nen kunnen voegen. Het betreft hier ongeveer 20,000 bedrij ven en bedrijfjes, welke dus geregistreerd moeten worden en waar getaxeerd is. Iedere bij de evacuatie betrokken boer weet thans de plaats, waarheen zijn vee gaat, evenzeer mag met voldoening gewag worden gemaakt van de groote medewer king van alle bij de evacuatie betrokkenen. Vliegtuigen boven ons land. De regeeringspers'dienstmeldde Zaterdag het volgende: Ter aanvulling van het bericht be treffende de beide vreemde vliegtui gen, welke zich Vrijdag om het middaguur boven het centrum des lands hebben bevonden kan worden medegedeeld, dat óp grond van nader binnengekomen gegevens met zekerheid is komen vast te staan, dat één der beide vliegtuigen de Duitsche nationaliteit bezat. Behalve de beide vliegtuigen, die boven Utrecht werden waargenomen, is op Vrijdag te 4.15 uur 's namiddags een Engelsch vliegtuig binnen Neder- landsch territoriaal gebied bij Vlie land gesignaleerd. Dit vliegtuig verwijderde zich na beschieting van den grond af buiten Nederlandsch rechtsgebied. Zaterdagochtend tusschen 9.15 en 10.00 uur heeft een Duitsch vliegtuig de provincie Groningen overvlogen. Het werd boven Woldendorp, Appin- gedam en Slochteren waargenomen. Vastgesteld is, dat naast het balken- kruis de letter D voorkwam. Voorts heeft zich Zaterdagochtend tmstreeks 10 uu. een Duitsch vliegtuig boven den Moerdijk bevonden en een ander boven Beierland. Na beschieting door luchtdoelartil lerie verwijderden deze vliegtuigen zich. Zoowel te Londen ten aanzien van het Engelsche vliegtuig, als te Ber lijn ten aanzien van de Duitsche vlieg tuigen zal geprotesteerd worden. Het Nederlandschè motorschip „de Ruy- ter", thuisbehoorende te Scheveningen, is gistermiddag op weg van Engeland naar Antwerpen, te Vlissingen aangekomen. De kapitein, de heer G. de Ruiter, heeft het cargadoorskantoor J. G. Mulder te Gro ningen gerapporteerd, dat in den nacht van Zaterdag op Zondag op de Noordzee bom men uit vliegtuigen van onbekende nationa liteit zijn geworpen, welke in de nabijheid van het schip terecht kwamen. In de buurt van de „Ruyter" bevonden zich ook het Ne- derlandsche motorschip „Nottingham" en het Nederlandsche motorschip „Friso". De twee schepen waren eveneens op weg naar Nederland. De vliegtuigen vlogen op 70 tot 100 meter. De heer de Ruiter bevond zich in de ka juit toen hij een ontploffing hoorde. Hij snel de naar boven en zag toen het vliegtuig, waarvan hij de nationaliteit niet kon vast stellen. Even later volgde een tweede ont ploffing, spoedig gevolgd door een derde, veroorzaakt door een bom, welke achter zijn schip was terecht gekomen. De ontploffingen hebben geen schade aangericht. Niemand werd gedeerd. De „De Ruyter" zou heden de reis naar Antwerpen voortzetten. BEGRAFENIS JOHAN BRAAKENSIEK. Onder groote belangstelling is Zaterdag middag op Zorgvlied het stoffelijk overschot van den teekenaar-schilder Johan Braa- kensiek ter aarde besteld. In de aula heeft prof. Huib Luns, als voorzitter van Arti et Amicitae het woord gevoerd. Hij wees op het werk van Braakensiek als journaljist- teekenaar, wiens prenten door de massa werden begrepen en die de moraliteit in publiek- en volkenrecht steeds hebben vol gehouden. De heeT Jordaan sprak namens de Groene Amsterdammer. Nederland heeft Braaken siek zoo zeide hij geëerd en liefgehad Hij was een baanbrekend kunstenaar, met een schitterend vakmanschap hetgeen blijkt uit het feit dat hij een halve eeuw als tee kenaar de eerste plaats bezette. Tenslotte spraken de heeren Bobeldijk en Doornbos als vrienden der familie Braakensiek. Een dochter dankte vervolgens voor de belangstelling. LEIDER VAN DE AMBULANCE NAAR FINLAND BENOEMD. De ambulance-commissie van het Neder landsche Roode Kruis heeft, daartoe gerech tigd door het dagelijksch bestuur in haar vergadering van Zaterdag 2 Maart, benoemd tot leider van de ambulance naar Finland den heer F. H. Meihuizen, arts te Rotter dam, die deze benoeming heeft aanvaard. AANVARING OP DEN NIEUWEN WATERWEG. Vrijdagnacht heeft op den Nieuwen Wa ter veg ter hoogte van de Vlaardingsche kunstmestfabriek een aanvaring plaats ge had tusschen het Duitsche s.s. „Chios" en het Britsche s.s. „Melito". De Chios kwam den Waterweg binnen op weg naar Rotter dam, waar de lading gelost moest worden. Het Engelsche s.s. „Melito" was uitgaand met een lading stukgoed. Het weer was helder en het zicht goéd; zoodat vermoed wordt, dat de kapiteins van beide schepen elkaar verkeerd begrepen hebben, want met vrij groote vaart voeren ze op elkaar in. De schepen werden vrij ernstig bescha digd aan den voorsteven. De Chios kon zijn reis naar Rotterdam voortzetten en nam lig plaats in de Waalhaven, de Melito had zoo danige schade opgeloopen dat het schip naar Rotterdam moets terugkeeren, waar het in de Jobshaven voor anker ging, BRANDENDE BALLON GEDAALD TE HOORNAAR, Vanochtend werd- boven de gemeente Noordeloos een sperballon waargenomen, welke werd begeleid door een Nederlandsch vliegtuig. ,-c". Boven den polder Grootewaard steeg plotseling een rookpluim uit den kabel ballon, welke in de gemeente Hoornaar brandend daalde. Een gedeelte van den bal lon was reeds terecht gekomen in den tuin van het postkantoor. Vermoed wordt, dat de ballon door het vliegtuig, -dat hem bege leidde is beschoten. DEELNEMER AAN STILLEN OMGANG VERDRONKEN. Zondagochtend, na afloop van den stillen omgang, begaf een 56-jarig inwoner van Budel (N.B.) die aan de bedevaart had deel genomen, zich i aar het koffiehuis van de Noord- en Zuidhollandsche Tramweg Mij., tegenover het Centraal Station. Hij nam plaats op het terras aan het water. Door on verklaarbare oorzaak men vermoedt, dat de man op een gegeven oogenblik achteruit is geloopen geraakte hij te water en ver dween in de diepte. Toen de drenkeling na eenigen tiid was opgehaa.ld, bleken de levensgeesten geweken. Zwitsersche ambulance vcor Finland. - Gistermiddag is de Zwit'ser'sohe ambulance voor Finland met den Parijschen trein op doorreis in ons land aangekomen. De leider, dr. Nicole, is reeds in Stockholm om de noo dige voorbereidingen te treffen. Sinds Woensdag niet teruggekeerd. Woensdagavond heeft het. 21-jarige meisje Theodora Goosens, dat bij een fa milie aan de veemarkt te Breda in dienst was, het huis van haar patroon verlaten om eenboodschap te doen. Sindsdien - is het meisje spoorloos. Men tast volkomen in het duister omtrent haar lot. Op 1 Maart zou zij haar betrekking verlaten. Woensdagavond vroeg zij aan den heer des huizes of zij even een bood schap mocht doen, hetgeen hij goed vond. Zij keerde dien avond niet terug. Men vond dit wel vreemd, maar zocht er niets achter. Het meisje stond goed bekend. Men hield rekening met de mogelijkheid dat zij zich ergens was gaan presenteeren en dat zij daarover met haar ouders, die in Zun dert wonen, wilde spreken. Ze had haar fiets meegenomen. Toen Theodora den vol genden dag niet bij de familie in Breda terugkeerde, stelde men een onderzoek in. Het bleek, dat zij niet naar huis was ge gaan. Aangezien men vermoedde, dat haar een ongeluk was overkomen, heeft de poli tie in de singels gedregd, evenwel zonder resultaat. De bemanning te Rotterdam. Met het s.s. „Batavier II", dat Zaterdag middag te Rotterdam arriveerde, is de uit drie leden bestaande bemanning van het motorschip „Ida", dat op 26 Februari j.l. nabij Engeland verging, in het moeder land teruggekeerd. De kapitein is nog in Engeland. De „Ida" was een Groningsch motor schip, dat slechts zelden naar Holland kwam Het voer regelmatig tusschen de verschillende Engelsche havens. Op de laatste reis was het bijna 200 ton metende schip op 24 Februari met- een lading van 130 ton oud ij-zer uit Plymouth vertrokken naar Adrosson op de westkust van Schot land. Op 26 Februari des nachts twee uur ging plotseling een hevige schok door het schip, met het gevolg, dat het eensklaps zwaar begon te trillen. Er werd een schui vend geluid gehoord en de kapitein, die alleen cp de brug stond, begreep, dat de „Ida" een onder water liggend voorwerp moest hebben geraakt. Uit de machinekamer kwam de mede- deeling dat het schip lek was gestooten. Het bleek, dat de „Ida" zich juist in een zeer diep zeegedeelte bevond, want er werd geen grond gepeild. Het was dan ook een raadsel, wat het voorwerp, waarop het schip was lek gestooten, geweest was Een mijn had de kapitein niet gezien en er was geen reden om aan te nemen, dat er een scheepswrak of een duikboot in de buurt was. Toen men in de sloep ging bevond men zich 36 mijl uit de-kust. De „I-da" zonk langzaam weg. Het schip bleek niet meer te redden. Om drie uur verdween het onder den waterspiegel. De schipbreukelingen zetten toen de zeilen op om te trachten met den vrij sterken zuidwestenwind de kust van Wales te be reiken. Na een moeilijke reis is dit gelukt. Om twaalf uur 's middags kwam de sloep te Saint David aan land. t it I C A W Men meldt ons van welingelichte Zijde, dat op 17 Februari jl. op 300 mijl bewesten de Scilly-eilanden het Neder landsche s.s. „Soestërberg", geladen met mais voor de Nederlandsche regeêring, door een Duitsche onderzeeboot werd aangehouden. Nadat de eerste stuurman zich met de papieren naar de duikboot had begeven en deze waren nagezien, werden hem nog enkele nadere vragen gesteld. Hierna werd medegedeeld, dat het schip de reis kon vervolgen. Aangezien het hier een schip betreft, in dezelfde omstandigheden verkeeren- de als het getorpedeerde stoomschip „Burgerdijk", wordt het te bevoegder plaatse als een eisch van billijkheid tegenover de Duitsche marine en dege nen die hare gedragslijn bepalen, aan gemerkt, dat ook aan dit voorval, waar bij de duikboot zich geheel volgens de hierbij geldende maatstaven heeft ge dragen, openbaarheid worde gegeven. WACHTMEESTER-ADMINISTRATEUR NAM STEEKPENNINGEN AAN. De militaire politie te Den Haag heeft een bij het algemeen paardendepot op Houtrust gedetacheerden wachtmeester-administra teur gearresteerd. Van begin December tot ongeveer media Januari heeft deze wachtmeester van een groentehandelaar uit Wateringen, die in den Haag een aantal filialen heeft, steekpennin gen aangenomen voor een totaal bedrag van ongeveer 400. De leverantie van groenten, die wekelijks betaald werden en dié voor een bepaalde periodee bij inschrijving wer den toegewezen, waren van dien omvang, dat de groentehandelaar den wachtmeester elke week op den betaaldag 25 overhan digde. Hij was bang voor concurrentie en zooals hij de politie bij zijn verhoor mee deelde, ging hij van het standpunt uit: „voor wat, hoort wat". Tegen den groente handelaar is proces-verbaal opgemaakt, ter wijl de wachtmeester voorloopig in bewa ring is gesteld Gistermorgen zijn te Zalk (O.) drie kin deren door het ijs gezakt,'dat zich in den nacht van Zaterdag op Zondag op de Kleine Ank bij het stoomgemaal te Aassum had ge vormd. Het ijslaagje was zeer dim. Twee kin deren uit het gezin van der Stouwe, een jongen van negen en een meisje van tien jaar zijn verdronken. Hun speelmakkertje, een kind van dén landbouwer Lans, kon worden gered. Omtrent het noodlottig onge luk wordt nader gemeld, dat de elfjarige Dirk, zijn tienjarig zusje Mina, kinderen van den landbouwer Jan van der Stouwe, en de negenjarige Jan, zoontje van den timmerman Lans, allen wonende te Loe- lucht bij Zalk, zich gistermorgen op het on geveer vier centimeter dikke ijs hadden be geven. Het ijs was niet sterk genoeg om de kinderen te dragen. Toeh zij ongeveer drie meter van den kant waf en, zakten zij" er. door. Het meisje schoof onder het ijs, de "beide jongens wisten het hoofd bovén te houden.'Op hun hulpgeroep snelde "de.land bouwer Piet Lans, een oom van Jan Lans, toe. Hij begaf zich ook op het ijs en geraak te eveneens te water. Desalniettemin wist hij zijn neefje op den wal te duwen, zelf kan hij den kant evenwel niét bereiken. In middels waren een landbouwer en de vader, van de kinderen van der Stouwe op het hulpgeroep komen toeloopen. Het gelukte hun P. Lans en de beide kinderen op den wal te brengen.' Bij de beide kinderen kon slechts den dood worden geconstateerd. ITALIAANSCHE KOLENSCHEPEN NAAR ROTTERDAM TERUG. Zaterdagmorgen vroeg zijn vier Italiaan- sche schepen, die te Rotterdam Duitsche kolen hadden ingenomen, vertrokken. Het zijn de stoomschepen Liana,' Orata, Numidia en Felce. In verband met de Engelsche contrabandemaatregelen, die met ingang van middernacht waren ingegaan, hebben de kapiteins van alle schepén bij het passee- ren van Maassluis echter opdracht gekregen naar Rotterdam terug te keeren. Omstreeks twaalf" uur Zaterdagmiddag kwamen" "de schepen in Rotterdam terug, waar zij. lig plaats hebben genomen in de Waalhaven. Zij zullen daar wachten op'instructies. Wan neer de schepen thans zullen vertrekken is niet bekend. DOOR W1LKIK COLLINS NEDERLANDSCHE BEWERKING VAN A. A. HUMME Jr. 31) „Laat ik u dan vertellen, mijnheer Bruff, dat mijnhelr Godfrey Ablewhite nog gein twee uur geleden in dit huis was en dat juf frouw Verinder zelf zijn onschuld, wat be treft de verdwijning van den Maansteen heeft bekend gemaakt". Het deed mij onuitsprekelijk genoegen te zien, dat mijnheer Bruff door mijn woorden geheel uit het veld scheen geslagen. „Als Rachel dit gezegd heeft juffrouw Clack, kan ik niet anders verklaren, dan dat ik evenzeer van zijn onschuld overtuigd ben als u. Ik heb mij door den schijn laten be driegen en ik zal dit onrecht herstellen, door in het vervolg dezen laster te weerleggen, wanneer er in mijn bijzijn over wordt ge sproken". Na dit gezegd te hebben, nam de advocaat zijn paperassen op, waarna wij ons zwij gend naar lady Verinder's kamer begaven. HOOFDSTUK IV. De onderteekening van het testament nam veel minder tijd in beslag, dan ik had ge dacht en toen mr. Bruff weer4 vertrokken was, zei mijn tante, op het testament terug komend: „Je moet niet denken, dat ik jou vergeten heb, Drusilla. Ik was van plan, je het jou toegedachte legaat persoonlijk te geven". Dit was een prachtige gelegenheid, die ik niet ongebruikt voorbij wilde laten gaan, met andere woorden, ik deed direct mijn tasch open en haalde er het bovenste boek uit. „Als u dit met aandacht wilt lezen, lieve tante, heeft u mij alles gegeven, wat ik van u wensch", zei ik, haar het boek overrei kend, dat ik had opengeslagen bij een zeer welsprekend hoofdstuk. De arme lady Verinder, die gedachteloos tegen de kussens van haar divan leunde, schijnbaar in verlegenheid gebracht terug. „Ik vrees, Drusilla", zei ze, „dat ik moet wachten, tot ik wat beter ben, voordat ik dat kan lezen. De dokter heeft mij juist verteld, dat mijn toestand vandaag minder goed is". „Misschien voelt u zich straks weer beter, of u zoudt morgenochtend kunnen ontwa ken met het gevoel, dat u iets mist en dan zou dit boekje die leemte kunnen vullen. Ik zal het dus maar hier laten, tante. De dokter kan daar toch geen bezwaar tegen hebben". Met deze woorden schoof ik het halver wege onder de kussens, dicht bij haar zak doek en reukfleschje, zoodat haar hand, in dien zij een dezer voorweipen zocht, met het boek in aanraking moest komen en wie weet, zou het tenslotte een snaar in haar gemoed beroeren. Het leek mij nu verstan dig, haar met haar gedachten alleen te la ten en ik nam afscheid met de belofte, den volgenden dag terug te komen. Ik ging eerst nog even naar de biblio theek, waar ik op tafel twee boeken zag liggen, zoogenaamde lichte lectuur, die ze ker door den dokter waren aanbevolen en die ik dan ook onmiddellijk door twee van mijn meegebrachte werken aan het oog onttrok. In de ontbijtkamer stond de kooi met de kanarie, die mijn tante zelf gewoon was te verzorgen. Ik legde een boek tus schen het vogelzaad en vervolgde zoo mijn weg door de verschillende kamers. Ten slotte had ik nog één boek over en de bad kamer was de eenige kamer, waar ik nog niet was geweest. Een innerlijke stem zei mij, niet terug te deinzen en ook hier het zaad uit te strooien. Ik zag een peignoir over een stoelleuning geworpen en daarin een zak,' waarin ik nu mijn laatste boek stopte. Nu kon ik naar huis gaan, een rustig en tevreden mensch, overtuigd dat ik in het huis van mijn rijke tante den waren rijk dom had gebracht. Den volgenden middag keerde ik terug, met de bedoeling naar den toestand van mijn tante te informeeren en op den inge slagen weg voort te gaan, en hoorde van Samuel, den bediende, dat zij een onrusti- gen nacht had doorgebracht en nu probeer de, wat te slapen. Ik liep voorzichtig de trap op, naar de zitkamer en wilde juist hier binnengaan, toen er'op de voordeur werd geklopt. Ik had geen tijd meer om in de bi bliotheek te gaan, waar ik veronderstseld werd te zullen wachten, doch bedacht, dat dit van geen belang zou zijn, aangezien mijn tante toch geen bezoek ontving. Het bleek echter een bevoorrecht persoon te zijn, die eveneens zijn weg naar boven nam, zoodat ik niet beter wist te doen dan een zijver trek in te gaan, dat in verbinding stond met een zitkamer en daarvan door gordij nen kon wórden afgescheiden. Ik trok deze gordijnen dicht en verwachtte, dat de be zoeker, waarschijnlijk de dokter of mijn heer Bruff, niet langer dan vijf minuten zou hoeven te wachten alvorens bij de patiënte te worden geroepen. Ik had mij hierin ech ter vergist en hoorde hem rusteloos heen en weer loopen en in zichzelf praten. Toen ik de zware gordijnen een weinig op zij schoof, hoorde ik hem zeggen: „Vandaag zal ik het doen", en de stem, die ik hoorde, was van mijnheer Godfrey Ablewhite. HOOFDSTUK V. Ik het verschrikt het gordijn los. Wat zou hij van plan zijn? Zou hij ons in den steek laten met onze Kleeding voor Moeders, of zich uit het comité terugtrekken? Deze twijfel werd zoo ondragelijk, dat ik juist van plan was uit mijn schuilplaats te voor schijn te komen om hem te smeeken, uit uit naam van alle dames-comité's in Lon den, zich nader te verklaren, toen ik een tweede stem in de kamer hoorde, die mij onaangenaam in de ooren lonk die van Rachel Verinder. „Waarom ben je hierheen gekomen, God frey?" vroeg zij. „Waarom ben je niet in de bibliotheek gegaan?" Hij lachte en antwoordde: „Juffrouw Clack zit in de bibliotheek". „Clack in de bibliotheek!" Zij ging met een op den divan zitten. „Je hebt gelijk, Godfrey. Dan kunnen we beter hier blij ven". .j Ik begon het benauwd te krijgen. Na wat ik juist gehoord had, was het onmogelijk om mij te vertoonen en ik kon mij evenmin verwijderen, daar er, behalve den schoor steen, geen anderen uitweg bestond. „Ga niet naast mij zitten, Godfrey, maar neem een stoel", zei Rachel. „Ik zie de men- schen graag tegenover mij, wanneer ik met hen spreek". Hij voldeed aan dit verzoek en nu kon ik, door een kier, precies zijn gezicht zien, waarop ik, tot mijn afschuw, dezelfde yer- heerlijkte uitdrukking zag, waarmede hij in Exeter Hall, ten bate van duizenden on gelukkige medeschepselen, zijn pleidooi hield en waardoor hij mij vóór zich had "ge wonnen. Natuurlijk kon zij evenmin weer stand aan hem bieden en rfti begreep ik de beteekenis van de woordèn, die hij zich had laten ontvallen, toen hij zich alleen waan- de.- „Heb je onze afspraak vergeten, God frey? De laatste maal, dat wij elkaar al leen spraken, in onzen tuin in Yorkshire, hebben we toch afgesproken, dat Wij niet meer dan neef en nicht voor elkaar zouden zijn". „Ik vergeet die 'afspraak iederen keer dat ik je zie, Rachel"."" „Kom dan maar niet meer hier". Wordt vervolgd. TWEEDE Maatregele Staatsblad no 1 Maart 1940 tot besluit. Onder een nieuwe bijla als titel: „bijzond gende oorlogsomsl o.m. bepaald, dat 1. Aan boord of meer reddingsl voorzoover deze artikel 58 van he een boot voorzien oliemotor van volde stuwingswerktuig te sleepen. Dit voorschrift schepen, welker de Oostzee, de N( grensd door de en lands end-kaa 2. Aan boord giersschip zijnde, schrevene in artike sluit, reddingvlotter zijn naar den vet eerste 10 opvare volgende 20 op va volgende 2 opvar de overigen voer vendien moeten ten minste 25 aan boord zijn. Aan boord van boven het voorges 56 en 57 van het vlotten of sloepen drijvende toestellei van het aantal opvi de vlotten en sloep opdrijven. Aan boord van het aantal redding artikel 54 van het tal reddinggordels komende met 25 den aan boord 50 van het aanti van schepen, geen De kapitein, die militair vliegtuig moet daaraan onn tevens de aart uit is verboden, wanr of onderzeeboot in zaak koers en/of varen is verboden de radiotelegraaf in Nederland, noc landsche vlaggen tenlandsche havens plaatse is voorgesch De kapitein van verplicht vóór het ven, voordat geva; nengevaren, een waarbij de booten draaid en zoo nood gevierd, en de pass aangetrokken redd moeten plaats nem< Voorts beval de schriften met betri van schip en rede latie, de plichten schriften van tech Dader gea Door een z door de ople woordigheid Haagsche ree geslaagd de aanslag op me te Soesterberg Omstreeks zes twee in burger agenten in de bos Nieboerweg te D< grond liggen sla; "wakker, waarop te keer ging en v< glaasjes bier hau uitsliep en naar De agenten wie Leeuwenkamp, de bekend was, meer den aangehouden n Naar zijn naam een anderen naam den man meenam Duinstraat. Hij weigerde da woord te geven, w werd en de politie hem vond, waarin beidsbeurs in Ame fen, ten name van na deze vondst we verklaren. Hij werd hierna hoofdbureau van eele dienst C, in teg hoofdcommissaris i G. van der Mey er Pool hem een voo Tijdens dit verh praten gegaan, doe wijze, dat men uit wijs kon. Tenslotte kamp te zijn, doch dat hij den aanslag niet. Leeuwenkamj Soest gesteld. Militair met zij dagmiddag is in de de 22-jarige militah het remmen met zij vallen. Met een he ernstige hoofdwonde hospitaal overgebrac

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6