De aar
een
Rechtszaken
Overneming van het gas
bedrijf der gemeente
Schagen.
De kermis.
De torpedeering van de
„Stiedrecht".
DERDE BLAD.
Na één uur in comité te zijn geweest, werd
het volgende punt aan de orde gesteld.
B. en W. stellen voor te besluiten tot
overname van het gasbedrijf te Schagen
voor 70.000 overeenkomstig het voorstel,
dat wij reeds in ons nummer van Dinsdag
publiceerden.
De heer Bonsema bracht hulde aan
B. en W. voor het streven naar concentratie.
Spr. oordeelde dat kleine gasfabrieken zich
niet kunnen bedruipen. Toch was spr. van
oordeel, dat overname tegen eiken prijs niet
gewenscht is. Wanneer voor een bedrijf
als dat van Schagen 130.000 geïnvesteerd
moet worden, dan mag men wel nagaan of
de vreugde over de uitbreiding vall het
bedrijf gegrond is. De voorbereiding van de
zaak kan spr. niet waardeeren. 4 Jan. vra
gen B. en W. van Schagen, aan Alkmaar,
het bedrijf over te nemen. Zonder de com
missie te hooren, doen B. en W. 1 Febr. een
bod. Schagen vraagt een nadere bespreking
op 1 Febr., dat leidt tot een hooger bod op
23 Febr. Ook dit geschiedt zonder de com
missie te hooren. 7 Maart aanvaardt Scha
gen het bod en daarvan krijgt de commissie
mededeeling; De commissie kan dus geen
advies aan B. en W. geven en geen invloed
uitoefenen op den gang van zaken.
9 Sept. 1937 was het mr. de Groot, die het
ongewenscht achtte, uit de kranten te moe
ten vernemen, dat de gemeente voor het
overnemen van een bedrijf een overeen
komst had aangegaan.
De raad was toen tijdig georiënteerd,
maar destijds zat ik daar en nu zit ik hier.
Hij ging zoover, dat de raad daarover ge
hoord had moeten worden. Ik kan zeggen,
dat de commissie van bijstand volledig was
ingelicht en dat B. en W., met instemming
van de comm.," de onderhandelingen hadden
gevoerd. De invloed van mr. de Groot in
het College is blijkbaar niet bijster groot.
Nu is niet alleen, de raad er buiten gelaten,
maar zelfs de Commissie kreeg geen kans.
Er is wel iets veranderd.
Volgens de bijlage van 2 Maart, was de
Schager fabriek gekocht voor 70.000; 5
Maart komt er een bijlage over de arbitrage
clausule; 6 Maart een aanvullende bijlage
•waaruit blijkt, dat er nog 60.000 geïnves
teerd moet worden. Ik meen, dat deze han
delwijze niet goed is.
Blijkens de raadsverslagen heeft mr. Buis
kool in Schagen op een vraag van den heer
Dekker, geantwoord, dat voorloopig al het
personeel in Schagen blijft, dat niemand op
wachtgeld zou komen en dat het later in
functie in Alkmaar zou worden gesteld te
gen een hoogere loonschaal en met een hoo-
geren pensioengrondslag.
Blijkens de bijlage van B. en W. bestaat
de mogelijkheid, dat de menschen niet wor
den overgenomen en dat er twee pensioen
moeten aanvragen of anders op wachtgeld
gaan. Dit rijmt niet met hetgeen mr. Buis
kool gezegd heeft en het personeel moet we
ten, waar het aan toe is. Enkele menschen
jaren op wachtgeld kost ons geld. Spr. stelt
het op prijs, te vernemen, wat het College
van plan is, met het personeel te doen.
Voorts vraagt spr., hoe groot het aantal
M3. is, dat in Schagen voor 11 cent werd af
genomen en nu voor 10 cent zal worden ge
leverd.
Ten aanzien van de rendabiliteitsbereke-
ning wil spr. de opmerking maken, gezien
de vreugde, die mr. Buiskool uitte over het
royale aanbod van Alkmaar, of dit niet aan
den hoogen kant is. Van de antwoorden
op zijn vragen zal spr. zijn beslissing laten
afhangen.
De heer Venneker had geen principiee-
le bezwaren. Spr. vraagt of Schagen ook
verplicht is, voor de straatverlichting gas af
te nemen. Voorts vroeg hij, hoe het College
denkt over de toekomst van het gds en of
Pog niet geleidelijk de electriciteit het gas
zal overwinnen, waardoor zou kunnen blij
ken, dat de afschrijvingstermijn van 35 jaar
te lang is.
Mr. Leesberg oordeelde het een goede
daad om de overeenkomst aan te gaan. Deze
draagt er toe bij, dat, Alkmaar de gascen-
trale wordt. "-Spr. is overtuigd, dat de over
eenkomst vruchten voor Alkmaar zal op
leveren.
De heer Grondsma veronderstelde 'tbe
kend, dat hij n het gas niet veel licht ziet.
Van hooger hand ziet men de concentratie
graag, maar of dit 'n Alkmaarsch belang is,
zal in de toekomst moeten blijken. Zooals
de zaak ervoor staat, ziet, spr. wel eenig
voordeel voor Alkmaar, zoodat hij niet te
gen stemmen zal.
De heer Coerts vroeg, waarom het Col
lege zoo'n bijzondere haast heeft gemaakt.
Spr. oordeelde dat het College de onge-
wenschte manier van werken had kunnen
vermijden. Hij gelooft wel, dat de wethou
der te goeder trouw is geweest, maar de
de manier van doen acht hij toch verkeerd.
Ten opzichte van de concentratie van gas
fabrieken rijzen bij spr. wel eenige bezwa
ren. De som van 70.000 voor overname
acht hij wel aannemelijk. Tegen de rendabili-
teits-berekening heeft hij bezwaren, omdat
geen rekening wordt gehouden met de pro
ductiekosten. Alle andere kosten van de
gasfabricage rusten daardoor op Alkmaar.
Z.i. behoort daarvan een deel op de buiten
gemeenten te drukken.
Van het rapport van den verificateur had
spr. iets anders verwacht. Spr. had ver
wacht, dat deze uit de jaarverslagen van
Schagen gegevens had gegeven over de
rendabiliteit van dat bedrijf. De winst, op
de buitengemeenten gemaakt, is de eerste
jaren, na de overname, niet zoo groot, als
wordt voorgesteld. Het voordeel komt op,
wanneer de rente en de aflossing gereed
zijn, en juist daarom kon spr. zich wel met
het voorstel vereenigen. Wanneer Schagen
bij Alkmaar komt, dan nemen de buiten
gemeenten twee millioen M3. gas af.
Alkmaar neemt 3/10 millioen af. Beziet
men de begrooting, dan denkt men, dat de
buitengemeenten nog al wat opleveren,
maar dat is op het oogenblik niet het geval.
Het voordeel komt alleen, doordat door de
grootere aflevering de productiekosten da
len. Spr. meent, dat men zich over de ver
dere concentratie geen buitengewone illu
sies moet maken.
De heer S i e t s m a moest zich bij de ge
maakte opmerkingen van den heer Bonse
ma aansluiten. In de commissie heeft spr.
die bezwaren ook gemaakt. Over de renda-
biliteitsberelcening zijn in de commissie
verschillende vragen gesteld, maar uit de
beantwoording kreeg spr. den indruk, dat
er een goede daad wordt gedaan, dit bedrijf
te koopen. Wanneer er nog meer uitbreiding
komt, dan wordt de ring om Alkmaar ge
sloten. Spr. zal vóór de bijlage stemmen.
Antwoord van den wethouder.
Weth. K e ij s p e r bracht dank aan dege
nen, die zich accoord hadden verklaard. De
heeren Bonsema, Sietsma en Coerts, de laat
ste was nog zoo vriendelijk Van de gedachte
uit te gaan, dat mijnerzijds van goede
trouw sprake is, hebben er geen bewonde
ring voor. gehad, dat deze zaak niet in de
commissie ter sprake is gebracht. Zoowel
van het Stadhuis als van het bedrijf had
men spr. verzekerd, dat het altijd zoo was
gegaan. Dit blijkt nu achteraf onjuist en dit
zal geen tweeden keer gebeuren. Ik wil erbij
voegen, dat ik alle moeite gedaan heb, de
commissie een volledige nota thuis te zen
den, voordat die in de pers is verschenen.
De verschillende bijlagen zijn noch onze
schuld, noch die van Schagen. Wij moesten
spoed betrachten, omdat met 1 Maart Scha
gen geen directeur meer had.
Door den spoed is verzuimd, melding te
maken van de arbitrage-clausule en van de
benoodigde 60.000 voor de persleiding.
Voorheen kwamen bij overname de beide
gemeenten op de secretarie en bereidde men
de bijlage gezamenlijk voor. Gezien de po
sitie van Schagen was dit dezen keer onmo
gelijk en moest de zaak haastig worden
opgezet.
Wat mr. de Groot in 1937 over het niet-
kennen van den raad gezegd heeft, spr. zou
misschien wel andere dingen uit raadsver
slagen kunnen aanhalen.
De heer Bons eja a: Doe het maar. U
hebt ze bij de hand.
Weth. K e ij s p e r: Ik houd niet van
scherpslijpen. Ik heb het als een grapje be
schouwd. Ik vond het sympathiek, dat wij
doorgegaan zijn op een wijze, die uzelf
meermalen hebt verdedigd. Ten aanzien
van het niet-hooren van de commissie hebt
u de woorden gebruikt, zonder opzet mis
schien. Ik hoop thans, dat u den indruk hebt
gekregen dat er geen sprake is van opzet.
Van de eerste aanbieding, in 1938 gedaan,
was de commissie volledig op de hoogte. De
vraag kan gesteld worden of het, gezien den
spoed, die betracht moest worden, noodig
was, de commissie over de gradueele ver
schillen te hooren, maar nogmaals: Het zal
mij geen tweede maal gebeuren. Spr. wil
niemand onaangenaam zijn, maar als er in
den Schager raad woorden zijn gebruikt,
zooals de heer Bonsema uit de verslagen
aanhaalde, dan kan spr. de verantwoorde
lijkheid daarvoor niet aanvaarden.
Spr. citeert de copie van den aanbiedings
brief aan het gemeentebestuur van Schagen.
In art. 5 staat, dat het personeel, dat op 1
Jan. 1940 werkzaam was, ten koste van Alk
maar, óf wel wordt overgenomen in dienst
der gemeente Alkmaar óf wel op wachtgeld
wordt gesteld volgens de te Schagen gel
dende wachtgeldregeling, zulks ten laste
van Alkmaar. Intusschen wil spr. wel zeg
gen, dat met de belangen van het perso
neel nadrukkelijk rekening zal worden ge
houden en dat het mogelijke zal worden ge
daan in hun belang. Daarmee zal een klein
jaar gemoeid zijn. 1 Dec. komt er een plaats
in ons bedrijf vrij, begin 1941 weer één, in
den loop van 1941 nog één plaats en in het
begin van 1942 nog twee plaatsen. De men
schen zijn pensioengerechtigd op 65-jarigen
leeftijd en het ligt in spr. bedoeling om de
twee menschen, die 59 en 60 jaar zijn, op
wachtgeld te stellen en hen tot hun 65ste
jaar bij te betalen, wat zij te kort komen.
Met de belangen van het personeel wordt
dus zoo ruim mogelijk rekening gehouden.
Over de vraag of het een royaal aanbod
is, kan men altijd blijven twisten. Spr. kan
niet zeggen, hoe groot het aantal M3. is, dat
in Schagen van 11 cent naar 10 cent gaat. In
Schagen betaalt men voor de eerste 50 M3.
11 cent en wanneer deze naar 10 cent gaan,
dan dienen wij daarmee in de eerste plaats
de minst-kapitaalkrachtigen. Het zal wel
meevallen. Er is hiermede rekening gehou
den.
Aan den heer Venneker antwoordt spr.,
dat in het contract wél staat, wat Schagen
voor verlichting per lantaarn moet betalen,
maar niet, dat het verplicht is, daarvoor gas
te verbruiken. Spr. heeft het rapport gele
zen over de enquête van de Ver. van Ne-
derlandsche huisvrouwen en daaruit blijkt,
dat de calorische waarde van het gas drie
maal meer is dan die van electra. Spr.
maakt zich dan ook niet bezorgd over de
concurrentie van de electriciteit tegenover
het gas. Spr. kon zich niet voorstellen, dat in
de toekomst de gemeente Schagen zal zeg
gen: „Schaf de gaslantaarns maar af".
De heer Venneker: Het gaat niet over
gas voor verwarmingsdoeleinden, maar wel
over gas voor verlichtingsdoeleinden. Het
ware beter, dat men tegenover Schagen de
verplichting in het contract had vastgelegd.
Weth. K e ij s p e r: Dat is niet gebeurd,
maar ik heb hoop, dat Schagen het niet zal
doen.
In antwoord aan den heer Coerts zeide
spr., dat hij diens redeneering niet kon vol
gen. Z.i. moest de verificateur wel degelijk
het Alkmaarsche bedrijf als maatstaf ne
men. Het toch zeer goed mogelijk, dat
een bepaald bedrijf onder een anderen
eigenaar wél en onder een tegenwoordi-
gen niet rendabel is. Het staat vast, dat
kleine gemeenten niet uit kunnen met een
gasbedrijf en groote wel, omdat die econo
misch werken. Men kan nu wel theoretisch
opzetten, dat op de M3., die de buitenge
meenten afnemen, een percentage van de
vaste lasten moet drukken, maar met nadruk
zeide spr.: „Dat is theorie". Want wanneer
Alkmaar die M3. niet leverde, dan zouden
de vaste lasten ongeveer gelijk zijn en juist
daarom gaan hier de belangen van Alkmaar
met die van de andere gemeenten samen.
Het is dus van beide verstandig beleid om
te trachten, elkander te vinden.
Weth. mr. de Groot sloot zich aan bij
de opmerking van weth, Keijsper aan het
adres van den heer Bonsema, die in 1937 tot
spr. gezegd heeft, dat de belangen ook wel
eens gediend kunnen worden door weinig
publiciteit. Spr. staat op het standpunt, dat
de commissies in dergelijke zaken gekend
moeten worden.
De heer Bonsema nam genoegen met
de toezegging van weth. Keijsper, dat hem
dit geen tweeden keer zal gebeuren. Uit de
bespreking is, ten aanzien van het perso
neel, nu wel voldoende gebleken, dat Alk
maar zich te dien aanzien heeft voorbehou
den, in dienstnemen of op wachtgeld stellen.
Spr. had geen aanleiding om tegen de bij
lage te stemmen, maar hij hoopte, dat de te
groote royaliteit ook in de commissie beke
ken kan worden.
De bijlage werd hierop met algemeene
stemmen aangenomen.
De voorzitter bracht weth. Keijsper
dank voor zijn beleid in dezen.
Vragen aan B. en W.
De volgende vragen van den heer v. d.
Vall kwamen hierop in behandeling:
le. Willen B. en W. mededeelen, waarom
zij per advertentie in de dagbladen prijs
opgave voor het spitten van grondstoffen
aan de Nassaulaan hebben gevraagd?
2e. Ligt het in het voornemen van B. en
W. in de toekomst meerdere prijsopgaven
van dergelijke werken te vragen, waarbij
het alleen of in hoofdzaak gaat over arbeids
loon?
De heer v. d. Vall had in de A.C. gele
zen, dat Alkmaar tracht arbeidsloon uit te
besteden. Als dat de bedoeling is dan wil hij
er wat over zeggen.
Weth. mr. de Groot zeide, dat de direc
teur gevraagd had of het geen aanbeveling
had verleent er prijsopgave van te vragen,
omdat het werk nogal deskundigheid
vraagt. In de commissie is het behandeld en
wij hebben gemeend, gezien de aandrang bij
de begrooting het particulier initiatief in
te schakelen, eens een proef te nemen. Als
men dit niet wil ten aanzien van het ar
beidsloon, de heer Dekker was er niet tegen.
De heer Dekker: Ik was er wel tegen.
Mr. Leesberg was er ook niet voor.
Weth. m r. d e G r o o t: In de goedgekeur
de notulen staat, dat men hiermede accoord'
kon gaan. Wij zullen overwegen of wij op de
inschrijving moeten ingaan, ja of neen.
Zegt de raad neen, dan is er bij het college
geen bezwaar en zullen wij het met los per
soneel doen.
Naam straat.
In bijlage no. 24 schrijven B. en W.:
Bij de Raadsvergadering van 21 Juli 1932
werd aan de straat ten Zuidwesten van het
bouwterrein achter het Dr, Schaepmanplein
de naam gegeven van Leeuwerikkade en aan
de straat aan de Noordoostzijde van dit
bouwterrein den naam van Meeuwenkade.
De later geprojecteerde straat in het mid
den van dit bouwterrein, loopende parallel
aan de beide genoemde straten, heeft even
wel nog geen naam, terwijl thans een van
de huizen bij het Dr. Schaepmanplein met
het front gebouwd is aan de hiervoorbedoeL
de straat.
Het is naar onze meening gewenscht deze
straat evenals de aangrenzende straten te
noemen naar een vogel van het polderland
schap en daarvoor den naam van Reiger
straat te kiezen.
Conform besloten.
De heer v. d. Vall wil voorkomen dat
arbeiders zich combineeren en buiten alle
sociale bepalingen vallen. Het is maar een
klein bedrag van 180, maar spreker ge
voelde er niets voor de sociale zorg in
de waagschaal te stellen en loondruk te be
vorderen. Spr. gaf het college in overwe
ging deze aanbesteding niet te gunnen.
Wth. v. Slingerland was accoord ge
gaan, omdat hij meende dat de commissie
accoord ging, maar er zit ook het gevaar in,
dat uiteindelijk werkloozen zoo zelfstandig
worden en niet meer voor den steun in aan
merking komen.
De heer Woldendorp zou ook gaarne
zien, dat het werk niet gegund werd.
De heer Grondsma had gedacht, dat
een klein baasje het zou aannemen. Wat de
heer van de Vall zegt weten de arbeiders
toch ook?
De heer Bonsema: Als een klein baasje
het aanneemt, dan bestaat het gevaar niet.
De heer Venneker had geen bezwaar
tegen de proef, als een kleine patroon het
aanneemt. Spr. vroeg of een combinatie van
arbeiders inschreef.
Weth. m r. d e G r o o t: Er is er een,
maar er zijn ook anderen.
De heer v. d. V a 11 wees op het gevaar
in het bouwvak met de z.g. duizendpoters.
Als het alleen arbeidsloon is, laten
wij dan niet dien weg op gaan. Voor wat
met bij levering van materiaal geschiedt is
het iets anders.
De heer Sietsma sloot zich bij 't be
toog van den heer v. d. Vall aan, maar wil
wil kleine baasjes een kans geven.
Weth. De Groot wilde met de be
zwaren van den heer v. d. Vall rekening
houden maar wil kleine baasjes in aan
merking laten komen.
De heer v. d. Vall kon zich er niet
mede vereenigen en bleef er tegen arbeids
loon uit te besteden, omdat dit loondruk
beteekende.
De heer G r o n s m a Sluit u dan alle
bazen die grondwerk uitvoeren uit.
De heer v. d. Vall: Als het duizende
guldens geldt is het wat anders.
De voorzitter: Laat het aan de
pretentie van B. en W. over.
Hiertoe werd besloten.
De heer H o ij t i n k had de volgende
vragen ingediend:
1. Wat bedoelde het College van Burge
meester en Wethouders met het antwoord
op de vraag, inzake tijd en duur van de
kermis, in het Voorloopig Verslag op de be
grooting 1940 (blz. 21), n.l. „Zoolang omtrent
den gang van zaken in 1940 niets bekend is.
enz."
2. Is het College niet van oordeel, dat de
Raad uit dit antwoord de conclusie moest
trekken, dat het al of niet doorgaan van de
kermis in 1940 afhankelijk zou worden ge
steld van de ontwikkeling van den huidigen
internationalen en nationalen toestand?
3. Indien de tweede vraag bevestigd wordt
beantwoord, welke zijn dan de overwegin
gen, die het College er toe hebben geleid,
om, zonder nader overleg met den Raad, te
besluiten, de kermis in 1940 te doen door
gaan?
4. Zijn Burgemeester en Wethouders niet
van meening, dat thans definitief dient te
worden beslist over het al of niet doorgaan
van de kermis?
5. Is het College alsnog bereid, zoo spoedig
mogelijk, aan den Raad zijn standpunt ken
baar, te maken inzake het plaatselijk ker-
misvraagstuk in het algemeen?
De heer H o ij t i n k zeide, allereerst
gaarne het antwoord van B. en W. te ver
nemen.
De voorzitter zeide, in antwoord op
de eerste drie vragen, dat B. en W. den toe
stand op dit moment zoodanig vinden, dat er
voor hen geen aanleiding bestaat, aan den
Raad voor te stellen, art. 56 van de politie
verordening toe te passen. Spr. wees erop,
dat de regeering wil, dat alles zooveel moge
lijk normaal gaat en B. en W. vinden geen
termen, daarvan af te wijken.
In antwoord op vraag 4 zeide spr., dat,
waar de Raad gebonden is aan de verorde
ning, er geen aanleiding bestaat voorstellen
te doen.
In antwoord op vraag 5 zeide spr., dat het
college van oordeel is, dat er geen wijzi
ging moet worden gebracht in den duur of
het tijdstip van de kermis. Bij de begrooting
deelde het college reeds mede, dat het wil
overwegen, de kermis te bekorten of op een
ander tijdstip te stellen. Het hangt er van
af of dit mogelijk is en of daartegen finan-
cieele bezwaren bestaan. Thans meende
spr., dat de gewone kermisverpachting moet
doorgaan, maar er blijft het voorbehoud, dat
wij kunnen beslissen, wanneer de interna
tionale toestand dit noodzakelijk maakt, dit
jaar geen kermis te houden.
De heer H o ij t i n k achtte de kwestie
van groote beteekenis. Meermalen heeft spr.
het vraagstuk van anti-revolutionnair stand
punt principieel belicht. Het algemeene
vraagstuk, dat is dan afschaffing van de
kermis, is niet aan de orde.
Spr. zal zich bepalen tot de kermis 1940.
Met het antwoord op de vragen van de Pror.
Christ, fracties, bij de begrooting, door B.
en W., waren wij tevreden. Spr. was over
tuigd, dat de geheele Raad uit dat ant
woord de conclusie trok, dat het doorgaan
van de kermis van den ernst van den inter
nationalen toestand zou afhangen.
Spr. was van oordeel, dat thans de inter
nationale toestand meer zorgen baart dan
in Dec. 1939. Wij ondervinden de smartelijke
gevolgen voor ons land en dagelijks brengt
ons volk de offers van dierbare menschen-
levens, zoowel te land als ter zee. Hoe durft
men onder zoodanige omstandigheden nog
denken aan kermisvermaak? Heeft men niets
begrepen van het wezen van den gruwel,
waaronder de volkeren thans gebukt gaan?
Een voorstel om de kermis 1940 niet te
laten doorgaan zal spr. uitsluitend indienen
op grond van het huidig wereldgebeuren.
Voor dit voorstel verwacht hij allereerst
steun van de R.K. fractie, omdat ook zij in
den oorlog het feit zien, dat God de wereld
bezoekt, dat het gaat om het - kruis van
Christus en omdat wij, in het gezicht van
dat kruis, éfn zijn met de katholieken. Spr.
verwacht dan ook, dat zij de verantwoorde
lijkheid zullen afwijzen voor de kermis, die
vloekt met de stem Gods, welke in deze
dagen tot ons komt.
Maar ook op steun van de andere fracties
deed spr. een beroep. Van hen hoopte spr.,
dat zij op grond van moreele en sociale over
wegingen in dezen abnormalen tijd de ker
mis zullen afwijzen. Alkmaar bracht offers
voor Finland. Daarvoor in dezen Raad war
me hulde. Wij moeten den angst der tijden
verstaan en spr. verwachtte, dat van ons
volk voor het behoud van zijn vrijheid de
grootste offers gevraagd zullen worden. Dui
zendmaal beter is het, daarvoor ons volk op
te voeden dan in dezen tijd mee te werken
aan de verspilling van moreele krachten
door het houden van een kermis. Spr. hoopte,
dat ook de linkerzijde dit zal verstaan.
Voor het niet laten doorgaan van de ker
mis is een beslissing van den Raad noodig.
Spr. is overtuigd, dat een groot deel van
Alkmaars burgerij het zal toejuichen, wan
neer de Raad de volgende motie aanneemt:
De Raad, gehoord de besprekingen,
besluit in verband met den huidigen
nationalen en internationalen toestand
de kermis 1940 niet te doen doorgaan.
Voorts vroeg spr. aan B. en W. om vóór
1 Sept. aan den Raad hun meening kenbaar
te maken over het kermisvraagstuk in het
algemeen.
Het voorstel werd alleen door den heer
Grondsma ondersteund, zoodat het geen
punt van bespreking kon uitmaken, waarop
de heer Van de Vall, om dit te berei
ken, het voorstel eveneens steunde.
De voorzitter antwoordde, dat ook
het college de vraag onder de oogen had
gezien of de tegenwoordige toestand het
houden van een kermis in Alkmaar recht
vaardigde. Het college oordeelde dien toe
stand nog niet zoodanig, dat het noodig is
af te wijken van den regel, die door den
Raad in verordening is vastgelegd. Of dit
moment zal komen, zal door het college
moeten worden bekeken en daarom is bij de
verpachting de uitdrukkelijke voorwaarde
gesteld, dat wij te allen tijde kunnen beslui
ten de kermis niet te laten doorgaan. De
vraag, of dit noodzakelijk is, wordt ook be-
heerscht door de gevolgen van een kermis-
verbod. Daarvoor zou de gemeente in de
eerste plaats een belangrijk financieel offer
moeten brengen en ook de kermisexploitan
ten zullen een belangrijk deel van hun in
komsten moeten missen. Naast de ideëele
zijde is er dus ook een practische. Wanneer
het noodig is, zal het college echterniet
terugschrikken om de nadeelige gevolgen
te dragen. De noodzaak achtte het college
thans nog niet aanwezig.
Over het tweede punt zal het college zich
nog moeten beraden.
De heer Venneker oordeelde, dat
men de zaak van alle kanten moest bekij
ken. Z.i. was het niet mogelijk om hierover
s avonds laat maar een beslissing te nemen.
Spr. wilde die aanhouden, opdat het college
de zaak nog eens rustig kan bekijken.
De Voorzitter: Dat is reeds ge
beurd. Wij zijn tot offers bereid, .maar
willen rekening houden met allerlei be
langen, ook die van den middenstand.
De heer Venneker bleef het gevaar
lijk oordeelen, nu reeds te beslissen.
De heer Woldendorp oordeelde,
dat de consequentie van de redeneering
van den heer Hoytink is, dat ook de
bioscopen wel kunnen sluiten. Spr. meen
de, dat we niet bij de pakken mogen
gaan neerzitten.
De heer Grondsma vond dit geen
vergelijking.
De heer Hoytink gevoelde zich, zoo
wel door het College als door den Raad
teleurgesteld. Hij wees de Katholieken
erop, dat de Kath. geestelijkheid, juist
met het oog op den ernst der tijden, de
carnavalsfeesten niet heeft laten door
gaan.
De heer Woldendorp: Ook in ver
band met defensie.
De heer Hoytink begreep, dat zijn
voorstel geen kans heeft, maar zal dit
toch handhaven. Spr. verzocht allereerst
het college, het voorstel in prae-advies te
nemen.
De Voorzitter: Daarvoor zou een
extra raadsvergadering noodig zijn. De
inschrijvers moeten weten, in verband
met hun reisplannen, of de verpachting
doorgaat. Uitstel vindt spr. onbillijk
tegenover hen en gevaarlijk voor de
gemeente.
De heer Sietsma verklaarde zich
door de argumentatie van het college
overtuigd.
De heer Couwenhoven stond per
soonlijk op het standpunt, dat de kermis
wel mag verdwijnen, maar was van oor
deel, dat de heer Hoytink bij de begroo
ting het voorstel had moeten doen, de
kermis niet te laten doorgaan. Hij achtte
het van den heer Hoytink niet juist om
van den internationalen toestand gebruik
te maken, een door hem gewilde beslis
sing te verkrijgen. Wanneer de heer Hoy
tink bij de begrooting het voorstel doet,
de kermis af te schaffen, dan zal spr.
zich daar vóór verklaren, nu doet hij niet
mee.
De heer Hoytink merkte op, dat hij
bij de begrooting geen voorstel had ge
daan, omdat het antwoord van het col
lege bevredigend was.
De Voorzitter: Dat sloeg op den
tijd en den duur, maar niet op afschaf
fing.
De heer Hoytink bleef erbij, dat het
college, gezien den internationalen toe
stand, in den Raad met een voorstel had
moeten komen. Zaterdag las spr. in de
krant, dat er Dinsdag inschrijving was.
Spr. heeft niet vlugger kunnen handelen
en wees het verwijt af, dat hij den inter
nationalen toestand misbruikt om in een
principieele zaak zijn zin te krijgen.
Het voorstel om de quaestie om
prae-advies in handen van B. en W. te
stellen, werd met 7 tegen 12 stemmen
verworpen. Mr. Leesberg was afwezig.
Vóór stemden de heeren Klaver, Hoy
tink, Coerts, Couwenhoven, Venneker,
Grondsma en Raat.
Het voorstel om in 1940 de ker
mis niet te doen houden, verwierf slechts
de stemmen van de heeren Hoytink en
Grondsma.
De kermis gaat dus door.
Hierna sluiting.
Het eerste Nederlandsche schip,
dat naar den bodem van de zee
werd gezonden door een Duitsche
torpedo, was de tankboot „Slie-
drecht", groot 5133 ton en onder
commando van kapitein Boer, van
de firma van Ommeren uit Rotter
dam. Op 24 November kwamen
vijf opvarenden van het schip op de
Hebriden ten Westen van Schotland
aan. De namen dezer geredden luid
den: de eerste stuurman Piet Brons,
de matroos H. Driesen, de matroos
L. v. d. Knoop, de matroos H. de
Jongh en de matroos P. Storm. Zij
moesten in volkomen uitgeputten
toestand in een ziekenhuis worden
opgenomen, waaruit zij eerst eenige
weken geleden konden worden
ontslagen.
Per K.L.M. kwamen zij in ons
land terug. Zes-en-twintig zeelieden
kwamen om.
Nadat zij er in geslaagd waren met hun
sloep land te bereiken, rapporteerden zij,
dat hun schip den zestienden November op
den Atlantischen oceaan door een duikboot
tot zinken was gebracht. De bemanning
kreeg nauwelijks tijd het schip te verlaten
en maakte den duikbookapitein er zonder
succes opmerkzaam op, dat haar schip aan
een neutraal land behoorde. Het hielp niet:
de Sliedrecht werd getorpedeerd.
Alle leden van de bemanning slaagden er
in in de sloepen te gaan, doch gedurende de
week, dat zij op zee rondzwalkten, raakten
de booten elkaar kwijt.
De zee was ruw en men kon niet dicht
bijeen blijven. Het verschrikkelijke gevolg
is geweest, dat slechts vijf totaal uitgeputte
mannen het leven mochten behouden. Alle
anderen kwamen om het leven, niettegen
staande de hulppogingen van Britsche ma
rinevaartuigen, die langen tijd de zee heb
ben afgespeurd in de hoop de twee verdwe
nen sloepen te ontdekken.
De raad voor de scheepvaart hoorde gis
termiddag den eersten stuurman, den heer
P. Brons. Door diens verklaringen werden
de reeds genoemde feiten nogmaals beves
tigd.
De inspecteur-generaal van de scheep
vaart verklaarde, dat den stuurman lóf toe
komt voor zijn doorzettingsvermogen en zijn
standvastigheid. Spr. brenBt hulde aan al
len, die reddingspogingen hebben onderno
men, zoowel Engelschen als Nederlanders.
De raad zal later uitspraak doen.
DERDE BI
Het legerbericï
Op het W. deel
relië heeft de vijl
vallen gedaan op
van Viborg. De
eilanden in dit g
voor de monding
De vijandelijke c
het ijs opdrongen
geleden. Meer dai
nield.
Tusschen de ba
hebben de Finnen
den viand afgesl
aanva* welke do
was voorbereid,
Ten N.O. van h
vijand aanvallen
gebied van Pitk
welke door de Fh
zijn veroverd. In
werd een Russisc
ook bij Kuhmo v
slagen.
In de Finsche
nieuw gepoogd o\
in de richting va:
de Violahti-eilanc
ijdeld.
De Finsche luc
afdeelingen, welk
sche Golf en in c
ten, gebombardee
Het optreden v;
macht was vooral
en de baai van V
lands heeft de vi,
gebombardeerd.
De aanval
bloedige
De pogingen de
van de Finsche G
voet te krijgen aa
minst voor eenige:
Finsche militair
Russen de krach
den weerstand, d:
Viipuri en een ni
EEN HAL!
Een uil
De Fransche m:
pinchi, heeft voor
gegeven van de r
ter zee in de eers'
klaarde, dat de g(
meester zijn op z
Meer dan 2000 se
sche convooien g
vier verloren zijn
mijnen, onderzeeë
Fransche havens
gen vrij. Geen enl
tot zinken gebrac
de koopvaardijvloi
van de Fransche
totaal 71.500 ton
Het totale tonnagi
vaardijvloot is sk
minderd. Ook wo
aan geallieerden
gebracht, niet grc
169.935 ton tot
Januari 199.080 to
schepen, dat in F
loopen even groot
welke voorafging
magnetische mijne
heeft voor bijna
verloren ging, eei
gebracht. Twaalf
zijn vernield.'
De minister wee
duikbooten thans
schepen aanvallen
grooter dan die v
kan de geallieerde:
neutraal schip te
Tenslotte zeide
slagschip „Jean B
pen. Om defensieri
gehouden. Dit sch
bewapend met tw
schut van 382 mn
kg. meer dan 40 k
bedraagt meer dar
EEN TROON!
Bij de opening
koning Carol giste
lezen, waarin hij
Roemenië op loyal
voorzetten, ook in
zijn eigen belang
vrede. Ook op hei
landschen handel
neutraliteit gevolg
gens op de verster]
Roemenië met zijr
vriendschap met a
wezen te hebben c
in Italië van den 1
Sidorivici, zijn vc
gesproken over d«
vangst bereid aan
nister van financii
koning, dat Roeme
en goede betrekk:
wenscht voort te s
nië besloten, zijn
historische gerechl
verdedigen.
FRANSCHE
HET FRO]
Een corresponds
rijk meldt, dat g
tocht aan het Wei
grafen van het F
wond zijn en een